Olivetti FAX-LAB 145 D SMS SERVICE Manual [nl]

Gebruik van de SMS-service
SAMENGESTELD/UITGEGEVEN/GEPRODUCEERD DOOR:
Gedrukt in Thailand.
Olivetti S.p.A. con unico azionista Gruppo Telecom Italia Direzione e coordinamento di Telecom Italia S.p.A.
Code van de gebruikershandleiding: 259762Y
Publicatiedatum: Januari 2007
S
MS-SERVICE
Met het faxtoestel en de handset kunt u SMS-berichten ver­zenden en ontvangen en tot 40 berichten opslaan, waar-
van: 5 geschreven en verzonden, 5 geschreven en nog niet verzonden, 30 ontvangen.
5. Druk op de toets:
opmerking
Voor gedetailleerde informatie over de SMS-service, kunt u het beste contact opnemen met het telefoonbedrijf waarop u bent aangesloten.
A
CTIVEREN VAN DE SMS-SERVICE
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor­den uitgevoerd.
opmerking
Voor activering van de SMS-service kan het zijn dat de functie Beller-identificatie (CLIP) ingeschakeld moet worden door het telefoonbedrijf: neem contact op met het telefoonbedrijf voor nadere informatie.
6. Vorm het nummer van het servicecentrum direct op het
7. Om het nummer te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Druk op de toetsen
belangrijk
Om de SMS-service te activeren moet u, zowel voor verzenden als voor ontvangen van berichten, num-
mers instellen die door het "SMS-servicecentrum" zijn vastgesteld en door het betreffende telefoon­bedrijf worden verstrekt. Nadat u de service hebt
geactiveerd, kunt u op elk gewenst moment berichten (SMS) verzenden en ontvangen.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
CONFIGURATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONFIGURATIE
NR. SERV.CENTR.
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
NR. SERV.CENTR.
tot op het display verschijnt:
9. Druk op de toets:
10. Vorm het nummer van het servicecentrum direct op het
11. Om het nummer te bevestigen, drukt u op de toets:
12. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
13. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
TX SERV. CENTR.
XXXX
Als het nummer dat op de onderste regel van het display verschijnt overeenkomt met het nummer van het door u gekozen servicecentrum, gaat u direct door naar punt 7; als het nummer niet overeenkomt, gaat u naar het volgende punt.
toetsenbord. Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
Op het display verschijnt:
NR. SERV.CENTR.
TX SERV. CENTR.
NR. SERV.CENTR.
RX SERV. CENTR.
Op het display verschijnt:
RX SERV. CENTR.
XXXX
Als het nummer dat op de onderste regel van het display verschijnt overeenkomt met het nummer van het door u gekozen servicecentrum, gaat u direct door naar punt 11; als het nummer niet overeenkomt, gaat u naar het volgende punt.
toetsenbord. Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
TX SERV. CENTR.
1
V
ERZENDEN VAN SMS-BERICHTEN
Behalve het verzenden van SMS-berichten van max. 160 tekens elk, kunt u:
- kennisgeving van het afgeleverde bericht opvragen,
indien het telefoonbedrijf deze service biedt.
- een correcte werking van de SMS-service garanderen indien de geadresseerde meer dan één apparaat op dezelfde telefoonlijn heeft aangesloten.
- een tijdsperiode instellen waarin het Servicecentrum een bericht (SMS) bewaart dat het niet heeft kunnen afleveren (max. 63 weken).
O
PSTELLEN EN VERZENDEN VAN EEN SMS
-
BERICHT
O
PSTELLEN EN VERZENDEN VAN EEN BERICHT VANAF
FAXTOESTEL
HET
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Vorm het nummer van de correspondent direct op het
6. Indien u dit wenst, kunt u het nummer of de naam van
Tijdens het invoeren van de tekst, verschijnt rechts boven op het display het max. aantal tekens dat u kunt invoeren (160). Dit aantal neemt af bij elk ingevoerd teken, zodat u kunt zien hoeveel tekens u heeft gebruikt en hoeveel er nog beschikbaar zijn.
Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
_
numerieke toetsenbord, door op de volgende toetsen te drukken:
-
de correspondent opzoeken via het adresboek (raad­pleeg de "Gebruiksaanwijzing" van het faxapparaat, hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvan- gen").
Hiertoe gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de toets
.
