Wij danken u v oor de aanschaf van deze Onkyo stereoreceiver. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig
door alvorens het apparaat aan te sluiten en de stekker
in de contactdoos te steken.
Als u de instructies uit deze handleiding opvolgt, kunt
u de beste prestaties uit uw nieuwe
optimaal van uw muziek genieten.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor raadpleging in
de toekomst.
versterker
Bruksanvisning
T ack för att ha köpt Onkyos Stereo Recei ver . Läs bruksanvisningen noga innan du utför anslutningarna och
kopplar in enheten.
Följer du anvisningarna i denna bruksanvisning kommer din nya Integrerade förstärkare att ge dig bästa
möjliga resultat och ljudupplevelse.
Spara manualen så du kan gå tillbaka till den i
framtiden.
halen en
Inleiding
Inledning
Aansluitingen
Anslutningar
Naar audiobronnen luisteren
Lyssna på audiokällor
Overige
Verhelpen van storingen
Technische gegevens
Övrigt
Felsökning
Specifikationer
.......................................Sv-
................................Sv-
...............Nl-
....................Nl-
Nl-
Sv-
Nl-
Sv-
Nl-
Sv-
2
2
12
12
19
19
31
33
31
33
NlSv
WAARSCHUWING:
OM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE
VOORKOMEN MAG DIT APPARAAT NIET AAN
VOCHTIGHEID OF REGEN BLOOTGESTELD
WORDEN.
OPGELET:
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN MAG NOCH DE BEHUIZING NOCH HET
ACHTERPANEEL WORDEN GEOPEND. LAAT
ONDERHOUD AAN PROFESSIONELE ONDERHOUDSMONTEURS OVER.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
1. Lees de gebruiksaanwijzing.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle aanwijzingen op.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Gebruik een droge doek om het apparaat schoon te
maken.
7. Zorg dat de ventilatie-openingen niet worden afgesloten. Stel het apparaat op overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant.
8. Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron zoals een verwarmingsradiator, kachel, gasfornuis of ander apparaat (inclusief een versterker) dat
warmte afgeeft.
9. Zorg dat u niet de veiligheidsvoorziening van de
gepolariseerde netstekker of de geaarde netstekker
teniet doet. Een gepolariseerde stekker heeft twee
ongelijke pennen. Een geaarde stekker heeft twee pennen en tevens een derde aardingspen. De brede pen of
de derde aardingspen is aangebracht voor uw veiligheid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet u contact opnemen met een elektricien
om het oude stopcontact te laten vervangen.
10. Leid het netsnoer zodanig dat er niet over gelopen
wordt of dat het snoer klemgedrukt wordt. Vooral
op de plaats van de stekker, het stopcontact of het
punt waar het snoer uit het apparaat komt, moet u
voorzichtig zijn.
11. Gebruik alleen hulpstukken/accessoires die door de
fabrikant worden aanbevolen.
12. Gebruik alleen een verrijdbaar onderstel, standaard,
steun of tafel die door de
fabrikant wordt aanbevolen
of die bij het apparaat wordt
verkocht. Wanneer het apparaat op een verrijdbaar
onderstel staat, moet u dit
bijzonder voorzichtig bewegen om te voorkomen dat
het apparaat valt.
13. Trek de stekker uit het stopcontact bij bliksem of
wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te
gebruiken.
14. Laat alle onderhoudswerkzaamheden over aan bevoegd
onderhoudspersoneel. Laat het apparaat nakijken wanneer er beschadigingen worden vastgesteld, zoals een
beschadigd netsnoer of netstekker, wanneer er vloeistof
of voorwerpen in het apparaat terecht zijn gekomen,
Nl-
2
WAARSCHUWING
VERRIJDBAAR ONDERSTEL
S3125A
WARNING
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
Deze lichtflits met pijlpunt in een gelijkzijdige
driehoek dient de gebruiker er op attent te maken dat
er niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in de
behuizing van het toestel is en personen bij een
verkeerde behandeling een elektrische schok op
zouden kunnen lopen.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek dient de
gebruiker er op attent te maken dat er belangrijke
aanwijzingen voor bediening en onderhoud (reparatie)
in de bij het toestel geleverde gebruiksaanwijzing
aanwezig zijn.
AVIS
RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE
NE PAS
OUVRIR
wanneer het apparaat blootgesteld heeft gestaan aan
regen of vocht, wanneer het apparaat niet normaal
werkt of als het apparaat is gevallen.
15. Storingen die reparatie vereisen
In de volgende gevallen moet u de stekker uit het
stopcontact trekken en het apparaat door een
bevoegd onderhoudsmonteur laten nakijken:
A. Wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd
is;
B. Wanneer er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat is terechtgekomen;
C. Wanneer het apparaat in de regen heeft gestaan;
D. Wanneer het apparaat niet normaal werkt terwijl
u de bedieningsaanwijzingen juist uitvoert.
Gebruik alleen de regelaars die in de gebruiks-
aanwijzing worden beschreven om het apparaat
te bedienen. Het maken van ongeoorloofde
afstellingen e.d. kan resulteren in ernstige
beschadiging en vereist in veel gevallen een uit-
gebreide reparatie door een bevoegd onder-
houdsmonteur om het apparaat weer in de
oorspronkelijke toestand terug te brengen;
E. Wanneer het apparaat gevallen is of de ombouw
beschadigd is;
F. Wanneer het apparaat niet naar behoren functio-
neert of wanneer de prestaties afnemen.
16. Voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in het apparaat, want deze kunnen in contact komen met gevaarlijke spanningspunten of kortsluiting veroorzaken,
wat kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Stel het apparaat niet bloot aan waterdruppels of
opspattend water en plaats ook geen voorwerpen
met een vloeistof erin, zoals een bloemenvaas, op
het apparaat.
Plaats geen kaarsen of andere brandende voorwerpen op het apparaat.
17. Batterijen
Neem alle plaatselijke en landelijke voorschriften in
acht wanneer u gebruikte batterijen weggooit.
