Navman SPEED 3100 Installation and Operation Manual [nl]

SPEED 3100 log
Installation and
Operation Manual
Nederlands.......2
Deutsch ..........15
Italiano............28
Suomi .............54
www.navman.com
NAVMAN
Inhoud
1 Inleiding............................................................................................................ 3
2 Bediening......................................................................................................... 4
2-1 In- en uitschakelen ...................................................................................................... 4
2-2 St andaard bediening .................................................................................................... 4
2-3 Eenheden veranderen.................................................................................................. 4
2-4 Simulatie-instelling....................................................................................................... 4
2-5 Bedieningsoverzicht..................................................................................................... 5
3 Snelheid, gemiddelde snelheid, maximum snelheid, trimsnelheid ............ 6
3-1 Snelheids- en logeenheden instellen............................................................................ 6
3-2 Gemiddelde snelheid resetten ..................................................................................... 6
3-3 Maximale snelheid resetten.......................................................................................... 6
3-4 Trimsnelheid resetten .................................................................................................. 6
3-5 Instellen snelheidsdemping.......................................................................................... 6
3-6 Instellen snelheidsresolutie .......................................................................................... 6
3-7 Kalibratie snelheid ....................................................................................................... 7
4 Log en totaal log.............................................................................................. 7
4-1 Log resetten ................................................................................................................7
4-2 T otaal log resetten........................................................................................................ 7
5 Temperatuur..................................................................................................... 8
5-1 T emperatuureenheden instellen ...................................................................................8
5-2 T emperatuur kalibreren ................................................................................................ 8
6 Aftelklok (Count down timer).......................................................................... 8
6-1 Starte n aftelklok ...........................................................................................................8
6-2 Stoppen en resetten van af telklok................................................................................. 8
6-3 Starttijd veranderen...................................................................................................... 8
7 Systeem met verschillende instrumenten..................................................... 9
7-1 NavBus ....................................................................................................................... 9
7-2 NMEA ......................................................................................................................... 9
8 SPEED 3100 apparatuur ............................................................................... 10
8-1 Wat er bij uw SPEED 3100 geleverd wordt................................................................ 10
8-2 Andere benodigde onderdelen ...................................................................................10
8-3 Transducers .............................................................................................................. 10
8-4 Accessoires............................................................................................................... 10
9 Installatie en instelling ...................................................................................11
9-1 Installatie ................................................................................................................... 11
9-2 Instelling .................................................................................................................... 12
9-3 Resetten naar fabrieksinstelling ................................................................................. 13
Appendix A - Specificaties .............................................................................. 13
Appendix B - Problemen oplossen................................................................. 14
Appendix C - Contactinformatie...................................................................... 67
Eenheden
De standaard fabrieksinstelling voor de eenheden is °C, knopen en zeemijlen. Indien u deze instelling wilt veranderen verwijzen we u naar sectie 2-3 van deze handleiding.
2
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
1 Inleiding
De SPEED 3100 meet en geeft de snelheid van de boot en de temperatuur van het water weer. Ook kan het gemiddelde snelheid, maximale snelheid, trimsnelheid, triplog (afstand) en cumulatief log berekenen en weergeven.
Een geïnstalleerde SPEED 3100 bestaat gewoonlijk uit twee onderdelen:
Het beeldscherm. Een snelheids/temperatuur-transducer welke in
de romp bevestigd is en op het beeldscherm wordt aangesloten.
Het apparaat wordt door de stroomvoorziening aan boord gevoed.
De SPEED 3100 maakt deel uit van de NAVMAN familie voor bootinstrumenten voor snelheid, diepte, wind en repeaters. Deze instrumenten kunnen op elkaar worden aangesloten, zodat ze samen een geïntegreerd informatiesysteem voor uw boot vormen.
Het SPEED 3100 beeldscherm
Beeldscherm
(verlicht)
Om het maximale uit het apparaat te halen, raden wij u aan om voor installatie en gebruik deze handleiding door te lezen.
Hoe de transducer snelheid meet
De snelheidstranducer heeft een klein schoepenrad dat ronddraait wanneer de schoepenrad (paddle wheel). De transducer meet hoe snel het schoepenrad onddraait en berekent de snelheid van de boot aan de hand van het gemiddelde van een aantal metingen.
Schoonmaak en onderhoud
Maak het beeldscherm en kunststof tranducers schoon met een vochtige doek of een mild afwasmiddel. Vermijdt schuurmiddel, benzine of andere oplosmiddelen.
Verwijder of bedek zichtbare tranducers als u de bootromp verft. Gebruik geen hoge druk reiniging om het schoepenrad van de snelheidstransducer schoon te maken. Dit zou de lagers kunnen beschadigen.
Beeldscherm geeft bootsnelheid weer
Snelheidseenheden
Vier toetsen
(verlicht)
111 x 111 mm
Belangrijk
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het apparaat en de transducers zodanig te installeren dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK V AN DIT PRODUCT WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Heersende Taal: Deze verklaring, de bedieningshandleidingen, gebruikersgidsen en andere informatie met betrekking tot dit product (Documentatie) mogen worden vertaald naar, of zijn vert aald uit een andere taal (Vertaling). In geval van tegenstrijdigheid tussen Vertalingen van de Documentatie, zal de Engelse versie van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie zijn.
Deze handleiding geeft de SPEED 3100 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
Copyright © 2002 Navman NZ Limited, Nieuw Zeeland. Alle rechten voorbehouden. NAVMAN is een geregistreerd handelsmerk van Navman NZ Limited.
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
3
2 Bediening
2-1 In- en uitschakelen
Schakel het apparaat in en uit via de hulpschakelaar aan boord. Het apparaat heeft geen eigen aan/uit knop. Als de stroom uitgeschakeld wordt, worden al uw instellingen bewaard.
