De FISH 4350 en de FISH 4380 zijn standaard ingesteld op de volgende eenheden:
voet, °F (Fahrenheit), US gallons en knopen. Zie sectie 3-7 Instelling > Eenheden
om de eenheden te veranderen.
BELANGRIJK
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het instrument en de transducers zodanig te installeren en gebruiken dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële
schade worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor
goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK VAN DIT
PRODUCT WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE KUNNEN WORDEN VEROORZAAKT
(INCLUSIEF MOTORSCHADE) OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Bepalende taal: Deze bepaling, alle handleidingen, gebruiksaanwijzingen en andere informatie gerelateerd aan het product (Documentatie), zouden kunnen worden vertaald, of zijn
vertaald uit een andere taal (Vertaling). Als er strijdigheden zijn tussen enige Vertaling van
de Documentatie dan is de Engelstalige versie van de Documentatie de ofÞ ciële versie van
de Documentatie.
Brandstofcomputer: Brandstofverbruik kan drastisch veranderen, afhankelijk van de boots
lading en de zeecondities. De brandstofcomputer dient daarom niet als enige bron van
informatie te worden gebruikt m.b.t. de beschikbare hoeveelheid brandstof aan boord. De
elektronische informatie dient aangevuld te worden met visuele of andere controles van de
hoeveelheid brandstof. Dit is noodzakelijk i.v.m. gebruikersfouten, zoals het vergeten te resetten
van de gebruikte brandstof wanneer de tank wordt bijgevuld, het lopen van de motor terwijl de
brandstofcomputer niet ingeschakeld is of andere gebruikersacties die ervoor kunnen zorgen
dat het instrument onnauwkeurig is. Neem altijd voldoende brandstof mee voor de reis, plus
een reserve voor onvoorziene omstandigheden.
Deze handleiding geeft de FISH 4350 en de FISH 4380 weer ten tijde van druk. Navman
NZ Limited behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen
door te voeren.
6-5 Systemen van meerdere instrumenten .....................................................81
6-6 Schoonmaak en Onderhoud ......................................................................81
Appendix A - SpeciÞ caties..................................................................... 82
Appendix B - Problemen oplossen....................................................... 83
Appendix C - Contactinformatie............................................................86
NAVMAN
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações60
1 Inleiding
Gefeliciteerd dat u voor een Navman Þ shÞ nder
gekozen heeft. Het is nuttig om voor installatie en
gebruik deze handleiding grondig door te lezen.
Deze handleiding beschrijft hoe u de FISH 4350 of
de FISH 4380 dient te installeren en in te stellen.
We verwijzen naar aparte Transducer installatieinstructies die bij de transducer worden geleverd.
Deze handleiding legt ook uit hoe u de FISH
4350 of de FISH 4380 op een effectieve manier
gebruikt en geeft tips voor het oplossen van
problemen en voor optimaal functioneren.
Belangrijk - Het is van vitaal belang voor
het functioneren van de Þ shÞ nder dat de
transducer op de beste plaats wordt geïnstalleerd. Volg daartoe de installatie-instructies
met grote zorg.
1-1Voordelen van de FISH 4350 en de FISH 4380
De FISH 4350 en de FISH 4380 zijn kwalitatief
hoogwaardige Þ shÞ nders die bij een transducer
worden geleverd. Beide maken gebruik van
TFT- kleurenbeeldscherm-technologie voor
goede leesbaarheid in daglicht. Het LEDachtergrondlicht kan tijdens nachtvissen
gedimd worden. De bevestigingsbeugel geeft
u de mogelijkheid om de Þ shÞ nder te draaien en
kantelen voor optimaal aß eesgemak.
De kleuren op de sonarbeeldschermen zijn
regelbaar, met een keuze uit vier 16-kleuren
paletten en een 8-kleuren palet. De kleuren zijn
representatief voor verschillende signaal-sterktes, zodat de sonarbeeldschermen eenvoudig
te lezen zijn.
Deze functie, gecombineerd met een variabele
stroomoutput van maximaal 200 W RMS, zorgt
ervoor dat de FISH 4350 en de FISH 4380 goed
functioneren in diep en ondiep water.