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEKST SMS 160
_
3. Vorm de tekst van het bericht (max. 160 tekens). Hier-
toe drukt u op de toetsen:
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets 1 = @ spatie 1 . / ­Toets 2 = a b c å ä æ à ç 2 Toets 3 = d e f è È é 3 Toets 4 = g h i ì 4 Toets 5 = j k l 5 Toets 6 = m n o ñ ö Ø ò 6 Toets 7 = p q r s ß 7 Toets 8 = t u v ü ù 8 Toets 9 = w x y z 9 Toets 0 = spatie + & / % 0
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets * = * spatie ~ . / \ , ; _ : ‘ " ? ! Toets # = # & % + $ < = > @ ( ) ^ | [ ]
Om van hoofdletters over te gaan naar kleine letters en andersom.
|/}
Om de cursor over de reeds getypte tekens te laten lopen of om een spatie te maken.
Om het teken links van de cursor te wissen. Bij inge­drukt houden wordt de hele tekst van het bericht ge-
wist.
K
C
D U
P R
£ ¥ $ ¿ § ¡ h N W
2. Druk op de toetsen zoeken.
of
1. Druk op de toets met de beginletter van de gewenste naam. Het faxtoestel zoekt de naam in alfabetische volgorde op.
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
om het gewenste nummer op te
KENNISGEVING
NEE
U kunt een van de volgende opties kiezen: KENNISGEVING - NEE: als u geen bericht wilt ontvan-
gen dat uw SMS is aangekomen. KENNISGEVING - JA: elke keer dat u een SMS ver-
zendt, ontvangt u een bericht dat het is aangekomen.
8. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "KEN-
NISGEVING - JA", drukt u op de toetsen:
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
X
Op het display verschijnt:
TERMINAL NR.
JA
U kunt een van de volgende opties kiezen: TERMINAL NR. - NEE: als de geadresseerde een en-
kel apparaat op het telefoonnet heeft aangesloten; ga in dat geval door naar punt 13.
TERMINAL NR. - JA: als de geadresseerde meer dan één apparaat op het telefoonnet heeft aangesloten, tot een maximum van 10 (van 0 tot 9).
10. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "TER-
MINAL NR. - NEE", drukt u op de toetsen:
2
11. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Als u de optie "TERMINAL NR. - NEE" heeft gekozen gaat u direct verder naar punt 13, en anders gaat u
verder volgens onderstaande procedure. Als u de optie "TERMINAL NR. - JA" heeft gekozen,
verschijnt op het display:
TERMINAL NR.
(0-9) X
12. Nu moet u het nummer invoeren m.b.t. de terminal
waarop hij uw bericht wil ontvangen. Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
13. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ZENDEN
JA
14. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Het faxtoestel start de verzending en op het display verschijnt het bericht "VERZENDING". Als de verzending correct is voltooid, verschijnt hierna
op het display gedurende enkele seconden het bericht "TX VOLTOOID".
Als de verzending niet tot een goed einde is gebracht, verschijnt hierna op het display gedurende enkele se­conden het bericht "TX FOUT" gevolgd door een geluidssignaal en de fouten-LED "
In beide gevallen verschijnt na de verzending op het display:
" gaat branden.
SMS OPSLAAN
NEE
15. Om de andere beschikbare optie weer te geven, drukt
u op de toetsen:
Op het display verschijnt:
SMS OPSLAAN
JA
16. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
17. Om het bericht van het display te verwijderen en de
fouten-LED "
O
PSTELLEN EN VERZENDEN VAN EEN BERICHT VANAF
HANDSET
DE
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
" te doven drukt u op de toets:
BERICHT MENU
2. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
3. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
NIEUW BERICHT
4. Vorm de tekst van het bericht (max. 160 tekens). Hier-
toe drukt u op de toetsen:
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets 1 = spatie 1 @ $ ¥ £ Toets 2 = kleine letters = a b c 2 ä à å æ ç
grote letters = A B C 2 Ä Å Æ
Toets 3 = kleine letters = d e f 3 è é
grote letters = D E F 3 É
Toets 4 = kleine letters = g h i 4 ì
grote letters = G H I 4
Toets 5 = kleine letters = j k l 5
grote letters = J K L 5
Toets 6 = kleine letters = m n o 6 ñ ò ö ø
grote letters = M N O 6 Ñ Ö Ø
Toets 7 = kleine letters = p q r s 7 ß
grote letters = P Q R S 7
Toets 8 = kleine letters = t u v 8 ù ü
grote letters = T U V 8 Ü
Toets 9 = kleine letters = w x y z 9
grote letters = W X Y Z 9
Toets 0 = 0 ! ? ¡ ¿ & §
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets * = * . , " ' : ; + - = < > Toets # = # ( ) [ ] { } _ \ | ~ ^ Functietoets F2: om cyclisch een van de volgende op-
ties te kiezen: alleen hoofdletters, alleen kleine letters en hoofdletters alleen voor de eerste letter van de zin.