Als het woord SIMULATE flikkert aan de linkerbovenkant van het beeldscherm, dan staat het apparaat op de simulatie-instelling (zie sectie 2-4).
2-2 Standaard bediening
De toetsen
Het apparaat heeft 4 toetsen voorzien van de aanduidingen en . In deze handleiding:
Betekent drukken, dat men voor minder dan een seconde op een toets drukt.
Betekent ingedrukt houden, dat men de toets minimaal 2 seconden ingedrukt houdt.
Betekent druk een toets + een andere toets dat men deze toetsen tegelijkertijd indrukt.
Instellen achtergrondverlichting voor scherm ent toetsen.
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende helderheidsniveaus ingesteld of uitgeschakeld worden. Druk eenmaal op lichtsterkte weer te geven, druk nogmaals op om de lichtsterkte te veranderen:
om de huidige
Totaal log (afstand) (Total Log). Voltage Accu (Battery voltage).
Om de aftelklok (countdown timer) te gebruiken drukt
(zie sectie 6).
u op
2-3 Eenheden veranderen
Om de log-en snelheidseenheden te veranderen drukt u op of totdat SPEED (snelheid) wordt weergegeven. Vervolgens houdt u ingedrukt totdat de eenheden veranderen; indien noodzakelijk houdt u nogmaals ingedrukt totdat de eenheden weer veranderen.
Om de eenheid van temperatuur te veranderen drukt u op of totdat de temperatuur wordt weergegeven, vervolgens houdt u ingedrukt totdat de eenheden veranderen.
2-4 Simulatie-instelling
De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid om op de wal aan het apparaat te wennen. De SPEED 3100 werkt als gewoon de simulatie instelling, met uitzondering van de tranducers. Deze worden genegeerd en het apparaat maakt de weergegeven data intern aan. Het woord SIMULATE flikkert in de linkerbovenkant van het scherm.
Om de simulatie-instelling uit te schakelen: 1 Schakelt u de stroom uit. 2 Houd ingedrukt terwijl u de stroom weer
inschakelt.
Achtergrondverlichting Niveau 2
Verander de weergegeven waarden
Het beeldscherm laat een waarde tegelijkertijd zien. Om naar een andere waarde te wisselen drukt u één of meerdere keren op opties:
Snelheid (Speed). Gem. snelheid (Avg speed). Max. snelheid (Max speed). Trimsnelheid (Trim speed). Temperatuur (Temperature). Triplog (afstand) (Trip Log).
4
of u heeft de volgende
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
2-5 Bedieningsoverzicht
Aftelklok (Countdown timer)
Schakel stroom in
Houdt ingedrukt
Houd
+
5 sec ingedrukt
Om de simulatie-instelling uit te schakelen
Geheugen resetten
Standaard bediening
+
Verander beeldscherm (snelheid, gem. snelheid, max snelheid, trimsnelheid, temperatuur, log, totaal log, voltage accu
Instellen achtergrondverlichting (4 niveaus of uit)
Waarde tot nul resetten(Gem
+
snelheid, max snelheid, trimsnelheid, log, totaal log
(5 sec vasthouden) Houd 2 sec
ingedrukt
Eenheden veranderen (bijv.
of
knopen, °C)
Wanneer aftelklok gestopt is
Wanneer aftelklok loopt
T erug naar normale bediening
Instellen
Instellen van snelheidsdemping
Instellen van temperatuur kalibratie
+
Instellen van Snelheids Mode Sen(sor) of GPS
Stand is SEn
Snelheidskalibratie instellen d.m.v. snelheid
Snelheidskalibratie instellen d.m.v. log
Stand
Snelheidsweergave
is GPS
instellen
Achtergrondverlichting groep instellen
Verander starttijd
Aftelklok starten
+
Aftelklok stoppen en resetten
Verhoog de waarde of
+
+
+
+
+
+
verander de instelling
Verlaag de waarde of verander de instelling
Ga terug naar standaard bediening
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
5
3 Snelheid, gemiddelde snelheid, maximum snelheid, trimsnelheid
Het apparaat geeft verschillende snelheden aan:
SPEED: de huidige snelheid van de boot. AVG SPEED: de gemiddelde snelheid vanaf
het moment dat A VG SPEED gereset werd, of het apparaat werd ingeschakeld. MAX SPEED: de maximum snelheid vanaf het moment dat MAX SPEED gereset werd, of het apparaat werd ingeschakeld. TRIM SPEED: Trimsnelheid kan gebruikt worden voor het tunen van raceboten. Trimsnelheid meet de veranderingen in de snelheid van de boot, afhankelijk van het moment dat u de trimsnelheid tot nul gereset heeft. Als de boot bijvoorbeeld 10 knopen vaart als u de trimsnelheid reset, dan is de trimsnelheid nul. En:
Als u de vaarsnelheid verhoogt tot 11.5 knopen, dan is de trimsnelheid 1.5 knopen. Als u de vaarsnelheid verlaagt tot 8.5 knopen, dan is de trimsnelheid -1.5 knopen.
3-1 Snelheids- en logeenheden instellen
De eenheden voor snelheid waaruit u kunt kiezen zijn KNOTS (knopen), KPH (km p/u) en MPH (mijl p/u). Als u één van deze selecteert verandert de eenheid voor het log automatisch mee.
Druk op of totdat SPEED weergegeven wordt. Houdt vervolgens ingedrukt totdat de eenheden veranderen; indien nodig houdt u ingedrukt totdat de eenheden weer veranderen.
3-2 Gemiddelde snelheid instellen
Na het resetten begint de berekening van een nieuwe gemiddelde snelheid: 1 Druk op of totdat AVG SPEED (gem.
snelheid) wordt weergegeven.
