9-3 Resetten naar fabrieksinstelling ................................................................................. 13
Appendix A - Specificaties .............................................................................. 13
Appendix B - Problemen oplossen................................................................. 14
Appendix C - Contactinformatie...................................................................... 67
Eenheden
De standaard fabrieksinstelling voor de eenheden is °C, knopen en zeemijlen. Indien u deze instelling wilt veranderen
verwijzen we u naar sectie 2-3 van deze handleiding.
2
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
1 Inleiding
De SPEED 3100 meet en geeft de snelheid van de
boot en de temperatuur van het water weer. Ook kan
het gemiddelde snelheid, maximale snelheid,
trimsnelheid, triplog (afstand) en cumulatief log
berekenen en weergeven.
Een geïnstalleerde SPEED 3100 bestaat gewoonlijk
uit twee onderdelen:
Het beeldscherm.
Een snelheids/temperatuur-transducer welke in
de romp bevestigd is en op het beeldscherm
wordt aangesloten.
Het apparaat wordt door de stroomvoorziening aan
boord gevoed.
De SPEED 3100 maakt deel uit van de NAVMAN
familie voor bootinstrumenten voor snelheid, diepte,
wind en repeaters. Deze instrumenten kunnen op
elkaar worden aangesloten, zodat ze samen een
geïntegreerd informatiesysteem voor uw boot vormen.
Het SPEED 3100 beeldscherm
Beeldscherm
(verlicht)
Om het maximale uit het apparaat te halen, raden
wij u aan om voor installatie en gebruik deze
handleiding door te lezen.
Hoe de transducer snelheid meet
De snelheidstranducer heeft een klein schoepenrad
dat ronddraait wanneer de schoepenrad (paddle
wheel). De transducer meet hoe snel het
schoepenrad onddraait en berekent de snelheid van
de boot aan de hand van het gemiddelde van een
aantal metingen.
Schoonmaak en onderhoud
Maak het beeldscherm en kunststof tranducers
schoon met een vochtige doek of een mild
afwasmiddel. Vermijdt schuurmiddel, benzine of
andere oplosmiddelen.
Verwijder of bedek zichtbare tranducers als u de
bootromp verft. Gebruik geen hoge druk reiniging om
het schoepenrad van de snelheidstransducer schoon
te maken. Dit zou de lagers kunnen beschadigen.
Beeldscherm
geeft
bootsnelheid
weer
Snelheidseenheden
Vier toetsen
(verlicht)
111 x 111 mm
Belangrijk
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het apparaat en de transducers zodanig te
installeren dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker
van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK V AN DIT PRODUCT
WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Heersende Taal: Deze verklaring, de bedieningshandleidingen, gebruikersgidsen en andere informatie
met betrekking tot dit product (Documentatie) mogen worden vertaald naar, of zijn vert aald uit een andere
taal (Vertaling). In geval van tegenstrijdigheid tussen Vertalingen van de Documentatie, zal de Engelse
versie van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie zijn.
Deze handleiding geeft de SPEED 3100 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoudt zich het
recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
Schakel het apparaat in en uit via de hulpschakelaar
aan boord. Het apparaat heeft geen eigen aan/uit
knop. Als de stroom uitgeschakeld wordt, worden al
uw instellingen bewaard.
Als het woord SIMULATE flikkert aan de linkerbovenkant
van het beeldscherm, dan staat het apparaat op de
simulatie-instelling (zie sectie 2-4).
2-2 Standaard bediening
De toetsen
Het apparaat heeft 4 toetsen voorzien van de
aanduidingen en . In deze handleiding:
Betekent drukken, dat men voor minder dan
een seconde op een toets drukt.
Betekent ingedrukt houden, dat men de toets
minimaal 2 seconden ingedrukt houdt.
Betekent druk een toets + een andere toets
dat men deze toetsen tegelijkertijd indrukt.
Instellen achtergrondverlichting voor scherm ent
toetsen.
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende
helderheidsniveaus ingesteld of uitgeschakeld
worden. Druk eenmaal op
lichtsterkte weer te geven, druk nogmaals op om
de lichtsterkte te veranderen:
om de huidige
Totaal log (afstand) (Total Log).
Voltage Accu (Battery voltage).
Om de aftelklok (countdown timer) te gebruiken drukt
(zie sectie 6).
u op
2-3 Eenheden veranderen
Om de log-en snelheidseenheden te
veranderen drukt u op of totdat SPEED
(snelheid) wordt weergegeven. Vervolgens
houdt u ingedrukt totdat de eenheden
veranderen; indien noodzakelijk houdt u
nogmaals ingedrukt totdat de eenheden weer
veranderen.
Om de eenheid van temperatuur te veranderen
drukt u op of totdat de temperatuur wordt
weergegeven, vervolgens houdt u ingedrukt
totdat de eenheden veranderen.
