Olivetti FAX-LAB 128 User Manual [nl]

ANTWOORDAPPARAAT/KOPIEERAPPARAAT/SMS
GEBRUIKSAANWIJZING
SAMENGESTELD/UITGEGEVEN/GEPRODUCEERD DOOR:
Olivetti S.p.A. con unico azionista Gruppo Telecom Italia Direzione e coordinamento di Telecom Italia S.p.A.
Code van de gebruikershandleiding: 256702J
Publicatiedatum: Maart 2006
Copyright © 2006, Olivetti Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gefotokopieerd, verveelvoudigd of in andere talen vertaald zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Olivetti S.p.A.
De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan het in deze handleiding beschreven product aan te brengen.
Dit apparaat is goedgekeurd volgens de beschikking van de Raad 98/482/EG voor pan-Europese aansluiting van enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de verschillen tussen de individuele netwerken in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zichzelf geen onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt. Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
De fabrikant verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat dit product in overeenstemming is met hetgeen bepaald door de richtlijn 1999/05/CE (de volledige verklaring vindt u achterin deze handleiding). De overeenstemming wordt aangegeven door het aanbrengen van het merk
op het product.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Hierbij wordt verklaard dat het product geschikt is voor invoeging in alle netwerken van de EU-landen, Zwitserland en Noorwegen. De volledige netwerkcompatibiliteit in elk land kan afhankelijk zijn van specifieke nationale softwareparameters die overeenkomstig ingesteld moeten worden. Neem in geval van problemen met betrekking tot de aansluiting op andere dan EC PSTN netwerken contact op met het technische servicecentrum in uw land.
Gelieve rekening te houden met het feit dat in de volgende omstandigheden bovengenoemde conformiteit evenals de productkenmerken niet meer gegarandeerd zijn:
verkeerde elektrische stroomvoorziening;
verkeerde installatie; verkeerd of onheus gebruik of in ieder geval gebruik waarbij geen rekening wordt gehou­den met de aanwijzingen in de bij het product geleverde handleiding;
vervanging van originele componenten of accessoires door een ander type dat niet goedgekeurd is door de constructeur, of uitgevoerd door onbevoegd personeel.
Het stopcontact moet dicht in de buurt van het toestel geïnstalleerd zijn en makkelijk bereikbaar zijn. Om de elektrische voeding van het toestel uit te schakelen, moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
I
NHOUDSOPGAVE
-
EERSTE DEEL
VOOR HET GEBRUIK 3
OVER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING..................... 3
OVER DE MILIEUVRIENDELIJKHEID ........................................... 3
1. VOOR DE LANDEN VAN DE EUROPESE UNIE (EU).............. 3
2. VOOR DE OVERIGE LANDEN (NIET EU) .................................. 3
AANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID ................................... 3
SCHOKGEVAAR ............................................................................... 3
VERSTIKKINGSGEVAAR ................................................................. 4
BRANDGEVAAR ................................................................................ 4
ONGEVALRISICO ............................................................................. 4
AANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK ..................................... 4
GEBRUIKSBESTEMMING ............................................................... 4
OVER INSTALLATIE- EN INSTELLINGSPARAMETERS ............... 4
KENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL 5
BEDIENINGSPANEEL ................................................................... 5
COMPONENTEN .......................................................................... 7
METEEN AAN DE SLAG 8
INHOUD VAN DE VERPAKKING ................................................... 8
INSTALLATIEOMGEVING.............................................................. 8
AANSLUITING OP HET TELEFOONNET EN OP HET
VOEDINGSNET............................................................................. 8
HET FAXTOESTEL AANSLUITEN OP DE TELEFOONLIJN ........... 8
DE TELEFOONHOORN AANSLUITEN ........................................... 8
IN GEVAL VAN SPANNINGSVAL OF STROOMONDERBREKING DE EVENTUELE
NOODTELEFOON AANSLUITEN .................................................... 8
HET FAXTOESTEL OP HET VOEDINGSNET AANSLUITEN ......... 9
ONTVANGEN .............................................................................. 16
KIEZEN VAN DE ONTVANGSTMODUS........................................ 16
MANUELE ONTVANGST................................................................ 17
AUTOMATISCHE ONTVANGST ..................................................... 17
ONTVANGST MET ANTWOORDAPPARAAT ................................. 17
ONTVANGST IN DE MODUS "TEL / FAX" ..................................... 17
GEBRUIK VAN DE TELEFOON ................................................... 18
OPBELLEN VIA OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK .................... 18
OPBELLEN VIA DE SNELLE METHODE ...................................... 18
EEN VAN DE LAATSTE 20 BINNENGEKOMEN NUMMERS OF EEN VAN DE LAATSTE 10 GESELECTEERDE
NUMMERS OPVRAGEN ............................................................... 18
KOPIËREN .................................................................................. 19
WELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN............................. 19
KOPIËREN ...................................................................................... 19
INSTELLING VAN ENKELE PARAMETERS .................................. 9
DE TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND INSTELLEN .................. 9
DE TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND WIJZIGEN..................... 9
DE EERSTE KEER DE DATUM EN TIJD INSTELLEN.................. 10
DATUM EN TIJD WIJZIGEN............................................................ 10
VAN HET OPENBARE TELEFOONNET OVERGAAN OP
EEN PRIVÉ-LIJN (PBX) ................................................................... 11
NU ONTBREKEN UW NAAM EN FAXNUMMER NOG .............. 12
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK ................................... 14
HET AFDRUKPAPIER LADEN........................................................ 14
DE PRINTPATROON PLAATSEN ................................................... 14
AFDRUKKEN VAN HET MENU EN ZIJN FUNCTIES.................. 15
VERZENDEN .............................................................................. 15
WELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN .......................... 15
EEN DOCUMENT VERZENDEN ................................................... 16
KIESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN .............................. 16
TELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET VERZENDEN ............ 16
V
OOR HET GEBRUIK
O
VER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING
De handleiding is in hoofdzaak in twee delen onderverdeeld: in het eerste deel vindt u een beknopte beschrijving van het faxapparaat, zodat u het direct kunt installeren en ge- bruiken, zij het met een minimum van zijn mogelijkheden. Na deze eerste fase, kunt u het tweede deel van de hand- leiding raadplegen. Dit biedt u een diepgaander over-
zicht van het faxapparaat en van zijn talrijke functies.