18. Als u het apparaat in een omsloten ruimte opstelt,
zoals een audiokastje of boekenrek, moet u er ook
op letten dat er voldoende ventilatie is.
Zorg ervoor dat er minstens 20 cm ruimte openblijft
aan de bovenkant en de zijkanten en 10 cm aan de
achterkant. De achterrand van een plank of plaat die
boven het apparaat is, moet 10 cm verwijderd zijn van
de wand of muur zodat er een soort schoorsteenpijpopening is waardoor de warme lucht kan ontsnappen.
Voorzorgsmaatregelen
1. Door auteursrecht beschermde opnamen
gezonderd voor strikt persoonlijk gebruik, is het
opnemen van door auteursrecht beschermd beeld- en
geluidsmateriaal bij de wet verboden, tenzij na uitdrukkelijke toestemming van de auteursrechthouder.
2. Netstroomzekering – De netstroomzekering
bevindt zich binnenin dit apparaat en kan niet door
de gebruiker worden vervangen. Als u dit apparaat
niet kunt inschakelen, moet u contact opnemen met
een Onkyo-dealer.
3. Onderhoud—Het is aanbevolen dit apparaat regel-
matig af te stoffen met een zachte doek. Aanklev end
vuil kunt u verwijderen met een zachte doek die u
licht bevochtigt met wat mild zeepsop. Droog het
apparaat daarna onmiddellijk na met een schone
droge doek. Gebruik voor het schoonmaken nooit
een schuurspons of chemische middelen zoals spiritus of thinner, aangezien dergelijke middelen de
afwerking kunnen aantasten of de opschriften van
het voorpaneel kunnen verwijderen.
4. Stroomvoorziening
WAARSCHUWING
VOORDAT U DIT APPARAAT VOOR HET EERST
OP HET STOPCONTACT AANSLUIT, DIENT U
VOORAL DE ONDERSTAANDE PARAGRAFEN
AANDACHTIG DOOR TE LEZEN.
De spanning van het lichtnet kan van land tot land
verschillen. Overtuig u ervan dat de plaatselijke netspanning overeenkomt met de spanningsvereiste die
staat vermeld op het achterpaneel van dit apparaat
(bijv. 230 V wisselstroom, 50 Hz of 120 V wisselstroom, 60 Hz).
De elektriciteitskabel wordt gebruikt om dit apparaat van de AC-voedingsbron los te maken. Zorg
ervoor dat de stekker steeds gereed is voor gebruik
(gemakkelijk bereikbaar).
Sommige modellen zijn voorzien van een spanningskiezer zodat het apparaat ook in landen met een
andere netspanning kan worden gebruikt. Voordat u
een model met een spanningskiezer op het stopcontact aansluit, dient u te controleren of de spanningskiezer staat ingesteld op de plaatselijke netspanning.
Als u op de knop [ON/STANDBY] drukt om het
apparaat in ruststand te zetten, is het apparaat niet
volledig uitgeschakeld. Verwijder de stekker van de
elektriciteitskabel uit het stopcontact als u het apparaat voor een langere periode niet zal gebruiken.
5. Raak dit apparaat nooit met natte handen aan—
Raak dit apparaat en het netsnoer niet aan wanneer
uw handen nat op vochtig zijn. Mocht er water of
een andere vloeistof in het inwendige van het apparaat terechtkomen, laat u het dan inspecteren door
uw plaatselijke Onkyo handelaar.
6. Omgang met het apparaat
• Als u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het
dan zo goed mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, zoals u het bij aflevering hebt aangetroffen.
• Gebruik geen spuitbusmiddelen, zoals haarlak of
insecticide, in de buurt van dit apparaat. Laat
geen plastic of rubber voorwerpen lang achtereen
op het apparaat liggen, want dat kan lelijke plekken op de ombouw achterlaten.
—Uit-
• W anneer het apparaat lang achtereen in gebruik is,
kunnen de bovenkant en het achterpaneel erg warm
worden. Dit is normaal en vormt geen probleem.
• Als het apparaat lang achtereen niet gebruikt
wordt, kan het de eerstvolgende keer niet altijd
goed werken, dus we raden u aan het af en toe
eens in te schakelen en even te gebruiken.
Voor de Europese modellen
Verklaring Van Conformiteit
Wij,
ONKYO EUROPE
ELECTRONICS GmbH
LIEGNITZERSTRASSE 6,
82194 GROEBENZELL,
DUITSLAND
verklaren onder eigen verantwoordelijkheid, dat het ONKYO
produkt beschreven in deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de
betreffende technische normen, zoals: EN60065, EN55013,
EN55020 en EN61000-3-2, -3-3.
90 Watt/Kanaal @ 4 ohm (IEC)
(Europese en Australische modellen)
❑
WRAT (Wide Range Amplifier Technology)
❑
High-Current, lage impedantie sturing
❑
Discrete Output Stage Circuitry
❑
5 audio-ingangen (CD, TAPE 1, TAPE 2,
LINE 1/DVD, LINE 2) en 2 uitgangen
❑
Phono-ingang
❑
Luidsprekerset A/B-klemmen
❑
RDS (PS/PTY/RT/TP)(Europese model)
❑
IR (ingang/uitgang)
❑
Luidsprekerklemmen compatibel met
banaanstekkers (Noord-Amerikaans model)
❑
Compatibel met RI-dock voor de iPod
Plaats het deksel op het vak nadat de
3
batterijen correct zijn geplaatst.
Opmerkingen:
• Als de afstandsbediening niet meer goed werkt, moet
u beide batterijen door nieuwe vervangen.
• Gebruik geen nieuwe en oude batterijen of batterijen
van een verschillend type door elkaar.
• Als u de afstandsbediening langere tijd niet denkt te
gebruiken, moet u de batterijen eruit verwijderen om
lekkage en corrosie te voorkomen.
• Neem lege batterijen onmiddellijk uit de
afstandsbediening om lekkage en corrosie te
voorkomen.