2-4 Simulatie-instelling
De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid om
op de wal aan het apparaat te wennen. De SPEED
3100 werkt als gewoon de simulatie instelling, met
uitzondering van de tranducers. Deze worden
genegeerd en het apparaat maakt de weergegeven
data intern aan. Het woord SIMULATE flikkert in de
linkerbovenkant van het scherm.
Om de simulatie-instelling uit te schakelen:
1 Schakelt u de stroom uit.
2 Houd ingedrukt terwijl u de stroom weer
inschakelt.
Achtergrondverlichting
Niveau 2
Verander de weergegeven waarden
Het beeldscherm laat een waarde tegelijkertijd zien.
Om naar een andere waarde te wisselen drukt u één
of meerdere keren op
opties:
Verander beeldscherm (snelheid,
gem. snelheid, max snelheid,
trimsnelheid, temperatuur, log,
totaal log, voltage accu
Instellen achtergrondverlichting
(4 niveaus of uit)
Waarde tot nul resetten(Gem
+
snelheid, max snelheid,
trimsnelheid, log, totaal log
(5 sec vasthouden)
Houd
2 sec
ingedrukt
Eenheden veranderen (bijv.
of
knopen, °C)
Wanneer
aftelklok
gestopt is
Wanneer aftelklok
loopt
T erug naar
normale bediening
Instellen
Instellen van
snelheidsdemping
Instellen van
temperatuur kalibratie
+
Instellen van Snelheids
Mode Sen(sor) of GPS
Stand
is SEn
Snelheidskalibratie
instellen d.m.v. snelheid
Snelheidskalibratie
instellen d.m.v. log
Stand
Snelheidsweergave
is GPS
instellen
Achtergrondverlichting
groep instellen
Verander
starttijd
Aftelklok
starten
+
Aftelklok
stoppen en
resetten
Verhoog de
waarde of
+
+
+
+
+
+
verander
de
instelling
Verlaag de
waarde of
verander de
instelling
Ga terug
naar
standaard
bediening
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
5
3 Snelheid, gemiddelde snelheid, maximum snelheid, trimsnelheid
Het apparaat geeft verschillende snelheden aan:
SPEED: de huidige snelheid van de boot.
AVG SPEED: de gemiddelde snelheid vanaf
het moment dat A VG SPEED gereset werd, of
het apparaat werd ingeschakeld.
MAX SPEED: de maximum snelheid vanaf het
moment dat MAX SPEED gereset werd, of het
apparaat werd ingeschakeld.
TRIM SPEED: Trimsnelheid kan gebruikt worden
voor het tunen van raceboten. Trimsnelheid meet
de veranderingen in de snelheid van de boot,
afhankelijk van het moment dat u de trimsnelheid
tot nul gereset heeft. Als de boot bijvoorbeeld 10
knopen vaart als u de trimsnelheid reset, dan is
de trimsnelheid nul. En:
Als u de vaarsnelheid verhoogt tot 11.5
knopen, dan is de trimsnelheid 1.5 knopen.
Als u de vaarsnelheid verlaagt tot 8.5
knopen, dan is de trimsnelheid -1.5 knopen.
3-1 Snelheids- en logeenheden
instellen
De eenheden voor snelheid waaruit u kunt kiezen
zijn KNOTS (knopen), KPH (km p/u) en MPH
(mijl p/u). Als u één van deze selecteert verandert
de eenheid voor het log automatisch mee.
Druk op of totdat SPEED weergegeven
wordt. Houdt vervolgens ingedrukt totdat de
eenheden veranderen; indien nodig houdt u
ingedrukt totdat de eenheden weer veranderen.
3-2 Gemiddelde snelheid instellen
Na het resetten begint de berekening van een nieuwe
gemiddelde snelheid:
1 Druk op of totdat AVG SPEED (gem.
snelheid) wordt weergegeven.
2 Druk op + .
3-3 Maximum snelheid resetten
Na het resetten begint de berekening van een nieuwe
maximum snelheid:
1 Druk op of totdat MAX SPEED (maximale
snelheid) wordt weergegeven.
2 Druk op + .
3-4 Trimsnelheid resetten
Na het resetten staat de trimsnelheid weer op nul:
1 Druk op totdat TRIM SPEED (trimsnelheid)
wordt weergegeven.
2 Druk op + .
3-5 Instellen van snelheidsdemping
Golven en wind veroorzaken kleine fluctuaties in de
snelheid van de boot. Voor een stabiele weergave
berekent de SPEED 3100 de snelheid van de boot
en de trimsnelheid door de snelheid verschillende
keren te meten en het gemiddelde van deze metingen
te nemen. Deze demping varieert van 1 tot 5.
Een lagere waarde neemt het gemiddelde over
een kortere periode. Dit geeft een exactere
weergave van de snelheid, maar ook meer
fluctuaties.
