De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan het in deze
handleiding beschreven product aan te brengen.
Dit apparaat is goedgekeurd volgens de beschikking van de Raad 98/482/EG voor pan-Europese aansluiting van
enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de verschillen tussen
de individuele netwerken in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zichzelf geen onvoorwaardelijke
garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt.
Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
De fabrikant verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat dit product in
overeenstemming is met hetgeen bepaald door de richtlijn 1999/05/CE (de
volledige verklaring vindt u achterin deze handleiding).
De overeenstemming wordt aangegeven door het aanbrengen van het merk
op het product.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Hierbij wordt verklaard dat het product geschikt is voor invoeging in alle netwerken van de EU-landen, Zwitserland
en Noorwegen.
De volledige netwerkcompatibiliteit in elk land kan afhankelijk zijn van specifieke nationale softwareparameters die
overeenkomstig ingesteld moeten worden. Neem in geval van problemen met betrekking tot de aansluiting op
andere dan EC PSTN netwerken contact op met het technische servicecentrum in uw land.
Gelieve rekening te houden met het feit dat in de volgende omstandigheden bovengenoemde conformiteit evenals
de productkenmerken niet meer gegarandeerd zijn:
•verkeerde elektrische stroomvoorziening;
•verkeerde installatie; verkeerd of onheus gebruik of in ieder geval gebruik waarbij geen rekening wordt gehouden met de aanwijzingen in de bij het product geleverde handleiding;
•vervanging van originele componenten of accessoires door een ander type dat niet goedgekeurd is door de
constructeur, of uitgevoerd door onbevoegd personeel.
Het stopcontact moet dicht in de buurt van het toestel geïnstalleerd zijn en makkelijk bereikbaar zijn. Om de
elektrische voeding van het toestel uit te schakelen, moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
I
NHOUDSOPGAVE
-
EERSTE DEEL
VOOR HET GEBRUIK3
OVER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING..................... 3
OVER DE MILIEUVRIENDELIJKHEID ........................................... 3
1. VOOR DE LANDEN VAN DE EUROPESE UNIE (EU).............. 3
2. VOOR DE OVERIGE LANDEN (NIET EU) .................................. 3
AANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID ................................... 3
WELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN .......................... 15
EEN DOCUMENT VERZENDEN ................................................... 16
KIESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN .............................. 16
TELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET VERZENDEN ............ 16
V
OOR HET GEBRUIK
O
VER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING
De handleiding is in hoofdzaak in twee delen onderverdeeld:
in het eerste deel vindt u een beknopte beschrijving van het
faxapparaat, zodat u het direct kunt installeren en ge-bruiken, zij het met een minimum van zijn mogelijkheden.
Na deze eerste fase, kunt u het tweede deel van de hand-
leiding raadplegen. Dit biedt u een diepgaander over-
zicht van het faxapparaat en van zijn talrijke functies.
O
VER DE MILIEUVRIENDELIJKHEID
De kartonnen verpakking, het plastic van de verpakking en
de onderdelen van het faxtoestel kunnen gerecycled worden
volgens de voorschriften die in uw land op het gebied van
recycling gelden.
Informatie met betrekking tot de Richtlijn 2002/96/EG
betreffende de behandeling, inzameling, recycling en
verwerking van elektrische en elektronische apparatuur
en de componenten ervan.
1. V
OOR DE LANDEN VAN DE EUROPESE UNIE (EU
Het is verboden om elektrische en elektronische apparatuur
als huishoudelijk afval te verwerken: het is verplicht om een
gescheiden inzameling uit te voeren.
Het achterlaten van dergelijke apparatuur op plekken die niet
specifiek hiervoor erkend en ingericht zijn, kan gevaarlijke
gevolgen voor het milieu en de veiligheid met zich meebrengen.
Overtreders zijn onderworpen aan sancties en maatregelen
krachtens de wet.
Om op correcte wijze onze apparatuur te verwerken kunt
u:
a) Zich wenden tot de plaatselijke instanties die u aanwijzingen
en praktische informatie over de correcte behandeling van
het afval zullen verschaffen, zoals bijvoorbeeld: locatie en
openingstijden van de inzamelcentra, enz.
b) Bij aankoop van een nieuw apparaat van ons merk, het oude
apparaat, dat gelijk moet zijn aan het gekochte apparaat bij
onze wederverkoper inleveren.
c) De speciaal hiervoor bestemde sectie op de site
www.olivettitecnost.com
te kennen die Olivetti voor de inzameling van afgedankte apparatuur gebruikt.
raadplegen, om de werkmethodes
)
Het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak, aangebracht
op de apparatuur, betekent dat:
2. V
De behandeling, de inzameling, de recycling en de verwerking van elektrische en elektronische apparatuur dienen overeenkomstig de wetten die in elk land van kracht zijn te gebeuren.
S
CHOKGEVAAR
•Probeer nooit het faxtoestel zelf te repareren indien u daarvoor geen speciale opleiding hebt genoten; wanneer u de
behuizing verwijdert, riskeert u een elektrische schok of andere verwondingen. Neem dus geen risico's en roep er een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus bij.
•In geval van onweer wordt aangeraden het apparaat
zowel van het stopcontact als van de telefoonlijn af te
koppelen om mogelijke beschadiging ervan door een
elektrische ontlading te voorkomen.
•Giet nooit vloeistoffen op het faxtoestel en voorkom dat het
aan vocht wordt blootgesteld. Indien er vloeistoffen in het
faxtoestel zijn gedrongen, onmiddellijk de stekker uit het stopcontact trekken en ook de telefoonlijn afkoppelen. Laat het
apparaat door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus repareren alvorens het weer te gebruiken.
•Gebruik het faxtoestel niet wanneer het aan weersinvloeden
is blootgesteld.
•Sluit het faxtoestel uitsluitend aan op en stopcontact dat aan
de normen voldoet.
•Trek niet aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te
halen.