Nl-
5
Kennismaking met de receiver
Voorpaneel
Noord-Amerikaans model
15798J23 46
PRKQNLMO
Andere modellen
15798J23 46
* De naam van de toetsen en andere bedieningen kan variëren afhankelijk v an de bestemming. Raadpleeg
de beschrijving op de volgende pagina voor verdere informatie.
PRKQNLMO
Nl-
6
Kennismaking met de receiver—Vervolg
In de verklaring bij sommige toetsnummers
(bijvoorbeeld
van de toets, omdat de naam en de functie variëren
afhankelijk van model of bestemming. Raadpleeg de
beschrijving op basis van het model in uw bezit.
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor
verdere informatie.
A
Ruststand/aan-toets (ON/STANDBY) (19)
Zet de receiver aan of in ruststand
B
Schakelaars luidsprekers A en B
(SPEAKERS A/B) (20)
Zet de luidsprekersets A en B aan of uit.
C
Afstandsbedieningssensor (11)
Ontvangt besturingssignalen van de
afstandsbediening.
D
DISPLAY (27)
Geeft uiteenlopende informatie weer over de op dat
moment geselecteerde ingangsbron.
E
T oetsen TUNING OMHOOG/OMLAAG
( DOWN/UP ) (25, 28)
Gebruik voor het afstemmen op radiozenders.
F
Toets DIRECT TUNING (26)
Als de frequentie van de zender waarnaar u wilt
luisteren u bekend is, kunt u de zender selecteren
door de frequentie direct in te voeren met behulp
van deze toets en de cijfertoetsen.
Toets voor tekens (CHARACTER)
G
Gebruik deze toets om het nummer van een FM- of
AM-voorkeuzezender van een label te voorzien.
Toets RT/PTY/TP (28)
Op het Europese model is deze toets voorzien van
het opschrift RT/PTY/TP en wordt gebruikt voor
RDS (Radio Data System). Zie “Gebruik van RDS
(alleen voor de Europese modellen)” op pagina 27.
7
en
9
) vindt u meerdere beschrijvingen
H Cijfertoetsen (26, 29)
Gebruik deze toetsen om een zender te selecteren
door de frequentie van de zender direct in te voeren
of het voorkeuzenummer van een zender van een
label te voorzien.
I Toets voor dimmen (DIMMER) (21)
Voor het instellen van de helderheid van het display.
Toets SCAN(28)
Gebruik deze toets om een zender te vinden met
RDS.
J Hoofdvolumeregelaar (MASTER VOLUME)
(20)
Stelt het volume van de receiver in.
K Balansregelaar (BALANCE) (22)
Met deze regelaar kunt u de balans van het
geluidsniveau tussen het linker- en het rechterkanaal
voor luidsprekers en koptelefoon afstellen.
L Hogetonenregelaar (TREBLE) (22)
Met deze regelaar kunt u het niveau van de hoge
tonen instellen.
M Lagetonenregelaar (BASS) (22)
Met deze regelaar kunt u het niveau van de lage
tonen instellen.
N Afstemfunctietoets (TUNING MODE) (25, 26)
Selecteert de automatische of de handmatige
afstemfunctie voor AM- en FM-radio.
O Geheugentoets (MEMORY) (26)
W ordt gebruikt v oor het opslaan of v erwijderen van
vastgelegde voorkeuzezenders.
P Ingangskeuzetoetsen (20, 23)
Selecteert de ingangsbronnen.
De TAPE 2 MONITOR-toets wordt ook gebruikt
voor de bewaking van het opgenomen geluid.
Q Ruststand-indicator (STANDBY) (19)
Deze indicator licht op wanneer de receiver in de
ruststand (standby) staat en knippert wanneer een
signaal wordt ontvangen vanaf de
afstandsbediening.
R Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES) (21)
Op deze 1/4-inch klinkstekkerbus kan een standaard
hoofdtelefoon worden aangesloten om te luisteren
zonder anderen te storen.
Nl-
7
Kennismaking met de receiver—Vervolg
Achterpaneel
15432
6789 JKL
A-stekerbussen afstandsbediening
(REMOTE CONTROL)
Deze (Interactieve afstandsbediening)stekerbussen kunnen worden aangesloten op de
-stekerbussen op uw andere Onkyo-apparaten.
De afstandsbediening van de receiver kan dan
gebruikt worden om al uw apparaten te bedienen.
Maak een analoge audioverbinding tussen de
receiver en ieder apparaat om te gebruiken.
B IR IN/OUT
Een los verkrijgbare IR-ontvanger kan worden
aangesloten op de IR IN-stekerbus, zodat u de
receiver kunt bedienen als deze zich niet in uw
gezichtsveld bevindt, bijvoorbeeld als hij in een kast
is geïnstalleerd.
Een los verkrijgbare IR-zender kan worden
aangesloten op de IR OUT-stekerbus om IRsignalen (infrarood) van de afstandsbediening ook
naar andere apparaten te zenden.
C AM-antenne
Gebruik deze druktype-klemmen voor het
aansluiten van een AM-antenne.
D FM-antenne
Gebruik deze stekerbus voor het aansluiten van een
FM-antenne.
E AC OUTLET
Deze geschakelde netuitgang kan worden gebruikt
voor het voeden van een ander apparaat.
De uitvoering van deze netuitgangen verschilt
afhankelijk van het land waar de receiv er is gekocht.
F PHONO (MM)-ingang en aardingsklem
Gebruik deze analoge audio-ingang voor het
aansluiten van een draaitafel met een draaiend
magneetelement. Gebruik de schroef rechts boven
de PHONO (MM)-ingangen voor het aansluiten van
een aardkabel van een draaitafel.
G CD-ingang
Gebruik deze analoge audio-ingang voor aansluiting
op de analoge audio-uitgang van een CD-speler.
H TAPE 1/2 IN/OUT
Gebruik deze analoge audio-ingang en -uitgang
voor aansluiting op de analoge audio-ingang en uitgang van een recorder, bijvoorbeeld een
cassetterecorder, minidisc-recorder enz.
