Pentax K-R User Manual [nl]

Page 1
K-r_cover_dut.fm Page 1 Thursday, September 23, 2010 4:02 PM
HOYA CORPORATION PENTAX Imaging Systems Division
2-36-9, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN (http://www.pentax.jp)
Digitale spiegelreflexcamera
(European Headquarters) 112 Quai de Bezons - BP 204,
95106 Argenteuil Cedex, FRANCE (HQ - http://www.pentaxeurope.com) (France - http://www.pentax.fr )
PENTAX Imaging Systems GmbH
Julius-Vosseler-Strasse, 104, 22527 Hamburg, GERMANY (http://www.pentax.de )
PENTAX Imaging Systems Limited
PENTAX House, Heron Drive, Langley, Slough, Berks SL3 8PN, U.K. (http://www.pentax.co.uk)
PENTAX Imaging Company A Division of PENTAX of America, Inc.
(Headquarters) 600 12th Street, Suite 300 Golden, Colorado 80401, U.S.A. (PENTAX Service Department) 250 North 54th Street Chandler, AZ 85226, U.S.A. (http://www.pentaximaging.com)
PENTAX Canada Inc. 1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7, CANADA
(http://www.pentax.ca)
PENTAX Trading (SHANGHAI) Limited
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road, Xu Hui District, Shanghai, 200032 CHINA (http://www.pentax.com.cn)
Bedieningshandleiding
Bedieningshandleiding
• De specificaties en de afmetingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
OPKR00105/DUT Copyright © HOYA CORPORATION 2010
FOM 01.09.2010 Printed in Europe
Lees de bedieningshandleiding door voordat u de camera in gebruik neemt. Dat garandeert een optimale prestatie.
Page 2
K-r_OPM_DUT.book Page 0 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Bedankt dat u hebt gekozen voor deze PENTAX W Digital Camera. Lees deze handleiding vóór gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar deze handleiding daarom op een veilige plaats.
Geschikte objectieven
Op deze camera kan in het algemeen gebruik worden gemaakt van DA-, DA L-, D FA-en FA J-objectieven en objectieven met een positie s (Auto) op de diafragmaring. Zie p.59 en p.323 als u andere objectieven en accessoires wilt gebruiken.
Auteursrechten
Opnamen die zijn gemaakt met de W en voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient u rekening te houden.
Handelsmerken
PENTAX, W en smc PENTAX zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION. PENTAX Digital Camera Utility en SDM zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows Vista is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Het SDHC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Dit product maakt gebruik van DNG-technologie onder licentie van Adobe Systems Incorporated.
Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. De handelsmerken IrSimple™ en IrSST™ zijn het eigendom van de Infrared Data Association
®
. Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. De aanduidingen TM of ® worden in deze handleiding echter niet in alle gevallen gebruikt.
Dit apparaat ondersteunt PRINT Image Matching III. Wanneer digitale fototoestellen, printers en software worden gebruikt die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen beelden worden gemaakt die beter overeenstemmen met hetgeen de fotograaf wil bereiken. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die niet compatibel zijn met PRINT Image Matching III. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Page 3
K-r_OPM_DUT.book Page 1 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Aan de gebruikers van deze camera
• Gebruik deze camera niet in de buurt van apparatuur die krachtige magnetische
velden of straling genereert. Krachtige statische ontladingen of het magnetisch veld dat wordt gegenereerd door apparatuur zoals radiozenders kunnen de werking van de monitor storen, opgeslagen gegevens beschadigen, of gevolgen hebben voor de elektronica in de camera en een goed functioneren verstoren.
• Het paneel met vloeibare kristallen in de monitor is gemaakt met behulp van extreem
hoge-precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
• De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze handleiding kunnen
afwijken van die van het feitelijke product.
• In deze handleiding wordt de algemene term “computer(s)” gebruikt voor zowel
Windows-pc’s als Macintosh-computers.
• In de camera kan gebruik worden gemaakt van de batterij D-LI109 of de optionele
batterijhouder D-BH109 met vier AA-batterijen. In deze handleiding wordt hierna met de term “batterij” zowel de D-LI109 als de D-BH109 bedoeld. In deze handleiding heeft de algemene term “batterij(en)” betrekking op elk type batterij dat met deze camera en accessoires wordt gebruikt, behalve wat hierboven is beschreven.
Voor een veilig gebruik van de camera
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
1
Waarschuwing
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze
Pas op
waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
Over de camera
Waarschuwing
• Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat
onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat.
• Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de camera
valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
Page 4
K-r_OPM_DUT.book Page 2 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
2
• Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera als daar een teleobjectief op is
gemonteerd, omdat uw ogen bij blootstelling aan direct zonlicht beschadiging kunnen oplopen. Kijk niet recht in de zon door een teleobjectief, aangezien dit kan leiden tot blindheid.
• Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een vreemde
geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Leg uw vingers niet over de flitser wanneer u deze gebruikt. U loopt dan gevaar
op brandwonden.
• Dek de flitser niet af met kleding wanneer u deze gebruikt. Er bestaat een risico
van verkleuring.
• Verzend gegevens niet via infraroodtransmissie terwijl u de infraroodpoort van
de camera naar de ogen van een persoon gericht houdt. Als u dat wel doet, kan de persoon oogletsel of ander letsel oplopen.
• Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als dergelijke
onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Mocht de monitor beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes. Vermijd ook elk
contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
• Afhankelijk van individuele gevoeligheden en uw fysieke conditie kan het gebruik
van de camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken. Als zich in die zin iets bijzonders voordoet, mag u de camera niet langer gebruiken en dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
Over de batterijlader en de netvoedingsadapter
Waarschuwing
• Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader
en netvoeding met het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van een batterijlader en netvoedingsadapter met andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, of gebruik van de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader en netvoeding met een niet juist gespecificeerd vermogen of spanning kan brand, elektrische schokken of schade aan de camera veroorzaken. De voorgeschreven spanning is 100- 240 V wisselstroom.
• Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan resulteren in brand
of een elektrische schok.
• Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval van welke
andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de camera te gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van het product kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met een
PENTAX Service Center. Verder gebruik van het product kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Als het tijdens het gebruik van de batterijlader of de netvoedingsadapter gaat
onweren, haal het netsnoer dan uit het stopcontact en gebruik het product niet verder. Als u het product toch verder gebruikt, kan dit resulteren in beschadiging van de apparatuur, brand of een elektrische schok.
Page 5
K-r_OPM_DUT.book Page 3 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
• Veeg de stekker van het netsnoer schoon als deze met stof bedekt is. Opgehoopt stof
kan brand veroorzaken.
• Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/
UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMA­configuratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig stroomsnoer.
Pas op
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en buig het netsnoer niet overmatig.
Het snoer kan daardoor beschadigd raken. Neem contact op met een servicecentrum van PENTAX als het snoer beschadigd is.
• Raak de aansluiting voor netsnoer niet aan als het netsnoer is aangesloten en vermijd
kortsluiting.
• Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact. Dit kan resulteren
in een elektrische schok.
• Laat de camera niet vallen en stel haar ook niet bloot aan hevige schokken. Dat kan
ertoe leiden dat de camera defect raakt.
• Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI109. Het opladen van andere batterijen kan oververhitting, explosies of schade aan de batterijlader veroorzaken.
Over de oplaadbare lithium-ionbatterij
Waarschuwing
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen, wrijf
ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
3
Pas op
• Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik van andere
batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
• Demonteer de batterij nooit. Het demonteren van batterijen kan leiden tot een
explosie of lekkage.
• Pas op dat u zichzelf niet verbrandt bij het verwijderen van de batterij. Sommige delen
van de camera worden tijdens het gebruik heet.
• Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt van de plus-
en minpolen van de batterij.
• Sluit de batterij nooit kort en stel deze niet bloot aan vuur. De batterij kan exploderen
of vlam vatten.
• Mocht lekkend materiaal van de batterij in contact komen met uw huid of kleding, dan
kan de huid geïrriteerd raken. Was de betroffen gebieden grondig schoon met water.
• Batterijgebruik D-LI109
GEBRUIK ALLEEN DE AANGEGEVEN BATTERIJOPLADER.
- NIET VERBRANDEN.
-NIET DEMONTEREN.
- NIET KORTSLUITEN.
- NIET BLOOTSTELLEN AAN HOGE TEMPERATUREN (60°C).
Page 6
K-r_OPM_DUT.book Page 4 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
4
Over het gebruik van AA-batterijen
Waarschuwing
• Mocht het lekkende materiaal van de batterijen in contact komen met uw ogen, wrijf
ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
Pas op
• Bij gebruik van de optionele AA-batterijhouder D-BH109 kan gebruik worden gemaakt
van vier AA-alkalinebatterijen, AA-lithiumbatterijen of AA Ni-MH-batterijen. Gebruik geen ander type batterij dan het hier genoemde. Gebruik van een ander type batterij kan tot gevolg hebben dat de camera slecht functioneert, batterijen exploderen of brand wordt veroorzaakt.
• AA-alkalinebatterijen en AA-lithiumbatterijen kunt u niet opladen. Demonteer
de batterijen niet. Als u probeert niet-oplaadbare batterijen op te laden of de batterijen te demonteren, kan dit een explosie of lekkage tot gevolg hebben.
• De batterijen dienen correct te worden geplaatst volgens de poolaanduidingen (+ en –)
op de batterijen. Onjuiste plaatsing van de batterijen kan een explosie of brand veroorzaken.
• Combineer bij vervanging van de batterijen geen batterijen van verschillende merken,
types of capaciteiten. Combineer ook geen oude batterijen met nieuwe. Hierdoor kunnen de batterijen exploderen of brand veroorzaken.
• Probeer nooit de batterijen kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen. Demonteer
de batterijen nooit. De batterijen kunnen exploderen of vlam vatten.
• Laad geen andere batterijen op dan oplaadbare Ni-MH-batterijen. Andere batterijen
kunnen exploderen of vlam vatten. U kunt geen andere AA-batterijen opladen dan de Ni-MH-batterijen die in deze camera kunnen worden gebruikt.
• Als het lekkende materiaal van de batterijen in contact komt met uw huid of kleding,
kan de huid geïrriteerd raken. Was in dat geval de betreffende gebieden grondig schoon met water.
• Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit
de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
Houd de camera en accessoires altijd buiten bereik van kleine kinderen.
Waarschuwing
• Bewaar de camera en accessoires niet binnen bereik van kleine kinderen.
1. Als het product valt of per ongeluk wordt bediend, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
2. Als de riem om de nek wordt gewikkeld, kan dit leiden tot verstikking.
3. Houd kleine accessoires, zoals SD-geheugenkaarten of batterijen, buiten bereik van kleine kinderen om te voorkomen dat deze accessoires per ongeluk worden ingeslikt. Mocht dit toch gebeuren, roep dan onmiddellijk de hulp van een arts in.
Page 7
K-r_OPM_DUT.book Page 5 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Aandachtspunten tijdens het gebruik
Voor u de camera gaat gebruiken
• Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, controleer dan of alles nog goed werkt, vooral als u belangrijke opnamen wilt maken (bijvoorbeeld bij een huwelijk of op reis). Als uw camera of opnamemedium (SD-geheugenkaart) een defect vertoont, kunt u er niet zeker van zijn dat beelden correct worden opgenomen of afgespeeld of ongeschonden naar een computer worden gekopieerd.
Over de batterij en de batterijlader
• Als de batterij volledig opgeladen wordt weggeborgen, kan dat tot verlies van prestaties leiden. Vermijd met name opslag bij hoge temperaturen.
• Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een batterij is geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat van de levensduur.
• Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik, of op de dag van gebruik zelf op te laden.
• Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden gebruikt voor de batterijlader D-BC109. Gebruik het netsnoer niet voor andere apparaten.
5
Voorzorgsmaatregelen voor het dragen en gebruiken van de camera
• Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Laat de camera niet achter in een voertuig, omdat met name in auto’s de temperatuur zeer hoog kan oplopen.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik een kussen om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor, auto of schip.
• Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0° tot 40°C (32°F tot 104°F).
• Het scherm kan bij hoge temperaturen zwart worden, maar werkt weer normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van het scherm kan traag worden bij lage temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect.
• Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming aan de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de draagtas of een plastic zak en haal hem er pas uit als het temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal is geworden.
• Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten, aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels op de camera komen, veeg deze dan weg.
• Druk niet met kracht op het scherm. Het risico bestaat dat het scherm hierdoor gaat barsten of niet meer naar behoren functioneert.
• Draai de bevestigingsbout niet te vast aan wanneer u de camera op een statief plaatst.
Page 8
K-r_OPM_DUT.book Page 6 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
6
De camera schoonmaken
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner, alcohol of wasbenzine.
• Verwijder stof dat zich op het objectief of de zoeker heeft verzameld met een lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief hierdoor beschadigd kan raken.
• Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele reiniging van de CMOS-sensor (hieraan zijn kosten verbonden).
De camera opbergen
• Berg de camera niet op in de nabijheid van conserveermiddelen of chemicaliën. Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een droge en goed geventileerde plaats op.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties van het product op peil te houden.
• Zie “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.56) voor meer informatie over de SD-geheugenkaart.
• Als u gegevens wist die zijn opgeslagen op een SD-geheugenkaart, of een SD-geheugenkaart formatteert, dan worden de originele gegevens niet volledig verwijderd. U dient zich hiervan bewust te zijn. Er is in de handel software verkrijgbaar waarmee anderen de door u gewiste, wellicht privacygevoelige, bestanden kunnen terughalen.
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde cd-rom of op de website van PENTAX. Zie p.311 voor bijzonderheden. Bij voorbaat dank voor uw medewerking.
