Navman FISHFINDERS 4600, FISHFINDERS 4500 User Manual [nl]

NAV MAN
TRACKFISH 6600
C H A R T P L O T T E R A N D
F I S H F I N D E R
Installation and
Operation Manual
w w w . n a v m a n . c o m
F I S H F I N D E R S
De FISH 4500/4600/4600 is standaard ingesteld op de volgende eenheden: voet, °F (Fahrenheit), US gallons en knopen. Zie sectie 3-6 Instelling > Eenheden om de eenheden te veranderen.
BELANGRIJK
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het instrument en de transdu­cers zodanig te installeren en gebruiken dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK VAN DIT PRODUCT WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE KUNNEN WORDEN VEROORZAAKT (INCLUSIEF MOTORSCHADE) OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Bepalende taal: Deze bepaling, alle handleidingen, gebruiksaanwijzingen en andere infor­matie gerelateerd aan het product (Documentatie), zouden kunnen worden vertaald, of zijn vertaald uit een andere taal (Vertaling). Als er strijdigheden zijn tussen enige Vertaling van de Documentatie dan is de Engelstalige versie van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie.
Brandstofcomputer: Brandstofverbruik kan drastisch veranderen, afhankelijk van de boots lading en de zeecondities. De brandstofcomputer dient daarom niet als enige bron van informatie te worden gebruikt m.b.t. de beschikbare hoeveelheid brandstof aan boord. De elektronische informatie dient aangevuld te worden met visuele of andere controles van de hoeveelheid brandstof. Dit is noodzakelijk i.v.m. gebruikersfouten, zoals het vergeten te resetten van de gebruikte brandstof wanneer de tank wordt bijgevuld, het lopen van de motor terwijl de brandstofcomputer niet ingeschakeld is of andere gebruikersacties die ervoor kunnen zorgen dat het instrument onnauwkeurig is. Neem altijd voldoende brandstof mee voor de reis, plus een reserve voor onvoorziene omstandigheden.
Deze handleiding geeft de FISH 4500/4600/4600 weer ten tijde van druk. Navman NZ Lim­ited behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
Copyright © 2004 Navman NZ Limited, Nieuw Zeeland. Alle rechten voorbehouden. NAVMAN is een geregistreerd handelsmerk van Navman NZ Limited.
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding 42
NAVMAN
Inhoud
1 Inleiding ................................................................................................44
1-1 Voordelen van de FISH 4500/4600 .............................................................44
1-2 Hoe de FISH 4500/4600 werkt ....................................................................45
2 Standaard bediening ........................................................................... 46
3 De FISH 4500/4600 instelling .............................................................. 48
3-1 Instelling > Systeem ....................................................................................49
3-2 Instelling > Sonar ........................................................................................49
3-3 Instelling > Brandstof ..................................................................................50
3-4 Instelling > Loggen ......................................................................................52
3-5 Instelling Alarmen ........................................................................................52
3-6 Instelling > Eenheden .................................................................................53
3-7 Instelling > Communicatie ..........................................................................53
3-8 Instelling > Kalibreren .................................................................................54
4 Het gebruik van de FISH 4500/4600 ...................................................55
4-1 Verklaren van het beeldscherm ..................................................................55
4-2 Enkele en dubbele frequentie fishfinding ....................................................58
4-3 Het vinden van vis en weergave .................................................................60
4-4 Toename .....................................................................................................61
4-5 Bereik ..........................................................................................................62
5 De Beeldschermen ..............................................................................63
5-1 Sonar beeldscherm .....................................................................................64
5-2 Sonar zoombeeldscherm ............................................................................65
5-3 Sonar bodemweergave ...............................................................................66
5-4 Sonar 50/200 beeldscherm ........................................................................66
5-5 Sonar zoombeeldscherm ...........................................................................66
5-6 Brandstofbeeldscherm ................................................................................67
5-7 Databeeldscherm .......................................................................................68
5-8 Informatiebeeldscherm ..............................................................................68
6 Installatie en Onderhoud ....................................................................69
6-1 Wat er bij dit product geleverd wordt. .........................................................69
6-2 Opties en Accessoires ................................................................................69
6-3 Het beeldscherm bevestigen en verwijderen ..............................................69
6-4 Stroom- en transducerverbindingen ............................................................71
6-5 Bedradingsmogelijkheden ...........................................................................72
6-6 Systemen van meerdere instrumenten .......................................................73
6-7 Schoonmaak en onderhoud ........................................................................74
Appendix A - Specificaties .....................................................................75
Appendix B – Afmetingen ......................................................................76
Appendix C – Problemen oplossen ......................................................77
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding43
1 Inleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor een Navman Fishfinder. Het is nut tig om voor installatie en gebrui k deze handleiding grondig door te lezen.