O
VER DE MILIEUVRIENDELIJKHEID
De kartonnen verpakking, het plastic van de verpakking en de onderdelen van het faxtoestel kunnen gerecycled worden volgens de voorschriften die in uw land op het gebied van recycling gelden.
Informatie met betrekking tot de Richtlijn 2002/96/EG betreffende de behandeling, inzameling, recycling en verwerking van elektrische en elektronische apparatuur en de componenten ervan.
1. V
OOR DE LANDEN VAN DE EUROPESE UNIE (EU
Het is verboden om elektrische en elektronische apparatuur als huishoudelijk afval te verwerken: het is verplicht om een gescheiden inzameling uit te voeren. Het achterlaten van dergelijke apparatuur op plekken die niet specifiek hiervoor erkend en ingericht zijn, kan gevaarlijke gevolgen voor het milieu en de veiligheid met zich meebren­gen. Overtreders zijn onderworpen aan sancties en maatregelen krachtens de wet.
Om op correcte wijze onze apparatuur te verwerken kunt u:
a) Zich wenden tot de plaatselijke instanties die u aanwijzingen
en praktische informatie over de correcte behandeling van het afval zullen verschaffen, zoals bijvoorbeeld: locatie en openingstijden van de inzamelcentra, enz.
b) Bij aankoop van een nieuw apparaat van ons merk, het oude
apparaat, dat gelijk moet zijn aan het gekochte apparaat bij onze wederverkoper inleveren.
c) De speciaal hiervoor bestemde sectie op de site
www.olivettitecnost.com
te kennen die Olivetti voor de inzameling van afgedankte ap­paratuur gebruikt.
raadplegen, om de werkmethodes
)
Het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak, aangebracht op de apparatuur, betekent dat:
2. V
De behandeling, de inzameling, de recycling en de verwer­king van elektrische en elektronische apparatuur dienen over­eenkomstig de wetten die in elk land van kracht zijn te gebeu­ren.
S
CHOKGEVAAR
Probeer nooit het faxtoestel zelf te repareren indien u daar­voor geen speciale opleiding hebt genoten; wanneer u de behuizing verwijdert, riskeert u een elektrische schok of an­dere verwondingen. Neem dus geen risico's en roep er een gekwalificeerde onderhoudstechnicus bij.
In geval van onweer wordt aangeraden het apparaat
zowel van het stopcontact als van de telefoonlijn af te koppelen om mogelijke beschadiging ervan door een elektrische ontlading te voorkomen.
Giet nooit vloeistoffen op het faxtoestel en voorkom dat het aan vocht wordt blootgesteld. Indien er vloeistoffen in het faxtoestel zijn gedrongen, onmiddellijk de stekker uit het stop­contact trekken en ook de telefoonlijn afkoppelen. Laat het apparaat door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus re­pareren alvorens het weer te gebruiken.
Gebruik het faxtoestel niet wanneer het aan weersinvloeden is blootgesteld.
Sluit het faxtoestel uitsluitend aan op en stopcontact dat aan de normen voldoet.
Trek niet aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
Raak de elektrische voedingskabel of de stekker nooit met natte handen aan.
Zorg ervoor dat de elektrische voedingskabel niet gevouwen of platgedrukt wordt. Houd hem op afstand van warmtebron­nen.
Alvorens reinigingswerkzaamheden uit te voeren, het faxtoestel van het stopcontact afkoppelen.
Controleer, alvorens het faxtoestel te gebruiken, of het niet beschadigd of gevallen is. Laat het in dat geval controleren door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus.
- het apparaat aan het einde van zijn levensduur bij geoutilleerde inzamelcentra moet worden ingeleverd en gescheiden van het huishoudelijk afval moet worden verwerkt.
OOR DE OVERIGE LANDEN (NIET EU
A
ANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID
)
3
V
ERSTIKKINGSGEVAAR
O
VER INSTALLATIE- EN
Het faxtoestel en de accessoires zijn in plastic verpakt. Laat kinderen dus niet zonder toezicht met het verpakkingsmateriaal spelen.
B
RANDGEVAAR
Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact om schade door eventuele storin­gen of spanningsstoten te voorkomen.
O
NGEVALRISICO
Plaats het faxtoestel op een vlakke en stabiele ondergrond, vrij van trillingen, zodat het niet kan vallen; een val zou u of anderen kunnen verwonden en het toestel kunnen beschadi­gen.
Leg het stroomsnoer zo dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen.
Laat nooit toe dat kinderen het faxtoestel zonder toezicht ge­bruiken of ermee spelen.
A
ANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK
Houd het toestel uit de buurt van water, damp en hevige warmtebronnen. Plaats het niet in een stoffige omgeving en stel het ook niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
Omring het toestel niet met boeken, documenten of voorwer­pen die de ventilatieruimte beperken.
Gebruik het faxtoestel alleen bij een omgevingstemperatuur tussen de 5°C en 35°C met een relatieve vochtigheidsgraad tussen de 15% en 85%.
Plaats het toestel op een veilige afstand van elektrische of elektronische apparaten zoals radio's, TV's e.d., die storin­gen kunnen veroorzaken.
In geval van spanningsval of stroomonderbreking kunt u geen telefoonoproepen maken of ontvangen, omdat het toetsen­bord wordt uitgeschakeld.
Wanneer het echter absoluut noodzakelijk is in deze omstan­digheden een telefoonoproep uit te voeren moet u een nood­telefoon van een goedgekeurd type gebruiken die u direct op het faxtoestel kunt aansluiten (dit type aansluiting is in
sommige landen niet toegestaan, waaronder Duitsland en Oostenrijk), of direct op het telefoonstopcontact.
Laat voldoende ruimte vrij voor de uitvoeropening aan de voorzijde voor de originele verzonden of gekopieerde docu­menten, zodat deze niet op de vloer vallen.
INSTELLINGSPARAMETERS
Op nationaal vlak kunnen de standaard waarden voor elke installatie- en instellingsparameter variëren naargelang de vereisten of de specifieke behoeften van de gebruiker. Daarom zijn deze instellingen niet altijd identiek aan de instel­lingen die in de handleiding zijn vermeld. We raden u dan ook aan ze af te drukken voordat u wijzigingen aanbrengt (zie verderop "Rapporten en lijsten afdrukken", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen").