I LINE 1/DVD
Gebruik deze analoge audio-ingang voor
aansluiting op de analoge audio-uitgang van een
apparaat (DVD, RI-dock, enz.).
J LINE 2 ingang
Gebruik deze analoge audio-ingang voor
aansluiting op de analoge audio-uitgang van een
apparaat (TV, enz.).
K SPEAKERS A
Op deze klemmen kunt u luidsprekerset A aansluiten.
L SPEAKERS B
Op deze klemmen kunt u luidsprekerset B aansluiten.
Zie pagina's 12–18 voor informatie over de
aansluitingen.
Nl-8
Kennismaking met de receiver—Vervolg
Display
21
4
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor
verdere informatie.
1 Indicatoren A- en B-luidsprekers
Indicator A licht op als luidsprekerset A aan is.
Indicator B licht op als luidsprekerset B aan is.
2 Dempingsindicator (MUTING)
Knippert als het geluid van de receiver is gedempt.
3 Radio-indicatoren
TUNED: Licht op als is afgestemd op een
radiozender.
AUTO: Licht op voor AM- en FM-radio als
automatisch afstemmen is geselecteerd en verdwijnt
als handmatig afstemmen wordt geselecteerd.
RDS (alleen voor Europese modellen): Licht
op als is afgestemd op een radiozender die RDS
(Radio Data Systeem) informatie uitzendt.
MEMORY: Licht op als voorkeuzezenders worden
geprogrammeerd.
FM STEREO: Licht op als is afgestemd op een
stereo FM-radiozender.
3
5
4 Sluimerindicator (SLEEP)
Licht op als de sluimerfunctie is ingesteld.
5 Berichtengebied
Geeft uiteenlopende informatie weer over de
geselecteerde ingangsbron.
Nl-9
Afstandsbediening
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor
verdere informatie.
1
7
2
8
9
3
J
4
5
K
L
M
N
O
P
Q
6
R
A Ruststand/aan-toets (STANDBY/ON) (19)
Zet de receiver aan of in ruststand
B Sluimerfunctietoets (SLEEP) (21)
Te gebruiken met de sluimerfunctie.
C Ingangskeuzetoetsen (INPUT SELECTOR)
(20) en cijfertoetsen (26)
Als op een van deze toetsen wordt gedrukt, wordt de
ingangsbron gewijzigd in de bron die onder de toets
staat vermeld. De toets zonder label werkt niet voor
selectie van de ingangsbron. Nadat op de toets
DIRECT TUNING is gedrukt, functioneren deze
toetsen ongeveer 5 seconden als cijfertoets.
Gedurende deze tijd kunnen de toetsen worden
gebruikt om direct AM- en FM-radiozenders en
satellietradiokanalen te selecteren.
D Toets CLR (25)
Gebruik deze toets om de zenderfrequentie direct in
te voeren of de cijferinvoer te wissen.
E HDD Afspeellijsttoetsen (HDD PLAYLIST)
[ ]/[ ]
Selecteert afspeellijst die is opgeslagen op de speler
op een HDD-apparaat.
F Toetsen CD-bediening
RANDOM: Gebruik deze toets met de functie
willekeurige weergave.
REPEAT: Gebruik deze toets met de
herhaalfunctie.
DISC SKIP: Wisselt v an CD als de CD-wisselaar is
aangesloten.
[ ]: Pauzeert het afspelen op een CD.
[ ]: Stopt het afspelen op een CD.
[ ]: Start het afspelen op een CD.
G Toets DIMMER (21)
Voor het instellen van de helderheid van het display
H Toets DISPLAY (27)
Geeft uiteenlopende informatie weer over de
geselecteerde ingangsbron.
I Afstemtoetsen (TUNING) [ ]/[ ] (25)
Gebruik de toetsen TUNING Omhoog [ ]/
Omlaag [ ] voor het afstemmen op radiozenders
als AM of FM is geselecteerd.
J Toetsen PRESET [ ]/[ ] (26)
Gebruik deze toetsen om vastgelegde
voorkeuzezenders te selecteren.
K Toets voor direct afstemmen (DIRECT
TUNING) (26)
Als de frequentie van de zender waarnaar u wilt
luisteren u bekend is, kunt u de zender selecteren
door de frequentie direct in te voeren met behulp
van deze toets en de cijfertoetsen. U kunt het
nummer van het kanaal selecteren als SAT RADIO
is geselecteerd.
L HDD Albumlijsttoetsen (HDD ALBUM)
[ ]/[ ]
Selecteert een album dat is opgeslagen op de speler
op een HDD-apparaat.
Nl-10
Afstandsbediening—Vervolg
M Vorige en Volgende-toetsen []/[]
Gebruik deze toetsen om de vorige of volgende
track te selecteren op een HDD-apparaat. Door hier
herhaaldelijk op te drukken worden eerdere of latere
tracks geselecteerd. Op een cassettedeck kunt u
deze toetsen gebruiken voor het terugspoelen en
snel vooruit spoelen.
N Toetsen Achteruit & Snel vooruit spoelen
[]/[]
Gebruik deze toetsen om achteruit en snel vooruit te
spoelen op een HDD-apparaat.
O Toetsen cassettedeck A/HDD (Dock) (DECK
A/HDD (DOCK))
Pauze [ ]/Achteruit afspelen [ ]: Gebruik deze
toets om het afspelen op een HDD-apparaat in pauze
te zetten of om afspelen op een cassettedeck te starten.
Afspelen [ ]: Start het afspelen op een HDDapparaat of cassettedeck.
Stop [ ]: Stopt het afspelen op een HDD-apparaat
of cassettedeck.
P Toetsen cassettedeck B (DECK B)
Bij een dubbel cassettedeck kan alleen deck B
bediend worden.
Afspelen [ ]: Start de weergave.
Stop [ ]: Stopt de weergave.
Achteruit afspelen [ ]: Start achteruit afspelen.
