De FISH 4500/4600/4600 is standaard ingesteld op de volgende eenheden: voet, °F
(Fahrenheit), US gallons en knopen. Zie sectie 3-6 Instelling > Eenheden om de eenheden
te veranderen.
BELANGRIJK
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het instrument en de transducers zodanig te installeren en gebruiken dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële
schade worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor
goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK VAN DIT
PRODUCT WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE KUNNEN WORDEN VEROORZAAKT
(INCLUSIEF MOTORSCHADE) OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Bepalende taal: Deze bepaling, alle handleidingen, gebruiksaanwijzingen en andere informatie gerelateerd aan het product (Documentatie), zouden kunnen worden vertaald, of zijn
vertaald uit een andere taal (Vertaling). Als er strijdigheden zijn tussen enige Vertaling van
de Documentatie dan is de Engelstalige versie van de Documentatie de officiële versie van
de Documentatie.
Brandstofcomputer: Brandstofverbruik kan drastisch veranderen, afhankelijk van de boots
lading en de zeecondities. De brandstofcomputer dient daarom niet als enige bron van
informatie te worden gebruikt m.b.t. de beschikbare hoeveelheid brandstof aan boord. De
elektronische informatie dient aangevuld te worden met visuele of andere controles van de
hoeveelheid brandstof. Dit is noodzakelijk i.v.m. gebruikersfouten, zoals het vergeten te resetten
van de gebruikte brandstof wanneer de tank wordt bijgevuld, het lopen van de motor terwijl de
brandstofcomputer niet ingeschakeld is of andere gebruikersacties die ervoor kunnen zorgen
dat het instrument onnauwkeurig is. Neem altijd voldoende brandstof mee voor de reis, plus
een reserve voor onvoorziene omstandigheden.
Deze handleiding geeft de FISH 4500/4600/4600 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door
te voeren.
6-6 Systemen van meerdere instrumenten .......................................................73
6-7 Schoonmaak en onderhoud ........................................................................74
Appendix A - Specificaties .....................................................................75
Appendix B – Afmetingen ......................................................................76
Appendix C – Problemen oplossen ......................................................77
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding43
1 Inleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor een Navman
Fishfinder. Het is nut tig om voor installatie
en gebrui k deze handleiding grondig door
te lezen.
Deze handleiding beschrijft hoe u de FISH
4500/4600/4600 en de bijbehorende dubbele
frequentie spiegeltransducer dient te installeren
en in te stellen. (Indien een ‘door-de-huid’transducer wordt gebruikt verwijzen we u naar
de handleiding die daarbij geleverd wordt.)
Deze handleiding legt ook uit hoe u de FISH
4500/4600 op een effectieve manier gebruikt
en geeft tips voor het oplossen van problemen
en voor optimaal functioneren.
Belangrijk
Het is van vitaal belang voor het functioneren van de fishfinder dat de transducer
op de juiste plaats wordt geïnstalleerd.
Volg daartoe de installatie-instructies met
grote zorg.
1-1 Voordelen van de FISH 4500/4600
De FISH 4500/4600/4600 is een kwalitatief
hoogwaardige sonar fishfinder met een dubbele frequentie die wordt geleverd met een
transducer. Het gebruikt TFT (Thin Film Transistor)-technologie voor een beeldscherm dat in
daglicht goed leesbaar is en dat ’s nachts gedimd kan worden. De bevestigingsbeugel geeft u
de mogelijkheid om de fishfinder te draaien en
kantelen voor optimaal afleesgemak.
De kleuren op de sonarbeeldschermen zijn
regelbaar, met een keuze uit vier 16-kleuren
paletten en een 8-kleuren palet. De kleuren
zijn representatief voor verschillende signaalsterktes, zodat de sonarbeeldschermen eenvoudig te lezen zijn.
De dubbele frequentie maakt het mogelijk
voor de FISH 4500/4600/4600 om te worden
gebruikt voor weergave:
• Bij een hoge frequentie van 200 kHz
• Bij een lage frequentie van 50 kHz
• Beide frequenties naast elkaar op een
gesplitst beeldscherm
• Beide frequenties gecombineerd op een
enkel beeldscherm.