Om de cursor naar links (bovenste gedeelte van de toets) of naar rechts (onderste gedeelte van de toets) te
verschuiven. Functietoets F1: om het teken links van de cursor te
wissen. Tijdens het invoeren van de tekst, verschijnt midden
onder op het display het max. aantal tekens dat u kunt invoeren (160). Dit aantal neemt af bij elk ingevoerd teken, zodat u kunt zien hoeveel tekens u heeft gebruikt en hoeveel er nog beschikbaar zijn.
Als u dit wenst, kunt u in het bericht ook een nummer uit het adresboek opnemen. Om een nummer in te voe­ren, volgt u de procedure vanaf punt 5; anders gaat u direct door naar punt 12.
5. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
% / °
C
K
D U
X
P W R
h
N
VERZEND NAAR
6. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
VOEG NR. IN
7. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
VOEG NR. IN
3
8. Druk op de functietoets F2:
Het display geeft, in alfabetische volgorde, de naam (indien ingesteld) en het fax- of telefoonnummer weer die gekoppeld zijn aan de 60 beschikbare posities (00-
59) indien eerder geprogrammeerd (raadpleeg de "Ge- bruiksaanwijzing" van het faxapparaat, hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen").
9. Om het nummer te zoeken dat u in het bericht wilt invoe-
gen, kunt u:
1. Op het onderste of bovenste gedeelte van de toets
drukken tot het gewenste nummer of de naam
op het display verschijnen.
of
2. Druk op de toets met de beginletter van de gewenste naam. De handset zoekt de naam in alfabetische volgorde op.
10. Om het weergegeven nummer te selecteren, drukt u op
de functietoets F3:
11. Om het in het bericht weergegeven nummer in te voe-
gen, drukt u op de functietoets F3:
12. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de functie-
toets F3: Op het display verschijnt:
VERZEND NAAR
13. Druk opnieuw op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
VERZEND NAAR
14. Vorm het nummer van de correspondent direct op het
numerieke toetsenbord van de handset, door op de volgende toetsen te drukken:
-
15. Indien u een fout hebt gemaakt, drukt u, om het cijfer
links van de toets te wissen, op de toets:
16. Indien u dit wenst, kunt u het nummer of de naam van
de correspondent opzoeken via het adresboek (raad­pleeg de "Gebruiksaanwijzing" van het faxapparaat, hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvan- gen").
Hiertoe gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de functietoets F2 (
2. Op het onderste of bovenste gedeelte van de toets
drukken tot het gewenste nummer of de naam
op het display verschijnen.
of
1. Druk op de toets met de beginletter van de gewenste naam. De handset zoekt de naam in alfabetische volg­orde op.
17. Druk op de functietoets F3 om het nummer te bevesti-
gen: Op het display verschijnt:
).
VERZENDEN
TEKST
18. Indien u de berichten wilt opslaan, volgt u de proce­dure vanaf punt 19; anders gaat u direct naar punt 22.
19. Druk op de functietoets F2: Op het display verschijnt:
OPT OPSL VRZ
OPSLAAN
20. Druk op de functietoets F3: Op het display verschijnt:
AUTO OPSLAAN
UIT. AAN
21. Om de berichten automatisch op te slaan, drukt u op de functietoets F3 (
slaan, drukt u op de functietoets F1 ( ). In beide gevallen komt het display weer terug op de weergave van het bericht:
). Als u de berichten niet op wilt
VERZENDEN
TEKST
22. Indien u een kennisgeving van aflevering van het be­richt wilt ontvangen, volgt u de procedure vanaf punt 23; anders gaat u direct door naar punt 27.
23. Druk op de functietoets F2:
24. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot selectie van de optie:
MELDING
25. Druk op de functietoets F3: Op het display verschijnt:
MELDING
UIT. AAN
26. Om elke keer dat u een bericht verzendt een kennisge­ving van aflevering te ontvangen, drukt u op de functie-
toets F3 ( ring van het bericht wilt ontvangen, drukt u op de functie­toets F1 ( terug op de weergave van het bericht:
). Als u geen kennisgeving van afleve-
). In beide gevallen komt het display weer
VERZENDEN
TEKST
27. Indien de geadresseerde meer dan één apparaat op dezelfde telefoonlijn heeft aangesloten, kunt u de termi­nal selecteren waarop hij het bericht ontvangt.
28. Druk op de functietoets F2:
29. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot selectie van de optie:
TERMINAL
30. Druk op de functietoets F3: Op het display verschijnt:
TERMINAL
UIT. AAN
4
Loading...
+ 14 hidden pages