De FISH 4350 en de FISH 4380 kunnen de bodem tot 180 m diepte waarnemen, afhankelijk
van het type water en de gebruikte transducer.
De Navman Þ shÞ nder kan gebruikt worden om
vis te vinden of om kenmerken op de bodem te
lokaliseren, zoals riffen of wrakken en om middels een bodemproÞ el te helpen uw favoriete
visplek te herkennen.
De Navman Þ shÞ nder kan ook een navigatie-
hulp zijn door diepte-informatie te geven zodat
de dieptecontouren op kaarten geïdentiÞ ceerd
kunnen worden.
BELANGRIJKE OPMERKING OVER GEBRUIK. Hoewel Þ shÞ nders kunnen worden
gebruikt als een navigatiehulpmiddel, wordt
precisie door veel factoren beperkt, inclusief
de plaats van de transducer. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om zich ervan
te verzekeren dat de Navman Þ shÞ nder correct
wordt geïnstalleerd en gebruikt.
Met een optionele brandstofkit wordt de
FISH 4380 een gerafÞ neerde en gemakkelijk
te gebruiken brandstofcomputer.
Alle Navman 4000-serie Þ shÞ nders gebrui-
ken onze nieuwe Navman SBN-technologie
voor sonarverwerking om signaalversterking,
bodemherkenning en ruisonderdrukking te
verbeteren.
SBN-technologie maakt gebruik van digitale
adaptieve algoritmes die alle teruggezonden
signalen versterken. Tegelijkertijd gebruikt SBN
actieve geruisonderdrukking om storingen, die
door Þ shÞ nders vaak als juiste informatie wor-
den gezien, tegen te gaan.
Door het gebruik van SBN-technologie kan de
Þ shÞ nder reß ecties van elke trilling analyseren,
wordt onjuiste retourinformatie eruit geÞ lterd en
wordt weergegeven wat zich in het water onder
de boot bevindt. Zie sectie 4-1 Verklaren van
het beeldscherm, voor meer informatie.
1-2 Hoe de FISH 4350 en de FISH 4380 werken
De FISH 4350 en de FISH 4380 bestaan uit
twee onderdelen:
- de aan de romp bevestigde transducer
- het beeldscherm.
De transducer genereert een ultrasonische
trilling (geluid dat niet door het menselijk oor
waarneembaar is), dat zich naar de bodem beweegt met een snelheid van zo’n 1463 m/sec,
terwijl het zich in kegelvorm uitspreidt.
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações61
Wanneer de trilling een voorwerp, zoals een vis,
of de bodem tegenkomt, wordt dit gedeeltelijk
terug naar de boot gereß ecteerd als een echo.
De diepte van het voorwerp of de bodem wordt
bepaald doordat de FISH 4350 en de FISH
4380 de tijd meten tussen het zenden van een
signaal en de ontvangst van de echo. Wanneer
de echo is ontvangen wordt de volgende trilling
verzonden.
NAVMAN
De FISH 4350 en de FISH 4380 converteren elke echo in een elektronisch signaal
welke als een verticale lijn of pixels worden
weergegeven.
De meest recente echo verschijnt aan de meest
rechtse kant van het beeldscherm, terwijl de oudere echo’s naar links ‘scrollen’ om uiteindelijk
van het scherm te verdwijnen.
De ‘scroll’-snelheid hangt af van de waterdiepte
en de ‘scroll’-snelheidinstelling. Zie sectie 3-2
Instelling > Sonar, en sectie 4-1, voor meer
informatie.
2 Standaard Bediening
Toetsnamen
Keert terug naar voorgaand menu / inzoomen
,
Cursortoetsen bewegen de keuze-highlight en veran-
Veranderingen doorvoeren / uitzoomen
MENU Druk in om Weergave-menu in beeld te krijgen
Druk nogmaals voor het instellingmenu
Hoe de echo’s worden weergegeven is afhankelijk van:
• de Þ shÞ nder-instellingen (bereik en
toename- (v/d gevoeligheid) instellingen)
• echo’s (verschillende vis-, bodem-, wrak-
en zeewiersoorten)
• ruis (waterhelderheid en luchtbellen).
Zie sectie 4-1 Verklaren van het beeldscherm,
voor meer informatie.
deren instellingen / op- en neer scrollen.