Een hogere waarde neemt het gemiddelde
over een langere periode. Dit geeft een meer
stabiele weergave van de snelheid, maar
sommige snelheidsveranderingen zullen niet
worden weergegeven.
Zet de snelheidsdemping op de laagste waarde welke
een stabiele weergave van de snelheid geeft. De
waarden 1, 2, 3, 4 en 5 geven de gemiddelde snelheid
over repectievelijk 6, 12, 18, 24 of 30 seconden. Voor
de meest precieze trimsnelheid moet u de demping
wellicht verhogen. Om de demping in te stellen:
1 Druk u verschillende keren op + totdat het
snelheidsdemping scherm wordt weergegeven:
Demping
is 4
2 Druk op of om de demping te veranderen.
3 Druk op .
3-6 Stel de snelheidsresolutie in
Hier kunt u instellen hoe snelheden worden
weergegeven. Er zijn twee mogelijkheden:
0.0 Geeft snelheden weer van 0.0 tot 19.9 en
vanaf 20 omhoog.
0.00 Geeft snelheden weer van 0.00 tot 19.99,
van 20.0 tot 29.9 en vanaf 30 omhoog.
Om de snelheidsweergave in te stellen:
1 Drukt u verschillende keren op + totdat
het snelheidsresolutiescherm in beeld komt:
Waarde is
0.0 of 0.00
2 Druk op of om de resolutie te veranderen.
3 Druk op .
6
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
3-7 Kalibratie snelheid
Kalibratie kan wenselijk zijn omdat verschillende
rompvormen verschillende stromingseigenschappen
hebben. Snelheidskalibratie kan toegepast worden op
de snelheid of op het log, zoals hieronder beschreven.
Snelheidmetingen van een GPS-ontvanger (zie
sectie 7) kunnen voor kalibratie worden gebruikt.
Kalibreren van snelheid
Voor deze methode moet u een constante snelheid
varen. Hiervoor gebruikt u de snelheid die de GPSontvanger aangeeft, volgt u een andere boot waarvan
de snelheid u bekend is of meet u de tijd over een
bepaalde afstand.
Voor accurate kalibratie is het noodzakelijk dat:
De snelheid op de GPS ontvanger hoger dan 5
knopen is.
De snelheid van uw snelheidstransducer
tussen de 5 en 20 knopen ligt.
Het beste resultaat bereikt u als de
omstandigheden kalm zijn en er weinig stroming
is (m.n. tijdens eb of vloed).
Blijf op dezelfde constante snelheid varen en
kalibreer de snelheid als volgt:
1 Druk verschillende keren op + totdat het
snelheidskalibratiescherm verschijnt (hierna
maakt het niet uit of de boot van snelheid
verandert):
Gemeten
snelheid
2 Druk op of om de weergegeven snelheid
van de boot te veranderen.
3 Druk op .
Kalibreren van log
Als u deze methode gebruikt, vaar dan in een rechte
lijn over een bekende afstand. U bereikt het beste
resultaat wanneer er een minimale stroming is
(tijdens hoog of laag tij). Invloed van de getijden kan
worden beperkt door de afstand heen en weer te
varen, parallel aan de stroming.
1 Reset het triplog aan het begin van de te
meten route (zie secite 4-1). Vaar de route in
een rechte lijn heen en weer.
2 Aan het eind noteert u de triplog afstand (zie
sectie 4).
3 Druk verschillende keren op + totdat het
Log Kalibratiescherm in beeld komt:
Afgelegde
afstand
4 Druk op of om de weergegeven
afgelegde afstand te veranderen naar de in
werkelijkheid afgelegde routeafstand.
5 Druk op .
4 Log en totaal log
De SPEED 3100 heeft twee loggen voor afstand:
LOG: Afstand van de tocht (triplog). De
gevaren afstand nadat log reset werd.
TOTAL LOG (totaal log). T otale afstand. De
gevaren afstand nadat totale log gereset werd:
Totaal log
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
De logeenheden zijn NM (zeemijlen),
KM (kilometres) of M (mijlen) en zijn in
overeenstemming met de snelheidseenheden. Als
u bijv. de eenheid voor snelheid KPH (km p/u) is,
dan is de logeenheid ook KM (zie sectie 3-1).
4-1 Log resetten
Resetten zet de log (tocht afstand) op nul:
1 Druk op of totdat LOG wordt weergegeven.
2 Druk op + .
4-2 T otaal log resetten
Resetten zet het cumulatief log (totale afstand) en
het log terug op nul:
1 Druk op of totdat TOT AL LOG (totaal log)
wordt weergegeven.
2 Houdt + 5 seconden ingedrukt.
7
5 Temperatuur
De temperatuur wordt gemeten door een sensor in
de snelheids transducer.