•Raak de elektrische voedingskabel of de stekker nooit met
natte handen aan.
•Zorg ervoor dat de elektrische voedingskabel niet gevouwen
of platgedrukt wordt. Houd hem op afstand van warmtebronnen.
•Alvorens reinigingswerkzaamheden uit te voeren, het
faxtoestel van het stopcontact afkoppelen.
•Controleer, alvorens het faxtoestel te gebruiken, of het niet
beschadigd of gevallen is. Laat het in dat geval controleren
door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus.
- het apparaat aan het einde van zijn levensduur
bij geoutilleerde inzamelcentra moet worden
ingeleverd en gescheiden van het huishoudelijk
afval moet worden verwerkt.
OOR DE OVERIGE LANDEN (NIET EU
A
ANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID
)
3
V
ERSTIKKINGSGEVAAR
O
VER INSTALLATIE- EN
•Het faxtoestel en de accessoires zijn in plastic verpakt. Laat
kinderen dus niet zonder toezicht met het verpakkingsmateriaal
spelen.
B
RANDGEVAAR
•Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, trek dan de
stekker uit het stopcontact om schade door eventuele storingen of spanningsstoten te voorkomen.
O
NGEVALRISICO
•Plaats het faxtoestel op een vlakke en stabiele ondergrond,
vrij van trillingen, zodat het niet kan vallen; een val zou u of
anderen kunnen verwonden en het toestel kunnen beschadigen.
•Leg het stroomsnoer zo dat niemand erop kan trappen of
erover kan struikelen.
•Laat nooit toe dat kinderen het faxtoestel zonder toezicht gebruiken of ermee spelen.
A
ANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK
•Houd het toestel uit de buurt van water, damp en hevige
warmtebronnen. Plaats het niet in een stoffige omgeving en
stel het ook niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
•Omring het toestel niet met boeken, documenten of voorwerpen die de ventilatieruimte beperken.
•Gebruik het faxtoestel alleen bij een omgevingstemperatuur
tussen de 5°C en 35°C met een relatieve vochtigheidsgraad
tussen de 15% en 85%.
•Plaats het toestel op een veilige afstand van elektrische of
elektronische apparaten zoals radio's, TV's e.d., die storingen kunnen veroorzaken.
•In geval van spanningsval of stroomonderbreking kunt u geen
telefoonoproepen maken of ontvangen, omdat het toetsenbord wordt uitgeschakeld.
•Wanneer het echter absoluut noodzakelijk is in deze omstandigheden een telefoonoproep uit te voeren moet u een noodtelefoon van een goedgekeurd type gebruiken die u direct op
het faxtoestel kunt aansluiten (dit type aansluiting is in
sommige landen niet toegestaan, waaronder Duitsland
en Oostenrijk), of direct op het telefoonstopcontact.
•Laat voldoende ruimte vrij voor de uitvoeropening aan de
voorzijde voor de originele verzonden of gekopieerde documenten, zodat deze niet op de vloer vallen.
INSTELLINGSPARAMETERS
Op nationaal vlak kunnen de standaard waarden voor elke
installatie- en instellingsparameter variëren naargelang de
vereisten of de specifieke behoeften van de gebruiker.
Daarom zijn deze instellingen niet altijd identiek aan de instellingen die in de handleiding zijn vermeld. We raden u dan
ook aan ze af te drukken voordat u wijzigingen aanbrengt
(zie verderop "Rapporten en lijsten afdrukken", in het
hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen").
G
EBRUIKSBESTEMMING
Het faxtoestel is bestemd voor het verzenden en ontvangen
van originele documenten, het fotokopiëren van papieren
documenten, het functioneren als antwoordapparaat en het
verzenden en ontvangen van SMS (deze laatste functie isniet in alle landen beschikbaar). Het apparaat kan tevens
als telefoon worden gebruikt. Elk ander gebruik moet als oneigenlijk worden beschouwd. Het mag met name nooit direct
op een ISDN-lijn worden aangesloten. In dat geval komt de
garantie te vervallen.
4
B
EDIENINGSPANEEL
K
ENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL
"Fouten-led"
Signaleert een storing tijdens verzending of
ontvangst.
•
Na indrukken van de toets , wordt het
luidsprekervolume geleidelijk tot het maximum
verhoogd om dan weer te beginnen bij het
minimumniveau.
Display
LCD met twee regels van maximaal 16 tekens per regel.
Geeft instructieberichten en foutmeldingen weer.
Aan: er zijn reeds beluisterde boodschappen of
memo’s in het geheugen aanwezig.
Knippert: er zijn af te drukken documenten,
nieuwe boodschappen of memo’s in het geheugen aanwezig.
Uit: het geheugen is leeg.
•
Vormen van het fax- of telefoonnummer.
•Automatisch selecteren, bij langer dan een
seconde ingedrukt houden, van het eraan toegewezen telefoon- of faxnummer (nadat dit
geprogrammeerd is).
•
Instellen van numerieke gegevens.
•
Selecteren van cijfers en alfanumerieke tekens
tijdens het instellen van nummers en namen.
•Cyclisch doorlopen, van de eerste tot de laatste en
andersom, van de diverse functies en betreffende parameters in de menu’s.
•
Voor het naar "rechts" en "links" verplaatsen van de
cursor tijdens de instelling van nummers en namen.
•
Hiermee kunnen de functies van het antwoordapparaat
worden ingesteld. Zie beschrijving in het betreffende
hoofdstuk.
Met de hoorn van de haak, om toegang te krijgen tot de
speciale functies die het telefoonbedrijf biedt, algemeen
bekend als REGISTER RECALL (R-functie).
•
Zenden bij toonkiesmodus een toon in
de lijn voor speciale telefoondiensten.
•
Voor het selecteren van de "vorige"
en "volgende" speciale tekens en
symbolen tijdens het instellen van
namen.
Tijdens het vormen van een nummer,
van de pulskiesmodus overgaan op de
toonkiesmodus.
