Olivetti FAX_LAB 145 D User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
SAMENGESTELD/UITGEGEVEN/GEPRODUCEERD DOOR:
Gedrukt in Thailand.
Olivetti S.p.A. con unico azionista Gruppo Telecom Italia Direzione e coordinamento di Telecom Italia S.p.A.
Code van de gebruikershandleiding: 259754Y-01 Publicatiedatum: September 2007
Copyright © 2007, Olivetti Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gefotokopieerd, verveelvoudigd of in andere talen vertaald zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Olivetti S.p.A.
De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan het in deze handleiding beschreven product aan te brengen.
Dit apparaat is goedgekeurd volgens de beschikking van de Raad 98/482/EG voor pan-Europese aansluiting van enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de verschillen tussen de individuele netwerken in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zichzelf geen onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt. De geleverde handset voldoet aan de standaards DECT (Digital European Cordless Technology) en GAP (Generic Access Profile). Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
De fabrikant verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat dit product in overeenstemming is met hetgeen bepaald door de richtlijn 1999/05/CE (de volledige verklaring vindt u achterin deze handleiding).
0168
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Hierbij wordt verklaard dat het product geschikt is voor invoeging in alle netwerken van de EU-landen, Zwitserland en Noorwegen. De volledige netwerkcompatibiliteit in elk land kan afhankelijk zijn van specifieke nationale softwareparameters die overeenkomstig ingesteld moeten worden. Neem in geval van problemen met betrekking tot de aansluiting op andere dan EC PSTN netwerken contact op met het technische servicecentrum in uw land.
Gelieve rekening te houden met het feit dat in de volgende omstandigheden bovengenoemde conformiteit evenals de productkenmerken niet meer gegarandeerd zijn:
verkeerde elektrische stroomvoorziening;
verkeerde installatie; verkeerd of onheus gebruik of in ieder geval gebruik waarbij geen rekening wordt gehou­den met de aanwijzingen in de bij het product geleverde handleiding;
vervanging van originele componenten of accessoires door een ander type dat niet goedgekeurd is door de constructeur, of uitgevoerd door onbevoegd personeel.
Het stopcontact moet dicht in de buurt van het toestel geïnstalleerd zijn en makkelijk bereikbaar zijn. Om de elektrische voeding van het toestel uit te schakelen, moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
VOOR HET GEBRUIK 3
OVER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING..................... 3
OVER DE MILIEUVRIENDELIJKHEID........................................... 3
AANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID ................................... 3
OVER INSTALLA TIE- EN INSTELLINGSPARAMETERS ............... 4
KENNISMAKING MET HET PRODUCT 5
BEDIENINGSPANEEL V AN HET F AXTOESTEL............................ 5
TOETSENBORD VAN DE HANDSET............................................7
DISPLAY VAN DE HANDSET ........................................................ 8
COMPONENTEN .......................................................................... 9
METEEN AAN DE SLAG 1 0
INHOUD V AN DE VERPAKKING ................................................. 10
INST ALLATIEOMGEVING............................................................ 10
AANSLUITING OP HET TELEFOONNET EN OP HET
VOEDINGSNET........................................................................... 10
INSTELLING VAN ENKELE PARAMETERS ................................ 12
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK ................................... 17
CONFIGURATIE VAN DE HANDSET .......................................... 18
AFDRUKKEN VAN HET MENU EN ZIJN FUNCTIES.................. 19
VERZENDEN .............................................................................. 19
ONTV ANGEN .............................................................................. 20
GEBRUIK V AN DE TELEFOON................................................... 21
KOPIËREN .................................................................................. 23
I
NHOUDSOPGAVE
-
EERSTE DEEL
O
VER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING
V
2. V
OOR DE OVERIGE LANDEN (NIET EU
OOR HET GEBRUIK
)
De handleiding is in hoofdzaak in twee delen onderverdeeld: in het eerste deel vindt u een beknopte beschrijving van het faxapparaat, zodat u het direct kunt installeren en ge- bruiken, zij het met een minimum van zijn mogelijkheden. Na deze eerste fase, kunt u het tweede deel van de hand­leiding raadplegen. Dit biedt u een diepgaander over-
zicht van het faxapparaat en de handset en van hun talrijke functies.
O
VER DE MILIEUVRIENDELIJKHEID
De kartonnen verpakking, het plastic van de verpakking en de onderdelen van het faxtoestel en de handset kunnen gerecycled worden volgens de voorschriften die in uw land op het gebied van recycling gelden.
Informatie met betrekking tot de Richtlijn 2002/96/EG betreffende de behandeling, inzameling, recycling en verwerking van elektrische en elektronische apparatuur en de componenten ervan.
1. V
OOR DE LANDEN VAN DE EUROPESE UNIE (EU
Het is verboden om elektrische en elektronische apparatuur als huishoudelijk afval te verwerken: het is verplicht om een gescheiden inzameling uit te voeren. Het achterlaten van dergelijke apparatuur op plekken die niet specifiek hiervoor erkend en ingericht zijn, kan gevaarlijke gevolgen voor het milieu en de veiligheid met zich meebren­gen. Overtreders zijn onderworpen aan sancties en maatregelen krachtens de wet.
Om op correcte wijze onze apparatuur te verwerken kunt u:
a) Zich wenden tot de plaatselijke instanties die u aanwijzingen
en praktische informatie over de correcte behandeling van het afval zullen verschaffen, zoals bijvoorbeeld: locatie en openingstijden van de inzamelcentra, enz.
b) Bij aankoop van een nieuw apparaat van ons merk, het oude
apparaat, dat gelijk moet zijn aan het gekochte apparaat bij onze wederverkoper inleveren.
)
De behandeling, de inzameling, de recycling en de verwer­king van elektrische en elektronische apparatuur dienen over­eenkomstig de wetten die in elk land van kracht zijn te gebeu­ren.
S
CHOKGEVAAR
Probeer nooit het faxtoestel of de handset zelf te repareren indien u daarvoor geen speciale opleiding hebt genoten; wanneer u de behuizingen verwijdert, riskeert u een elektri­sche schok of andere verwondingen. Neem dus geen risico’s en roep er een gekwalificeerde onderhoudstechnicus bij.
In geval van onweer wordt aangeraden het apparaat en
de batterijlader zowel van het stopcontact als van de telefoonlijn af te koppelen om mogelijke beschadiging ervan door een elektrische ontlading te voorkomen.
Giet nooit vloeistoffen op het faxtoestel of de handset en voor­kom dat ze aan vocht wordt blootgesteld. Indien er vloeistoffen in het faxtoestel of de handset zijn ge­drongen, onmiddellijk de stekker uit het stopcontact trekken en ook de telefoonlijn afkoppelen. Laat de apparaten door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus repareren alvorens ze weer te gebruiken.
Gebruik het faxtoestel of de handset niet wanneer ze aan weersinvloeden zijn blootgesteld.
Sluit het faxtoestel en de batterijlader uitsluitend aan op en stopcontact dat aan de normen voldoet.
Trek niet aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
Raak de elektrische voedingskabel of de stekker nooit met natte handen aan.
Zorg ervoor dat de elektrische voedingskabel niet gevouwen of platgedrukt wordt. Houd hem op afstand van warmtebron­nen.
Alvorens reinigingswerkzaamheden uit te voeren, het faxtoestel en de batterijlader van het stopcontact afkoppelen.
Controleer, alvorens het faxtoestel of de handset te gebrui­ken, of het niet beschadigd of gevallen is. Laat het in dat geval controleren door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus.
V
ERSTIKKINGSGEVAAR
A
ANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID
Het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak, aangebracht op de apparatuur, betekent dat:
- het apparaat aan het einde van zijn levensduur bij geoutilleerde inzamelcentra moet worden ingeleverd en gescheiden van het huishoudelijk afval moet worden verwerkt;
- Olivetti de activering garandeert van de procedures inzake behandeling, inzameling, recycling en verwerking van de apparatuur conform de Richtlijn 2002/96/EG (en latere wijzigingen).
Het faxtoestel en de accessoires zijn in plastic verpakt. Laat kinderen dus niet zonder toezicht met het verpakkingsmateriaal spelen.
B
RANDGEVAAR
Wanneer u het faxtoestel en de handset langere tijd niet ge­bruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact om schade door eventuele storingen of spanningsstoten te voorkomen.
3
O
NGEVALRISICO
Plaats het faxtoestel en de handset op een vlakke en stabiele ondergrond, vrij van trillingen, zodat ze niet kunnen vallen; een val zou u of anderen kunnen verwonden en de appara­ten kunnen beschadigen.
Leg de stroomsnoeren zo dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen.
Laat nooit toe dat kinderen het faxtoestel of de handset zon­der toezicht gebruiken of ermee spelen.
A
ANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK
Houd het faxtoestel en de handset uit de buurt van water, damp en hevige warmtebronnen. Plaats ze niet in een stoffige omgeving en stel ze ook niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
Omring het faxtoestel niet met boeken, documenten of voor­werpen die de ventilatieruimte beperken.
