Nokia 3250 user Manual [nl]

Nokia 3250 Gebruikershandleiding
9244347
Versie 2
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart, NOKIA CORPORATION, dat het toestel RM-38 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
0434
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil. Zie de Eco-verklaring bij het product of de landspecifieke informatie op www.nokia.com.
Copyright © 2006 Nokia. Alle rechten voorbehouden
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia, Visual Radio, Nokia Connecting People en Pop-Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune en Visual Radio zijn gedeponeerde geluidsmerken van Nokia Corporation.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd. © 1998-2006. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2006. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé­en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
9244347 / versie 2

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid ................... 6
Algemene informatie............. 10
Functieoverzicht.................................. 10
Toegangscodes..................................... 10
Dienst configuratie-instellingen..... 12
Inhoud en toepassingen
downloaden .......................................... 12
Nokia-ondersteuning
en contactinformatie ......................... 13
1. Aan de slag ........................ 14
Een SIM-kaart en batterij
plaatsen ................................................. 14
Een microSD-kaart plaatsen ............ 16
De microSD-kaart verwijderen........ 16
De batterij opladen............................. 17
De telefoon in- en uitschakelen ..... 17
Tijd en datum instellen...................... 17
Normaal gebruik.................................. 18
Een polsriem bevestigen ................... 18
2. De telefoon ........................ 19
Toetsen en onderdelen ...................... 19
Mechanische modi.............................. 20
Standby-modus ................................... 21
Symbolen............................................... 22
Navigeren en selecteren
met de navigatietoets........................ 24
Menu ...................................................... 24
Help......................................................... 25
Zelfstudie............................................... 25
Volumeregeling.................................... 25
Toetsblokkering.................................... 26
3. Belfuncties ......................... 27
Bellen...................................................... 27
Een oproep beantwoorden
of weigeren........................................... 29
Logboek.................................................. 31
4. Tekst invoeren .................... 34
Normale tekstinvoer........................... 34
Tekstinvoer met tekstvoorspelling.... 35
Tekst kopiëren en verwijderen......... 36
5. Berichten ............................ 37
Berichten invoeren en verzenden... 38
Inbox—berichten ontvangen............ 40
Mijn mappen ....................................... 42
Mailbox.................................................. 42
Outbox ................................................... 44
Berichten op de SIM-kaart
bekijken.................................................. 45
Infodienst .............................................. 45
Editor voor dienstopdrachten.......... 46
Berichtinstellingen ............................. 46
6. Contacten ........................... 53
Contacten beheren ............................. 53
Contactgroepen beheren .................. 54
Een beltoon toevoegen...................... 54
Snelkeuzetoetsen toewijzen ............ 54
7. Galerij ................................. 56
Functies in de Galerij ......................... 56
Bestanden downloaden..................... 57
8. Muziek ................................ 58
Music Player......................................... 58
Visual Radio.......................................... 60
9. Media .................................. 68
Camera................................................... 68
RealPlayer ............................................. 69
Spraakrecorder..................................... 71
Flash-speler .......................................... 71
Video-editor ......................................... 73
10. Diensten ........................... 76
Basisprocedure voor toegang
tot webdiensten .................................. 76
4
De telefoon configureren
voor browserdiensten......................... 76
Verbinding maken ............................... 77
Bookmarks weergeven ....................... 77
Beveiliging van de verbinding.......... 78
Webpagina's bekijken......................... 79
Downloaden .......................................... 80
Verbinding verbreken ......................... 81
De cache leegmaken........................... 81
Browserinstellingen ............................ 81
11. Persoonlijke ..................... 83
Thema's................................................... 83
Geluidsmeter......................................... 84
12. Organisator...................... 85
Klok.......................................................... 85
Agenda.................................................... 86
Omrekenen ............................................ 88
Notities................................................... 89
Rekenmachine ...................................... 90
Bestandsbeheer.................................... 90
Geheugenkaart..................................... 91
13. Instrumenten ................... 94
Spraakopdrachten ............................... 94
Voicemailbox ........................................ 95
Snelkeuze............................................... 95
Profielen................................................. 95
Instellingen............................................ 97
Toepassingsbeheer ........................... 111
Activeringssleutels ........................... 114
Apparaatbeheer................................. 114
Overdracht.......................................... 115
14. Connectiviteit................ 117
PC Suite............................................... 117
Bluetooth-verbinding...................... 117
Chatten................................................ 121
Verbindingsbeheer............................ 128
DVS (druk voor spreken) ................. 130
Externe synchronisatie.................... 137
USB-gegevenskabel gebruiken ..... 139
15. Informatie over
de batterij ............................ 141
Opladen en ontladen ....................... 141
Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van
Nokia-batterijen ............................... 142
Onderhoud ........................... 144
Aanvullende
veiligheidsinformatie .......... 146
Index..................................... 150
5