Deze mogelijkheid maakt het, samen met een
variabele stroomoutput van maximaal 600 W
RMS, mogelijk dat de FISH 4500/4600/4600
zowel in diep als ondiep water goed functioneert.
De FISH 4500/4600 kan de bodem waarnemen
op een diepte van 1000 m, afhankelijk van de
helderheid van het water, de gekozen ultrasonische frequentie en het type transducer.
De NAVMAN fishfinder kan gebruikt worden om
vis te vinden of om kenmerken op de bodem te
lokaliseren, zoals riffen of wrakken en om middels een bodemprofiel te helpen uw favoriete
visplek te herkennen.
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding44
De NAVMAN fishfinder kan ook een navigatiehulp zijn door diepte-informatie te geven zodat
de dieptecontouren op kaarten geïdentificeerd
kunnen worden. De FISH 4500/4600 is met
name geschikt voor samenwerking met de
TRACKER 5500 - NAVMAN’s GPS chartplotter
met kleurenscherm en wereldwijd bereik. Deze
twee instrumenten kunnen op elkaar worden
aangesloten via NavBus of NMEA, zodat data
kan worden gedeeld.
BELANGRIJK E OPMER KING OVER GEBRUIK. Hoewel fishfinders kunnen worden
gebruikt als een navigatiehulpmiddel, wordt
precisie door veel factoren beperkt, inclusief
de plaats van de transducer. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om zich ervan
te verzekeren dat de NAVMAN fishfinder correct
wordt geïnstalleerd en gebruikt.
Met een optionele brandstofkit wordt de FISH
4500/4600 een geraffineerde en gemakkelijk
te gebruiken brandstofcomputer.
Alle NAVMAN 4000-serie fishfinders gebruiken onze nieuwe NAVMAN SBN-technologie
voor sonarverwerking om signaalverster-king,
bodemherkenning en ruisond erdr ukki ng te
verbeteren.
SBN-technologie maakt gebruik van digitale
adaptieve algoritmes die alle teruggezonden
signalen versterken. Tegelijkertijd gebruikt SBN
actieve geruisonderdrukking om sto ringen,
die door fishfinders vaak als juiste informatie
worden gezien, tegen te gaan.
Door het gebruik van SBN-technologie kan de
fishfinder reflecties van elke trilling analyseren,
wordt onjuiste retourinformatie eruit gefilterd en
wordt weergegeven wat zich in het water onder
de boot bevindt. Zie sectie 4-1 Verklaren van
het beeldscherm, voor meer informatie.
NAVMAN
1-2 Hoe de FISH 4500/4600 werkt
De FISH 4500/4600 bestaat uit twee onderdelen:
- de aan de romp bevestigde transducer
- het beeldscherm.
De transducer genereert een ultrasonische
trilling (geluid dat niet door het menselijk oor
waarneembaar is), dat zich naar de bodem beweegt met een snelheid van zo’n 1463 m/sec,
terwijl het zich in kegelvorm uitspreidt.
Wanneer de trilling een voorwerp, zoals een vis,
of de bodem tegenkomt, wordt dit gedeeltelijk
terug naar de boot gereflecteerd als een echo.
De diepte van het voorwerp of de bodem wordt
berekend door de FISH 4500/4600 door de tijd
te meten tussen het verzenden van de trilling
en de ontvangst van de echo. Wanneer de
echo is ontvangen wordt de volgende trilling
verzonden.
De FISH 4500/4600 zet elke echo om in een
elektronisch signaal, dat als een verticale lijn
of pixels op het scherm wordt/worden weergegeven. De meest recente echo verschijnt aan
de meest rechtse kant van het beeldscherm,
terwijl de oudere echo’s naar links ‘scrollen’ om
uiteindelijk van het scherm te verdwijnen.
De scroll-snelheid hangt af van de waterdiepte
en de scroll-snelheidinstelling. Zie sectie 3-2
Instelling > Sonar, en sectie 4-1, voor meer
informatie.