5
•Stemt de resolutie af op de te verzenden en te kopiëren
documenten (alleen met het document in de automatische
invoer - ADF).
•Voor tijdelijke onderbreking van de verbinding (met de
hoorn van de haak).
•Het adresboek openen
•Annuleert verkeerde instellingen op het
display.
•Tijdens de programmering van de functies,
één functie terug gaan.
•Weergave van de laatste 10 geselecteerde
fax- of telefoonnummers (uitgaande oproe-pen) of van de laatste 20 onbeantwoorde
nummers (binnenkomende oproepen),
onafhankelijk van de aanwezigheid van een
document in de ADF.
•Voert een document uit de automatische invoer
(ADF) uit.
•Schakelt de LED "
•Plaatst het faxtoestel opnieuw in de standbymodus.
•Onderbreekt het programmeren, een verzending,
een ontvangst of het kopiëren.
" uit.
•Start de ontvangst van een document in de ontvangstmodus "HANDMATIG" en "TEL / FAX".
•Start de verzending van het document nadat het
faxnummer is gevormd (alleen met het document in de
automatische invoer - ADF).
•Bevestigt de selectie van menu’s en submenu’s, parameters en betreffende waarden en gaat over naar de
volgende procedure.
•Starten van het kopiëren (alleen met het document in
de automatische invoer - ADF).
•Het menu en de functies ervan openen.
•
Last een pauze in tijdens het direct vormen
van het telefoon- of faxnummer.
Door deze toets in te drukken alvorens een telefoonof faxnummer te kiezen, kan men de kiestonen
horen zonder de hoorn op te nemen.
6
C
OMPONENTEN
In de figuur worden de externe en interne onderdelen van het faxtoestel getoond.
V
ERLENGSTUK PAPIERSTEUN
A
ANSLUITBUSSEN
P
APIERINVOER VOOR STANDAARD PAPIER
Maximumcapaciteit: 40 vel van 80 gr/m
A
UTOMATISCHE INVOER VOOR TE VERZENDEN EN
TE
KOPIËREN ORIGINELE DOCUMENTEN (ADF
M
AXIMUMCAPACITEIT: TOT
(
ASF
2
5
)
.
VEL A
)
4
O
PTISCHE SCANNER
L
UIDSPREKER
T
ELEFOONHOORN
U
ITGANG VOOR ORIGINELE EN ONTVANGEN OF GEKOPIEERDE DOCUMENTEN
B
EDIENINGSPANEEL
D
ISPLAY
Weergave, op twee regels van elk 16
tekens: Datum en tijd, menu-items, foutberichten, resolutie- en contrastwaarden.
T
YPEPLAATJE MACHINE
(
ZIE ONDERZIJDE
)
P
ATROONCOMPARTIMENT
7
METEENAANDESLAG
In dit gedeelte, zoals reeds gezegd, vindt u een basisbeschrijving van het faxtoestel, met de procedures voor het
installeren en direct gebruiken van het faxtoestel, zij het met
een minimum van zijn mogelijkheden. Voor een optimaal
gebruik van het faxtoestel, kunt u de specifieke hoofdstukken raadplegen.
Aangezien dit gedeelte zo is samengesteld dat het u geleidelijk en systematisch vertrouwd maakt met het faxtoestel,
kunt u het beste de onderwerpen doornemen in de volgorde
waarin zij hieronder worden behandeld.
I
NHOUD VAN DE VERPAKKING
Behalve het faxtoestel en deze handleiding vindt u het volgende in de verpakking:
•Verlengstuk papiersteun.
•Telefoonsnoer.
•Snoer voor aansluiting op het elektriciteitsnet.
•Telefoonstekker (indien voorzien).
•Verpakking met een eerste, gratis bijgeleverde
monochromatische printpatroon.
•Telefoonhoorn.
•Informatie voor after-sales service.
DE
IN
DE
TELEFOONHOORN AANSLUITEN
1. Steek de connector van het
1
2
GEVAL VAN SPANNINGSVAL OF STROOMONDERBREKING
EVENTUELE NOODTELEFOON AANSLUITEN
snoer van de hoorn in de
aansluitbus met het symbool
aan de achterkant van het
faxtoestel.
2. Leg de hoorn op de haak.
BELANGRIJK
Bij gebruik van niet-originele of nagevulde printpatronen komt
de garantie van het product te vervallen.
I
NSTALLATIEOMGEVING
Plaats het faxtoestel op een stevige ondergrond. Zorg ervoor
dat rond het apparaat voldoende ventilatieruimte vrij blijft.
Houd het toestel op afstand van sterke warmtebronnen, van
stoffige en vochtige plaatsen. Stel het ook niet bloot aan direct
zonlicht.
A
ANSLUITING OP HET TELEFOONNET EN OP
VOEDINGSNET
HET
HET
FAXTOESTEL AANSLUITEN OP DE TELEFOONLIJN
1. A. Steek de connector van de
LINE
b
a
1
telefoonkabel in de aansluitbus "LINE" aan de achterkant van het toestel.
B. Steek de connector of stek-
ker (indien voorzien) aan
het andere uiteinde van het
telefoonsnoer in het
telefoonstopcontact.
In landen waar dit type aansluiting niet is toegestaan (bijvoorbeeld Duitsland en Oostenrijk), moet u de noodtelefoon
direct op het telefoonstopcontact aansluiten.
1. Om de noodtelefoon direct op
1
het faxtoestel aan te sluiten
moet u het afdekplaatje van de
aansluiting op de buitenlijn verwijderen en de stekker van de
noodtelefoon in deze aansluitbus steken.
BELANGRIJK
8
HET
FAXTOESTEL OP HET VOEDINGSNET AANSLUITEN
Indien uw land niet aanwezig is onder de op het display
weergegeven landen, raadpleeg dan onderstaande
tabel:
1.A. Steek de connector aan het
a
1
b
ene uiteinde van het stroomsnoer in de stekker aan de
achterkant van het toestel.
