B-2 Problemen met GPS-navigatie .................................................................................................. 73
B-3 Problemen met sonar fishfinding ........................................................................................... 74
B-4 Problemen met brandstofverbruik .......................................................................................... 76
Bijlage C - Woordenlijst en navigatiedata ................................................... 77
Bijlage D - Contactinformatie ........................................................................79
Belangrijk
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het instrument zodanig te gebruiken en
installeren dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker
van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
Global Positioning System: Het Global Positioning System (GPS) wordt beheert door het Amerikaanse
Ministerie van Defensie, welke uitsluitend verantwoordelijk is voor werking, nauwkeurigheid en onderhoud.
Het GPS-systeem kan gewijziged worden waardoor de nauwkeurigheid en het functioneren van alle GPS
installaties waar dan ook ter wereld, inclusief de TRACKFISH, beïnvloed zouden kunnen worden. Hoewel de
Navman TRACKFISH een precisie navigatie-instrument is, kan onjuist gebruik of onjuist aflezen onveilig zijn.
Om het risico dat de TRACKFISH onjuist wordt afgelezen of gebruikt te verkleinen, moet de gebruiker alle
aspecten in deze Installatie- en Bedieningshandleiding doorlezen en begrijpen. We raden verder aan dat
de gebruiker alle handelingen oefent door gebruik te maken van de ingebouwde simulator, alvorens de
TRACKFISH op zee te gebruiken.
Electronische Kaart Cartridge: De electronische kaart die door de TRACKFISHwordt gebruikt is een navigatiehulp en is ontworpen ter aanvulling, niet als vervanging, van het gebruik van officiële nationale kaarten. Alleen
officiële nationale kaarten voorzien van aanwijzingen aan zeelieden voldoen aan de eisen die aan informatie
voor veilige en voorzichtige navigatie gesteld worden. De informatie die door de TRACKFISH gegeven wordt
dient te allen tijde worden aangevuld door positiebepalingen met andere navigatiebronnen zoals observaties,
dieptepeilingen, radar en handkompas richtingspeilingen (bearings). Indien twee bronnen tegenstrijdige
informatie geven, dient deze tegenstrijdigheid te worden opgelost alvorens verder te handelen.
Sonar fishfinder: de precisie van het sonar dieptebeeldscherm kan door meerdere factoren worden beperkt,
inclusief het type transducer, de locatie van de transducers en de watercondities. Het is de verantwoordelijkheid
van de gebruiker dat de TRACKFISH 6600 correct geïnstalleerd en gebruikt wordt.
Brandstofcomputer: Brandstofverbruik kan drastisch veranderen al naar gelang de lading van de boot en
de watercondities. De brandstofcomputer dient niet gebruikt te worden als enige informatiebron m.b.t. de
beschikbare brandstof aan boord en de electronische informatie dient aangevuld te worden met visuele of
ander controles van de brandstofvoorraad. Dit is noodzakelijk i.v.m. fouten die door degene die het apparaat
bedient gemaakt kunnen worden, zoals na te laten de gebruikte brandstof te resetten bij het vullen van de
tank, het lopen van de motor zonder dat de computer aan is of andere bedieningsfouten, die zorgen voor
onnauwkeurigheden. Verzekert u zich er altijd van dat er genoeg brandstof aan boord is voor de voorgenomen
trip en genoeg reserve voor onvoorziene omstandigheden.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK VAN DIT PRODUCT
WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Bepalende taal: Deze bepaling, alle handleidingen, gebruiksaanwijzigen en andere informatie gerelateerd
aan het product (Documentatie), zouden kunnen worden vertaald, of zijn vertaald uit een andere taal (Vertaling). Als er strijdigheden zijn tussen enige Vertaling van de Documentatie dan is de Engelstalige versie van
de Documentatie de officiële versie van de Documentatie.
Deze handleiding geeft de weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoudt zich het recht voor om zonder
voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
De TRACKFISH is standaard ingesteld op voeten, °F (Fahrenheit), VS gallons en knopen.
Om deze eenheden te veranderen, zie sectie 15-9.
1 Inleiding
De Navman TRACKFISH 6600 is een compacte,
stevige, in hoge mate geïntegreerde GPS-navigatiekaartplotter en sonarfishfinder. Het is ontworpen voor eenvoudig gebruik en heeft een groot,
eenvoudig af te lezen kleurenscherm. Complexe
navigatie- en fishfinderfuncties kunnen worden
uitgevoerd door een paar toetsen in te drukken, wat
het varen veel eenvoudiger maakt.
Deze handleiding beschrijft hoe u de TRACKFISH
6600 dient te installeren en bedienen en geeft
naast oplossingen voor problemen ook bedieningstips.
GPS-Navigatie
De TRACKFISH heeft een ingebouwde wereldkaart
welke geschikt is voor routeplanning en algemeen
gebruik. Voor een gedetailleerde kaart van een
bepaalde regio gebruikt u een C-MAP™ kaart (een
elektronische kaart).
De TRACKFISH 6600 ontvangt GPS-positie-informatie via een externe GPS-antenne en geeft de
positie en de snelheid van de boot weer.
De TRACKFISH kan naar een punt toe, of over
een route navigeren. Wanneer de boot naar een
van deze punte n toe navigeert, dan geeft de
TRACKFISH informatie weer die de roerganger
kan volgen. De TRACKFISH kan een automatische
piloot aansturen
Sonar fishfinding
De TRACKFISH 6600 heeft een 50 kHz / 200 kHz
dubbele frequentie sonartransducer en een 600
W RMS power output die ervoor zorgt dat de
TRACKFISH zowel in ondiep als diep water goed
functioneert. De TRACKFISH 6600 kan de bodem
tot een diepte van 1000 m vinden, afhankelijk
van de helderheid van het water, de gekozen ultrasonische frequentie en het gebruikte type
transducer.
De TRACKFISH 6600 kan worden gebruikt om vis
te vinden, om bodemkenmerken zoals riffen of
wrakken te lokaliseren en om favoriete visplaatsen
te helpen herkennen aan het bodemprofiel.
De TRACKFISH 6600 gebruikt Navmans SBNtec hnol ogie voor d e verwerking van so nar.