Voor uw veiligheid

Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
6
Voor uw veiligheid
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de eindetoets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Voer het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat wordt beschreven in deze handleiding, is goedgekeurd voor gebruik in de netwerken GSM 900/1800/1900. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder het auteursrecht.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
7
Voor uw veiligheid
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals e-mail, DVS, chatten, multimediaberichten en het bekijken van webpagina's, vereisen netwerkondersteuning voor de desbetreffende technologieën.
Toebehoren, batterijen en laders
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-3 en AC-4. Dit apparaat gebruikt BP-6M-batterijen.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Enkele praktische regels voor accessoires en toebehoren:
• Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
• Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
8
Voor uw veiligheid
• Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken
• De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
9

Algemene informatie

Algemene informatie

Functieoverzicht

Uw telefoon beschikt over een groot aantal praktische functies voor het dagelijks gebruik, zoals een agenda, een e-mailtoepassing, een klok, een alarmklok, een XHTML-webbrowser en een radio. De telefoon ondersteunt bovendien de volgende functies:
• Camera met video-opnamefunctie, met een resolutie van 2 megapixel
• Muziekspeler met afspeeltoetsen en ondersteuning voor bestanden in MP3-, WMA-, AAC- en eAAC+-indeling.
• Uitgebreide spraaklabels en spraakopdrachten
• Draadloze Bluetooth-technologie
• MicroSD-geheugenkaart voor uitbreiding van de geheugencapaciteit van de telefoon

Toegangscodes

Blokkeringscode

De blokkeringscode (vijf tot tien cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. Zie “Beveiliging” op pag. 106 voor informatie over het wijzigen van de code en over het zodanig instellen van de telefoon dat deze naar de code vraagt.
Als u vijf keer na elkaar een onjuiste blokkeringscode hebt ingevoerd, wordt verdere invoer van de code genegeerd. Wacht vijf minuten en voer de code opnieuw in.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
10
Algemene informatie

PIN-codes

• De PIN-code (Personal Identification Number) en de UPIN-code (Universal Personal Identification Number) (vier tot acht cijfers) beveiligen uw SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie “Beveiliging” op pag. 106. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart verstrekt.
• De PIN2-code (vier tot acht cijfers) wordt verstrekt bij de SIM-kaart en is vereist voor sommige functies.
• De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. De module-PIN wordt verstrekt bij de SIM-kaart als de SIM-kaart is voorzien van een beveiligingsmodule.
• De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. De ondertekenings-PIN wordt verstrekt bij de SIM-kaart als de SIM-kaart is voorzien van een beveiligingsmodule.

PUK-codes

De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking Key) (acht cijfers) zijn vereist voor het wijzigen van respectievelijk een geblokkeerde PIN- of UPIN-code. De PUK2-code is vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN2-code.
Als de codes niet zijn verstrekt bij de SIM-kaart, neemt u contact op met uw serviceprovider.

Blokkeerwachtwoord

Het blokkeerwachtwoord (vier cijfers) is nodig bij gebruik van Inst.
opr.blk.. Zie “Oproepblokkering” op pag. 109. Dit wachtwoord wordt
op aanvraag verstrekt door uw serviceprovider.
Als u driemaal achter elkaar een onjuist blokkeerwachtwoord invoert, wordt het wachtwoord geblokkeerd. Neem contact op met uw serviceprovider of netwerkoperator.
11
Algemene informatie