2 Druk op + .
3-3 Maximum snelheid resetten
Na het resetten begint de berekening van een nieuwe maximum snelheid: 1 Druk op of totdat MAX SPEED (maximale
snelheid) wordt weergegeven.
2 Druk op + .
3-4 Trimsnelheid resetten
Na het resetten staat de trimsnelheid weer op nul: 1 Druk op totdat TRIM SPEED (trimsnelheid)
wordt weergegeven.
2 Druk op + .
3-5 Instellen van snelheidsdemping
Golven en wind veroorzaken kleine fluctuaties in de snelheid van de boot. Voor een stabiele weergave berekent de SPEED 3100 de snelheid van de boot en de trimsnelheid door de snelheid verschillende
keren te meten en het gemiddelde van deze metingen te nemen. Deze demping varieert van 1 tot 5.
Een lagere waarde neemt het gemiddelde over een kortere periode. Dit geeft een exactere weergave van de snelheid, maar ook meer fluctuaties. Een hogere waarde neemt het gemiddelde over een langere periode. Dit geeft een meer stabiele weergave van de snelheid, maar sommige snelheidsveranderingen zullen niet
worden weergegeven. Zet de snelheidsdemping op de laagste waarde welke een stabiele weergave van de snelheid geeft. De waarden 1, 2, 3, 4 en 5 geven de gemiddelde snelheid over repectievelijk 6, 12, 18, 24 of 30 seconden. Voor de meest precieze trimsnelheid moet u de demping wellicht verhogen. Om de demping in te stellen: 1 Druk u verschillende keren op + totdat het
snelheidsdemping scherm wordt weergegeven:
Demping is 4
2 Druk op of om de demping te veranderen. 3 Druk op .
3-6 Stel de snelheidsresolutie in
Hier kunt u instellen hoe snelheden worden weergegeven. Er zijn twee mogelijkheden:
0.0 Geeft snelheden weer van 0.0 tot 19.9 en
vanaf 20 omhoog.
0.00 Geeft snelheden weer van 0.00 tot 19.99,
van 20.0 tot 29.9 en vanaf 30 omhoog. Om de snelheidsweergave in te stellen: 1 Drukt u verschillende keren op + totdat
het snelheidsresolutiescherm in beeld komt:
Waarde is
0.0 of 0.00
2 Druk op of om de resolutie te veranderen. 3 Druk op .
6
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
3-7 Kalibratie snelheid
Kalibratie kan wenselijk zijn omdat verschillende rompvormen verschillende stromingseigenschappen hebben. Snelheidskalibratie kan toegepast worden op de snelheid of op het log, zoals hieronder beschreven. Snelheidmetingen van een GPS-ontvanger (zie sectie 7) kunnen voor kalibratie worden gebruikt.
Kalibreren van snelheid
Voor deze methode moet u een constante snelheid varen. Hiervoor gebruikt u de snelheid die de GPS­ontvanger aangeeft, volgt u een andere boot waarvan de snelheid u bekend is of meet u de tijd over een bepaalde afstand. Voor accurate kalibratie is het noodzakelijk dat:
De snelheid op de GPS ontvanger hoger dan 5 knopen is. De snelheid van uw snelheidstransducer tussen de 5 en 20 knopen ligt. Het beste resultaat bereikt u als de omstandigheden kalm zijn en er weinig stroming
is (m.n. tijdens eb of vloed). Blijf op dezelfde constante snelheid varen en kalibreer de snelheid als volgt: 1 Druk verschillende keren op + totdat het
snelheidskalibratiescherm verschijnt (hierna
maakt het niet uit of de boot van snelheid
verandert):
Gemeten snelheid
2 Druk op of om de weergegeven snelheid
van de boot te veranderen.
3 Druk op .
Kalibreren van log
Als u deze methode gebruikt, vaar dan in een rechte lijn over een bekende afstand. U bereikt het beste resultaat wanneer er een minimale stroming is (tijdens hoog of laag tij). Invloed van de getijden kan worden beperkt door de afstand heen en weer te varen, parallel aan de stroming. 1 Reset het triplog aan het begin van de te
meten route (zie secite 4-1). Vaar de route in een rechte lijn heen en weer.
2 Aan het eind noteert u de triplog afstand (zie
sectie 4).
3 Druk verschillende keren op + totdat het
Log Kalibratiescherm in beeld komt:
Afgelegde afstand
4 Druk op of om de weergegeven
afgelegde afstand te veranderen naar de in werkelijkheid afgelegde routeafstand.
5 Druk op .
4 Log en totaal log
De SPEED 3100 heeft twee loggen voor afstand:
LOG: Afstand van de tocht (triplog). De
gevaren afstand nadat log reset werd.
TOTAL LOG (totaal log). T otale afstand. De
gevaren afstand nadat totale log gereset werd:
Totaal log
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
De logeenheden zijn NM (zeemijlen), KM (kilometres) of M (mijlen) en zijn in overeenstemming met de snelheidseenheden. Als u bijv. de eenheid voor snelheid KPH (km p/u) is, dan is de logeenheid ook KM (zie sectie 3-1).
4-1 Log resetten
Resetten zet de log (tocht afstand) op nul: 1 Druk op of totdat LOG wordt weergegeven. 2 Druk op + .
4-2 T otaal log resetten
Resetten zet het cumulatief log (totale afstand) en het log terug op nul: 1 Druk op of totdat TOT AL LOG (totaal log)
wordt weergegeven.
2 Houdt + 5 seconden ingedrukt.
7
5 Temperatuur
De temperatuur wordt gemeten door een sensor in de snelheids transducer.
5-1 Eenheid van temperatuur instellen
De eenheid is of °C of °F:
Druk op of totdat de temperatuur wordt
weergegeven en houdt vervolgens ingedrukt
totdat de eenheden veranderen.