Gebruik het faxtoestel en de handset alleen bij een omgevings­temperatuur tussen de 5°C en 35°C met een relatieve voch­tigheidsgraad tussen de 15% en 85%.
Plaats de toestellen op een veilige afstand van elektrische of elektronische apparaten zoals radio’s, TV’s e.d., die storin­gen kunnen veroorzaken.
In geval van spanningsval of stroomonderbreking kunt u geen telefoonoproepen maken of ontvangen op het faxtoestel of de handset, omdat het toetsenbord van het faxtoestel wordt uit­geschakeld en de handset geen toegang heeft tot de telefoon­lijn omdat het faxtoestel niet gevoed is.
Wanneer het echter absoluut noodzakelijk is in deze omstan­digheden een telefoonoproep uit te voeren moet u een nood­telefoon van een goedgekeurd type gebruiken die u (in lan­den waar dit is toegestaan) direct op het faxtoestel of direct op het telefoonstopcontact kunt aansluiten.
Laat voldoende ruimte vrij voor de uitvoeropening aan de voorzijde voor de originele verzonden of gekopieerde docu­menten, zodat deze niet op de vloer vallen.
G
EBRUIKSBESTEMMING
Het faxtoestel is bestemd voor het verzenden en ontvangen van originele documenten en het fotokopiëren van papieren documenten. Het apparaat kan tevens als telefoon worden gebruikt. Elk ander gebruik moet als oneigenlijk worden be­schouwd. Het mag met name nooit direct op een ISDN-lijn worden aangesloten. In dat geval komt de garantie te verval­len. De handset voldoet aan de standaards DECT (Digital European Cordless Technology) en GAP (Generic Access Profile) en werd ontwikkeld voor het gebruik als telefoon en voor het beheer van enkele functies van het faxtoestel.
O
VER INSTALLATIE- EN
INSTELLINGSPARAMETERS
Op nationaal vlak kunnen de standaard waarden voor elke installatie- en instellingsparameter variëren naargelang de vereisten of de specifieke behoeften van de gebruiker. Daarom zijn deze instellingen niet altijd identiek aan de instel­lingen die in de handleiding zijn vermeld. We raden u dan ook aan ze af te drukken voordat u wijzigingen aanbrengt (zie verderop "Rapporten en lijsten afdrukken", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen").
4
B
EDIENINGSPANEEL VAN HET FAXTOESTEL
K
ENNISMAKING MET HET PRODUCT
"Fouten-led"
Signaleert een storing tijdens verzending of ontvangst.
Na indrukken van de toets , wordt het luidsprekervolume geleidelijk tot het maximum
verhoogd om dan weer te beginnen bij het minimumniveau.
Display
LCD met twee regels van maximaal 16 tekens per regel. Geeft instructieberichten en foutmeldingen weer.
Aan: er zijn reeds beluisterde boodschappen of memo’s in het geheugen aanwezig. Knippert: er zijn af te drukken documenten, nieuwe boodschappen of memo’s in het geheu­gen aanwezig. Uit: het geheugen is leeg.
Vormen van het fax- of telefoonnummer.
Automatisch selecteren, bij langer dan een seconde ingedrukt houden, van het eraan toe­gewezen telefoon- of faxnummer (nadat dit geprogrammeerd is).
Instellen van numerieke gegevens.
Selecteren van cijfers en alfanumerieke tekens tijdens het instellen van nummers en namen.
Cyclisch doorlopen, van de eerste tot de laatste en andersom, van de diverse functies en betreffende pa­rameters in de menu’s.
Voor het naar "rechts" en "links" verplaatsen van de cursor tijdens de instelling van nummers en namen.
Hiermee kunnen de functies van het antwoordapparaat worden ingesteld. Zie beschrijving in het betreffende hoofdstuk.
Met de hoorn van de haak, om toegang te krijgen tot de speciale functies die het telefoonbedrijf biedt, algemeen bekend als REGIS­TER RECALL (R-functie).
Met de hoorn op de haak, en korter dan twee seconden ingedrukt, om de handset te laten overgaan om hem te zoeken (ZOEK TEL.­fiunctie). Om de ZOEK TEL.-functie te onderbreken, opnieuw op deze toets drukken.
Met de hoorn op de haak, en langer dan twee seconden inge­drukt, om de registratieprocedure van de handset te starten.
Met het faxtoestel aangesloten op een privé-centrale:
Ingedrukt voor het vormen van het telefoon- of faxnummer, vrij­gave van doorverbinding van de oproep naar de openbare lijn (als de uitgangsmodus Flash is en indien het faxtoestel op de juiste wijze werd geprogrammeerd).
Zenden bij toonkiesmodus een toon in de lijn voor speciale telefoondiensten.
Voor het selecteren van de "vorige" en "volgende" speciale tekens en symbolen tijdens het instellen van namen.
Vóór het vormen van een nummer, van de pulskiesmodus overgaan op de toonkiesmodus.
5
Stemt de resolutie af op de te verzenden en te kopiëren documenten (alleen met het document in de automatische invoer - ADF).
Voor tijdelijke onderbreking van de verbinding (met de hoorn van de haak).
Het adresboek openen
Annuleert verkeerde instellingen op het display.
Tijdens de programmering van de functies, één functie terug gaan.
Weergave van de laatste 10 geselecteerde fax- of telefoonnummers (uitgaande oproe- pen) of van de laatste 20 onbeantwoorde nummers (binnenkomende oproepen), onafhankelijk van de aanwezigheid van een document in de ADF.
Voert een document uit de automatische invoer (ADF) uit.
Schakelt de LED "
Plaatst het faxtoestel opnieuw in de standby­modus.
Onderbreekt het programmeren, een verzending, een ontvangst of het kopiëren.
" uit.
Start de ontvangst van een document in de ontvangst­modus "HANDMATIG" en "TEL / FAX".
Start de verzending van het document nadat het faxnummer is gevormd (alleen met het document in de automatische invoer - ADF).
Bevestigt de selectie van menu’s en submenu’s, para­meters en betreffende waarden en gaat over naar de volgende procedure.
Starten van het kopiëren (alleen met het document in de automatische invoer - ADF).
Het menu en de functies ervan openen.
Last een pauze in tijdens het direct vormen van het telefoon- of faxnummer.
Hiermee kan men de lijn nemen om een telefoon- of faxnummer te kiezen zonder de hoorn op te nemen. Tijdens een telefoongesprek, voor het doorverbinden van de oproep naar een geregistreerde handset.
6
T
OETSENBORD VAN DE HANDSET
Enkele toetsen kunnen ook meerdere verschillende functies hebben, afhankelijk van de modus waarin de handset zich bevindt:
Wachtstand (stand-by), oftewel wanneer de handset niet actief is.
Programmeermodus, actief na drukken op de toets (als men tijdens de programmering gedurende ca. 30 seconden op geen enkele toets drukt, komt de handset automatisch in de wachtstand terug).
Communicatiemodus, actief tijdens een telefoonoproep.
Modus voor adresboekbeheer, actief na drukken op de functietoets F2 ( - indien men tijdens het beheer gedurende ca. 30 seconden op geen enkele toets drukt, komt de handset automatisch in de wachtstand terug).
Modus voor beheer van het antwoordapparaat van het faxtoestel, indien er binnenkomende boodschappen of memo’s op het antwoordapparaat zijn opgenomen.
Functietoets F2
T oegang tot het adresboek. Door hierna op de toets
te drukken, wordt het toetsenbord ontgrendeld
(indien eerder geblokkeerd).
Wijzigen van een naam of nummer van het
adresboek. Overgaan van hoofdletters op kleine letters
en andersom, tijdens het instellen van namen.
Overgaan naar vorige binnenkomende boodschap of
memo. Wissen van de reeds beluisterde
binnenkomende boodschappen of memo’s.
Functietoets F1
Toegang tot de lijst van niet beantwoorde oproepen
(indien de service werd geactiveerd).
Uitschakelen van een parameter.
-  Een functie of het weergegeven menu afsluiten.
Een naam of een nummer uit het adresboek wissen.
Nieuwe op het antwoordapparaat opgenomen
binnenkomende boodschappen of memo’s
beluisteren. Momenteel beluisterde binnenkomende
boodschap of memo wissen.
T oegang tot de telefoonlijn.
In-/uitschakelen van de handenvij-functie. Indien
meer dan 1,5 seconde ingedrukt gehouden, toegang tot
het faxtoestel.
Kiezen van het weergegeven nummer uit het
adresboek.
Na drukken op de toets , blokkeren van het
toetsenbord. Na drukken op de toets F2 ( ),
ontgrendelen van het toetsenbord (indien eerder
geblokkeerd).
-  -  Overgang van de pulskiesmodus naar de toonkiesmodus.
-  Selecteren van speciale tekens en symbolen tijdens het instellen van namen.
In de toonkiesmodus, zenden van een toon in de lijn
voor speciale netwerkdiensten.
Met het faxtoestel aangesloten op een privé-
centrale:
Ingedrukt voor het vormen van het telefoon- of
faxnummer, vrijgave van doorverbinding van de
oproep naar de openbare lijn (als de uitgangsmodus
Flash is en indien het faxtoestel op de juiste wijze
werd geprogrammeerd).
