Pentax K-S1 User guide [nl]

Inleiding
1
Digitale spiegelreflexcamera
Bedieningshandleiding
Voorbereidingen
Opnamen maken
Weergeven
Instellingen
Bijlage
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
2
3
4
5
6
De inhoud van het pakket controleren
Flitsschoenbeschermer FK
(gemonteerd op de camera)
Batterijlader
D-BC109
Startgids
Geschikte objectieven
Voor deze camera kan gebruik gemaakt worden van DA-, DA L-, D FA- en FA J-objectieven en objectieven met een 9 (Auto) positie op de diafragmaring. Als u andere objectieven of accessoires wilt gebruiken, zie dan p.97.
Oogschelp F
(gemonteerd op de camera)
Netsnoer Draagriem
R
Dop cameravatting
(gemonteerd op de camera)
O-ST132
Oplaadbare lithium-ionbatterij
D-LI109
Software (CD-ROM)
S-SW151
Kennismaking met de K-S1
1
Voorbereidingen
Opnamen maken
Weergavefuncties
De instellingen wijzigen
Bijlage
2
3
4
5
6
1
Gebruik van deze handleiding
Gebruik van deze handleiding
1
Kennismaking met de PENTAX K-S1
Geeft u een overzicht van de K-S1. Lees dit en leer uw K-S1 kennen!
Namen en functies van de onderdelen ......... p.7
Hoe functie-instellingen kunnen
worden gewijzigd .......................................... p.17
Menulijst ....................................................... p.20
.................................... p.7
2
Voorbereidingen ...................................... p.29
Beschrijft hoe u uw K-S1 voorbereidt op het maken van opnamen en geeft informatie over elementaire bedieningshandelingen.
Bevestigen van dedraagriem ........................ p.29
Een objectief bevestigen .............................. p.29
Gebruik van de batterij en lader ................... p.31
Geheugenkaart plaatsen .............................. p.35
Eerste instellingen ........................................ p.36
2
Basishandelingen bij opnamen ..................... p.38
Opnamen bekijken ........................................ p.40
3
Opnamen maken..................................... p.42
Zodra u hebt gecontroleerd of de camera goed werkt, probeer de camera dan uit en maak heel veel opnamen!
De opname-instellingen configureren ........... p.42
Foto’s maken ................................................p.43
Video-opnamen maken ................................. p.48
Instelling van de belichting ............................ p.50
Werken met de ingebouwde flitser ............... p.52
De focusmethode instellen ........................... p.54
De transportfunctie instellen .........................p.60
Instelling van de witbalans ............................ p.62
De afwerking van de opname instellen ......... p.65
Opnamen corrigeren ..................................... p.68
4
Weergavefuncties ................................... p.70
Beschrijft de verschillende procedures voor het weergeven en bewerken van opnamen.
Palet van de weergavestand items ............... p.70
De weergavemethode wijzigen ..................... p.71
De camera aansluiten op een computer ....... p.75
Opnamen bewerken en verwerken ............... p.76
5
De instellingen wijzigen ........................ p.83
Beschrijft hoe andere instellingen worden gewijzigd.
Camera-instellingen ...................................... p.83
Instellingen voor bestandsbeheer ................. p.88
6
Bijlage.......................................................... p.95
Biedt diverse hulpbronnen.
Beperkingen voor elke opnamestand ........... p.95
Functies beschikbaar met diverse
objectieven .................................................... p.97
Functies bij gebruik van een externe flitser ....p.101
Het GPS-toestel gebruiken ........................... p.102
Problemen oplossen ..................................... p.103
Belangrijkste technische gegevens .............. p.107
Index ............................................................. p.114
Voor een veilig gebruik van de camera ........ p.119
Aandachtspunten tijdens het gebruik ............ p.121
GARANTIEBEPALINGEN ............................ p.125
De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze handleiding kunnen afwijken van die van het feitelijke product.
Gebruik van deze handleiding
3
Omschrijving
Gebruik van deze handleiding................... 2
Omschrijving
Kennismaking met de PENTAX K-S1 ....... 7
Namen en functies van de onderdelen ...................7
Bedieningselementen .................................................... 8
Monitor ......................................................................... 10
Zoeker .......................................................................... 16
Hoe functie-instellingen kunnen worden
gewijzigd ...............................................................17
De richtingsknoppen gebruiken ................................... 17
Het bedieningspaneel gebruiken ................................. 17
De menu's gebruiken ................................................... 18
Menulijst ................................................................20
Menu’s Opnamemodus ................................................ 20
Videomenu ................................................................... 23
Menu Weergeven ........................................................ 23
Instellen-menu’s ........................................................... 24
Pers.instelling-menu’s .................................................. 27
Voorbereidingen ...................................... 29
Bevestigen van dedraagriem ................................29
Een objectief bevestigen .......................................29
Gebruik van de batterij en lader ............................31
De batterij opladen ....................................................... 31
De batterij plaatsen/uitnemen ...................................... 32
Gebruik van de netvoedingsadapter ............................ 33
Geheugenkaart plaatsen ......................................35
Eerste instellingen ................................................36
4
De camera aanzetten ................................................... 36
De weergavetaal instellen ............................................ 36
De datum en tijd instellen ............................................. 37
Instellingen van het LCD-scherm ................................. 37
Formatteren van een geheugenkaart ........................... 38
Basishandelingen bij opnamen ............................ 38
Opnamen met Live weergave ...................................... 39
Opnamen bekijken ............................................... 40
Opnamen maken ..................................... 42
De opname-instellingen configureren .................. 42
Opname-instell. foto's .................................................. 42