5-2 Temperatuur kalibreren
Het apparaat is tijdens productie gekalibreerd en normaal gesproken is kalibratie niet nodig. Voor kalibratie:
1 Meet u de temperatuur van het water naast de
snelheidstransducer.
6 Aftelklok (Countdown Timer)
Om naar de afstelklok stand te gaan drukt u op . Om terug te keren naar de normale stand drukt u er nogmaals op.
U kunt de aftelklok instellen tussen één en tien minuten, in stappen van een minuut. De in de fabriek ingestelde starttijd is 10 min. Wanneer de aftelkok aan het aftellen is flikkert bovenaan het scherm het woord TIMER en wordt de resterende tijd aangegeven in minuten en secondes:
Flikkert
Klok telt af
De pieptoon klinkt en externe beepers of lichten gaan aan:
Vier pieptonen bij 4 minuten te gaan.
Drie pieptonen bij 3 minuten.
Twee pieptonen bij 2 minuten.
Een pieptoon bij 1 minuut.
Tien pieptonen aan het eind. De laatste piep is
langer en geeft het einde van de aftelperiode aan. Het einde van de laatste pieptoon geeft altijd de
exacte minuut aan.
2 Drukt u verschillende keren op
het temperatuurcalibratie-scherm wordt weergegeven:
3 Druk
4 Druk op
of om de temperatuur te veranderen naar de waarde die in stap 1 gemeten werd.
.
+ totdat
Watertemperatuur
6-1 Start de aftelklok
1 Indien het apparaat niet op de aftelklokstand
staat drukt u op voor de aftelklok (om de starttijd te wijzigen zie sectie 6-3).
2 Druk op . De klok laat kort On (aan) zien en
begint vanaf de starttijd af te tellen.
6-2 Stoppen en resetten van de aftelklok
1 Indien het apparaat niet op de aftelklokstand
staat, drukt u op voor de aftelklok.
2 Druk op + . De aftelklok stopt en de tijd
wordt naar de starttijd gereset (zie sectie 6-3).
6-3 Starttijd instellen
1 Indien het apparaat niet op de aftelklok stand
staat, drukt u op voor de aftelklok.
2 Als de klok aftelt, drukt u op + om het
aftellen te stoppen.
3 Druk een of meerdere keren op om de
starttijd (in minuten) in te stellen. De klok zal niet beginnen af te tellen (om de klok te starten, zie sectie 6-1).
Aftelklok ingesteld op 9 min.
8
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
7 Het combineren van verschillende instrumenten
Verschillende NA VMAN instrumenten kunnen tijdens de installatie zodanig op elkaar aangesloten worden dat ze informatie kunnen uitwisselen. Er zijn twee manieren om deze aansluiting tot stand te brengen: NavBus of NMEA.
7-1 NavBus
NavBus is een systeem dat eigendom is van NAVMAN. Het werkt op hoge snelheid en biedt de mogelijkheid om een veelheid aan gegevens uit te wisselen tussen verschillende instrumenten.
Als u de eenheden, het alarm of de kalibratie verandert in een instrument, dan zullen deze waarden voor alle andere instrumenten van hetzelfde type automatisch meeveranderen.
Elk instrument kan worden aangesloten op een groep van instrumenten (zie sectie 9-2, stap 3). Als u de achtergrondverlichting verandert in één instrument in groep 1, 2, 3 of 4 dan zal de achtergrondlicht automatisch meeveranderen voor de andere instrumenten in dezelfde groep. Als u de achtergrondverlichting verandert voor een instrument uit groep 0 dan zal er niets met de andere instrumenten gebeuren.
Als een alarm klinkt, dan kunt u dit uitschakelen door op te drukken op een van de instrumenten die het alarm op het beeldscherm weergeeft.
NavBus en de SPEED 3100
Als de SPEED 3100 niet is aangesloten op een snelheids/temperatuur transducer, dan zal het apparaat automatisch, via NavBus, diepte-, snelheids- en temperatuurmetingen van een ander instrument overnemen, als deze informatie beschikbaar is.
Indien de boot beschikt over een GPS instrument dat via NavBus geschakeld is aan de andere apparatuur, dan kan de SPEED 3100 zo geschakeld worden dat u deze kunt gebruiken voor snelheidsmetingen i.p.v . een snelheidstransducer (zie sectie 9-1 voor bedrading en sectie 9-2, stap 2 voor instelling).
NB: De snelheid die door een snelheidstransducer gemeten wordt is de snelheid van de boot t.o.v. het water . De snelheid die door een GPS gemeten wordt is de snelheid over de grond. Als er sprake is van stroming, dan zullen deze snelheden van elkaar verschillen.
Als een transducer niet aan het apparaat verbonden is en de daardoor voortgebrachte externe data dus niet beschikbaar zijn, dan zal de weergegeven waarde 0 zijn (bv. als een GPS wordt gebruikt voor snelheidsmeting en er is geen transducer om snelheid of temperatuur te meten, dan wordt de temperatuur als 0 weergegeven).
7-2 NMEA
NMEA is een industriestandaard, maar het is niet zo flexibel als NavBus omdat specifieke verbindingen tussen de instrumenten nodig zijn. Snelheids-, temperatuur- en loginformatie kan worden geproduceerd door de SPEED 3100 en vervolgens gelezen en weergegeven door de NAVMAN REPEA T 3100 of een ander NMEA instrument. De SPEED 3100 kan tevens GPS snelheidsinformatie ontvangen (NMEA RMC) van een compatibel NMEA GPS instrument - GPS snelheid moet worden gekozen (zie sectie 9-2, stap 2).
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
9
8 SPEED 3100 apparatuur
8-1 Wat bij uw SPEED 3100 geleverd wordt
De SPEED 3100 kan in verschillende configuraties geleverd worden.