G
EBRUIKSBESTEMMING
Het faxtoestel is bestemd voor het verzenden en ontvangen van originele documenten, het fotokopiëren van papieren documenten, het functioneren als antwoordapparaat en het verzenden en ontvangen van SMS (deze laatste functie is niet in alle landen beschikbaar). Het apparaat kan tevens als telefoon worden gebruikt. Elk ander gebruik moet als on­eigenlijk worden beschouwd. Het mag met name nooit direct op een ISDN-lijn worden aangesloten. In dat geval komt de garantie te vervallen.
4
B
EDIENINGSPANEEL
K
ENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL
"Fouten-led"
Signaleert een storing tijdens verzending of ontvangst.
Na indrukken van de toets , wordt het luidsprekervolume geleidelijk tot het maximum
verhoogd om dan weer te beginnen bij het minimumniveau.
Display
LCD met twee regels van maximaal 16 tekens per regel. Geeft instructieberichten en foutmeldingen weer.
Aan: er zijn reeds beluisterde boodschappen of memo’s in het geheugen aanwezig. Knippert: er zijn af te drukken documenten, nieuwe boodschappen of memo’s in het geheu­gen aanwezig. Uit: het geheugen is leeg.
Vormen van het fax- of telefoonnummer.
Automatisch selecteren, bij langer dan een seconde ingedrukt houden, van het eraan toe­gewezen telefoon- of faxnummer (nadat dit geprogrammeerd is).
Instellen van numerieke gegevens.
Selecteren van cijfers en alfanumerieke tekens tijdens het instellen van nummers en namen.
Cyclisch doorlopen, van de eerste tot de laatste en andersom, van de diverse functies en betreffende pa­rameters in de menu’s.
Voor het naar "rechts" en "links" verplaatsen van de cursor tijdens de instelling van nummers en namen.
Hiermee kunnen de functies van het antwoordapparaat worden ingesteld. Zie beschrijving in het betreffende hoofdstuk.
Met de hoorn van de haak, om toegang te krijgen tot de speciale functies die het telefoonbedrijf biedt, algemeen bekend als REGISTER RECALL (R-functie).
Zenden bij toonkiesmodus een toon in de lijn voor speciale telefoondiensten.
Voor het selecteren van de "vorige" en "volgende" speciale tekens en symbolen tijdens het instellen van namen.
Tijdens het vormen van een nummer, van de pulskiesmodus overgaan op de toonkiesmodus.
5
Stemt de resolutie af op de te verzenden en te kopiëren documenten (alleen met het document in de automatische invoer - ADF).
Voor tijdelijke onderbreking van de verbinding (met de hoorn van de haak).
Het adresboek openen
Annuleert verkeerde instellingen op het display.
Tijdens de programmering van de functies, één functie terug gaan.
Weergave van de laatste 10 geselecteerde fax- of telefoonnummers (uitgaande oproe- pen) of van de laatste 20 onbeantwoorde nummers (binnenkomende oproepen), onafhankelijk van de aanwezigheid van een document in de ADF.
Voert een document uit de automatische invoer (ADF) uit.
Schakelt de LED "
Plaatst het faxtoestel opnieuw in de standby­modus.
Onderbreekt het programmeren, een verzending, een ontvangst of het kopiëren.
" uit.
Start de ontvangst van een document in de ontvangst­modus "HANDMATIG" en "TEL / FAX".
Start de verzending van het document nadat het faxnummer is gevormd (alleen met het document in de automatische invoer - ADF).
Bevestigt de selectie van menu’s en submenu’s, para­meters en betreffende waarden en gaat over naar de volgende procedure.
Starten van het kopiëren (alleen met het document in de automatische invoer - ADF).
Het menu en de functies ervan openen.
Last een pauze in tijdens het direct vormen van het telefoon- of faxnummer.
Door deze toets in te drukken alvorens een telefoon­of faxnummer te kiezen, kan men de kiestonen horen zonder de hoorn op te nemen.
6
C
OMPONENTEN
In de figuur worden de externe en interne onderdelen van het faxtoestel getoond.
V
ERLENGSTUK PAPIERSTEUN
A
ANSLUITBUSSEN
P
APIERINVOER VOOR STANDAARD PAPIER
Maximumcapaciteit: 40 vel van 80 gr/m
A
UTOMATISCHE INVOER VOOR TE VERZENDEN EN
TE
KOPIËREN ORIGINELE DOCUMENTEN (ADF
M
AXIMUMCAPACITEIT: TOT
(
ASF
2
5
)
.
VEL A
)
4
O
PTISCHE SCANNER
L
UIDSPREKER
T
ELEFOONHOORN
U
ITGANG VOOR ORIGINELE EN ONTVANGEN OF GEKOPIEERDE DOCUMENTEN
B
EDIENINGSPANEEL
D
ISPLAY
Weergave, op twee regels van elk 16 tekens: Datum en tijd, menu-items, fout­berichten, resolutie- en contrastwaarden.
T
YPEPLAATJE MACHINE
(
ZIE ONDERZIJDE
)
P
ATROONCOMPARTIMENT
7
METEEN AAN DE SLAG
In dit gedeelte, zoals reeds gezegd, vindt u een basis­beschrijving van het faxtoestel, met de procedures voor het
installeren en direct gebruiken van het faxtoestel, zij het met een minimum van zijn mogelijkheden. Voor een optimaal
gebruik van het faxtoestel, kunt u de specifieke hoofd­stukken raadplegen. Aangezien dit gedeelte zo is samengesteld dat het u geleide­lijk en systematisch vertrouwd maakt met het faxtoestel,
kunt u het beste de onderwerpen doornemen in de volgorde waarin zij hieronder worden behandeld.
I
NHOUD VAN DE VERPAKKING
Behalve het faxtoestel en deze handleiding vindt u het vol­gende in de verpakking:
Verlengstuk papiersteun.
Telefoonsnoer.
Snoer voor aansluiting op het elektriciteitsnet.
Telefoonstekker (indien voorzien).
Verpakking met een eerste, gratis bijgeleverde
monochromatische printpatroon.
Telefoonhoorn.
Informatie voor after-sales service.