Dienst configuratie-instellingen

Voordat u gebruik kunt maken van de browser, MMS, Chatten, DVS, e-mail, synchronisatie en streaming, moet uw telefoon juist zijn ingesteld. Het is mogelijk dat de instellingen voor de browser, multimediaberichten, toegangspunt en streaming automatisch worden geconfigureerd op basis van de gebruikte SIM-kaart. Mogelijk ontvangt u de instellingen rechtstreeks in een configuratiebericht, dat u kunt opslaan op uw telefoon.
Neem contact op met uw netwerkoperator, serviceprovider of met de dichtstbijzijnde Nokia-dealer voor meer informatie over de beschikbaarheid van deze diensten.
Wanneer u een configuratiebericht ontvangt en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt het volgende bericht weergegeven: 1 nieuw bericht. Selecteer Tonen om het bericht te openen. Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Opties >
Opslaan. Als de telefoon vraagt naar de PIN-code instellingen configuratie:, voert u de PIN-code voor de instellingen in en selecteert
u OK. Neem voor de PIN-code contact op met de serviceprovider.
Als u nog geen instellingen hebt opgeslagen, worden deze opgeslagen en ingesteld als standaardinstellingen. Anders wordt de volgende vraag weergegeven: Gebruiken als standaardinstelling?.
Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Opties >
Verwijderen.

Inhoud en toepassingen downloaden

Het is mogelijk dat u inhoud en toepassingen kunt downloaden naar uw telefoon, zoals thema's, tonen, videoclips en spelletjes (netwerkdienst). Selecteer de downloadfunctie (bijvoorbeeld in het menu Galerij). Zie de respectieve menubeschrijvingen voor toegang tot de downloadfunctie. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende diensten.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.
12
Algemene informatie

Nokia-ondersteuning en contactinformatie

Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van producten en diensten van Nokia. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, raadpleegt u de lijst met plaatselijke Nokia contactcentra op www.nokia.com/customerservice.
Raadpleeg het dichtstbijzijnde Nokia service center op www. nokia.com/ repair voor onderhoudsdiensten.
13
Aan de slag

1. Aan de slag

Een SIM-kaart en batterij plaatsen

Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
1. Houd de telefoon met de achterkant naar u toe, druk de ontgrendelingen in aan weerszijden van de telefoon (1) en til de achtercover omhoog (2) om deze te verwijderen.
2. Til de batterij uit de houder zoals weergegeven (3) om de batterij te verwijderen.
14
3. Schuif de SIM-kaarthouder naar achteren (4) en til deze omhoog (5) om de houder te ontgrendelen.
4. Plaats de SIM-kaart in de SIM­kaarthouder (6). Zorg dat de schuine hoek omhoog wijst.
5. Sluit de SIM-kaarthouder (7) en schuif deze naar voren om deze te vergrendelen (8).
6. Plaats de batterij terug (9).
Aan de slag
7. Plaats de achtercover terug door deze in de klemmetjes op de telefoon te plaatsen (10) en vast te klikken (11).
15
Aan de slag

Een microSD-kaart plaatsen

1. Draai het onderste deel van de telefoon zodat u toegang krijgt tot het klepje van de microSD-kaartsleuf.
2. Trek aan de hoek van het klepje om de kaartsleuf te openen.
3. Schuif de kaart in de sleuf, met het gouden contactoppervlak richting het klepje, totdat de kaart vastklikt.
4. Sluit het klepje van de kaartsleuf.
Houd microSD-kaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
Gebruik voor dit apparaat alleen compatibele microSD-kaarten. Andere geheugenkaarten, zoals RS-MMC (Reduced Size MultiMediaCard), passen niet in de microSD-kaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.

De microSD-kaart verwijderen

Belangrijk: Verwijder de microSD-kaart niet op het moment dat er een
bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
U kunt de microSD-kaart verwijderen of vervangen zonder de telefoon uit te schakelen.
1. Draai het toetsengedeelte van de telefoon om toegang te krijgen tot de microSD-kaartsleuf.
2. Open het klepje van de microSD-kaartsleuf en volg de instructies op het scherm.
16
Aan de slag
3. Verwijder (of vervang) de microSD-kaart en sluit het klepje van de kaartsleuf.

De batterij opladen

1. Sluit de lader aan op een wandcontactdoos.
2. Steek het snoer van de lader in de aansluiting voor de lader op de telefoon.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij. Het opladen van een BP-6M-batterij duurt ongeveer drie uur met de AC-3-lader en ongeveer twee uur met de AC-4-lader.

De telefoon in- en uitschakelen

Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
Als een PIN-code wordt gevraagd, voert u de PIN-code in en selecteert u OK.
Als u naar de blokkeringscode wordt gevraagd, voert u de blokkeringscode in en selecteert u OK. De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345.