Opname-instell. films ................................................... 42
Foto’s maken ....................................................... 43
Scènestanden .............................................................. 43
Effectmodi .................................................................... 45
Belichtingsstanden ....................................................... 46
Belichtingscompensatie ...............................................47
Video-opnamen maken ........................................ 48
Filmopnamen weergeven ............................................. 50
Instelling van de belichting ................................... 50
Gevoeligheid ................................................................ 50
Autom. lichtmeting ....................................................... 51
Werken met de ingebouwde flitser ....................... 52
De focusmethode instellen ................................... 54
Instellen van de AF-modus bij het maken
van opnamen met de zoeker ....................................... 55
Instellen van de AF-modus tijdens Live weergave ....... 57
AF-fijnafstelling ............................................................ 59
De transportfunctie instellen .................................60
Continuopname ........................................................... 60
Zelfontspanner ............................................................. 61
Afstandsbediening ....................................................... 61
Belichtingsbracketing ................................................... 62
Instelling van de witbalans ....................................62
Witbalans handmatig aanpassen ................................. 64
De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur ..... 64
De afwerking van de opname instellen .................65
Aangepaste opname .................................................... 65
Digitale Filter ................................................................ 67
Opnamen corrigeren .............................................68
Regeling van de helderheid ......................................... 68
Objectiefcorrectie ......................................................... 69
Anti-aliasing-filtersimulator ........................................... 69
Weergavefuncties.................................... 70
Palet van de weergavestand items .......................70
De weergavemethode wijzigen .............................71
Weergave van meerdere opnamen ............................. 71
Opnamen weergeven op basis van map ..................... 72
Opnamen weergeven op basis van opnamedatum ..... 73
Opnamen continu weergeven (Diavoorstelling) ........... 73
Weergave van geroteerde opnamen ........................... 74
De camera aansluiten op een audiovisueel apparaat ....74
De camera aansluiten op een computer ...............75
Opnamen bewerken en verwerken .......................76
De grootte van de opname wijzigen ............................ 76
Corrigeren van kleurmoiré ........................................... 78
Opnamen metdigitalefilters verwerken ........................ 78
Video bewerken ........................................................... 80
RAW-ontwikkeling ........................................................ 81
De instellingen wijzigen ...........................83
Camera-instellingen ............................................. 83
De knop aanpassen/functies van de e-knop ................ 83
De lokale datum en tijd van de opgegeven stad
weergeven ................................................................... 87
Instellingen selecteren om op te slaan in de camera ... 87
Instellingen voor bestandsbeheer ........................ 88
Beveiliging van opnamen tegen wissen (Beveiligen) ... 88
Instellingen voor het map/bestand selecteren ............. 88
De Copyright-informatie instellen ................................. 92
Gebruik van een draadloze geheugenkaart ................. 93
Bijlage...................................................... 95
Beperkingen voor elke opnamestand ................... 95
Beperkingen voor de combinaties
van speciale functies .................................................... 96
Functies beschikbaar met diverse objectieven .... 97
De brandpuntafstand instellen .....................................99
De diafragmaring gebruiken ....................................... 100
Functies bij gebruik van een externe flitser ........ 101
Het GPS-toestel gebruiken ................................ 102
Opnamen maken van hemellichamen
(STERRENVOLGER) ................................................ 102
Problemen oplossen .......................................... 103
Sensor reinigen .......................................................... 104
Foutmeldingen ........................................................... 105
Belangrijkste technische gegevens .................... 107
Systeemvoorwaarden voorUSB-aansluiting
enbijgeleverdesoftware .............................................. 113
Index ..................................................................114
Voor een veilig gebruik van de camera .............. 119
Aandachtspunten tijdens het gebruik ................. 121
GARANTIEBEPALINGEN .................................. 125
Omschrijving
5
Auteursrechten
Opnamen van deze camera die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals
Omschrijving
bepaald in de auteursrechtwetgeving. Vergeet ook niet dat in sommige gevallen zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen verbonden is, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen alleen gebruikt worden mits naleving van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Aan de gebruikers van deze camera
• Gebruik of bewaar deze camera niet in de buurt van apparatuur die krachtige magnetische velden of straling genereert. Krachtige statische ontladingen of magnetische velden door bv. radiozenders kunnen de werking van de monitor storen, opgeslagen gegevens beschadigen, of gevolgen hebben voor de elektronica in de camera en een goed functioneren verstoren.
Het paneel met vloeibare kristallen voor de monitor is gemaakt
met behulp van extreem hogeprecisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
• In deze handleiding wordt de algemene term “computer(s)” gebruikt voor zowel Windows-pc’s als Macintosh-computers.
• In deze handleiding heeft de term “batterij(en)” betrekking op elk type batterij dat met deze camera en accessoires wordt gebruikt.
6
Informatie over gebruikersregistratie
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om u als gebruiker te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde cd-rom of op onze website. Hartelijk dank voor uw medewerking.