-  Starten van een interne communicatie met een andere handset.
Toegang tot de speciale functies die het
telefoonbedrijf biedt, algemeen bekend als REGISTER
RECALL (R-functie). Bij langer dan 1,5 ingedrukt
houden van deze toets wordt de oproep
doorverbonden.
Luidspreker.
Functietoets F3
Toegang tot het beheer van de eventueel op het antwoordapparaat van het faxtoestel opgenomen binnenkomende boodschappen en memo’s. Na drukken op de toets weergegeven nummer naar het adresboek gekopieerd.
-  Bevestiging van het menu, van de functie of
van de weergegeven parameter.
Uitschakelen van de microfoon. Om de microfoon weer in te schakelen, opnieuw op deze knop drukken.
Invoeren van een nieuw contact in het adresboek.
Beluisteren van alle op het antwoordapparaat opgenomen binnenkomende boodschappen of memo’s. Overgaan naar de volgende binnenkomende boodschap of memo.
Toegang tot de menu’s.
Schuiven door de menu’s, de functies of de
parameters (bovenste en onderste delen van de toets).
-  Verhogen of verlagen van het volume van de belsignalen van de handset (bovenste en onderste delen van de toets).
Verhogen of verlagen van het volume van de hoorn
(bovenste en onderste delen van de toets).
Schuiven door de contacten van het adresboek
(bovenste en onderste delen van de toets).
Gevolgd door drukken op de toets , blokkeren
van het toetsenbord.
-  Wissen van het ingestelde gegeven of terug
naar de vorige functie.
Afsluiten van een telefoonoproep.
Toetsen van 0 tot 9:
Vormen van het telefoon- of faxnummer.
-  Selecteren van cijfers en alfanumerieke tekens.
-  Selecteren van speciale tekens en symbolen
tijdens het instellen van namen.
In de toonkiesmodus, zenden van een toon in de lijn
voor speciale netwerkdiensten.
Door deze toets langer dan 1,5 seconde ingedrukt te houden, wordt de handset in-/uitgeschakeld. Toegang tot de lijst van laatste uitgaande oproepen.
-  -  Inlassen van een pauze tijdens het instellen
van een nummer. Microfoon.
, wordt hiermee het
7
D
ISPLAY VAN DE HANDSET
Op het display van de handset worden de volgende pictogrammen en informatie weergegeven:
- Pictogram “ Wanneer de handset zich op de batterijlader bevindt, gaan de drie segmenten
van het pictogram in sequentie aan ten teken dat de batterijen worden opgeladen. Wanneer de batterijen volledig zijn opgeladen, zijn de drie segmenten constant aan. Wanneer de handset zich niet op de batterijlader bevindt, geven de segmenten het laadniveau van de batterijen aan: van een segment (batterijen bijna leeg) tot drie segmenten (batterijen volledig opgeladen). Wanneer de batterijen geheel ontladen zijn, wordt de handset automatisch uitgeschakeld: plaats de handset in dat geval onmiddellijk op de batterijlader, om hem op te laden.
- Huidige tijd (altijd in het 24-uurformaat)
- Huidige datum (het jaar wordt niet aangegeven)
- Pictogram “ Dit pictogram wordt in plaats van de datum weergegeven, alleen wanneer u een alarm geprogrammeerd hebt.
- Pictogram “ Dit pictogram wordt in plaats van de datum weergegeven, alleen tijdens een telefoonoproep. Het pictogram geeft ook aan of het een externe of een interne oproep betreft.
- Pictogram “ Dit pictogram wordt alleen weergegeven indien u SMS-berichten heeft ontvangen die u nog niet heeft gelezen. Indien het geheugen voor de SMS­berichten vol is, wordt het pictogram “
” BATTERIJNIVEAU
” WEKKER
” of “ ” COMMUNICATIE
” SMS-BERICHTEN
” en knippert.
- Pictogram “ Dit pictogram wordt weergegeven wanneer u de handenvrij-functie
geactiveerd heeft.
- Pictogram “ Dit pictogram geeft aan of de handset zich binnen het bereik van het faxtoestel bevindt (het maximumbereik is ongeveer 250 meter in open veld en optimale gebruikscondities). Wanneer de handset zich niet op de batterijlader bevindt of op geen enkele basis geregistreerd is, knippert dit pictogram.
- Naam van de handset (“Handset” in de afbeelding)
- Identificatienummer van de handset (“2” in de afbeelding)
- Pictogram “ Dit pictogram wordt alleen weergegeven als er binnenkomende oproepen zijn die u niet heeft beantwoord (indien de service geactiveerd is).
- Pictogram “
- Pictogram “ Dit pictogram wordt alleen weergegeven als er binnenkomende boodschappen of memo’s op het faxapparaat zijn opgenomen. Het aantal binnenkomende boodschappen of memo’s wordt boven het pictogram aangegeven. Als er binnenkomende boodschappen of memo’s zijn die u nog niet beluisterd heeft, knippert het pictogram. Indien u alle op het faxtoestel opgenomen binnenkomende boodschappen of memo’s beluisterd heeft, is het pictogram constant aan. Als het geheugen voor de op het faxtoestel opgenomen binnenkomende boodschappen en memo’s vol is, wordt het
pictogram “
- Pictogram “ Dit pictogram wordt in plaats van het pictogram ADRESBOEK weergegeven
alleen als u het toetsenbord vergrendeld heeft door achtereenvolgens op
” HANDENVRIJ
” BEREIK
” LIJST VAN OPROEPEN
” ADRESBOEK
” BOODSCHAPPEN OP ANTWOORDAPPARAAT
”.
” VERGRENDELING TOETSENBORD
de toetsen
en te drukken.
8
C
OMPONENTEN
In de figuur worden de externe en interne onderdelen van het product getoond.
V
ERLENGSTUK PAPIERSTEUN
A
ANSLUITBUSSEN
P
APIERINVOER VOOR STANDAARD PAPIER
Maximumcapaciteit: 40 vel van 80 gr/m
A
UTOMATISCHE INVOER VOOR TE VERZENDEN EN
TE
KOPIËREN ORIGINELE DOCUMENTEN (ADF
Maximumcapaciteit: tot 5 vel A4
(
ASF
2
.
)
)
H
ANDSET
L
UIDSPREKER
T
ELEFOONHOORN
O
PTISCHE SCANNER
U
ITGANG VOOR ORIGINELE EN ONTVANGEN OF GEKOPIEERDE DOCUMENTEN
B
B
EDIENINGSPANEEL
D
ISPLAY
Weergave, op twee regels van elk 16 tekens: Datum en tijd, menu-items, fout­berichten, resolutie- en contrastwaarden.
T
YPEPLAATJE MACHINE
(
ZIE ONDERZIJDE
)
ATTERIJLADER
P
ATROONCOMPARTIMENT
9
METEEN AAN DE SLAG
In dit gedeelte, zoals reeds gezegd, vindt u een basis­beschrijving van het faxtoestel, met de procedures voor het
installeren en direct gebruiken van het faxtoestel, zij het met een minimum van zijn mogelijkheden. Voor een optimaal ge-
bruik van het faxtoestel en van de handset, kunt u de spe­cifieke hoofdstukken raadplegen. Aangezien dit gedeelte zo is samengesteld dat het u geleide­lijk en systematisch vertrouwd maakt met het product,
kunt u het beste de onderwerpen doornemen in de volgorde waarin zij hieronder worden behandeld.
I
NHOUD VAN DE VERPAKKING
Behalve het faxtoestel en deze handleiding vindt u het vol­gende in de verpakking:
Verlengstuk papiersteun.
Telefoonsnoer.
Snoer van het faxtoestel voor aansluiting op het elektriciteits-
net.
Telefoonstekker (indien voorzien).
Verpakking met een eerste, gratis bijgeleverde
monochromatische printpatroon.
Telefoonhoorn van het faxtoestel.
Handset.
Twee oplaadbare voedingsbatterijen van de handset (type
NI-MH AAA 1,2V 600mAh).
Batterijoplader van de handset.
Externe voeding voor de oplaadbasis van de handset.
Informatie voor after-sales service.
BELANGRIJK
Bij gebruik van niet-originele of nagevulde printpatronen komt de garantie van het product te vervallen.
A
HET
HET
a
DE
2
ANSLUITING OP HET TELEFOONNET EN OP
VOEDINGSNET
FAXTOESTEL AANSLUITEN OP DE TELEFOONLIJN
1. Steek de connector van de telefoonkabel in de aansluitbus "LINE" aan de achterkant van het toestel (A).
b
TELEFOONHOORN AANSLUITEN
Steek de connector of stekker (in­dien voorzien) aan het andere uiteinde van het telefoonsnoer in het telefoonstopcontact (B).
1. Steek de connector van het snoer van de hoorn in de aansluitbus met het symbool aan de achterkant van het faxtoestel.
2. Leg de hoorn op de haak.
I
NSTALLATIEOMGEVING
Plaats het faxtoestel en de handset op een stevige onder­grond. Zorg ervoor dat rond de apparaten voldoende ventilatieruimte vrij blijft. Houd de apparaten op afstand van sterke warmtebronnen, van stoffige en vochtige plaatsen. Stel ze ook niet bloot aan direct zonlicht.