DE
IN
DE
TELEFOONHOORN AANSLUITEN
1. Steek de connector van het
1
2
GEVAL VAN SPANNINGSVAL OF STROOMONDERBREKING
EVENTUELE NOODTELEFOON AANSLUITEN
snoer van de hoorn in de aansluitbus met het symbool
aan de achterkant van het
faxtoestel.
2. Leg de hoorn op de haak.
BELANGRIJK
Bij gebruik van niet-originele of nagevulde printpatronen komt de garantie van het product te vervallen.
I
NSTALLATIEOMGEVING
Plaats het faxtoestel op een stevige ondergrond. Zorg ervoor dat rond het apparaat voldoende ventilatieruimte vrij blijft. Houd het toestel op afstand van sterke warmtebronnen, van stoffige en vochtige plaatsen. Stel het ook niet bloot aan direct zonlicht.
A
ANSLUITING OP HET TELEFOONNET EN OP
VOEDINGSNET
HET
HET
FAXTOESTEL AANSLUITEN OP DE TELEFOONLIJN
1. A. Steek de connector van de
LINE
b
a
1
telefoonkabel in de aansluit­bus "LINE" aan de achter­kant van het toestel.
B. Steek de connector of stek-
ker (indien voorzien) aan het andere uiteinde van het telefoonsnoer in het telefoonstopcontact.
In landen waar dit type aansluiting niet is toegestaan (bij­voorbeeld Duitsland en Oostenrijk), moet u de noodtelefoon direct op het telefoonstopcontact aansluiten.
1. Om de noodtelefoon direct op
1
het faxtoestel aan te sluiten moet u het afdekplaatje van de aansluiting op de buitenlijn ver­wijderen en de stekker van de noodtelefoon in deze aansluit­bus steken.
BELANGRIJK
8
HET
FAXTOESTEL OP HET VOEDINGSNET AANSLUITEN
Indien uw land niet aanwezig is onder de op het display weergegeven landen, raadpleeg dan onderstaande tabel:
1. A. Steek de connector aan het
a
1
b
ene uiteinde van het stroom­snoer in de stekker aan de achterkant van het toestel.
B. Steek vervolgens de stekker
aan het andere uiteinde van het snoer in het stopcontact van het stroomnet.
BELANGRIJK
De stekker van de voedingskabel kan van land tot land ver­schillen.
I
NSTELLING VAN ENKELE PARAMETERS
Wanneer het faxtoestel eenmaal op het voedingsnet is aan­gesloten, voert het automatisch een korte test uit om te contro­leren of alle componenten correct werken, en daarna kan het volgende op het display verschijnen:
- de taal waarin de berichten zullen worden weergegeven, bijvoorbeeld "LANGUAGE - ENGLISH" of
- het bericht "AUTOMAT. 00" en afwisselend op de tweede regel "DATUM/TIJD INST" en "PATROON CONTR.".
In het eerste geval kan het faxtoestel pas correct werken nadat u de taal en het land van gebruik heeft ingesteld (zie onderstaande procedure). In het tweede geval kunt u direct overgaan naar het instellen van de datum en tijd.
LAND TE SELECTEREN LAND
Argentinië AMERICA LATINA Australië AUSTRALIA België BELGIUM Brazilië BRASIL Chili AMERICA LATINA China CHINA Colombia AMERICA LATINA Denemarken DANMARK Duitsland DEUTSCHLAND Finland SUOMI Frankrijk FRANCE Ierland U.K./IRELAND Italië ITALIA Luxemburg BELGIUM Mexico AMERICA LATINA Nederland NEDERLAND Norwegen NORGE Oostenrijk ÖSTERREICH Peru AMERICA LATINA Portugal PORTUGAL Rest van de wereld INTERNATIONAL Spanje ESPAÑA UK U.K./IRELAND Uruguay AMERICA LATINA Venezuela AMERICA LATINA Zweden SVERIGE Zwitserland SWITZERLAND
DE
TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND INSTELLEN
Indien op het display de taal verschijnt waarin de be­richten worden weergegeven, bijvoorbeeld:
LANGUAGE
ENGLISH
1. Om de gewenste taal te selecteren, drukt u op de toet-
sen:
Op het display verschijnt, bijvoorbeeld:
LANGUAGE
NEDERLANDS
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt een bestemmingsland. Bijvoor­beeld:
LAND KIEZEN
U.K./IRELAND
3. Om het gewenste land te selecteren, drukt u op de toet-
sen:
Op het display verschijnt, bijvoorbeeld:
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Druk op de toetsen + en herhaal de procedure "De taal en het bestemmingsland instellen" vanaf het
begin. Denk eraan om de gemaakte instellingen steeds, met de toets
Het faxtoestel komt automatisch weer in de oorspronke­lijke standby-modus terug.
DE
TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND WIJZIGEN
, te bevestigen.
LAND KIEZEN
NEDERLAND
9
DE
EERSTE KEER DE DATUM EN TIJD INSTELLEN
D
ATUM EN TIJD WIJZIGEN
De eerste keer dat u het faxtoestel op het stroomnet aansluit of elke keer dat de stroom uitvalt moet u de
datum en tijd instellen, zoals hieronder beschreven. De datum en tijd worden aan de bovenrand van alle
verzonden documenten afgedrukt, en worden boven­dien op het display weergegeven wanneer het faxtoestel zich in de standby-modus bevindt.
Wanneer de datum en tijd eenmaal zijn ingesteld, kun­nen zij altijd nog worden gewijzigd. Bovendien is het mogelijk het formaat van de weergave op het display te wijzigen, zie "Datum en tijd wijzigen".
Op het display verschijnt het bericht "AUTOMAT. 00" op de eerste regel en op de tweede regel "DATUM/ TIJD INST".
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
DATUM/TIJD INST
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM/TIJD INST
XX-XX-XX XX:XX
"XX-XX-XX XX:XX" geven de datum en tijd aan die voor het eerst op het display worden weergegeven nadat het faxtoestel is aangesloten (bijv. 01-01-06; 11:20).
3. Om de juiste datum en tijd in te voeren (bijv. 10-03-06;
12:25), drukt u op de toetsen:
- Telkens wanneer u een cijfer invoert gaat de cursor naar het volgende teken.