Deze handleiding beschrijft hoe u de FISH 4500/4600/4600 en de bijbehorende dubbele frequentie spiegeltransducer dient te installeren en in te stellen. (Indien een ‘door-de-huid’­transducer wordt gebruikt verwijzen we u naar de handleiding die daarbij geleverd wordt.)
Deze handleiding legt ook uit hoe u de FISH 4500/4600 op een effectieve manier gebruikt en geeft tips voor het oplossen van problemen en voor optimaal functioneren.
Belangrijk
Het is van vitaal belang voor het functio­neren van de fishfinder dat de transducer op de juiste plaats wordt geïnstalleerd. Volg daartoe de installatie-instructies met grote zorg.
1-1 Voordelen van de FISH 4500/4600
De FISH 4500/4600/4600 is een kwalitatief hoogwaardige sonar fishfinder met een dub­bele frequentie die wordt geleverd met een transducer. Het gebruikt TFT (Thin Film Transis­tor)-technologie voor een beeldscherm dat in daglicht goed leesbaar is en dat ’s nachts ged­imd kan worden. De bevestigingsbeugel geeft u de mogelijkheid om de fishfinder te draaien en kantelen voor optimaal afleesgemak.
De kleuren op de sonarbeeldschermen zijn regelbaar, met een keuze uit vier 16-kleuren paletten en een 8-kleuren palet. De kleuren zijn representatief voor verschillende signaal­sterktes, zodat de sonarbeeldschermen een­voudig te lezen zijn.
De dubbele frequentie maakt het mogelijk voor de FISH 4500/4600/4600 om te worden gebruikt voor weergave:
• Bij een hoge frequentie van 200 kHz
• Bij een lage frequentie van 50 kHz
• Beide frequenties naast elkaar op een gesplitst beeldscherm
• Beide frequenties gecombineerd op een enkel beeldscherm.
Deze mogelijkheid maakt het, samen met een variabele stroomoutput van maximaal 600 W RMS, mogelijk dat de FISH 4500/4600/4600 zowel in diep als ondiep water goed func­tioneert.
De FISH 4500/4600 kan de bodem waarnemen op een diepte van 1000 m, afhankelijk van de helderheid van het water, de gekozen ultraso­nische frequentie en het type transducer.
De NAVMAN fishfinder kan gebruikt worden om vis te vinden of om kenmerken op de bodem te lokaliseren, zoals riffen of wrakken en om mid­dels een bodemprofiel te helpen uw favoriete visplek te herkennen.
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding 44
De NAVMAN fishfinder kan ook een navigatie­hulp zijn door diepte-informatie te geven zodat de dieptecontouren op kaarten geïdentificeerd kunnen worden. De FISH 4500/4600 is met name geschikt voor samenwerking met de TRACKER 5500 - NAVMAN’s GPS chartplotter met kleurenscherm en wereldwijd bereik. Deze twee instrumenten kunnen op elkaar worden aangesloten via NavBus of NMEA, zodat data kan worden gedeeld.
BELANGRIJK E OPMER KING OVER GE­BRUIK. Hoewel fishfinders kunnen worden
gebruikt als een navigatiehulpmiddel, wordt precisie door veel factoren beperkt, inclusief de plaats van de transducer. Het is de verant­woordelijkheid van de gebruiker om zich ervan te verzekeren dat de NAVMAN fishfinder correct wordt geïnstalleerd en gebruikt.
Met een optionele brandstofkit wordt de FISH 4500/4600 een geraffineerde en gemakkelijk te gebruiken brandstofcomputer.
Alle NAVMAN 4000-serie fishfinders gebrui­ken onze nieuwe NAVMAN SBN-technologie voor sonarverwerking om signaalverster-king, bodemherkenning en ruisond erdr ukki ng te verbeteren.
SBN-technologie maakt gebruik van digitale adaptieve algoritmes die alle teruggezonden signalen versterken. Tegelijkertijd gebruikt SBN actieve geruisonderdrukking om sto ringen, die door fishfinders vaak als juiste informatie worden gezien, tegen te gaan.