Q Dempingstoets (MUTING) (21)
Dempt het geluid op de receiver of herstelt de
geluidsweergave.
R Volumetoetsen (VOLUME) [ ]/[ ] (20)
Gebruik deze toetsen om het volume van de receiv er
in te stellen, ongeacht de op dat moment
geselecteerde afstandsbedieningsmodus.
Met de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor.
Afstandsbedieningssensor
Ongeveer
5 m
Opmerkingen:
• Zorg dat er geen direct zonlicht of het licht van een
invertertype tl-lamp op de receiver valt, want dit kan
van invloed zijn op de werking van de
afstandsbediening. Houd hier rekening mee bij het
installeren.
• Wanneer een andere afstandsbediening van hetzelfde
type in dezelfde kamer wordt gebruikt, of wanneer de
receiver wordt gebruikt in de buurt v an apparatuur die
met infraroodsignalen werkt, kan dit van invloed zijn
op de werking van de afstandsbediening.
• Leg geen voorwerpen, zoals een boek, op de
afstandsbediening, want dan kunnen de toetsen per
ongeluk worden ingedrukt en lopen de batterijen leeg.
• De afstandsbediening werkt mogelijk niet
betrouwbaar als de receiver in een kast achter deuren
met gekleurd glas wordt geplaatst. Houd hier rekening
mee bij het installeren.
• De afstandsbediening werkt niet als er zich een obstakel
bevindt tussen de afstandsbediening en de
afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van de
receiver.
Nl-11
Aansluiten van uw luidsprekers
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u met de aansluitingen begint.
Voorzorgsmaatregelen betreffende
het aansluiten van de luidsprekers
U kunt twee luidsprekersets op de receiver aansluiten.
Als er twee luidsprekersets zijn aangesloten, kunt u
selecteren welke luidsprekerset geluid uitvoert of beide
luidsprekersets geluid uit laten voeren.
• Gebruik luidsprekers met een impedantie tussen 4 en
16 ohm als u één luidsprekerset op de klemmen
SPEAKERS A of SPEAKERS B aansluit, of als
u twee luidsprekersets aansluit op beide klemmen,
maar slechts uit één van de luidsprekersets geluid
uitvoert.
• Gebruik luidsprekers met een impedantie tussen 8 en
16 ohm als u luidsprekers aansluit op zowel de
klemmen SPEAKER A als SPEAKER B en geluid
uitvoert op beide sets tegelijk.
Opmerking:
Een onjuiste instelling van de luidsprekers of de
impedantiewaarden kan ertoe leiden dat het ingebouwde
beveiligingscircuit wordt geacti veerd, w aardoor er geen
geluid komt uit de luidsprekers.
De onderstaande afbeelding toont welke luidspreker op
welk paar klemmen moet worden aangesloten.
Rechter
luidspreker
+–
Receiver
Luidsprekerset A
Linker
luidspreker
+–
Aansluiten van de luidsprekerkabels
Verwijder ongeveer
1
15 mm van de
buitenisolatie aan het
uiteinde van de
luidsprekerdraden en
draai de blootliggende kerndraadjes in
elkaar, zoals afgebeeld.
Draai het schroefje van de
2
luidsprekerklem los.
Steek de kerndraden
3
volledig naar binnen.
Draai het schroefje stevig vast.
4
• Lees de handleiding die bij de luidsprekers wordt
geleverd.
• Let goed op de polariteit van de draden. Plusklemmen
(+) moet worden aangesloten op plusklemmen (+) en
minklemmen (–) moeten worden aangesloten op
minklemmen (–). Als u de draden verwisselt, zal het
geluid niet in fase zijn en wordt een onnatuurlijke
weergave verkregen.
• Onnodig lange of erg dunne luidsprekerkabels
kunnen de geluidskwaliteit negatief beïnvloeden en
dienen vermeden te worden.
• Wees voorzichtig dat u de
plus- en mindraden niet
kortsluit. Dit kan namelijk
resulteren in beschadiging
van de receiver.
• Sluit niet meer dan één
luidsprekerkabel op elke
luidsprekerklem aan. Dit kan namelijk resulteren in
beschadiging van de receiver.
• Sluit een luidspreker niet aan op meer dan één paar
luidsprekerklemmen.
15 mm
(5/8")
Nl-12
+–+–
Rechter
luidspreker
Luidsprekerset B
Linker
luidspreker
Aansluiten van de antenne
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de bijgele verde
FM-binnenantenne en de AM-raamantenne moet
aansluiten, en tevens hoe u los verkrijgbare FM- en AMbuitenantennes moet aansluiten.
De receiver kan geen radiosignalen ontvangen wanneer
er geen antenne is aangesloten, dus zorg ervoor dat u een
antenne aansluit.
Inplugaansluiting AM-antenne
Aansluiting voor FM-antenne
Aansluiten van de FM-binnenantenne
De bijgeleverde FM-binnenantenne is uitsluitend
bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Sluit de FM-antenne op de afgebeelde
1
wijze aan.
■ Noord-Amerikaans model
Steek de steker volledig
in de stekerbus.
Als bij gebruik van de bijgeleverde FM-binnenantenne
geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los
verkrijgbare FM-buitenantenne installeren (zie
pagina 14).
Aansluiten van de AM-raamantenne
De bijgeleverde AM-raamantenne is uitsluitend bedoeld
voor gebruik binnenshuis.
Zet de AM-raamantenne in elkaar door de
1
lipjes van de antenne in het voetstuk te
steken, zoals afgebeeld.
Sluit beide draden van de
2
AM-raamantenne op de druktype
AM-antenneaansluitingen aan, zoals
afgebeeld.
(De antennedraden hebben geen polariteit, dus de
draden kunnen worden verwisseld.)
Zorg dat de draden stevig bev estigd zijn en dat de
druktype aansluitingen de kerndraden
vastklemmen en niet de buitenisolatie.
■ Andere modellen
Steek de steker volledig
in de stekerbus.