Namen en functies van de onderdelen

Statief-
aansluiting
Klep voor batterij/geheugenkaartcompartiment
Afstandsbedienings-
sensor
AF-koppeling
Spiegel
Ontgrendelknop
voor objectief
Objectief-
informatiecontacten
Riembevestiging
Flitsschoen
Richtteken
objectiefvatting
Luidspreker
Riembevestiging
AF-hulplicht
Kaartlampje
USB-aansluiting (micro B)
Klepje van de aansluitingen
Dioptriecorrectieknop
HDMI-aansluitpunt (type D)
Microfoon
Beeldvlakindicator
Zoeker
Monitor
Ingebouwde flitser
Klep verbindingskabel
Microfoon
Ontgrendelingsknop voor klep van batterij/ geheugenkaartcompartiment
1
Inleiding
7
1
6
2
a
8
c
d
b
7
4
3
5
1
9
0
e f
g
Inleiding
8

Bedieningselementen

1 Belichtingscompensatieknop (J/J)
Druk deze knop in om de waarden voor de belichtingscompensatie in te stellen. (p.47) Gebruik in de stand K/L deze knop om te selecteren of de waarde van de sluitertijd of de waarde van het diafragma wordt gewijzigd. In de afspeelstand kunt u de laatst gemaakte JPEG-opname ook opslaan in de RAW-indeling. (p.41)
2 Groene toets (M)
Voert een reset uit van de waarde die wordt gewijzigd. Schakelt over op [ISO AUTO] wanneer de gevoeligheid wordt aangepast. U kunt aan deze knop ook andere functies toewijzen. (p.84)
3 Ontspanknop (0)
Druk deze knop in om opnamen te maken. (p.39) Druk deze knop tijdens de weergavestand half in om over te gaan naar de opnamestand.
4 Hoofdschakelaar
Schakelt de camera uit, of gaat over op de stand C (video). (p.36, p.48) Wanneer de camera wordt aangezet, komt deze in de stand A (foto’s) en gaat het lampje groen branden. Wanneer de schakelaar op C wordt gezet, komt de camera in de stand C en gaat het lampje rood branden.
5 Greeplampjes
De vijf lampjes gaan groen branden tijdens het maken van opnamen met de zelfontspanner of met een afstandsbediening, of wanneer tijdens Live weergave gezichten worden herkend. (p.58, p.61)
6 Ontgrendelingsknop voor objectief
Druk deze knop in om het objectief op de camera te verwijderen. (p.29)
7 Uitklapschakelaar flitser (1)
Indrukken om de ingebouwde flitser uit te klappen. (p.52)
8 Schakelaar scherpstelstand
Draai hieraan om een andere scherpstelstand te kiezen. (p.54)
9 Knop Live weergave/Verwijderen (K/L)
Hiermee wordt de Live weergave getoond. (p.39) Druk in de weergavestand op deze knop om opnamen te verwijderen. (p.40)
0 Weergaveknop (3)
Hiermee wisselt u naar de afspeelstand. (p.40) Druk de knop opnieuw in om naar de opnamestand te gaan.
a MENU-knop (F)
Toont een menu. Druk, terwijl het menu getoond wordt, op deze knop om terug te keren naar het vorige scherm. (p.18)
b INFO-knop (G)
Wijzigt de weergavestijl op de monitor. (p.10, p.13)
c E-knop (V)
Wijzigt de waarden voor camera-instellingen zoals de belichting (p.46) U kunt andere menutabs kiezen wanneer een menuscherm wordt getoond. (p.18) U kunt de camera-instellingen wijzigen wanneer het bedieningspaneel panel wordt getoond. (p.17) Gebruik in de weergavestand deze knop om een opname te vergroten of meerdere opnamen tegelijkertijd weer te geven. (p.40, p.71)
d AF/AE-vergrendelingsknop (f)
Beschikbaar voor scherpstelling, in plaats van dat 0 half wordt ingedrukt, en voor vergrendeling van de belichtingswaarde voordat de opname wordt gemaakt. (p.54, p.83)
e Vierwegbesturing (ABCD)
Toont het instellingenmenu van de Gevoeligheid, Witbalans, Flitsinstelling of Transportstand. (p.17) Als een menu of het bedieningspaneel wordt weergegeven, verplaatst u hiermee de cursor of wijzigt u hiermee het item dat u instelt. Druk op B in de enkelbeeldweergave van de weergavestand om het weergavepalet weer te geven. (p.70)
f OK-knop (E)
Druk tijdens weergave van het bedieningspaneel of een menu op deze knop om het geselecteerde item te bevestigen. Druk op deze knop wanneer [Actief AF-gebied] is ingesteld op E of 8, of wanneer [Contrast-AF] is ingesteld op g of h om het scherpstelgebied te wijzigen. (p.56, p.57) Wanneer de camera wordt aangezet, gaat het lampje blauw branden. Wanneer het scherpstelgebied kan worden gewijzigd, gaat het lampje uit.
g Functiekiezer
Hiermee wordt de opnamestand gewijzigd. (p.38) Wanneer de camera wordt aangezet, gaat het lampje wit branden, en gaat het pictogram van de ingestelde opnamestand op de knop groen branden.
1
Inleiding
9
Over de indicatielampjes
1/
250
1600
F
5.6
99 999
10: 23
99 999
1/
250
1600
F
5.6
99 999
Statusscherm
Aangepaste opname Helder
07/ 07/201 4
Standby-stand
(statusscherm)
Scherm voor selectie van het display
van de opname-informatie
Bedieningspaneel
Het lampje van de hoofdschakelaar, de greeplampjes, het lampje van de functiekiezer en het E-lampje gaan
1
uit in de volgende situaties.
Inleiding
• Vanaf het moment waarop 0 half wordt ingedrukt tot het eind van de opname
• Terwijl f wordt ingedrukt
• Tijdens de weergavestand
• Terwijl een menu wordt weergegeven
• Tijdens automatische uitschakeling
U kunt de instellingen van de lampverlichting instellen bij [Indicatielampjes] in het menu D3. (p.26)
Over de vierwegbesturing
In deze handleiding wordt elke knop van de vierwegbesturing aangeduid zoals wordt getoond in de afbeelding aan de rechterzijde.