Door het gebruik van SBN-technologie kan de fishfinder reflecties van elke trilling analyseren, wordt onjuiste retourinformatie eruit gefilterd en wordt weergegeven wat zich in het water onder de boot bevindt. Zie sectie 4-1 Verklaren van het beeldscherm, voor meer informatie.
NAVMAN
1-2 Hoe de FISH 4500/4600 werkt
De FISH 4500/4600 bestaat uit twee onder­delen:
- de aan de romp bevestigde transducer
- het beeldscherm.
De transducer genereert een ultrasonische trilling (geluid dat niet door het menselijk oor waarneembaar is), dat zich naar de bodem be­weegt met een snelheid van zo’n 1463 m/sec, terwijl het zich in kegelvorm uitspreidt.
Wanneer de trilling een voorwerp, zoals een vis, of de bodem tegenkomt, wordt dit gedeeltelijk terug naar de boot gereflecteerd als een echo. De diepte van het voorwerp of de bodem wordt berekend door de FISH 4500/4600 door de tijd te meten tussen het verzenden van de trilling en de ontvangst van de echo. Wanneer de echo is ontvangen wordt de volgende trilling verzonden.
De FISH 4500/4600 zet elke echo om in een elektronisch signaal, dat als een verticale lijn
of pixels op het scherm wordt/worden weerge­geven. De meest recente echo verschijnt aan de meest rechtse kant van het beeldscherm, terwijl de oudere echo’s naar links ‘scrollen’ om uiteindelijk van het scherm te verdwijnen.
De scroll-snelheid hangt af van de waterdiepte en de scroll-snelheidinstelling. Zie sectie 3-2 Instelling > Sonar, en sectie 4-1, voor meer informatie.
Hoe de echo’s worden weergegeven is afhan­kelijk van:
de fishfinder-instellingen (geselecteerde
echo’s (verschillende vis-, bodem-, wrak-
ruis (waterhelderheid en luchtbellen).
Zie sectie 4-1 Verklaren van het beeldscherm, voor meer informatie.
frequentie-, bereik- en toename-instel­lingen)
en zeewiersoorten)
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding45
2 Standaard bediening
Toetsnamen
Ga naar het sonarbeeldscherm indien geen menu wordt weergegeven. Indien wel een menu wordt
ESC
weergegeven worden alle veranderingen gewist en gaat u terug naar het voorgaande menu.
Geeft het beeldschermmenu weer
DISP
Curs ortoetsen bewegen de keuze- highlight en
, ,
veranderen instellingen
Druk eenmaal om het optiemenu weer te geven;
MENU
druk nogmaals voor het instellingmenu
ENT
Bev est igt veran deringen of la at he t Toename (gevoeligheid)beheer zien voor het sonarscherm.
Vergroot het bereik
+
_
Verkleint het bereik
Selecteert handmatig, kruis- of visstand
AUTO
Verandert de frequentie tussen 50 kHz en 200 kHz
50/200
Stroom Aan en Uit; laat de beeldschermtoetsen zien
Toetsengebruik
De fishfinder werkt met menu’s.
Om een menu-item te selecteren:
1. Druk op of om de highlight naar het
item toe te bewegen.
2. Druk op ENT om het item te selecteren.
Om een nummer, woord of instelling te veranderen:
1. Gebruik de cursortoetsen , , , om een nummer, een woord of instelling te highlighten en (een) verandering(en) aan te brengen.
2. Druk op ENT om te bevestigen; ESC om te wissen.
Stroom aan / Autopower
Druk op om de fishfinder in te schakelen.
Indien de fishfinder is aangesloten op autopower, wordt het automatisch ingeschakeld als de boot
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding 46
wordt gestart. Hierdoor worden de machine­urenteller en de optionele brandstoffuncties geactiveerd. Een titelbeeldscherm wordt kort
weer gegeven. Vervolge ns komt alleen de eer ste keer dat de fishfinder wordt inge -
schakeld het instellingmenu in beeld. Gebruik dit menu om de taal te kiezen (zie sectie 3-1 Instelling > Systeem) en eenheden (zie sectie 3-6 Instelling > Eenheden).