IN
GEVAL VAN SPANNINGSVAL OF STROOMONDERBREKING
DE
EVENTUELE NOODTELEFOON AANSLUITEN
1. Om de noodtelefoon direct op het faxtoestel aan te sluiten moet u het afdekplaatje van de aanslui­ting op de buitenlijn verwijderen en de stekker van de nood­telefoon in deze aansluitbus ste­ken.
BELANGRIJK
In landen waar dit type aansluiting niet is toegestaan (bij­voorbeeld Duitsland en Oostenrijk), moet u de noodtelefoon direct op het telefoonstopcontact aansluiten.
10
S
LUIT DE BA TTERIJLADER VAN DE HANDSET OP HET
VOEDINGSNET
1. Steek de kleine connector van de externe voeding in het aansluitcontact onderaan de batterijlader (A).
2. Bevestig de voedingskabel in de overeenkomstige kabelgleuf (B).
3. Steek vervolgens de stekker aan het andere uiteinde van de externe voeding in het wandstopcontact van het elektriciteits­net (C).
P
LAA TSEN VAN DE BATTERIJEN IN DE HANDSET
AAN
b
C
C
a
BELANGRIJK
Gebruik uitsluitend de bij het product geleverde oplaadbare batterijen (NI-MH AAA 1,2V 600mAh batte­rijen). Plaats de batterijen met de juiste polariteit, zo­als aangegeven in de batterijhouder. Breng de batte­rijen niet in contact met water, en stel ze niet bloot aan warmtebronnen of aan direct zonlicht. Houd de batte­rijen buiten het bereik van kinderen.
1
1. Verwijder het deksel van de batterijhouder zoals aangegeven door de pijlen.
P
LAATSING VAN DE HANDSET OP DE BA TTERIJLADER
Voer nog geen enkele handeling uit met de handset: u moet eerst een aantal parameters op het faxtoestel in­stellen.
Nadat de handset op de batterijlader is geplaatst, begint het opladen van de batterijen automatisch. Om een maximale la­ding van de batterijen te garanderen, moet u de handset ten minste 16 uur op de batterijlader laten. De volledig opgela­den batterijen garanderen een autonomie van ca. 10 gespreksuren.
Voor het in-/uitschakelen van de handset, de toets van de handset ingedrukt houden. Indien u de uitgeschakelde
handset op de batterijlader plaatst, wordt de handset automa­tisch ingeschakeld.
HET
1. Plaats de handset op de batterijlader, met het toetsenbord naar u toe gericht. Het indicatorlampje op de batterijlader wordt rood verlicht ten teken dat de handset correct geplaatst is.
BELANGRIJK
OPMERKING
OPMERKING
FAXTOESTEL OP HET VOEDINGSNET AANSLUITEN
1. Steek de connector aan het ene uiteinde van het stroomsnoer in de stekker aan de achterkant van het toestel (A).
2
2. Neem de batterijen uit hun ver­pakking en plaats ze in hun hou­der, en let daarbij op de polariteit (zie de aanwijzingen in de hou­der zelf).
a
b
Steek vervolgens de stekker aan het andere uiteinde van het snoer in het stopcontact van het stroomnet (B).
BELANGRIJK
De stekker van de voedingskabel kan van land tot land ver­schillen.
3
3. Sluit het deksel van de batterij­houder zoals aangegeven door de pijl.
11
I
NSTELLING VAN ENKELE PARAMETERS
Wanneer het faxtoestel eenmaal op het voedingsnet is aange­sloten, voert het automatisch een korte test uit om te controle­ren of alle componenten correct werken, en daarna kan het volgende op het display verschijnen:
- de taal waarin de berichten zullen worden weergegeven of
- het bericht "AUTOMAT. 00" en afwisselend op de tweede regel "DATUM/TIJD INST" en "PATROON CONTR.".
In het eerste geval kan het faxtoestel pas correct werken nadat u de taal en het land van gebruik heeft ingesteld (zie onderstaande procedure). In het tweede geval kunt u direct overgaan naar het instellen van de datum en tijd.
DE
TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND INSTELLEN
Luxemburg BELGIUM Mexico AMERICA LATINA Nederland NEDERLAND Nieuw-Zeeland AUSTRALIA Norwegen NORGE Oostenrijk ÖSTERREICH Peru AMERICA LATINA Portugal PORTUGAL Rest van de wereld INTERNATIONAL Spanje ESPAÑA UK U.K. Uruguay AMERICA LATINA Venezuela AMERICA LATINA Zweden SVERIGE Zwitserland SWITZERLAND
Op het display van het faxtoestel verschijnt de taal waarin de berichten worden weergegeven. Bijvoor­beeld:
LANGUAGE
ENGLISH
1. Om de gewenste taal te selecteren, drukt u op de toet­sen:
Op het display verschijnt, bijvoorbeeld:
LANGUAGE
NEDERLANDS
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets: Op het display verschijnt een bestemmingsland. Bijvoor-
beeld:
LAND KIEZEN
U.K.
3. Om het gewenste land te selecteren, drukt u op de toet­sen:
Op het display verschijnt, bijvoorbeeld:
LAND KIEZEN
NEDERLAND
Indien uw land niet aanwezig is onder de op het display weergegeven landen, raadpleeg dan onderstaande tabel:
LAND TE SELECTEREN LAND
Argentinië AMERICA LATINA Australië AUSTRALIA België BELGIUM Brazilië BRASIL Chili AMERICA LATINA China CHINA Colombia AMERICA LATINA Denemarken DANMARK Duitsland DEUTSCHLAND Finland SUOMI Frankrijk FRANCE Ierland IRELAND India INTERNATIONAL Italië ITA L I A
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets: Het faxtoestel komt automatisch weer in de oorspronke-
lijke standby-modus terug.
OPMERKING
Na de instelling op het faxtoestel, wordt de taal van de be­richten automatisch op de handset bijgewerkt (indien het ap­paraat zich binnen het bereik bevindt). Indien u dit wenst, kunt u de taal van de op de handset weergegeven berichten wijzigen: in dat geval wordt de taal niet automatisch aan-
gepast op het faxtoestel (zie het hoofdstuk "Gebruik van de specifieke functies van de handset").
DE
TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND WIJZIGEN
Druk op de toetsen + van het faxtoestel en herhaal de procedure "De taal en het bestemmingsland instel-
len" vanaf het begin. Denk eraan om de gemaakte instellin­gen steeds, met de toets
A
LLEEN DE TAAL OP HET FAXTOESTEL WIJZIGEN
1. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Drukt u op de toetsen tot op het display verschijnt:
MENU
INSTALLATIE
3. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
, te bevestigen.
12
4. Drukt u op de toetsen tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE
TAAL
5. Druk op de toets: Op het display verschijnt de standaard taal, bijvoor-
beeld:
TAAL
NEDERLANDS
6. Om de andere beschikbare talen weer te geven, drukt u op de toetsen:
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby­modus te plaatsen, drukt u op de toets:
9. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
DE
EERSTE KEER DE DA TUM EN TIJD INSTELLEN
De standby-modus geeft aan dat het toestel niet actief is en dit is de modus is waarin u programmeringen kunt uitvoeren. De standby-modus wordt als volgt op het display weergegeven:
Zonder document in de ADF:
Met een document in de ADF:
Na de instelling op het faxtoestel, worden de datum en de tijd automatisch op de handset bijgewerkt (indien het apparaat zich binnen het bereik bevindt).
4. Indien u de cursor naar enkele te wijzigen cijfers wilt verplaatsen, drukt u op de toetsen:
|/}
5. Vervolgens de cijfers overschrijven, door op de vol­gende toetsen te drukken:
-
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets: Het faxtoestel komt automatisch weer in de oorspronke-
lijke standby-modus terug.
OPMERKING
AUTOMAT. 00
10-Sep-07 12:25
DOCUMENT GEREED
NORMAAL
OPMERKING
De eerste keer dat u het faxtoestel op het stroomnet aansluit of elke keer dat de stroom uitvalt moet u de
datum en tijd instellen, zoals hieronder beschreven. De datum en tijd worden aan de bovenrand van alle
verzonden documenten afgedrukt, en worden boven­dien op het display weergegeven wanneer het faxtoestel zich in de standby-modus bevindt.
Wanneer de datum en tijd eenmaal zijn ingesteld, kun­nen zij altijd nog worden gewijzigd. Bovendien is het mogelijk het formaat van de weergave op het display te wijzigen, zie "Datum en tijd op het faxtoestel wijzi- gen".
Op het display verschijnt het bericht "AUTOMAT. 00" op de eerste regel en op de tweede regel "DATUM/ TIJD INST".
1. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
MENU
DATUM/TIJD INST
2. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
DATUM/TIJD INST
XX-XX-XX XX:XX
"XX-XX-XX XX:XX" geven de datum en tijd aan die voor het eerst op het display worden weergegeven nadat het faxtoestel is aangesloten.