+ Vergroot het bereik
_
Indrukken en vasthouden om In en Uit te
schakelen; een keer indrukken geeft toenameinstelling weer. Twee keer indrukken voor instelling
achtergrondlicht.
Toetsengebruik
De Þ shÞ nder werkt met menu’s.
Om een menu-item te selecteren:
1. Druk op
highlighten.
2. Druk op
Om een nummer, woord of instelling te
veranderen:
1. Gebruik de cursortoetsen
verandering(en) door te voeren.
2. Druk op
wissen.
of om het gewenste item te
om het item te selecteren.
of om
om te bevestigen;
om te
NAVMAN
Vasthouden voor Auto-
Verkleint het bereik
bereik
Stroom aan / Autopower
Druk op om de Þ shÞ nder in te schakelen.
Indien de Þ shÞ nder is aangesloten op autopower,
wordt het automatisch ingeschakeld als de boot
wordt gestart. Hierdoor worden de machineurenteller en de optionele brandstoffuncties
geactiveerd. Een titelbeeldscherm wordt kort
weergegeven. Vervolgens komt alleen de
eerste keer dat de Þ shÞ nder wordt ingeschakeld
het instellingmenu in beeld. Gebruik dit menu
om de taal te kiezen (zie sectie 3-1 Instelling >
Systeem) en eenheden (zie sectie 3-7 Instelling
> Eenheden).
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações62
Alle volgende keren wordt het titelbeeldscherm
gevolgd door het beeldscherm dat het meest
recentelijk werd gebruikt.
Indien de transducer niet is aangesloten verschijnt de boodschap: Geen transducer gevonden. Simulatie-stand starten?
in beeld. Druk op of om te selecteren en
om te accepteren.
(Indien de transducer niet opzettelijk was losgemaakt, schakelt u dan de Þ shÞ nder uit en zoek
in de sectie Problemen oplossen in Appendix
B naar een oplossing.)
Stroom uit
Om de Þ shÞ nder uit te zetten drukt u op . Een
aftelvenster verschijnt. Houdt 3 seconden ingedrukt totdat de Þ shÞ nder uitschakelt.
Opmerking: Indien het instrument op autopower is aangesloten (sectie 6-5 bedradingsmogelijkheden) dan kan de Þ shÞ nder al-
leen worden uitgeschakeld indien het contact
van de boot wordt uitgeschakeld.
Een interne simulator stelt
gebruikers in staat om op
de wal te leren hoe de
Þ shÞ nder werkt.
In de simulatiestand ß ikkert
onderin het beeldscherm
het woord Simuleer. De
Þ shÞ nder genereert data
zodanig dat de belangrijkste beeldschermen te
gebruiken zijn.
Aanpassing toename
Toename (gevoeligheid) beïnvloedt de
mate van detail welke
op het beeldscherm
wordt weergegeven.
Zie sectie 4-3 voor
meer informatie.
1. Druk kort op
om toenameinstelling weer te
geven.
2. Druk op of om toename aan te passen.
3. Druk op Ja of Nee om te selecteren.
Druk vervolgens op MENU om te bevestigen en af te sluiten tussen auto en handmatige toename te wisselen.
4. Druk op of MENU om te bevestigen en
af te sluiten.
Aanpassen beeldscherm
Het beeldscherm en de toetsen zijn verlicht,
met een keuze
uit 16 verlichtingsniveaus. Om de
verlichtingsniveaus te
veranderen:
1. Druk twee keer
op
voor instelling achtergrondlicht.
2. Druk op om te
dimmen of voor
helderder licht.
3. Druk op om te bevestigen.
Gebruik Instelling
1. Druk tweemaal op MENU om het Instellingsmenu weer te geven.
2. Highlight Simuleer.
3. Druk
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações63
om Aan of Uit te selecteren.
Simulatie als volgt:
NAVMAN
3 Instelling van de FISH 4350 en de FISH 4380
Druk twee keer op MENU om het Set up-menu weer te geven, kies vervolgens een speciÞ eke optie d.m.v.
of cursortoetsen. (Sectie 2, Standaard bediening, geeft in meer detail het toetsengebruik weer.)
de
Het Instellingmenu en de opties zijn onderstaand samengevat. De standaard fabrieksinstelling wordt
indien van toepassing weergegeven. Elke instellingsmenuoptie wordt uitgelegd in de volgende secties.
