Olympus C-4040 ZOOM User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
BEKNOPTE HANDLEIDING
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de
camera gaat gebruiken en berg hem daarna op een zodanige plaats op, dat u hem later altijd nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet er
Deze beknopte handleiding dient als eerste kennismaking
met uw camera. Een meer gedetailleerde beschrijving van de hier beschreven functies vindt u op de bij de camera geleverde CD-ROM.
C-4040ZOOM
NL
2
Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Om u van jarenlange betrouwbare en plezierige werking van uw nieuwe camera te verzekeren, leest u deze handleiding aandachtig door. Berg deze handleiding op een zodanige plaats op, dat u hem later altijd nog eens kunt raadplegen.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat volgens Class B voldoet aan alle eisen zoals die zijn vastgelegd in de Canadian Interference Causing Equipment Regulations.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk „CE” garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker.
Overeenstemmingsverklaring
Typenummer: C-4040ZOOM Handelsnaam: OLYMPUS Verantwoordelijke partij: Olympus America Inc. Adres: 2 Corporate Center Drive, Melville,
New York 11747-3157 USA
Telefoon: 631-844-5000 Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen.
VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules.
Het apparaat werd getest op de volgende aspecten: (1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen afgeven. (2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen
stoorsignalen, met inbegrip van stoorsignalen die aanleiding kunnen geven tot ongewenste werking.
Voor klanten in de Ver. Staten van Noord-Amerika
Handelsmerken
• IBM is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende eigenaars.
• De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde „Design Rule for Camera File System/ DCF”-normen.
3
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN 4 HOE U DEZE HANDLEIDING GEBRUIKT 15 VOORBEREIDINGEN 16 BASISHANDELINGEN 20 GEAVANCEERDE FOTOGRAFISCHE TECHNIEKEN 33 BEELDEN WEERGEVEN 36 AFDRUKINSTELLINGEN 41 BEELDEN OVERBRENGEN NAAR EEN COMPUTER 42 OPTIONELE ACCESSOIRES 44 FOUTCODES 45 TECHNISCHE GEGEVENS 47 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 49
INHOUD
Deze beknopte handleiding dient als eerste kennismaking met uw camera. Een meer gedetailleerde beschrijving van de hier beschreven functies vindt u op de bij de camera geleverde CD-ROM.
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN
Camera
4
LED Zelfontspanner /Afstandsbediening
Oogcorrectieknop
Zoomknop (T/W) Knop Indexweergave / Close-up weergave ( / )
Ontspanknop
LCD-venster
Flitser
Microfoon
A/V uitgangsconnector (MONO)
Klepje over de kaartsleuf
Bevestigingspunt camerariem
(zie ook het bijgesloten document „Inhoud van het pakket”)
Lens
Klepje over de connectors
5-polige connector voor losse flitser ( )
Voordat u het kabeltje van de flitsbeugel aansluit moe u het dopje losschroeven en verwijderen.
USB anslutning
Gelijkspanningsconnector DC-IN
Sensor afstandsbediening
5
Knop AE-geheugen / Knop Aangepast (
)
Knop Wisbeveiliging ( ) Knop Verdraaien
Wisknop ( ) Flitserfunctieknop ( )
Macro/Spotmeetknop ( ) Afdrukknop ( )
Functieknop ( , A/S/M, P, OFF, )
Zoeker
Monitor
OK/Menuknop Knop Met de hand scherpstellen ( )
Monitorknop ( )
Indicatie-LED Dataverkeer
Pendelknop (ÑñÉí)
Sluiting batterijcompartiment
Deksel batterij-
compartiment
Statief­aansluiting
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN (vervolg)
Indicaties in de zoeker
6
1
Oranje LED
In bepaalde gevallen gaat deze LED branden als u de ontspanknop half indrukt. Dit geeft aan dat de flitser zal ontsteken als u uw opname maakt.
Deze LED knippert als de flitser moet worden gebruikt terwijl die is uitgeschakeld.
Begint deze LED te knipperen vlak nadat de flitser vanuit de stand Flitser uit in een andere stand heeft gezet, of nadat u een flitsopname heeft gemaakt, dan betekent dat dat de flitser wordt opgeladen. Wacht tot de LED niet meer knippert en druk dan pas de ontspanknop in.
2
Groene LED
Deze LED gaat branden als u de ontspanknop half indrukt om de gemeten scherpstelling en belichting vast te houden.
Als deze LED knippert, heeft zich een probleem voorgedaan met het geheugenkaartje.
3
Autofocusteken.
Richt dit teken op uw onderwerp.