5-1 Eenheid van temperatuur instellen
De eenheid is of °C of °F:
Druk op of totdat de temperatuur wordt
weergegeven en houdt vervolgens ingedrukt
totdat de eenheden veranderen.
5-2 Temperatuur kalibreren
Het apparaat is tijdens productie gekalibreerd en
normaal gesproken is kalibratie niet nodig. Voor
kalibratie:
1 Meet u de temperatuur van het water naast de
snelheidstransducer.
6 Aftelklok (Countdown Timer)
Om naar de afstelklok stand te gaan drukt u op .
Om terug te keren naar de normale stand drukt u er
nogmaals op.
U kunt de aftelklok instellen tussen één en tien
minuten, in stappen van een minuut. De in de fabriek
ingestelde starttijd is 10 min. Wanneer de aftelkok
aan het aftellen is flikkert bovenaan het scherm het
woord TIMER en wordt de resterende tijd
aangegeven in minuten en secondes:
Flikkert
Klok telt af
De pieptoon klinkt en externe beepers of lichten gaan
aan:
Vier pieptonen bij 4 minuten te gaan.
Drie pieptonen bij 3 minuten.
Twee pieptonen bij 2 minuten.
Een pieptoon bij 1 minuut.
Tien pieptonen aan het eind. De laatste piep is
langer en geeft het einde van de aftelperiode aan.
Het einde van de laatste pieptoon geeft altijd de
exacte minuut aan.
2 Drukt u verschillende keren op
het temperatuurcalibratie-scherm wordt
weergegeven:
3 Druk
4 Druk op
of om de temperatuur te
veranderen naar de waarde die in stap 1
gemeten werd.
.
+ totdat
Watertemperatuur
6-1 Start de aftelklok
1 Indien het apparaat niet op de aftelklokstand
staat drukt u op voor de aftelklok (om de
starttijd te wijzigen zie sectie 6-3).
2 Druk op . De klok laat kort On (aan) zien en
begint vanaf de starttijd af te tellen.
6-2 Stoppen en resetten van de
aftelklok
1 Indien het apparaat niet op de aftelklokstand
staat, drukt u op voor de aftelklok.
2 Druk op + . De aftelklok stopt en de tijd
wordt naar de starttijd gereset (zie sectie 6-3).
6-3 Starttijd instellen
1 Indien het apparaat niet op de aftelklok stand
staat, drukt u op voor de aftelklok.
2 Als de klok aftelt, drukt u op + om het
aftellen te stoppen.
3 Druk een of meerdere keren op om de
starttijd (in minuten) in te stellen. De klok zal
niet beginnen af te tellen (om de klok te
starten, zie sectie 6-1).
Aftelklok
ingesteld
op 9 min.
8
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
7 Het combineren van verschillende instrumenten
Verschillende NA VMAN instrumenten kunnen tijdens
de installatie zodanig op elkaar aangesloten worden
dat ze informatie kunnen uitwisselen. Er zijn twee
manieren om deze aansluiting tot stand te brengen:
NavBus of NMEA.
7-1 NavBus
NavBus is een systeem dat eigendom is van
NAVMAN. Het werkt op hoge snelheid en biedt de
mogelijkheid om een veelheid aan gegevens uit te
wisselen tussen verschillende instrumenten.
Als u de eenheden, het alarm of de kalibratie
verandert in een instrument, dan zullen deze
waarden voor alle andere instrumenten van
hetzelfde type automatisch meeveranderen.
Elk instrument kan worden aangesloten op een
groep van instrumenten (zie sectie 9-2, stap 3).
Als u de achtergrondverlichting verandert in
één instrument in groep 1, 2, 3 of 4 dan zal de
achtergrondlicht automatisch meeveranderen
voor de andere instrumenten in dezelfde
groep. Als u de achtergrondverlichting
verandert voor een instrument uit groep 0 dan
zal er niets met de andere instrumenten
gebeuren.
Als een alarm klinkt, dan kunt u dit uitschakelen
door op te drukken op een van de instrumenten
die het alarm op het beeldscherm weergeeft.
NavBus en de SPEED 3100
Als de SPEED 3100 niet is aangesloten op een
snelheids/temperatuur transducer, dan zal het
apparaat automatisch, via NavBus, diepte-,
snelheids- en temperatuurmetingen van een
ander instrument overnemen, als deze
informatie beschikbaar is.
Indien de boot beschikt over een GPS
instrument dat via NavBus geschakeld is aan
de andere apparatuur, dan kan de SPEED
3100 zo geschakeld worden dat u deze kunt
gebruiken voor snelheidsmetingen i.p.v . een
snelheidstransducer (zie sectie 9-1 voor
bedrading en sectie 9-2, stap 2 voor instelling).
NB: De snelheid die door een
snelheidstransducer gemeten wordt is de
snelheid van de boot t.o.v. het water . De
snelheid die door een GPS gemeten wordt is
de snelheid over de grond. Als er sprake is van
stroming, dan zullen deze snelheden van
elkaar verschillen.