B. Steek vervolgens de stekker
aan het andere uiteinde van
het snoer in het stopcontact
van het stroomnet.
BELANGRIJK
De stekker van de voedingskabel kan van land tot land verschillen.
I
NSTELLING VAN ENKELE PARAMETERS
Wanneer het faxtoestel eenmaal op het voedingsnet is aangesloten, voert het automatisch een korte test uit om te controleren of alle componenten correct werken, en daarna kan het
volgende op het display verschijnen:
-de taal waarin de berichten zullen worden weergegeven,
bijvoorbeeld "LANGUAGE - ENGLISH"
of
-het bericht "AUTOMAT. 00" en afwisselend op de tweede
regel "DATUM/TIJD INST" en "PATROON CONTR.".
In het eerste geval kan het faxtoestel pas correct werken nadat u
de taal en het land van gebruik heeft ingesteld (zie onderstaande
procedure). In het tweede geval kunt u direct overgaan naar
het instellen van de datum en tijd.
LANDTE SELECTEREN LAND
ArgentiniëAMERICA LATINA
AustraliëAUSTRALIA
BelgiëBELGIUM
BraziliëBRASIL
ChiliAMERICA LATINA
ChinaCHINA
ColombiaAMERICA LATINA
DenemarkenDANMARK
DuitslandDEUTSCHLAND
FinlandSUOMI
FrankrijkFRANCE
IerlandU.K./IRELAND
ItaliëITALIA
LuxemburgBELGIUM
MexicoAMERICA LATINA
NederlandNEDERLAND
NorwegenNORGE
OostenrijkÖSTERREICH
PeruAMERICA LATINA
PortugalPORTUGAL
Rest van de wereldINTERNATIONAL
SpanjeESPAÑA
UKU.K./IRELAND
UruguayAMERICA LATINA
VenezuelaAMERICA LATINA
ZwedenSVERIGE
ZwitserlandSWITZERLAND
DE
TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND INSTELLEN
Indien op het display de taal verschijnt waarin de berichten worden weergegeven, bijvoorbeeld:
LANGUAGE
ENGLISH
1. Om de gewenste taal te selecteren, drukt u op de toet-
sen:
Op het display verschijnt, bijvoorbeeld:
LANGUAGE
NEDERLANDS
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt een bestemmingsland. Bijvoorbeeld:
LAND KIEZEN
U.K./IRELAND
3. Om het gewenste land te selecteren, drukt u op de toet-
sen:
Op het display verschijnt, bijvoorbeeld:
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Druk op de toetsen + en herhaal de procedure
"De taal en het bestemmingsland instellen" vanaf het
begin. Denk eraan om de gemaakte instellingen steeds, met
de toets
Het faxtoestel komt automatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
DE
TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND WIJZIGEN
, te bevestigen.
LAND KIEZEN
NEDERLAND
9
DE
EERSTE KEER DE DATUM EN TIJD INSTELLEN
D
ATUM EN TIJD WIJZIGEN
De eerste keer dat u het faxtoestel op het stroomnet
aansluit of elke keer dat de stroom uitvalt moet u de
datum en tijd instellen, zoals hieronder beschreven.
De datum en tijd worden aan de bovenrand van alle
verzonden documenten afgedrukt, en worden bovendien op het display weergegeven wanneer het faxtoestel
zich in de standby-modus bevindt.
Wanneer de datum en tijd eenmaal zijn ingesteld, kunnen zij altijd nog worden gewijzigd. Bovendien is het
mogelijk het formaat van de weergave op het display te
wijzigen, zie "Datum en tijd wijzigen".
Op het display verschijnt het bericht "AUTOMAT. 00"
op de eerste regel en op de tweede regel "DATUM/
TIJD INST".
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
DATUM/TIJD INST
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM/TIJD INST
XX-XX-XX XX:XX
"XX-XX-XX XX:XX" geven de datum en tijd aan die
voor het eerst op het display worden weergegeven
nadat het faxtoestel is aangesloten (bijv. 01-01-06;
11:20).
3. Om de juiste datum en tijd in te voeren (bijv. 10-03-06;
12:25), drukt u op de toetsen:
-Telkens wanneer u een cijfer invoert gaat de cursor
naar het volgende teken.
4. Indien u de cursor naar enkele te wijzigen cijfers wilt
verplaatsen, drukt u op de toetsen:
|/}
5. Vervolgens de cijfers overschrijven, door op de vol-
gende toetsen te drukken:
-
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Het faxtoestel komt automatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
Indien de datum en de tijd op het display niet juist zijn,
kunt u beide op elk willekeurig moment wijzigen.
Houd er rekening mee dat, als u over de service voor
weergave van de beller-identificatie beschikt, de datum
en tijd automatisch worden bijgewerkt elke keer dat u
een oproep ontvangt.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU
CONFIG. FAX
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONFIG. FAX
DATUM / TIJD
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
DATUM/TIJD INST
5. Nu kunt u kiezen tussen de volgende opties:
"DATUM/TIJD INST" - Om de eerder ingestelde datum
en tijd te wijzigen.
"FORMAAT DATUM" - Om het datumformaat te kiezen
dat op het display wordt weergegeven.
"FORMAAT TIJD" - Om het tijdformaat te kiezen dat op
het display wordt weergegeven.
6. Om een van de bovengenoemde opties weer te geven,
drukt u op de toetsen:
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Als u een fout gemaakt heeft of de procedure wilt on-
derbreken, drukt u op de toets:
OPMERKING
De standby-modus geeft aan dat het toestel niet actief is en dit
is de modus is waarin u programmeringen kunt uitvoeren. De
standby-modus wordt als volgt op het display weergegeven:
•Zonder document in de ADF:
AUTOMAT. 00
10-Maa-06 12:25
•Met een document in de ADF:
DOCUMENT GEREED
NORMAAL
10
OPMERKING
Als u de optie "DATUM/TIJD INST" hebt gekozen, gaat u als
volgt te werk:
1. Voer de juiste datum en tijd in (bijv. 13-03-06; 18:00), door op
de toetsen
fer invoert gaat de cursor naar het volgende teken.