1
2
3
Indicaties in het LCD-venster
7
1
Flitserfunctie
Dit pictogram verschijnt als de flitserfunctie wordt ingesteld door op de flitserfunctieknop te drukken. Geen indicatie: Autoflitsen,
: Onderdrukken van rode ogen, Invulflitsen, SLOW: Synchronisatie met
lange sluitertijd, Flitser uit (flitser ontsteekt nooit).
2
Met de hand scherpstellen.
Dit pictogram verschijnt wanneer de functie Met de hand schepstellen wordt gekozen.
3
Lichtopbrengst flitser
Deze pictogram verschijnt wanneer de lichtopbrengst van de flitser wordt ingesteld.
4
Batterijconditie
Naarmate de batterijconditie verder afneemt, verandert de indicatie voor de batterijconditie als volgt:
Bedenk wel dat het moment waarop de indicatie voor de batterijconditie ver­schijnt, afhankelijk is van het gebruikte soort batterij.
134
2
0 ! @ #
$% ^&
5 6
7 8 9
5
Kaartfout
Wanneer de camera wordt ingeschakeld, wordt het geheugenkaartje gecontroleerd. Wordt daarbij een probleem geconstateerd, dan verschijnt een kaartfoutindicator.
6
Witbalans
Dit pictogram verschijnt als de Witbalans op een van de standen behalve AUTO wordt ingesteld.
7
ISO
Dit pictogram verschijnt als de ISO-equivalente gevoeligheid op een van de standen behalve AUTO wordt ingesteld. Als de camera in de stand AUTO de gevoeligheid verhoogt, begint deze indicatie te knipperen.
Batterijen
geheel geladen
Batterijen vrijwel uit-
geput.
Knippert en dooft dan
Batterijen uitgeput.
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN (vervolg)
Indicaties in het LCD-venster
8
8
Belichtingscompensatie
Dit pictogram verschijnt wanneer een bepaalde compensatiewaarde, behalve 0 (nul), wordt ingesteld.
9
Automatische proefbelichting
Dit pictogram verschijnt wanneer de transportfunctie wordt ingesteld op Automatische proefbelichting.
0
Macro-functie
Dit pictogram verschijnt wanneer de camera in de stand Macro-opname wordt gezet.
!
Spotmeting
Dit pictogram verschijnt wanneer de camera in de stand Spotmeting wordt gezet.
@
Repeterende opnamen
Dit pictogram verschijnt wanneer de transportfunctie als Repeterende opnamen of AF repeterende opnamen wordt ingesteld.
#
Zelfontspanner / Afstandsbediening
Dit pictogram verschijnt wanneer de camera in de stand Zelfontspanner of Afstandsbediening wordt gezet.
$
Opslagfunctie (TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2)
Deze pictogrammen geven de opslagfunctie aan. Wordt voor SHQ of HQ een waarde hoger dan 2272 x 1704 (standaardinstelling af fabriek) ingesteld, dan begint de betreffende indicatie te knipperen.
%
Data worden weggeschreven naar het geheugenkaartje
Dit pictogram verschijnt als de gemaakte opname wordt opgeslagen op een geheugenkaartje.
^
Geluidsopname
Dit pictogram verschijnt als de functie Geluidsopname in de stand „ON” (Aan) wordt gezet.
&
Aantal opnamen dat nog kan worden opgeslagen.
Geeft het aantal opnamen aan dat u nog kunt maken.
Nog resterende seconden (uitsluitend in de stand ).
Geeft de nog beschikbare opnameduur voor filmbeelden aan.
Kaartfout
Deze indicatie verschijnt als zich een probleem voordoet met het geheugenkaartje. T Zie „Foutcodes”.
134
2
0 ! @ #
$% ^ &
5 6
7 8 9
Indicaties in de monitor – In de stand Fotograferen
9
Welke indicaties verschijnen, wordt bepaald door de ingestelde functie.
De hieronder afgebeelde informatie wordt na het bedienen van de knoppen, van de functieknop of na het sluiten van de menu’s gedurende circa 3 seconden getoond.
De hieronder afgebeelde informatie verschijnt bij alle fotografische functies.
*De in deze voorbeelden getoonde
indicaties verschijnen wanneer de functieknop in de stand P staat.
1
Stand Fotograferen
Geeft de fotografische functie aan
P: Programmagestuurd. A: Diafragmavoorkeuze. S: Sluitertijdvoorkeuze. M: Handinstelling. Filmbeelden.
2
Diafragmawaarde
Geeft het op dat moment ingestelde diafragma aan.
3
Sluitertijd
Geeft het op dat moment ingestelde sluitertijd aan.