Tijd en datum instellen

Om de juiste tijdzone, tijd en datum in te stellen, selecteert u in de lijst de stad of dichtstbijzijnde stad die zich in dezelfde tijdzone bevindt en voert u de lokale tijd en datum in.
17
Aan de slag

Normaal gebruik

Gebruik de telefoon alleen in de normale gebruiksposities.
Uw apparaat heeft een interne antenne.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.

Een polsriem bevestigen

1. Verwijder de achtercover.
2. Schuif het lusje van het draagkoord door de opening (1).
3. Plaats het lusje om de pin en trek het lusje strak (2).
4. Plaats de achtercover terug.
18

2. De telefoon

Toetsen en onderdelen

• Aan/uit-toets (1)
• Luistergedeelte (2)
•Navigatietoets (3)
• Selectietoetsen (4)
• Menu-toets (5)
•Wistoets (6)
• Wijzigtoets (7)
• Eindetoets (8)
•Beltoets (9)
• Cijfertoetsen (10)
• Vooruitspoelen , inzoomen (11)
• Stoppen (12)
• Afspelen/pauze , opnametoets (13)
• Terugspoelen , uitzoomen (14)
• Lens (15)
• Luidspreker (16)
• Pop-Port
• Aansluiting voor lader (18)
• Cover voor Pop-Port-aansluiting (19)
TM
-aansluiting (17)
De telefoon
19
De telefoon
Houd de cover van de Pop-Port-aansluiting buiten het bereik van kleine kinderen.
Houd het apparaat buiten het bereik van magneten of magnetische velden. Deze kunnen ervoor zorgen dat toepassingen, zoals de camera, op onverwachte momenten worden geactiveerd.

Mechanische modi

De telefoon heeft drie mechanische modi: de communicatiemodus, de cameramodus en de modus voor muziekweergave. Als u wilt schakelen tussen de modi, draait u het onderste deel van de telefoon. De modus wordt na een korte pauze geactiveerd. In de communicatiemodus moet u het onderste deel van de telefoon niet meer dan 90 graden naar rechts of 180 graden naar links draaien. Als u het onderste deel van de telefoon verder draait, kan de telefoon beschadigd raken.

Communicatiemodus

De communicatiemodus wordt geactiveerd wanneer de cijfertoetsen op het onderste deel van de telefoon zich aan dezelfde zijde als het scherm bevinden.

Cameramodus

Als u de cameramodus wilt activeren in de communicatiemodus, draait u het onderste deel van de telefoon 90 graden naar links, zodat de cameralens van u af is gericht als u naar het scherm kijkt.
Als u een zelfportret wilt maken, draait u het onderste deel van de telefoon 90 graden naar rechts zodat de cameralens naar u toe is gericht wanneer u naar het scherm kijkt.
20
De telefoon

Muziekmodus

Als u de modus voor muziekweergave wilt activeren in de communicatiemodus, draait u het onderste deel van de telefoon 180 graden naar links zodat de afspeeltoetsen zich aan dezelfde zijde als het scherm bevinden.

Standby-modus

Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld en bent aangemeld bij een netwerk, bevindt de telefoon zich in de actieve standby-modus en is deze klaar voor gebruik.
Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u kort op de aan/uit-toets en selecteert u een profiel.
Als u de lijst met de laatst gekozen nummers wilt weergeven, drukt u op de beltoets.
Als u spraakopdrachten wilt gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.
Als u een internetverbinding wilt starten, houdt u de cijfertoets
0 ingedrukt.