4. Indien u de cursor naar enkele te wijzigen cijfers wilt
verplaatsen, drukt u op de toetsen:
|/}
5. Vervolgens de cijfers overschrijven, door op de vol-
gende toetsen te drukken:
-
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Het faxtoestel komt automatisch weer in de oorspronke­lijke standby-modus terug.
Indien de datum en de tijd op het display niet juist zijn, kunt u beide op elk willekeurig moment wijzigen.
Houd er rekening mee dat, als u over de service voor weergave van de beller-identificatie beschikt, de datum en tijd automatisch worden bijgewerkt elke keer dat u een oproep ontvangt.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU
CONFIG. FAX
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONFIG. FAX
DATUM / TIJD
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
DATUM/TIJD INST
5. Nu kunt u kiezen tussen de volgende opties:
"DATUM/TIJD INST" - Om de eerder ingestelde datum en tijd te wijzigen.
"FORMAAT DATUM" - Om het datumformaat te kiezen dat op het display wordt weergegeven.
"FORMAAT TIJD" - Om het tijdformaat te kiezen dat op het display wordt weergegeven.
6. Om een van de bovengenoemde opties weer te geven,
drukt u op de toetsen:
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Als u een fout gemaakt heeft of de procedure wilt on-
derbreken, drukt u op de toets:
OPMERKING
De standby-modus geeft aan dat het toestel niet actief is en dit is de modus is waarin u programmeringen kunt uitvoeren. De standby-modus wordt als volgt op het display weergegeven:
Zonder document in de ADF:
AUTOMAT. 00
10-Maa-06 12:25
Met een document in de ADF:
DOCUMENT GEREED
NORMAAL
10
OPMERKING
Als u de optie "DATUM/TIJD INST" hebt gekozen, gaat u als volgt te werk:
1. Voer de juiste datum en tijd in (bijv. 13-03-06; 18:00), door op de toetsen fer invoert gaat de cursor naar het volgende teken.
2. Indien u de cursor naar enkele te wijzigen cijfers wilt ver­plaatsen, drukt u op de toetsen:
3. Vervolgens de cijfers overschrijven, door op de volgende toetsen te drukken:
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
6. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets: .
Als u de optie "FORMAAT DATUM" hebt gekozen, gaat u als volgt te werk:
1. Op het display verschijnt: "FORMAAT DATUM" en "DD/MM/ JJ".
2. Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen:
.
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
4. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen, drukt u op de toets:
5. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets: .
- te drukken. Telkens wanneer u een cij-
|/}
.
- . .
.
.
.
VAN
PRIVÉ
Selecteer de parameter "PRIVÉ".
Stel de kiesmodus (puls of toon) in op de modus die
1. Druk op de toets:
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
3. Druk op de toets:
HET OPENBARE TELEFOONNET OVERGAAN OP EEN
-
LIJN (PBX
Het faxtoestel is reeds ingesteld voor aansluiting op het openbare telefoonnet, maar u kunt het ook op een privé­lijn aansluiten en het evengoed op een openbare lijn gebruiken. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
wordt gebruikt door de PBX waarop het faxtoestel is aangesloten. Indien u niet zeker weet welke modus u moet selecteren, raadpleegt u het beste de PBX-be­heerder.
Om van het openbare net over te gaan op de privé­lijn:
Op het display verschijnt:
)
MENU
CONF. ONTVANGST
MENU
INSTALLATIE
Op het display verschijnt:
Als u de optie "FORMAAT TIJD" hebt gekozen, gaat u als volgt te werk:
1. Op het display verschijnt: "FORMAAT TIJD" en "24 UUR".
2. Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen: .
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
4. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus
te plaatsen, drukt u op de toets:
5. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets: .
.
.
4. Druk op de toetsen
5. Druk op de toets:
OPMERKING
Indien het 12-urenformaat geselecteerd is, verschijnt de let­ter "p" (post meridiem) of de letter "a" (ante meridiem) op het display. Om van het ene formaat naar het andere te gaan gaat u als volgt te werk:
1. Herhaal de procedure tot het bericht "DATUM / TIJD - DA-
TUM/TIJD INST" wordt weergegeven, en druk vervolgens op de toets
2. Plaats de cursor met de toetsen
letter.
3. Druk op de toetsen
.
|/}
, onder de te wijzigen
.
6. Druk op de toets:
7. Om de andere optie te kiezen, "TYPE TEL.NET -
8. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE
TEL.NET INSTELL
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL
TYPE TEL.NET
Op het display verschijnt:
TYPE TEL.NET
OPENBAAR
PRIVÉ", drukt u op de toetsen:
9. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
10. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
11
Om de kiesmodus aan te passen: Opmerking: de parameter "PRIVÉ" moet reeds inge-
steld zijn.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU
INSTALLATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
4. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE
TEL.NET INSTELL
5. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL
TYPE TEL.NET
6. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL
KIESMODUS
7. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
KIESMODUS
TOON
8. Om de andere optie te kiezen, "KIESMODUS - PULS",
drukt u op de toetsen:
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
10. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
11. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
NU
ONTBREKEN UW NAAM EN FAXNUMMER NOG
Wanneer ze ingesteld zijn, blijven naam (max. 16 te­kens) en nummer (max. 20 cijfers) onveranderd tot
ze opnieuw gewijzigd worden, en worden op elke door uw correspondent ontvangen pagina afgedrukt.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU
INSTALLATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
NAAM ZENDER
_
5. Om de tekens van elke toets cyclisch te selecteren, drukt
u op de toetsen:
-
6. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toetsen:
|/}
7. Om de cursor naar het eerste teken van de naam te
verplaatsen, drukt u op de toets:
8. Om de cursor na het laatste teken van de naam te ver-
plaatsen, drukt u op de toets:
9. Om een aantal speciale symbolen in uw naam in te
voegen, bijv. &, drukt u op de toetsen:
-
10. Om een teken in een naam in te voegen, plaatst u de
cursor waar u het teken wilt invoegen, door drukken op de toetsen:
|/}
11. Vervolgens typt u het teken dat u wilt invoegen.
12. Om verkeerde tekens te wissen, plaatst u de cursor
rechts van het foute teken door drukken op de toetsen:
|/}
13. Vervolgens drukt u op de toets:
12
14. Om de naam volledig te wissen, houdt u de volgende
toets ingedrukt:
Om bijvoorbeeld de naam "LARA" in te voeren, gaat u als volgt te werk:
Tot u de letter "L" geselecteerd heeft. Tot u de letter "A" geselecteerd heeft. Tot u de letter "R" geselecteerd heeft. Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
15. Om de naam te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
Plaats van naam en faxnummer:
De informatie die bovenaan op het te verzenden docu­ment wordt afgedrukt (naam, faxnummer, datum en tijd en aantal pagina's) kan als volgt door het faxtoestel van uw correspondent worden ontvangen:
- buiten de tekstzone en dus vlak onder de bovenkant van de pagina;
of
- binnen de tekstzone en dus met een grotere boven­marge.