2. Indien u de cursor naar enkele te wijzigen cijfers wilt verplaatsen, drukt u op de toetsen:
3. Vervolgens de cijfers overschrijven, door op de volgende
toetsen te drukken:
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus
te plaatsen, drukt u op de toets:
6. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets: .
Als u de optie "FORMAAT DATUM" hebt gekozen, gaat u als
volgt te werk:
1. Op het display verschijnt: "FORMAAT DATUM" en "DD/MM/
JJ".
2. Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen:
.
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
4. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus
te plaatsen, drukt u op de toets:
5. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets: .
- te drukken.Telkens wanneer u een cij-
|/}
.
-.
.
.
.
.
VAN
PRIVÉ
•Selecteer de parameter "PRIVÉ".
•Stel de kiesmodus (puls of toon) in op de modus die
1. Druk op de toets:
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
3. Druk op de toets:
HET OPENBARE TELEFOONNET OVERGAAN OP EEN
-
LIJN (PBX
Het faxtoestel is reeds ingesteld voor aansluiting op het
openbare telefoonnet, maar u kunt het ook op een privélijn aansluiten en het evengoed op een openbare lijn
gebruiken. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
wordt gebruikt door de PBX waarop het faxtoestel is
aangesloten. Indien u niet zeker weet welke modus u
moet selecteren, raadpleegt u het beste de PBX-beheerder.
Om van het openbare net over te gaan op de privélijn:
Op het display verschijnt:
)
MENU
CONF. ONTVANGST
MENU
INSTALLATIE
Op het display verschijnt:
Als u de optie "FORMAAT TIJD" hebt gekozen, gaat u als
volgt te werk:
1. Op het display verschijnt: "FORMAAT TIJD" en "24 UUR".
2. Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen:
.
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
4. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-modus
te plaatsen, drukt u op de toets:
5. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets: .
.
.
4. Druk op de toetsen
5. Druk op de toets:
OPMERKING
Indien het 12-urenformaat geselecteerd is, verschijnt de letter "p" (post meridiem) of de letter "a" (ante meridiem) op het
display. Om van het ene formaat naar het andere te gaan
gaat u als volgt te werk:
1. Herhaal de procedure tot het bericht "DATUM / TIJD - DA-
TUM/TIJD INST" wordt weergegeven, en druk vervolgens
op de toets
2. Plaats de cursor met de toetsen
letter.
3. Druk op de toetsen
.
|/}
, onder de te wijzigen
.
6. Druk op de toets:
7. Om de andere optie te kiezen, "TYPE TEL.NET -
8. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE
TEL.NET INSTELL
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL
TYPE TEL.NET
Op het display verschijnt:
TYPE TEL.NET
OPENBAAR
PRIVÉ", drukt u op de toetsen:
9. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
10. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
11
Om de kiesmodus aan te passen:
Opmerking: de parameter "PRIVÉ" moet reeds inge-
steld zijn.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU
INSTALLATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
4. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE
TEL.NET INSTELL
5. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL
TYPE TEL.NET
6. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL
KIESMODUS
7. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
KIESMODUS
TOON
8. Om de andere optie te kiezen, "KIESMODUS - PULS",
drukt u op de toetsen:
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
10. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
11. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
NU
ONTBREKEN UW NAAM EN FAXNUMMER NOG
Wanneer ze ingesteld zijn, blijven naam (max. 16 tekens) en nummer (max. 20 cijfers) onveranderd tot
ze opnieuw gewijzigd worden, en worden op elke door
uw correspondent ontvangen pagina afgedrukt.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU
INSTALLATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
NAAM ZENDER
_
5. Om de tekens van elke toets cyclisch te selecteren, drukt
u op de toetsen:
-
6. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toetsen:
|/}
7. Om de cursor naar het eerste teken van de naam te
verplaatsen, drukt u op de toets:
8. Om de cursor na het laatste teken van de naam te ver-
plaatsen, drukt u op de toets:
9. Om een aantal speciale symbolen in uw naam in te
voegen, bijv. &, drukt u op de toetsen:
-
10. Om een teken in een naam in te voegen, plaatst u de
cursor waar u het teken wilt invoegen, door drukken op
de toetsen:
|/}
11. Vervolgens typt u het teken dat u wilt invoegen.
12. Om verkeerde tekens te wissen, plaatst u de cursor
rechts van het foute teken door drukken op de toetsen:
|/}
13. Vervolgens drukt u op de toets:
12
14. Om de naam volledig te wissen, houdt u de volgende
toets ingedrukt:
Om bijvoorbeeld de naam "LARA" in te voeren,
gaat u als volgt te werk:
Tot u de letter "L" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "R" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
15. Om de naam te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NAAM ZENDER
Plaats van naam en faxnummer:
De informatie die bovenaan op het te verzenden document wordt afgedrukt (naam, faxnummer, datum en tijd
en aantal pagina's) kan als volgt door het faxtoestel
van uw correspondent worden ontvangen:
- buiten de tekstzone en dus vlak onder de bovenkant
van de pagina;
of
- binnen de tekstzone en dus met een grotere bovenmarge.
Uw faxtoestel is ingesteld om deze informatie binnen de
tekstzone te plaatsen.
Voer nu het faxnummer in volgens onderstaande aanwijzingen:
Faxnummer instellen:
1. Druk op de toetsen:
Op het display verschijnt:
INSTALLATIE
NUMMER ZENDER
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
NUMMER ZENDER
_
3. Voer uw faxnummer in, drukt u op de toetsen:
-
4. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toetsen:
|/}
Wanneer u een fout maakt, gaat u te werk zoals bij het
instellen van uw naam.
Indien u de internationale code wilt invoeren, gebruikt
u in plaats van de nullen de toets *; op het display
verschijnt het symbool "+".