Actieve standby-modus

In de actieve standby-modus kunt u het scherm gebruiken voor snelle toegang tot toepassingen die u vaak gebruikt. Selecteer Menu >
Instrumenten > Instell. > Telefoon > Standby-modus > Actief standby > Aan of Uit om in te stellen of de actieve standby-modus wordt
weergegeven.
Als u toepassingen wilt openen vanuit de actieve standby-modus, drukt u de navigatietoets omhoog of omlaag, gaat u naar de toepassing en selecteert u deze. In de actieve standby-modus worden de standaardtoepassingen boven in het scherm weergegeven, met
21
De telefoon
daaronder agenda-items, taken en informatie in verband met de muziekspeler. Als u een toepassing of gebeurtenis wilt selecteren, gaat u er naartoe en drukt u op de navigatietoets.
Snelkoppelingen voor de navigatietoets in de standby-modus
De telefoon bevindt zich standaard in de actieve standby-modus. U kunt de snelkoppelingen voor de navigatietoets in de standby-modus dan niet gebruiken. U moet de actieve standby-modus uitschakelen om de volgende snelkoppelingen te gebruiken.
Als u de toepassing Contacten wilt openen, drukt u de navigatietoets omhoog of omlaag of drukt u erop.
Als u de toepassing Agenda wilt openen, drukt u de navigatietoets naar rechts.
Als u een bericht wilt intoetsen, drukt u de navigatietoets naar links.
Snelkoppelingen voor de navigatietoets naar toepassingen wijzigen.
1. Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Telefoon >
Standby-modus.
2. Ga naar de sneltoets die u wilt wijzigen en druk op de navigatietoets.
3. Ga naar een nieuwe toepassing en druk op de navigatietoets.
Sommige sneltoetsen kunt u niet wijzigen.

Symbolen

De telefoon heeft verbinding met een GSM-netwerk.
U hebt een of meer berichten ontvangen in de map Inbox in Berichten.
De Outbox bevat berichten die nog niet zijn verzonden. Zie “Outbox” op pag. 44.
U hebt oproepen gemist. Zie “Recente oproepen” op pag. 31.
22
Dit symbool wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op Stil en Berichtensignaaltoon en Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit. Zie “Profielen” op pag. 95.
De toetsen zijn geblokkeerd. Zie “Toetsblokkering” op pag. 26.
De luidspreker is ingeschakeld.
Een alarm is ingeschakeld.
De tweede telefoonlijn is in gebruik. Zie Lijn in gebruik in “Bellen” op pag. 100.
/
Alle oproepen worden doorgeschakeld naar uw voicemailbox of naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt, is het doorschakelsymbool voor de eerste lijn en voor de tweede lijn.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op de telefoon.
Er is een hoorapparaat aangesloten op de telefoon.
De verbinding met een Bluetooth-hoofdtelefoon is verbroken.
/ Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS- of EDGE-packet-gegevensverbinding beschikbaar.
Er is een GPRS- of EDGE-packet-gegevensverbinding actief.
Er is een GPRS- of EDGE-packet-gegevensverbinding in de wachtstand.
Bluetooth is actief.
Er worden gegevens verzonden via Bluetooth. Zie “Bluetooth­verbinding” op pag. 117.
Er is een USB-verbinding actief.
De telefoon
Mogelijk worden er ook andere symbolen weergegeven.
23
De telefoon

Navigeren en selecteren met de navigatietoets

Als u wilt navigeren, drukt u de navigatietoets omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Als u het gemarkeerde item wilt selecteren, drukt u op de navigatietoets.

De markering van items in toepassingen in- en uitschakelen

Als u de markering van een item in een toepassing wilt in- of uitschakelen, houdt u de wijzigtoets ingedrukt en drukt u op de navigatietoets. Als u de markering van verschillende opeenvolgende items wilt in- of uitschakelen, houdt u de wijzigtoets ingedrukt en drukt u de navigatietoets omhoog of omlaag.

Menu

Dit menu geeft toegang tot de functies van de telefoon. Selecteer Menu om het hoofdmenu te openen.
Als u een toepassing of map wilt openen, gaat u er naartoe en drukt u op de navigatietoets.
Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Menu > Opties >
Weergave wijzigen > Raster of Lijst.
Als u de volgorde van de functies in het menu wijzigt, kan deze afwijken van de standaardvolgorde zoals die is beschreven in deze gebruikershandleiding.
Als u een toepassing of map wilt sluiten, selecteert u Terug en Afsluiten totdat u terug bent in de standby-modus of selecteert u Opties >
Afsluiten.
Als u geopende toepassingen wilt weergeven of tussen toepassingen wilt schakelen, houdt u de menutoets ingedrukt. Er wordt een lijst met geopende toepassingen weergegeven. Ga naar een toepassing en selecteer deze.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
24
De telefoon