Digitale adaptieve filteralgoritmes verbeteren alle
teruggekaatste signalen en filteren valse signalen
uit. Storingen worden door actieve geruisonderdrukking teruggekaatst. Deze storingen worden
door fishfinders vaak voor ware weerkaatsingen
aangezien.
Andere functies
Met een optionele brandstofkit wordt de TRACKFISH een geraffineerde EN gemakkelijk te gebruiken
brandstof computer . Navigatie-informatie kan
worden bewaard op een plug-in gebruikerscartridge, zodat deze eenvoudigweg meegenomen
kan worden naar een andere Navman kaartplotter.
De TRACKFISH maakt deel uit van de Navman
familie voor bootinstrumenten voor het meten
van snelheid, diepte en wind en repeaters. Deze
instrumenten kunnen zodanig op elkaar worden
aangesloten dat ze een geïntegreerd datasysteem
voor de boot vormen (zie sectie 16-6).
Om maximaal profijt van uw TRACKFISH te hebben
raden we u aan deze handleiding voor installatie en gebruik aandachtig door te lezen. Een
woordenlijst vindt u in Appendix C.
1-1 Schoonmaak en onderhoud
Het TRACKFISH 6600 scherm is voorzien van een
Navman-anti-reflectielaag. Om schade hieraan te
voorkomen dient u het scherm alleen met een
vochtige doek en een mild schoonmaakmiddel
schoon te maken wanneer deze vies is of wanneer
er een laagje zeezout op zit. Vermijd schuurmiddelen, benzine en andere oplosmiddelen. Indien een
plug-in kaart vies of nat wordt dient u deze ook met
een vochtige doek of een mild schoonmaakmiddel
te reinigen.
Be dek o f verw ijder e en spi ege ltran sdu cer
wan neer u de romp ver ft. Ind ien u ove r de
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding5
transducer verft met een verf om aanslag tegen
te gaan, gebruik dan slechts één laagje verf en
verwijder de voorgaande laag door lichtjes te
schuren.
Voor een optimale werking, dient u niet over kabels
te lopen of ze ergens tussen te klemmen. Houdt de
transducer vrij van algen, verf en vuil. Gebruik geen
hogedrukreiniger om het scheprad van de snelheidssensor te reinigen omdat het de kogellagers zou
kunnen beschadigen.
Druk de beschermkap over het beeldscherm als de
TRACKFISH uitgeschakeld is.
NAVMAN
1-2 Plug-in Kaart
De TRACKFISH kan twee soorten plug-in cartridges
gebruiken:
C-MAP™ cartridges geven alle details die
nodig zijn voor het navigeren in een bepaald
gebied. Als een cartridge ingestoken is dan
verschijnen de extra details automatisch op
het kaartbeeldscherm van de TRACKFISH.
C-MAP™ gebruikerscartridges worden ge-
De plug-in kaart/cartridge wisselen
De TRACKFISH 6600 heeft twee kaartgleuven en kan twee plug-in kaar ten tegelijkertijd gebruiken. Het
maakt niet uit in welke gleuf u de kaart invoert.
Waarschuwing: Wees voorzichtig met de plug-in kaarten. Bewaar ze in hun beschermhoesjes indien
ze niet in de gleuf van de TRACKFISH 6600 zijn ingevoerd.
Waarschuwing: Laat de houders in de TRACKFISH 6600 te allen tijde op hun plaats zitten om te
voorkomen dat vochtigheid het kaartcompartiment binnenkomt
bruikt om informatie te bewaren. Elke gebruikerscartridge vergroot het geheugen van
de TRACKFISH en maakt het gemakkelijk om
data tussen twee TRACKFISH instrumentten
uit te wisselen (zie sectie 13).
N.B.: De oudere 5 Volt cartridges kunnen niet worden
gebruikt.
1
Schakel de TRACKFISH
6600 uit (zie sectie 2-1).
Verwijder de hoes van
de rechterkant
2
Trek de oude kaart uit
de gleuf.
Plaats de oude kaart in
de hoes.
3a
3b
Om een kaart in de
achterste gleuf te
steken:
Houd de kaart met de
gouden contacten naar
onderen; druk de kaart
volledig in de achterste
gleuf.
NAVMAN
Om de kaart in de
voorste gleuf te
steken:
Houd de kaart zo dat
de gouden contacten
zichtbaar zijn; druk de
kaart volledig in de
voorste gleuf.
4
Hoes op juiste manier
vast houden en weer op
zijn plaats drukken.
Schakel de TRACKFISH
6600 in (zie sectie 2-1).
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding6
1-3 Verwijderen en herplaatsen van het beeldscherm
Als het beeldscherm met een bevestigingsbeugel
is bevestigd, dan kan deze gemakkelijk verwijderd
worden
ter beveiliging en be
Het beeldscherm verwijderen:
1 Schakel de TRACKFISH 6600 uit (zie sectie
2-1)
2 Plaats de stofkap over het beeldscherm
3 Houd het beeldscherm vast en verwijder de
knoppen van de bevestigingshaak.
4
Verwijder
alle stekkers uit de achterkant van
het beeldscherm door de sluitmoer tegen
de klok in te draaien en de stekker eruit te
trekken.
5 Druk de bijgeleverde stofkapjes over de
onbedekte uiteinden van de stekkers om ze
te beschermen.
6 Bewaar het beeldscherm op een droge
schone plaats, bijv. in de optionele NAVMAN
draagtas.
Het beeldscherm vervangen
1 Verwijder de stofkappen van de stekkers.
Steek de stekkers in de achterkant van het
beeldscherm:
De stekker en het contact dienen
dezelfde kleur te hebben.
Maak de stekkers vast door de sluitmo
eren met de klok mee te draaien.
Als er per ongeluk een stekker in het ver
keerde contact wordt gestoken zal dit geen
schade veroorzaken..
2 Houd het beeldscherm op zijn plaats in de
bevestigingsbeugel. Plaats de knoppen van
de bevestigingsbeugel in het beeldscherm
en draai deze losjes vast.
3 Pas de hoek en de draaiing van het scherm
aan voor goede zichtbaarheid en draai de
knoppen aan de bevestigingsbeugel goed
vast. Verwijder de stofkap.
scherming.
Knop
Bevestigings-beugel
-
-
Hoek
aanpassen,
dan knoppen vastdraaien.
