CAM
PIC
CARD
SET
Laat één voor één alle opgeslagen beelden zien (diavertoning).
MOVIE PLAY (filmbeelden)
MOVIE
PLAYBACK
INDEX
EDIT
Geeft filmbeelden weer.
Toont een index van 9 beelden of van stilstaande beelden van
films, zodat u de inhoud van „films" makkelijker kunt controleren.
Voor het bewerken van opgeslagen filmbeelden.
Gebruik van het menu Fotograferen
PLAY (Weergeven stilstaande beelden)
Hiermee voegt u geluid toe aan opgeslagen stilstaande beelden.
CARD (Geheugenkaartje)
CARD SETUP
Hiermee formatteert (FORMAT) u geheugenkaartjes of wist u
alle (ERASE ALL) op een kaartje opgeslagen beelden.
SETUP (Instellen)
ALL RESET
Hiermee geeft u aan of de huidige camera instellingen behouden moeten blijven
als u de camera uitschakelt – ON (Aan) / OFF (Uit) / CUSTOM (Aangepast).
Hiermee stelt u het akoestisch signaal in op OFF (Uit) / LOW (Laag) / HIGH (Hoog).
Hiermee stelt u de helderheid van de monitor in.
Hiermee stelt u datum en tijd in.
Hiermee stelt u het aantal beelden in waaruit een
Indexbeeld moet bestaan (4 / 9 / 16 beelden).
●Schakelt de monitor in en uit.
●Door tweemaal kort achter elkaar
op de knop te drukken, wordt
her laatst opgeslagen beeld
weergegeven.
Gebruik van drukknoppen en functieknop
B
UTTON
S
&
D
ial
In de stand
Fotograferen: Hiermee kiest u de flitserfunctie.
(Flitsbereik: [Groothoek:
0.8 – 5.6 m, Tele: 0.2 – 3.8 m)
In de stand
Weergeven: Met elke druk op deze knop
wist u een beeld.
M
ENU
Gebruik van het menu Playback
(Weergeven)
(Stilstaande beelden)
INFO (Informatie)
Hiermee wijzigt u de in de zoeker getoonde hoeveelheid informatie
(ISO, WHITE BALANCE (Witbalans), enzovoort).
Macro : Hiermee maakt u close-up opnamen
Scherpstelbereik: 0,2 m – 0,8 m.
Spotmeting: Hiermee selecteert u het meetvlak
voor de lichtmeting.
In de stand
Weergeven : Hiermee selecteert u de beelden die
moeten worden afgedrukt (Afdr ukwachtrij).
3
In de stand Fotograferen :AE lock (Automatisch belichtingsgeheugen; standaardinstelling af
fabriek) - Houdt de gemeten belichtingswaarde vast.
Custom (Aangepast) - Voert de door u ingestelde functie uit.
In de stand Weergeven : Beveiligt de beelden tegen abusievelijk wissen.Maakt het mogelijk
het beeld tijdens weergave op een TV-ontvanger te verdraaien.
●Opent het menuscherm.
●Zet geselecteerde menu-
opties in het menuscherm.
●Houdt u de knop langer
dan één seconde ingedrukt, dan wordt de
camera in de stand Met de
hand scherpstellen gezet.
CARD SETUP
Formatteert geheugenkaartjes (daarbij gaan alle
op het kaartje opgeslagen beelden verloren).
SETUP (Instellen)
ALL RESET
REC VIEW
FILE NAME
PIXEL MAPPING
m/ft
SHORT CUT
CUSTOM
BUTTON
Hiermee geeft u aan of de huidige camera-instellingen behouden moeten blijven
als u de camera uitschakelt – ON (Aan) / OFF (Uit) / CUSTOM (Aangepast).
Hiermee stelt u het akoestisch signaal in op OFF (Uit) / LOW (Laag) / HIGH (Hoog).
Hiermee stelt u in of het beeld tijdens het opslaan op een
geheugenkaartje in de monitor moet worden weergegeven.
Levert namen voor bestanden en mappen waarin de
foto's worden opgeslagen (RESET / AUTO).
Controleert de CCD en het beeldbewerkingschakelingen op fouten.
Hiermee stelt u de helderheid van de monitor in.
Hiermee stelt u datum en tijd in.
Hiermee stelt u de maateenheid (meter / Eng. voet) tijdens met de hand scherpstellen in.