Help

Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. U hebt vanuit elke toepassing en vanuit het hoofdmenu toegang tot de Help.
Als u Help wilt weergeven in een geopende toepassing, selecteert u Opties > Help. Als u wilt schakelen tussen Help en de geopende toepassing op de achtergrond, houdt u Menu ingedrukt. Selecteer
Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Lijst van onderw. - Een lijst met beschikbare onderwerpen in de
betreffende categorie weergeven.
Lijst helpcatn. - Een lijst met Help-categorieën weergeven.
Zoeken op trefw. - Zoeken naar Help-onderwerpen met behulp
van trefwoorden.
Als u Help wilt openen in het hoofdmenu, selecteert u Instrumenten >
Help. Ga naar de lijst met Help-categorieën en selecteer de gewenste
toepassing om een lijst met Help-onderwerpen weer te geven. Als u wilt schakelen tussen de lijst met Help-categorieën, aangeduid met , en een lijst met trefwoorden, aangeduid met , drukt u de navigatietoets naar links of rechts. Druk op de navigatietoets om de betreffende Help-tekst weer te geven.

Zelfstudie

De zelfstudie biedt een overzicht van de functies en voorzieningen van de telefoon en een inleiding tot het gebruik van de telefoon. De zelfstudie start automatisch wanneer u de telefoon de eerste keer inschakelt. U kunt de zelfstudie zelf starten door Menu > Zelfstudie en een zelfstudie-item te selecteren.

Volumeregeling

Als u het volume van het luistergedeelte of de luidspreker wilt regelen tijdens een oproep of wanneer u een audiobestand beluistert, drukt u de navigatietoets naar links of rechts.
Als u de luidspreker tijdens een oproep wilt inschakelen, selecteert u Luidspr..
25
De telefoon
Als u de luidspreker tijdens een oproep wilt uitschakelen, selecteert u Telefoon.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Toetsblokkering

Als u wilt voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, drukt u op de linkerselectietoets en binnen anderhalve seconde op * om de toetsblokkering in te schakelen.
Als u de toetsblokkering wilt uitschakelen, selecteert u Blok. oph. en drukt u binnen anderhalve seconde op *.
Wanneer de toetsblokkering is ingeschakeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
26
Belfuncties

3. Belfuncties

Bellen

1. Voer in de standby-modus het telefoonnummer, inclusief het netnummer, in. Druk op de wistoets om een nummer te wissen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het +-teken (vervangt de internationale toegangscode) en voert u vervolgens het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer in.
2. Als u het nummer wil kiezen, drukt u op de beltoets.
3. Als u het gesprek wilt beëindigen of de oproep wilt annuleren, drukt u op de eindetoets.
Als u wilt bellen vanuit Contacten, selecteert u Menu > Contacten. Ga naar de gewenste naam of voer eerst de eerste letters van de naam in. Als u het nummer wil kiezen, drukt u op de beltoets.
Als u uw voicemailbox (netwerkdienst) wilt bellen, houdt u de cijfertoets 1 ingedrukt in de stand-by modus. U moet het voicemailboxnummer opgeven voor u kunt bellen naar de voicemailbox. Zie “Voicemailbox” op pag. 95.
Als u een recent gekozen nummer wilt bellen, drukt u op de beltoets in de standby-modus. De lijst met de laatste 20 nummers die u hebt gebeld of hebt geprobeerd te bellen, wordt weergegeven. Ga naar het gewenste nummer en druk op de beltoets.
Zie “DVS (druk voor spreken)” op pag. 130 voor informatie over DVS-oproepen.

Snelkeuze

U kunt een telefoonnummer toewijzen aan een van de snelkeuzetoetsen 2-9. Zie “Snelkeuzetoetsen toewijzen” op pag. 54.
U kunt een snelkeuzenummer op de volgende manieren kiezen:
• Druk op de snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
27
Belfuncties
•Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer wordt gekozen. Als u Snelkeuze wilt instellen op Aan, selecteert u Menu > Instrumenten > Instell. >
Bellen > Snelkeuze > Aan.