Draaiing
aanpassen
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding7
NAVMAN
2 Standaard bediening
Toetsenoverzicht
Keert terug naar een eerder menu of scherm. Alle
wijzigingen worden genegeerd.
Laat een menu zien van de belangrijkste TRACK-
FISH schermen. Om naar een bepaald scherm te
gaan selecteert u van het menu (zie sectie 2-6).
, , , Cursortoetsen, om de cursor te bewegen of een
selectie te highlighten.
laat een menu zien van de keuzemogelijkheden
op het huidige beeldscherm. Druk nogmaals op
MENU om het instellingsmenu (zie sectie 15) weer
te geven.
Begin een actie of accepteer een verandering.
, Voor het kaartbeeldscherm: in- of uitzoomen om
verschillende gebieden en details op de kaart weer
te geven.
Voor het sonarbeeldscherm: verander het weerge-
geven dieptebereik.
geef de volgende weer op de favorietenlijst op het
scherm (zie sectie 2-6-2).
Voor een navigatiescherm: start de navigatie naar
een punt, of waypoint of over een route (zie sectie
3-4). Voor sonarscherm: Kies een sonarbedieningsstand (zie sectie 8-1).
Creëert nu een waypoint op de huidige positie van
de boot (zie sectie 5-2-1).
Man over boord (MOB, zie sectie 2-3)
TRACKFISH in- en uitschakelen (zie sectie 2-1);
verander de beeldscherminstelling (zie sectie 2-2).
In deze handleiding:
Betekent drukken, dat men voor minder dan
een seconde op een toets drukt;
Betekent houden dat men de toets inge-
drukt houdt.
De interne pieptoon klinkt wanneer een toets
ingedrukt wordt (om deze pieptoon uit te schakelen, zie sectie 13-1).
Het kiezen van een item in een menu
De TRACKFISH werkt door items te kiezen die op
het beeldscherm worden weergegeven.
1 Druk op of om naar een item te gaan dat
u wilt highlighten.
2 Druk op ENT om het item te selecteren.
Een nummer of een woord veranderen
Om een nummer of een woord op het beeld-scherm te wijzigen:
1 Druk op of om de highlight naar het
nummer of de letter dat/die gewijzigd moet
worden te verplaatsen.
Druk op of om het nummer of de letter
te veranderen.
2 Herhaal bovenstaande stap om andere num-
mers of letters te wijzigen.
3 Druk op ENT om de verandering te accept-
eren.
NAVMAN
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding8
2-1 In- en uitschakelen / auto power
Auto power
Als de TRACKFISH auto power is bedrading heeft
(zie sectie 16-5) dan betekent dit dat de TRACKFISH automati sch wordt in- en uitgeschakeld
met de stroomvoorziening aan boord en dat het
instrument niet afzonderlijk kan worden in- of
uitgeschakeld.
Handmatig inschakelen
Indien de TRACKFISH 6600 niet op auto power is
aangesloten dient u het instrument in te schakelen
door op te drukken. Indien nodig kunt u het
beeldscherm voor beter leesgemak aanpassen
(zie sectie 2-2).
Handmatig uitschakelen
Als de TRACKFISH geen auto power bedrading
heeft, schakel het instrument dan uit door
ingedrukt te houden totdat het beeldscherm
uitgaat.
2-2 Achtergrondlicht
Het beeldscherm en de toetsen zijn verlicht d.m.v.
16 verlichtingsniveaus.
Om het verlichtingsniveau te veranderen:
1. Druk kort op voor een
beeldscherbeieningsoverzicht
2. Om het verlichtingsniveau te veranderen
drukt u op (donkerder) en (lichter)
3. Druk op ENT om een nieuwe waarde te accepteren.
Druk tweemaal op om naar de maximale achtergrondlichtinstelling terug te keren.
2-3 Man over boord (MOB)
De MOB-functie bewaart de scheepspositie en
navigeer t dan terug naar dit punt. Om dit te
doen:
Waarschuwing: MOB zal niet werken indien
de TRACKFISH 6600 geen GPS-positiebepaling heeft
1 Drukt u op .
De TRACKFISH bewaart de scheepspositie als
een waypoint, MOB genaamd.
2 De TRACKFISH zal nu naar het kaartbeed-
scherm gaan, met het MOB waypoint in het
midden van de kaart.
De kaart zal inzoomen voor precieze
navigatie. Als de kaart de gewenste schaal
niet kan laten zien, dan zal de TRACKFISH op
plotterinstelling overgaan (een wit beeldscherm met dubbele arcering en zonder
kaartdetails, zie sectie 15-2).
3 Indien de output van de automatische piloot
(NMEA) (zie sectie 15-10) uitgeschakeld is
dan navigeert de TRACKFISH 6600 onmiddellijk terug naar het MOB waypoint.
Als de automatische piloot is ingeschakeld,
dan zal de TRACKFISH vragen of de automatische piloot actief is. Kies:
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding9
NAVMAN
Nee: De TRACKF ISH zal dan onmidd ellijk
beginnen terug te navigeren naar het MOB
waypoint.
Ja: De TRACKFISH zal vragen of de boot
terug zal keren naar het MOB punt. Kies:
Ja: om onmiddellijk te beginnen terug
te navigeren naar het MOB waypoint.
Waarschuwing: Dit zou kunnen
resu lteren in een plotseling e e n
gevaarlijke draai.
Nee: om tijd te maken voor het uitschake-
len van de automatische piloot; gebruik
vervolgens Goto (ga naar) om naar het
MOB waypoint te navigeren (zie sectie
3-4)
Om MOB te annuleren of een ander MOB in te
stellen.
1 Druk nogmaals op om het menu in beeld
te krijgen.
2 Selecteer een optie van het menu.
Tip: Het MOB waypoint verdwijnt niet van de
kaart nadat de MOB geannuleerd is. Voor
het verwijderen van het MOB waypoint, zie
sectie 5-2-5..
2-4 Alarmen
Wanneer de TRACKFISH een alarmconditie
waarneemt, zal het een waarschuwingsboodschap op het beeldscherm weergeven, het interne
piepsignaal zal klinken, en eventuele externe
toeters en lichten zullen aan gaan.