3. Om de juiste datum en tijd in te voeren (bijv. 10-09-07; 12:25), drukt u op de toetsen:
- Telkens wanneer u een cijfer invoert gaat de cursor naar het volgende teken.
D
ATUM EN TIJD OP HET FAXTOESTEL WIJZIGEN
Indien de datum en de tijd op het display van het faxtoestel niet juist zijn, kunt u beide op elk willekeurig moment wijzigen.
Houd er rekening mee dat, als u over de service voor weergave van de beller-identificatie beschikt, de datum en tijd automatisch worden bijgewerkt elke keer dat u een oproep ontvangt.
1. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
MENU CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen tot op het display verschijnt:
MENU
CONFIG. FAX
3. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
CONFIG. FAX
DATUM / TIJD
4. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
DATUM/TIJD INST
13
5. Nu kunt u kiezen tussen de volgende opties: "DATUM/TIJD INST" - Om de eerder ingestelde datum
en tijd te wijzigen. "FORMAAT DATUM" - Om het datumformaat te kiezen
dat op het display wordt weergegeven. "FORMAAT TIJD" - Om het tijdformaat te kiezen dat op
het display wordt weergegeven.
6. Om een van de bovengenoemde opties weer te geven, drukt u op de toetsen:
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
OPMERKING
Indien het 12-uurformaat geselecteerd is, verschijnt de letter "p" (post meridiem) of de letter "a" (ante meridiem) op het display van het faxtoestel. Om van het ene formaat naar het andere te gaan gaat u als volgt te werk:
1. Herhaal de procedure tot het bericht "DATUM / TIJD - DA­TUM/TIJD INST" wordt weergegeven, en druk vervolgens
op de toets
2. Plaats de cursor met de toetsen letter.
3. Druk op de toetsen
.
|/}
, onder de te wijzigen
.
Als u de optie "DATUM/TIJD INST" hebt gekozen, gaat u als volgt te werk:
1. Voer de juiste datum en tijd in (bijv. 13-09-07; 18:00), door op
2. Indien u de cursor naar enkele te wijzigen cijfers wilt ver-
3. Vervolgens de cijfers overschrijven, door op de volgende
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus
6. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
Als u de optie "FORMAAT DATUM" hebt gekozen, gaat u als volgt te werk:
1. Op het display verschijnt: "FORMAAT DATUM" en "DD/MM/
2. Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen:
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
4. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus
Zie onderstaande opmerkingen voor het uitvoeren van de programmering.
8. Als u een fout gemaakt heeft of de procedure wilt on­derbreken, drukt u op de toets:
OPMERKING
de toetsen invoert gaat de cursor naar het volgende teken.
plaatsen, drukt u op de toetsen:
toetsen te drukken:
te plaatsen, drukt u op de toets:
JJ".
.
te plaatsen, drukt u op de toets:
- te drukken. Telkens wanneer u een cijfer
|/}
.
- . .
.
.
.
.
Op het display van de handset wordt de tijd altijd in het 24­uurformaat weergegeven, en in de datum worden alleen de dag en de maand weergegeven.
Voor het wijzigen van de datum en tijd op de handset, wordt verwezen naar de paragraaf "Datum en tijd op de hand-
set wijzigen".
VAN
PRIVÉ
Selecteer de parameter "PRIVÉ".
Stel de kiesmodus (puls of toon) in op de modus die
1. Druk op de toets:
2. Druk op de toetsen
OPMERKING
OPMERKING
HET OPENBARE TELEFOONNET OVERGAAN OP EEN
-
LIJN (PBX
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor­den uitgevoerd.
Het faxtoestel is reeds ingesteld voor aansluiting op het openbare telefoonnet, maar u kunt het ook op een privé­lijn aansluiten en het evengoed op een openbare lijn gebruiken. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
wordt gebruikt door de PBX waarop het faxtoestel is aangesloten. Indien u niet zeker weet welke modus u moet selecteren, raadpleegt u het beste de PBX-be­heerder.
Om van het openbare net over te gaan op de privé­lijn:
Op het display verschijnt:
)
MENU
CONF. ONTVANGST
5. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
Als u de optie "FORMAAT TIJD" hebt gekozen, gaat u als volgt te werk:
1. Op het display verschijnt: "FORMAAT TIJD" en "24 UUR".
2. Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen: .
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
4. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus
te plaatsen, drukt u op de toets:
5. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
14
.
.
.
.
tot op het display verschijnt:
3. Druk op de toets:
4. Druk op de toetsen tot op het display verschijnt:
MENU
INSTALLATIE
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
INSTALLATIE
TEL.NET INSTELL
5. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
6. Druk op de toetsen tot op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL
TYPE TEL.NET
6. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
TYPE TEL.NET
OPENBAAR
7. Om de andere optie te kiezen, "TYPE TEL.NET ­PRIVÉ", drukt u op de toetsen:
8. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
9. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
10. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
TEL.NET INSTELL
KIESMODUS
7. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
KIESMODUS
TOON
8. Om de andere optie te kiezen, "KIESMODUS - PULS", drukt u op de toetsen:
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
10. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
11. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
Om de kiesmodus aan te passen:
Deze functie is slechts in enkele landen beschik­baar.
1. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen tot op het display verschijnt:
MENU
INSTALLATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
4. Druk op de toetsen tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE
TEL.NET INSTELL
5. Druk op de toets:
NU
ONTBREKEN UW NAAM EN FAXNUMMER NOG
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor­den uitgevoerd.
Wanneer ze ingesteld zijn, blijven naam (max. 16 te- kens) en nummer (max. 20 cijfers) onveranderd tot ze opnieuw gewijzigd worden, en worden op elke door uw correspondent ontvangen pagina afgedrukt.
1. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen tot op het display verschijnt:
MENU
INSTALLATIE
3. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
4. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL
TYPE TEL.NET
5. Om de tekens van elke toets cyclisch te selecteren, drukt u op de toetsen:
-
NAAM ZENDER
_
15
6. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toetsen:
|/}
7. Om de cursor naar het eerste teken van de naam te verplaatsen, drukt u op de toets:
8. Om de cursor na het laatste teken van de naam te ver­plaatsen, drukt u op de toets:
9. Om een aantal speciale symbolen in uw naam in te voegen, bijv. &, drukt u op de toetsen:
-
10. Om een teken in een naam in te voegen, plaatst u de cursor waar u het teken wilt invoegen, door drukken op de toetsen:
|/}
11. Vervolgens typt u het teken dat u wilt invoegen.
12. Om verkeerde tekens te wissen, plaatst u de cursor
rechts van het foute teken door drukken op de toetsen:
|/}
13. Vervolgens drukt u op de toets:
14. Om de naam volledig te wissen, houdt u de volgende toets ingedrukt:
Om bijvoorbeeld de naam "LARA" in te voeren, gaat u als volgt te werk:
4. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toetsen:
|/}
Wanneer u een fout maakt, gaat u te werk zoals bij het instellen van uw naam.
Indien u de internationale code wilt invoeren, gebruikt u in plaats van de nullen de toets *; op het display verschijnt het symbool "+".
5. Om het faxnummer te bevestigen, drukt u op de toets:
6. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby­modus te plaatsen, drukt u op de toets:
7. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
Plaats van naam en faxnummer:
De informatie die bovenaan op het te verzenden docu­ment wordt afgedrukt (naam, faxnummer, datum en tijd en aantal pagina's) kan als volgt door het faxtoestel van uw correspondent worden ontvangen:
- buiten de tekstzone en dus vlak onder de bovenkant van de pagina;
of
- binnen de tekstzone en dus met een grotere boven­marge.
Uw faxtoestel is ingesteld om deze informatie binnen de tekstzone te plaatsen.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "L" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "R" geselecteerd heeft. Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
15. Om de naam te bevestigen, drukt u op de toets: Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
Voer nu het faxnummer in volgens onderstaande aan­wijzingen:
Faxnummer instellen:
1. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NUMMER ZENDER
2. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
Plaats wijzigen:
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen tot op het display verschijnt:
MENU
CONFIG. FAX
3. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
CONFIG. FAX
DATUM / TIJD
4. Druk op de toetsen:
Op het display verschijnt:
CONFIG. FAX
DIV. PARAMETERS
5. Druk op de toets:
NUMMER ZENDER
_
3. Voer uw faxnummer in, drukt u op de toetsen:
-
16
Op het display verschijnt:
DIV. PARAMETERS
ECM
6. Druk op de toetsen tot op het display verschijnt:
DE
PRINTPATROON PLAATSEN
DIV. PARAMETERS
KOPREGEL FAX
7. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
KOPREGEL FAX
BINNEN
8. Om de andere parameter te selecteren, drukt u op de toetsen:
Op het display verschijnt:
KOPREGEL FAX
BUITEN
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
10. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
11. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
BELANGRIJK
Het faxtoestel wordt geleverd met een gratis eerste printpatroon. Het is niet mogelijk deze eerste patroon nogmaals te gebruiken: indien men probeert hem weer te plaatsen na het signaal dat de inkt op is, verschijnt op het display het bericht "LET OP! PATROON REEDS GEBRUIKT! DE PATROON KAN SLECHTS EENMAAL WORDEN GEBRUIKT". Denk eraan dat u alleen origi­nele patronen gebruikt (zie de code achterin de hand­leiding). Het gebruik van niet-originele of nagevulde patronen is niet toegestaan. In elk geval komt bij ge­bruik van dergelijke patronen de garantie op het product te vervallen.