Uw faxtoestel is ingesteld om deze informatie binnen de tekstzone te plaatsen.
Voer nu het faxnummer in volgens onderstaande aan­wijzingen:
Faxnummer instellen:
1. Druk op de toetsen:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NUMMER ZENDER
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
NUMMER ZENDER
_
3. Voer uw faxnummer in, drukt u op de toetsen:
-
4. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toetsen:
|/}
Wanneer u een fout maakt, gaat u te werk zoals bij het instellen van uw naam.
Indien u de internationale code wilt invoeren, gebruikt u in plaats van de nullen de toets *; op het display verschijnt het symbool "+".
5. Om het faxnummer te bevestigen, drukt u op de toets:
6. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
7. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
Plaats wijzigen:
1. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU
CONFIG. FAX
3. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
CONFIG. FAX
DATUM / TIJD
4. Druk op de toetsen:
Op het display verschijnt:
CONFIG. FAX
DIV. PARAMETERS
5. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
DIV. PARAMETERS
ECM
6. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
DIV. PARAMETERS
KOPREGEL FAX
7. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
KOPREGEL FAX
BINNEN
8. Om de andere parameter te selecteren, drukt u op de toetsen:
Op het display verschijnt:
KOPREGEL FAX
BUITEN
13
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
10. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
11. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
V
OORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK
HET
AFDRUKPAPIER LADEN
1
1. Breng de papiersteun in de gleuf aan en duw hem aan tot hij vast­zit.
1. Leg de telefoonhoorn eraf op een stabiele ondergrond.
2. Maak het bedieningspaneel open en til het op zoals aange­geven door de pijl.
3
3. Neem de patroon uit zijn ver­pakking en verwijder de beschermfolie van de inktsproeiers terwijl u hem aan weerszijden vasthoudt.
4
2. Houd het papier bovenaan vast
2
en laat het in de ASF glijden zon­der het te kreuken en zonder druk uit te oefenen.
5
BELANGRIJK
Wanneer u de ASF bijvult (max. 40 vel), moet u het "nieuwe" papier onder en niet op het "oude" plaatsen. Dankzij het geheugen van het faxtoestel kan het evengoed tot een maximum van 19 pagina's ontvangen, ook als u het papier niet heeft bijgevuld.
Dit apparaat maakt gebruik van patronen waarmee u tot 450 pagina's kunt afdrukken*.
DE
PRINTPATROON PLAATSEN
BELANGRIJK
Denk eraan dat u, nadat de eerste gratis bijgeleverde printpatroon is opgeraakt, alleen originele patronen ge- bruikt (zie de code achterin de handleiding). Bij gebruik van niet-originele of nagevulde patronen komt de garantie op het product te vervallen.
Indien na installatie van de patroon opnieuw het bericht "PA­TROON CONTR." op het display verschijnt, kunt u proberen de patroon te verwijderen om hem vervolgens opnieuw - maar met een beetje meer druk - te installeren. Indien het bericht niet verdwijnt, de patroon verwijderen en de elektrische con­tacten van zowel de patroon als de wagen reinigen, zie "Elek- trische contacten van de printpatroon reinigen", in het hoofdstuk "Onderhoud".
* Op basis van de Test Chart ITU-TS n.1 (zwartdekking 3,8%).
Nadat de patroon is geïnstalleerd, het bedienings­paneel is gesloten en de hoorn op de haak ligt, start het faxtoestel de reinigings- en controleprocedure van de spuitmonden, afgesloten door:
het afdrukken, op een automatisch ingevoerd vel, van het
onderstaande diagnose-resultaat:
- een schaalverdeling, om de inktstroom en de elektrische
- een set grafische en tekstelementen, voor het beoor-
weergave op het display van het bericht: "PATROON CONTR.", "1=UIT 0=HERHAAL".
4. Plaats de patroon in zijn behui­zing met de elektrische contac­ten naar het patroon­compartiment gericht.
5. Duw de patroon aan tot u een klik hoort, die aangeeft dat hij goed zit.
BELANGRIJK
circuits van de inktsproeiers van de printpatroon te contro­leren.
delen van de printkwaliteit.
14
Onderzoek de printtest als volgt:
1. Controleer de schaalverdeling: als er geen onderbrekin­gen en geen witte horizontale lijnen in de zwarte zones
aanwezig zijn, is de patroon correct geïnstalleerd en werkt normaal. Stel de waarde in op 1. Het faxtoestel komt in de oorspronkelijke standby-modus terug en is klaar voor ge­bruik. Op het display verschijnt het bericht "AUTOMAT. 00" en op de tweede regel de huidige datum en tijd.
2. Als u echter onderbrekingen of witte lijnen aantreft, de waarde 0 instellen om vooral de spuitmond-reiniging te her­halen: als de nieuwe printtest nog niet het gewenste resultaat geeft, de procedure nog eenmaal herhalen. Vervolgens:
• als de printkwaliteit nog te wensen overlaat, de elektrische
contacten reinigen zoals aangegeven in "Elektrische con-
tacten van de printpatroon reinigen", hoofdstuk "On­derhoud".
• als de printkwaliteit wel goed is, de waarde 1 instellen. Het
faxtoestel keert in de oorspronkelijke standby-modus terug en is klaar voor gebruik.
V
ERZENDEN
Volgens onderstaande procedures kunt u het faxtoestel direct gebruiken voor eenvoudige verzendingen. Als u
aan de schema’s niet genoeg heeft, kunt u altijd het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen" raadplegen waarin u een gedetailleerde beschrijving vindt van alle mo­gelijke verzendfuncties evenals de programmering van het adresboek.