Druk op ESC om het alarm te stoppen. Het alarm
zal weer afgaan wanneer er opnieuw alarmcondities optreden.
2-5 Simulatie-instelling
De simulatiestand stelt de gebruiker in staat om de
TRACKFISH 6600 op de wal beter te leren kennen.
Er zijn twee simulatiestanden:
In de GPS-simulatiestand wordt data van de
GPS-ontvanger genegeerd en wordt deze
data intern door de TRACKFISH 6600 aangemaakt. GPS-simulatie zal knipperen
onder aan het scherm.
In de sonar-simulatiestand wordt data van
de sonartransducers genegeerd en wordt
deze data intern door de TRACKFISH 6600
aangemaakt. Sonar simulatie zal knipperen onder aan het scherm.
De TRACKFISH heeft twaalf alarmen die door de
gebruiker kunnen worden ingesteld: (zie sectie
15-8).
Daar naast bezit de TRACKER een standaard alarm
voor het verlies van GPS signaal
Hiervan afgezien functioneert de TRACKFISH 6600
normaal. Indien zowel de GPS- als de sonar-simulatiestand zijn ingeschakeld, flikkert het woord
Simulatie onder aan het scherm.
Om de simulatiestand in en uit te schakelen, zie
sectie 15-14.
Waarschuwing: Gebruik de Simulatie-instelling nooit wanneer de TRACKFISH op het water
aan het navigeren is.
NAVMAN
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding10
2-6 De hoofdbeeldschermen
Om een bepaald beeldscherm
weer te geven drukt u eerst op
BEELDSCHERM en vervolgens
op of om het weer te
geven b eeldscher mtyp e te
kiezen (Kaa rt, Sonar of
Ander), druk op of om
het gewenste beeldscherm van
de lijst te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Om naar het kaartscherm terug
te keren drukt u op ESC.
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding11
NAVMAN
NAVMAN
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding12
2-6-1 Gesplitste beeldschermen
De TRACKFISH 6600 kan twee schermen tegelijk
weergeven, bijvoorbeeld Kaart + Sonar of Kaart
+ Snelweg (zie sectie 2-6). Wanneer twee beeldschermen tegelijk worden weergegeven wordt
een van de schermen, het actieve scherm, door
de gebruiker beheerd. Bijv.:
Indien Kaart het actieve venster is dan
worden indien u op MENU drukt de opties
voor Kaart weergegeven.
Indien Sonar het actieve venster is dan
worden indien u op MENU drukt de opties
voor Sonar weergegeven.
Gele rand
Het actieve beeldscherm heeft een gele rand.
Om van actief beeldscherm te veranderen drukt
u tweemaal op DISPLAY:
Indien Sonar het actieve venster is, drukt dan
tweemaal op DISPLAY om Kaart het actieve venster te maken.
Indien Kaart het actieve venster is, drukt u
tweemaal op DISPLAY om Sonar het actieve
venster te maken..
Indien Sonar het actieve venster is, drukt u
tweemaal op DISPLAY om Kaart het actieve
venster te maken.
Kaar tscherm is
actief
2-6-2 Favoriete beeldschermen
De TRACKFISH 6600 heeft een lijst van de meest
gebruikte beeldschermen, favoriete beeldschermen genaamd. Er zijn maximaal zes favoriete
sche rmen en drie kunnen door de gebruiker
worden geselecteerd (zie sectie 15-13).
Om naar het volgende favoriete beeldscherm
Kaart,
eerste
favoriet
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding13
Druk op
PAGES
Sonar,
tweede
favoriet
Druk op
PAGES
Drukken
Drukken
Kaart +
Sonar,
derde
favoriet
DISPLAYDISPLAY
DISPLAYDISPLAY
Gele rand
te veranderen drukt u op PAGES, bijv. met vijf
favorieten:
Vierde
Druk op
PAGES
NAVMAN
favoriete
beeld-scherm
Druk op
PAGES
Ka art beel d-sch erm is
niet actief
Vijfde
favoriete
beeld-scherm
Druk op
PAGES
Druk op PAGES
zesde
favoriet
2-6-3 Data-titel en kompas
De kaart -, sonar- en snel wegbee ldschermen
kunnen bovenin het beeldscherm data en een
kompas weergeven.
De data-titel
1 Drukt u op MENU en kiest u Data titel
2 Om het databeeldscherm in of uit te schake-
len:
i Kiest u Data.
ii Kiest u Aan of Uit.
3 Om de grootte van de nummers te select-
eren:
i Kiest u Grootte.
ii Kies nu:
Klein: Weergave van drie velden per
lijn en maximaal vier lijnen.
Groot: Weergave van twee velden
per lijn en maximaal vier lijnen.
Groot: Geeft dezelfde hoeveelheid
informatie weer als medium maar
gebruikt een groter lettertype.
4 Om het datascherm te veranderen:
i Kiest u Data instelling.
ii Een dataveld wijzigen:
a Selecteer het veld met behulp van
de cursortoetsen.
b Druk op ENT voor een menu van de
data die in dat veld kunnen worden
weergegeven.
c Kies welke data u in het veld wilt weer-
geven; kies Geen om het veld blank te
laten.
iii Herhaal bovenstaande stappen indien u
andere datavelden wilt instellen. Druk op
ESC.
Tip: Indien minder dan het maximale
aantal dataregels wordt gebruikt, dan zal de
data minder beeldschermruimte innemen.
5 Druk opESC om naar het beeldscherm
terug te keren.
Het kompas
Wanneer de boot naar een punt navigeert dan
geeft het kompas de richting (bearing) van de
boot (BRG) in het midden weer en de koers van
de boot over de grond (COG). Hier is bijv. de BRG
4° en COG is 12°::
Een gebruikelij k beeldscherm met data en
kompas
Datatitel
Kompas
Anders geeft het kompas de COG van het schip in
het midden weer. De COG is hier bijv. 12°:
BRG (rood)
Aan- en uitzetten van het kompas
1 Druk op MENU en selecteer
Data-titel.
2 Selecteer Kompas en kies Uit of Aan.
3 Druk op ESC om terug te keren naar
het beeldscherm.
COG
COG
NAVMAN
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding14
3 Navigatie: Kaart
Het kaartbeeldscherm geeft de kaart weer, de positiekoers van de boot en navigatiedata. Om het kaartbeeldscherm weer te geven drukt u op ESC totdat de kaart wordt weergegeven.