Alle volgende keren wordt het titelbeeldscherm gevolgd door het beeldscherm dat het meest recentelijk werd gebruikt. Indien de transducer niet is aangesloten, zal boodschap: Simulatie-stand starten? verschijnen. Druk op < of > om tussen Ja,Nee of Nooit te kiezen. (Indien de aansluiting van de transducer niet opzettelijk was verbroken, dient u de fishfin de r uit te scha kelen en verwijzen we naar Problemen oploss en in Appendix C.) Druk op ENT om uw selectie te bevestigen en de start-up module zal verder gaan.
NAVMAN
Stroom uit
Om de fishfinder uit te zetten drukt u op . Een aftelvenster verschijnt. Houdt 3 seconden ingedrukt totdat de fishfinder uitschakelt.
Opmerking: Indien het instrument op autopower is aangesloten (sectie 6-5 bedra­dingsmogelijkheden) dan kan de fishfinder al­leen worden uitgeschakeld indien het contact van de boot wordt uitgeschakeld.
Simulatiestand
Een interne simulator stelt gebruikers in staat om op de wal te leren hoe de fishfinder werkt.
In de simulatiestand flikkert onderin het beeld-scherm het woord Simuleer. De fishfinder genereert data zodanig dat de be­langrijkste beeldschermen te gebruiken zijn.
Gebruik Ins telling > Sim ulatie als volgt:
1. Druk op MENU totdat het instellingmenu wordt weergegeven.
2. Highlight Simuleer.
3. Druk op ENT om te (de-)selecteren.
Aanpassen achtergrondverlicht­ing
Het beeldscherm en de toetsen worden verlicht met een keuze uit 16 helderheidsniveaus. Om het achtergrondlicht te veranderen:
1. Druk kort op om de toetsen weer te geven.
2. Druk op < om te dimmen of op > voor feller licht.
3. Druk op ENT om de instelling te bewaren.
Druk twee keer op om terug te keren naar de maximale achtergrondlichtinstelling. Druk op
ESC om het programma te verlaten.
Handmatig, kruis- of visstand
Druk op AUTO om een van de drie gebruiks­standen te kiezen:
Kruisstand. Gebruik deze stand indien u vaart. De FISH 4500/4600 geeft dan duidelijk de diepte weer en past automa­tisch Bereik en Toename aan zodat het bodemtracé wordt weergegeven. Diepte wordt in grote cijfers weergegeven.
Visstand. Gebruik deze stand indien u vist. De FISH 4500/4600 geeft vis, het bodemprofiel, wrakken, rotsen en andere details, die helpen vis te vinden, duidelijk weer. Bereik en Toename worden ge­optimali-seerd om de gevoeligheid en visvindende capaciteiten te verhogen.
Handmatige stand. Gebruik deze
stand om de visvindende capaciteiten van de FISH 4500/4600 nauwkeurig in te stellen. De beste resultaten worden meestal bereikt op deze stand, maar om de optimale instelling voor verschillende condities te bepalen zijn oefening en er­varing nodig. Toename, toenamedrempel, trillings-lengte en trillingssterkte kunnen aangepast worden. De handmatige stand bewaart uw meest recente instelling, zodat u deze niet steeds wanneer u deze stand kiest opnieuw hoeft in te stellen.
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding47
3 De FISH 4500/4600 instelling
Druk nogmaals op MENU om het instel­lingmenu weer te geven. Kies vervolgens met
behulp van de cursortoetsen een specifieke optie. (Sectie 2, Standaard bediening, geeft in meer detail het toetsengebruik weer.)
Het instellingmenu en opties
Systeem – zie sectie 3-1
Brandstof – zie sectie 3-3
Alarmen – zie sectie 3-5
Het Instellingmenu en de opties zijn onderstaand samengevat. De standaard fabrieksinstelling
wordt indien van toepassing weergegeven.
Elke instellingsmenuoptie wordt uitgelegd in de volgende secties.
Sonar – zie sectie 3-2
Loggen – zie sectie 3-4
Eenheden – zie sectie 3-6
Communicatie – zie sectie 3-7
Kalibratie – zie sectie 3-8
Simulatie – zie sectie 2
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding 48
NAVMAN
3-1 Instelling > Systeem
Druk nogmaals op MENU totdat het instel­lingmenu wordt weergegeven en kies dan systeem:
Taal
Kies de taal voor het beeldscherm. De keuze­mogelijkheden zijn: Engels, Italiaans, Frans, Duits, Spaans, Nederlands, Zweeds, Portu­gees, Fins en Grieks.