Stem wanneer uw receiver gereed is voor gebruik,
af op een FM-zender en wijzig dan de positie van
de FM-antenne tot een optimale ontvangst is
verkregen.
Gebruik punaises of iets dergelijks om de
2
FM-antenne aan de muur te bevestigen.
Punaises, enz.
Let op: Wees voorzichtig dat u uzelf niet
verwondt bij gebruik van de punaises.
Duwen Naar binnen
Stem wanneer uw receiver gereed is voor gebruik,
af op een AM-zender en wijzig dan de positie v an
de AM-antenne tot een optimale ontvangst is
verkregen.
Houd de antenne zo ver mogelijk uit de buurt van
de receiver, uw TV, de luidsprekerkabels en de
netsnoeren.
Als bij gebruik van de bijgeleverde AM-raamantenne
geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los
verkrijgbare AM-buitenantenne installeren (zie
pagina 14).
steken
Loslaten
Nl-13
Aansluiten van de antenne—Vervolg
Aansluiten van een FM-buitenantenne
Als bij gebruik van de bijgeleverde FM-binnenantenne
geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los
verkrijgbare FM-buitenantenne installeren.
FM 75
Opmerkingen:
• FM-buitenantennes werken het beste buitenshuis,
maar soms kan ook een bevredigend resultaat worden
verkregen wanneer de antenne in een zolder e.d. wordt
geïnstalleerd.
• Voor een optimale ontvangst moet u de FMbuitenantenne uit de buurt van hoge gebouwen
installeren, zodat het signaal via een rechte lijn vanaf
het zendstation kan worden ontvangen.
• Installeer de buitenantenne uit de buurt van mogelijke
stoorbronnen, zoals neonverlichting, druk verkeer
enz.
• Om veiligheidsredenen dient de buitenantenne uit de
buurt van hoogspanningsleidingen en andere
hoogspanningsapparatuur te worden geïnstalleerd.
• De buitenantenne moet worden geaard
overeenkomstig de plaatselijke bepalingen, om ge vaar
voor een elektrische schok te voorkomen.
■ Gebruik van een TV/FM-antennesplitter
Het wordt afgeraden om dezelfde antenne te gebruiken
voor FM- en TV-ontvangst, want dit kan interferentie
veroorzaken. Indien dit echter niet vermeden kan
worden, kunt u een TV/FM-antennesplitter gebruiken
zoals afgebeeld.
Aansluiten van een AM-buitenantenne
Als bij gebruik van de bijgeleverde AM-raamantenne
geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een AMbuitenantenne gebruiken in aanvulling op de
raamantenne, zoals afgebeeld.
Buitenantenne
Geïsoleerde antennekabel
AM-raamantenne
AM-buitenantennes werken het beste wanneer deze
buitenshuis horizontaal worden geïnstalleerd, maar
soms kan ook een bevredigend resultaat worden
verkregen wanneer de antenne binnenshuis horizontaal
boven een raam wordt gespannen. U mag de AMraamantenne niet van het apparaat losmaken.
De buitenantenne moet worden geaard overeenkomstig
de plaatselijke bepalingen, om gevaar voor een
elektrische schok te voorkomen.
Nl-14
TV/FM-antennesplitter
Naar de receiver Naar TV (of videorecorder)
Aansluiten van apparaten
Vóór het maken van aansluitingen
• Houd u altijd aan de gebruiksinstructies die bij het
aan te sluiten apparaat geleverd zijn.
• Steek de voedingskabel niet in het stopcontact
voordat alle aansluitingen goed tot stand zijn
gebracht.
• Bind audiokabels niet samen met voedingskabels en
luidsprekerkabels. Doet u dat wel, dan kan de
geluidskwaliteit afnemen.
• Houd voedingskabels en luidspekerkabels uit de
buurt van de antenne van de tuner om interferentie te
voorkomen.
Kleurcodering aansluiting
Gebruik de rode stekkers voor de audio-ingangen en uitgangen van het rechterkanaal (gewoonlijk zijn deze
voorzien van de letter “R”). Gebruik de witte stekkers
voor de audio-ingangen en -uitgangen van het
linkerkanaal (gewoonlijk zijn deze voorzien v an de letter
“L”).
Analoge
Goed!
Fout!
audio
Links (wit)
Rechts (rood)
Links (wit)
Rechts (rood)
• Druk alle stekkers volledig naar binnen voor een
goede aansluiting (losse aansluitingen kunnen leiden
tot ruis of slecht functioneren).
Aansluiten van een draaitafel
De PHONO-ingangsstekerbussen van de recei ver dienen
gebruikt te worden met een MM-element (draaiende
magneet).
Gebruik een analoge audiokabel om de PHONO L/Rstekerbussen van de receiver aan te sluiten op de audiouitgangstekerbussen op de draaitafel, zie afbeelding.
AUDIO OUT
Aardkabel
Opmerkingen:
• Sluit de aardkabel van de draaitafel, indien aanwezig,
aan op de GND-klem van de receiver. Het aansluiten
van de aardkabel kan bij sommige draaitafels gebrom
veroorzaken. Maak de aardkabel in dat geval los.
• Als de draaitafel een MC-element (draaiende spoel)
heeft, heeft u een in de handel verkrijgbare MCphonovoorversterker nodig. Sluit in dit geval de
draaitafel aan de op de ingang van de
phonovoorversterker en sluit de uitgang van de
phonovoorversterker aan op de PHONO L/Rstekerbussen van de receiver.
Aansluiten van een CD-speler
Verbind de CD L/R-stekerbussen van de receiver met
behulp van een analoge audiokabel met de analoge
audio-uitgangstekerbussen van de CD-speler, zoals
afgebeeld.
ANALOG
OUT
Nl-15
Aansluiten van apparaten—Vervolg
Aansluiten van een opnameapparaat
Gebruik voor het aansluiten van opnameapparaten,
bijvoorbeeld een cassettedeck, een MD-recorder of een
CD-recorder, een analoge audiokabel om de
stekerbussen TAPE 1 of 2 IN L/R van de receiver aan te
sluiten op de analoge audio-uitgangsbussen van het
cassettedeck. Gebruik een tweede analoge audiokabel
om de stekerbussen TAPE 1 of 2 OUT L/R van de
receiver aan te sluiten op de analoge audioingangsbussen van het cassettedeck. Zie afbeelding.