3-1 Navigatie-introductie
De TRACKFISH kan op twee manieren navi-geren;
door direct naar een punt te varen of door een
route te volgen.
Alvorens u start met navigeren voert u waypoints in
voor punten van belang (zie sectie 5-2-1).
Tip: Creëer een waypoint op uw beginpunt
om naar terug te navigeren.
Goto (ga naar): ga rechtstreeks naar
een punt
De TRACKFISH kan rechtstreeks naar een waypoint
of elk ander willekeurig punt navigeren:
1 Overschakelen naar het kaartscherm (zie sectie
2-6).
2 Sta rt met navigeren met gebr uik van de
GOTO/AUTO-toets (zie sectie 3-4).
Wanneer de TRACKFISH 6600 aan het navig-
eren is dan geven de kaart-, data- en snelwegbeeldschermen navigatiedata weer. De kaart
geeft weer:
De positie van de boot .
Het bestemmingspunt, gemarkeerd met
een cirkel.
De geplotte koers naar de bestemming.
Twee CDI-lijnen, parallel aan de geplotte
koers van de boot (zie appendix C, CDI).
Indien de TRACKFISH 6600 is verbonden aan een
automatische piloot dan zal de TRACKFISH 6600
data naar de automatische piloot sturen om de
boot naar haar bestemming te sturen. Start de
automatische piloot.
Als het XTE-alarm is ingeschakeld, dan zal een
alarm klinken als de boot te veel afwijkt van de
geplotte koers (om het XTE-alarm in te stellen,
zie sectie 15-8).
3 Als het aankomstradiusalarm is ingeschakeld
dan zal, als de boot binnen deze straal van de
bestemming komt, een alarm klinken om te
laten merken dat de boot zijn bestemming
heeft bereikt (om het aankomstradiusalarm in
te stellen, zie sectie 15-8).
4 Om de Goto functie te stoppen, zie sectie 3-4.
Een route volgen
Een route is een lijst van waypoints die de boot
kan volgen (zie sectie 6).
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding15
1 Om waypoints te creëren voordat u een route
uitzet, gebruikt u het waypoints beeldscherm
(zie sectie 5-2-1).
2 Om een route te creëren gaat u naar het kaart- of
routebeeldscherm (zie sectie 6-2-1).
3 Om de route te starten, zie sectie 6-3-1.
Wanneer de TRACKFISH 6600 aan het navig-
eren is dan geven de kaart-, data- en snelweg-
beeldschermen navigatiedata weer. De kaart
geeft weer:
De positie van de boot .
Het waypoint aan het eind van de huidige
etappe, gemarkeerd met een cirkel.
De geplotte koers van de boot over de
etappe.
Twee CDI-lijnen, parallel aan de geplotte
koers van de boot (zie Appendix C, CDI).
Indien de TRACKFISH 6600 is verbonden aan een
automatische piloot dan zal de TRACKFISH 6600
data naar de automatische piloot sturen om de
boot naar haar bestemming te sturen. Start de
automatische piloot.
Als het XTE-alarm is ingeschakeld, dan zal een
alarm klinken als de boot te veel afwijkt van
de geplotte koers (zie sectie 15-8).
Als het ‘aankomstradius-alarm’ is ingeschakeld,
dan zal, als de boot binnen deze radius van
de bestemming komt, een alarm klinken om
te laten merken dat de boot zijn bestemming
heeft bereikt (om dit alarm in te stellen, zie
sectie 15-8).
4 De TRACKER stopt met navigeren naar een
waypoint aan het eind van de huidige etappe
en begint de volgende etappe van de route
wanneer:
a De boot minder dan 0,025 nm (nautische
mijlen) van het waypoint verwijderd is.
b Of wanneer de boot het waypoint pas-
seert
c Of wanneer het waypoint wordt overgesla-
gen (zie secite 6-3-2).
5 Als de boot het laatste waypoint heeft bereikt,
of om te zorgen dat de boot de route niet meer
volgt, annuleert u de route (zie sectie 6-3-3).
NAVMAN
3-2 Kaartbeeldscherm
Een standaard kaartbeeldscherm bestaat uit de volgende elementen:
Data-titel. Om de data uit
of in te sch akelen of om
te veran deren wat wordt
wee rgeg even, zie s ectie
2-6-3.
De kaart. Om de types
informatie die worden
weergegeven te veran-
deren, zie sectie 15-2.
De positie van de boot
(zie sectie 3-2-1)
Het traject van de boot
(zie sectie 3-6)
De koers van de boot
en CDI lijnen (zie appendix
C, CDI)
De boot gaat naar een way-
point FISH06 genaamd.
Afstand en richting van
cursor tot de boot
Kompasbeeldscherm (zie
sectie 2-6-3).
Standaard waypoint (zie
sectie 5).
De curs or (zie sectie 32-1).
Zee
Land
3-2-1 Kaartstanden
Het kaartbeeldscherm heeft twee verschillende
sta nden, een ‘ boot in het midden’- e n een
cursorsta nd. Deze standen worden hieronder
verklaard.
‘Boot in het midden’-stand
Om naar de ´boot in het midden´-stand te gaan op
het kaartbeeldscherm, drukt u op ESC. De boot
bevindt zich in het midden van de kaart. Terwijl
de boot zich door het water beweegt zal de kaart
automatisch meebewegen zodat de boot in het
midden van de kaart blijft. De cursor (zie onderstaand) is uitgeschakeld.
Cursorstand
De , , en toetsen worden de cursor
toetsen genoemd. Om te veranderen naar de
cursorstand op het kaartbeeldscherm dient u
een van deze cursortoetsen ingedrukt te houden.
De cursor verschijnt en beweegt zich van de
boot af:
Druk op de toets die aangeeft in welke richt-
ing de cursor zich zal bewegen, druk bijv. op
om de cursor naar beneden te bewegen.
Druk halverwege tussen twee cursortoetsen
om de cursor diagonaal te laten bewegen.
Houdt een cursortoets ingedrukt om de cursor over het scherm voort te bewegen.
In de cursorstand:
Worden de afstand (+DST) en richting (+BRG)
van de curso r to t de boot op het scherm
weergegeven in de linkerbenedenhoek.