Spraakgestuurde nummerkeuze

U kunt bellen door de naam uit te spreken die is opgeslagen in de lijst met contacten in de telefoon. Er wordt automatisch een spraakopdracht toegevoegd aan alle items in de lijst met contacten in de telefoon.
Erg korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd het gebruik van soortgelijke namen voor verschillende nummers.
Via spraakgestuurde nummerkeuze een gesprek opzetten
Als een toepassing gegevens verzendt of ontvangt via een packet­gegevensverbinding, moet u deze toepassing beëindigen voordat u spraaklabels kunt uitvoeren.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd in de standby-modus de rechterselectietoets ingedrukt. U hoort een korte toon en Nu spreken a.u.b. wordt weergegeven op het scherm.
Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt met een hoofdtelefoontoets, houdt u de hoofdtelefoontoets ingedrukt.
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. De telefoon speelt de spraakopdracht voor de beste overeenkomst af. Na ongeveer anderhalve seconde wordt het nummer gekozen. Als de overeenkomst niet de juiste is, selecteert u Volgende en selecteert u een ander item in de lijst om dat te kiezen.
Het gebruik van spraakopdrachten voor telefoonfuncties is vergelijkbaar met het gebruik van spraaklabels. Zie “Spraakopdrachten” op pag. 94.
28
Belfuncties

Een conferentiegesprek voeren (netwerkdienst)

1. Bel de eerste deelnemer.
2. Als u de volgende deelnemer wilt bellen, selecteert u Opties >
Nieuwe oproep. Het eerste gesprek wordt automatisch in de
wachtstand geplaatst.
3. Als u de eerste deelnemer wilt toevoegen aan het conferentiegesprek wanneer de nieuwe oproep is beantwoord, selecteert u Opties >
Conferentie.
• Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer in het gesprek te
betrekken en selecteer Opties > Conferentie > Toev. aan confer. Conferentiegesprekken tussen maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund.
• Als u een privégesprek wilt voeren met een van de deelnemers,
selecteert u Opties > Conferentie > Privé. Selecteer een deelnemer en druk op Privé. Het conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst. De andere deelnemers kunnen ondertussen met elkaar doorpraten. Als u wilt terugkeren naar het conferentiegesprek, selecteert u Opties > Toev. aan confer.
• Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt verwijderen,
selecteert u Opties > Conferentie > Deelnemer verwijd. Ga vervolgens naar de gewenste deelnemer en selecteer Verwijd.
4. Als u het conferentiegesprek wilt beëindigen, drukt u op de eindetoets.

Een oproep beantwoorden of weigeren

Als u een oproep wilt beantwoorden, drukt u op de beltoets.
Als u de beltoon wilt dempen voordat u de oproep beantwoordt, selecteert u Stil.
Tip: Als er een compatibele hoofdtelefoon is aangesloten op de telefoon, drukt u op de hoofdtelefoontoets om een oproep te beantwoorden en te beëindigen.
29
Belfuncties
Als u de oproep wilt weigeren, drukt u op de eindetoets. De beller hoort een bezettoon. Als u oproepen doorschakelt met de optie Indien bezet in
Doorschakelen, worden geweigerde oproepen ook doorgeschakeld.
Als u een SMS-bericht naar een beller wilt verzenden om door te geven waarom u de oproep niet kunt beantwoorden, kiest u Opties > SMS
verzenden. U kunt de tekst bewerken voordat u deze verzendt. Zie Opr. weig. met SMS en Berichttekst in “Bellen” op pag. 99.

Wachtfunctie (netwerkdienst)

Druk tijdens een gesprek op de beltoets om het gesprek in de wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt dan in de wachtstand geplaatst. Als u het actieve gesprek wilt beëindigen, drukt u op de eindetoets.
Als u de functie Oproep in wachtrij wilt activeren, selecteert u Menu >
Instrumenten > Instell. > Bellen > Oproep in wachtrij > Activeren.
Als u tussen twee gesprekken wilt schakelen, selecteert u Wisselen

Opties tijdens een gesprek

Veel van de opties die u tijdens een gesprek kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid van deze dienst.
Via Opties kunt u tijdens een gesprek de volgende functies activeren:
Dempen of Dmp oph.; Telefoon insch., Luidspreker insch. of Handsfree insch. (als een compatibele Bluetooth-hoofdtelefoon is aangesloten); Actieve opr. beëind. of Alle oproep. beëind., Nieuwe oproep; Conferentie, Aannemen; Weigeren; Wisselen; Standby of Oproep activeren; en Actief standby openen.
Doorverbinden - Een gesprek in de wachtstand doorverbinden
met het actieve gesprek en uw eigen verbinding verbreken.
Vervangen - De actieve oproep beëindigen en een oproep in de
wachtstand beantwoorden.
DTMF verzenden - DTMF-toonreeksen (zoals een wachtwoord)
verzenden. Voer de DTMF-reeks in of zoek deze op in Contacten.
30
Loading...
+ 123 hidden pages