Gebruik eventueel de stekerbussen TAPE 2 voor het
aansluiten van een recorder voor bewaking van het
opgenomen geluid.
/
REC
PLAY
(IN)
(OUT)
Aansluiten van een interactief
afstandsbedieningsdock (RI-dock)
Gebruik een analoge audiokabel om de stekerbussen
TAPE 1 IN L/R van de TX-8555 aan te sluiten op de
analoge audio-uitgangsbussen van het RI-dock. Gebruik
vervolgens een -kabel om de -bus van de receiver
aan de -bus van het RI-dock aan te sluiten.
Als u de displaynaam voor de ingangsbron wijzigt in
“HDD”, kunt u het RI-dock bedienen met de
afstandsbediening van de receiver (zie pagina 19).
Aansluiten van een DVD-speler
V an de D VD-speler kan alleen audio worden ontv angen.
De beeldinvoer v an de DVD-speler moet direct op de TV
worden aangesloten.
Sluit de LINE 1/DVD IN L/R-stekerbussen met een
analoge audiokabel aan op de analoge audiouitgangsbussen op de DVD-speler.
IN
L
R
LINE 1
/DVD
LR
AUDIO
OUT
TAPE 1
Interactief
afstandsbedieningsdock
Opmerking:
Als u het Onkyo interactieve afstandbedieningsdock
(DS-A1) gebruikt, zet dan de RI MODE-schakelaar die
zich aan de onderkant bevindt op “HDD”.
Nl-16
-
-
-
-
R
AUDIO OUT
L
Aansluiten van apparaten—Vervolg
Aansluiten van een TV of ander
apparaat met een audio-uitgang
Gebruik een analoge audiokabel om de LINE 1/DVD IN
L/R- of LINE 2 IN L/R-stekerbussen aan te sluiten op de
analoge audio-uitgangsbussen op het aangesloten
apparaat.
Als u een videorecorder aansluit, moet de beeldinvoer
van de videorecorder direct naar de TV worden gestuurd.
IN
L
R
LR
AUDIO
OUT
Met (interactieve afstandsbediening) kunt u uw compatibele Onkyo CD-speler, RI-dock, e.d. bedienen
met de afstandsbediening van de receiver.
• Maak een analoge audioverbinding tussen de
receiver en ieder audioapparaat om te
gebruiken.
Receiver
-connector
Onkyo CD-speler,
enz.
Onkyo cassette
deck, enz.
-connector
-connector
Aansluiten van -apparaten
Als u andere Onkyo-apparaten aansluit op de receiver
met de juiste - en audiokabels, kunt u de volgende
systeemfuncties gebruiken. -kabels zijn speciale
kabels uitsluitend voor gebruik met Onkyo-producten
(er worden geen -kabels bij de receiver geleverd).
Automatisch inschakelen
Als u de voeding inschakelt of afspelen start op een
apparaat dat is aangesloten op de receiver, wordt de
receiver automatisch ingeschakeld. Als u de receiver op
de ruststand (Standby) zet, worden alle aangesloten
apparaten op de ruststand (Standby) gezet (de
voedingsschakelaar (POWER) van de receiver moet
hiervoor op ON staan).
Directe wisseling
Wanneer u begint met weergave op een audioapparaat
dat is aangesloten via , zal de receiver het betreffende
apparaat automatisch als de ingangsbron selecteren.
Bediening met de afstandsbediening
U kunt alle apparaten in uw systeem bedienen met de
afstandsbediening van de receiver. Zie pagina’s 10 -11
voor meer informatie.
Interactieve
afstandsbediening
Dock, enz.
-afstandsbedieningskabel
Opmerkingen:
• Druk alle stekkers volledig naar binnen om een goede
aansluiting te maken.
• Gebruik alleen speciale -kabels voor aansluitingen (er worden geen -kabels bij de
receiver geleverd).
• -stekerbussen dienen alleen op Onkyo-apparaten
aangesloten te worden. Als u deze aansluit op een
apparaat van een andere fabrikant is het mogelijk dat
de receiver slecht functioneert.
• Het is mogelijk dat sommige apparaten niet alle functies ondersteunen. Zie de handleidingen van uw
andere Onkyo-apparaten voor meer informatie.
Nl-17
Aansluiten van apparaten—Vervolg
Aansluiten van de netsnoeren van
andere apparaten
Op het achterpaneel van de receiver zijn netuitgangen
waarop u de netsnoeren van ev entuele andere apparaten
die u met de receiver wilt gebruiken, kunt aansluiten.
Deze apparaten kunt u dan ingeschakeld laten, ze zullen
automatisch in- en uitgeschakeld worden wanneer de
receiver wordt ingeschakeld of in de ruststand (standby)
wordt gezet.
Bijv. Europese
modellen
Let op:
• Het totale opgenomen vermogen van de apparaten die
op de AC OUTLETS worden aangesloten, mag niet
meer bedragen dan de opgegeven belastbaarheid (bijv .
TOTAL 100 W).
Opmerkingen:
• Onkyo apparaten met aansluitingen moeten
rechtstreeks op een stopcontact worden aangesloten
en niet op de AC OUTLETS van de receiver.
• Het aantal AC OUTLETS, de uitvoering en het
toegestane totale opgenomen vermogen, verschillen
afhankelijk van het land waar u de receiver hebt
gekocht.
Bijv. NoordAmerikaans model
Aansluiten van de voedingskabel
• Sluit de netvoedingskabel van de receiver aan op een
geschikt wandstopcontact.
Opmerkingen:
• Sluit alle luidsprekers en AV-apparatuur aan
voordat u de stekker van het netsnoer in het
stopcontact steekt.