De kaart beweegt niet terwijl de boot beweegt.
Als de cursor de rand van het beeld-
scherm bereikt zal de kaart doorschuiven.
Als u bijv. ingedrukt houdt om de cursor
naar de rechterkant van het beeldscherm te
bewegen, dan zal de kaart naar de linkerkant
doorschuiven.
NAVMAN
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding16
3-2-2 Lengtegraad en breedtegraad (Longitude en latitude)
Latitude en longitude kunnen in de data-titel
worden weergegeven. Normaalgesproken is de
positie de positie van de boot en de latitude en
longitude hebben een bootsymbool om dit aan
36° 29.637' S
175° 09.165' E
Graden
Minuten, tot 3 decimalen
(ongeveer 2 m resolutie)
te geven.
Indien de cursor in de laatste tien seconden heeft
bewogen dan is de positie de positie van de
Latitude
Longitude
+ 36° 29.684' S
+ 175° 09.201' E
cursor en de latitude en longitude hebben een
cursorsymbool om dit te laten zien:
Waarschuwing: Als u de positie van de
boot bepaald dient u zich ervan te verzekeren
dat de positie waar u naar kijkt niet de cursorpositie is.
3-2-3 Schaal van de kaart
Druk op om in te zoomen en om een kleiner
deel van de kaart meer gedetailleerd te zien. Druk
op om uit te zoomen en om een groter deel
van de kaart minder gedetailleerd te zien.
De schaal van de kaart kan weergegeven worden
(bijv. schaal = 8 nm, zie onderstaand). De schaal is
de verticale afstand over de kaart-afstand die op
dit moment zichtbaar is. Als bijv. de schaal 8 nm is,
dan wordt momenteel een deel van de kaart van
8 nautische mijlen hoog weergegeven.
3-2-4 Kaartsymbolen en informatie
De kaart laat symbolen zoals waypoints en kaartsymbolen (bijv. boeien, bakens, wrakken en jachthavens). Wanneer de cursor voor minimaal twee
seconden boven een symbool wordt geplaatst
verschijnt een datavenster links onder aan het
beeldscherm met informatie over het symbool.
Om opgeslagen informatie over een punt op de
kaart te zien (bijv. een kaartsymbool):
1 Beweegt u de cursor over dat punt op de
kaart.
2 Drukt u op MENU en selecteert u Kaartinfo.
3 Een menu met objecten wordt weerge-
geven:
i Kies het object dat u wil zien.
ii Druk op ESC om naar het menu terug te
keren. U kunt nu andere objecten kiezen.
iii Tot slot drukt u op ESC om terug te keren
naar de kaart.
3-2-5 Nabij gelegen plaatsen
vinden
Om nabij gelegen plaatsen te vinden:
1 Om plaatsen te vinden die dicht bij de posi-
tie van de boot zijn drukt u op ESC om naar
'boot in het midden' instelling te wisselen.
Om plaatsen bij een ander punt te bekijken
beweegt u de cursor naar dat punt op de
kaart.
2 Druk op MENU en selecteer Zoeken.
3 Selecteer het type plaats. Er zijn drie types:
havens, havenvoorzieningen en getijdensta-
tions. Voor een havenvoorzie-ning selecteert
u het type voorziening dat u wilt vinden.
4 Een lijst met plaatsen wordt weergegeven.
Indien er meer plaatsen zijn dan op het
beeldscherm passen drukt u op of
om een pagina tegelijk te bezichtigen.
Om een haven bij naam te zoeken:
i Druk op MENU en selecteer Zoeken.
ii Voer een paar of alle letters van de
havennaam in. Druk op ENTER.
5 Selecteer de plaats en druk op ENTER.
Het kaartscherm zal zo veranderen dat de
geselecteerde plaats in het midden van het
scherm wordt weergegeven.
6 Om opgeslagen informatie over de geselect-
eerde plaats te zien drukt u op MENU en
selecteer u Kaart info (zie sectie 3-2-5). Om
een getijdenkaart voor een geselecteerd
getijdenstation weer te geven selecteert u
Getijhoogte van de kaart info.
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding17
NAVMAN
3-3 Afstand- en richtingscalculator
De afstand- en richtingscalculator kan een route met
verschillende etappes plannen en de positie van
elke etappe laten zien, en ook de totale lengte van
de koers. De complete koers kan omgezet worden
in een route.
Om gebruik te maken van de afstand- en rich-tings
calculator:
1 Drukt u op ESC totdat het kaartbeeld scherm getoond wordt. Druk nu op MENU en
selecteer Afstand.
2 Beweeg de cursor naar het begin van de
eerste etappe. Het maakt niet uit of dit punt
een waypoint is of niet. Druk op ENT.
3 Om een etappe aan de koers toe te voegen
beweegt u de cursor naar het eindpunt
van de etappe. Het maakt niet uit of dit een
waypoint is of niet. Het
scherm geeft de richting (bearing) weer en
de lengte van de etappe en ook de totale
lengte van de koers. Druk op ENT.
4 Om de laatste etappe van de route te ver-
wijderen, drukt u op MENU en selecteert u
Verwijder.
5 Herhaal de bovenstaande twee stappen om
de hele koers in te voeren.
6 Om een nieuwe koers als een route te bewaren
drukt u op MENU en kiest u Bewaren. Zo be-
waart u ook nieuwe punten op de
koers als waypoints, met standaardnamen.
Indien nodig kunt u later veranderingen in de
route aanbrengen (zie sectie 6-2-2) en nieuwe
waypoints wijzigen (zie sectie 5-2-3).
7 Tot slot drukt u op ESC om naar het kaartbee-
ldscherm terug te keren.
Opmerking: Zie sectie 15-7 voor logfuncties.
3-4 GOTO: Navigatie naar een punt of over een route
De GOTO/AUTO-toets is een snelkoppeling om
met de navigatie naar een punt op de kaart te
beginnen, naar een waypoint of over een route.
Starten met navigeren
Navigeren naar een punt op de kaart
1 Druk op ESC totdat het kaartbeeldscherm
wordt weergegeven.
2 Beweeg de cursor naar het punt van be-
stemming.
3 Druk op GOTO/AUTO en selecteer Goto-cur-
sor.