Als een transducer niet aan het apparaat
verbonden is en de daardoor voortgebrachte
externe data dus niet beschikbaar zijn, dan zal
de weergegeven waarde 0 zijn (bv. als een
GPS wordt gebruikt voor snelheidsmeting en
er is geen transducer om snelheid of
temperatuur te meten, dan wordt de
temperatuur als 0 weergegeven).
7-2 NMEA
NMEA is een industriestandaard, maar het is niet zo
flexibel als NavBus omdat specifieke verbindingen
tussen de instrumenten nodig zijn. Snelheids-,
temperatuur- en loginformatie kan worden
geproduceerd door de SPEED 3100 en vervolgens
gelezen en weergegeven door de NAVMAN REPEA T
3100 of een ander NMEA instrument. De SPEED
3100 kan tevens GPS snelheidsinformatie ontvangen
(NMEA RMC) van een compatibel NMEA GPS
instrument - GPS snelheid moet worden gekozen
(zie sectie 9-2, stap 2).
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
9
8 SPEED 3100 apparatuur
8-1 Wat bij uw SPEED 3100 geleverd
wordt
De SPEED 3100 kan in verschillende configuraties
geleverd worden.
Alleenstaande configuratie
SPEED 3100 met beschermkap.
Garantiekaart.
Bevestigingsmal.
Deze Installatie- en Bedieningshandleiding.
Hiernaast is voor de alleenstaande configuratie
normaalgesproken een snelheids/temperatuurtransducer nodig (zie sectie 8-3).
Pakketconfiguratie
De SPEED 3100 is verkrijgbaar in verschillende
configuratiepaketten met diverse soorten 'door de
huid'-transducers.
De onderdelen voor een alleenstaande
configuratie (zie bovenstaande lijst).
'Door de huid'- snelheids/temperatuur
transducer.
Installatiehandleiding voor transducer.
8-2 Andere benodigde onderdelen
Een of meerdere instrumenten uit de 3100 serie
dienen op de boord-12 V stroomvoorziening te
worden aangesloten via:
Een speciale schakelaar om de instrumenten
in en uit te schakelen.
Een zekering. Een 1 A zekering is nodig voor
tussen de een en vijf instrumenten.
Naar keuze kunnen externe toeters en lichtsystemen
worden geïnstalleerd. De SPEED 3100 is geaard en
heeft maximal 30 V DC en 250 mA nodig. Als de
toeters en lichten meer dan 250 mA nodig hebben,
dan moet een relais worden geïnstalleerd.
Voor systemen die uit verschillende instrumenten
bestaan zijn bedradingen en koppelstukjes
noodzakelijk (zie sectie 7 of uw NavBus Installatieen Bedieningshandleiding).
8-3 Transducers
De SPEED 3100 wordt gewoonlijk gebruikt met een
'door de huid'- snelheids/temperatuur transducer. Het
apparaat kan echter ook door een ander instrument
van metingen worden voorzien, in welk geval u wellicht
geen transducers nodig heeft (zie sectie 7).
'door de huid'- transducers geven meestal de beste
resultaten en zijn de beste keuze voor
waterverplaatsende rompen. Ze worden geplaatst in een
gat dat door de onderkant van de romp wordt geboord.
Kunststof 'door de huid'-transducers zijn het
meest geschikt voor glasvezel of metalen
rompen. Kunststof 'door de huid'-transducers
zijn niet geschikt voor massieve houten
rompen (gebruik hiervoor NAVMAN's bronzen
transducers).
Bronzen transducers zijn geschikt voor houten
en glasvezel rompen. Installeer nooit een
bronzen tranducer in een metalen romp. Dit
veroorzaakt namelijk electrolytische corrosie.
Voor meer informatie verwijzen we u graag naar de
Transducer Installatie Handleiding of naar uw
NAVMAN dealer .
8-4 Accessoires
De volgende accessoires zijn verkrijgbaar bij uw NAVMAN dealer .
NavBus aansluitdoos
(zie sectie 7.1)
10
4 m Snelheidstransducer
verlengkabel
'Door de huid'-
snelheidstransducer
huiddoorvoer
NAVMAN
'Door de huid'-
snelheids-
schoepenrad
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
9 Installatie en Instelling
Een correcte installatie is cruciaal voor een goede
werking van het apparaat. Het is van vitaal belang
dat u deze sectie van de handleiding en documentatie
die bij eventuele andere onderdelen geleverd is
doorleest voordat u begint met de installatie.
De SPEED 3100 kan:
Signalen overbrengen naar externe toeters en
lichten voor het alarm en de aftelklok.
Data zenden en ontvangen van andere NAVMAN
instrumenten welke via NavBus zijn aangesloten.