Page 9
K-r_OPM_DUT.book Page 7 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
MEMO
7
Page 10
K-r_OPM_DUT.book Page 8 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
8
Inhoudstafel
Voor een veilig gebruik van de camera................................................ 1
Aandachtspunten tijdens het gebruik................................................... 5
Inhoudstafel ......................................................................................... 8
Samenstelling van de handleiding ..................................................... 15
Voordat u de camera gaat gebruiken 17
Kenmerken van de W-camera ...............................................18
De inhoud van het pakket controleren .......................................21
Namen en functies van de onderdelen .......................................22
Opnamestand .................................................................................... 23
Weergavestand.................................................................................. 25
Weergave van indicaties ..............................................................27
Monitor ............................................................................................... 27
Zoeker................................................................................................ 36
Functie-instellingen wijzigen.......................................................38
Richtingsknoppen gebruiken.............................................................. 38
Het bedieningspaneel gebruiken ....................................................... 39
De menu’s gebruiken......................................................................... 40
Voorbereidingen 43
Draagriem bevestigen ..................................................................44
De batterij plaatsen ......................................................................45
De lithium-ionbatterij gebruiken ......................................................... 45
Gebruik van de AA-batterijen............................................................. 48
Indicatie batterijniveau ....................................................................... 51
Geschatte opslagcapaciteit en weergavetijd (batterij volledig
opgeladen/nieuwe AA-batterijen)....................................................... 52
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel) ................................ 53
Een SD-geheugenkaart plaatsen/verwijderen............................55
Opnameresolutie en Kwaliteitsniveau................................................ 57
Een objectief aansluiten ..............................................................59
De zoekerdioptrie corrigeren.......................................................61
De camera aan- en uitzetten ........................................................62
Basisinstellingen ..........................................................................63
De weergavetaal instellen.................................................................. 63
Datum en tijd instellen........................................................................ 67
Page 11
K-r_OPM_DUT.book Page 9 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Basisbediening 69
Basishandelingen bij opnamen...................................................70
De camera vasthouden...................................................................... 70
De camera de optimale instellingen laten bepalen ............................ 71
Werken met een zoomobjectief ...................................................76
Gebruik van de ingebouwde flitser.............................................77
De flitsfunctie instellen ....................................................................... 78
Corrigeren van de flitsintensiteit......................................................... 84
Opnamen weergeven ...................................................................85
Opnamen weergeven......................................................................... 85
Eén enkele opname wissen ............................................................... 86
Opnamefuncties 89
Werken met de opnamefuncties .................................................90
Items instellen met richtingsknoppen................................................. 90
Onderdelen van het menu Opnamemodus........................................ 91
Onderdelen van het menu Persoonlijke instelling.............................. 93
De juiste opnamestand kiezen ....................................................95
Picture-standen.................................................................................. 96
H-standen....................................................................................... 97
Opnamefuncties................................................................................. 99
Belichting instellen.....................................................................100
Effect van diafragma en sluitertijd.................................................... 100
Gevoeligheid instellen...................................................................... 102
Beeldruis reduceren (Ruisreductie) ................................................. 104
De belichtingsfunctie wijzigen .......................................................... 107
De lichtmeetmethode selecteren ..................................................... 118
Belichting corrigeren ........................................................................ 121
De belichting vergrendelen voordat de opname wordt gemaakt
(Belichtingsgeheugen) ..................................................................... 125
Scherp stellen .............................................................................127
Autofocus gebruiken ........................................................................ 127
De AF-modus instellen..................................................................... 130
AF-aanpassing................................................................................. 132
Het scherpstelgebied selecteren (AF-punt) ..................................... 134
De scherpstelling vergrendelen (Scherpstelling vergrendelen) ....... 137
Handmatig scherpstelling wijzigen (Handmatig scherp stellen)....... 139
Compositie, belichting en scherpstelling controleren
vóór de opname (Voorbeeld).....................................................142
De Voorbeeld-functie toewijzen aan de knop Snelinstelling ............ 142
Optisch voorbeeld weergeven ......................................................... 144
Digitaal voorbeeld weergeven.......................................................... 145
9
Page 12
K-r_OPM_DUT.book Page 10 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
10
De functie Shake Reduction gebruiken om camerabewegingen
te verminderen............................................................................146
Foto’s maken met de functie Shake Reduction ............................... 146
Opnamen maken met de zelfontspanner......................................... 150
Opnamen maken met de afstandsbediening (Optioneel) ................ 152
Continuopnamen maken............................................................155
Continuopname................................................................................ 155
Intervalopnamen .............................................................................. 157
Dubbelopnamen............................................................................... 159
Opnamen maken met digitale filters.........................................162
Opnamen maken met Live weergave........................................166
Live weergave instellen.................................................................... 167
Foto’s maken ................................................................................... 169
Video-opnamen maken ..............................................................172
De video-instellingen wijzigen.......................................................... 172
Video opnemen................................................................................ 174
Video weergeven ............................................................................. 176
Video-opnamen bewerken ............................................................... 178
De flitser gebruiken 181
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie .......................182
De lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken ................................... 182
2e sluitergordijn-synchronisatie gebruiken....................................... 184
Afstand en diafragma bij gebruik
van de ingebouwde flitser .........................................................186
Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser ...............188
Gebruik van een externe flitser (optioneel)..............................189
Gebruik van de functie Automatisch P-DDL-flitsen.......................... 190
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie ........................................ 191
Draadloos flitsen .............................................................................. 192
Een externe flitser aansluiten met het verlengsnoer........................ 196
Meerdere flitsers met verlengsnoeren ............................................. 197
Flitsen met contrastregelingssynchronisatie .................................... 198
Opname-instellingen 199
Een bestandsindeling instellen .................................................200
JPEG-opnameresolutie instellen...................................................... 200
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen ................................................ 201
De bestandsindeling instellen .......................................................... 202
De functie van de knop Snelinstelling selecteren ...................205
De witbalans instellen ................................................................208
Witbalans handmatig aanpassen..................................................... 211
Fijnafstemming van de witbalans..................................................... 213
De kleurruimte instellen ................................................................... 214
Page 13
K-r_OPM_DUT.book Page 11 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Opnamen corrigeren ..................................................................215
De helderheid aanpassen ................................................................ 215
Objectiefcorrectie............................................................................. 219
De afwerking van de opname instellen ....................................221
Aangepaste opname instellen.......................................................... 221
Cross-processing instellen............................................................... 224
Weergavefuncties 227
Bediening van weergavefuncties ..............................................228
Items van het weergavepalet ........................................................... 228
Items van het menu Weergeven ...................................................... 229
De weergavemethode instellen .................................................231
Opnamen vergroten ...................................................................233
Weergave van meerdere opnamen ...........................................234
Scherm voor weergave van meerdere opnamen............................. 234
Opnamen weergeven aan de hand van de mapnaam..................... 235
Opnamen weergeven op basis van opnamedatum
(Kalenderweergave)......................................................................... 236
Opnamen vergelijken....................................................................... 238
Opnamen samenvoegen (Index) ..................................................... 239
Opnamen continu weergeven ...................................................242
Diavoorstelling instellen ................................................................... 242
De diavoorstelling starten ................................................................ 243
Opnamen roteren........................................................................245
Meerdere opnamen wissen........................................................246
Geselecteerde opnamen wissen...................................................... 246
Een map wissen............................................................................... 247
Alle opnamen wissen....................................................................... 249
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen) .....................250
Eén opname beveiligen ................................................................... 250
Alle opnamen beveiligen.................................................................. 251
De camera aansluiten op een audiovisueel apparaat .............252
Opnamegegevens uitwisselen met andere apparaten............254
Opnamegegevens verzenden en ontvangen
via infraroodtransmissie ................................................................... 254
Een duelspel spelen met gebruik van uw opnamen
(Opnamen vergelijken)..................................................................... 257
11
Opnamen verwerken 259
Het opnameformaat wijzigen.....................................................260
De opnameresolutie en het kwaliteitsniveau wijzigen (Resize) ....... 260
Uitsneden maken (Cropping) ........................................................... 262
Page 14
K-r_OPM_DUT.book Page 12 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
12
Opnamen bewerken met digitale filters....................................264
Het digitale filter toepassen.............................................................. 266
Filtereffecten kopiëren ..................................................................... 268
Zoeken naar de oorspronkelijke opname......................................... 269
RAW-opnamen ontwikkelen ......................................................270
Eén RAW-opname ontwikkelen ....................................................... 270
Meerdere RAW-opnamen ontwikkelen ............................................ 271
Parameters opgeven........................................................................ 273
Andere instellingen wijzigen 275
Werken met het menu Set-up ....................................................276
Items van het menu Set-up.............................................................. 276
Een SD-geheugenkaart formatteren .........................................278
Instellingen opgeven voor het geluidssignaal, de datum
en tijd en de weergavetaal .........................................................279
Het geluidssignaal instellen ............................................................. 279
De datum- en tijdweergave wijzigen ................................................ 280
Wereldtijd instellen........................................................................... 280
De weergavetaal instellen................................................................ 283
Weergave van monitor en menu’s aanpassen.........................284
Het tekstformaat instellen ................................................................ 284
De tijd voor weergave van het hulpdisplay instellen ........................ 284
Instellen welke menutab als eerste wordt weergegeven ................. 285
De statusschermweergave instellen ................................................ 286
De weergave voor Momentcontrole instellen................................... 286
De helderheid van de monitor aanpassen ....................................... 287
De kleur van de monitor aanpassen ................................................ 288
Map/bestandsnummer instellen ................................................289
De mapnaaminstelling wijzigen........................................................ 289
Nieuwe mappen aanmaken ............................................................. 289
Bestandsnummer instellen............................................................... 290
De stroominstellingen selecteren .............................................291
Automatisch uitschakelen instellen.................................................. 291
Het batterijtype selecteren ............................................................... 292
Fotograafgegevens instellen.....................................................293
De DPOF-instellingen uitvoeren................................................295
Corrigeren van defecte pixels
in de CMOS-sensor (Pixeluitlijning)..........................................297
Instellingen selecteren om op te slaan in de camera
(Geheugen)..................................................................................298
Page 15
K-r_OPM_DUT.book Page 13 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
De camera aansluiten op een computer 301
Gemaakte opnamen bewerken op een computer ....................302
Opnamen opslaan op de computer ..........................................303
De USB-aansluitfunctie instellen...................................................... 303
Opnamen opslaan door de camera aan te sluiten op de computer. 305
Gebruik van de bijgeleverde software......................................306
De software installeren .................................................................... 306
Schermen van de PENTAX Digital Camera Utility 4........................ 308
Bijlage 313
Standaardinstellingen ................................................................314
De menu’s resetten ....................................................................321
De menu’s Opnamemodus/Weergeven/Instellen resetten .............. 321
Menu Persoonlijke instellingen herstellen........................................ 322
Beschikbare functies bij verschillende
objectiefcombinaties..................................................................323
Opmerkingen over [22. Diafragmaring gebruiken] ........................... 325
De CMOS-sensor reinigen .........................................................327
Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden...................... 327
Stof detecteren op de CMOS-sensor (Stofalarm)............................ 328
Stof verwijderen met een blaaskwastje............................................ 330
Optionele accessoires ...............................................................332
Foutberichten..............................................................................338
Problemen oplossen ..................................................................341
Belangrijkste technische gegevens..........................................345
Verklarende woordenlijst...........................................................352
Index ............................................................................................358
GARANTIEBEPALINGEN ...........................................................366
13
Page 16
K-r_OPM_DUT.book Page 14 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
14
MEMO
Page 17
K-r_OPM_DUT.book Page 15 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Samenstelling van de handleiding
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
15
1 Voordat u de camera gaat gebruiken
Beschrijft de kenmerken van de camera, accessoires en de namen en functies van de verschillende onderdelen.
2 Voorbereidingen
Beschrijft de eerste stappen van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
3 Basisbediening
Beschrijft de procedures voor het maken en weergeven van opnamen.
4 Opnamefuncties
Beschrijft de functies voor het maken van opnamen.
5 De flitser gebruiken
Beschrijft het gebruik van de ingebouwde en de externe flitsers.
6 Opname-instellingen
Beschrijft de procedures voor het configureren van beeldbewerking en het instellen van de bestandsindeling.
7 Weergavefuncties
Beschrijft de procedures voor het weergeven, verwijderen en beveiligen van opnamen.
8 Opnamen verwerken
Beschrijft de procedures voor het wijzigen van het opnameformaat, het toepassen van digitale filters en het ontwikkelen van opnamen die zijn gemaakt in de RAW-indeling.
9 Andere instellingen wijzigen
Beschrijft de procedures voor het wijzigen van de camera-instellingen, bijvoorbeeld die voor de monitor en de conventies voor de naamgeving van beeldmappen.
10 De camera aansluiten op een computer
Beschrijft hoe u de camera aansluit op een computer; bevat bovendien installatie­instructies en een algemeen overzicht van de meegeleverde software.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
11 Bijlage
Behandelt het oplossen van problemen en geeft een overzicht van afzonderlijk verkrijgbare accessoires en verschillende informatiebronnen.
Page 18
K-r_OPM_DUT.book Page 16 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
16
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
1
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
Geeft nuttige informatie.
Geeft aan dat bij gebruik van de camera voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen.
Page 19
K-r_OPM_DUT.book Page 17 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
1 Voordat u de camera
gaat gebruiken
Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies van de diverse onderdelen voordat u de camera in gebruik neemt.
Kenmerken van de W-camera .......................18
De inhoud van het pakket controleren ...............21
Namen en functies van de onderdelen ..............22
Weergave van indicaties .....................................27
Functie-instellingen wijzigen ..............................38
Page 20
K-r_OPM_DUT.book Page 18 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
18
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Kenmerken van de W-camera
• Voorzien van een CMOS-sensor van 23,6×15,8 mm met effectief 12,4 miljoen pixels, voor een zeer hoge precisie en een groot dynamisch bereik.
• Uitgerust met Shake Reduction (SR), een systeem voor het reduceren van onscherpte door het bewegen van de sensor. Daarmee kunt u scherpe opnamen maken die minimaal worden beïnvloed door het bewegen van de camera, ongeacht het gebruikte objectief.
• Uitgerust met een zoeker die vergelijkbaar is met die van een conventionele kleinbeeldcamera, met een vergroting van ca. 0,85 en een beeldveld van ca. 96% om gemakkelijker beeldcomposities te maken en comfortabeler handmatig scherp te stellen. Bovendien uitgerust met een functie die de actieve AF-punten in de zoeker rood doet oplichten.
• Voorzien van een grote monitor van 3,0 inch met ca. 921.000 pixels, een grote beeldhoek, en een helderheids- en kleurenregeling voor een zo nauwkeurig mogelijke weergave.
• Behalve dat u gebruik kunt maken van de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI109, kunt u met de optionele AA-batterijhouder D-BH109 ook de commercieel verkrijgbare AA-lithiumbatterijen, oplaadbare AA Ni-MH batterijen of AA-alkalinebatterijen gebruiken.
• Voorzien van een Live weergavefunctie voor het maken van opnamen bij gelijktijdige real-time weergave van het onderwerp op de monitor.
• U kunt video-opnamen maken door gebruik te maken van de eigenschappen van het objectief. De camera kan ook een Composite Video-signaal uitvoeren, zodat u gemaakte opnamen en video kunt weergeven op een monitor zoals een tv-scherm.
• Er is een gebruiksvriendelijk ontwerp toegepast op verschillende delen van de camera. Grote tekst, een monitor met een hoog contrast en gebruiksvriendelijke menu’s maken de bediening van de camera eenvoudiger.
• Op de CMOS-sensor is een speciale SP-coating aangebracht die voorkomt dat stof aan de sensor blijft kleven. Bij toepassing van de functie Sensor stofvrij maken wordt de CMOS-sensor tevens geschud om stof te verwijderen.
• Uitgerust met digitale filters voor het bewerken van de opname in de camera. Tijdens het maken van opnamen kunt u digitale filters toepassen zoals Kleur of Soft, maar u kunt er opnamen ook achteraf mee bewerken.
Page 21
K-r_OPM_DUT.book Page 19 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
• Met de functie Aangepaste opname kunt u instellingen aanpassen terwijl een voorbeeld van het eindresultaat wordt weergegeven, zodat u meer greep krijgt op wat u met de opname wilt bereiken.
• Opnamen worden opgeslagen in de veelzijdige JPEG-indeling of de kwalitatief hoogwaardige en volledig bewerkbare RAW-indeling. U kunt ook JPEG+RAW selecteren en tegelijkertijd opnamen maken met beide indelingen. Opnamen die zijn gemaakt met de RAW-indeling, kunnen gemakkelijk intern door de camera worden verwerkt.
• Voorzien van de Gevoeligheidsvoorkeuze K die automatisch het diafragma en de sluitertijd aanpast aan een ingestelde gevoeligheid.
• Ondersteunt infraroodtransmissie (IrSimple/IrSS) waarmee u beeldgegevens kunt verzenden en ontvangen naar en vanaf mobiele telefoons en printers.
Shake Reduction (SR)
Shake Reduction (SR) op de W is een origineel PENTAX-systeem waarbij met behulp van een magneet de beeldsensor met hoge snelheid wordt bewogen om camerabewegingen te compenseren. De camera kan enig geluid voortbrengen als deze heen en weer wordt geschud, bijvoorbeeld bij het wijzigen van compositie. Dit is normaal en geen defect.
19
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Een opname ook opslaan als een RAW-opname
Als de bestandsindeling van de laatst gemaakte opname JPEG is, en de gegevens van de opname nog in het buffergeheugen aanwezig zijn, kunt u de opname ook opslaan in de RAW-indeling door tijdens weergave op de knop mc te drukken. Als de opname werd gemaakt met een van de volgende instellingen, dan wordt de RAW-opname opgeslagen op de aangeduide wijze.