Monitor

Opnamestand

Met deze camera kunt u opnamen maken terwijl u door de zoeker kijkt, of terwijl u naar het beeld op het scherm kijkt.
Als u de zoeker gebruikt, kunt u opnamen maken terwijl u het statusscherm op de monitor bekijkt en door de zoeker kijkt. Als u de zoeker niet gebruikt, dan kunt u opnamen maken terwijl u kijkt naar het beeld van de Live weergave die op de monitor wordt getoond.
De camera staat in de “standby-stand” als deze klaar is voor het maken van opnamen, zoals tijdens weergave van het statusscherm of Live weergave. Druk op G in de standby­stand als u het “bedieningspaneel” wilt weergeven en instellingen wilt wijzigen. (p.17) U kunt het informatietype dat getoond wordt in de standby-stand, wijzigen door op G te drukken terwijl het bedieningspaneel wordt getoond. (p.13)
1/
F
250
5.6
G
Aangepaste opname
Aangepaste opname Helder
Helder
99999
1600
10:23
Statusscherm
Statusscherm
07/07/2014
G
99999
1/
F
250
5.6
10
1600
99999
Statusscherm
1/
250
1600
F
5.6
12 345
5´ 0 0˝
+1 .0
G1 A1
+1. 7
EV
1/
200 0
F2. 8
160 0
99999
±0EV
1/
200 0
F2. 8
160 0
99999
1/
250
F
5.6
1600
+1.0
12345
1 Opnamestand (p.43) 2 Belichtingsgeheugen
(p.48)
3 Scherpstellingsmethode
(p.54)
4 Aangepaste
opname (p.65)
5 Digitaal filter (p.67)/
HDR-opname (p.68)
6 Status GPS-
positiebepaling (p.102)
7 Status draadloos
LAN (p.93)
8 Autom. lichtmeting (p.51) 9 Shake Reduction (p.21) 10 Batterijniveau 11 Hulp e-knop 12 Sluitertijd 13 Diafragmawaarde 14 Belichtingscorrectie (p.47)/
Belichtingsbracketing (p.62)
G1A1
5´ 00˝
45 678910
123
11
12
13
11
14
11
11
17 18 24
19 2120
15
16
2523
15 LW-staafgrafiek 16 Gevoeligheid (p.50) 17 Flitsbelichtingscompensatie
(p.52)
18 Fijnafstemming witbalans
(p.63)
19 Flitsinstelling (p.52) 20 Scherpstelgebied
(AF-punt) (p.56)
21 Transportstand (p.60) 22 Witbalans (p.62) 23 Bestandsindeling (p.42) 24 Geheugenkaart 25 Beeldopslagcapaciteit 26 Maximale volgduur
ASTROTRACER (p.102)
27 Bedieningsaanwijzingen
16
22
19 21 22
2726
Live weergave
123456 91011
87
12
EV
1/
2000
F2.8
+1.7
1600
13
21
1 Opnamestand (p.43) 2 Flitsinstelling (p.52) 3 Transportstand (p.60) 4 Witbalans (p.62) 5 Aangepaste opname
(p.65)
6 Digitaal filter (p.67)/
HDR-opname (p.68)
7 Status GPS-
positiebepaling (p.102)
8 Status draadloos
LAN (p.93)
9 Autom. lichtmeting (p.51) 10 Shake Reduction (p.21)/
Movie SR (p.23)
11 Batterijniveau
14 15
±0EV
16
1/
F2.8
99999
2000
22 2317 18 19 20 24
13 Histogram 14 Belichtingscorrectie (p.47) 15 LW-staafgrafiek 16 Bedieningsaanwijzingen 17 Belichtingsgeheugen (p.48) 18 Sluitertijd 19 Diafragmawaarde 20 Gevoeligheid (p.50) 21 Bestandsindeling (p.42) 22 Geheugenkaart 23 Beeldopslagcapaciteit 24 Gezichtsherkenningskader
(wanneer [Contrast-AF] is ingesteld op [Gezichtsherkenning]) (p.57)
1600
99999
12 Temperatuurwaarschuwing
t Memo
• In [Live weergave] van het A3 menu kunt u de instellingen
van de onderdelen die tijdens de Live Weergave op het scherm getoond worden, wijzigen (p.21)
1
Inleiding
11
Bedieningspaneel
10: 23
12 345
Aangepaste opname Helder
07/ 07/201 4
10: 23
12 345
07/ 07/201 4
Aangepaste opname Helder
Opnamen maken met Live weergave
10: 23
1: 23' 4 5"
07/ 07/201 4
Aangepaste opname Helder
Stand C
Stand A
Aangepaste opname
1
Aangepaste opname Helder
Helder
Inleiding
10:23
07/07/2014
Aangepaste opname
Aangepaste opname Helder
Helder
10:23
07/07/2014
Aangepaste opname
Aangepaste opname Helder
Helder
10:23
07/07/2014
12345
12345
1:23'45"
1 2
657 11
10
16
15
21
20
27 28
1 2
657
11
10
16
15
21
20
27 28
1 2
6514
16
15
23
26
27 28
1 Functienaam 2 Instelling 3 Geheugenkaart
34
12 17 22
98
13
14
18
19
23
24
4 Aantal foto’s dat kan
worden gemaakt/ resterende opnameduur voor video’s
5 Aangepaste opname
(p.65)/Scènemodus (p.43)/ Effectmodus (p.45)
34
12 17 22
98
13
14
18
19
23
24
6 Digitaal filter (p.67) 7 HDR-opname (p.68) 8 Hooglichtcorrectie (p.68) 9 Schaduwcorrectie (p.68) 10 Vervormingscorrectie
(p.69)
11 Instelling laterale
chromatische
34
21 25
98
17
aberratie (p.69)
12 Perifere
verlichtingscorrectie (p.69)
13 Diffractiecorrectie (p.69)
14 Autom. lichtmeting (p.51) 15 AF-modus (p.55)/
Contrast-AF (p.57)
16 Actief AF-gebied (p.56)/
Scherpe contouren (p.58)
17 AF-hulplicht (p.55) 18 Ruisond. hoge ISO-wrd
(p.51)
19 Ruisond. lange sltrtijd
(p.47)
20 Bestandsindeling (p.42) 21 JPEG-resolutie (p.42)/
Videoresolutie (p.42)
22 JPEG kwaliteitsniveau
(p.42)
23 Shake Reduction (p.21)/
Movie SR (p.23)
24 AA-filtersimulator (p.69) 25 Beeldsnelheid (p.42) 26 Niveau opnamegeluid
(p.49)
27 Actuele datum en tijd 28 Bestemmingstijd (p.87)
t Memo
• Welke items kunnen worden geselecteerd, hangt af van de huidige camera-instelling.
• Als er tijdens weergave van het bedieningspaneel 1 minuut lang geen bedieningshandeling heeft plaatsgevonden, keert de camera terug naar de standby-stand.
• U kunt de weergavekleur van het statusscherm, het bedieningspaneel en de menucursor wijzigen bij [Weerg. kleur] van [LCD-display] in het menu D1. (p.24)
12
Display van opname-informatie
1/
200 0
F2. 8
200
+0. 3
100 -0001
1/
200 0
F2. 8
200
+0. 3
100 -0001
Standaard infoweergave
Enkelbeeldweergave
(Standaard infoweergave)
Scherm voor selectie van
het display van de
weergave-info
U kunt instellen welk informatietype wordt weergegeven in de standby-stand door op G te drukken terwijl het bedieningspaneel wordt weergegeven. Gebruik CD om het type te selecteren en druk op E.
Wanneer opnamen worden gemaakt met de zoeker
Statusscherm
Toont de instellingen voor het maken van opnamen met de zoeker. (p.11)
Weergave uit Er wordt niets op het scherm getoond.
De huidige geografische breedte, lengte, hoogte, richting, UTC (Coordinated Universal Time), opnamestand en belichtingswaarde worden
Elektronisch kompas
weergegeven. Zet de camera uit en weer aan om terug te keren naar het statusscherm. Alleen beschikbaar als de optionele GPS-unit bevestigd is op de camera en ingeschakeld is. (p.102)
Opnamen maken met Live weergave
Standaard infoweergave
Geen infoweergave
Het beeld van Live weergave en de instellingen voor het maken van opnamen met Live weergave worden weergegeven. (p.11)
Bepaalde pictogrammen, zoals die voor de opnamestand en de transportstand, worden niet getoond.
t Memo
• Het statusscherm wordt altijd weergegeven wanneer de camera wordt uitgezet en weer wordt aangezet. Als de camera wordt uitgezet en weer wordt aangezet terwijl [Display opname-info] ingesteld is op [Aan] bij [Geheugen] in het menu A4, verschijnt het scherm dat is geselecteerd op het scherm voor selectie van het display van de opname-informatie. (p.87)