Hoe de echo’s worden weergegeven is afhankelijk van:
• de fishfinder-instellingen (geselecteerde
• echo’s (verschillende vis-, bodem-, wrak-
• ruis (waterhelderheid en luchtbellen).
Zie sectie 4-1 Verklaren van het beeldscherm,
voor meer informatie.
frequentie-, bereik- en toename-instellingen)
en zeewiersoorten)
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding45
2 Standaard bediening
Toetsnamen
Ga naar het sonarbeeldscherm indien geen menu
wordt weergegeven. Indien wel een menu wordt
ESC
weergegeven worden alle veranderingen gewist en
gaat u terug naar het voorgaande menu.
Geeft het beeldschermmenu weer
DISP
Curs ortoetsen bewegen de keuze- highlight en
,
,
veranderen instellingen
Druk eenmaal om het optiemenu weer te geven;
MENU
druk nogmaals voor het instellingmenu
ENT
Bev est igt veran deringen of la at he t Toename
(gevoeligheid)beheer zien voor het sonarscherm.
Vergroot het bereik
+
_
Verkleint het bereik
Selecteert handmatig, kruis- of visstand
AUTO
Verandert de frequentie tussen 50 kHz en 200 kHz
50/200
Stroom Aan en Uit; laat de beeldschermtoetsen zien
Toetsengebruik
De fishfinder werkt met menu’s.
Om een menu-item te selecteren:
1. Druk op of om de highlight naar het
item toe te bewegen.
2. Druk op ENT om het item te selecteren.
Om een nummer, woord of instelling te
veranderen:
1. Gebruik de cursortoetsen , , , om
een nummer, een woord of instelling te
highlighten en (een) verandering(en) aan
te brengen.
2. Druk op ENT om te bevestigen; ESC om
te wissen.
Stroom aan / Autopower
Druk op om de fishfinder in te schakelen.
Indien de fishfinder is aangesloten op autopower,
wordt het automatisch ingeschakeld als de boot
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding46
wordt gestart. Hierdoor worden de machineurenteller en de optionele brandstoffuncties
geactiveerd. Een titelbeeldscherm wordt kort
weer gegeven. Vervolge ns komt alleen de
eer ste keer dat de fishfinder wordt inge -
schakeld het instellingmenu in beeld. Gebruik
dit menu om de taal te kiezen (zie sectie 3-1
Instelling > Systeem) en eenheden (zie sectie
3-6 Instelling > Eenheden).
Alle volgende keren wordt het titelbeeldscherm
gevolgd door het beeldscherm dat het meest
recentelijk werd gebruikt.
Indien de transducer niet is aangesloten, zal
boodschap: Simulatie-stand starten?
verschijnen. Druk op < of > om tussen Ja,Nee
of Nooit te kiezen. (Indien de aansluiting van
de transducer niet opzettelijk was verbroken,
dient u de fishfin de r uit te scha kelen en
verwijzen we naar Problemen oploss en in
Appendix C.)
Druk op ENT om uw selectie te bevestigen
en de start-up module zal verder gaan.
NAVMAN
Stroom uit
Om de fishfinder uit te zetten drukt u op . Een
aftelvenster verschijnt. Houdt 3 seconden
ingedrukt totdat de fishfinder uitschakelt.
Opmerking: Indien het instrument op
autopower is aangesloten (sectie 6-5 bedradingsmogelijkheden) dan kan de fishfinder alleen worden uitgeschakeld indien het contact
van de boot wordt uitgeschakeld.
Simulatiestand
Een interne simulator stelt gebruikers in staat
om op de wal te leren hoe de fishfinder werkt.
In de simulatiestand flikkert onderin het
beeld-scherm het woord Simuleer. De
fishfinder genereert data zodanig dat de belangrijkste beeldschermen te gebruiken zijn.
Gebruik Ins telling > Sim ulatie als
volgt:
1. Druk op MENU totdat het instellingmenu
wordt weergegeven.