• Cross-processing RAW-opname zonder Cross-processing
• Digitaal filter RAW-opname zonder filtereffect
• HDR-opname RAW-opname met standaardbelichting
• Dubbelopnamen RAW-opname met Dubbelopnamen
Page 22
K-r_OPM_DUT.book Page 20 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
20
Het gebied dat door de camera wordt vastgelegd (de beeldhoek) is bij de W- en 35 mm-kleinbeeldreflexcamera’s verschillend, zelfs wanneer hetzelfde objectief wordt gebruikt. Dit komt doordat de formaten van kleinbeeldfilm en een CMOS-sensor verschillen.
Afmetingen van kleinbeeldfilm en CMOS-sensor
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
De brandpuntsafstand van een objectief dat wordt gebruikt met een 35 mm­camera, is circa 1,5 keer langer dan die van de W. Om opnamen te maken met een beeldhoek die hetzelfde gebied bestrijkt, deelt u de brandpuntsafstand van het 35 mm-objectief door 1,5.
Voorbeeld: Om dezelfde opname te maken als met een 150 mm-objectief
Omgekeerd moet de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief op de W worden vermenigvuldigd met 1,5 om de brandpuntsafstand voor een 35 mm-camera te bepalen.
Voorbeeld: Wanneer een 300 mm-objectief wordt gebruikt op de W
35 mm-kleinbeeldfilm: 36×24 mm CMOS-sensor W: 23,6×15,8 mm
op een kleinbeeldcamera 150÷1,5=100 Gebruik een 100 mm-objectief met de W.
300×1,5=450 De brandpuntsafstand is gelijk aan een 450 mm-objectief op een
kleinbeeldcamera.
Page 23
K-r_OPM_DUT.book Page 21 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
De inhoud van het pakket controleren
Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd. Controleer of alle accessoires zijn bijgeleverd.
Flitsschoenbeschermer FK
(gemonteerd op de camera)
USB-kabel I-USB7 Draagriem O-ST53 Oplaadbare
Oogschelp F
(op de camera bevestigd)
Q
Dop cameravatting
(gemonteerd op de camera)
lithium-ionbatterij D-LI109
21
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Batterijlader D-BC109 Netsnoer Software (Cd-rom)
Handleiding
(deze handleiding)
Zie p.332 voor informatie over optionele accessoires.
S-SW110
Page 24
K-r_OPM_DUT.book Page 22 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
22
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Namen en functies van de onderdelen
Zelfontspannerlampje/
Afstandsbedienings-
Ingebouwde flitser
Indicatie beeldvlak
PC/AV-aansluiting
AF-hulplicht
sensor
Kaartklep
Index
objectiefvatting
(rode punt)
Ontgrendelknop
voor het objectief
Flitsschoen
Luidspreker
Riembevestiging
Microfoon
Spiegel
AF-koppeling
Contactpunten voor objectiefinformatie
Dioptriecorrectie­knop
Zoeker
LED voor lezen van/schrijven naar kaart
Klepje voor
aansluitingen
Infraroodpoort
Statiefaansluiting
Monitor
Ontgrendelknop van de batterijklep
Batterijklep
* In de tweede afbeelding wordt de camera weergegeven zonder oogschelp FQ.
Page 25
K-r_OPM_DUT.book Page 23 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Opnamestand
Functies van knoppen die bij het maken van opnamen worden gebruikt.
23
Hier worden de fabrieksinstellingen besproken. Afhankelijk van de knop kunnen instellingen worden gewijzigd.
1
2
5
6
3
4
7
9 0
8
a b c
d
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
e f
Page 26
K-r_OPM_DUT.book Page 24 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
24
1 Knop | (Snelinstelling)
U kunt aan deze knop een functie toewijzen. (p.205)
2 Ontspanknop
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Indrukken om opnamen te maken. (p.74)
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit en aan te zetten. (p.62)
4 Ontgrendelknop voor
het objectief
Indrukken om een objectief te verwijderen. (p.60)
5 Knop mc
Waarden voor belichtingscor­rectie en diafragma instellen. (p.108, p.114, p.121)
6 Functiekiezer
Opnamestand wijzigen. (p.95)
7 Scherpstelfunctieknop
Schakelen tussen automatisch (p.127) en handmatig scherpstellen. (p.139)
8 Knop K/i
Indrukken om de ingebouwde flitser uit te klappen. (p.77)
9 e-knop
De sluitertijd, het diafragma, de gevoeligheid en de belichtingscorrectie instellen.
0 Knop =/L
U kunt met deze knop scherp stellen op het onderwerp of de belichtingswaarde vergrendelen. (p.116, p.125, p.128)
a Knop Q
Hiermee wordt de weergave­stand geactiveerd. (p.85)
b Knop U
Toont een opname die is gemaakt met Live weergave. (p.166)
c Knop M
Hiermee activeert u het statusscherm (p.28) Schakelt over naar het bedieningspaneel tijdens weergave van het statusscherm. (p.29)
d Knop 4
Druk tijdens weergave van het bedieningspaneel of een menuscherm op deze knop om het geselecteerde item te bevestigen.
Als het scherpstelgebied ingesteld is op S (Selecteren), druk dan op deze knop als u wijziging van het AF-punt wilt in­of uitschakelen. (p.134)
e Vierwegbesturing
(2345)
Toont het instelmenu voor de Transportstand/ Flitsinstelling/Witbalans/ Gevoeligheid (p.90).
Als het bedieningspaneel of een schermmenu wordt weergegeven, verplaatst u de cursor of wijzigt u een item met de vierwegbesturing.
Wijzigt het AF-punt als het kan worden gewijzigd.
f Knop 3
Hiermee wordt het menu [A Opnamemodus 1] weergegeven (p.91). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (5) om submenu’s weer te geven.
Page 27
K-r_OPM_DUT.book Page 25 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Weergavestand
Functies van knoppen die bij het weergeven van opnamen worden gebruikt.
25
1
2
3
5
4
6
7
8 9
0 a
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Page 28
K-r_OPM_DUT.book Page 26 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
26
1 Knop | (Snelinstelling)
Indrukken om instellingen te wijzigen, zoals het resetten van waarden. (p.205)
2 Ontspanknop
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Halverwege indrukken om over te gaan naar de opnamestand.
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit en aan te zetten. (p.62)
4 Knop mc
Als JPEG de bestandsindeling is van de laatst gemaakte opname, en de gegevens hiervan nog in het buffergeheugen aanwezig zijn, kunt u op deze knop drukken om de opname ook op te slaan in de RAW-indeling. (p.86)
5 Knop K/i
Indrukken om opnamen te verwijderen. (p.86)
6 e-knop
Een opname uitvergroten (p.233) of meerdere opnamen tegelijkertijd weergeven. (p.234)
7 Knop Q
Hiermee activeert u de opnamestand.
8 Knop M
Hiermee geeft u opnamegegevens weer op de monitor. (p.30)
9 Knop 4
Bevestigt de instelling die u hebt geselecteerd in het menu of weergavescherm.
0 Vierwegbesturing
(2345)
Gebruik deze om de cursor te verplaatsen of items te wijzigen in menu’s of het weergavescherm. Druk op de vierwegbesturing (3) om het weergavepalet op te roepen. (p.228)
a Knop 3
Hiermee geeft u het menu [Q Weergeven 1] weer (p.229). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (5) om submenu’s op te roepen.
Verwijzingen naar knoppen
In deze bedieningshandleiding wordt op de volgende manier verwezen naar de knoppen van de vierwegbesturing.
Page 29
K-r_OPM_DUT.book Page 27 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Weergave van indicaties
Monitor
Afhankelijk van de camerastatus worden de hieronder beschreven gegevens op de monitor weergegeven.
Monitor
De helderheid en de kleur van de monitor kunnen worden aangepast. (p.287, p.288)
Bij het inschakelen of gebruik van de functiekiezer
Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden (standaardinstelling) weergegeven op de monitor als de camera wordt ingeschakeld of de functiekiezer wordt gebruikt.
27
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Automatische belichting
Programma
P
P
09/09/2010 10:30AM
23
1 Opnamestand (p.95) 3 Actuele datum en tijd (p.67) 2 Wereldtijd (p.280) (alleen indien
ingesteld op Bestemmingstijd)
Als u geen bedieningsaanwijzingen op het scherm wilt weergeven, stel [Hulpdisplay] dan in op [Uit] in het menu [R Instellen 1]. (p.284)
Page 30
HDR OFF
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 28 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
28
Opnamestand
Tijdens het maken van opnamen wordt het statusscherm weergegeven waarin de huidige instellingen van de opnamefunctie worden getoond. U kunt een ander scherm kiezen door op de knop M te drukken.
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
P
1/
125 5.6F
ISO
200
AUTO
12M
JPEG
AF.A
AWB
1122+3-3
ISO
[37]
Statusscherm
Statusscherm
(Alle items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan er iets anders worden weergegeven.)
Aangepaste opname Helder
M
JPEG
AF.A
12M
OFF
OFF
MM
HDR
OFF
[37]
Bedieningspaneel Leeg
P
SHIFT
1/
2000 2.8
ISO
1600
AUTO
1122+3-3
±1.0
JPEG
12
G1A1
M
AF.A
F
AWB
[
1 Opnamestand (p.95) 2 Belichtingsgeheugen (p.125) 3 Intervalopname (p.155)/
Dubbelopnamen (p.159)/Digitaal filter (p.162)/HDR-opname (p.217)/ Cross-processing (p.224)
4 Aangepaste opname (p.221)/
Cross-processing (p.224)
5 Scherpstelstand (p.127) 6 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.118)
7 Batterijniveau (p.51) 8 Hulp e-knop 9 Sluitertijd 10 Diafragmawaarde 11 ISO AUTO 12 Gevoeligheid (p.102)
ISO
37
12
11 12
13
8
15 16
]
22 23 24 25 26
34 5 67
910
14
88
17
18 19 20
21
13 Belichtingscorrectie (p.121)/
Belichtingsbracketing (p.122)
14 LW-balk 15 Flitsbelichtingscorrectie (p.84) 16 Fijnafstemming witbalans (p.213) 17 Transportstand (p.90) 18 Witbalans (p.208) 19 AF-punt selecteren (p.134) 20 Gevoeligheid (p.102) 21 Flitsinstelling (p.78) 22 Bestandsindeling (p.202) 23 JPEG-resolutie (p.200) 24 JPEG-kwaliteit (p.201) 25 Shake Reduction (p.146) 26 Resterende opslagcapaciteit/
aanduiding knop |
Page 31
HDR OFF
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 29 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Het bedieningspaneel
Druk op de knop M in het statusscherm om het bedieningspaneel weer te geven en instellingen te wijzigen.
29
Aangepaste opname Helder
OFF
HDR
OFF
OFF
AF.A
JPEG
12
M
[
1 Functienaam 2 Instelling 3 Aangepaste opname (p.221) 4 Cross-processing (p.224) 5 Digitaal filter (p.162) 6 HDR-opname (p.217) 7 Shake Reduction (p.146) 8 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.118)
9 AF-modus (p.130)
37
]
11 Correctie van hoge lichten (p.215) 12 Schaduwcorrectie (p.216) 13 Bestandsindeling (p.202) 14 JPEG-resolutie (p.200) 15 JPEG-kwaliteit (p.201) 16 Vervormingscorrectie (p.219) 17 Correctie laterale chromatische
aberratie (p.219)
18 Actuele datum en tijd 19 Resterende opslagcapaciteit
1 2
43 567
98101112
1413 15 16 17
18 19
10 AF-punt selecteren (p.134)
• Instellingen die niet gewijzigd kunnen worden bij de huidige configuratie van de camera, kunnen niet worden geselecteerd.
• Op het statusscherm wordt de instelling die momenteel wordt gewijzigd of wordt de bedieningsaanwijzing voor de knoppen die kunnen worden bediend, weergegeven in een blauwe kleur (wanneer [Statusscherm] in het menu [R Instellen 1] ingesteld is op [Weerg. kleur 1]).
• Het statusscherm verdwijnt als er binnen 30 seconden geen bedieningshandeling heeft plaatsgevonden. Druk op de knop M als u het scherm weer op wilt roepen.
• Als er op het bedieningspaneel 30 seconden lang geen bedieningshandeling heeft plaatsgevonden, verschijnt het statusscherm weer.
• Als [Display opname-info] ingesteld is op O (Aan) bij [Geheugen] (p.298) in het menu [A Opnamemodus 4] en het lege scherm geselecteerd wordt, dan wordt bij de volgende inschakeling van de camera eerst het lege scherm getoond.
• [9999] is het maximale aantal opnamen dat kan worden weergegeven op het statusscherm en op het bedieningspaneel. Zelfs als 10.000 of meer opnamen kunnen worden gemaakt, wordt [9999] weergegeven.
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Page 32
100 -00 01
RAW
100 -00 01
RAW
DR
200
K-r_OPM_DUT.book Page 30 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
30
Weergavestand
Telkens wanneer u tijdens weergave op de knop M drukt, toont de camera andere informatie.
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Standaard
Op het scherm worden de gemaakte opname, de bestandsindeling en de bedieningsaanwijzingen weergegeven.
Op het scherm worden de opname en het histogram
Histogramweergave
(Helderheid/RGB) weergegeven. Niet beschikbaar tijdens weergave van video. (p.33)
Weergave van detail-info
Op het scherm worden details van de opname-instellingen en het tijdstip van de opname weergegeven. (p.31)
Geen infoweergave Alleen de opname wordt weergegeven.
100-0001
RAW
M
1/
JPEG
2000 F5.6
Standaard
ISO
200
Histogramweergave
M
M
Geen infoweergave Weergave van detail-info
1/
JPEG
2000 F5.6
ISO
P
m
m
24
AF.A
1/
F5.6 +1.5 -0.5 ISO
JPEG
09/09/2010
2000
200
12
M
DR
200
G2
AdobeRGB
10:00AM
100-0001
RAW
200
M
100-0001
A1
±0 ±0 ±0 ±0 ±0
De informatie die tijdens weergave als eerste wordt getoond, is dezelfde als die van de laatste weergave in de vorige sessie. Als [Display weergave-info] ingesteld is op P (Uit) bij [Geheugen] (p.298) in het menu [A Opnamemodus 4], wordt bij inschakeling van de camera als eerste altijd het scherm [stand.] getoond.
Page 33
DR
200
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 31 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Weergave van detail-info
Ga van de ene naar de andere pagina met de vierwegbesturing (23).
Pagina 1
Foto
P
AF.A
1/
2000
F2.8
200
ISO
12
M
JPEG
09/09/2010
100-0001
mm
24
DR
200
+1.5 -0.5
G2
AdobeRGB
10:00AM
A1
±0 ±0 ±0 ±0 ±0
1
10 11
12 13 14 15 18
19
25 26 27 28 29
22
3
2
6
20 23
7
8
45
9
1716
21
3332
Video
31
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
30
31
F2.8
Movie
09/09/2010
Pagina 2
Foto/Video
min
10
10
G2MONO
OFF
10:00AM
2 3
100-0001
sec
±0 ±0
A1
±0 ±0 ±0
100-0001
35 36
19
1
39
39
2
232424
37 13 38
2725 26 29
32
2 3
2
3
4
34
45
40
41
5
30
31
Page 34
K-r_OPM_DUT.book Page 32 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
32
1 Rotatie-informatie (p.245) 2 Gemaakte opname 3 Opnamestand (p.95) 4 Beveiligen (p.250) 5 Mapnummer-
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
bestandsnummer (p.289)
6 Transportstand (p.90) 7 Flitsinstelling (p.78) 8 Brandpuntsafstand objectief 9 AF-punt (p.134)/
Autofocusmethode (p.167)
10 Scherpstelstand (p.127) 11 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.118)
12 Sluitertijd 13 Digitaal filter (p.162) 14 HDR-opname (p.217)/
Dubbelopnamen (p.159)/ Cross-processing (p.224)
15 Correctie van hoge lichten (p.215) 16 Schaduwcorrectie (p.216) 17 Vervormingscorrectie (p.219) 18 Instelling laterale chromatische
aberratie (p.219)
19 Diafragmawaarde
20 Belichtingscorrectie (p.121) 21 Flitsbelichtingscorrectie (p.84) 22 Gevoeligheid (p.102) 23 Witbalans (p.208) 24 Fijnafstemming witbalans (p.213) 25 Bestandsindeling (p.202) 26 Resolutie (p.172, p.200) 27 Kwaliteitsniveau (p.172, p.201) 28 Kleurruimte (p.214) 29 Shake Reduction (p.146, p.173) 30 Beeldtint (p.221) 31 Parameters aangepaste
opname (p.221)
32 Opnamedatum en -tijd 33 DPOF-instelling (p.295) 34 Opnametijd 35 Geluidsinstelling (p.173) 36 Geluidstype (p.172) 37 Transportstand
(afstandsbediening)
38 Cross-processing (p.224) 39 Waarschuwing dat integriteit
van informatie is geschonden
40 Fotograaf (p.293) 41 Copyrighthouder (p.293)
* Bij opnamen die zijn gemaakt met Live weergave wordt de autofocusmethode
weergegeven voor indicatie 9.