Weergavestand

De gemaakte opname en opname-informatie worden weergegeven in de enkelbeeldweergave van de weergavestand. Druk op G om het type informatie te wijzigen dat wordt weergegeven in de enkelbeeldweergave. Gebruik CD om het type te selecteren en druk op E.
100-0001
1/
2000
F2.8
200
Standaard infoweergave
Gedetailleerde infoweergave
Histogramweergave
G
Standaard infoweergave
1/
+0.3
2000
De gemaakte opname, de bestandsindeling, de belichtingsparameters, en de indicaties van de bedieningsaanwijzingen worden weergegeven.
Op het scherm worden details van de opname-instellingen en het tijdstip van de opname weergegeven. (p.14)
De gemaakte opname en het helderheidshistogram worden getoond. (p.15) Niet beschikbaar tijdens het afspelen van video's.
F2.8
200
100-0001
+0.3
1
Inleiding
13
RGB-
1
3
456 7
11351098
2
2
12 13 14 17
181615
20
24
27 37
25 26 28 29 3130 32 3334
21 23
19
36
1
3
456 7
35
388
12 13 14 39
181615
20
243725 40 28 29
21 23
22
36
1
3
41
43 44
45
47
48
46
46
42
657
+1. 0+1.0
1/
200 01/2000 F2 .8F2.8
55. 0mm55.0mm
55. 0mm55.0mm
160 01600
500 0K5000K
500 0K5000K
100 -0001100-0001
+1. 5+1.5
±0±
0
±0±
0
±0±
0
±0±
0
±0±
0
10: 3010:30
10' 10"10'10"
1/
1251/125 F8. 0F8.0
G1A 1G1A1
100 -0001100-0001
0.00.0
160 01600
G1A 1G1A1
±0±
0
±0±
0
±0±
0
±0±
0
±0±
0
10: 3010:30
100 -0001100-0001 0m0m 12 3°123° N 36°45 .410'N 36°45.410'
10: 00:0010:00:00
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 123456123456
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 123456123456
W14 0°02.0 00'W140°02.000'
07/ 07/201 407/07/2014
07/ 07/201 407/07/2014
07/ 07/201 407/07/2014
Foto's
Video’s
Pagina 2
AB
histogramweergave
1
Geen infoweergave Enkel de opname wordt weergegeven.
Inleiding
histogram worden getoond. (p.15) Niet beschikbaar tijdens het afspelen van video's.
t Memo
• Het scherm dat is geselecteerd in het scherm voor selectie van het display van de weergave-info, wordt weergegeven in de weergavestand wanneer de camera wordt uitgezet en weer wordt aangezet. Indien [Display weergave-info] ingesteld is op [Uit] bij [Geheugen] in het menu A4, dan verschijnt het [Standaard infoweergave] altijd als eerste
De gemaakte opname en het RGB
wanneer de camera wordt aangezet. (p.87)
14
Gedetailleerde Infoweergave
1 Gemaakte opname 2 Rotatie-informatie (p.74) 3 Opnamestand (p.43) 4 Digitaal filter (p.67)/
HDR-opname (p.68)
5 Verzonden via draadloos
LAN (p.93)
Beveiligingsinstelling (p.88)
6 7 Mapnummer-
bestandsnummer (p.88)
8 Transportstand (p.60) 9 Flitsinstelling (p.52) 10 Flitsbelichtings-
compensatie (p.52)
11 Correctie kleurmoiré (p.78)
100 -0001
1/
200 0
F2. 8
200
+0. 3
100 -0001
1/
200 0
F2. 8
200
+0. 3
Helderheidshistogram
AB
RGB-histogram
12 Sluitertijd 13 Diafragmawaarde 14 Shake Reduction (p.21)/
Movie SR (p.23)
15 Gevoeligheid (p.50) 16 Belichtingscorrectie (p.47) 17 Scherpstellingsmethode
(p.54)
18 Autom. lichtmeting (p.51) 19 Scherpstelgebied
(AF-punt) (p.56)
20 Witbalans (p.62) 21 Fijnafstemming
witbalans (p.63)
22 AA-filtersimulator (p.69) 23 Brandpuntafstand objectief 24 Bestandsindeling (p.42) 25 JPEG-resolutie (p.42)/
Videoresolutie (p.42)
26 JPEG kwaliteitsniveau
(p.42)
27 Kleurruimte (p.28) 28 Hooglichtcorrectie (p.68) 29 Schaduwcorrectie (p.68) 30 Vervormingscorrectie
(p.69)
31 Instelling laterale
chromatische aberratie (p.69)
32 Perifere
verlichtingscorrectie (p.69)
33 Diffractiecorrectie (p.69) 34 Correctie kleurrand (p.82) 35 Instelling Aangepaste
opname (p.65)
36 Parameters aangepaste
opname
37 Opnamedatum en -tijd 38 Tijdsduur van de
opgenomen film
39 Volume 40 Beeldsnelheid (p.42) 41 Hoogte (p.102) 42 Richting van
het objectief (p.102)
43 Geografische
breedte (p.102)
44 Geografische lengte
(p.102)
45 UTC 46 Waarschuwing dat
integriteit van informatie is geschonden
47 Fotograaf (p.92) 48 Copyrighthouder (p.92)
Histogramweergave/RGB-histogramweergave
Gebruik AB om te wisselen tussen de histogramweergave en de RGB-histogramweergave.
134
2
100-0001
1/
2000
F2.8
200
+0.3
6 7 8 9 10
1 Histogram (Helderheid) 2 Schakelen RGB-
histogram/ helderheidshistogram
3 Beveiligingsinstelling 4 Mapnummer-
bestandsnummer
5
1
1/
6 7 8 109
7 Sluitertijd 8 Diafragmawaarde 9 Gevoeligheid 10 Belichtingscorrectie 11 Histogram (R) 12 Histogram (G) 13 Histogram (B)
2000
F2.8
200
3425
100-0001
+0.3
5 RAW-data opslaan 6 Bestandsindeling
1
Inleiding
11
12
13
15

Zoeker

De volgende informatie wordt in de zoeker getoond als deze gebruikt wordt voor het maken van opnamen.
1
Inleiding
4
5 7 8 9
1 AF-kader (p.39) 2 Spotmeetkader (p.51) 3 AF-punt (p.56) 4 Flitsindicatie (p.52) 5 Focusmethode (p.54) 6 Sluitertijd 7 Diafragmawaarde 8 Scherpstelindicatie (p.39) 9 LW-staafgrafiek 10 ISO/ISO AUTO 11 Gevoeligheid (p.50)/
Belichtings­compensatiewaarde
1
61011
3
2
1716151413
12 Belichtingsgeheugen
(p.48)
13 AF-punt wijzigen (p.56) 14 Autom. lichtmeting (p.51) 15 Shake Reduction (p.21) 16 Flitsbelichtings-
compensatie (p.52)
17 Belichtingscorrectie (p.47)/
Belichtingsbracketing (p.62)
18 Bestandsindeling (p.42)
t Memo
• De informatie wordt weergegeven in de zoeker als 0
half ingedrukt wordt, of gedurende de bedrijftijd van de lichtmeter (standaardinstelling: 10 sec.).
• Het voor autofocus gebruikte AF-punt wordt in het rood
getoond (AF-punt weergeven) als 0 half ingedrukt wordt. U kunt dit instellen op [Uit] bij [14 AF-punt weergeven] in het menu E2.
• U kunt de dioptrie instellen
1
12
18
in de zoeker met behulp van de dioptriecorrectieknop. Als het moeilijk is om de dioptriecorrectieknop in te stellen, trek de oogschelp dan omhoog en verwijder deze. Stel de correctieknop in totdat het AF-kader in de zoeker scherp en duidelijk is.
16
Hoe functie-instellingen kunnen
10: 23
99 99 9
99 99 9
Bestandsindeling
07/ 07/ 201 4
Bestandsindeling
Annul.
OK
Gebruik ABCD om een item te selecteren.
Gebruik V om instellingen te wijzigen.
Druk op F om te stoppen met instellen.
Druk op E om het geselecteerde item te bevestigen en terug te gaan naar het bedieningspaneel.
Druk op E voor het maken van gedetailleerde instellingen.
worden gewijzigd
De camerafuncties en de instellingen hiervan kunnen op de volgende manieren worden geselecteerd en gewijzigd.
Richtingsknoppen Druk op ABCD in de standby-stand.
Bedieningspaneel
Menu’s Druk op F.
Druk op G in de standby-stand. (in deze handleiding aangegeven met het pictogram v)