Indien na installatie van de patroon opnieuw het bericht "PA­TROON CONTR." op het display verschijnt, kunt u proberen de patroon te verwijderen om hem vervolgens opnieuw - maar met een beetje meer druk - te installeren. Indien het bericht niet verdwijnt, de patroon verwijderen en de elektrische con­tacten van zowel de patroon als de wagen reinigen, zie "Elek- trische contacten van de printpatroon reinigen", in het hoofdstuk "Onderhoud".
1
1. Leg de telefoonhoorn eraf op een stabiele ondergrond.
V
OORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK
HET
AFDRUKPAPIER LADEN
1
2
1. Breng de papiersteun in de gleuf aan en duw hem aan tot hij vast­zit.
2. Houd het papier bovenaan vast en laat het in de ASF glijden zon­der het te kreuken en zonder druk uit te oefenen.
2. Maak het bedieningspaneel open en til het op zoals aangegeven door de pijl.
3. Neem de patroon uit zijn verpak­king en verwijder de bescherm­folie van de inktsproeiers terwijl u hem aan weerszijden vast­houdt.
4. Plaats de patroon in zijn behui­zing met de elektrische contac­ten naar het patroon­compartiment gericht.
BELANGRIJK
Wanneer u de ASF bijvult (max. 40 vel), moet u het "nieuwe" papier onder en niet op het "oude" plaatsen. Dankzij het geheugen van het faxtoestel kan het evengoed tot een maximum van 30 pagina's ontvangen, ook als u het papier niet heeft bijgevuld.
5. Duw de patroon aan tot u een klik hoort, die aangeeft dat hij goed zit.
17
6. Sluit vervolgens het bedieningspaneel en plaats de telefoon­hoorn in zijn zitting.
C
ONFIGURATIE VAN DE HANDSET
BELANGRIJK
Met de eerste gratie bijgeleverde printkop kunt u tot 80 pagina’s afdrukken*. Met de patronen die u vervolgens koopt, met een grotere capaciteit, kunt u tot 450 pagina’s afdrukken*.
* Op basis van de Test Chart ITU-TS n.1 (zwartdekking 3,8%).
Nadat de patroon is geïnstalleerd, het bedienings­paneel is gesloten en de hoorn op de haak ligt, start het faxtoestel de reinigings- en controleprocedure van de spuitmonden, afgesloten door:
het afdrukken, op een automatisch ingevoerd vel, van het onderstaande diagnose-resultaat:
- een schaalverdeling, om de inktstroom en de elektrische
circuits van de inktsproeiers van de printpatroon te contro­leren.
- een set grafische en tekstelementen, voor het beoor-
delen van de printkwaliteit.
weergave op het display van het bericht: "BEKIJK AFDRUK", "1=UIT 0=HERHAAL".
Onderzoek de printtest als volgt:
1. Controleer de schaalverdeling: als er geen onderbrekin­gen en geen witte horizontale lijnen in de zwarte zones
aanwezig zijn, is de patroon correct geïnstalleerd en werkt normaal. Stel de waarde in op 1. Het faxtoestel komt in de oorspronkelijke standby-modus terug en is klaar voor ge­bruik. Op het display verschijnt het bericht "AUTOMAT. 00" en op de tweede regel de huidige datum en tijd.
2. Als u echter onderbrekingen of witte lijnen aantreft, de waarde 0 instellen om vooral de spuitmond-reiniging te her­halen: als de nieuwe printtest nog niet het gewenste resultaat geeft, de procedure nog eenmaal herhalen. Vervolgens:
• als de printkwaliteit nog te wensen overlaat, de elektrische
contacten reinigen zoals aangegeven in "Elektrische con-
tacten van de printpatroon reinigen", hoofdstuk "On- derhoud".
• als de printkwaliteit wel goed is, de waarde 1 instellen. Het
faxtoestel keert in de oorspronkelijke standby-modus terug en is klaar voor gebruik.
De bij het faxtoestel geleverde handset kan als een normale telefoon worden gebruikt, en biedt bovendien de mogelijk­heid om het adresboek en de op het faxtoestel opgeslagen memo's en binnenkomende boodschappen te beheren (zie de hoofdstukken "Functies voor verzenden en ontvan- gen" en "Het antwoordapparaat"). De handset voldoet aan de standaards DECT (Digital European Cordless Technology) en GAP (Generic Access Profile).
Het bereik van het apparaat bedraagt ongeveer 250 meter (in open veld en optimale gebruikscondities). Indien u storin­gen hoort bij het gebruik van de handset, ga dan wat dichter naar het faxtoestel toe. Grote metalen voorwerpen of dikke wanden kunnen het bereik van het apparaat aanzienlijk ver­minderen.
D
ATUM EN TIJD OP DE HANDSET WIJZIGEN
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
2. Druk op de functietoets F3:
3. Druk op de functietoets F3:
4. Typ de nieuwe datum op de numerieke toetsen van de
5. Druk op de functietoets F3 om de instelling te bevesti-
BELANGRIJK
Wanneer de inkt in de patroon bijna op is, verschijnt op het display:
PATR. BIJNA LEEG
en het faxtoestel drukt op een automatisch ingevoerd vel de waarschuwing af dat de inkt bijna op is.
Wanneer de inkt op is, verschijnt op het display:
PATROON VERV.
De instructies voor het vervangen van de patroon vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud". Voor de aanschaf van nieuwe printpatronen, wordt ver­wezen naar de codes achterin deze handleiding.
6. Druk op de functietoets F3:
7. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
8. Druk op de functietoets F3:
9. Typ de nieuwe tijd op de numerieke toetsen van de
10. Druk op de functietoets F3 om de instelling te bevesti-
OPMERKING
U kunt de op het display van de handset weergegeven datum en tijd op elk gewenst moment wijzigen. Denk er
echter aan dat als u de datum en tijd op de hand­set wijzigt, ook de datum en tijd op het display van het faxtoestel automatisch worden bijgewerkt.
tot op het display van de handset verschijnt:
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Op het display verschijnt:
DATUM INST.
Op het display wordt de huidige datum weergegeven.
handset.
gen: Op het display verschijnt:
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Op het display verschijnt:
DATUM INST.
tot op het display van de handset verschijnt:
TIJD INST.
Op het display verschijnt de huidige tijd.
handset.
gen:
18
11. Druk op de functietoets F1
De in de verpakking geleverde handset is reeds op het faxtoestel geregistreerd en gereed om te worden gebruikt. Voor het registreren van andere handsets die compatibel zijn met de standaards DECT (Digital European Cordless Technology) en GAP (Generic Access Profile), wordt verwe­zen naar het hoofdstuk "Gebruik van de specifieke func- ties van de handset".
tot de programmering is afgesloten.
A
ANVULLENDE HANDSETS REGISTREREN
A
FDRUKKEN VAN HET MENU EN ZIJN FUNCTIES
1
Nadat het document in de automatische invoer (ADF) is ge­stoken, verschijnt op de bovenste regel van het display:
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het con­trast: "NORMAAL".
a
1. Steek het origineel in de invoer
b
(ADF) met de te verzenden kant naar onder gericht (A).
Leg het document tevens zo dat het perfect op de rechterkant van de invoer aansluit (B): zie aan­wijzing op de behuizing van het faxtoestel.
DOCUMENT GEREED
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor­den uitgevoerd.
Aangezien het handig kan zijn een overzicht te hebben van de structuur van het menu en zijn functies, is het raadzaam dit uit te printen.
1. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen tot op het display verschijnt:
MENU
FUNCTIELIJST
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets: Na de afdruk komt het faxtoestel automatisch weer in de
oorspronkelijke standby-modus terug.
V
ERZENDEN
BELANGRIJK
Wanneer het document in de invoer (ADF) is gestoken, zal het faxtoestel, indien u binnen ca. twee minuten geen enkele operatie uitvoert, het document automatisch weer uitvoeren.
OPMERKING
Voor het verzenden van een document vanaf de handset, zie het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen".
EEN
DOCUMENT VERZENDEN
1. Indien dit schema u niet vol­doende zegt, raadpleeg dan "Verzenden", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen".
Volgens onderstaande procedures kunt u het faxtoestel direct gebruiken voor eenvoudige verzendingen. Als u aan de schema’s niet genoeg heeft, kunt u altijd het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen" raadplegen waarin u een gedetailleerde beschrijving vindt van alle mo­gelijke verzendfuncties evenals de programmering van het adresboek.
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN
Bij elk type verzending moet het origineel in de auto­matische documentinvoer (ADF) gestoken zijn.
KENMERKEN VAN HET DOCUMENT
Breedte min. 148 mm - max. 210 mm
Lengte min. 105 mm - max. 600 mm
Gramsgewicht 70 - 90 gr/m
Bij documenten met andere dan de bovenstaande afmetin­gen, het origineel op een A4-vel of ander vel met toegestane afmetingen kopiëren, en vervolgens de kopie verzenden.