* De indicaties 7 en 21 worden alleen weergegeven bij opnamen die zijn
gemaakt met de flitser.
* De indicaties 13, 14, 15, 16 en 24 worden alleen weergegeven bij opnamen
die zijn gemaakt terwijl de bijbehorende functie was ingeschakeld.
* De indicaties 26 en 27 worden niet weergegeven bij RAW-opnamen.
Page 35
100-0001
100-0001
RAW
K-r_OPM_DUT.book Page 33 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Histogramweergave
De volgende histogrammen kunnen worden weergegeven bij weergave van foto-opnamen. Het “Helderheidshistogram” toont de verdeling van helderheid en het “RGB-histogram” toont de verdeling van kleurintensiteit. Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen tussen Helderheidshistogram en RGB-histogram.
1 3232
100-0001
RAW
4
23
100-0001
33
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
11
5
1
5
1/
2000 F5.6 200
ISO
23
1/
2000 F5.6
ISO
200
97 8 10 6 7 8 9 106
Helderheidshistogram RGB-histogram
1 Histogram (Helderheid) 2 Beveiligen 3 Mapnummer-bestandsnummer 4 Een opname tevens opslaan
in de RAW-indeling
5 Schakelen tussen RGB-histogram/
Helderheidshistogram
6 Bestandsindeling
* Indicatie 2 wordt alleen weergegeven voor beveiligde opnamen. * Indicatie 4 wordt alleen weergegeven als de bestandsindeling van de laatst
gemaakte opname JPEG is, en de gegevens van deze opname nog in het buffergeheugen aanwezig zijn. (p.86)
Als [Licht/donker geb] (p.231) in het menu [Q Weergeven 1] ingesteld is op O (Aan), dan gaan gebieden met heldere of donkere gedeelten knipperen (behalve bij weergave van het RGB-histogram en weergave van detail-info).
7 Sluitertijd 8 Diafragmawaarde 9 Gevoeligheid 10 DPOF-instelling 11 Histogram (R) 12 Histogram (G) 13 Histogram (B)
12
13
Page 36
K-r_OPM_DUT.book Page 34 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
34
Werken met het histogram
Een histogram toont de helderheidsverdeling van een opname. De horizontale
1
as vertegenwoordigt helderheid
Voordat u de camera gaat gebruiken
(donker aan de linkerzijde en licht aan de rechterzijde) en de verticale as vertegenwoordigt het aantal pixels. De vorm en indeling van het histogram vóór en na de opname maken duidelijk of het belichtingsniveau en het contrast al dan niet goed zijn. Op basis hiervan bepaalt u of de belichting moet worden gewijzigd en u de foto opnieuw moet maken.
1 Belichting corrigeren (p.121) 1 De helderheid aanpassen (p.215)
Inzicht in helderheid
Als de helderheid goed is en er geen excessief lichte of excessief donkere gebieden zijn, vertoont de grafiek in het midden een piek. Als de opname te donker is, bevindt de piek zich links; als de opname te licht is, bevindt de piek zich rechts.
Aantal pixels
Helderheid (Donker) (Licht)
Donkere gedeelten Lichte gedeelten
Donkere opname Opname met weinig donkere
en heldere gebieden
Lichte opname
Als de opname te donker is, wordt het gedeelte links afgesneden (donkere gedeelten zonder detail) en als de opname te licht is, wordt het gedeelte rechts afgesneden (heldere gedeelten zonder detail). Lichte gedeelten knipperen rood en donkere gedeelten knipperen geel op de monitor als [Licht/donker geb] ingesteld is op O (Aan).
1 Opnamen weergeven (p.85) 1 De weergavemethode instellen (p.231) 1 De weergave voor Momentcontrole instellen (p.286)
Page 37
K-r_OPM_DUT.book Page 35 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Inzicht in kleurbalans
De verdeling van de kleurenintensiteit wordt voor elke kleur weergegeven in het RGB-histogram. De rechterkant van de grafieken ziet er hetzelfde uit voor opnamen waarvoor ook de witbalans wordt aangepast. Als één kleur links disproportioneel aanwezig is, is die kleur te intens.
1 De witbalans instellen (p.208)
Bedieningsindicaties
Op de monitor worden met de hieronder getoonde indicaties de toetsen, knoppen en e-knop aangeduid die op dat moment kunnen worden gebruikt.
Voorbeeld)
2 Vierwegbesturing (2) Knop 3 3 Vierwegbesturing (3) M-knop 4 Vierwegbesturing (4) Knop =/L 5 Vierwegbesturing (5) | Knop Snelinstelling
4-knop mmc-knop
S E-knop K/i-knop
Ontspanknop
35
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Page 38
K-r_OPM_DUT.book Page 36 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
36
Zoeker
De volgende informatie wordt weergegeven in de zoeker.
2
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
3
1
4 5
1
7910116 8
12
1 AF-kader (p.61) 2 Spotmeetkader (p.119) 3 AF-punt (p.134) 4 Flitserstatus (p.77)
Brandt: flitser is gereed. Knippert: gebruik van de flitser wordt aangeraden, maar deze is nog niet ingeschakeld of wordt opgeladen.
5 Pictogram voor Picture-stand (p.96)
Het pictogram voor de geselecteerde Picture-stand verschijnt. U (Normale stand van I), = (Portret), s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.), . (Portret bij nacht)
6 Shake Reduction (p.146)
Wordt weergegeven als de functie Shake Reduction wordt geactiveerd.
7 Sluitertijd
Sluitertijd bij het maken van opnamen of afstellen. Wordt onderstreept wanneer de sluitertijd kan worden gewijzigd met de e-knop. Het aftellen van de verwerkingstijd wordt weergegeven als de ruisreductiefunctie is geactiveerd. (p.104)
8 Diafragmawaarde
Diafragmawaarde bij opname of instelling. Wordt onderstreept wanneer de diafragmawaarde kan worden gewijzigd met de e-knop. [nr] knippert als de ruisreductiefunctie is geactiveerd. (p.104)
Page 39
K-r_OPM_DUT.book Page 37 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
9 Scherpstelindicatie (p.72)
Brandt: als het onderwerp is scherpgesteld. Knippert: er is niet scherpgesteld op het onderwerp.
10 Beschikbaar aantal opnamen/Belichtingscorrectiewaarde
Geeft het aantal opnamen weer dat nog kan worden gemaakt met het huidige kwaliteitsniveau en de huidige opnameresolutie. Het verschil met de juiste belichtingswaarde wordt weergegeven wanneer de functiekiezer ingesteld is op a. (p.115) m: Belichtingscorrectie (p.121)
Wordt onderstreept wanneer de belichtingscorrectiewaarde kan worden gewijzigd met de e-knop terwijl de knop mc wordt ingedrukt.
o: Gevoeligheid
Wordt onderstreept wanneer de gevoeligheid kan worden gewijzigd met de e-knop.
11 Scherpstelstand (p.127)
Wordt weergegeven indien ingesteld op \.
12 Belichtingsgeheugen (p.125)
Wordt weergegeven als de functie Belichtingsgeheugen is geactiveerd.
• De AF-punten die worden gebruikt voor autofocus, worden weergegeven in rood (AF-punt weergeven) als de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. (p.134)
• [9999] is het maximale aantal opnamen dat kan worden weergegeven in de zoeker. Zelfs als meer dan 10.000 opnamen kunnen worden gemaakt, wordt [9999] weergegeven.
• Als [AF/AE-L-knop] ingesteld is op [AF uitschakelen] in het menu [A Opnamemodus 4], dan wordt \ weergegeven in de zoeker terwijl de knop =/L wordt ingedrukt. (p.128)
37
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Page 40
K-r_OPM_DUT.book Page 38 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
38
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Functie-instellingen wijzigen
Functie-instellingen kunt u wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel of de menu’s. In dit gedeelte worden de basishandelingen beschreven voor het wijzigen van functie-instellingen.
Richtingsknoppen gebruiken
In de opnamestand kunt u de transportstand, flitsfunctie, witbalans en gevoeligheid instellen door de vierwegbesturing (2345) in te drukken. (p.90) Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [Flitsinstelling] wordt ingesteld.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de opnamestand.
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
2
Selecteer een flitsinstelling met de vierwegbesturing (45).
3
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Flitsinstelling
Auto ontladen flitser
0.0
MENU
Annul. OK
OK
Page 41
HDR OFF
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 39 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Als bediening met richtingsknoppen ingeschakeld is, dan worden in het statusscherm de bedieningsindicaties voor de richtingsknoppen weergegeven. Bediening met richtingsknoppen is niet mogelijk wanneer het AF-punt wordt gewijzigd terwijl het scherpstelgebied ingesteld is op S (Selecteren). Druk in dat geval op de knop 4 en houd deze knop ingedrukt. (p.135)
Het bedieningspaneel gebruiken
Tijdens het maken van opnamen kunt u de dan geldende instellingen controleren in het statusscherm. U kunt ook overschakelen naar het bedieningspaneel en instellingen wijzigen. Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [JPEG kwaliteitsniveau] wordt ingesteld.
1
Controleer het statusscherm en druk vervolgens op de knop M.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
39
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Selecteer met de vierwegbesturing (2345) een item waarvoor u de instelling wilt wijzigen.
U kunt geen items selecteren waarvan u de instelling niet kunt wijzigen.
AUTO
PICT
1/
20 5.6
ISO
800
AUTO
1122+3-3
12M
JPEG
Aangepaste opname Helder
OFF
AF.A
JPEG
12 M
AF.A
AWB
OFF
F
HDR
OFF
ISO
[
]
37
[
]
37
Page 42
HDR OFF
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 40 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
40
3
Druk op de knop 4.
Het instellingenvenster van het geselecteerde item wordt weergegeven.
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
4
Gebruik de vierwegbesturing (45) of de e-knop om een instelwaarde te selecteren.
JPEG kwaliteitsniveau
OFF
HDR
OFF
OFF
AF.A
JPEG
12 M
JPEG kwaliteitsniveau
[
]
37
128
OK
OK
5
Druk op de knop 4.
MENU
Annul.
De camera keert terug naar het bedieningspaneel en is gereed voor het maken van een opname.
• U kunt de instelling ook wijzigen door aan de e-knop te draaien nadat u in stap 2 het item hebt geselecteerd dat u wilt wijzigen. Gedetailleerde instellingen zoals parameters kunt u wijzigen nadat u op knop 4 hebt gedrukt.
• Het statusscherm en het bedieningspaneel worden niet weergegeven wanneer Live weergave (p.166) is geactiveerd. Verricht of wijzig vooraf de benodigde instellingen in het menu [A Opnamemodus].
De menu’s gebruiken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de menu’s [A Opnamemodus], [Q Weergeven], [R Instellen] en [A Pers.instelling] worden gebruikt. Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [Ruisond. lange sltrtijd] wordt ingesteld in het menu [A Opnamemodus 2].
Page 43
OFF
OFF
HDR
OFF
OFF
OFF
HDR
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 41 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
1
Druk op de knop 3 in de opnamestand.
Het menu [A Opnamemodus 1] wordt weergegeven op de monitor.
Als u in de weergavestand op de knop 3 drukt, wordt het menu [Q Weergeven 1] weergegeven. Als u de functiekiezer instelt op H (Scène), wordt in plaats hiervan het menu [H Scène] weergegeven.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Steeds als u op de vierwegbesturing (
5
) drukt, wordt in de volgorde hierna steeds een ander menu geopend: [
A
Opnamemodus 2], [A Opnamemodus 3],
[
A
Opnamemodus 4], [Q Weergeven 1] ···
[
A
Opnamemodus 1].
U kunt ook de e-knop gebruiken om van menu naar menu te gaan.
1 234
Aangepaste opname Bestandsindeling JPEG-resolutie JPEG kwaliteitsniveau AF-modus AF.A Autom. lichtmeting Selecteer AF-punt
MENU
Einde
JPEG
12 M
41
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
3
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Beschikbare instellingen worden weergegeven.
Het kader wordt verplaatst naar het submenu als er een bestaat. Als er een submenu is, dan wordt dit weergegeven.
1 234
ISO
NR
NR
ISO
NR
NR
OFF
OFF
HDR
OFF
OFF
OFF
HDR
OFF
Cross-processing Digitaal filter HDR-opname Dubbelopnamen Intervalopname Ruisond. hoge ISO-wrd Ruisond. lange sltrtijd
MENU
Einde
1 234
Cross-processing Digitaal filter HDR-opname Dubbelopnamen Intervalopname Ruisond. hoge ISO-wrd Ruisond. lange sltrtijd
MENU
Einde
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
Page 44
OFF
OFF
HDR
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 42 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
42
5
Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (23).
1
Voordat u de camera gaat gebruiken
6
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen. Druk op de knop 3 als een
submenu wordt weergegeven.
Stel vervolgens andere items in.
7
Druk op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
1 234
NR
ISO
NR
NR
NR
OFF
OFF
HDR
OFF
Cross-processing Digitaal filter HDR-opname Dubbelopnamen Intervalopname Ruisond. hoge ISO-wrd Ruisond. lange sltrtijd
MENU
Annul. OK
AUTO
AUTO
OFF
ON
OK
Als u op de 3-knop drukt en het menuscherm sluit maar de camera wordt verkeerd uitgeschakeld (bijvoorbeeld doordat de batterij wordt uitgenomen terwijl de camera aan staat), worden de instellingen niet opgeslagen.
• U kunt instellen of eerst de menutab moet worden weergegeven die u de laatste keer had geselecteerd, of dat altijd eerst het menu [A Opnamemodus 1] moet worden weergegeven. (p.285)
• Raadpleeg de pagina’s hierna voor meer informatie over elk menu.
• Het menu [A Opnamemodus] 1 p.91
• Het menu [Q Weergeven] 1 p.229
• Het menu [R Instellen] 1 p.276
• Het menu [A Pers.instelling] 1 p.93
Page 45
K-r_OPM_DUT.book Page 43 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
2 Voorbereidingen
In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen beschreven. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
Draagriem bevestigen ..........................................44
De batterij plaatsen ..............................................45
Een SD-geheugenkaart plaatsen/verwijderen ... 55
Een objectief aansluiten ......................................59
De zoekerdioptrie corrigeren ..............................61
De camera aan- en uitzetten ................................62
Basisinstellingen ..................................................63
Page 46
K-r_OPM_DUT.book Page 44 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
44
Draagriem bevestigen
1
Trek het uiteinde van de riem door de riembevestiging en maak de riem vast aan de binnenkant
2
Voorbereidingen
van de gesp.
2
Bevestig het andere uiteinde van de riem eveneens op de hiervoor beschreven manier.
Page 47
K-r_OPM_DUT.book Page 45 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
De batterij plaatsen
Plaats de lithium-ionbatterij of AA-batterijen in de camera.
De lithium-ionbatterij gebruiken
Gebruik alleen de speciale batterij D-LI109.