Alleenstaande configuratie
SPEED 3100 met beschermkap. Garantiekaart. Bevestigingsmal.
Deze Installatie- en Bedieningshandleiding. Hiernaast is voor de alleenstaande configuratie normaalgesproken een snelheids/temperatuur­transducer nodig (zie sectie 8-3).
Pakketconfiguratie
De SPEED 3100 is verkrijgbaar in verschillende configuratiepaketten met diverse soorten 'door de huid'-transducers.
De onderdelen voor een alleenstaande
configuratie (zie bovenstaande lijst).
'Door de huid'- snelheids/temperatuur
transducer.
Installatiehandleiding voor transducer.
8-2 Andere benodigde onderdelen
Een of meerdere instrumenten uit de 3100 serie dienen op de boord-12 V stroomvoorziening te worden aangesloten via:
Een speciale schakelaar om de instrumenten
in en uit te schakelen.
Een zekering. Een 1 A zekering is nodig voor
tussen de een en vijf instrumenten. Naar keuze kunnen externe toeters en lichtsystemen worden geïnstalleerd. De SPEED 3100 is geaard en heeft maximal 30 V DC en 250 mA nodig. Als de toeters en lichten meer dan 250 mA nodig hebben, dan moet een relais worden geïnstalleerd. Voor systemen die uit verschillende instrumenten bestaan zijn bedradingen en koppelstukjes noodzakelijk (zie sectie 7 of uw NavBus Installatie­en Bedieningshandleiding).
8-3 Transducers
De SPEED 3100 wordt gewoonlijk gebruikt met een 'door de huid'- snelheids/temperatuur transducer. Het apparaat kan echter ook door een ander instrument van metingen worden voorzien, in welk geval u wellicht geen transducers nodig heeft (zie sectie 7). 'door de huid'- transducers geven meestal de beste resultaten en zijn de beste keuze voor waterverplaatsende rompen. Ze worden geplaatst in een gat dat door de onderkant van de romp wordt geboord.
Kunststof 'door de huid'-transducers zijn het meest geschikt voor glasvezel of metalen rompen. Kunststof 'door de huid'-transducers zijn niet geschikt voor massieve houten rompen (gebruik hiervoor NAVMAN's bronzen transducers). Bronzen transducers zijn geschikt voor houten en glasvezel rompen. Installeer nooit een bronzen tranducer in een metalen romp. Dit
veroorzaakt namelijk electrolytische corrosie. Voor meer informatie verwijzen we u graag naar de Transducer Installatie Handleiding of naar uw NAVMAN dealer .
8-4 Accessoires
De volgende accessoires zijn verkrijgbaar bij uw NAVMAN dealer .
NavBus aansluitdoos
(zie sectie 7.1)
10
4 m Snelheidstransducer
verlengkabel
'Door de huid'-
snelheidstransducer
huiddoorvoer
NAVMAN
'Door de huid'-
snelheids-
schoepenrad
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
9 Installatie en Instelling
Een correcte installatie is cruciaal voor een goede werking van het apparaat. Het is van vitaal belang dat u deze sectie van de handleiding en documentatie die bij eventuele andere onderdelen geleverd is doorleest voordat u begint met de installatie. De SPEED 3100 kan:
Signalen overbrengen naar externe toeters en lichten voor het alarm en de aftelklok. Data zenden en ontvangen van andere NAVMAN instrumenten welke via NavBus zijn aangesloten. Instellingen voor alarm, eenheden, kalibratie en achtergrondverlichting zijn eender voor alle aangesloten onderdelen (zie sectie 7-1). NMEA data zenden en ontvangen van en naar andere instrumenten (zie sectie 7-2).
Waarschuwing
Het apparaat is waterdicht aan de voorkant. Bescherm de achterkant van het apparaat echter tegen water. Indien water door het luchtgat het apparaat binnenkomt, kan dit het apparaat beschadigen. De garantie dekt schade door vocht of water dat via de achterkant het apparraat is binnengekomen niet. Verzekert u zich ervan dat de installatiegaten die u maakt de constructie van de boot niet ondermijnen. Raadpleeg in geval van twijfel een bootbouwer.
De keuze van de locatie, de hoek en de installatie van de tranducers is het meest cruciale onderdeel van de installatie. Als de installatie niet correct wordt uitgevoerd, kan dit tot gevolg hebben dat het apparaat niet naar behoren functioneert. Als u twijfelt raadpleeg dan een bootbouwkundig ingenieur of een andere deskundige.
9-1 Installatie
SPEED 3100 beeldscherm
1 Kies een plaats voor het beeldscherm waar het:
Goed zichtbaar is en niet gemakkelijk beschadigd kan worden. Tenminste 100 mm van een kompas en minimaal 500 mm van een radio-of radarantenne verwijderd is. Verwijderd is van motoren, TL-verlichting, spanningsregelaars. Van achteren goed bereikbaar is. De minimale ruimte achter het apparaat dient 50 mm te bedragen (zie bevestigingsschema). Aan de achterkant niet nat kan worden.
2 Het apparaat moet op een vlak paneel dat niet
dikker is dan 20 mm bevestigd worden. Plak de bevestigingsmal op de juiste plaats. Boor een gat van 50 mm door het middelste gat van de mal waarin het apparaat vastgemaakt kan
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
worden. De mal voorziet in ruimte om het
apparaat heen voor de beschermkap. 3 Verwijder de bevestigingsmoer van de
achterkant van het apparaat. Steek de bout aan
de achterkant van het apparaat door het
bevestigingsgat. Schroef de moer er met de
hand op vast.