Het bedieningspaneel gebruiken

U kunt vaak gebruikte opnamefuncties instellen. Druk op G in de standby-stand.
Bestandsindeling
07/07/2014
10:23
99999
G
1
Inleiding

De richtingsknoppen gebruiken

A
B
C
D
Gevoeligheid p.50
Witbalans p.62
Flitsinstelling p.52
Transportstand p.60
WXYZ
Bestandsindeling
Annul.
99999
OK
17

De menu's gebruiken

1
2
GPSGPS
2
GPSGPS
1
PE FPEF
Aangepaste opnameAangepaste opname Opname-instell. foto'sOpname-instell. foto's AF-instellingenAF-instellingen Autom. lichtmetingAutom. lichtmeting Digitaal filterDigitaal filter HDR-opnameHDR-opname
EindeEinde
ObjectiefcorrectieObjectiefcorrectie Instellingen D-rangeInstellingen D-range Ruisond. hoge ISO-wrdRuisond. hoge ISO-wrd Ruisond. lange sltrtijdRuisond. lange sltrtijd
EindeEinde
ObjectiefcorrectieObjectiefcorrectie Instellingen D-rangeInstellingen D-range Ruisond. hoge ISO-wrdRuisond. hoge ISO-wrd Ruisond. lange sltrtijdRuisond. lange sltrtijd
Annul.Annul.
OKOK
Aangepaste opnameAangepaste opname Opname-instell. foto'sOpname-instell. foto's AF-instellingenAF-instellingen Autom. lichtmetingAutom. lichtmeting
EindeEinde
Digitaal filterDigitaal filter HDR-opnameHDR-opname
BestandsindelingBestandsindeling JPEG-resolutieJPEG-resolutie
Opname-instell. foto'sOpname-instell. foto's
JPEG kwaliteitsniveauJPEG kwaliteitsniveau RAW-formaatRAW-formaat
Gebruik AB om een item te selecteren.
Druk op F om het menuscherm te verlaten.
Menutabs
Druk op D om het pop-up­menu op te roepen.
Druk op D om het submenu op te roepen.
Druk op E om het geselecteerde item te bevestigen.
Druk op F om het pop-up­menu te annuleren.
Druk op F om terug te gaan naar het vorige scherm.
Gebruik AB om een item te selecteren.
Gebruik V om een andere menutab te selecteren.
De meeste functies worden ingesteld vanuit de menu’s. Functies die kunnen worden ingesteld op het bedieningspaneel, kunnen ook worden ingesteld vanuit de menu’s.
1
Inleiding
18
F
t Memo
• Voor de Pers.instelling-menu’s (E1-4) kunt u in volgorde van de menu’s op de monitor het instellingenscherm van het volgende onderdeel weergeven door aan V te draaien terwijl het submenu van het momenteel geselecteerde onderdeel getoond wordt.
• Druk op F om de eerste tab van de betreffende menu’s weer te geven voor de camera-instellingen op dat moment. Om de laatst geselecteerde menutab als eerste weer te geven, stelt u dit in bij [23 Menulocatie opslaan] in het menu E4
• Instellingen worden naar de standaardwaarde teruggezet met [Reset] in het menu D3. Om alle instellingen van de Pers.instelling­menu’s terug te zetten naar de standaardwaarde, gebruikt u [Reset pers.instellingen] in het menu E4 (Sommige instellingen zijn niet van toepassing.)
1
Inleiding
19