De batterij opladen
Laad de batterij op als u die voor het eerst gebruikt, of als de batterij lange tijd niet is gebruikt, of als het bericht [Batterij leeg] verschijnt.
1
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Indicatielampje
45
2
Voorbereidingen
Netsnoer
Batterijlader
Page 48
K-r_OPM_DUT.book Page 46 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
46
3
Houd de markering 2 op de speciale batterij naar boven gericht en plaats de batterij in de batterijlader.
Plaats de batterij eerst in een hoek, zoals getoond in de afbeelding, en druk de batterij vervolgens naar
2
Voorbereidingen
beneden totdat deze vast klikt.
Het indicatielampje brandt tijdens het opladen en gaat uit als de batterij volledig is opgeladen.
4
Neem de batterij uit de batterijlader als de batterij volledig is opgeladen.
• Gebruik de batterijlader D-BC109 uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI109. Het opladen van andere batterijen kan schade en hitte veroorzaken.
• De batterij is defect als de batterij op de juiste manier in de batterijlader is geplaatst, maar het indicatielampje niet brandt. Gebruik dan een nieuwe batterij in de camera.
• De maximale oplaadtijd is circa 240 minuten (dit hangt af van de temperatuur en resterende batterijcapaciteit). Laad de batterij op in een ruimte waar de temperatuur tussen 0°C en 40°C ligt.
• Als de batterij op de juiste wijze is opgeladen, maar de gebruikstijd van de batterij te kort is, dan heeft de batterij het einde van zijn levensduur bereikt. Gebruik dan een nieuwe batterij in de camera.
Page 49
K-r_OPM_DUT.book Page 47 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
De batterij plaatsen/uitnemen
• Open de batterijklep niet en neem de batterij niet uit het compartiment als de camera aan staat.
• Neem de batterij uit de camera als u die langere tijd niet gebruikt. De batterij kan anders gaan lekken.
• Als de datum en tijd niet juist zijn wanneer u een nieuwe batterij in de camera plaatst en veel tijd is verstreken nadat de batterij eerder werd verwijderd, volg dan de procedure voor “Datum en tijd instellen” (p.67).
• Plaats de batterij op de juiste manier. Als de batterij verkeerd wordt geplaatst, kunt u deze mogelijk niet meer verwijderen. Veeg de contactpunten van de batterij met een zachte, droge doek schoon alvorens de batterij te plaatsen.
• Wees voorzichtig omdat de camera of de batterij heet kan worden bij langdurig continu gebruik van de camera.
1
Schuif de ontgrendelknop op de klep van het batterijcompartiment in de richting van de pijl (1) om de klep te openen (2).
47
2
Voorbereidingen
2
1
2
Houd de markering 2 op de batterij naar de buitenzijde van de camera gericht, duw de vergrendelknop in de richting van de pijl (3) en plaats de batterij.
Als u de batterij wilt verwijderen, duw dan de vergrendelknop van het batterijcompartiment in de richting van de pijl (3). Neem de batterij uit het compartiment nadat de batterij iets omhoog is gekomen.
3
Page 50
K-r_OPM_DUT.book Page 48 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
48
3
Sluit de batterijklep.
2
Voorbereidingen
Gebruik van de AA-batterijen
Als u gebruikmaakt van AA-batterijen, zorg er dan voor dat u de optionele AA-batterijhouder D-BH109 gebruikt. (p.332) Gebruik vier AA-lithiumbatterijen, oplaadbare AA Ni-MH-batterijen of AA-alkalinebatterijen.
Geschikte batterijen Kenmerken
AA-lithiumbatterijen Aanbevolen bij gebruik van de camera in koude klimaten.
AA Ni-MH oplaadbare batterijen
AA-alkalinebatterijen
Deze batterijen zijn oplaadbaar en voordelig. Voor het opladen is een in de handel verkrijgbare batterijlader vereist die compatibel is met deze batterijen.
U kunt dit type batterijen overal verkrijgen wanneer de batterijen die u normaal gebruikt leeg zijn. Ze ondersteunen echter mogelijk niet alle camerafuncties onder bepaalde omstandigheden. We raden het gebruik ervan dan ook af, uitgezonderd in noodgevallen en om te controleren of de camera naar behoren werkt.
Page 51
K-r_OPM_DUT.book Page 49 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
• De spanningskenmerken van nikkelmangaan-batterijen kunnen storingen veroorzaken. Om die reden wordt het gebruik ervan afgeraden.
• AA-lithiumbatterijen en AA-alkalinebatterijen, die in deze camera kunnen worden gebruikt, zijn niet oplaadbaar.
• Open de klep van het batterijcompartiment niet en verwijder de batterijen niet terwijl de camera aan staat.
• Als u verwacht de camera langere tijd niet te gebruiken, verwijder dan de batterijen. Als de batterijen lange tijd in de camera blijven zitten, kunnen ze gaan lekken.
• Als de datum en tijd niet juist zijn wanneer u nieuwe batterijen in de camera plaatst en veel tijd is verstreken nadat de batterijen eerder werden verwijderd, volg dan de procedure voor “Datum en tijd instellen” (p.67).
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd zijn geplaatst, kan de camera beschadigd raken. Veeg de contactpunten van de batterijen schoon alvorens de batterijen te plaatsen.
• Vervang alle batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van verschillend type of merk, of oude met nieuwe. Anders kunnen er storingen ontstaan, bijvoorbeeld een onjuiste weergave van het batterijvermogen.
1
Plaats de AA-batterijen volgens de poolaanduidingen +/– in de batterijhouder.
49
2
Voorbereidingen
2
Schuif de ontgrendelknop op de klep van het batterijcompartiment in de richting van de pijl (1) om de klep te openen (2).
2
1
Page 52
K-r_OPM_DUT.book Page 50 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
50
3
Plaats de batterijhouder in het batterijcompartiment.
Duw de vergrendelknop van het batterijcompartiment in de richting van de pijl (3) en plaats de batterijhouder totdat deze vast klikt.
2
Voorbereidingen
Als u de batterijhouder wilt verwijderen, duw dan met uw vinger de vergrendelknop van het batterijcompartiment in de richting van de pijl (3). Neem de batterijhouder uit het compartiment nadat de batterijhouder iets omhoog is gekomen.
4
Sluit de batterijklep.
3
• Als u AA-batterijen gebruikt, stel dan het type AA-batterij in bij [AA-batterij] in het menu [R Instellen 3] voordat u de camera in gebruik neemt. (p.292)
• Als u van plan bent de camera langdurig te gebruiken, dan is gebruik van de optionele netvoedingsadapterset K-AC109 (optioneel) aan te bevelen. (p.53)
• Controleer of de batterijen correct zijn geplaatst als de camera niet goed werkt.
Page 53
K-r_OPM_DUT.book Page 51 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Indicatie batterijniveau
51
U kunt het resterende batterijniveau aflezen aan het symbool
w op het
statusscherm.
Statusscherm Batterijniveau
w (groen) Batterij is vol.
x (groen) Batterij is bijna vol. (Alleen D-LI109)
f (oranje) Batterij raakt leeg. (Alleen D-BH109)
y (geel) Batterij raakt leeg. (Alleen D-LI109)
z (rood) Batterij is bijna leeg.
[Batterij leeg] Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera uitgeschakeld.
Zelfs als de batterijcapaciteit nog toereikend is, wordt mogelijk f, y of z (rood) weergegeven als de camera wordt gebruikt bij een lage temperatuur of als u langdurig continuopnamen maakt. Schakel in deze situatie de camera uit en weer in. Als w (groen) wordt weergegeven, kunt u de camera weer gebruiken.
2
Voorbereidingen
Page 54
K-r_OPM_DUT.book Page 52 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
52
Geschatte opslagcapaciteit en weergavetijd (batterij volledig opgeladen/nieuwe AA-batterijen)
Flitsfotografie
50%
gebruik
470
opnamen
340
opnamen
1000
opnamen
400
opnamen
120
opnamen
100%
gebruik
400
opnamen
280
opnamen
890
opnamen
300
opnamen
90
opnamen
2
Voorbereidingen
lithiumbatterijen
Oplaadbare AA
Ni-MH batterijen
alkalinebatterijen
Batterij Temperatuur
23°C
D-LI109
0°C
AA
(1900mAh)
AA
23°C
23°C
23°C
Normaal
opnamen
maken
560
opnamen
420
opnamen
1600
opnamen
610
opnamen
200
opnamen
De beeldopslagcapaciteit (normaal opnamen maken en flitsergebruik van 50%) is gebaseerd op meetcondities die in overeenstemming zijn met CIPA-normen, terwijl andere gegevens zijn gebaseerd op onze meetcondities. In de praktijk kunnen afwijkingen van deze waarden optreden, al naar gelang de opnamefunctie en opnameomstandigheden.
• De prestaties van de batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk afnemen. Houd bij gebruik van de camera in een koud klimaat extra batterijen bij de hand, die u warm houdt in uw zak. Bij het bereiken van kamertemperatuur worden de batterijprestaties weer normaal.
• Zorg ervoor dat u extra batterijen bij u hebt als u naar het buitenland gaat, opnamen maakt in een koud klimaat of een groot aantal opnamen maakt.
Weergavetijd
300 minuten
240 minuten
620 minuten
330 minuten
270 minuten
Page 55
K-r_OPM_DUT.book Page 53 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel)
Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de netvoedingsadapterset K-AC109 (optioneel) als u de monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op een pc of een AV-apparaat.
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Open de batterijklep.
Zie stap 1 op p.47.
Verwijder de batterij als deze in de camera is geplaatst.
3
Schuif het gelijkstroomkoppelstuk in het batterijcompartiment.
Duw de vergrendelknop van het batterijcompartiment in de richting vandepijl (1) en plaats het gelijkstroomkoppelstuk totdat dit vast klikt.
Als u het gelijkstroomkoppelstuk wilt verwijderen, duw dan met uw vinger de vergrendelknop van het batterijcompartiment in de richting van de pijl (1). Neem het gelijkstroomkoppelstuk uit het batterijcompartiment nadat het gelijkstroomkoppelstuk iets omhoog is gekomen.
2
1
53
2
Voorbereidingen
1
4
Sluit de batterijklep.
De aansluitkabel van het gelijkstroomkoppelstuk wordt uit de klep van het batterijcompartiment getrokken.
Page 56
K-r_OPM_DUT.book Page 54 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
54
5
Verbind het DC-aansluitpunt van de netvoedingsadapter met het DC-aansluitpunt op het gelijkstroomkoppelstuk, met de markeringen 2 op één lijn tegenover elkaar.
2
Voorbereidingen
7
5
6
6
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
7
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
• Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
• Zorg ervoor dat de kabels goed aangesloten zijn op de aansluitpunten. De SD-geheugenkaart of gegevens kunnen beschadigd raken indien de verbinding wordt verbroken terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
• De aansluitkabel steekt uit de klep van het batterijcompartiment terwijl de netvoedingsadapter wordt gebruikt. Wees voorzichtig omdat u de camera niet rechtop op een tafel, etc. kunt zetten.
Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapterset K-AC109 eerst de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
Page 57
K-r_OPM_DUT.book Page 55 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Een SD-geheugenkaart plaatsen/ verwijderen
Opnamen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart of een SDHC­geheugenkaart (in de winkel verkrijgbaar). Beide kaarten worden hierna aangeduid als SD-geheugenkaart. Zorg ervoor dat de camera uit staat alvorens de SD-geheugenkaart te plaatsen of te verwijderen.
• Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/ lezen van de kaart brandt.
• Als de klep van het kaartcompartiment wordt geopend terwijl de stroom ingeschakeld is, wordt de camera uitgeschakeld. Open de klep niet terwijl de camera in gebruik is.
• Gebruik deze camera om SD-kaarten te formatteren (initialiseren) die nog niet eerder zijn gebruikt, of die in andere camera’s of digitale apparaten zijn gebruikt. Raadpleeg “Een SD-geheugenkaart formatteren” (p.278) voor informatie over formatteren.
• Gebruik een snelle geheugenkaart als u video opneemt. Als de snelheid waarmee wordt geschreven, achterblijft bij de snelheid waarmee wordt opgenomen, kan het schrijven tijdens het opnemen worden afgebroken.
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Schuif de klep van het kaartcompartiment in de richting van de pijl en open vervolgens de klep (12).
1
2
55
2
Voorbereidingen
3
Breng de kaart volledig in met het etiket van de SD-geheugenkaart naar de monitor gericht.
Page 58
K-r_OPM_DUT.book Page 56 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
56
Duw de SD-geheugenkaart iets naar binnen om deze uit te nemen.
2
4
Voorbereidingen
Sluit de klep van het kaartcompartiment (3) en schuif de klep vervolgens in de richting
4
van de pijl (4).
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
• De SD-geheugenkaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Wanneer u het schuifje van de schrijfbeveiliging op LOCK zet, kunnen geen nieuwe gegevens worden weggeschreven naar de kaart, kunnen bestaande gegevens op de kaart niet worden gewist en kan de kaart niet worden geformatteerd door de camera of een computer.
• De SD-geheugenkaart kan heet zijn als u de kaart onmiddellijk na gebruik van de camera verwijdert.
• Verwijder de SD-geheugenkaart niet en schakel de stroom niet uit terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken. Anders kunnen gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
• Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar deze niet op een plaats met een hoge temperatuur.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart kan hierdoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
Schuifje voor
schrijfbeveiliging
3
Page 59
K-r_OPM_DUT.book Page 57 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
• Onder de volgende omstandigheden kunnen gegevens op de SD-geheugenkaart worden verwijderd. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens
(1) Als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker. (2) Als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit
of elektrische storingen. (3) Als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt. (4) Als de SD-geheugenkaart of de batterij wordt verwijderd terwijl er gegevens
op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
• Als de SD-geheugenkaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar ze wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
• Nieuwe SD-geheugenkaarten moeten worden geformatteerd. Dit geldt ook voor SD-geheugenkaarten die in andere camera’s zijn gebruikt.
1 Een SD-geheugenkaart formatteren (p.278)
• Het beheer van de gegevens op uw SD-geheugenkaart is volledig voor eigen risico.
57
2
Voorbereidingen
Opnameresolutie en Kwaliteitsniveau
Als JPEG de bestandsindeling is
Kies voor de opnamen de opnameresolutie (grootte) en het kwaliteitsniveau (JPEG-compressiefactor) die passen bij wat u met de opnamen wilt gaan doen. Opnamen met een hogere opnameresolutie of meer sterren (E) worden scherper afgedrukt. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt (het aantal opnamen dat op een SD-geheugenkaart past) wordt echter kleiner bij grotere bestanden.
Page 60
K-r_OPM_DUT.book Page 58 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
58
De kwaliteit van de opname of afdruk hangt af van het kwaliteitsniveau, de belichting, de resolutie van de printer en een aantal andere factoren. Dat betekent dat u nooit meer dan de daarvoor benodigde hoeveelheid pixels hoeft te kiezen. Wanneer u bijvoorbeeld op briefkaartformaat wilt afdrukken, is i (1728×1152) voldoende. Geef voor de opnameresolutie en het kwaliteitsniveau de instellingen op die tegemoetkomen aan het doel van de opname.
2
Voorbereidingen
1 JPEG-opnameresolutie instellen (p.200) 1 Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen (p.201)
JPEG-opnameresolutie, JPEG-kwaliteit en geschatte
opslagcapaciteit
(Bij gebruik van een SD-geheugenkaart van 2 GB)
JPEG kwal niveau
JPEG-resolutie
E (4288×2848) 281 495 975
J (3936×2624) 332 585 1138
P (3072×2048) 543 945 1807
(1728×1152) 1617 2793 5121
i
• De opslagcapaciteit voor opnamen kan variëren, al naar gelang het onderwerp, opnameomstandigheden, opnamefunctie, SD-geheugenkaart, e.d.