4
Belichtingscompensatie
Geeft de op dat moment ingestelde belichtingscompensatie waarde (helderheid) aan
Belichtingsafwijking (alleen met de camera in de stand M (handinstelling)
Geeft de afwijking aan tussen de door de op dat moment ingestelde diafragma en sluitertijd bepaalde belichting ten opzichte van de door de camera als optimaal beschouwde belichting.
5
AF (Autofocus)teken.
Dit teken richt u op uw onderwerp.
AEL
SLOW1
2272x1704
AEL
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN (vervolg)
Indicaties in de monitor – In de stand Fotograferen
10
6
Aantal opname dat nog kan worden opgeslagen.
Geeft het aantal opnamen aan dat u nog kunt maken
Nog beschikbare seconden (uitsluitend in de stand )
Geeft de nog beschikbare opnameduur voor filmbeelden aan.
7
Met de hand scherpstellen.
Deze indicatie verschijnt als met de hand wordt scherpgesteld.
8
Geheugenindicator
Geeft aan hoeveel ruimte de foto’s in het ingebouwde geheugen innemen. Als u meer opnamen achter elkaar maakt, verandert de indicatie als hieronder afgebeeld.
De indicatie in de geheugenindicator verandert afhankelijk van het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen of van de nog resterende opnameduur (in seconden).
9
Belichtingsgeheugen
AEL
: AE-lock
De belichtingswaarde wordt vastgehouden voor enkelbeeld opnamen. Na de opname verdwijnt de indicatie.
MEMO
: AE-geheugen
De belichting wordt vastgehouden en blijft ook na de opname in het geheugen opgeslagen. Deze indicatie blijft bestaan tot het AE-geheugen wordt uitgeschakeld.
AEL
11
SLOW1
2272x1704
AEL
0
Transportfunctie
Wordt aangegeven wanneer in de menu’s de transportfunctie wordt ingesteld.
: Enkelbeeldopname, : Repeterende opnamen, : Repeterende
opnamen met autofocus, : Opname met de zelfontspanner / afstandsbediening, BKT: Automatische proefbelichting.
!
Witbalans
Wordt aangegeven wanneer in de menu’s de witbalans wordt ingesteld. Geen indicatie: AUTO, : Daglicht, : Bewolkt, : Gloeilamplicht,
: TL-licht, : Aangepaste witbalans.
@
ISO
Wordt aangegeven wanneer in de menu’s de ISO-equivalente waarde (AUTO, 100, 200 of 400) wordt ingesteld. Is als ISO-equivalente waarde AUTO ingesteld en wordt de functieknop in de stand A/S/M gezet, dan verandert de ISO-equivalente waarde in 100. Is als ISO-equivalente waarde AUTO ingesteld en wordt bij weinig licht de flitser niet wordt gebruikt, dan wordt de ISO­equivalente waarde, om bewegingsonscherpte te voorkomen, automatisch verhoogd.
#
Opslagfunctie – TIFF / SHQ / HQ / SQ1 / SQ2
Geeft de in de menu’s ingestelde opslagfunctie (beeldkwaliteit) aan.
$
Aantal pixels
Geeft het aantal pixels aan.
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN (vervolg)
Indicaties in de monitor – In de stand Fotograferen
12
SLOW1
2272x1704
AEL
%
Flitserfunctie
Wordt aangegeven wanneer de flitserfunctie wordt ingesteld door op de flitserfunctieknop te drukken. Geen indicatie: Autoflitsen, : Flitsen met onderdrukken van rode ogen,
: Invulflitsen, SLOW1 / SLOW2 / SLOW1: Synchronisatie met
lange sluitertijd, OFF (flitser uit).
^
Spotmeting / Macro-opname
Wordt aangegeven wanneer de functie Spotmeting / Macro-opname wordt ingesteld door op de knop (Macro / Spotmeetknop) te drukken. Geen indicatie: Digitale ESP-meting (standaardinstelling af fabriek),
: Spotmeting, : Macro, : Spotmeting + Macro.
&
Geluidsopname
Wordt aangegeven wanneer in de menu’s de optie wordt ingesteld.
Indicaties in de monitor – In de stand Weergeven
13
Door in het menu de optie INFO te kiezen, kunt u bepalen hoeveel informatie in de monitor wordt weergegeven.
Informatie bij het weergeven van stilstaande beelden
1
Batterijconditie
De batterijconditie wordt als volgt aangegeven:
Onthoud vooral dat het moment waarop de batterijconditie wordt aangegeven, wordt bepaald door het gebruikte soort batterijen.
2
Afdrukwachtrij
Verschijnt wanneer de Afdrukwachtrij wordt ingesteld.
3
Aantal afdrukken
Toont het aantal afdrukken.
4
Geluidsopname
Verschijnt wanneer geluid wordt opgenomen.
5
Beveiligd
Verschijnt wanneer het beeld beveiligd is.