Transducer
1 Als de SPEED 3100 niet met een transducer
geleverd wordt, kies dan een transducer die
geschikt is voor het systeem. Als de SPEED
3100 met een transducer geleverd wordt,
controleer dan in sectie 8-3 of deze geschikt is. 2 Kies een geschikte positie voor de transducer
en installeer het door de instructies in de
Transducer Installatiehandleiding te volgen. 3 Installeer de kabels tussen de tranducer en het
beeldscherm:
Houdt de kabel apart van andere kabels, motoren, TL-verlichting, spanningsregelaars en radio-ontvangers of radarapparatuur. Zorg ervoor dat er geen connectoren in de bilge liggen. Indien noodzakelijk kunt u de kabel door verlengingskabels verlengen. Maak de kabel met regelmatige tussenruimtes vast.
4 Verbindt het tranducer met de beeldscherm.
Zijaanzicht van de beeldschermbevestiging
Maximale dikte 20 mm
Bevestigingsgat 50 mm
Beeldscherm
Minimale ruimte van 50 mm
Bevestigingsmoer
Kabels
11
Electrische/data bedrading
1 Bedrading van het beeldscherm en de
electrische/data-kabel
Dit apparaat heeft 12 V DC electriciteit nodig. Installeer een hulpschakelaar en een zekering naar de stroomvoorziening of voorzie het apparaat van stroom via een geaarde hulpschakelaar. De zekering voor maximaal vijf instrumenten dient 1A te zijn. Als de externe toeters en lichten meer dan 250 mA nodig hebben is het raadzaam een
relais te installeren. De bedrading voor een op zich staand apparaat kan als volgt gedaan worden:
9-2 Instelling
1 Maak een proefvaart om te controleren of alle
instrumenten goed werken.
2 Als het apparaat snelheidmetingen ontvangt van
een GPS [en niet van een snelheidstransducer of van een ander extern instrument (zie sectie 7)]: i Dan drukt u verschillende keren op +
totdat het speed(snelheids)scherm in beeld komt:
Schakelaar
Zwart Rood
Groen Geel
Wit
Snelheids/ temperatuur transducer
Oranje Blauw
Zekering
12 V DC stroom
Externe toeters of lichten (optioneel)
NMEA in (optioneel) NMEA uit (optioneel)
NavBus (optioneel)
}
Als u verschillende instrumenten schakelt, gebruik dan verdeeldozen om de bedrading te vereenvoudigen, zoals hieronder aangegeven:
Groep 1
Electriciteits- & data­bedradingen
Verdeeldoos
Electriciteits & data-kabels
Groep 2
NavBus kabel
Verdeeldoos
Electriciteits & data-kabels
Electriciteits & data­bedradingen
Informatie over de installatie van NavBus en het gebuik van verdeeldozen vindt u in de NavBus Installatie - en Bedieningshandleiding.
2 Plak ongebruikte bedradingen en
verbindingsstukjes af of dek ze anderzins af om ze tegen water te beschermen en houd ze apart om kortsluiting te voorkomen.
12
ii Druk op of om naar GPS instelling te
veranderen (Als u een speedtransducer gebruikt, zou het scherm SEn aan moeten geven).
iii Druk op .
3 Als het apparaat onderdeel is van een serie
van 3100 instrumenten die door NavBus geschakeld zijn, dan stelt u nu de achtergrondverlichting van het apparaat in (zie secite 7-1): i Druk verschillende keren op + totdat
de achtergrondlichtgroep (BACKL) wordt weergegeven:
ii Druk op of om het groepnummer
voor het achtergrondlicht in te stellen.
iii Druk op .
4 Stel vervolgens in:
Snelheids- en logeenheden (zie sectie 3-1). De snelheidsresolutie (zie sectie 3-6). De eenheid van temperatuur (zie sectie 5-1) .
5 Kalibreer indien nodig:
Snelheid (sectie 3-7). Temperatuur (zie sectie 5-2).
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
Groep 3
9-3 Resetten naar de fabrieksinstelling
Alle instellingen kunnen gereset worden naar de fabrieksinstelling (zie rechts).
Om te resetten naar de fabrieksinstelling: 1 Schakel de stroom uit. 2 Houd + ingedrukt terwijl u de stroom
weer inschakelt en houd de toetsen nog minstens 5 seconden ingedrukt.
Appendix A - Specificaties
Fysiek
Maat van het beeldscherm 11 1 mm in het vierkant. LCD display 82 mm breed, 61 mm hoog, twisted nematic. LCD cijfers 38 mm hoog. Vier laser-geëtste bedieningstoetsen. Achtergrondverlichting van beeldscherm en toetsen, oranje, instelbaar op vier niveaus en uit. Bedieningstemperatuur 0 to 50 °C. Kabellengte van de transducer 8 of 9 meter, afhankelijk van de transducer. Vermogen Tros lengte 1 m.
Electrisch
Electriciteitsvoorziening 10.5 tot 16.5 V DC, 30 mA zonder achtergrondverlichting, 100 mA met volledige achtergrondverlichting. Externe toeter of lichtbron, geaard, maximaal 30V DC en 250 mA.
Snelheid
Geeft huidige, gemiddelde, maximum en trimsnelheid weer. Bereik van 0 to 50 knopen (0 tot 58 mijl/u of 0 tot 93 km/u). Resolutie weergave is 0.0 tot 19.9 en 20 omhoog of 0.00 tot 19.99, 20.0 en 30 omhoog. Trimsnelheid geeft ± .00 tot .99, 1.0 tot 9.9 en 10 omhoog weer. Demping is in te stellen voor snelheid en trimsnelheid zodat de metingen in alle condities stabiel zijn; de standen 1, 2, 3, 4 en 5 geven de gemiddelde waarden over repectievelijk 6, 12, 18, 24 en 30 seconden.
Log
Geeft trip en totaal log weer. Bereik van 0 tot 1999 km, mijlen of zeemijlen. Geeft 0.00 tot 19.99 weer en 20.0 tot 199.9, 200 omhoog.