2. Highlight Simuleer.
3. Druk op ENT om te (de-)selecteren.
Aanpassen achtergrondverlichting
Het beeldscherm en de toetsen worden verlicht
met een keuze uit 16 helderheidsniveaus. Om
het achtergrondlicht te veranderen:
1. Druk kort op om de toetsen weer te
geven.
2. Druk op < om te dimmen of op > voor
feller licht.
3. Druk op ENT om de instelling te bewaren.
Druk twee keer op om terug te keren naar
de maximale achtergrondlichtinstelling. Druk op
ESC om het programma te verlaten.
Handmatig, kruis- of visstand
Druk op AUTO om een van de drie gebruiksstanden te kiezen:
• Kruisstand. Gebruik deze stand indien
u vaart. De FISH 4500/4600 geeft dan
duidelijk de diepte weer en past automatisch Bereik en Toename aan zodat het
bodemtracé wordt weergegeven. Diepte
wordt in grote cijfers weergegeven.
• Visstand. Gebruik deze stand indien u
vist. De FISH 4500/4600 geeft vis, het
bodemprofiel, wrakken, rotsen en andere
details, die helpen vis te vinden, duidelijk
weer. Bereik en Toename worden geoptimali-seerd om de gevoeligheid en
visvindende capaciteiten te verhogen.
• Handmatige stand. Gebruik deze
stand om de visvindende capaciteiten
van de FISH 4500/4600 nauwkeurig in
te stellen. De beste resultaten worden
meestal bereikt op deze stand, maar om
de optimale instelling voor verschillende
condities te bepalen zijn oefening en ervaring nodig. Toename, toenamedrempel,
trillings-lengte en trillingssterkte kunnen
aangepast worden. De handmatige stand
bewaart uw meest recente instelling,
zodat u deze niet steeds wanneer u deze
stand kiest opnieuw hoeft in te stellen.
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding47
3 De FISH 4500/4600 instelling
Druk nogmaals op MENU om het instellingmenu weer te geven. Kies vervolgens met
behulp van de cursortoetsen een specifieke
optie. (Sectie 2, Standaard bediening, geeft in
meer detail het toetsengebruik weer.)
Het instellingmenu en opties
Systeem – zie sectie 3-1
Brandstof – zie sectie 3-3
Alarmen – zie sectie 3-5
Het Instellingmenu en de opties zijn onderstaand
samengevat. De standaard fabrieksinstelling
wordt indien van toepassing weergegeven.
Elke instellingsmenuoptie wordt uitgelegd in de
volgende secties.
Sonar – zie sectie 3-2
Loggen – zie sectie 3-4
Eenheden – zie sectie 3-6
Communicatie – zie sectie 3-7
Kalibratie – zie sectie 3-8
Simulatie – zie sectie 2
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding48
NAVMAN
3-1 Instelling > Systeem
Druk nogmaals op MENU totdat het instellingmenu wordt weergegeven en kies dan
systeem:
Taal
Kies de taal voor het beeldscherm. De keuzemogelijkheden zijn: Engels, Italiaans, Frans,
Duits, Spaans, Nederlands, Zweeds, Portugees, Fins en Grieks.
Tip: Indien u de huidige taal niet kunt lezen,
kunt u bovenin het systeemmenuscherm de
taal veranderen.
Licht
Het achter gr ondverl ic htingsb eh eer wordt
weergegeven. De balk geeft het huidige achtergrondverlichtingsniveau weer.
Toetsenpiep
Schakelt de piep wanneer een toets wordt ingedrukt in of uit.
Auto power uit
Kies Aan zodat de fishfinder automatisch wordt
uitgeschakeld als het contact van de boot wordt
3-2 Instelling > Sonar
Druk een of meerdere keren op MENU totdat
het instellingmenu wordt weergegeven, en
kies dan Sonar:
uitgeschakeld. Dit is alleen van toepassing indien het instrument op Autopower is aangesloten. Zie sectie 6-5 Bedradingsmogelijkheden.
Stijl
Gebru ik dit om het uite rlijk van de FIS H
4500/4600 interface te kiezen. Kies Klassiek
indien u voor de fishfinder dezelfde stijl wenst
als voor de TRACKER 5500. Anders kunt u
3D kiezen voor een sterk, proportioneel lettertype.