2
(max. 5 vel)
K
IESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN
1. Indien dit schema u niet vol­doende zegt, raadpleeg dan "Verzenden", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen".
19
T
ELEFOONHOORN VAN HET FAXTOESTEL OPNEMEN BIJ HET
VERZENDEN
1. Indien dit schema u niet vol­doende zegt, raadpleeg dan "Verzenden", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen".
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
6. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby­modus te plaatsen, drukt u op de toets:
7. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
OPMERKING
Om de ontvangstmodus met antwoordapparaat te acti­veren, moet u eerst de UITGAANDE BOODSCHAP 1 opne­men, zie het hoofdstuk "Het antwoordapparaat".
M
ANUELE ONTVANGST
Manuele ontvangst is geschikt wanneer u aanwezig bent en persoonlijk de binnenkomende oproepen wilt beantwoorden.
O
NTVANGEN
Uw faxtoestel kan documenten die door een andere fax wor­den verzonden op vier manieren ontvangen. U kunt de ge­wenste modus activeren door onderstaande procedure te volgen: manuele ontvangst, automatische ontvangst, auto­matische ontvangst met oproeptype-herkenning en ontvangst met antwoordapparaat.
OPMERKING
Voor het starten van de ontvangst van een document vanaf
A
de handset, zie het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen".
K
IEZEN VAN DE ONTVANGSTMODUS
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor­den uitgevoerd.
1. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toets:
UTOMATISCHE ONTVANGST
Deze modus is geschikt wanneer u afwezig bent maar toch documenten wilt ontvangen. Dit is de modus waarin uw faxtoestel is ingesteld.
O
In deze ontvangstmodus ontvangt het antwoordapparaat de oproepen, registreert eventuele boodschappen en geeft de verbinding over aan het faxtoestel als de correspondent een document wil verzenden.
1. Indien dit schema u niet vol­doende zegt, raadpleeg dan "Ontvangen", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en
ontvangen".
NTVANGST MET ANTWOORDAPPARAAT
Op het display verschijnt:
CONF. ONTVANGST
ONTVANGSTMODUS
3. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
ONTVANGSTMODUS
AUTOMAT.
4. Om de andere beschikbare opties weer te geven, "ONTVANGSTMODUS - HANDMATIG", "ONTVANGST­MODUS - TEL / FAX" of "ONTVANGSTMODUS - AWA / FAX", drukt u op de toetsen:
20
O
NTVANGST IN DE MODUS "TEL
/
FAX
"
G
EBRUIK VAN DE TELEFOON
Hoe het faxtoestel zich in deze ontvangstmodus gedraagt, is afhankelijk van wie hem belt en van uw aan-/afwezigheid bij ontvangst (in deze ontvangstmodus gaat de handset al­leen over wanneer de oproep van een telefoon afkomstig is). Het volgende schema geeft de procedure weer:
Na het gepro­grammeerde aantal bel­signalen.
"TEL / FAX" geactiveerd.
Oproep afkomstig van
FAXTOESTEL.
Uw toestel komt in automati­sche ontvangst.
Oproep afkomstig van
TELEFOON.
Uw faxtoestel geeft 20 secon­den lang een geluidssignaal (standaard ingestelde waarde). Op het display verschijnt: "HOORN OPNEMEN".
De 20 seconden zijn verstre­ken en u hebt de hoorn niet opgenomen.
Uw faxtoestel komt in auto­matische ontvangst. Het wacht ca. 30 seconden om een document ontvangen, daarna komt het vanzelf weer in de standby-modus terug.
Als u de lijn neemt door opnemen van de hoorn van het
faxtoestel of door drukken op de toets handset, beschikt u over alle functies die een normale tele-
foon biedt. Hiertoe behoort ook de functie R (REGISTER RECALL, ge-
activeerd met de toets handset, die toegang biedt tot speciale diensten die door de
netwerkcentrale worden geboden. U hebt tevens beschikking over de volgende functies:
Oproepen van een correspondent met gebruik van het adres­boek, zie hieronder "Opbellen via opzoeken in het adres- boek" en "Opbellen via de snelle methode".
Tijdelijk onderbreken van een telefoongesprek door in­drukken van de toets functietoets F3 (
voortzetten zodra u dezelfde toets weer indrukt.
Met de handset kunt u tevens gebruik maken van andere specifieke functies (zie het hoofdstuk "Gebruik van de spe- cifieke functies van de handset").
Om een telefoonoproep te kunnen uitvoeren, moeten het faxtoestel en de handset zich in de standby-modus bevinden.
O
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
van het faxtoestel of van de
(HOLD) van het faxtoestel of de
) van de handset. U kunt het gesprek
OPMERKING
OPMERKING
PBELLEN VIA OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK
O
PBELLEN VANAF HET FAXTOESTEL
van de
De correspondent belde op voor een gesprek; zodra het gesprek beëindigd is kunt u de hoorn opleggen.
De correspondent vraagt of hij u een document kan zenden.
Uw faxtoestel staat klaar voor ontvangst.
Op het display verschijnt:
VERBONDEN
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten en seconden.
2. Druk op de toets: Het display geeft het fax- of telefoonnummer en even-
tueel de naam weer die gekoppeld zijn aan de eerste van 60 beschikbare posities (00-59) indien eerder ge­programmeerd.
3. Om het telefoonnummer of de naam te vinden van de persoon die u wilt bellen, kunt u:
1. Op de toetsen
de naam op het display verschijnen.
of
2. Op de toets met de beginletter van de gewenste naam
drukken. Het faxtoestel zoekt de naam in alfabetische volgorde op.
4. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
drukken tot het gewenste nummer of
21
O
PBELLEN VANAF DE HANDSET
1. Druk op de functietoets F2 onder het pictogram op het display:
Op het display wordt, in alfabetische volgorde, de naam (indien ingesteld) en het fax- of telefoonnummer weer­gegeven die aan de 60 beschikbare posities gekop­peld zijn (00-59).
2. Om het telefoonnummer of de naam te vinden van de correspondent die u wilt bellen, kunt u:
1. Op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
drukken tot de gewenste naam of het nummer
op het display verschijnt.
of
2. Op de toets drukken met de beginletter van de naam
die u zoekt. De handset zoekt de naam in alfabeti­sche volgorde.
3. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Nadat het nummer is gevormd kunt u, als de corres­pondent vrij is, het gesprek beginnen. Op het display van de handset wordt de duur van het gesprek weer­gegeven.
2. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
BINNENKOM. OPR. Û
UITGAANDE OPR. Ü
3. Om de lijst van binnenkomende oproepen te selecte­ren, drukt u op de toets:
4. Om de lijst van uitgaande oproepen te selecteren, drukt u op de toets:
5. Om in de lijst van de laatste 20 onbeantwoorde binnen­komende oproepen of in de lijst van de laatste 10 uit­gaande oproepen het nummer of de naam te zoeken van de correspondent die u wilt bellen, drukt u op de toetsen:
6. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
O
PBELLEN VIA DE SNELLE METHODE
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor­den uitgevoerd.
Steek geen document in de automatische invoer (ADF).
1. Druk, gedurende meer dan een seconde, op de nummertoets (0-9) waaronder u eerder het gewenste
telefoonnummer heeft opgeslagen, bijvoorbeeld
- Op het display verschijnen de cijfers van het toegewe­zen telefoonnummer (zie "Programmering van het
adresboek", in het hoofdstuk "Functies voor verzen­den en ontvangen"). Als ook de naam is opgeslagen,
wordt deze op het display weergegeven.
2. Zodra het nummer is gevormd en de correspondent antwoordt, neemt u de hoorn op om het gesprek te beginnen.
Op het display verschijnt rechts boven de duur van het gesprek in minuten en seconden.
EEN
VAN DE LAATSTE
EEN
VAN DE LAATSTE
OPVRAGEN
20
BINNENGEKOMEN NUMMERS OF
10
GESELECTEERDE NUMMERS
:
O
PVRAGEN VANAF DE HANDSET
1. Om een van de 20 binnengekomen nummers op te vragen, drukt u op de functietoets F1:
Op het display wordt de lijst van niet beantwoorde bin­nengekomen oproepen weergegeven.
of Om een van de laatste 10 gebelde nummers op te vra-
gen, drukt u op te toets: Op het display wordt de lijst van uitgaande oproepen
weergegeven.
2. Om in de lijst van de laatste 20 niet beantwoorde bin­nengekomen oproepen of in de lijst van de laatste 10 uitgaande oproepen het telefoonnummer of de naam te vinden van de correspondent die u wilt bellen, drukt u op het bovenste of onderste gedeelte van de toets:
Als u dit wenst, kunt u het weergegeven nummer aan het adresboek toevoegen: in dat geval drukt u op de
functietoets F3 ( cedure "Programmering van het adresboek - Adres-
boek programmeren vanaf de handset" in het hoofd­stuk "Functies voor verzenden en ontvangen".
3. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
), en volgt u, vanaf punt 3, de pro-
Steek geen document in de automatische invoer (ADF).