Als het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen, groter is dan 500, worden opnamen opgeslagen in mappen met steeds 500 opnamen. Als de functie Belichtingsbracketing echter actief is, worden de opnamen in dezelfde map opgeslagen totdat u klaar bent met het maken van opnamen, zelfs als daardoor meer dan 500 opnamen in één map terechtkomen.
C
Best
D
Beter
E
Goed
Als RAW de bestandsindeling is
Met de W kunt u opnamen opslaan in de flexibele JPEG-indeling of de kwalitatief hoogwaardige maar bewerkbare RAW-indeling. Als RAW-indeling kunt u kiezen voor de oorspronkelijke PEF-indeling van PENTAX of de voor algemene doeleinden bestemde DNG-indeling (Digital Negative), ontwikkeld door Adobe Systems. Op een SD-geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB kunt u maximaal 98 opnamen opslaan in PEF-indeling of DNG-indeling.
1 De bestandsindeling instellen (p.202)
Page 61
K-r_OPM_DUT.book Page 59 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Een objectief aansluiten
Sluit een passend objectief aan op de body van de camera. Als u met de W een van de volgende objectieven gebruikt, zijn alle opnamestanden van de camera beschikbaar.
(a) DA-, DA L-, D FA-, FA J-objectieven (b) Objectieven met een stand s (Auto) als de stand s wordt gebruikt
Zet de camera uit alvorens het objectief te bevestigen of te verwijderen om onverwachte bewegingen van het objectief te voorkomen.
• Als objectieven die bij (b) zijn beschreven, worden gebruikt in een stand
anders dan s, zijn sommige functies beperkt bruikbaar. Zie “Opmerkingen over [22. Diafragmaring gebruiken]” (p.325).
• Bij de fabrieksinstellingen werkt de camera niet met andere objectieven dan die boven zijn genoemd en accessoires. Stel [22. Diafragmaring gebruiken] in op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling 4] om deze wel te gebruiken. (p.325)
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Verwijder de dop van de cameravatting (1) en de dop van de objectiefvatting (2).
Zet een los objectief altijd met de vatting omhoog neer om beschadiging van de objectiefvatting te voorkomen.
59
2
Voorbereidingen
Page 62
K-r_OPM_DUT.book Page 60 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
60
3
Zorg dat de indextekens (de rode puntjes: 3) van de objectiefvatting op de camera en het objectief tegenover elkaar liggen. Draai vervolgens het objectief met de klok mee tot
2
Voorbereidingen
het vast klikt.
Draai het objectief, nadat u het op de body hebt bevestigd, tegen de klok in om te controleren of u het goed hebt gemonteerd.
4
Haal de frontdop van het objectief door de aangegeven delen naar binnen te duwen.
3
Als u het objectief wilt loskoppelen, houdt u de ontgrendelknop voor het objectief (4) ingedrukt en draait u het objectief tegen de wijzers van de klok in.
4
• Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk.
• De camerabody en objectiefvatting zijn voorzien van informatiecontacten en een AF-koppeling. Vuil, stof of corrosie kunnen problemen met het elektrische systeem of een incorrecte werking veroorzaken. U kunt de contacten indien nodig reinigen met een zachte, droge doek.
De dop van de cameravatting (1) is een dop die krassen en stof voorkomt tijdens het transport. Dop K voor de cameravatting (Body Mount Cap K) wordt separaat verkocht en kan worden vergrendeld.
Page 63
K-r_OPM_DUT.book Page 61 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
De zoekerdioptrie corrigeren
Pas de zoekerdioptrie aan uw gezichtsvermogen aan. Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, schuift u de dioptriecorrectieknop opzij. U kunt de dioptrie aanpassen van ca. –2,5 tot +1,5 m
1
Kijk door de zoeker en schuif de dioptriecorrectieknop naar links of naar rechts.
Duw tegen de dioptriecorrectieknop tot het AF-kader in de zoeker zo scherp mogelijk zichtbaar is.
Richt de camera op een witte muur of een ander effen en helder verlicht oppervlak.
–1
.
61
2
Voorbereidingen
AF-kader
• De oogschelp FQ is op de zoeker aangesloten wanneer de camera vanuit de fabriek wordt verzonden. De dioptrie-instelling kan worden gewijzigd met aangesloten oogschelp F gedaan wanneer u de oogschelp verwijdert.
• De oogschelp F in de richting van de pijl naar buiten te trekken. De oogschelp F u door deze in de groef op de zoeker te drukken.
• Het kan gebeuren dat u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, zelfs als u de dioptriecorrectieknop hebt ingesteld. Gebruik dan de optionele dioptriecorrectielensadapter M. U kunt die adapter echter alleen gebruiken als u de oogschelp F
Q verwijdert u door deze
Q verwijdert. (p.335)
Q, hoewel dit gemakkelijker kan worden
Q bevestigt
Page 64
K-r_OPM_DUT.book Page 62 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
62
De camera aan- en uitzetten
1
Zet de hoofdschakelaar op [ON].
De camera wordt ingeschakeld.
Zet de hoofdschakelaar in de stand [OFF]
2
Voorbereidingen
om de camera uit te zetten.
• Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is.
• De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er gedurende bepaalde tijd geen bedieningshandelingen zijn verricht. De camera kunt u opnieuw activeren door deze weer in te schakelen of een van de volgende handelingen te verrichten.
- Druk de ontspanknop tot halverwege in.
- Druk op de knop Q, 3 of M.
• Standaard wordt de camera automatisch uitgeschakeld na 1 minuut inactiviteit. U kunt die instelling wijzigen met de optie [Auto Uitsch.] in het menu [R Instellen 3]. (p.291)
Page 65
K-r_OPM_DUT.book Page 63 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Basisinstellingen
De eerste keer dat de camera na aankoop wordt aangezet, verschijnt het scherm [Language/u] op de monitor. Volg de onderstaande procedure om de weergavetaal en de actuele datum en tijd in te stellen. Als deze instellingen eenmaal zijn verricht, hoeven deze niet opnieuw te worden uitgevoerd nadat u de volgende keer de camera aanzet.
Als bij inschakeling van de camera het scherm [Datum instellen] verschijnt, volgt u de procedure in “Datum en tijd instellen” (p.67) om de datum en tijd in te stellen.
De weergavetaal instellen
MENU
Cancel OK
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul.
dd/mm/jj
00 00
63
2
Voorbereidingen
OK
24h
// 20100101
:
U kunt de taal kiezen waarin de menu’s, foutberichten, etc. worden weergegeven. U kunt een van de volgende talen kiezen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Koreaans, Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees en Japans.
1
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om de gewenste taal te selecteren.
MENU
Annul.
OK
OK
Page 66
K-r_OPM_DUT.book Page 64 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
64
2
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt in de geselecteerde taal.
Druk twee keer op de vierwegbesturing (3) en ga verder bij stap 10 op p.65 als u
W (Thuistijd) niet hoeft aan te passen.
2
Voorbereidingen
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar W.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [W Thuistijd] wordt weergegeven.
5
Selecteer met de vierwegbesturing (45) een plaats.
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Thuistijd
Nederlands
Stand.
Amsterdam
Zomertijd
MENU
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Zomertijd].
7
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
8
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt weer.
9
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Tekstformaat].
Annul.
OK
OK
Page 67
K-r_OPM_DUT.book Page 65 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
10
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer [stand.] of [Groot] met de vierwegbesturing (23).
Door [Groot] te selecteren wordt de tekstgrootte van de geselecteerde menu-items groter.
11
Druk op de knop 4.
12
Selecteer [instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Nederlands
Stand. Groot
OK
OK
Nederlands
Stand.
OK
OK
65
2
Voorbereidingen
13
Druk op de knop 4.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt.
In deze handleiding worden de menuschermen vanaf nu beschreven met [Tekstformaat] ingesteld op [Stand.].
Page 68
K-r_OPM_DUT.book Page 66 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
66
Als u een verkeerde taal heeft ingesteld
Als u in het scherm [Language/u] per abuis de verkeerde taal heeft geselecteerd en verder gaat met het scherm [Datum instellen], kunt u met de procedure hieronder weer de juiste taal kiezen. Als u de opnamestand van de camera al hebt geactiveerd (en de camera gereed is voor het maken van een opname), voert u de volgende handelingen vanaf stap 2 uit om de juiste taal in te stellen.
1
2
Voorbereidingen
Druk één keer op de knop 3 om de Hulpdisplay weer te geven op de monitor.
Het scherm rechts is een voorbeeld van de weergave van de Hulpdisplay. Wat precies wordt weergegeven is afhankelijk van de geselecteerde taal. Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden weergegeven op de monitor.
2
Druk één keer op de knop 3.
[A 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. H wordt weergegeven als de functiekiezer is ingesteld op H.
Program
P
Automatic Exposure
P
01/01/2010 00:00
3
Druk vijf keer op de vierwegbesturing (5).
[R 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. Druk zes keer op de vierwegbesturing (5) als de functiekiezer is ingesteld op H.
4
Druk op de vierwegbesturing (3) om [Language/u] te selecteren.
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/u] verschijnt.
6
Kies de gewenste taal met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Het menu [R Instellen 1] wordt weergegeven in de geselecteerde taal. Raadpleeg de volgende pagina’s om zo nodig de gewenste plaats voor [Thuistijd] en datum en tijd in te stellen.
• Thuistijd wijzigen: “Wereldtijd instellen” (p.280)
• Datum en tijd wijzigen: “De datum- en tijdweergave wijzigen” (p.280)
Page 69
K-r_OPM_DUT.book Page 67 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
• Als de thuistijd en de datum en tijd niet worden ingesteld, zal het scherm [Basisinstellingen] of het scherm [Datum instellen] wederom worden weergegeven als u de volgende keer de camera weer aanzet.
• Als u nog niet bent verdergegaan naar het scherm [Datum instellen], kunt u in het scherm [Language/u] opnieuw een taal kiezen met de vierwegbesturing (5).
67
Datum en tijd instellen
Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [dd/mm/jj].
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de datumnotatie te kiezen.
Kies [mm/dd/jj], [dd/mm/jj] of [jj/mm/dd].
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [24h].
4
Selecteer 24h (24-uurs weergave) of 12h (12-uurs weergave) met de vierwegbesturing (23).
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
MENU
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
MENU
/
:
/
:
0101
/
// 20100101
OK
/
// 2010
OK
24h
24h
dd/mm/jj
00 00
instellingen voltooid
Annul. OK
dd/mm/jj
00 00
instellingen voltooid
Annul. OK
2
Voorbereidingen
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Datumnotatie].
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Dat,].
Page 70
K-r_OPM_DUT.book Page 68 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
68
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
8
Stel de maand in met de vierwegbesturing (23).
Stel de dag en het jaar op dezelfde wijze in.
2
Voorbereidingen
Stel vervolgens de tijd in.
Als u [12h] hebt geselecteerd bij stap 4, verandert de aanduiding in am (vóór 12:00 uur ’s middags) of pm (na 12:00 uur ’s middags), al naar gelang de tijd.
9
Selecteer [instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul.
dd/mm/jj
// 20100101
:
00 00
dd/mm/jj
// 20100909
:
00 00
OK
OK
24h
OK
24h
OK
10
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Als u de datum en tijd instelt vanuit het menu, keert het scherm terug naar het menu [R Instellen 1]. Druk in dit geval op de knop 3.
Door op de knop 3 te drukken terwijl u de datum en tijd instelt, worden de instellingen geannuleerd die tot dat moment zijn verricht en schakelt de camera over op de opnamestand. Nadat de basisinstellingen zijn uitgevoerd en de camera wordt uitgezet voordat de datum- en tijdinstellingen voltooid zijn, dan zal het scherm [Datum instellen] als eerste verschijnen wanneer de volgende keer de camera weer wordt aangezet. In dit geval kunt u de datum en tijd ook later vanuit het menu instellen. (p.280)
• Als u in stap 10 op de knop 4 drukt, dan wordt de waarde van de seconden op 0 gezet. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de knop 4 wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 0 seconden aangeeft.
• U kunt de taal-, datum- en tijdinstellingen wijzigen vanuit het menu. (p.280, p.283)
Page 71
K-r_OPM_DUT.book Page 69 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
3 Basisbediening
In dit hoofdstuk wordt de basisbediening uitgelegd voor het maken van opnamen. Zet de functiekiezer op I (Auto Picture) om succesvol opnamen te maken.
Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor informatie over geavanceerde functies en instellingen voor opnamen.
Basishandelingen bij opnamen ..........................70
Werken met een zoomobjectief ..........................76
Gebruik van de ingebouwde flitser ....................77
Opnamen weergeven ...........................................85
Page 72
K-r_OPM_DUT.book Page 70 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
70
Basishandelingen bij opnamen
De camera vasthouden
Hoe u de camera vasthoudt, is van belang bij het maken van opnamen.
• Houd de camera stevig vast met beide handen en houd uw ellebogen dicht bij het lichaam.
• Druk de ontspanknop voorzichtig helemaal in wanneer u een opname maakt.
3
Basisbediening
Horizontale positie Verticale positie
• Om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het maken van de opname, kunt u met de camera steun zoeken op of tegen een vast object (bijvoorbeeld een tafel, muur of boom).
• Hoewel er individuele verschillen tussen fotografen bestaan, is de langst mogelijke sluitertijd voor een in de hand gehouden camera over het algemeen 1/(brandpuntsafstand ×1,5). De sluitertijd is bijvoorbeeld 1/75 seconde bij een brandpuntsafstand van 50 mm en 1/150 seconde bij een brandpuntsafstand van 100 mm. Gebruik een statief of de functie Shake Reduction bij gebruik van langere sluitertijden. (p.146)
• Door bij het maken van een opname met een teleobjectief een statief te gebruiken dat zwaarder is dan het totale gewicht van de camera en het objectief, voorkomt u dat de camera beweegt.
• Gebruik de functie Shake Reduction niet als u een statief gebruikt. (p.147)
Page 73
K-r_OPM_DUT.book Page 71 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
De camera de optimale instellingen laten bepalen
De W is uitgerust met verschillende opnamestanden, scherpstelstanden en transportstanden om tegemoet te komen aan al uw wensen op het gebied van fotografie. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop te drukken.
1
Zet de functiekiezer op I.
De camera bepaalt de meest geschikte opnamestand voor het onderwerp.
1 De juiste opnamestand kiezen (p.95)
71
3
Basisbediening
2
Zet de scherpstelfunctieknop op =.
De scherpstelfunctie verandert in = (Autofocus).
Wanneer in = de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, stelt de camera automatisch scherp. (p.127)
Page 74
K-r_OPM_DUT.book Page 72 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
72
3
Kijk door de zoeker voor een beeld van het onderwerp.
U kunt een zoomlens gebruiken om de grootte van het onderwerp in de zoeker te wijzigen. (p.76)
4
Breng het onderwerp binnen het AF-kader en druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie
3
Basisbediening
] verschijnt in de zoeker zodra het onderwerp scherp is gesteld.
In de stand I (Autom. opname) wordt automatisch de optimale opnamestand geselecteerd uit de standen U (stand.), = (Portret), s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.) en . (Portret bij nacht).
De ingebouwde flitser klapt automatisch uit wanneer dit nodig is.
1 De ontspanknop gebruiken (p.74) 1 Onderwerpen waarop moeilijk
automatisch kan worden scherpgesteld (p.75)
1 Gebruik van de ingebouwde flitser (p.77) 1 Het scherpstelgebied selecteren (AF-punt) (p.134)
Flitserstatus
MF
AF
Scherpstelindicatie
Page 75
Wissen
K-r_OPM_DUT.book Page 73 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Deze actie wordt “het ontspannen van de sluiter” of “het ontspannen” genoemd.
6
Bekijk de opname op de monitor.
Na de opname wordt deze gedurende één seconde op de monitor weergegeven (Momentcontrole).
1 De weergave voor Momentcontrole
instellen (p.286)
73
Tijdens de momentcontrole kunt u de opname uitvergroten door te drukken op de e-knop. (p.233)
Tijdens Momentcontrole kunt u de opname wissen door op K/i te drukken.