Tip: Indien u de huidige taal niet kunt lezen, kunt u bovenin het systeemmenuscherm de taal veranderen.
Licht
Het achter gr ondverl ic htingsb eh eer wordt weergegeven. De balk geeft het huidige achter­grondverlichtingsniveau weer.
Toetsenpiep
Schakelt de piep wanneer een toets wordt inge­drukt in of uit.
Auto power uit
Kies Aan zodat de fishfinder automatisch wordt uitgeschakeld als het contact van de boot wordt
3-2 Instelling > Sonar
Druk een of meerdere keren op MENU totdat het instellingmenu wordt weergegeven, en kies dan Sonar:
uitgeschakeld. Dit is alleen van toepassing in­dien het instrument op Autopower is aangeslo­ten. Zie sectie 6-5 Bedradingsmogelijkheden.
Stijl
Gebru ik dit om het uite rlijk van de FIS H 4500/4600 interface te kiezen. Kies Klassiek indien u voor de fishfinder dezelfde stijl wenst als voor de TRACKER 5500. Anders kunt u 3D kiezen voor een sterk, proportioneel let­tertype.
Fabrieksinstelling
Deze optie brengt alle fishfinder instellingen (met uitzondering van de taal) terug naar de standaard fabrieksinstelling zoals weergegeven in sectie 3 De FISH 4500/4600 instelling.
Een waarschuwin gsvenster vraagt: Ze ke r we t e n? Kies Ja en druk BEVES TIG ter bevestiging.
Sonar (alleen voor FISH 4600)
Selecteren om solarfuncties in te schakelen. De-selecteren indien het instrument alleen als Smartcraft-beeldscherm gebruikt gaat worden.
SmartCraft (Alleen voor FISH 4600)
Selecteren om Smartcraft-functies in te schake­len. SmartC raft is al leen verkrijgb aar me t bepaalde Mercury-motoren; hiervoor is een optionele SmartCraft Gateway benodigd.
Frequentie
U heeft de keuze uit 200 kHz, 50 kHz en Gemengd. Voor informatie over het kiezen van
de geschiktste frequentie voor de watercondi­ties verwijzen we u naar sectie 4-2 Enkele en dubbele frequentie fishfinding.
Scrolsnelheid
Gebruik dit om de scrollsnelheid van het beeld­scherm in te stellen. U hebt de keuze uit: Heel snel, Snel, Medium, Langzaam, en Rust. De diepte van het water is ook van invloed op de snelheid van het scherm.
Snellere scrollsnelheden in combinatie met een lage vaarsnelheid (tussen de 2 en 6 knopen) geeft de vissen met de grootste precisie weer. Medium of Langzaam scrollsnelheden resul­teren in sonar informatieweergave over een langere periode, maar in minder detail. Zie
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding49
sectie 4-1 Verklaren van het beeldscherm, voor meer informatie.
Vissymbolen
Deze verschijnen alleen op de voornaamste sonarbeeldschermen. Vissymbolen kunnen op drie manieren worden weergegeven:
• Als een vissymbool (Aan).
• Als een vissymbool met diepte (Aan + diepte). De diepte wordt naast het vis­symbool weergegeven.
• Uitgeschakeld (Uit) zodat de echo’s niet in vissymbolen worden veranderd, maar direct worden weergegeven.
Visfilter
Gebruik dit om het kleinste vissymbool weerge­geven te zien. U hebt de keus uit: Klein, Middel en Groot.
Cijfergrootte
Gebruik dit om de diepteweergave op de sonar­beeldschermen te verwijderen of veranderen. U hebt de keus uit: Klein, Middel en Groot.
Visgevoeligheid
Gebruik deze functie om het minimale vis­waarn eming snive au aan te passen . Kie s Hoog om het maximale aantal vissen waar te nemen.
Dieptelijn
Dit is een horizontale lijn die op en neer kan worden bewogen door gebruik te maken van de
of cursortoetsen. De dieptelijnen kunnen gebruikt worden om de diepte te vinden van een vis of een ander weergegeven voorwerp. In het sonar zoombeeldscherm markeert de dieptelijn het midden van het gezoomde gebied.
Indien geselecteerd zal dit op alle sonarbeeld­schermen worden weergegeven.