Navigatie naar een waypoint
Zie sectie 5-3-1..
Navigatie over een route
Zie sectie 6-3-1.
Waarschuwing: Verzekert u zich ervan dat
de koers niet over land of do or gevaarlij ke
wateren gaat.
Navigatie annuleren
Navigatie naar een punt op de kaart of naar een
waypoint annuleren
1 Druk op ESC totdat het kaartscherm wordt
weergegeven.
2 Druk op GOTO/AUTO en selecteer Annuleer
Goto.
Navigatie over een route annuleren
Zie sectie 6-3-3.
De TRACKFISH 6600 navigeert naar de bestemming zoals beschreven in sectie 3-1.
NAVMAN
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding18
3-5 Geplotte koers
Als Weergegeven koers aan staat, dan zal de
TRACKFISH de geprojecteerde positie weergeven, gebaseerd op de koers over de grond
(COG), snelheid en een gespecificeerde tijd. Om
de geprojecteerde koers aan en uit te zetten en
om de tijd in te stellen, zie sectie 15-2.
Geprojecteerde positie
De boots geplotte koers
De positie van de boot
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding19
NAVMAN
3-6 Trajecten en traceren
Traceren registreert de positie van de boot in het
geheugen met regelmatige tussenpozen, deze
kunnen zijn:
Tijdsintervallen.
Afstandsintervallen.
Het door de boot afgelegde traject kan op de
kaart worden weergegeven. De TRACKFISH kan
een bepaald traject weergeven terwijl het een
ander aan het registreren is.
Om met trajecten te werken, zie sectie 13-5.
De TRACKFISH kan vijf trajecten opslaan:
Track 1 kan maximaal 2000 punten bevatten
en is bedoeld om de normale vorderingen van
de boot bij te houden.
Tracks 2, 3, 4 en 5 kunnen elk maximaal 500
punten bevatten en zijn bedoeld om bepaalde
secties in een tocht met precisie te kunnen
terugvolgen, bijv. bij het binnenvaren van een
riviermonding.
Tip: Leg de trajecten onder goede om-
standigheden vast.
Wanneer er geregistreerd wordt en het traject is
vol dan worden de nieuwste punten geregistreerd
terwijl de oudste punten op het traject geannuleerd worden. De maximale lengte van een traject
hangt af van de geselecteerde interval: een kleine
interval geeft een korter, meer gedetailleerd traject terwijl een langere interval een langer, minder
gedetailleerd traject zal geven, zoals onderstaande
voorbeelden laten zien:
Tijdsintervallen
Interval Traject 1 Traject 2, 3, 4 or 5
1 sec 33 minuten 8 minuten
10 sec 5,5 uren 1,4 uren
1 minuut 33 uren 8 uren
Afstandsintervallen
Interval Traject 1 Traject 2, 3, 4 or 5
0,01 20 5
1 2 000 500
10 20 000 5 000
De trajectlengte wordt weergegeven
in de huidige lengte-eenheid, bijv.
nautische mijlen.
NAVMAN
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding20
4 Snelwegbeeldscherm
Het snelwegbeeldscherm laat in vogelvlucht de
koers van de boot naar haar bestemming zien:
Om het Sne lwegbee ldscherm weer te geven
drukt u op DISPLAY, kiest u Ander en selecteert
u Snelweg.
Waarschuwing: Het snelwegscherm geeft
geen land, gevaarlijk water of kaartsymbolen
weer.
Het snelwegbeeldscherm geeft het volgende
Optionele Data-titel (zie sectie 2-6-3))
Optioneel kompas (zie sectie 2-6-3)
Geplotte koers van de boot naar de bestemming
CDI-lijnen, parallel aan de boots geplotte koers (zie
appendix C, CDI). De CDI-lijnen zijn als een snelweg
over het water waarover de boot zal varen.
Bestemmingswaypoint
De positie van de boot wordt in het midden aan de
onderkant van het scherm weergegeven
CDI-schaal
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding21
NAVMAN
5 Navigatie: Waypoints
Een waypoint is een punt van belang dat bewaard
is door de TRACKFISH , bijv. een visplek of een punt
op een route. De TRACKFISH kan 3000 waypoints
bewaren. Een waypoint kan worden gecreëerd,
veranderd of verwijderd. Een waypoint heeft:
Een naam (max. acht letters).
Een icoon dat
laat zien wat
voor soort
waypoint het is.
De beschikbare
iconen zijn:
Een positie.
Een kleur voor
het waypointsymbool en een
naam op de
kaart.
Een type:
Normaal: Een
normaal waypoint kan worden genavigeerd of in een route worden opgenomen.
5-1 Waypointsbeeldscherm
Om naar het waypointsbeeldscherm te gaan drukt
u op DISPLAY, drukt u op Ander en selecteert u
Waypoints (zie rechts).
Het waypointsbeeldscherm geeft een lijst van
waypoints die zijn ingegeven, elk met een waypointsymbool, naam, lengte- en breedtegraad,
afstand en richting (bearing) van de boot, type en
weergave optie.
Indien er meer waypoints zijn dan op het beeldscherm passen drukt u op of om een
pagina tegelijk te bekijken.
Gevaar: Een gevaarlijk waypoint is een
punt dat moet worden ontweken. Als de
boot binnen de gevarenstraal van een
gevaarlijk waypoint komt, dan kan het
alar m van het instr ument afgaan. (zie
sectie 15-8).
Een beeldschermoptie
Bepaalt hoe het waypoint wordt weerge-
geven als de Waypointsinstellingoptie op
Gekozen staat (zie sectie 15-2).
Uit: Het waypoint wordt niet weerge-
geven.
Icoon: Het waypoint-icoon wordt
weergegeven.
I+N (Icoon & Naam): Het waypoint icoon
en de naam worden weergegeven.
Als er veel waypoints zijn gebruikt u deze
functie om te kiezen welke waypoints op de
kaart worden weergegeven.
NB: andere keuzes voor Waypoints instelling
zijn Verberg al (er worden geen waypoints
weergegeven op de kaart) en Toon alles (alle
waypoints zijn zichtbaar op de kaar t) (zie
sectie 15-2).
NAVMAN
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding22
5-2 Waypointbeheer
Waarschuwing: Creëer geen navigatiewaypoint aan de wal of in gevaarlijk water.