1 Eén enkele opname wissen (p.86)
• U kunt de camera ook zo instellen dat er automatisch wordt scherpgesteld als u op de knop =/L drukt, op dezelfde manier als bij het tot halverwege indrukken van de ontspanknop. (p.128)
• U kunt een voorbeeld van de te maken opname bekijken in de zoeker of op de monitor, en de compositie, belichting en scherpstelling beoordelen voordat u opnamen maakt. (p.142)
Wissen
3
Basisbediening
Page 76
K-r_OPM_DUT.book Page 74 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
74
De ontspanknop gebruiken
De ontspanknop heeft twee standen.
3
Basisbediening
Niet ingedrukt Half ingedrukt
(eerste positie)
Helemaal ingedrukt
(tweede stand)
Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt (eerste stand), worden de indicaties in de zoeker weergegeven en werkt het autofocussysteem. Als u de ontspanknop volledig indrukt (tweede stand), wordt de opname gemaakt.
• Wanneer u een opname wilt maken, moet u de ontspanknop voorzichtig indrukken om camerabeweging te voorkomen.
• Oefen het tot halverwege/helemaal indrukken van de ontspanknop goed in om te leren waar de eerste positie is.
• De zoekerindicaties worden weergegeven terwijl u de ontspanknop tot halverwege indrukt. Nadat u de knop heeft losgelaten, blijven de indicaties nog circa 10 seconden (standaardinstelling) zichtbaar als de timer voor de belichtingsmeting ingeschakeld is. (p.36, p.120)
Page 77
K-r_OPM_DUT.book Page 75 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld
Het autofocus-mechanisme is niet perfect. Scherpstellen kan moeilijk zijn bij het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden. Deze zijn ook van toepassing op handmatig scherpstellen met de scherpstelindicatie ] in de zoeker.
(a) Onderwerpen met een uitzonderlijk laag contrast, zoals een
witte muur, binnen het scherpstelkader
(b) Onderwerpen die weinig licht reflecteren binnen het
scherpstelkader (c) Onderwerpen die snel bewegen (d) Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond) (e) Patronen met verticale of horizontale lijnen die binnen het
scherpstelkader vallen (f) Verscheidene onderwerpen op voor- en achtergrond binnen
het scherpstelkader
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld op het onderwerp, stelt u de scherpstelfunctieknop in op \ en gebruikt u de handmatige scherpstelfunctie om via het matglas in de zoeker scherp te stellen op het onderwerp. (p.140)
75
3
Basisbediening
Wanneer (e) en (f) hierboven van toepassing zijn, is het onderwerp mogelijk niet scherpgesteld, zelfs wanneer de ] (scherpstelindicatie) wordt weergegeven.
Page 78
K-r_OPM_DUT.book Page 76 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
76
Werken met een zoomobjectief
Vergroot het onderwerp (tele-opname) of leg een groter gebied vast (groothoek) met een zoomobjectief. Stel het onderwerp in op de gewenste grootte en maak de opname.
1
Draai de zoomring rechtsom of linksom.
Draai de zoomring met de klok mee naar de telestand of tegen de klok in naar de groothoekstand.
3
Basisbediening
MF
AF
Groothoek Tele
• De beeldhoek wordt groter naarmate de brandpuntsafstand kleiner wordt. Hoe groter het getal, des te sterker het beeld wordt vergroot.
• Power Zoom-functies (Image Size Tracking, Zoom Clip en Auto Zoom Effect) zijn niet compatibel met deze camera.
Page 79
K-r_OPM_DUT.book Page 77 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Gebruik van de ingebouwde flitser
Gebruik de volgende procedures als u opnamen wilt maken bij weinig licht of tegenlicht en wanneer u de ingebouwde flitser wilt gebruiken. De ingebouwde flitser werkt optimaal voor een onderwerp op een afstand van circa 0,7 m tot 5 m. Bij een afstand van minder dan 0,7 m wordt de belichting niet juist ingesteld en kan er vignettering optreden (de hoeken van de opname worden zwart vanwege een gebrek aan licht; deze afstand varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief en de ingestelde gevoeligheid (p.186)).
Compatibiliteit van ingebouwde flitser en objectief
Afhankelijk van het gebruikte objectief en de opnamecondities kan vignettering optreden. Wij raden u aan een testopname te maken om de compatibiliteit te controleren.
1 Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser (p.188)
• Verwijder de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt.
• De ingebouwde flitser flitst volledig bij gebruik van objectieven die geen
functie hebben om de diafragmaring op het objectief op s (Auto) te zetten.
77
3
Basisbediening
Zie de “De flitser gebruiken” (p.181) voor meer informatie over de ingebouwde flitser en instructies voor het maken van opnamen met een externe flitser.
Page 80
K-r_OPM_DUT.book Page 78 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
78
De flitsfunctie instellen
Flitsinstelling Functie
De camera meet automatisch het omgevingslicht en bepaalt of de ingebouwde flitser wordt gebruikt. Indien nodig klapt de flitser automatisch uit en flitst deze automatisch, bijvoorbeeld als u een sluitertijd gebruikt waarbij het risico groot is dat de camera wordt bewogen of bij opnamen met tegenlicht (uitgezonderd in de stand s (Landschap), \ (Bewegend onderw.) of l (Nachtsnapshot) van de stand H (Scène)). De flitser kan uitklappen zonder daarna te flitsen als de camera constateert dat flitsen niet nodig is.
Hiermee flitst u handmatig. De flitser werkt alleen wanneer deze is uitgeklapt.
Hiermee gaat eerst een voorflits af om rode ogen tegen te gaan. Daarna gaat de automatische flits af.
Hiermee flitst u handmatig. Eerst gaat een voorflits af om rode ogen tegen te gaan. Daarna gaat de hoofdflits af.
Afhankelijk van het omgevingslicht wordt een langere sluitertijd ingesteld. Gebruik deze functie bijvoorbeeld als u een portretopname maakt tegen een zonsondergang; persoon en zonsondergang komen dan beide tot hun recht.
Eerst gaat een voorflits af om rode ogen tegen te gaan. Daarna gaat de hoofdflits af met Lange­sluitertijdsynchronisatie.
Geeft een flits af onmiddellijk voordat het sluitergordijn wordt gesloten. Daarmee maakt u opnamen van bewegende onderwerpen die een lichtspoor achter zich laten. (p.184)
U kunt een speciale externe flitser synchroniseren (AF540FGZ of AF360FGZ) zonder synchronisatiesnoer. (p.192)
3
Basisbediening
Auto ontladen
C
flitser
Handmatig
b
ontsteken
Auto + Anti
i
Rode Ogen
Handmatig +
D
Anti Rode Ogen
Lange-
G
sluitertijdsync
Lange-sltrtd +
H
Anti Rode Ogen
I
2e sluitergordijn­sync
k
Draadloze
r
bediening
Page 81
K-r_OPM_DUT.book Page 79 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Welke flitsfuncties kunnen worden geselecteerd, is afhankelijk van de opnamestand.
Opnamestand Selecteerbare flitsfunctie
I/=/s/q/\/./H
e/K/c E/F/G/H/I/r
b/a E/F/k/r
*1 Deze kan worden geselecteerd in de stand Q (Strand & sneeuw), K (Eten & drinken),
l (Nachtsnapshot), R (Kinderen) en Y (Huisdier) van de stand H.
1
Druk op de vierwegbesturing
*1
C/b/i/D/r
(3) in de opnamestand.
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
Op het scherm verschijnen de flitsfuncties die voor de ingestelde opnamestand kunnen worden gebruikt.
2
Selecteer een flitsfunctie met de vierwegbesturing (45).
Draai aan de e-knop om de flitsbelichtingscorrectie in te stellen. (p.84)
Flitsinstelling
Auto ontladen flitser
0.0
MENU
Annul. OK
79
3
Basisbediening
OK
3
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Page 82
K-r_OPM_DUT.book Page 80 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
80
Gebruik van de Automatische flitsfunctie C, i (Automatisch uitklappen van de flitser)
1
Zet de functiekiezer op I, =, q, . of H.
De flitser wordt uitgeschakeld als A (Nachtopname),
K (Zonsondergang), n (Podiumbelichting), Z (HDR nachtbeeld), U (Kaarslicht) of E (Museum) is geselecteerd in de stand H (Scène).
De ingebouwde flitser klapt niet uit als l (Nachtsnapshot) is geselecteerd in de stand H (Scène).
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De ingebouwde flitser klapt indien nodig uit en wordt opgeladen. Wanneer
3
Basisbediening
de flitser volledig is opgeladen, verschijnt b in de zoeker. (p.36)
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
4
Druk op het gedeelte dat wordt afgebeeld in de illustratie om de ingebouwde flitser in te klappen.
Kies tussen C (Auto ontladen flitser) en b (Handmatig ontsteken) door op K/i te drukken terwijl de ingebouwde flitser uitgeklapt is.
Page 83
K-r_OPM_DUT.book Page 81 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Gebruik van de Handmatige flitsfunctie b,
1
Druk op de knop K/i.
De ingebouwde flitser klapt uit en wordt opgeladen. De stand b wordt gebruikt ongeacht de instelling van de flitsfunctie. Als de flitser volledig opgeladen is, wordt in de zoeker b weergegeven. (p.36)
2
Druk de ontspanknop helemaal in.
De flitser gaat af en de opname wordt gemaakt.
81
D
3
Basisbediening
3
Duw de flitser omlaag om deze in te klappen.
Als de functiekiezer ingesteld is op a (Filtser UIT), klapt de ingebouwde flitser niet open, zelfs niet als u op de knop K/i drukt.
Page 84
K-r_OPM_DUT.book Page 82 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
82
Flitsen met Anti Rode Ogen gebruiken
Wanneer in een donkere omgeving opnamen met de flitser worden gemaakt, kunnen de ogen van het onderwerp rood overkomen. Dit wordt veroorzaakt door de weerspiegeling van de elektronische flitser in het netvlies. Deze weerspiegeling treedt op doordat pupillen in het donker wijder zijn. U kunt rode ogen niet voorkomen, maar met de volgende maatregelen kunt u er wel iets tegen doen.
• Maak de omgeving lichter voor de opname.
• Stel in op een grote hoek en maak de opname van dichterbij wanneer u een zoomobjectief gebruikt.
• Gebruik een flitser die anti rode ogen ondersteunt.
• Wanneer u een externe flitser gebruikt, zet u deze zo ver
3
Basisbediening
mogelijk weg van de camera.
De functie Anti Rode Ogen van deze camera vermindert het rode-ogeneffect door tweemaal te flitsen. Met Anti Rode Ogen wordt er een voorflits gegeven net voordat de sluiter ontspant. Dit vermindert de verwijding van pupillen. De hoofdflits wordt vervolgens gegeven op het moment dat de pupillen kleiner zijn, waardoor het rode-ogeneffect afneemt. Als u de functie Anti Rode Ogen wilt gebruiken in de Picture-stand of de stand H (Scène), selecteer dan D of F. Stel de functie in op F of H in andere standen.
Page 85
K-r_OPM_DUT.book Page 83 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Opnamen maken met daglichtsynchronisatie
Bij daglicht voorkomt de flitser schaduwen wanneer u een portretfoto maakt van iemand met schaduwen over het gezicht. Het gebruik van de flitser op deze manier wordt daglichtsynchronisatie genoemd. De stand b (Handmatig ontsteken) wordt gebruikt als u opnamen maakt met daglichtsynchronisatie.
Opnamen maken
1 Klap de ingebouwde flitser handmatig uit en controleer of de
flitsfunctie ingesteld is op E. (p.81)
2 Controleer of de flitser volledig is opgeladen. 3 Maak een opname.
83
3
Basisbediening
Zonder daglichtsynchronisatie Met daglichtsynchronisatie
Als de achtergrond te helder is, kan de opname worden overbelicht.
Page 86
K-r_OPM_DUT.book Page 84 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
84
Corrigeren van de flitsintensiteit
U kunt de flitsintensiteit wijzigen binnen een bereik van –2,0 tot +1,0. Op basis van het stapinterval dat ingesteld is bij [1. LW-stappen] (p.122) in het menu [A Pers.instelling 1] kunt u de volgende flitscorrectiewaarden instellen.
Stapinterval Flitscorrectiewaarde
–2,0, –1,7, –1,3, –1,0, –0,7, –0,3, 0,0, +0,3, +0,7, +1,0
–2,0, –1,5, –1,0, –0,5, 0,0, +0,5, +1,0
Flitsinstelling
Handmatig ontsteken
MENU
Annul.
3
Basisbediening
1/3LW
1/2LW
1
Draai aan de e-knop in het scherm [Flitsinstelling].
De flitscorrectiewaarde wordt weergegeven. Druk op de knop | als u de correctiewaarde van de flitsintensiteit wilt resetten naar 0,0. (Alleen beschikbaar als [Knop Snelinstelling] is toegewezen aan de knop | in de stand [Knop Snelinstelling] van het menu [A Opnamemodus 4]) (p.205)).
+0.3
OK
OK
• Als de flitsintensiteit het maximum overschrijdt, zal de correctie geen effect hebben, zelfs als de correctiewaarde wordt ingesteld naar de pluszijde (+).
• Corrigeren in de minrichting (–) heeft mogelijk geen effect wanneer het onderwerp te dichtbij is, het diafragma klein is of de gevoeligheid hoog is.
• De correctie van de flitsintensiteit werkt ook bij gebruik van externe flitsers die automatisch P-DDL-flitsen ondersteunen.
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen
U kunt de camera zo instellen dat opnamen kunnen worden gemaakt terwijl de flitser nog wordt opgeladen. Stel [16. Ontspant bij opladen] in op [Aan] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.94). Standaard staat de camera zo ingesteld dat geen foto’s kunnen worden gemaakt terwijl de flitser wordt opgeladen.
16.
Ontspant bij opladen
1
Uit Aan
2
Ontspannen mogelijk tijdens opladen van ingebouwde flitser
MENU
Annul.
OK
OK
Page 87
K-r_OPM_DUT.book Page 85 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Opnamen weergeven
Opnamen weergeven
U kunt gemaakte opnamen weergeven op het scherm.
Gebruik de bijgeleverde software “PENTAX Digital Camera Utility 4” om opnamen weer te geven op de pc. Raadpleeg “Gebruik van de bijgeleverde software” (p.306) voor meer informatie over de software.
1
Druk op de Q knop.
De weergavestand wordt geactiveerd en de laatst gemaakte opname (die met het hoogste bestandsnummer) wordt weergegeven op de monitor (bij video wordt het eerste frame van de video weergegeven op de monitor).
Druk tijdens weergave op de knop M als u wilt overschakelen naar weergave van andere informatie, bijvoorbeeld opnamegegevens van de weergegeven opname.
Zie p.30 voor meer informatie over de informatieweergaves.
85
3
Basisbediening
2
Druk op de vierwegbesturing (45).
4: Geeft de vorige opname weer. 5: Geeft de volgende opname weer.
Page 88
K-r_OPM_DUT.book Page 86 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
86
• Zie “Weergavefuncties” (p.227) voor verdere bijzonderheden over de functies van de weergavestand.
• Als de bestandsindeling van de laatst gemaakte opname JPEG is, en de gegevens van de opname nog in het buffergeheugen aanwezig zijn, kunt u de opname ook in de RAW-indeling opslaan door op de knop mc te drukken. Als de opname werd gemaakt met een van de volgende instellingen, dan wordt de RAW-opname opgeslagen op de aangeduide wijze.
• Dubbelopnamen RAW-opname met Dubbelopnamen
• Digitaal filter RAW-opname zonder filtereffect
• HDR-opname RAW-opname met standaardbelichting
• Cross-processing RAW-opname zonder Cross-processing
Eén enkele opname wissen
U kunt opnamen één voor één wissen.