Instellingen voor alarm, eenheden, kalibratie en
achtergrondverlichting zijn eender voor alle
aangesloten onderdelen (zie sectie 7-1).
NMEA data zenden en ontvangen van en naar
andere instrumenten (zie sectie 7-2).
Waarschuwing
Het apparaat is waterdicht aan de voorkant. Bescherm
de achterkant van het apparaat echter tegen water.
Indien water door het luchtgat het apparaat
binnenkomt, kan dit het apparaat beschadigen. De
garantie dekt schade door vocht of water dat via de
achterkant het apparraat is binnengekomen niet.
Verzekert u zich ervan dat de installatiegaten die u
maakt de constructie van de boot niet ondermijnen.
Raadpleeg in geval van twijfel een bootbouwer.
De keuze van de locatie, de hoek en de
installatie van de tranducers is het meest
cruciale onderdeel van de installatie. Als de
installatie niet correct wordt uitgevoerd, kan dit
tot gevolg hebben dat het apparaat niet naar
behoren functioneert. Als u twijfelt raadpleeg
dan een bootbouwkundig ingenieur of een
andere deskundige.
9-1 Installatie
SPEED 3100 beeldscherm
1 Kies een plaats voor het beeldscherm waar het:
Goed zichtbaar is en niet gemakkelijk
beschadigd kan worden.
Tenminste 100 mm van een kompas en
minimaal 500 mm van een radio-of
radarantenne verwijderd is.
Verwijderd is van motoren, TL-verlichting,
spanningsregelaars.
Van achteren goed bereikbaar is. De
minimale ruimte achter het apparaat dient
50 mm te bedragen (zie bevestigingsschema).
Aan de achterkant niet nat kan worden.
2 Het apparaat moet op een vlak paneel dat niet
dikker is dan 20 mm bevestigd worden. Plak de
bevestigingsmal op de juiste plaats. Boor een
gat van 50 mm door het middelste gat van de
mal waarin het apparaat vastgemaakt kan
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
worden. De mal voorziet in ruimte om het
apparaat heen voor de beschermkap.
3 Verwijder de bevestigingsmoer van de
achterkant van het apparaat. Steek de bout aan
de achterkant van het apparaat door het
bevestigingsgat. Schroef de moer er met de
hand op vast.
Transducer
1 Als de SPEED 3100 niet met een transducer
geleverd wordt, kies dan een transducer die
geschikt is voor het systeem. Als de SPEED
3100 met een transducer geleverd wordt,
controleer dan in sectie 8-3 of deze geschikt is.
2 Kies een geschikte positie voor de transducer
en installeer het door de instructies in de
Transducer Installatiehandleiding te volgen.
3 Installeer de kabels tussen de tranducer en het
beeldscherm:
Houdt de kabel apart van andere kabels,
motoren, TL-verlichting, spanningsregelaars
en radio-ontvangers of radarapparatuur.
Zorg ervoor dat er geen connectoren in de
bilge liggen.
Indien noodzakelijk kunt u de kabel door
verlengingskabels verlengen.
Maak de kabel met regelmatige tussenruimtes
vast.
4 Verbindt het tranducer met de beeldscherm.
Zijaanzicht van de beeldschermbevestiging
Maximale dikte
20 mm
Bevestigingsgat
50 mm
Beeldscherm
Minimale ruimte van 50 mm
Bevestigingsmoer
Kabels
11
Electrische/data bedrading
1 Bedrading van het beeldscherm en de
electrische/data-kabel
Dit apparaat heeft 12 V DC electriciteit
nodig. Installeer een hulpschakelaar en een
zekering naar de stroomvoorziening of
voorzie het apparaat van stroom via een
geaarde hulpschakelaar. De zekering voor
maximaal vijf instrumenten dient 1A te zijn.
Als de externe toeters en lichten meer dan
250 mA nodig hebben is het raadzaam een
relais te installeren.
De bedrading voor een op zich staand
apparaat kan als volgt gedaan worden:
9-2 Instelling
1 Maak een proefvaart om te controleren of alle
instrumenten goed werken.
2 Als het apparaat snelheidmetingen ontvangt van
een GPS [en niet van een snelheidstransducer of
van een ander extern instrument (zie sectie 7)]:
i Dan drukt u verschillende keren op +
totdat het speed(snelheids)scherm in beeld
komt:
Schakelaar
Zwart
Rood
Groen
Geel
Wit
Snelheids/
temperatuur transducer
Oranje
Blauw
Zekering
12 V DC stroom
Externe toeters of lichten (optioneel)
NMEA in (optioneel)
NMEA uit (optioneel)
NavBus (optioneel)
}
Als u verschillende instrumenten schakelt,
gebruik dan verdeeldozen om de bedrading te
vereenvoudigen, zoals hieronder aangegeven:
Groep 1
Electriciteits- & databedradingen
Verdeeldoos
Electriciteits
& data-kabels
Groep 2
NavBus
kabel
Verdeeldoos
Electriciteits &
data-kabels
Electriciteits & databedradingen
Informatie over de installatie van NavBus en
het gebuik van verdeeldozen vindt u in de
NavBus Installatie - en Bedieningshandleiding.