5. Om het faxnummer te bevestigen, drukt u op de toets:
6. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
7. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
Plaats wijzigen:
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU
CONFIG. FAX
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONFIG. FAX
DATUM / TIJD
4. Druk op de toetsen:
Op het display verschijnt:
CONFIG. FAX
DIV. PARAMETERS
5. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DIV. PARAMETERS
ECM
6. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
DIV. PARAMETERS
KOPREGEL FAX
7. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
KOPREGEL FAX
BINNEN
8. Om de andere parameter te selecteren, drukt u op de
toetsen:
Op het display verschijnt:
KOPREGEL FAX
BUITEN
13
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
10. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
11. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
V
OORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK
HET
AFDRUKPAPIER LADEN
1
1. Breng de papiersteun in de gleuf
aan en duw hem aan tot hij vastzit.
1. Leg de telefoonhoorn eraf op
een stabiele ondergrond.
2. Maak het bedieningspaneel
open en til het op zoals aangegeven door de pijl.
3
3. Neem de patroon uit zijn verpakking en verwijder de
beschermfolie van de
inktsproeiers terwijl u hem aan
weerszijden vasthoudt.
4
2. Houd het papier bovenaan vast
2
en laat het in de ASF glijden zonder het te kreuken en zonder
druk uit te oefenen.
5
BELANGRIJK
Wanneer u de ASF bijvult (max. 40 vel), moet u het "nieuwe"
papier onder en niet op het "oude" plaatsen.
Dankzij het geheugen van het faxtoestel kan het evengoed
tot een maximum van 19 pagina's ontvangen, ook als u het
papier niet heeft bijgevuld.
Dit apparaat maakt gebruik van patronen waarmee u tot
450 pagina's kunt afdrukken*.
DE
PRINTPATROON PLAATSEN
BELANGRIJK
Denk eraan dat u, nadat de eerste gratis bijgeleverde
printpatroon is opgeraakt, alleen originele patronen ge-bruikt (zie de code achterin de handleiding).
Bij gebruik van niet-originele of nagevulde patronen komt de
garantie op het product te vervallen.
Indien na installatie van de patroon opnieuw het bericht "PATROON CONTR." op het display verschijnt, kunt u proberen
de patroon te verwijderen om hem vervolgens opnieuw - maar
met een beetje meer druk - te installeren. Indien het bericht
niet verdwijnt, de patroon verwijderen en de elektrische contacten van zowel de patroon als de wagen reinigen, zie "Elek-trische contacten van de printpatroon reinigen", in het
hoofdstuk "Onderhoud".
* Op basis van de Test Chart ITU-TS n.1 (zwartdekking 3,8%).
Nadat de patroon is geïnstalleerd, het bedieningspaneel is gesloten en de hoorn op de haak ligt, start hetfaxtoestel de reinigings- en controleprocedure van de
spuitmonden, afgesloten door:
•het afdrukken, op een automatisch ingevoerd vel, van het
onderstaande diagnose-resultaat:
- een schaalverdeling, om de inktstroom en de elektrische
- een set grafische en tekstelementen, voor het beoor-
•weergave op het display van het bericht: "PATROON
CONTR.", "1=UIT 0=HERHAAL".
4. Plaats de patroon in zijn behuizing met de elektrische contacten naar het patrooncompartiment gericht.
5. Duw de patroon aan tot u een
klik hoort, die aangeeft dat hij
goed zit.
BELANGRIJK
circuits van de inktsproeiers van de printpatroon te controleren.
delen van de printkwaliteit.
14
Onderzoek de printtest als volgt:
1. Controleer de schaalverdeling: als er geen onderbrekingen en geen witte horizontale lijnen in de zwarte zones
aanwezig zijn, is de patroon correct geïnstalleerd en werkt
normaal. Stel de waarde in op 1. Het faxtoestel komt in de
oorspronkelijke standby-modus terug en is klaar voor gebruik. Op het display verschijnt het bericht "AUTOMAT. 00"
en op de tweede regel de huidige datum en tijd.
2. Als u echter onderbrekingen of witte lijnen aantreft, de
waarde 0 instellen om vooral de spuitmond-reiniging te herhalen: als de nieuwe printtest nog niet het gewenste resultaat
geeft, de procedure nog eenmaal herhalen. Vervolgens:
• als de printkwaliteit nog te wensen overlaat, de elektrische
contacten reinigen zoals aangegeven in "Elektrische con-
tacten van de printpatroon reinigen", hoofdstuk "Onderhoud".
• als de printkwaliteit wel goed is, de waarde 1 instellen. Het
faxtoestel keert in de oorspronkelijke standby-modus terug
en is klaar voor gebruik.
V
ERZENDEN
Volgens onderstaande procedures kunt u het faxtoestel
direct gebruiken voor eenvoudige verzendingen. Als u
aan de schema’s niet genoeg heeft, kunt u altijd het hoofdstuk
"Functies voor verzenden en ontvangen" raadplegen
waarin u een gedetailleerde beschrijving vindt van alle mogelijke verzendfuncties evenals de programmering van het
adresboek.
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN
Bij elk type verzending moet het origineel in de automatische documentinvoer (ADF) gestoken zijn.
KENMERKEN VAN HET DOCUMENT
BELANGRIJK
Wanneer de inkt in de patroon bijna op is, verschijnt op het
display:
PATR. BIJNA LEEG
en bij enkele modellen drukt het faxtoestel op een automatisch ingevoerd vel de waarschuwing af dat de inkt bijna opis.
Wanneer de inkt op is, verschijnt op het display:
PATROON VERV.
De instructies voor het vervangen van de patroon vindt u in
het hoofdstuk "Onderhoud".Voor de aanschaf van nieuwe printpatronen, wordt verwezen naar de codes achterin deze handleiding.