Kleurenbalk
Dit laat de kleuren zien die gebruikt zijn in het geselecteerde kleurenpalet.
Indien geselecteerd zal dit worden weerge­gev en in de linker bene den hoe k van alle sonarbeeldschermen.
Zoombalk
Dit geeft het verticale bereik weer, dat wordt vergroot in de zoomsectie.
Indien geselecteerd zal dit worden weerge­geven als een verticale scroll-bar aan de rech­terkant van alle sonarbeeldschermen.
Palet
Gebruik dit om uw kleurenpalet te selecteren. Elke kleur op het palet 3staat voor een andere echosterkte, zoals aangeg even op de so­narschermen.
U heeft de keuze uit vijf kleurenpaletten: zwart, blauw, wit, levendig en 8 kleuren. De eerste vier laten meer detail zien, terwijl het 8-kleurenpalet een groter onderscheid van signaalsterkte mogelijk maakt tussen de naast elkaar liggende kleuren. Voor het 16-kleuren­palet staat elke kleur voor een signaalbereik van 1.5 dB. Voor het 8-kleurenpalet beslaat elke kleur 3 dB signaalbereik.
Storingsfilter
Dit filtert het echosignaal ter vermindering van storende harde geluiden, zoals motorlawaai.
Selecteren om filter toe te voegen..
Trillingslengte
Dit kan gebruikt worden om de lengte van de uitgezonden ultrasonische trilling te spe­cificeren. Een korte trillingslengte zorgt voor meer beeldschermprecisie, maar heeft niet zoveel energie en reikt dus niet zo ver in het water als een langere trilling.
U heeft de keuze uit Auto, Kort, Medium, of Lang. De Auto stand wordt aanbevolen.
Trillingssterkte
Dit kan gebruikt worden om de sterkte van de output van de uitgezonden ultrasonische trilling te specificeren. Een lage sterkte neemt niet veel stroom van de accu en geeft een helder beeld in ondiep water.
U heeft de keuze uit Auto, Kort, Medium, of Lang. De Auto stand wordt aanbevolen.
3-3 Instelling > Brandstof
Deze functies kunnen alleen worden gebruikt indien de optionele enkele of twinmotor brand­stofkit is geïnstalleerd.
Druk een of meerdere keren op MENU totdat het Instellings menu wordt weergegeven en kies dan Brandstof:
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding 50
Waarschuwing
NAVMAN brandstofkits zijn alleen geschikt voor benzinemotoren.
Brandstofverbruik kan drastisch verand­eren, afhankelijk van de boots lading en de zeecondities. Neem altijd voldoende brand­stof mee voor de reis, plus een reserve.
NAVMAN
We bevelen aan dat het volume van de ben­zinetank wordt gemeten door de tank leeg te laten lopen en dan volledig te vullen. Na het vullen leest u het aantal liters af van de ben­zinepompmeter.
Opmerking: Pas op voor luchtbellen, speciaal in ondervloerse tanks.
Volle tank
Kies Ta n k v o l elk e kee r wanneer de brandstoftank(s) volledig gevuld worden. Wan­neer u gevraagd wordt Zeker weten? kiest u dan Ja. Indien u dit niet doet, is de aflezing op het brandstofbeeldscherm (zie sectie 5-6 Brandstofbeeldscherm) waardeloos en het Weinig brandstof-alarm (zie sectie 3-5 Instel­ling > Alarmen) is nietszeggend.
Instelling resterend
Voordat u de tank ten dele opvult of handmatig brandstof uit de tank verwijdert (bijv. door het over te tappen):
1. Noteer de Resterend aflezing op het
Brandstofscherm.
2. Noteer hoeveel brandstof toegevoegd of
verwijderd wordt.
3. Bereken hoeveel brandstof zich nu in de
tank bevindt.
4. Kies Instellen resterend en pas de
afgelezen hoeveelheid aan. Het is belangrijk dat u dit doet telkens wanneer er brandstof wordt toegevoegd of verwijderd, omdat anders de aflezing op het brandstof-bee­ldscherm (zie sectie 5-6 Brandstofbeeldscherm) waardeloos is en het Weinig brandstof-alarm (zie sectie 3-5 Instelling > Alarmen) nietszeggend.