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN
Bij elk type verzending moet het origineel in de auto­matische documentinvoer (ADF) gestoken zijn.
KENMERKEN VAN HET DOCUMENT
BELANGRIJK
Wanneer de inkt in de patroon bijna op is, verschijnt op het display:
PATR. BIJNA LEEG
en bij enkele modellen drukt het faxtoestel op een automa­tisch ingevoerd vel de waarschuwing af dat de inkt bijna op is. Wanneer de inkt op is, verschijnt op het display:
PATROON VERV.
De instructies voor het vervangen van de patroon vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud". Voor de aanschaf van nieuwe printpatronen, wordt ver­wezen naar de codes achterin deze handleiding.
A
FDRUKKEN VAN HET MENU EN ZIJN FUNCTIES
Aangezien het handig kan zijn een overzicht te hebben van de structuur van het menu en zijn functies, is het raadzaam dit uit te printen.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
Breedte 210 mm
Lengte min. 105 mm - max. 600 mm
Gramsgewicht 70 - 90 gr/m
Bij documenten met andere dan de bovenstaande afmetin­gen, het origineel op een A4-vel of ander vel met toegestane afmetingen kopiëren, en vervolgens de kopie verzenden.
1
Nadat het document in de automatische invoer (ADF) is ge­stoken, verschijnt op de bovenste regel van het display:
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het con­trast: "NORMAAL".
Wanneer het document in de invoer (ADF) is gestoken, zal het faxtoestel, indien u binnen ca. twee minuten geen enkele operatie uitvoert, het document automatisch weer uitvoeren.
2
(max. 5 vel)
1. Steek het origineel in de invoer
A
B
(ADF) met de te verzenden kant naar onder gericht (A).
Leg het document tevens zo dat het perfect op de rechterkant van de invoer aansluit: zie aan­wijzing op de behuizing van het faxtoestel (B).
DOCUMENT GEREED
BELANGRIJK
tot op het display verschijnt:
MENU
FUNCTIELIJST
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Na de afdruk komt het faxtoestel automatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
15
EEN
DOCUMENT VERZENDEN
O
NTVANGEN
1. Indien dit schema u niet vol­doende zegt, raadpleeg dan "Verzenden", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en
ontvangen".
K
IESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN
1. Indien dit schema u niet vol­doende zegt, raadpleeg dan "Verzenden", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen".
Uw faxtoestel kan documenten die door een andere fax wor­den verzonden op vier manieren ontvangen. U kunt de ge- wenste modus activeren door onderstaande procedure te volgen: manuele ontvangst, automatische ontvangst, automa­tische ontvangst met oproeptype-herkenning en ontvangst met antwoordapparaat.
K
IEZEN VA N DE ONTVANGSTMODUS
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONF. ONTVANGST
ONTVANGSTMODUS
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
ONTVANGSTMODUS
T
ELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET VERZENDEN
1. Indien dit schema u niet vol­doende zegt, raadpleeg dan "Verzenden", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen".
AUTOMAT.
4. Om de andere beschikbare opties weer te geven,
"ONTVANGSTMODUS - HANDMATIG", "ONT­VANGSTMODUS - TEL / FAX" of "ONTVANGST­MODUS - AWA / FAX", drukt u op de toetsen:
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
6. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
7. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
OPMERKING
Om de ontvangstmodus met antwoordapparaat te acti­veren, moet u eerst de UITGAANDE BOODSCHAP 1 opne­men, zie het hoofdstuk "Het antwoordapparaat".
16
M
ANUELE ONTVANGST
O
NTVANGST IN DE MODUS "TEL
/
FAX
"
Manuele ontvangst is geschikt wanneer u aanwezig bent en persoonlijk de binnenkomende oproepen wilt beantwoorden.
Hoe het faxtoestel zich in deze ontvangstmodus gedraagt, is afhankelijk van wie hem belt en van uw aan-/afwezigheid bij ontvangst. Het volgende schema geeft de procedure weer:
1. Indien dit schema u niet vol­doende zegt, raadpleeg dan "Ontvangen", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen".
Uw toestel komt in automati-
A
UTOMATISCHE ONTVANGST
sche ontvangst.
Deze modus is geschikt wanneer u afwezig bent maar toch documenten wilt ontvangen. Dit is de modus waarin uw faxtoestel is ingesteld.
O
NTVANGST MET ANTWOORDAPPARAAT
Na het gepro­grammeerde aantal bel­signalen.
TEL / FAX geactiveerd.
Oproep afkomstig van
FAXTOESTEL.
Oproep afkomstig van
TELEFOON.
Uw faxtoestel geeft 20 secon­den lang een geluidssignaal (standaard ingestelde waarde). Op het display verschijnt: "HOORN OPNEMEN".
De 20 seconden zijn verstre­ken en u hebt de hoorn niet opgenomen.
In deze ontvangstmodus ontvangt het antwoordapparaat de oproepen, registreert eventuele boodschappen en geeft de verbinding over aan het faxtoestel als de correspondent een document wil verzenden.
De correspondent belde op voor een gesprek; zodra het gesprek beëindigd is kunt u de hoorn opleggen.
Uw faxtoestel komt in auto­matische ontvangst. Het wacht ca. 30 seconden om een document ontvangen, daarna komt het vanzelf weer in de standby-modus terug.
De correspondent vraagt of hij u een document kan zenden.
Uw faxtoestel staat klaar voor ontvangst.
17
G
EBRUIK VAN DE TELEFOON
O
PBELLEN VIA DE SNELLE METHODE
Als u de lijn neemt door opnemen van de hoorn, beschikt u over alle functies die een normale telefoon biedt. Hiertoe behoort ook de functie R (REGISTER RECALL, ge-
activeerd met de toets sten die door de netwerkcentrale worden geboden.
U hebt tevens beschikking over de volgende functies:
Oproepen van een correspondent met gebruik van het adres-
boek, zie hieronder "Opbellen via opzoeken in het adres- boek" en "Opbellen via de snelle methode".
Tijdelijk onderbreken van een telefoongesprek door in-
drukken van de toets voortzetten zodra u dezelfde toets weer indrukt.