A
FDRUKKEN VAN HET MENU EN ZIJN FUNCTIES
Aangezien het handig kan zijn een overzicht te hebben
van de structuur van het menu en zijn functies, is het
raadzaam dit uit te printen.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toetsen
•Breedte210 mm
•Lengtemin. 105 mm - max. 600 mm
•Gramsgewicht 70 - 90 gr/m
Bij documenten met andere dan de bovenstaande afmetingen, het origineel op een A4-vel of ander vel met toegestane
afmetingen kopiëren, en vervolgens de kopie verzenden.
1
Nadat het document in de automatische invoer (ADF) is gestoken, verschijnt op de bovenste regel van het display:
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast: "NORMAAL".
Wanneer het document in de invoer (ADF) is gestoken, zal
het faxtoestel, indien u binnen ca. twee minuten geen enkele
operatie uitvoert, het document automatisch weer uitvoeren.
2
(max. 5 vel)
1. Steek het origineel in de invoer
A
B
(ADF) met de te verzenden kant
naar onder gericht (A).
Leg het document tevens zo dat
het perfect op de rechterkant
van de invoer aansluit: zie aanwijzing op de behuizing van het
faxtoestel (B).
DOCUMENT GEREED
BELANGRIJK
tot op het display verschijnt:
MENU
FUNCTIELIJST
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Na de afdruk komt het faxtoestel automatisch weer in de
oorspronkelijke standby-modus terug.
15
EEN
DOCUMENT VERZENDEN
O
NTVANGEN
1. Indien dit schema u niet voldoende zegt, raadpleeg dan
"Verzenden", in het hoofdstuk
"Functies voor verzenden en
ontvangen".
K
IESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN
1. Indien dit schema u niet voldoende zegt, raadpleeg dan
"Verzenden", in het hoofdstuk
"Functies voor verzenden enontvangen".
Uw faxtoestel kan documenten die door een andere fax worden verzonden op vier manieren ontvangen. U kunt de ge-
wenste modus activeren door onderstaande procedure te
volgen: manuele ontvangst, automatische ontvangst, automatische ontvangst met oproeptype-herkenning en ontvangst met
antwoordapparaat.
K
IEZEN VA N DE ONTVANGSTMODUS
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU
CONF. ONTVANGST
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONF. ONTVANGST
ONTVANGSTMODUS
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
ONTVANGSTMODUS
T
ELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET VERZENDEN
1. Indien dit schema u niet voldoende zegt, raadpleeg dan
"Verzenden", in het hoofdstuk
"Functies voor verzenden enontvangen".
AUTOMAT.
4. Om de andere beschikbare opties weer te geven,
"ONTVANGSTMODUS - HANDMATIG", "ONTVANGSTMODUS - TEL / FAX" of "ONTVANGSTMODUS - AWA / FAX", drukt u op de toetsen:
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
6. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
7. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
OPMERKING
Om de ontvangstmodus met antwoordapparaat te activeren, moet u eerst de UITGAANDE BOODSCHAP 1 opnemen, zie het hoofdstuk "Het antwoordapparaat".
16
M
ANUELE ONTVANGST
O
NTVANGST IN DE MODUS "TEL
/
FAX
"
Manuele ontvangst is geschikt wanneer u aanwezig bent en
persoonlijk de binnenkomende oproepen wilt beantwoorden.
Hoe het faxtoestel zich in deze ontvangstmodus gedraagt, is
afhankelijk van wie hem belt en van uw aan-/afwezigheid
bij ontvangst. Het volgende schema geeft de procedure weer:
1. Indien dit schema u niet voldoende zegt, raadpleeg dan
"Ontvangen", in het hoofdstuk
"Functies voor verzenden enontvangen".
Uw toestel komt in automati-
A
UTOMATISCHE ONTVANGST
sche ontvangst.
Deze modus is geschikt wanneer u afwezig bent maar toch
documenten wilt ontvangen. Dit is de modus waarin uw
faxtoestel is ingesteld.
O
NTVANGST MET ANTWOORDAPPARAAT
Na het geprogrammeerde
aantal belsignalen.
TEL / FAX geactiveerd.
Oproep afkomstig van
FAXTOESTEL.
Oproep afkomstig van
TELEFOON.
Uw faxtoestel geeft 20 seconden lang een geluidssignaal
(standaard ingestelde waarde).
Op het display verschijnt:
"HOORN OPNEMEN".
De 20 seconden zijn verstreken en u hebt de hoorn niet
opgenomen.
In deze ontvangstmodus ontvangt het antwoordapparaat de
oproepen, registreert eventuele boodschappen en geeft de
verbinding over aan het faxtoestel als de correspondent een
document wil verzenden.
De correspondent belde op
voor een gesprek; zodra het
gesprek beëindigd is kunt u
de hoorn opleggen.
Uw faxtoestel komt in automatische ontvangst. Het
wacht ca. 30 seconden om
een document ontvangen,
daarna komt het vanzelf weer
in de standby-modus terug.
De correspondent vraagt of hij
u een document kan zenden.
Uw faxtoestel staat klaar voor
ontvangst.
17
G
EBRUIK VAN DE TELEFOON
O
PBELLEN VIA DE SNELLE METHODE
Als u de lijn neemt door opnemen van de hoorn, beschikt u
over alle functies die een normale telefoon biedt.
Hiertoe behoort ook de functie R (REGISTER RECALL, ge-
activeerd met de toets
sten die door de netwerkcentrale worden geboden.
U hebt tevens beschikking over de volgende functies:
•Oproepen van een correspondent met gebruik van het adres-
boek, zie hieronder "Opbellen via opzoeken in het adres-boek" en "Opbellen via de snelle methode".
•Tijdelijk onderbreken van een telefoongesprek door in-
drukken van de toets
voortzetten zodra u dezelfde toets weer indrukt.
O
PBELLEN VIA OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK
) die toegang biedt tot speciale dien-
(HOLD). U kunt het gesprek
1. Druk, gedurende meer dan een seconde, op de
2. Zodra het nummer is gevormd en de correspondent
EEN
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF).