Snelheidseenheden ........................ Knopen
Diepte-eenheden ......................................°C
Snelheidsresolutie ...................................0.0
Snelheidsdemping...................................... 2
Starttijd aftelklok................................10 min
Afstandslog ................................................. 0
SIMULATE (Simulatie)-instelling ............. Uit
Achtergrondverlichting Niveau.................. 0
Achtergrondverlichting groep ...................1
Temperatuur
Bereik 0 tot 37.7 °C (32 tot 122 °F); typische nauwkeurigheid < 2 °C. Resolutie 0.1 graad.
Aftelklok
Kan worden gezet naar een tijd tussen de 1 en 10 minuten, in stappen van een minuut. Telt af in minuten en seconden.
Kalibratie
Snelheid en temperatuur kunnen worden gekalibreerd.
Interfaces
NavBus aansluiting op ander NAVMAN instrumenten. NMEA 0183 output, MTW, PTTKV, VHW, VLW, input RMC.
Overeenkomstig met de standaarden
EMC meegaandheid
USA (FCC): Europa (CE): EN50081-1, EN50082-1
Deel 15 Klasse B
Nieuw-Zeeland en Australië (C T ick):
Milieu: IP66 van de voorkant wanneer correct
AS-NZS 3548.
gemonteerd.
Electriciteits/Data-bedrading BedradingSignaal
Rood Positieve stroom 12 V DC, maximaal
100 mA Zwart Negatieve stroom, NMEA standaard Groen Externe toeter of lichtbron uit,
geaard, 30 V DC en max. 250 mA. Oranje NavBus + Blauw NavBus ­Wit NMEA uit Geel NMEA in
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
13
Appendix B - Problemen oplossen
Deze gids voor het oplossen van problemen gaat ervan uit dat u de complete handleiding gelezen en begrepen heeft.
Het is vaak mogelijk om moeilijkheden op te lossen zonder dat het apparaat voor reparaties naar de fabriek hoeft worden teruggezonden. Wij verzoeken u vriendelijk om deze probleem-oplos-sectie door te lezen voordat u contact opneemt met uw NAVMAN dealer.
Er zijn geen onderdelen die door de gebruiker onderhouden dienen te worden. Er zijn gespecialiseerde methodes en testinstrumenten voor nodig om te controleren of het apparaat op een correcte manier opnieuw in elkaar is gezet en of het nog steeds waterdicht is. Reparaties aan het apparaat dienen alleen te worden uitgevoerd door servicecenters die door Navman NZ Limited zijn goedgekeurd. Gebruikers die hun apparaat zelf onderhouden maken de garantie ongeldig.
U kunt meer informatie vinden op onze website: www.navman.com
1 Problemen bij inschakelen apparaat
a Zekering doorgebrand of stroom
onderbroken door stroomonderbreker. b Voltage accu niet tussen 10.5 en 16.5 V DC. c Electriciteits-/data-kabel beschadigd.
2 Snelheidsweergave klopt niet of vertoont
onregelmatigheden
a Kalibratie is onjuist (zie sectie 3-7). b Snelheidtransducerkabel is niet aangesloten
of beschadigd.
c Snelheids-/temparatuurtransducer is vuil of
beschadigd. Controleer of het schoepenrad zowel aan de voor- als achterkant recht in de houder zit. Haal het schoepenrad uit de houder en controleer op viezigheid en schade. Draai het schoepenrad met de hand en controleer de snelheidsmeter voor een weergave.
d De snelheidstranducer is niet correct
geïnstalleerd of het water stroomt er niet gladjes over. Herzie installatie.
e Storing door electrische ruis. Herzie
installatie.
3 Temperatuur weergave klopt niet:
a Kalibratie is incorrect (zie sectie 5-2). b Snelheids/temperatuurtransducer kabel
beschadigd.
4 Het woord SIMULATE flikkert in de linker
benedenhoek van het scherm, weergegeven waarden zijn niet zoals verwacht:
a Apparaat staat op de simulatie-instelling
(zie sectie 2-4).
5 Het beeldscherm beslaat:
a Vochtige lucht is door het luchtgaatje de
achterkant van het apparaat binnengedrongen. Zorg dat de boot gelucht wordt of gebruik het apparaat met de achtergrondverlichting op de felste stand.
b Water is door het luchtgaatje de achterkant
het apparaat binnengedrongen. Retourneer het apparaat voor onderhoud.
14
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
Appendix C - How to Contact Us www.navman.com
NORTH AMERICA
NAVMAN USA INC.