Bij het inschakelen van de receiver kan er een
plotselinge spanningspiek zijn die kan interfereren met
andere elektrische apparatuur die op hetzelfde
stroomcircuit is aangesloten. Als dit problemen
veroorzaakt, moet u de receiver op een ander
stroomcircuit aansluiten.
Nl-18
In- en uitschakelen van de receiver
ON/STANDBY
Ruststand-indicator (STANDBY)
STANDBY/ON
Aanzetten en ruststand
1
Receiver
of
Afstands-
bediening
Druk op de toets [ON/ST ANDBY].
Of druk op de toets
[STANDBY/ON] op de
afstandsbediening.
De receiver wordt ingeschakeld, het
display wordt verlicht en de
STANDBY-indicator dooft.
Druk op de toets [ON/STANDBY] of
op de toets [STANDBY/ON] van de
afstandsbediening om de receiver uit te
zetten. De receiver komt dan in de
ruststand (standby) te staan. Verlaag het
volume alvorens de receiver uit te
zetten om onaangename verrassingen
te voorkomen wanneer u hem weer
aanzet.
Displaynaam voor de ingangsbron
wijzigen
U kunt de displaynaam voor de ingangsbron wijzigen in
“HDD.” Als de displaynaam voor de ingangsbron is
gewijzigd in “HDD” voor TAPE 1, kan de displaynaam
voor de andere toets niet in “HDD” worden gewijzigd.
Nadat u de displaynaam voor de ingangsbron heeft
gewijzigd in “HDD”, kunt u het RI-dock bedienen met
de afstandsbediening van de receiver (zie pagina's 10-
11).
1
2
Druk op de betreffende
ingangskeuzetoets.
De geselecteerde ingangsbronnaam
verschijnt in het display.
Houdt de in stap 1 hierboven
geselecteerde ingangskeuzetoets
3 seconden ingedrukt om de
displaynaam te wijzigen in “HDD”.
Nl-19
Naar audiobronnen luisteren
Receiver
Afstandsbediening
Receiver
Ingangskeuzetoetsen
Input selector buttons
SPEAKERS A/BMASTER VOLUME
INPUT
SELECTOR
VOLUME
/
1
2
3
Druk op de ingangskeuzetoets
om het apparaat te selecteren
waarnaar u wilt luisteren.
Gebruik de toetsen
[SPEAKERS A] en
[SPEAKERS B] op de receiver
om de luidsprekerset die u wilt
gebruiken te selecteren.
De A- en B-luidsprekerindicatoren
tonen voor beide luidsprekersets of
deze aan of uit staat.
Indicatoren
Begin met de weergave van het
geselecteerde apparaat.
Nl-20
4
Receiver
Afstands-
bediening
Gebruik de [MASTER VOLUME]regelaar op de receiver of de
VOLUME [ ]/[ ]-toetsen op de
afstandsbediening om het
volume in te stellen.
Draai de volumeregelaar met de klok
mee om het volume te verhogen of
tegen de klok in om het volume te
verlagen.
Naar audiobronnen luisteren—Vervolg
PHONES
(model dat niet bestemd is voor
(Other than European model)
alleen Europa)
DIMMER
Dempen van het geluid van de
receiver (alleen afstandsbediening)
U kunt het geluid van de receiver tijdelijk dempen.
1
Afstandsbediening
Druk op de toets [MUTING] op de
afstandsbediening.
Het geluid van de receiver is gedempt.
Om de geluidsweergave op de
receiver te herstellen, drukt u
opnieuw op de toets [MUTING].
Opmerking:
De geluiddempingsfunctie komt te
vervallen als op de VOLUME-toetsen
op de afstandsbediening wordt gedrukt
of als de receiver in de ruststand
(Standby) wordt gezet.
Gebruik van een hoofdtelefoon
Op de PHONES-stekerbus van de receiver kunt u een
stereo hoofdtelefoon (met een 1/4-inch klinkstekker)
aansluiten om te luisteren zonder anderen te storen.
Opmerkingen:
• Verlaag het volume voordat u de hoofdtelefoon
aansluit.
• Geluidsuitvoer uit de luidsprekers wordt niet
uitgeschakeld als de stekker van de hoofdtelefoon in
de PHONES-stekerbus wordt gestoken. Gebruik de
schakelaars SPEAKERS A en SPEAKERS B om de
geluidsuitvoer uit de luidsprekers uit te schakelen.
SLEEP
DIMMER
MUTING
Instellen van de helderheid van het
display
U kunt de helderheid van het display naar wens instellen.
1
Afstandsbediening
Receiver
Druk herhaaldelijk op de toets
[DIMMER] op de
afstandsbediening om te
selecteren: donker , donkerder, of
normale helderheid.
Anders kunt u de toets [DIMMER] op
de receiver gebruiken (model dat niet
bestemd is voor Europa).
Gebruik van de sluimertimer (alleen
afstandsbediening)
Met de sluimertimer kunt u de receiver zo instellen dat
deze na een ingestelde periode automatisch wordt
uitgeschakeld.
1
Afstandsbediening
Om de sluimertimer te annuleren, drukt u meerdere
malen op de [SLEEP]-toets totdat de SLEEP-indicator
verdwijnt.
Druk op de [SLEEP]-toets om de resterende sluimertijd te controleren. Als u op de [SLEEP]-toets
drukt terwijl de sluimertijd wordt aangegeven, zal de
sluimertijd met 10 minuten verkort worden.
Druk herhaaldelijk op de
[SLEEP]-toets om de gewenste
sluimertijd te selecteren.
U kunt de sluimertimer instellen tussen
90 tot 10 minuten in stappen van
10 minuten.
Wanneer de sluimertimer is ingesteld,
verschijnt de SLEEP-indicator in het
display, zie afbeelding. De ingestelde
sluimertijd wordt ongeveer 5 seconden
in het display aangegeven, waarna het
vorige display weer verschijnt.
Sluimerindicator (SLEEP)
Nl-21
Loading...
+ 47 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.