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
Op het display verschijnt:
VERBONDEN
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten en
seconden.
2. Druk op de toets:
Het display geeft het fax- of telefoonnummer en eventueel de naam weer die gekoppeld zijn aan de eerste
van 60 beschikbare posities (00-59) indien eerder geprogrammeerd.
3. Om het telefoonnummer of de naam te vinden van de
persoon die u wilt bellen, kunt u:
1. Op de toetsen
de naam op het display verschijnen.
of
2. Op de toets met de beginletter van de gewenste naam
drukken. Het faxtoestel zoekt de naam in alfabetische
volgorde op.
4. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent
antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
drukken tot het gewenste nummer of
EEN
OPVRAGEN
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
2. Druk op de toets:
3. Om de lijst van binnenkomende oproepen te selecte-
4. Om de lijst van uitgaande oproepen te selecteren, drukt
5. Om in de lijst van de laatste 20 onbeantwoorde binnen-
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF).
nummertoets (0-9) waaronder u eerder het gewenste
telefoonnummer heeft opgeslagen, bijvoorbeeld
-Op het display verschijnen de cijfers van het toegewe-
zen telefoonnummer (zie "Programmering van het
adresboek", in het hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvangen"). Als ook de naam is opgeslagen,
wordt deze op het display weergegeven.
antwoordt, neemt u de hoorn op om het gesprek te
beginnen.
Op het display verschijnt rechts boven de duur van het
gesprek in minuten en seconden.
VAN DE LAATSTE
VAN DE LAATSTE
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF).
Op het display verschijnt:
20
BINNENGEKOMEN NUMMERS OF
10
GESELECTEERDE NUMMERS
:
VERBONDEN
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten
en seconden.
Op het display verschijnt:
BINNENKOM. OPR. Û
UITGAANDE OPR. Ü
ren, drukt u op de toets:
u op de toets:
komende oproepen of in de lijst van de laatste 10 uitgaande oproepen het nummer of de naam te zoeken
van de correspondent die u wilt bellen, drukt u op de
toetsen:
18
6. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent
antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
K
OPIËREN
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN
Net als bij de verzending, moet ook bij het kopiëren het
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) gestoken zijn. Controleer dus alvorens een kopie te maken, of
het origineel correct in de invoer is gestoken en of het voldoet
aan de eerder beschreven kenmerken (zie het gedeelte "Ver-zenden").
Denk er echter aan dat u bij de kopieerfunctie in de automatische invoer (ADF) slechts één vel tegelijk kunt inste-
ken. Bovendien, als u geen enkele kopie maakt, voert het
faxtoestel het document na ca. twee minuten automatisch uit
en komt weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
K
OPIËREN
8. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
9. Om de andere beschikbare reproductiewaarden te kie-
10. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
11. Om de andere twee beschikbare contrastwaarden weer
12. Om uw keuze te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ZOOM 100%
zen, "200%", "140%", "70%" of "50%", drukt u op de
toetsen:
Op het display verschijnt:
CONTRAST
NORMAAL
te geven, "CONTRAST - LICHT" of "CONTRAST DONKER", drukt u op de toetsen:
Zoals reeds gezegd, kunt u het faxtoestel ook als een
kopieerapparaat gebruiken. Het afdrukresultaat is afhankelijk van het type kopie dat u wilt verkrijgen "Nor-male kopie" of "Kopie van hoge kwaliteit" en van
de waarden voor contrast en resolutie die u instelt
voordat u de kopie maakt.
1. Kies het contrast op basis van de volgende criteria:
• NORMAAL, als het document noch te donker nochte licht is.
• LICHT, als het document bijzonder donker is.
• DONKER, als het document bijzonder licht is.
2. Kies de resolutie op basis van de volgende criteria:
• TEKST, als het document goed leesbare tekst of een-voudige afbeeldingen bevat.
• FOTO, als het document schaduw bevat.
3. Steek het document in de automatische invoer (ADF).
Op de bovenste regel van het display versc hijnt:
DOCUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het
contrast: "NORMAAL".
4. Druk op de toets:
anders gaat u direct door naar punt
Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor
het type reproductie, contrast en resolutie: respectie-
velijk 100%, NORMAAL en TEKST. Bovendien wordt
het ingestelde aantal kopieën weergegeven (1).
5. Om deze waarden te bevestigen, drukt u op de toets:
6.
6. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
KWALITEIT
HOOG
7. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "KWALITEIT - NORMAAL", drukt u op de toetsen:
Het display geeft de waarden weer die u zojuist geselecteerd heeft. Nu hoeft u alleen nog het type reproductie
te kiezen en het gewenste aantal kopieën in te stellen:
13. Om het gewenste type resolutie te kiezen, "TEKST" of
"FOTO", drukt u op de toets:
14. Als u meer dan een kopie wilt maken (max. 9), voert
u het gewenste aantal in, door op de volgende toetsen te drukken:
-
15. Als u een enkele kopie wilt maken, gaat u direct door
naar het volgende punt.
16. Om het kopiëren te starten, drukt u op de toets:
Het faxtoestel begint het document op te slaan. Nadat
het document is opgeslagen, wordt het kopieren ge-
start.
OPMERKING
Wanneer u de kopieertaak wilt onderbreken, drukt u op de
toets
het origineel uit de ADF, en komt daarna in de standby-modus
terug met weergave van het bericht "KOPIE ONDERBROK.".
Druk op de toets
verwijderen.
. Het faxtoestel onderbreekt de kopieertaak, voert
om de weergave van het bericht te
OPMERKING
Voor het maken van vergrotingen of verkleiningen, het document zo leggen dat het perfect op de rechterkant van de invoer aansluit (zie aanwijzing op de behuizing van het
faxtoestel).
De maximale afdrukbreedte bedraagt 204 mm en de maximale lengte 282 mm. De maximale niet-afdrukbare marges
zijn: rechts en links 4 mm, boven 3 mm en onder 14 mm.
19
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.