Fabrieksinstelling
Deze optie brengt alle fishfinder instellingen (met
uitzondering van de taal) terug naar de standaard
fabrieksinstelling zoals weergegeven in sectie 3
De FISH 4500/4600 instelling.
Een waarschuwin gsvenster vraagt: Ze ke r we t e n? Kies Ja en druk BEVES TIG ter
bevestiging.
Sonar (alleen voor FISH 4600)
Selecteren om solarfuncties in te schakelen.
De-selecteren indien het instrument alleen
als Smartcraft-beeldscherm gebruikt gaat
worden.
SmartCraft (Alleen voor FISH 4600)
Selecteren om Smartcraft-functies in te schakelen. SmartC raft is al leen verkrijgb aar me t
bepaalde Mercury-motoren; hiervoor is een
optionele SmartCraft Gateway benodigd.
Frequentie
U heeft de keuze uit 200 kHz, 50 kHz en
Gemengd. Voor informatie over het kiezen van
de geschiktste frequentie voor de watercondities verwijzen we u naar sectie 4-2 Enkele en
dubbele frequentie fishfinding.
Scrolsnelheid
Gebruik dit om de scrollsnelheid van het beeldscherm in te stellen. U hebt de keuze uit: Heel snel, Snel, Medium, Langzaam, en Rust.
De diepte van het water is ook van invloed op
de snelheid van het scherm.
Snellere scrollsnelheden in combinatie met een
lage vaarsnelheid (tussen de 2 en 6 knopen)
geeft de vissen met de grootste precisie weer.
Medium of Langzaam scrollsnelheden resulteren in sonar informatieweergave over een
langere periode, maar in minder detail. Zie
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding49
sectie 4-1 Verklaren van het beeldscherm, voor
meer informatie.
Vissymbolen
Deze verschijnen alleen op de voornaamste
sonarbeeldschermen. Vissymbolen kunnen op
drie manieren worden weergegeven:
• Als een vissymbool (Aan).
• Als een vissymbool met diepte (Aan +
diepte). De diepte wordt naast het vissymbool weergegeven.
• Uitgeschakeld (Uit) zodat de echo’s niet
in vissymbolen worden veranderd, maar
direct worden weergegeven.
Visfilter
Gebruik dit om het kleinste vissymbool weergegeven te zien. U hebt de keus uit: Klein, Middel en Groot.
Cijfergrootte
Gebruik dit om de diepteweergave op de sonarbeeldschermen te verwijderen of veranderen. U
hebt de keus uit: Klein, Middel en Groot.
Visgevoeligheid
Gebruik deze functie om het minimale viswaarn eming snive au aan te passen . Kie s
Hoog om het maximale aantal vissen waar
te nemen.
Dieptelijn
Dit is een horizontale lijn die op en neer kan
worden bewogen door gebruik te maken van de
of cursortoetsen. De dieptelijnen kunnen
gebruikt worden om de diepte te vinden van een
vis of een ander weergegeven voorwerp. In het
sonar zoombeeldscherm markeert de dieptelijn
het midden van het gezoomde gebied.
Indien geselecteerd zal dit op alle sonarbeeldschermen worden weergegeven.
Kleurenbalk
Dit laat de kleuren zien die gebruikt zijn in het
geselecteerde kleurenpalet.
Indien geselecteerd zal dit worden weergegev en in de linker bene den hoe k van alle
sonarbeeldschermen.
Zoombalk
Dit geeft het verticale bereik weer, dat wordt
vergroot in de zoomsectie.
Indien geselecteerd zal dit worden weergegeven als een verticale scroll-bar aan de rechterkant van alle sonarbeeldschermen.
Palet
Gebruik dit om uw kleurenpalet te selecteren.
Elke kleur op het palet 3staat voor een andere
echosterkte, zoals aangeg even op de sonarschermen.