2 Plak ongebruikte bedradingen en
verbindingsstukjes af of dek ze anderzins af om
ze tegen water te beschermen en houd ze apart
om kortsluiting te voorkomen.
12
ii Druk op of om naar GPS instelling te
veranderen (Als u een speedtransducer
gebruikt, zou het scherm SEn aan moeten
geven).
iii Druk op .
3Als het apparaat onderdeel is van een serie
van 3100 instrumenten die door NavBus
geschakeld zijn, dan stelt u nu de
achtergrondverlichting van het apparaat in (zie
secite 7-1):
i Druk verschillende keren op + totdat
de achtergrondlichtgroep (BACKL) wordt
weergegeven:
ii Druk op of om het groepnummer
voor het achtergrondlicht in te stellen.
iii Druk op .
4 Stel vervolgens in:
Snelheids- en logeenheden (zie sectie 3-1).
De snelheidsresolutie (zie sectie 3-6).
De eenheid van temperatuur (zie sectie 5-1) .
5 Kalibreer indien nodig:
Snelheid (sectie 3-7).
Temperatuur (zie sectie 5-2).
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
Groep 3
9-3 Resetten naar de fabrieksinstelling
Alle instellingen kunnen gereset worden naar de
fabrieksinstelling (zie rechts).
Om te resetten naar de fabrieksinstelling:
1 Schakel de stroom uit.
2 Houd + ingedrukt terwijl u de stroom
weer inschakelt en houd de toetsen nog
minstens 5 seconden ingedrukt.
Appendix A - Specificaties
Fysiek
Maat van het beeldscherm 11 1 mm in het vierkant.
LCD display 82 mm breed, 61 mm hoog,
twisted nematic.
LCD cijfers 38 mm hoog.
Vier laser-geëtste bedieningstoetsen.
Achtergrondverlichting van beeldscherm en
toetsen, oranje, instelbaar op vier niveaus en uit.
Bedieningstemperatuur 0 to 50 °C.
Kabellengte van de transducer 8 of 9 meter,
afhankelijk van de transducer.
Vermogen Tros lengte 1 m.
Electrisch
Electriciteitsvoorziening 10.5 tot 16.5 V DC,
30 mA zonder achtergrondverlichting, 100 mA
met volledige achtergrondverlichting.
Externe toeter of lichtbron, geaard, maximaal
30V DC en 250 mA.
Snelheid
Geeft huidige, gemiddelde, maximum en
trimsnelheid weer.
Bereik van 0 to 50 knopen (0 tot 58 mijl/u
of 0 tot 93 km/u).
Resolutie weergave is 0.0 tot 19.9 en 20
omhoog of 0.00 tot 19.99, 20.0 en 30 omhoog.
Trimsnelheid geeft ± .00 tot .99, 1.0 tot 9.9 en
10 omhoog weer.
Demping is in te stellen voor snelheid en
trimsnelheid zodat de metingen in alle condities
stabiel zijn; de standen 1, 2, 3, 4 en 5 geven de
gemiddelde waarden over repectievelijk 6, 12,
18, 24 en 30 seconden.
Log
Geeft trip en totaal log weer.
Bereik van 0 tot 1999 km, mijlen of zeemijlen.
Geeft 0.00 tot 19.99 weer en 20.0 tot 199.9, 200
omhoog.
Bereik 0 tot 37.7 °C (32 tot 122 °F); typische
nauwkeurigheid < 2 °C.
Resolutie 0.1 graad.
Aftelklok
Kan worden gezet naar een tijd tussen de 1 en
10 minuten, in stappen van een minuut.
Telt af in minuten en seconden.
Kalibratie
Snelheid en temperatuur kunnen worden
gekalibreerd.
Interfaces
NavBus aansluiting op ander NAVMAN
instrumenten.
NMEA 0183 output, MTW, PTTKV, VHW, VLW,
input RMC.
Overeenkomstig met de standaarden
EMC meegaandheid
USA (FCC):
Europa (CE): EN50081-1, EN50082-1
Deel 15 Klasse B
Nieuw-Zeeland en Australië(C T ick):
Milieu: IP66 van de voorkant wanneer correct
AS-NZS 3548.
gemonteerd.
Electriciteits/Data-bedrading
BedradingSignaal
RoodPositieve stroom 12 V DC, maximaal
100 mA
ZwartNegatieve stroom, NMEA standaard
GroenExterne toeter of lichtbron uit,
geaard, 30 V DC en max. 250 mA.