5-2-1 Een nieuw waypoint creëren
Een nieuw waypoint creëren op een willekeurig
scherm
Druk op . Een waypoint is aangemaakt
op de positie van de boot met een standaard naam en datum. Om deze standaard
data te veranderen verwijzen we u naar
sectie 5-2-3.
Een nieuw waypoint creëren vanaf het kaartbeeldscherm
1 Om een waypoint te creëren op de positie
van de boot drukt u op ESC om naar de
´boot in het midden´- instelling te gaan (of
druk op , zie bovenstaand).
Of, om een waypoint op een ander punt te
creëren, beweegt u de cursor naar dat punt op
de kaart.
2 Druk op MENU en selecteer Nieuw waypoint.
3 Een nieuw waypoint, met standaard naam
en data wordt aangemaakt.
4 Indien nodig kunt u de waypointdata verand-
eren (zie sectie 5-2-7). Kies Bewaar.
Een nieuw waypoint creëren vanaf het waypointscherm
1 In het waypointscherm drukt u op MENU en
kiest u Maak.
2 Een nieuw waypoint, met een standaard
naam en informatie wordt nu op de positie
van de boot gecreëerd.
3 Verander de waypointdata indien noodza-
kelijk (zie sectie 5-2-7). Kies Bewaar.
NB: Waypoint s kunnen ook worden aangemaakt
wann eer een ro ute wor dt gecre ëerd (z ie secti e
6-2-1).
5-2-2 Een waypoint verplaatsen
Een waypoint verplaatsen op het kaart-
beeldscherm
1 Beweeg de cursor op het kaart beeldscherm naar het te verplaatsen way-
point.
2 Druk op MENU en kies Verplaats.
3 Beweeg de cursor naar de nieuwe positie en
druk op ENT.
Een waypoint verplaatsen op het waypointbeeldscherm
Om een waypoint op het waypointbeeldscherm
te bewegen, wijzigt u het waypoint (zie sectie
9-2-3) en verandert u de lengte- en breedtegraad
(longitude en latitude).
5-2-3 Een waypoint wijzigen
Een waypoin t wijzi gen op het kaar tbeeld -
scherm
1 Beweeg de cursor op het kaartbeeldscherm
naar het te wijzigen waypoint.
2 Druk nu op MENU en kies Wijzig.
3 Wijzig de waypointdata (zie sectie 5-2-7).
Kies Bewaar.
Een waypoint wijzigen op het waypointbeeldscherm
1 Druk of op het waypointbeeldscherm
om het te wijzigen waypoint te highlighten.
Druk op MENU en kies Wijzig.
2 Wijzig de waypointdata (zie sectie 5-2-7).
Kies Bewaar.
5-2-4 Een waypoi nt op de kaar t
weergeven
Deze functie gaat naar het kaartbeeldscherm en
geeft het geselecteerde waypoint weer in het
midden van het scherm..
1 Druk of op het waypointbeeldscherm
om het te wijzigen waypoint te highlighten.
Druk op MENU en kies Display.
Of, op het Kaartbeeldscherm, drukt u op
MENU, selecteer Zoek en vervolgens Way-
points. Kies een waypoint op de lijst.
2 De TRACKFISH gaat naar het kaartbeeldsch-
erm waar het geselecteerde waypoint in het
midden van de kaart wordt weergegeven.
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding23
NAVMAN
5-2-5 Een waypoint verwijderen
Een waypoint kan niet verwijderd worden als de
boot er naar toe navigeert of indien het waypoint
in meer dan één route is gebruikt. Een waypoint
gebruikt in één route kan verwijderd worden.
Zodra een waypoint is verwijderd uit een
route dient u te controleren of de route nu niet
over land of door gevaarlijke wateren gaat.
Een waypoint verwijderen van het kaartbeeldscherm
1 Op het kaartbeeldscherm beweegt u de
cursor naar het te verwijderen waypoint.
2 Druk nu op MENU en kies Wissen.
3 Kies Ja om te bevestigen.
Een waypoint verwijderen van het waypointschem
1 Druk of op het waypointbeeldscherm
om het te verwijderen waypoint te high-
lighten. Druk op MENU en kies Verwijderen.
2 Kies Ja om te bevestigen.
5-2-6 Alle waypoints verwijderen
1 In het waypointbeeldscherm kiest u MENU
en kiest u Wis alles.
2 Kies Ja om te bevestigen.
5-3 Navigatie naar een waypoint
5-3-1 Starten met de navigatie naar
een waypoint
Van de kaart of het snelwegbeeldscherm
1 Druk op GOTO/AUTO en selecteer Waypoint.
2 Kies een waypoint op de lijst.
Vanaf het waypointsbeeldscherm
1 Druk op of om het waypoint waar u
naar toe wil aan te wijzen.
2 Druk op MENU en selecteer Goto
Waarschuwing: Verzekert u zich ervan dat
de koers niet over land of do or gevaarlij ke
wateren gaat.
De TRACKFISH 6600 navigeert naar het waypoint
zoals beschreven in sectie 3-1.
5-2-7 De data van een waypoint
veranderen
Om de data van een waypoint te veranderen als
het in een data venster wordt weergegeven:
1 Selecteer de te veranderen data.
Druk op ENT.
Gebruik de cursortoetsen om de data te
veranderen.
Druk op ENT.
2 Indien nodig herhaalt u bovenstaande stap
om andere data te wijzigen.
3 Kies Bewaar.
5-2-8 Waypoints rangschikken
Indien u de manier waarop de waypoints
worden gerangschikt te veranderen:
1 Druk op MENU en kies Selecteer op.
2 Kies hoe u de lijst wilt weergeven:
Naam: In alfabetische volgorde op
naam.
Icoon: Gegroepeerd naar icoontype.
Afstand: In volgorde van afstand
tot de boot.
Een pijl bovenaan de kolom geeft aan hoe de
waypoints zijn gerangschikt.
5-3-2 Navigatie naar een waypoint
annuleren
1 Druk op ESC totdat het kaartscherm wordt
weergegeven.
2 Druk op GOTO/AUTO en selecteer Annuleer
Goto
NAVMAN
TRACKFISH 6600 Installatie- en Bedieningshandleiding24
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.