U heeft de keuze uit vijf kleurenpaletten: zwart, blauw, wit, levendig en 8 kleuren. De
eerste vier laten meer detail zien, terwijl het
8-kleurenpalet een groter onderscheid van
signaalsterkte mogelijk maakt tussen de naast
elkaar liggende kleuren. Voor het 16-kleurenpalet staat elke kleur voor een signaalbereik
van 1.5 dB. Voor het 8-kleurenpalet beslaat
elke kleur 3 dB signaalbereik.
Storingsfilter
Dit filtert het echosignaal ter vermindering van
storende harde geluiden, zoals motorlawaai.
Selecteren om filter toe te voegen..
Trillingslengte
Dit kan gebruikt worden om de lengte van
de uitgezonden ultrasonische trilling te specificeren. Een korte trillingslengte zorgt voor
meer beeldschermprecisie, maar heeft niet
zoveel energie en reikt dus niet zo ver in het
water als een langere trilling.
U heeft de keuze uit Auto, Kort, Medium,
of Lang. De Auto stand wordt aanbevolen.
Trillingssterkte
Dit kan gebruikt worden om de sterkte van de
output van de uitgezonden ultrasonische trilling
te specificeren. Een lage sterkte neemt niet veel
stroom van de accu en geeft een helder beeld
in ondiep water.
U heeft de keuze uit Auto, Kort, Medium,
of Lang. De Auto stand wordt aanbevolen.
3-3 Instelling > Brandstof
Deze functies kunnen alleen worden gebruikt
indien de optionele enkele of twinmotor brandstofkit is geïnstalleerd.
Druk een of meerdere keren op MENU totdat
het Instellings menu wordt weergegeven
en kies dan Brandstof:
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding50
Waarschuwing
NAVMAN brandstofkits zijn alleen geschikt
voor benzinemotoren.
Brandstofverbruik kan drastisch veranderen, afhankelijk van de boots lading en de
zeecondities. Neem altijd voldoende brandstof mee voor de reis, plus een reserve.
NAVMAN
We bevelen aan dat het volume van de benzinetank wordt gemeten door de tank leeg te
laten lopen en dan volledig te vullen. Na het
vullen leest u het aantal liters af van de benzinepompmeter.
Opmerking: Pas op voor luchtbellen, speciaal
in ondervloerse tanks.
Volle tank
Kies Ta n k v o l elk e kee r wanneer de
brandstoftank(s) volledig gevuld worden. Wanneer u gevraagd wordt Zeker weten? kiest
u dan Ja. Indien u dit niet doet, is de aflezing
op het brandstofbeeldscherm (zie sectie 5-6
Brandstofbeeldscherm) waardeloos en het
Weinig brandstof-alarm (zie sectie 3-5 Instelling > Alarmen) is nietszeggend.
Instelling resterend
Voordat u de tank ten dele opvult of handmatig
brandstof uit de tank verwijdert (bijv. door het
over te tappen):
1. Noteer de Resterend aflezing op het
Brandstofscherm.
2. Noteer hoeveel brandstof toegevoegd of
verwijderd wordt.
3. Bereken hoeveel brandstof zich nu in de
tank bevindt.
4. Kies Instellen resterend en pas de
afgelezen hoeveelheid aan.
Het is belangrijk dat u dit doet telkens wanneer
er brandstof wordt toegevoegd of verwijderd,
omdat anders de aflezing op het brandstof-beeldscherm (zie sectie 5-6 Brandstofbeeldscherm)
waardeloos is en het Weinig brandstof-alarm (zie
sectie 3-5 Instelling > Alarmen) nietszeggend.
Wis verbruik
Kies Wis ver bru ik om Ve rbruikt (de
hoeveelheid verbruikte brandstof) in te stellen.
Doe dit wanneer u wilt beginnen de hoeveelheid
brandstof te meten die wordt verbruikt over een
zekere afstand.
Wanneer wordt gevraagd Zeker weten?
kiest u Ja.
Tankafmeting
Voer de inhoud van de brandstoftank in.
Aantal motoren
Stel het aantal motoren in op 0, 1, of 2. Indien
0 wordt gekozen wordt de brandstoffunctie
uitgezet.