6
Opslagfunctie
7
Beeldnummer
8
Tijd
9
Datum
Het jaar 2001 wordt aangegeven als 01.
0
Aantal pixels
!
Diafragmawaarde
@
Sluitertijd
#
Belichtingscompensatie
$
Witbalans
%
ISO
^
Bestandsnummer
HQ
’01.12.23. 21:56 6453
x10
HQ
SIZE: 2272x1704
F2.0 1/800 +2.0
ISO400 01.12.23 21:56 FILE: 123–3456
x10
Met de optie INFO uitgeschakeld (OFF).
Met de optie INFO ingeschakeld (ON).
Volledig geladen
Bijna uitgeput Uitgeput
Geen indi­catie
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN (verfolg)
Indicaties in de monitor – In de stand Weergeven
14
Informatie bij het weergeven van filmbeelden
De indicaties die verschijnen bij een filmbeeld dan werd geselecteerd en weergegeven vanuit een thumbnail weergave (miniatuurbeeld) verschilt van dat wat verschijnt wanneer een filmbeeld wordt weergegeven met de functie Filmbeelden weergeven.
1
Batterijconditie
2
Indicatie Filmbeelden
3
Geluidsopname
Verschijnt tijdens geluidsopnamen.
4
Beveiligd
Verschijnt als het beeld beveiligd is.
5
Beeldnummer
6
Datum
Het jaar 2001 wordt aangegeven als 01.
7
Opslagfunctie
8
Aantal pixels
9
Bestandsnummer
Tijdens het weergeven van filmbeel­den wordt de opnameduur als volgt aangegeven:
Totale opnameduur
0" / 15"
Afspeelduur
6453
HQ
SIZE: 320x240
01.12.23 FILE: 123–3456
Met de optie INFO uitgeschakeld (OFF).
Met de optie INFO ingeschakeld (ON).
Opmerking:
HOE U DEZE HANDLEIDING GEBRUIKT
15
In deze handleiding zijn alle bedieningsstappen en de daarbij behorende afbeeldingen van knoppen en van de functieknop genummerd. Bij het gebruik van de camera werkt u deze stappen af in de aangegeven numerieke volgorde.
Bij een zwart afgebeelde knop drukt u, als onderdeel van die stap, op dat deel van de knop.
Zet de functieknop in de gewenste stand. In het hier geschetste geval is de functie „P” ingesteld.
Betekent „Op deze knop drukken”.
De in de aanwijzingen gebruikte symbolen –
Ñ, ñ, É en í
komen overeen met de pijlknoppen van de pendelknop.
Ñ
ñ
É
í
De menufuncties stelt u in in de volgorde van de pijlen. Lees voordat u de menu’s gaat gebruiken, de paragraaf „Gebruik van de menu’s”, voor details.
In the top menu, select MODE MENU T CAMERA T FULLTIME AF T ON.
16
VOORBEREIDINGEN
Zet de batterijen in de camera zoals hieronder afgebeeld:
1
2
4
3
5
Bij gebruik van lithium batterijblokken.
6
7
8
Levensduur van CR-V3 lithium batterijblokken
*Dit zijn uitsluitend richt-
waarden waarvoor geen garantie wordt gegeven
.
1
Aantal opnamen Circa 400 beelden*
2
Weergaveduur Circa 360 minuten*
Bij gebruik van de lichtnetadapter (optioneel)
Gebruik uitsluitend de lichtnetadapter die werd ontworpen voor het land waar u de camera gebruikt. Raadpleeg voor details de dichtstbijzijnde Olympus-dealer of Service center.
Batterijen in de camera zetten
CR-V3 lithium batterijblokken kunt u niet opnieuw opladen.
17
Steek het kaartje, met de contactvlakjes naar u toegekeerd, zover in de kaartsleuf dat u voelt dat het op zijn plaats klikt.
Let vooral op de stand van het kaartje. Als u het verkeerd om in de camera steekt kan het daarin vastlopen.
(3)
Druk het kaartje iets naar binnen, tot het vrijkomt en trek het dan uit de kaartsleuf.
Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is (met andere woorden de functieknop in de stand OFF (Uit) staat.
Sluit het deksel stevig.
1
2
3
3
4
Het kaartje in de kaartsleuf steken
Het kaartje uit de kaartsleuf halen
Geheugenkaartje in de camera zetten en eruit nemen
Overtuig u ervan dat u een 3V (3,3 volt) in de camera gaat zetten. 3V (3,3 volt) kaartjes van een ander fabrikaat dan Olympus moet u eerst formatteren in de camera. De camera is niet geschikt voor 5 volt of voor 2 MB kaartjes.
Loading...
+ 39 hidden pages