Hiermee kiest u de opties die u aan het snelmenu, bovenaan het scherm, wilt toevoegen.
Hiermee kunt een functie toekennen aan de knop CUSTOM (Aangepast) van de
camera. De standaardinstelling af fabriek is AE Lock (Automatisch belichtingsgeheugen).
Hiermee stelt u de beeldkwaliteit in (TIFF / SHQ / HQ / SQ1 / SQ2).
Hiermee brengt u de witbalans in overeenstemming met
de lichtbron (AUTO / PRESET Vooringesteld/ ).
Hiermee maakt u fijninstellingen voor de witbalans.
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in.
Hiermee stelt u het contrast van het beeld in.
CARD (Geheugenkaartje)
PICTURE (Beeld)
DRIVE
(voor filmbeelden)
ISO
A/S/M
FLASH
SLOW
NOISE
REDUCTION
MULTI
METERING
DIGITAL
ZOOM
FULLTIME
AF
AF MODE
PANORAMA
FUNCTION
Selecteert de transportfunctie voor repeterende opnamen,
automatische proefbelichting of afstandsbediening /
zelfontspanner (alleen bij stilstaande beelden).
Stelt de camera in op Afstandsbediening / Zelfontspanner.
Hiermee stelt u de ISO-equivalente gevoeligheid in (AUTO /100 / 200 / 400).
Met de functieknop in de stand „A/S/M“ kiest u als belichtingsfunctie:
A (Automatische Belichtingsregeling met diafragmavoorkeuze),
S (AB met sluitertijdvoorkeuze) of M (Handinstelling).
Hiermee stelt u de lichtopbrengst van de flitser in.
Hiermee stelt u in of u zowel de losse flitser als de
ingebouwde flitser of alleen de losse flitser gebruikt.
Hiermee stelt u de flitser in voor gebruik met lange
sluitertijden ( SLOW1/ SLOW/ SLOW2).
Vermindert de ruis in foto's bij lange belichtingen.
Bepaalt de beste belichting door een lichtmeting aan tot
8 verschillende punten uit te voeren.
Het zoombereik loopt tot 7,5x (wat overeenkomt met
een 35 mm – 260 mm lens op een kleinbeeldcamera).
Houdt het beeld te allen tijde scherp, zonder dat u
daarvoor de ontspanknop half hoeft in te drukken.
Hiermee kiest u de autofocusfunctie (iESP, SPOT).
Hiermee kunt u bij elke foto die u maakt circa
4 seconden geluid opnemen.
Hiermee kunt u geluid opnemen terwijl u filmbeelden opneemt.
Hiermee kunt u panorama-opnamen maken (daarbij
heeft u wel het programma CAMEDIA Master nodig).
Zet kleurenbeelden om in BLACK & WHITE (Zwart-wit),
SEPIA of WHITE / BLACK BOARD.
WB
SHARPNESS
CONTRAST
CAMERA
Zoomknop
In de stand Fotograferen: Inzoomen / Uitzoomen
In de stand Weergeven:Toont meer beelden tegelijk
(Indexweergave) of geeft beelden vergroot weer
(close-up weergave).
Afdrukwachtrij: Stelt de grootte van de uitsnede in.
Ontspanknop
Hiermee stelt u scherp (door half in te
drukken) of maakt u uw opname (door
helemaal in te drukken).
Functieknop
: Hiermee slaat u filmbeelden op.
A/S/M : Hiermee zet u de camera in de stand
Automatische Belichtingsregeling met
Diafragmavoorkeuze, AB met Sluitertijdvoorkeuze of Handinstelling.
P : Volautomatische belichtingsinstelling
met één druk op de ontspanknop.
OFF : Hiermee schakelt u de camera uit.
: Voor het weergeven van beelden.
Monitorknop
Zoeker
Monitor
Toont het te
fotograferen of weer
te geven beeld.
Knop AB-geheugen/Aangepast
In de stand
Fotograferen: Hiermee stelt u
diafragma, sluitertijd, belichtingscompensatie en met de
hand scherpstellen
in.
In de stand
Weergeven : Hier selecteert u de
beelden die u wilt
bekijken.
Menuscherm: Hier s electe ert u de
menuopties.
Pendelknop
OK/MENU-knop
Keuzeknop Flitserfunctie
Macro/Spotmeetknop
(v.
filmbeelden
)
(voor stil-
staande beelden)