Inhoud
Specificaties ..................................................................................................... 36
Installatie ........................................................................................................... 37
Plaats .............................................................................................................................. 37
Montage .......................................................................................................................... 37
Bedrading ........................................................................................................................ 38
Installatie van de brandstofverbruik transducer ................................................................ 38
Bediening.......................................................................................................... 39
Brandstof verbruik ........................................................................................................... 40
Resterende brandstof functies ......................................................................................... 40
Veranderen van de resterende brandstof waarde ............................................................. 40
Instellen van resterende brandstof alarm.......................................................................... 40
Alarm activering ............................................................................................................... 40
Het op nul zetten van dagteller en totaalteller (log) ........................................................... 40
Instrument instelling ........................................................................................ 41
Kiezen van eenheden....................................................................................................... 41
Calibratie ......................................................................................................................... 41
Problemen oplossen ........................................................................................ 42
Contactinformatie............................................................................................. 59
Belangrijk
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om de instrumenten zodanig te installeren dat
geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product
is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK V AN DIT PRODUCT W AARBIJ
ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Deze handleiding geeft de FUEL 2100 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoudt zich het recht
voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
Deze bepaling, alle handleidingen, gebruiksaanwijzingen en andere informatie gerelateerd aan het product
(Documentatie), zouden kunnen worden vertaald, of zijn vertaald uit een andere taal (Vertaling). Als er
strijdigheden zijn tussen enige Vertaling van de Documentatie dan is de Engelstalige versie van de
Documentatie de officiële versie van de Documentatie.
Copyright © 2002 Navman NZ Limited, Nieuw Zeeland. Alle rechten voorbehouden. NAVMAN is een
geregistreerd handelsmerk van Navman NZ Limited.
NAVMAN
FUEL 2100 Installatie- en Bedieningshandleiding
35
Specificaties
• Afmetingen instrument
Montage
51 mm rond gat
Diepte achter voorplaat
95 mm max.
Display
3-karakter LCD
• Kleur
Zwart
• Verlichting
Rode displayverlichting
• Waterbestendigheid
Front is spatwaterdicht.
• Alarm
Audio en visueel alarm waarschuwt dat
resterend brandstofniveau beneden het
ingestelde is gekomen.
• Verbruik
2,5 tot 160 liter per uur
0,5 tot 43 US gallons per uur
0,4 tot 36 imperial gallons per uur
• Logs
Log telt verbruikte brandstof tot en met 999
eenheden. Totaalstand wordt bewaard in het
geheugen na uitschakelen. Dagteller en
totaalteller kunnen op nul worden gezet m.b.v.
het toetsenbord.
• Resterende brandstof
Gebruiker voert een brandstofwaarde in het
geheugen m.b.v. het toetsenbord. De verbruikte
hoeveelheid wordt hier automatisch vanaf
getrokken. Deze waarde blijft in het geheugen
na het uitschakelen.
• Voeding
8 tot 16,5 V DC
• Bedrijfstemperatuur
0°C tot 50°C
• Verbruik
70mA maximaal.
• RF storing
Minder dan 6 dB. Voldoet aan CE EMC
standaard EN 50081-1 en EN 50082-1
Display verlichting
voor nachtgebruik
Veranderen waarde
op/hoger
36
NAVMAN
888
FUELPower
^
TOTALFLOW
V
Veranderen waarde
neer/lager
FUEL 2100 Installatie- en BedieningshandleidingNAVMAN
Installatie
WARNING
HET IS BELANGRIJK EEN BRANDSTOFFILTER TE PLAATSEN TUSSEN DE FUEL FLOW
TRANSDUCER EN DE BRANDSTOFTANK. DIT VOORKOMT DA T GROF VUIL HET FIJNFIL TER IN
DE FUEL FLOW TRANSDUCER VERSTOPT EN GEEN SCHADE AAN DE MOTOR WORDT
TOEGEBRACHT.
Plaats
De FUEL 2100 is geschikt voor installatie binnen of
buiten. Kies een plaats die voldoet aan het volgende:
• Op een vlak oppervlak.
• Tenminste 300 mm van een kompas.
• Tenminste 500 mm van een radio.
• Makkelijk af te lezen door roerganger en
bemanning.
• Veilig voor mechanische beschadiging.
• Bereikbaar met elektriciteitskabels.
Montage
Het instrumentenpaneel moet tussen de 3 en 19mm
dik zijn.
• Boor een 51mm gat in het paneel.
• Verwijder de bracket en schuif het instrument
in het paneel.
• Schuif de bracket over het instrument en draai
de moer erop.
NAVMAN
FUEL 2100 Installatie- en Bedieningshandleiding
37