O
PBELLEN VIA OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK
) die toegang biedt tot speciale dien-
(HOLD). U kunt het gesprek
1. Druk, gedurende meer dan een seconde, op de
2. Zodra het nummer is gevormd en de correspondent
EEN
Steek geen document in de automatische invoer (ADF).
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
Op het display verschijnt:
VERBONDEN
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten en seconden.
2. Druk op de toets:
Het display geeft het fax- of telefoonnummer en even­tueel de naam weer die gekoppeld zijn aan de eerste van 60 beschikbare posities (00-59) indien eerder ge­programmeerd.
3. Om het telefoonnummer of de naam te vinden van de
persoon die u wilt bellen, kunt u:
1. Op de toetsen de naam op het display verschijnen.
of
2. Op de toets met de beginletter van de gewenste naam drukken. Het faxtoestel zoekt de naam in alfabetische volgorde op.
4. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
drukken tot het gewenste nummer of
EEN OPVRAGEN
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
2. Druk op de toets:
3. Om de lijst van binnenkomende oproepen te selecte-
4. Om de lijst van uitgaande oproepen te selecteren, drukt
5. Om in de lijst van de laatste 20 onbeantwoorde binnen-
Steek geen document in de automatische invoer (ADF).
nummertoets (0-9) waaronder u eerder het gewenste telefoonnummer heeft opgeslagen, bijvoorbeeld
- Op het display verschijnen de cijfers van het toegewe-
zen telefoonnummer (zie "Programmering van het
adresboek", in het hoofdstuk "Functies voor verzen­den en ontvangen"). Als ook de naam is opgeslagen,
wordt deze op het display weergegeven.
antwoordt, neemt u de hoorn op om het gesprek te beginnen.
Op het display verschijnt rechts boven de duur van het gesprek in minuten en seconden.
VAN DE LAATSTE
VAN DE LAATSTE
Steek geen document in de automatische invoer (ADF).
Op het display verschijnt:
20
BINNENGEKOMEN NUMMERS OF
10
GESELECTEERDE NUMMERS
:
VERBONDEN
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten en seconden.
Op het display verschijnt:
BINNENKOM. OPR. Û
UITGAANDE OPR. Ü
ren, drukt u op de toets:
u op de toets:
komende oproepen of in de lijst van de laatste 10 uit­gaande oproepen het nummer of de naam te zoeken van de correspondent die u wilt bellen, drukt u op de toetsen:
18
6. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
K
OPIËREN
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN
Net als bij de verzending, moet ook bij het kopiëren het origineel in de automatische documentinvoer (ADF) ge­stoken zijn. Controleer dus alvorens een kopie te maken, of
het origineel correct in de invoer is gestoken en of het voldoet aan de eerder beschreven kenmerken (zie het gedeelte "Ver- zenden"). Denk er echter aan dat u bij de kopieerfunctie in de auto­matische invoer (ADF) slechts één vel tegelijk kunt inste- ken. Bovendien, als u geen enkele kopie maakt, voert het faxtoestel het document na ca. twee minuten automatisch uit en komt weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
K
OPIËREN
8. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
9. Om de andere beschikbare reproductiewaarden te kie-
10. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
11. Om de andere twee beschikbare contrastwaarden weer
12. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ZOOM 100%
zen, "200%", "140%", "70%" of "50%", drukt u op de toetsen:
Op het display verschijnt:
CONTRAST
NORMAAL
te geven, "CONTRAST - LICHT" of "CONTRAST ­DONKER", drukt u op de toetsen:
Zoals reeds gezegd, kunt u het faxtoestel ook als een kopieerapparaat gebruiken. Het afdrukresultaat is af­hankelijk van het type kopie dat u wilt verkrijgen "Nor- male kopie" of "Kopie van hoge kwaliteit" en van de waarden voor contrast en resolutie die u instelt voordat u de kopie maakt.
1. Kies het contrast op basis van de volgende criteria:
NORMAAL, als het document noch te donker noch te licht is.
LICHT, als het document bijzonder donker is.
DONKER, als het document bijzonder licht is.
2. Kies de resolutie op basis van de volgende criteria:
TEKST, als het document goed leesbare tekst of een- voudige afbeeldingen bevat.
FOTO, als het document schaduw bevat.
3. Steek het document in de automatische invoer (ADF). Op de bovenste regel van het display versc hijnt:
DOCUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAAL".
4. Druk op de toets:
anders gaat u direct door naar punt
Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor het type reproductie, contrast en resolutie: respectie-
velijk 100%, NORMAAL en TEKST. Bovendien wordt het ingestelde aantal kopieën weergegeven (1).
5. Om deze waarden te bevestigen, drukt u op de toets:
6.
6. Druk op de toets: Op het display verschijnt:
KWALITEIT
HOOG
7. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "KWA­LITEIT - NORMAAL", drukt u op de toetsen:
Het display geeft de waarden weer die u zojuist gese­lecteerd heeft. Nu hoeft u alleen nog het type reproductie
te kiezen en het gewenste aantal kopieën in te stellen:
13. Om het gewenste type resolutie te kiezen, "TEKST" of
"FOTO", drukt u op de toets:
14. Als u meer dan een kopie wilt maken (max. 9), voert
u het gewenste aantal in, door op de volgende toet­sen te drukken:
-
15. Als u een enkele kopie wilt maken, gaat u direct door
naar het volgende punt.
16. Om het kopiëren te starten, drukt u op de toets:
Het faxtoestel begint het document op te slaan. Nadat het document is opgeslagen, wordt het kopieren ge-
start.
OPMERKING
Wanneer u de kopieertaak wilt onderbreken, drukt u op de toets
het origineel uit de ADF, en komt daarna in de standby-modus terug met weergave van het bericht "KOPIE ONDERBROK.".
Druk op de toets verwijderen.
. Het faxtoestel onderbreekt de kopieertaak, voert
om de weergave van het bericht te
OPMERKING
Voor het maken van vergrotingen of verkleiningen, het docu­ment zo leggen dat het perfect op de rechterkant van de in­voer aansluit (zie aanwijzing op de behuizing van het faxtoestel). De maximale afdrukbreedte bedraagt 204 mm en de maxi­male lengte 282 mm. De maximale niet-afdrukbare marges zijn: rechts en links 4 mm, boven 3 mm en onder 14 mm.
19
Loading...
+ 50 hidden pages