OranjeNavBus +
BlauwNavBus WitNMEA uit
GeelNMEA in
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
13
Appendix B - Problemen oplossen
Deze gids voor het oplossen van problemen gaat
ervan uit dat u de complete handleiding gelezen en
begrepen heeft.
Het is vaak mogelijk om moeilijkheden op te lossen
zonder dat het apparaat voor reparaties naar de
fabriek hoeft worden teruggezonden. Wij verzoeken
u vriendelijk om deze probleem-oplos-sectie door te
lezen voordat u contact opneemt met uw NAVMAN
dealer.
Er zijn geen onderdelen die door de gebruiker
onderhouden dienen te worden. Er zijn gespecialiseerde
methodes en testinstrumenten voor nodig om te
controleren of het apparaat op een correcte manier
opnieuw in elkaar is gezet en of het nog steeds waterdicht
is. Reparaties aan het apparaat dienen alleen te worden
uitgevoerd door servicecenters die door Navman NZ
Limited zijn goedgekeurd. Gebruikers die hun apparaat
zelf onderhouden maken de garantie ongeldig.
U kunt meer informatie vinden op onze website:
www.navman.com
1 Problemen bij inschakelen apparaat
a Zekering doorgebrand of stroom
onderbroken door stroomonderbreker.
b Voltage accu niet tussen 10.5 en 16.5 V DC.
c Electriciteits-/data-kabel beschadigd.
2 Snelheidsweergave klopt niet of vertoont
onregelmatigheden
a Kalibratie is onjuist (zie sectie 3-7).
b Snelheidtransducerkabel is niet aangesloten
of beschadigd.
c Snelheids-/temparatuurtransducer is vuil of
beschadigd. Controleer of het schoepenrad
zowel aan de voor- als achterkant recht in
de houder zit. Haal het schoepenrad uit de
houder en controleer op viezigheid en
schade. Draai het schoepenrad met de
hand en controleer de snelheidsmeter voor
een weergave.
d De snelheidstranducer is niet correct
geïnstalleerd of het water stroomt er niet
gladjes over. Herzie installatie.
e Storing door electrische ruis. Herzie
installatie.
3 Temperatuur weergave klopt niet:
a Kalibratie is incorrect (zie sectie 5-2).
b Snelheids/temperatuurtransducer kabel
beschadigd.
4 Het woord SIMULATE flikkert in de linker
benedenhoek van het scherm, weergegeven
waarden zijn niet zoals verwacht:
a Apparaat staat op de simulatie-instelling
(zie sectie 2-4).
5 Het beeldscherm beslaat:
a Vochtige lucht is door het luchtgaatje de
achterkant van het apparaat
binnengedrongen. Zorg dat de boot gelucht
wordt of gebruik het apparaat met de
achtergrondverlichting op de felste stand.
b Water is door het luchtgaatje de achterkant
het apparaat binnengedrongen. Retourneer
het apparaat voor onderhoud.
14
NAVMAN
SPEED 3100 log Installatie Handleiding
Appendix C - How to Contact Us www.navman.com
NORTH AMERICA
NAVMAN USA INC.
18 Pine St. Ext.
Nashua, NH 03060.
Ph: +1 603 577 9600
Fax: +1 603 577 4577
e-mail: sales@navmanusa.com
REALMARINE
Estrada do Joa 3862,
CEP2611-020,
Barra da Tijuca, Rio de Janeiro,
Brasil.
Ph: +55 21 2483 9700
Fax: +55 21 2495 6823
e-mail:
vendas@marinedepot.com.br
Equinautic Com Imp Exp de
Equip Nauticos Ltda.
Av. Diario de Noticias 1997 CEP
90810-080, Bairro Cristal, Porto
Alegre - RS, Brasil.
Ph: +55 51 3242 9972
Fax: +55 51 3241 1134
e-mail:
equinautic@equinautic.com.br
NAVMAN
SPEED 3100 log Installation and Operation Manual
ASIA
China
Peaceful Marine Electronics Co. Ltd.
Hong Kong, Guangzhou,
Shanghai, Qindao, Dalian.
E210, Huang Hua Gang Ke Mao
Street, 81 Xian Lie Zhong Road,
510070 Guangzhou, China.
Ph: +86 20 3869 8784
Fax: +86 20 3869 8780
e-mail:
PLASTIMO DEUTSCHLAND
15, rue Ingénieur Verrière
BP435
56325 Lorient Cedex.
Ph: +49 6105 92 10 09
+49 6105 92 10 10
+49 6105 92 10 12
Fax: +49 6105 92 10 11
e-mail:
plastimo.international@plastimo.fr
Website: www.plastimo.de
Italy
PLASTIMO ITALIA
Nuova Rade spa, Via del Pontasso 5
I-16015 CASELLA SCRIVIA (GE).
Ph: +39 1096 8011
Fax: +39 1096 8015
e-mail: info@nuovarade.com
Website: www.plastimo.it