3
Basisbediening
• Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
• Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. (p.250)
1
Druk op de Q knop en selecteer de opname die u wilt wissen met de vierwegbesturing (45).
2
Druk op de knop K/i.
Het scherm voor bevestiging van het wissen verschijnt.
Page 89
100-0105
K-r_OPM_DUT.book Page 87 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
3
Selecteer [Wissen] met de vierwegbesturing (23).
Selecteer een bestandsindeling die u wilt wissen bij opnamen die zijn gemaakt in de indeling RAW+.
1
JPEG wissen
RAW wissen
RAW+JPEG wissen
4
Druk op de knop 4.
De opname wordt gewist.
Zie “Meerdere opnamen wissen” (p.246) voor het wissen van meerdere opnamen in één keer.
Alleen de JPEG-opname wordt gewist.
Alleen de RAW-opname wordt gewist.
Wist opnamen in beide bestandsindelingen.
Wissen
Annuleren
100-0105
OK
OK
87
3
Basisbediening
Page 90
K-r_OPM_DUT.book Page 88 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
88
MEMO
3
Basisbediening
Page 91
K-r_OPM_DUT.book Page 89 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
4 Opnamefuncties
In dit hoofdstuk worden de elementaire en de geavanceerde opnamefuncties van de W beschreven.
Werken met de opnamefuncties .........................90
De juiste opnamestand kiezen ............................95
Belichting instellen ............................................100
Scherp stellen .....................................................127
Compositie, belichting en scherpstelling
controleren vóór de opname (Voorbeeld) ........142
De functie Shake Reduction gebruiken
om camerabewegingen te verminderen ...........146
Continuopnamen maken ...................................155
Opnamen maken met digitale filters ................ 162
Opnamen maken met Live weergave ............... 166
Video-opnamen maken ......................................172
Page 92
K-r_OPM_DUT.book Page 90 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
90
Werken met de opnamefuncties
U kunt opname-instellingen wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel, het menu [A Opnamemodus] of het menu [A Pers.instelling].
Zie “De menu’s gebruiken” (p.40) voor meer informatie over het werken met de menu’s.
Items instellen met richtingsknoppen
4
Druk in de opnamestand op de
Opnamefuncties
vierwegbesturing (2345) om de volgende instellingen op te geven.
Knop Onderdeel Functie Pagina
Transportstand
2
Flitsinstelling Hiermee stelt u de flitsmethode in. p.78
3
Witbalans
4
Gevoeligheid Hiermee stelt u de ISO-waarde in. p.102
5
Selecteert Continuopname, Zelfontspanner, Afstandsbediening of Belichtingsbracketing.
Wijzigt de kleurbalans in overeenstemming met de kleur van de lichtbron die het onderwerp verlicht.
p.155 p.150 p.152 p.122
p.208
Page 93
K-r_OPM_DUT.book Page 91 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Onderdelen van het menu Opnamemodus
De hieronder genoemde functies kunnen worden ingesteld in de menu’s van [A Opnamemodus 1-4]. Druk in de opnamestand op de knop 3 om het menu [A Opnamemodus 1] op te roepen.
Menu Onderdeel Functie Pagina
Aangepaste opname
Bestandsindeling
JPEG-resolutie
JPEG
A1
kwaliteitsniveau
AF-modus
Autom. lichtmeting
Selecteer AF-punt
Cross-processing
Digitaal filter
HDR-opname
A2
Dubbelopnamen
Intervalopname
Ruisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. lange sltrtijd
*1
*1
*1
Stelt de afwerking van de opname in met betrekking tot bijvoorbeeld kleur en contrast voordat de opname wordt gemaakt.
*1
Stelt de bestandsindeling in. p.202
Stelt de opnamegrootte in van opnamen die
*1
worden opgeslagen in de JPEG-indeling.
Stelt de kwaliteit in van opnamen die worden
*1
opgeslagen in de JPEG-indeling.
Selecteert de autofocusstand. p.130
Selecteert het gedeelte van de zoeker dat
*1
moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting.
Selecteert het gedeelte van de zoeker
*1
waarop moet worden scherp gesteld.
Wijzigt de tinten en het contrast door digitale
*1
cross-processing uit te voeren.
Past een digitaal filtereffect toe bij het maken van opnamen.
Maakt het maken van opnamen bij een groot
*1
dynamisch bereik mogelijk.
Creëert een samengesteld beeld door meerdere opnamen te maken.
Maakt opnamen met een ingesteld interval vanaf een vastgesteld tijdstip.
Stelt in of ruis moet worden onderdrukt bij een hoge ISO-gevoeligheid.
Stelt in of ruisonderdrukking moet worden gebruikt bij opnamen met een lange sluitertijd.
p.221
p.200
p.201
p.118
p.134
p.224
p.162
p.217
p.159
p.157
p.104
p.106
91
4
Opnamefuncties
Page 94
K-r_OPM_DUT.book Page 92 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
92
Menu Onderdeel Functie Pagina
Video Stelt de video-instellingen in. p.172
Live weergave
Momentcontrole
A3
Instelling D-range
Objectiefcorrectie
Kleurruimte Stelt de te gebruiken kleurruimte in. p.214
4
Opnamefuncties
*1 Kan worden ingesteld op het bedieningspaneel.
RAW-formaat
Knop Snelinstelling
A4
AF/AE-L-knop
Geheugen
Shake Reduction
Inv brandp afstand
Stelt de weergave-instellingen van Live weergave in.
Stelt de weergave-instellingen van Momentcontrole in.
Breid het dynamisch bereik uit en voorkomt
*1
over- en onderbelichte gebieden.
Corrigeert vervormingen en chromatische vergrotingsaberraties die optreden als
*1
gevolg van de eigenschappen van het objectief.
Selecteert de bestandsindeling van opnamen die worden opgeslagen in de RAW-indeling.
Wijst de functie toe die moet worden opgeroepen als de knop | (Snelinstelling) wordt ingedrukt.
Wijst de functie toe die moet worden opgeroepen als de knop =/L wordt ingedrukt.
Bepaalt welke instellingen moeten worden opgeslagen wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
*1
Activeert de functie Shake Reduction. p.147
Stelt de brandpuntsafstand in bij het gebruik van een objectief dat niet automatisch objectiefinformatie kan doorgeven.
p.167
p.286
p.215 p.216
p.219
p.204
p.205
p.125 p.128
p.298
p.148
Page 95
K-r_OPM_DUT.book Page 93 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Onderdelen van het menu Persoonlijke instelling
Stelt de menu’s van [A Pers.instelling 1-4] in om optimaal te profiteren van de functies van de spiegelreflexcamera.
Menu Onderdeel Functie Pagina
1. LW-stappen Stelt de aanpassingsstappen voor de belichting in. p.122
2. Gevoeligheids­stappen
3. Uitgebreide gevoeligheid
4. Bedrijftijd lichtmtr
A1
5. AE-L met AF lock
6. Koppelt belicht.+ AF
7. Volgorde A Bracketing
8. AF-punt weergeven
9. AF.S-instelling
10. AF.C­instelling
11. AF-hulplicht
A2
12. WB bij flitsen
13. AWB bij lamplicht
14. AF met afstands­bediening
Stelt de aanpassingsstappen voor de ISO-gevoeligheid in.
Vergroot de onderste en bovenste gevoeligheidslimiet.
Stelt de bedrijftijd voor de timer van de belichtingsmeting in.
Stelt in of de belichtingswaarde moeten worden vergrendeld nadat scherp gesteld is.
Stelt in of de belichtingswaarde en het AF-punt in het scherpstelgebied tijdens meervlaksmeting moeten worden gekoppeld.
Stelt de volgorde in voor het maken van opnamen met Belichtingsbracketing.
Stelt in of het geselecteerde AF-punt in de zoeker al dan niet moet worden weergegeven.
Stelt de prioriteit van acties in voor wanneer de stand = is ingesteld op l en de ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
Stelt de prioritieit van acties in voor Continuopname wanneer de stand = is ingesteld op k.
Stelt in of het AF-hulplicht moet worden gebruikt tijdens automatische scherpstelling op donkere locaties.
Instellen van de witbalans bij gebruik van de flitser.
Stelt in of de kleurtoon van lamplicht al dan niet moet worden aangepast als de witbalans is ingesteld op F (Automatische witbalans).
Stelt in of autofocus moet worden gebruikt bij het maken van opnamen met de afstandsbediening.
p.103
p.103
p.120
p.138
p.119
p.122
p.135
p.130
p.131
p.132
p.209
p.154
93
4
Opnamefuncties
Page 96
K-r_OPM_DUT.book Page 94 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
94
Menu Onderdeel Functie Pagina
Stelt in dat bediening met de afstandsbediening mogelijk is terwijl de sluitertijd is ingesteld op h.
Stelt in of de sluiter al dan niet kan worden ontspannen terwijl de ingebouwde flitser nog bezig is met opladen.
Stelt de flitsmethode in van de ingebouwde flitser bij draadloze bediening.
Stelt in of tijdens het maken van opnamen al dan niet rotatie-informatie moet worden opgeslagen.
Stelt in of de laatste menutab die op de monitor wordt weergegeven, moet worden opgeslagen en opnieuw moet worden weergegeven als de volgende keer de knop 3 wordt ingedrukt.
Indien deze functie ingesteld is op [Aan] en [AF-modus] ingesteld is op f of l en een objectief met handmatige scherpstelling wordt gebruikt, is het maken van catch-in focus opnamen mogelijk en wordt de sluiter automatisch ontspannen op het moment dat scherp is gesteld op het onderwerp.
Past de positie van het AF-punt aan. p.132
Stelt in of de sluiter al dan niet kan worden ontspannen wanneer de diafragmaring in een andere stand staat dan s.
Zet alle instellingen in de menu’s van [A Pers.instelling 1-4] terug naar de standaardinstelling.
4
Opnamefuncties
15. Afst bed bij tijdopname
16. Ontspant bij opladen
17. Draadloos flitsen
18. Rotatie-info opslaan
A3
19. Menulocatie opslaan
20. Catch-in focus
21. AF­aanpassing
22. Diafragmaring gebruiken
A4
Reset pers.instellingen
p.118
p.84
p.193
p.245
p.285
p.141
p.325
p.322
Page 97
K-r_OPM_DUT.book Page 95 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
De juiste opnamestand kiezen
U kunt een opnamestand kiezen door een pictogram op de functiekiezer tegenover de functie-indicatie te zetten.
Functie-indicatie
De W is uitgerust met verschillende opnamestanden, zodat u opnamen kunt maken die helemaal passen binnen uw visie op fotografie. De camera is uitgerust met de volgende opnamestanden.
95
4
Opnamefuncties
Opnamestand Stand Pagina
I (Autom. opname)/ = (Portret)/ s (Landschap)/ q (Macro)/ \ (Bewegend onderw.)/ . (Portret bij
Opnamefuncties
H (Scène)­standen
Belichtingsstanden
Videostand C (Video) p.172
nacht)/ a (Filtser UIT) (Bij het maken van opnamen met Live weergave kunnen d (Blue Sky) en K (Zonsondergang) ook worden geselecteerd in de stand I.)
A (Nachtopname)/ Q (Strand & sneeuw)/ K (Eten & drinken)/ K (Zonsondergang)/
n (Podiumbelichting)/ l (Nachtsnapshot)/ Z (HDR nachtbeeld)/ R (Kinderen)/ Y (Huisdier)/ U (Kaarslicht)/ E (Museum)
e (Programma)/ K (Gevoel. voorkeuze)/ b (Sl.tijd voorkeuze)/ c (Diafr. voorkeuze)/ a (Manueel)
p.96
p.97
p.99
Page 98
K-r_OPM_DUT.book Page 96 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
96
Picture-standen
Stel de functiekiezer in op =, s, q, \, . of a als u in de stand I (Autom. opname) de gewenste opname niet kunt maken. De opnamestanden hebben de volgende kenmerken.
Stand Kenmerken
De optimale opnamestand wordt automatisch gekozen uit de standen U (stand.), = (Portret), s (Landschap),
I Autom. opname
4
Portret
=
Opnamefuncties
Landschap
s
Macro
q
Bewegend
\
onderw.
Portret bij nacht
.
Filtser UIT
a
q (Macro), \ (Bewegend onderw.) en . (Portret bij
nacht). Bij het maken van opnamen met Live weergave kunt u ook d (Blue Sky) en K (Zonsondergang) selecteren.
Optimaal voor het maken van portretten. Produceert natuurlijke huidtinten.
Verdiept het scherpstelbereik, benadrukt contouren en verzadiging van bomen en lucht, en zorgt voor een levendige opname.
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van bloemen en andere kleine onderwerpen op korte afstand.
Hiermee kunt u scherpe opnamen maken van een snel bewegend onderwerp, zoals bij sportevenementen. De transportstand is vast ingesteld op g (Continuopname (snel)).
Hiermee kunt u opnamen van mensen tegen een nachtelijke achtergrond of tijdens de schemering.
De flitser is uitgeschakeld. Andere instellingen zijn gelijk aan U (stand.) in I.
In de stand . zal de camera, ook al wordt de flitser wel gebruikt, lange sluitertijden gebruiken zodat de achtergrond buiten het bereik van de flitser ook correct belicht op de opname komt (1 Lange-sluitertijdsynchronisatie (p.182)). Gebruik de functie Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als \ automatisch wordt geselecteerd in I, worden opnamen gemaakt met de transportstand die eerder was ingesteld.
Page 99
K-r_OPM_DUT.book Page 97 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
H-standen
Als u de functiekiezer op H (Scène) zet, kunt u kiezen uit de volgende 11 opnamestanden.
Stand Kenmerken
A Nachtopname
Q Strand & sneeuw
K Eten & drinken
K Zonsondergang
n Podiumbelichting
l Nachtsnapshot
Z HDR nachtbeeld
R Kinderen
Y Huisdier
U Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht.
E Museum Voor opnamen op plaatsen waar flitsen verboden is.
Voor nachtopnamen. Gebruik een statief o.i.d om beweging te voorkomen.
Voor opnamen van verblindende achtergronden, zoals besneeuwde bergen.
Opnamen van voedsel. Hoge kleurverzadiging voor aantrekkelijke weergave.
Voor opnamen van zonsopgang of zonsondergang in mooie kleuren.
Voor opnamen van bewegende onderwerpen onder slechte belichtingsomstandigheden.
Voor het maken van opnamen onder slechte belichtingsomstandigheden.
Maakt 3 opnamen om één HDR beeld te genereren. Belichting geoptimaliseerd voor weinig licht.
Voor het maken van opnamen van bewegende kinderen. Produceert natuurlijke huidtinten. De transportstand is vast ingesteld op g (Continuopname (snel)).
Voor het maken van opnamen van huisdieren. De transportstand is vast ingesteld op g (Continuopname (snel)).
97
4
Opnamefuncties
De flitser wordt uitgeschakeld bij A, K, n, Z, U en E. Gebruik de functie Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Page 100
HDR OFF
OFF
OFF
Nachtopname
K-r_OPM_DUT.book Page 98 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
98
Een opnamescène selecteren
1
Zet de functiekiezer op H.
Het statusscherm van de scènestanden wordt weergegeven.
2
Druk op de knop M.
Op het bedieningspaneel wordt het pictogram van de op dat moment geselecteerde opnamestand weergegeven.
4
Opnamefuncties
3
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om [Scènemodus] te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm voor keuze van de scène verschijnt.
1/
15 4.0
ISO
1600
AUTO
1122+3-3
12M
JPEG
Scènemodus Nachtopname
OFF
AF.A
JPEG
12 M
OFF
AWB
AF.A
F
HDR
OFF
[
[
123
37
ISO
]
]
4
Selecteer met de vierwegbesturing (2345) of e-knop de gewenste scène.
SCN
Nachtopname
Voor nachtopnamen Gebruik statief o.i.d om beweging te voorkomen
MENU
Annul.
OK
OK
Loading...