Menulijst

Menu’s Opnamemodus

1
Inleiding
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
Aangepaste opname
Scènemodus
Effectmodus
*1 *4
*2 *4
*3 *4
Bestandsindeling
Opname­instell. foto's
A1
AF­instellingen
Autom. lichtmeting
Digitaal filter
HDR­opname
JPEG-resolutie
JPEG kwaliteitsniveau
RAW-formaat Stelt de RAW-bestandsindeling in. PEF
AF-modus
Actief AF-gebied
AF-hulplicht
*4
HDR-opname
Automatisch uitlijnen Stelt in of de compositie automatisch wordt aangepast. Aan
*4
*4
*4
*4
*4
*4
20
Stelt de afwerking van de opname in met betrekking tot bijvoorbeeld kleur en contrast voordat de opname wordt gemaakt. Selecteert de scènestand die het meest geschikt is voor de situatie. (stand S) Selecteert de speciale effecten die aan foto’s kunnen worden toegevoegd. (stand W)
*4
Stelt de bestandsindeling van opnamen in. JPEG Stelt de opnamegrootte in van opnamen die worden opgeslagen in de JPEG-indeling.
Stelt de kwaliteit in van opnamen die worden
*4
opgeslagen in de JPEG-indeling.
Selecteert de methode voor automatische scherpstelling als opnamen worden gemaakt met de zoeker. Selecteert het gebied waarin scherp wordt gesteld
*4
als opnamen worden gemaakt met de zoeker. Stelt in of het hulplicht moet worden gebruikt tijdens automatische scherpstelling op donkere locaties. Selecteert het gedeelte van de sensor dat moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting. Past een digitaal filtereffect toe bij het maken van opnamen. Stelt het type opnemen met hoog dynamisch bereik in. Uit
Stelt de hoeveelheid in voor wijziging van de belichting. ±2 LW
Helder p.65
Portret p.43
Kleurvervaging p.45
q
m
z
Auto (11 AF-
punten)
Aan p.55
Meervlaks p.51
Geen filter p.67
p.42
p.55
p.56
p.68Bracketwaarde
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
Vermindert vervormingen en chromatische aberraties
Objectief­correctie
A2
Instellingen D-range
Ruisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. lange sltrtijd
GPS
Live weergave
A3
AA-filtersimulator
Shake Reduction
Vervormingscorrectie
Aanp. Lat. Chr. Abb.
Perifere verlicht. corr.
Diffractiecorrectie
Hooglichtcorrectie
Schaduwcorrectie
*4
*4
*4
die optreden als gevolg van objectiefeigenschappen. Vermindert laterale chromatische aberraties die
*4
optreden als gevolg van objectiefeigenschappen. Vermindert perifere lichtvermindering die optreedt
*4
als gevolg van objectiefeigenschappen. Corrigeert wazigheid die wordt veroorzaakt door
*4
diffractie bij gebruik van een kleine diafragmaopening. Breidt het dynamisch bereik uit en voorkomt
*4
overbelichte gebieden. Breidt het dynamisch bereik uit en voorkomt
*4
onderbelichte gebieden. Selecteert de ruisonderdrukkingsinstelling voor het maken van opnamen met een hoge ISO-gevoeligheid. Selecteert de ruisonderdrukkingsinstelling voor het maken van opnamen met een lage sluitertijd. Stelt de camerawerking in voor wanneer de optionele GPS-unit op de camera wordt gebruikt.
Contrast-AF
*4
Scherpe contouren
Stelt de AF-modus in voor het maken van opnamen met Live weergave. Benadrukt de omtrek van het onderwerp waarop
*4
u scherpstelt en maakt het gemakkelijker om de scherpstelling te controleren.
Rasterweergave Toont het raster tijdens Live weergave. Uit
Histogramweergave Toont het histogram tijdens Live weergave. Uit
Overbelichting
*4
*4
Stelt in dat overbelichte gebieden in rood knipperen tijdens Live weergave. Toepassen van de lage filtereffecten gedurende het mechanisme voor Shake Reduction. Activeert de functie Shake Reduction. Aan
Uit
Aan
p.69
Uit
Aan
Auto
p.68
Auto
Auto p.51
Auto p.47
–p.102
Gezichtsherkenning p.57
Uit p.58
p.11
Uit
Uit p.69
Stelt de brandpuntsafstand in bij het gebruik van
Inv brandp afstand
een objectief dat niet automatisch objectiefinformatie
35mm p.99
kan doorgeven.
1
Inleiding
21
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
1
Inleiding
Moment­controle
A4
Knoppen aanpassen
Geheugen
*1 De functie verschijnt in andere standen dan S of W. *2 De functie verschijnt in de stand S. *3 De functie verschijnt in de stand W. *4 De functies kunnen ook worden ing esteld met het bedieningspaneel.
Weergavetijd Stelt de weergavetijd in voor Momentcontrole. 1sec
Momentcontr. vergrot.
RAW-data opslaan
Wissen
Histogramweergave Toont het histogram tijdens Momentcontrole. Uit
Overbelichting
AF/AE-L-knop Stelt de functie in voor wanneer f wordt ingedrukt. AF1 inschakelen
AF/AE-L-knop (film)
Groene knop Stelt de functie in voor wanneer M wordt ingedrukt. Groene knop
Instelling e-knoppen
Stelt in of tijdens Momentcontrole de opname wordt vergroot. Stelt in of tijdens Momentcontrole de RAW-gegevens worden opgeslagen. Stelt in of tijdens Momentcontrole de weergegeven opname kan worden verwijderd.
Stelt in dat overbelichte gebieden in rood knipperen tijdens Momentcontrole.
Stelt de functie in voor wanneer f wordt ingedrukt in de stand C.
Keert de richting van de rotatie om voor wanneer de waarde wordt vergroot als aan V wordt gedraaid.
Bepaalt welke instellingen moeten worden opgeslagen wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Aan
Aan
Aan
Uit
AF1 inschakelen
Naar rechts roteren
Aan voor andere
instellingen dan Digitaal filter, HDR­opname en Display
van opname-info
p.39
p.83
p.87
22

Videomenu

Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
Opname-instell. films
Niveau opnamegeluid
C1
Digitaal filter
Movie SR
*1 De functies kunnen ook worden ing esteld met het bedieningspaneel.
*1
*1
Stelt de opnameresolutie en de beeldsnelheid van de film in. u/30p p.42
Stelt het Niveau opnamegeluid en het volumeniveau
*1
*1
voor het maken van opnamen in.
Past een digitaal filtereffect toe bij het maken van een film. Geen filter p.67
Activeert de functie Video Shake Reduction. Aan
Auto p.49

Menu Weergeven

Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
Dia­voorstelling
Snel zoomen
B1
Overbelichting
Auto opnamerotatie
Alle beelden beveiligen Beveiligt alle opgeslagen opnamen in één keer. Alle opnamen verwijderen Verwijdert alle opgeslagen opnamen in één keer.
Weergaveduur Stelt een interval voor weergave van opnamen in. 3sec
Schermeffect
Weergeven herhalen
Autom. video afspelen
Stelt een overgangseffect in van de ene naar de andere opname.
Start opnieuw de diavoorstelling vanaf het begin nadat de laatste opname is weergegeven.
Speelt films af tijdens de diavoorstelling. Aan
Bepaalt de aanvankelijke vergroting wanneer u opnamen vergroot. Stelt in dat overbelichte gedeelten in rood knipperen in de standaard infoweergave of histogramweergave tijdens de weergavestand. Roteert opnamen die zijn gemaakt terwijl de camera verticaal werd gehouden of waarvan de rotatie-informatie is gewijzigd.
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan p.74
p.73
1
Inleiding
23