Wis verbruik
Kies Wis ver bru ik om Ve rbruikt (de hoeveelheid verbruikte brandstof) in te stellen. Doe dit wanneer u wilt beginnen de hoeveelheid brandstof te meten die wordt verbruikt over een zekere afstand.
Wanneer wordt gevraagd Zeker weten? kiest u Ja.
Tankafmeting
Voer de inhoud van de brandstoftank in.
Aantal motoren
Stel het aantal motoren in op 0, 1, of 2. Indien 0 wordt gekozen wordt de brandstoffunctie uitgezet.
Kalibreren
Zie sectie 3-8 Instelling > Kalibreren voor informa ti e ove r het kal ibreren van (een) brandstoftransducer(s)
Flowfilter
De meeste motoren nemen geen constante hoeveelheid be nzine uit de tank. Om een stabiele brandstof-flow-aflezing te krijgen, be­rekent de fishfinder de flow-waarde(s) door het gemiddelde van meerdere lezingen te nemen. Gebruik het flowfilter om de periode waarover het gemiddelde wordt genomen in te stellen.
Voor twinmotoren dient de brandstof-flow voor elke motor afzonderlijk ingesteld te worden.
Het flowfilter kan worden ingesteld van 0 tot 30 seconden. Gebruik de laagste waarde die een stabiele flow-waarde geeft. Normaalgesproken geeft een waarde van 5 tot 10 seconden een goed result aat vo or tweetakt carbur ateur­motoren. Injectie- of viertaktmotoren hebben wellicht een hogere waarde nodig.
Dit is van invloed op de Brandstof-flow en het Brandstofverbruik op het Brandstof­scherm (zie sectie 5-6 Brandstofbeeldscherm), maar het heeft geen invloed op de Brandstof verbruikt.
Snelheidsbron
Selecteer sne lh ei ds input van watersnel­heidstransducer of externe GPS-bron (een externe GPS-bron dient via NavBus of NMEA­communicatie op de Fishfinde r te wo rden aangesloten – Zie sectie 3-7 Instelling > Com­municatie.)
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding51
3-4 Instelling > Loggen
Druk een of meerdere keren op MENU totdat het Instellings menu wordt weergegeven en kies Loggen:
De waarden kunnen onafhankelijk van elkaar worden veranderd. Deze logwaarden worden bewaard wanneer het instrument wordt uitge­schakeld.
Reset trip afst
Dit zal de tripafstand naar nul resetten.
Reset totale afst
Deze optie zal de totale afstan d naar nul resetten.
Machine-uren resetten
Gebruik deze optie om de machine-uren naar nul te resetten. Dit kan handig zijn nadat de motor een onderhoudsbeurt heeft gehad of om het aantal machine-uren tussen onderhoudsbeurten bij te houden.
3-5 Instelling Alarmen
Druk een of meerdere keren op MENU totdat het Instellings menu wordt weergegeven en kies Alarmen:
Reactieinstellingen kunnen worden ged efi­nieerd al naar gelang geschiktheid voor de boot of naar persoonlijke voorkeur:
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding 52
Symbool Alarm- Toeter- Alarmconditie wordt naam periode bereikt wanneer:
Te 1/5 sec diepte is minder dan ondiep de alarmreactiewaarde
Te 1/2 sec diepte is groter dan diep de alarmreactiewaarde Vis 1 korte Echo komt overeen met pieptoon het piepprofiel van een VIS. Temp. 1/2 sec temperatuur komt overeen met alarmreactiewaarde Temp. 1/2 sec Waarde van ratio temperatuurverandering komt overeen met de alarmreactiewaarde Accu 1/2 sec Voltage accu is bijna minder dan de leeg alarmreactiewaarde Weinig 1/2 sec Resterende brandstof branstof overeen met de alarmreactiewaarde
Alarmen kunnen worden ingesteld om automa­tisch bepaalde condities te herkennen, zoals te ondiep water. Alarmen die zijn ingeschakeld zijn zichtbaar als een zwart icoon in het alarmstatus­venster of op het sonarbeeldscherm.
Wanneer een alarm dat is ingeschakeld afgaat, zal de toeter afgaan, komt er een alarmboodsc­hap op het scherm en wordt het alarmsta-tus­icoon in rood weergegeven.
Druk op ENT of ESC om een alarm te bevesti- gen, de toeter te stoppen en het alarmvenster te sluiten. Dit zet het alarm niet uit.
NAVMAN
Loading...
+ 28 hidden pages