O
PVRAGEN VANAF HET FAXTOESTEL
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen. Op het display verschijnt:
VERBONDEN
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten en seconden.
22
Nadat het nummer is gevormd kunt u, als de corres­pondent vrij is, het gesprek beginnen. Op het display van de handset wordt de duur van het gesprek weer­gegeven.
EEN
OPROEP DOORVERBINDEN
EEN
OPROEP DOORVERBINDEN VANAF HET
FAXTOESTEL
1. Tijdens een telefoongesprek drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
DOORVERBINDEN
WACHTEN AUB
Alle op de basis geregistreerde handsets gaan over.
2. Om de oproep door te verbinden, de hoorn op de haak leggen.
3. Zodra een handset de oproep beantwoordt, verschijnt op het display:
REMOTE TOEGANG
VERBONDEN
Indien geen enkele interne correspondent de oproep beantwoordt, geeft het faxtoestel een geluidsignaal en verschijnt de tekst "HOORN OPNEMEN" op het display: om de verbinding met de externe correspondent te herstellen, moet u de hoorn opnemen.
Indien u de oproep naar een handset wilt doorverbin­den en de oproep zelf wilt beantwoorden, bijvoorbeeld in een andere kamer, moet u na drukken op de toets
, de hoorn opleggen en de verbinding op de
handset opnemen.
EEN
OPROEP DOORVERBINDEN VANAF DE HANDSET
Raadpleeg de paragraaf "Oproep doorverbinden en/ of een 3-gesprek starten" van het hoofdstuk "Ge­bruik van de specifieke functies van de handset".
K
OPIËREN
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN
Net als bij de verzending, moet ook bij het kopiëren het origineel in de automatische documentinvoer (ADF) ge­stoken zijn. Controleer dus alvorens een kopie te maken, of
het origineel correct in de invoer is gestoken en of het voldoet aan de eerder beschreven kenmerken (zie het gedeelte "Ver- zenden"). Denk er echter aan dat u bij de kopieerfunctie in de auto­matische invoer (ADF) slechts één vel tegelijk kunt inste- ken. Bovendien, als u geen enkele kopie maakt, voert het faxtoestel het document na ca. twee minuten automatisch uit en komt weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
K
OPIËREN
Zoals reeds gezegd, kunt u het faxtoestel ook als een kopieerapparaat gebruiken. Het afdrukresultaat is af­hankelijk van het type kopie dat u wilt verkrijgen "Nor- male kopie" of "Kopie van hoge kwaliteit" en van de waarden voor contrast en resolutie die u instelt voordat u de kopie maakt.
1. Kies het contrast op basis van de volgende criteria:
NORMAAL, als het document noch te donker noch te licht is.
LICHT, als het document bijzonder donker is.
DONKER, als het document bijzonder licht is.
2. Kies de resolutie op basis van de volgende criteria:
TEKST, als het document goed leesbare tekst of een- voudige afbeeldingen bevat.
FOTO, als het document schaduw bevat.
3. Steek het document in de automatische invoer (ADF). Op de bovenste regel van het display versc hijnt:
DOCUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAAL".
4. Druk op de toets: Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor
het type reproductie, contrast en resolutie: respectie­velijk 100%, NORMAAL en TEKST. Bovendien wordt het ingestelde aantal kopieën weergegeven (1).
5. Om deze waarden te bevestigen, drukt u op de toets: anders gaat u direct door naar punt
6. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
6.
KWALITEIT
HOOG
7. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "KWA­LITEIT - NORMAAL", drukt u op de toetsen:
23
8. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets: Op het display verschijnt:
ZOOM
100%
9. Om de andere beschikbare reproductiewaarden te kie­zen, "200%", "140%", "70%" of "50%", drukt u op de toetsen:
10. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets: Op het display verschijnt:
CONTRAST
NORMAAL
11. Om de andere twee beschikbare contrastwaarden weer te geven, "CONTRAST - LICHT" of "CONTRAST ­DONKER", drukt u op de toetsen:
12. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets: Het display geeft de waarden weer die u zojuist gese-
lecteerd heeft. Nu hoeft u alleen nog het type reproductie te kiezen en het gewenste aantal kopieën in te stellen:
13. Om het gewenste type resolutie te kiezen, "TEKST" of "FOTO", drukt u op de toets:
14. Als u meer dan een kopie wilt maken (max. 9), voert u het gewenste aantal in, door op de volgende toet­sen te drukken:
-
15. Als u een enkele kopie wilt maken, gaat u direct door naar het volgende punt.
16. Om het kopiëren te starten, drukt u op de toets: Het faxtoestel begint het document op te slaan. Nadat
het document is opgeslagen, wordt het kopieren ge­start.
OPMERKING
Wanneer u de kopieertaak wilt onderbreken, drukt u op de toets
het origineel uit de ADF, en komt daarna in de standby-modus terug met weergave van het bericht "KOPIE ONDERBROK.".
Druk op de toets verwijderen.
. Het faxtoestel onderbreekt de kopieertaak, voert
om de weergave van het bericht te
OPMERKING
Voor het maken van vergrotingen of verkleiningen, het docu­ment zo leggen dat het perfect op de rechterkant van de in­voer aansluit (zie aanwijzing op de behuizing van het faxtoestel). De maximale afdrukbreedte bedraagt 203,2 mm en de maxi­male lengte 282 mm. De maximale niet-afdrukbare marges zijn: rechts en links 3,4 mm, boven 2,5 mm en onder 12,5 mm.
24
I
NHOUDSOPGAVE
-
TWEEDE DEEL
FUNCTIES VOOR VERZENDEN EN ONTVANGEN 2 7
VERZENDEN .............................................................................. 27
ONTV ANGEN .............................................................................. 31
HET ADRESBOEK ....................................................................... 32
RAPPORTEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN................................... 36
HET ANTWOORDAPPARAAT 39
OM HET ANTWOORDAPP ARAA T TE ACTIVEREN ..................... 39
HET BEDIENINGSPANEEL VOOR HET
ANTWOORDAPPARAAT .............................................................. 39
VEILIGHEIDSFUNCTIES EN TOEGANG .................................... 40
UITGAANDE BOODSCHAPPEN EN MEMO'S............................. 41
OPNAMETIJD PROGRAMMEREN VOOR MEMO’S EN
BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN ....................................... 43
AFSPELEN VAN BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN EN
MEMO'S ...................................................................................... 44
WISSEN VAN REEDS BELUISTERDE BOODSCHAPPEN EN
MEMO'S ...................................................................................... 44
HET ANTWOORDAPP ARAA T OP AFST AND BEDIENEN ............ 45
SPECIALE FUNCTIES VAN HET ANTWOORDAPP ARAA T ......... 46
AFDRUKKEN VAN DE CONFIGURATIEPARAMETERS
VAN HET ANTWOORDAPP ARAA T .............................................. 47
ONDERHOUD 72
PRINTP A TROON VERV ANGEN .................................................. 72
REINIGINGSPROCEDURE VOOR DE PRINTP A TROON EN
TESTPROCEDURE VOOR DE INKTSPROEIERS ...................... 73
ELEKTRISCHE CONT ACTEN V AN DE PRINTPATROON
REINIGEN ................................................................................... 73
OPTISCHE SCANNER REINIGEN .............................................. 74
BEHUIZING REINIGEN ............................................................... 75
VASTGELOPEN DOCUMENTEN VERWIJDEREN ...................... 75
VASTGELOPEN P APIER VERWIJDEREN ................................... 75
ELEKTRISCHE CONT ACTEN VAN DE HANDSET EN DE
BATTERIJLADER REINIGEN...................................................... 76
DE BATTERIJEN VAN DE HANDSET VERVANGEN................... 76
FABRIKANT EN SERVICE 77
FABRIKANT ................................................................................ 77
SERVICE..................................................................................... 77
TECHNISCHE GEGEVENS 78
INDEX 79
GEAVANCEERD GEBRUIK 48
OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR ONTVANGST........ 48
OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR VERZENDING ...... 55
ONTVANGEN VAN EEN DOCUMENT D.M.V. DE
POLLINGFUNCTIE ..................................................................... 58
GEBRUIK VAN DE SPECIFIEKE FUNCTIES VAN DE HANDSET 60
GEBRUIK V AN DE HANDSET..................................................... 60
GEBRUIK VAN EXTRA APP ARA TEN ........................................... 63
PROBLEMEN OPLOSSEN 66
WANNEER DE STROOM UITV ALT ............................................. 66
WANNEER HET P APIER OF DE INKT OPRAAKT ...................... 66
WANNEER DE VERZENDING MISLUKT .................................... 66
WAT ER GEBEURT ALS U EEN DOCUMENT IN DE AUTOMA TISCHE INVOER (ADF) STEEKT TERWIJL HET
FAXT OESTEL AFDRUKT ............................................................ 66
PROBLEMEN OP HET FAXTOESTEL ......................................... 66
FOUTCODES .............................................................................. 67
SIGNALEN EN BERICHTEN OP HET FAXTOESTEL.................. 68
PROBLEMEN OP DE HANDSET................................................. 71
Loading...
+ 61 hidden pages