Kalibreren
Zie sectie 3-8 Instelling > Kalibreren voor
informa ti e ove r het kal ibreren van (een)
brandstoftransducer(s)
Flowfilter
De meeste motoren nemen geen constante
hoeveelheid be nzine uit de tank. Om een
stabiele brandstof-flow-aflezing te krijgen, berekent de fishfinder de flow-waarde(s) door het
gemiddelde van meerdere lezingen te nemen.
Gebruik het flowfilter om de periode waarover
het gemiddelde wordt genomen in te stellen.
Voor twinmotoren dient de brandstof-flow voor
elke motor afzonderlijk ingesteld te worden.
Het flowfilter kan worden ingesteld van 0 tot 30
seconden. Gebruik de laagste waarde die een
stabiele flow-waarde geeft. Normaalgesproken
geeft een waarde van 5 tot 10 seconden een
goed result aat vo or tweetakt carbur ateurmotoren. Injectie- of viertaktmotoren hebben
wellicht een hogere waarde nodig.
Dit is van invloed op de Brandstof-flow en
het Brandstofverbruik op het Brandstofscherm (zie sectie 5-6 Brandstofbeeldscherm),
maar het heeft geen invloed op de Brandstof verbruikt.
Snelheidsbron
Selecteer sne lh ei ds input van watersnelheidstransducer of externe GPS-bron (een
externe GPS-bron dient via NavBus of NMEAcommunicatie op de Fishfinde r te wo rden
aangesloten – Zie sectie 3-7 Instelling > Communicatie.)
NAVMAN
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding51
3-4 Instelling > Loggen
Druk een of meerdere keren op MENU totdat
het Instellings menu wordt weergegeven
en kies Loggen:
De waarden kunnen onafhankelijk van elkaar
worden veranderd. Deze logwaarden worden
bewaard wanneer het instrument wordt uitgeschakeld.
Reset trip afst
Dit zal de tripafstand naar nul resetten.
Reset totale afst
Deze optie zal de totale afstan d naar nul
resetten.
Machine-uren resetten
Gebruik deze optie om de machine-uren naar nul
te resetten. Dit kan handig zijn nadat de motor
een onderhoudsbeurt heeft gehad of om het
aantal machine-uren tussen onderhoudsbeurten
bij te houden.
3-5 Instelling Alarmen
Druk een of meerdere keren op MENU totdat
het Instellings menu wordt weergegeven
en kies Alarmen:
Reactieinstellingen kunnen worden ged efinieerd al naar gelang geschiktheid voor de boot
of naar persoonlijke voorkeur:
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding52
Symbool Alarm- Toeter- Alarmconditie wordt
naam periode bereikt wanneer:
Te 1/5 sec diepte is minder dan
ondiep de alarmreactiewaarde
Te 1/2 sec diepte is groter dan
diep de alarmreactiewaarde
Vis 1 korte Echo komt overeen met
pieptoon het piepprofiel van een
VIS.
Temp. 1/2 sec temperatuur komt overeen
met alarmreactiewaarde
Temp. 1/2 sec Waarde van
ratio temperatuurverandering
komt overeen met de
alarmreactiewaarde
Accu 1/2 sec Voltage accu is
bijna minder dan de
leeg alarmreactiewaarde
Weinig 1/2 sec Resterende brandstof
branstof overeen met de
alarmreactiewaarde
Alarmen kunnen worden ingesteld om automatisch bepaalde condities te herkennen, zoals te
ondiep water. Alarmen die zijn ingeschakeld zijn
zichtbaar als een zwart icoon in het alarmstatusvenster of op het sonarbeeldscherm.
Wanneer een alarm dat is ingeschakeld afgaat,
zal de toeter afgaan, komt er een alarmboodschap op het scherm en wordt het alarmsta-tusicoon in rood weergegeven.
Druk op ENT of ESC om een alarm te bevesti-
gen, de toeter te stoppen en het alarmvenster
te sluiten. Dit zet het alarm niet uit.
NAVMAN
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.