Instellen-menu’s

Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
1
Inleiding
Language/W Wijzigt de taal. English p.36
Datum instellen Stelt de datum en tijd en de weergavenotatie in. 01/01/2014 p.37
Wereldtijd
Tekstformaat
D1
Geluidseffecten
LCD-display
Instell. LCD-display
Hulpdisplay
Weerg. kleur
Schakelt tussen de datum- en tijdweergave van uw woonplaats en die van een opgegeven stad.
Stelt in of de tekstgrootte wordt vergroot als een menu­item wordt geselecteerd.
Schakelt het bedieningsgeluid in/uit en wijzigt het volume voor In-focus, AE-L, Zelfontspanner, Afstandsbediening, AF-punt wijzigen, en 1x voor bestandsformaat.
Stelt in of de indicatoren worden weergegeven wanneer de opnamestand wordt gewijzigd.
Stelt de weergavekleur in van het statusscherm, het bedieningspaneel en de menucursor.
Stelt de helderheid, de verzadiging en de kleur van de monitor in.
Thuistijd p.87
Stand. p.36
Volume 3/
Alles ingeschakeld
Aan p.39
1p.12
0–
24
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
USB-aansluiting
HDMI uit
Mapnaam
Nieuwe map maken Maakt een nieuwe map aan op de geheugenkaart. p.90
Bestandsnaam
D2
Opeenvolg.
Bestands­nummer
Copyrightinformatie
nummering
Herstel bestandsnr.
Stelt de USB-aansluitingsstand in bij aansluiting van de camera op een computer.
Stelt het uitgangssignaal in bij aansluiting op een audiovisueel apparaat met een HDMI-ingang.
Stelt de mapnaam in waarin de opnamen worden opgeslagen.
Stelt de bestandsnaam in die wordt toegewezen aan een opname.
Stelt in of er verder gegaan moet worden met vervolgnummering voor de bestandsnaam wanneer een nieuwe map aangemaakt is.
Stelt de instelling voor de bestandsnummering terug, en keert terug naar 0001 telkens wanneer een nieuwe map wordt aangemaakt.
Stelt in of informatie over de fotograaf en copyright wordt ingesloten in de Exif-gegevens.
MSC p.76
Auto p.75
Dat, p.88
IMGP/_IMG p.90
Aan
p.91
Uit p.92
1
Inleiding
25
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
Vermindert de schermflikkering door de vermogensfrequentie in te stellen.
Stelt de tijd in waarna de camera automatisch wordt uitgeschakeld als binnen die tijd geen bedieningshandelingen worden verricht.
Laat het lampje van de hoofdschakelaar, het lampje van de functiekiezer, het E-lampje en de greeplampjes branden wanneer de camera wordt aangezet.
Laat de greeplampjes branden tijdens het aftellen voor het maken van opnamen met de zelfontspanner.
Laat de greeplampjes branden wanneer opnamen worden gemaakt met een afstandsbediening.
Stelt in welke camera-actie wordt uitgevoerd voor wanneer een Eye-Fi-kaart of Flucard wordt gebruikt.
Stelt de instellingen terug van de richtingsknoppen en voor de items van het menu A, het menu C, het menu B, het menu D, het bedieningspaneel, en het weergavepalet.
Brengt defecte pixels van de CMOS-sensor in kaart en corrigeert deze.
Zet de spiegel vast in de omhoog geklapte stand om de CMOS-sensor te kunnen reinigen met een blaasbalgje.
Toont de firmwareversie van de camera. U kunt de huidige firmwareversie controleren voordat een update wordt uitgevoerd.
50Hz
1min p.36
Sterk
Aan
Aan
–p.93
––
–p.104
–p.104
––
1
Inleiding
Flikkerreductie
Auto Uitsch.
Overige indicatielamp.
Indicatie-
D3
lampjes
Draadloze geh.kaart
Reset
Pixeluitlijning
Sensor stofvrij maken Reinigt de CMOS-sensor door deze te schudden. Uit p.104
Sensor reinigen
D4
Formatteren Formatteert een geheugenkaart. p.38
Info/opties firmware
Zelfontspanner
Afstands­bediening
26
p.10

Pers.instelling-menu’s

Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
1 LW-stappen Stelt de aanpassingsstappen in voor de belichting. 1/3 LW Stap p.47
2 Gevoeligheidsstappen
3 Bedrijftijd lichtmtr Stelt de bedrijfstijd van de lichtmeter in. 10sec
4 AE-L met AF lock
E1
5 Kopp. AE en AF-punt
6 Auto LW-correctie
7 Opties Bulb (B)-modus
8 Volgorde bracketing
9 Bracketing-in-één
10 Instellingsbereik witbalans
E2
11 WB bij flitsen
12 AWB bij lamplicht
13 Kleurtemperatuurstappen Stelt de aanpassingsstappen in voor de kleurtemperatuur. Kelvin p.64
14 AF-punt weergeven
Stelt de aanpassingsstappen in voor de ISO­gevoeligheid.
Stelt in of de belichtingswaarde wordt vergrendeld wanneer er is scherp gesteld.
Stelt in of de belichtingswaarde en het AF-punt in het scherpstelgebied gekoppeld moeten worden.
Stelt in of de belichting automatisch moet worden gecorrigeerd als een juiste belichting niet kan worden vastgesteld.
Bepaalt de camerahandeling wanneer u op 0 drukt in de stand M.
Stelt de volgorde in voor het maken van opnamen met Belichtingsbracketing. Stelt in of bij gebruik van Belichtingsbracketing alle beelden moeten worden gemaakt bij één keer ontspannen. Stelt in of automatische fijnafstemming van de witbalans moet worden uitgevoerd als de lichtbron wordt gespecificeerd voor de witbalansinstelling. Stelt de witbalansinstelling in voor wanneer een flitser wordt gebruikt. Stelt de kleurtoon van lamplicht in voor wanneer de witbalans wordt ingesteld op [Automatische witbalans].
Stelt in of het actieve AF-punt in de zoeker rood wordt weergegeven.
Stappen van 1 LW p.50
Uit
Uit p.51
Uit
Type 1
0 - + p.62
Uit p.62
Vast p.63
Automatische
witbalans
Krachtige correctie p.63
Aan p.16
p.63
1
Inleiding
27
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
15 AF.S-instelling
1
Inleiding
28
16 Actie 1e beeldje bij AF.C
17 Actie bij AF.C Continu
E3
18 AF-status vasthouden
19 AF met afstandsbediening
20 Ontspant bij opladen
21 Kleurruimte Stelt de te gebruiken kleurruimte in. sRGB
22 Rotatie-info opslaan
23 Menulocatie opslaan
24 Catch-in focus
E4
25 AF-aanpassing
26 Diafragmaring gebruiken
Reset pers.instellingen
Stelt in wat de prioriteit van acties is voor wanneer de scherpstelstand ingesteld is op x en 0 volledig wordt ingedrukt. Stelt in wat de prioriteit van acties is voor het eerste beeldje wanneer de scherpstelstand ingesteld is op y en 0 volledig wordt ingedrukt.
Stelt de prioriteit van acties in voor Continuopname voor wanneer de scherpstelstand ingesteld is op y. Stelt in of de scherpstelling gedurende een bepaalde tijd behouden blijft als het onderwerp uit het geselecteerde scherpstelgebied verdwijnt nadat er scherp gesteld is. Bepaalt of autofocus moet worden gebruikt wanneer u opnamen maakt met een afstandsbediening. Stelt in of de sluiter al dan niet kan worden ontspannen terwijl de ingebouwde flitser opgeladen wordt.
Stelt in of bij het maken van opnamen de rotatie­informatie moet worden opgeslagen. Slaat de tab op die als laatste werd weergegeven op de monitor en toont deze opnieuw als de volgende keer op F wordt gedrukt. Stelt in of Catch-In Focus opnamen mogelijk zijn wanneer een handmatig scherpstelobjectief aangesloten is. De sluiter wordt automatisch ontspannen als er scherp gesteld is op het onderwerp. Maakt fijnafstelling van uw objectieven met het autofocussysteem van de camera mogelijk. Bepaalt of de ontspanner kan ontspannen wanneer de diafragmaring ingesteld is op een andere positie dan 9 (Auto). Zet alle instellingen van de Pers.instelling-menu’s terug naar de standaardinstelling.
Scherpstellings-
voorkeuze
Sluitervoorkeuze p.55
Scherpstellings-
voorkeuze
Aan p.74
Menulocatie
resetten
Deactiveren p.100
p.55
p.55
Uit p.55
Uit p.61
Uit p.53
p.19
Uit
Uit p.59
––
Loading...
+ 100 hidden pages