18 Pine St. Ext. Nashua, NH 03060. Ph: +1 603 577 9600 Fax: +1 603 577 4577 e-mail: sales@navmanusa.com
OCEANIA
New Zealand
Absolute Marine Ltd. Unit B, 138 Harris Road, East Tamaki, Auckland. Ph: +64 9 273 9273 Fax: +64 9 273 9099 e-mail:
navman@absolutemarine.co.nz
Australia
NAVMAN AUSTRALIA PTY Limited Unit 6 / 5-13 Parsons St, Rozelle, NSW 2039, Australia. Ph: +61 2 9818 8382 Fax: +61 2 9818 8386 e-mail: sales@navman.com.au
SOUTH AMERICA
Argentina
HERBY Marina S.A. Costanera UNO, Av Pte Castillo Calle 13 1425 Buenos Aires, Argentina. Ph: +54 11 4312 4545 Fax: +54 11 4312 5258 e-mail:
herbymarina@ciudad.com.ar
Brazil
REALMARINE Estrada do Joa 3862, CEP2611-020, Barra da Tijuca, Rio de Janeiro, Brasil. Ph: +55 21 2483 9700 Fax: +55 21 2495 6823 e-mail:
vendas@marinedepot.com.br
Equinautic Com Imp Exp de Equip Nauticos Ltda. Av. Diario de Noticias 1997 CEP 90810-080, Bairro Cristal, Porto Alegre - RS, Brasil. Ph: +55 51 3242 9972 Fax: +55 51 3241 1134 e-mail:
equinautic@equinautic.com.br
NAVMAN
SPEED 3100 log Installation and Operation Manual
ASIA
China
Peaceful Marine Electronics Co. Ltd. Hong Kong, Guangzhou, Shanghai, Qindao, Dalian. E210, Huang Hua Gang Ke Mao Street, 81 Xian Lie Zhong Road, 510070 Guangzhou, China. Ph: +86 20 3869 8784 Fax: +86 20 3869 8780 e-mail:
sales@peaceful-marine.com
Website:
www.peaceful-marine.com
Korea
Kumho Marine Technology Co. Ltd. # 604-816, 3F, 1117-34, Koejung4-Dong, Saha-ku Pusan, Korea Ph: +82 51 293 8589 Fax: +82 51 294 0341 e-mail: info@kumhomarine.com Website: www.kumhomarine.com
Malaysia
Advanced Equipment Co. 43A, Jalan Jejaka 2, Taman Maluri, Cheras 55100, Kuala Lumpur. Ph: +60 3 9285 8062 Fax: +60 3 9285 0162 e-mail: ocs@pc.jaring.my
Singapore
RIQ PTE Ltd. Blk 3007, Ubi Road 1, #02-440, Singapore 408701 Ph: +65 6741 3723 Fax: +65 6741 3746 HP: +65 9679 5903 e-mail: riq@postone.com
Thailand
Thong Electronics (Thailand) Company Ltd. 923/588 Thaprong Road, Mahachai, Muang, Samutsakhon 74000, Thailand. Ph: +66 34 411 919 Fax: +66 34 422 919 e-mail: thonge@cscoms.com
Vietnam
Haidang Co. Ltd. 16A/A1E, Ba thang hai St. District 10, Hochiminh City. Ph: +84 8 86321 59 Fax: +84 8 86321 59 e-mail:
sales@haidangvn.com
Website: www.haidangvn.com
MIDDLE EAST
Lebanon and Syria
Letro, Balco Stores, Moutran Street, Tripoli VIA Beirut. Ph: +961 6 624512 Fax: +961 6 628211 e-mail: balco@cyberia.net.lb
United Arab Emirates
Kuwait, Oman & Saudi Arabia AMIT, opp Creak Rd. Baniyas Road, Dubai. Ph: +971 4 229 1195 Fax: +971 4 229 1198 e-mail: mksq99@email.com
AFRICA
South Africa
Pertec (Pty) Ltd Coastal, Division No.16 Paarden Eiland Rd. Paarden Eiland, 7405 Postal Address: PO Box 527, Paarden Eiland 7420 Cape Town, South Africa. Ph: +27 21 511 5055 Fax: +27 21 511 5022 e-mail: info@kfa.co.za
EUROPE
France, Belgium and Switzerland
PLASTIMO INTERNATIONAL 15, rue Ingénieur Verrière, BP435, 56325 Lorient Cedex. Ph: +33 2 97 87 36 36 Fax: +33 2 97 87 36 49 e-mail: plastimo@plastimo.fr Website: www.plastimo.fr
Germany
PLASTIMO DEUTSCHLAND 15, rue Ingénieur Verrière BP435 56325 Lorient Cedex. Ph: +49 6105 92 10 09
+49 6105 92 10 10
+49 6105 92 10 12 Fax: +49 6105 92 10 11 e-mail:
plastimo.international@plastimo.fr
Website: www.plastimo.de
Italy
PLASTIMO ITALIA Nuova Rade spa, Via del Pontasso 5 I-16015 CASELLA SCRIVIA (GE). Ph: +39 1096 8011 Fax: +39 1096 8015 e-mail: info@nuovarade.com Website: www.plastimo.it
Holland
PLASTIMO HOLLAND BV. Industrieweg 4, 2871 JE SCHOONHOVEN. Ph: +31 182 320 522 Fax: +31 182 320 519 e-mail: info@plastimo.nl Website: www.plastimo.nl
United Kingdom
PLASTIMO Mfg. UK Ltd. School Lane - Chandlers Ford Industrial Estate, EASTLEIGH - HANTS S053 ADG. Ph: +44 23 8026 3311 Fax: +44 23 8026 6328 e-mail: sales@plastimo.co.uk Website: www.plastimo.co.uk
Sweden, Denmark or Finland
PLASTIMO NORDIC AB. Box 28 - Lundenvägen 2, 47321 HENAN. Ph: +46 304 360 60 Fax: +46 304 307 43 e-mail: info@plastimo.se Website: www.plastimo.se
Spain
PLASTIMO ESPAÑA, S.A. Avenida Narcís Monturiol, 17 08339 VILASSAR DE DALT, (Barcelona). Ph: +34 93 750 75 04 Fax: +34 93 750 75 34 e-mail: plastimo@plastimo.es Website: www.plastimo.es
Other countries in Europe
PLASTIMO INTERNATIONAL 15, rue Ingénieur Verrière BP435 56325 Lorient Cedex, France. Ph: +33 2 97 87 36 59 Fax: +33 2 97 87 36 29 e-mail:
plastimo.international@plastimo.fr
Website: www.plastimo.com
REST OF WORLD / MANUFACTURERS
NAVMAN NZ Limited 13-17 Kawana St. Northcote. P.O. Box 68 155 Newton, Auckland, New Zealand. Ph: +64 9 481 0500 Fax: +64 9 480 3176 e-mail:
marine.sales@navman.com
Website:
www.navman.com
67
Made in New Zealand MN000138 1951324A
SPEED 3100
Lon 174° 44.535’E
Lat 36° 48.404’S
NAVMAN
Loading...