Het instellingmenu en opties
Systeem – zie sectie 3-1
Data – zie sectie 3-4
Loggen – zie sectie 3-5
Eenheden – zie sectie 3-7
Sonar – zie sectie 3-2
Brandstof – zie sectie 3-3
Alarmen – zie sectie 3-6
Communicatie – zie sectie 3-8
Simulatie – zie sectie 2
NAVMAN
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações64
Kalibratie – zie sectie 3-9
3-1 Instelling > Systeem
Druk twee keer op MENU om het Setup-menu
weer te geven en selecteer Systeem:
Taal
Kies de taal voor het beeldscherm. De keuzemogelijkheden zijn: Engels, Italiaans, Frans,
Duits, Spaans, Nederlands, Zweeds, Portugees, Fins en Grieks.
Tip: Indien u de huidige taal niet kunt lezen,
kunt u bovenin het systeemmenuscherm de
taal veranderen.
Licht
Het achtergrond-verlichtingsbeheer wordt
weergegeven. De
balk geeft het huidige
achtergrond-verlichtingsniveau weer.
Toetsenpiep
Schakelt de piep wanneer een toets wordt
ingedrukt in of uit.
Auto power uit
Kies Aan zodat de Þ shÞ nder automatisch wordt
uitgeschakeld als het contact van de boot wordt
uitgeschakeld. Dit is alleen van toepassing indien het instrument op Autopower is aangesloten.
Zie sectie 6-5 Bedradingsmogelijkheden.
Sluimerstand
Deze stroomsparende functie
vertraagt de
peilingsnelheid
(tijd tussen
elektronische signalen) naar een door de gebruiker bepaalde interval van 5 min tot 2 uur.
De Þ shÞ nder lijkt uitgeschakeld te zijn maar
alle alarmen functioneren normaal. Om naar
normale bediening terug te keren drukt u op
een willekeurige toets. Ideaal voor gebruik als
ankeralarm.
Fabrieksinstelling
D.m.v. deze functie worden alle Þ shÞ nder-in-
stellingen (behalve de taal) teruggezet naar
de fabrieksinstelling zoals weergegeven in
sectie 3 Instelling van de FISH 4350 en
FISH 4380.
‘Resetten naar fabrieksinstelling?
’ verschijnt. Druk op
lecteren. Druk vervolgens op MENU en om
te bevestigen en af te sluiten.
om Ja of Nee te se-
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações65
NAVMAN
3-2 Instelling > Sonar
Druk twee keer op MENU om het Setup-menu
weer te geven en druk vervolgens op Sonar:
Scrolsnelheid
Gebruik dit om de
scrollsnelheid van het
beeldscherm in te stellen. U hebt de keuze
uit: Heel snel, Snel, Medium, Langzaam,
en Rust. De diepte
van het water is ook
van invloed op de
snelheid van het scherm.
Snellere scrollsnelheden in combinatie met een
lage vaarsnelheid (tussen de 2 en 6 knopen) geeft
de vissen met de grootste precisie weer. Medium
of Langzaam scrollsnelheden resulteren in sonar
informatieweergave over een langere periode,
maar in minder detail. Zie sectie 4-1 Verklaren
van het beeldscherm, voor meer informatie.
VisÞ lter
Gebruik dit om het kleinste vissymbool weergegeven te zien. U hebt de keus uit: Klein, Mid-del en Groot.
Palet
Gebruik dit om uw kleurenpalet te selecteren. Elke
kleur op het palet staat voor een andere echosterkte, zoals aangegeven op de sonarschermen.
U heeft de keuze uit vijf kleurenpaletten:
zwart, blauw, wit, levendig en
8 kleuren. De eerste vier laten meer detail
zien, terwijl het 8-kleurenpalet een groter
onderscheid van signaalsterkte mogelijk maakt
tussen de naast elkaar liggende kleuren. Voor
het 16-kleurenpalet staat elke kleur voor een
signaalbereik van 1.5 dB. Voor het 8-kleurenpalet beslaat elke kleur 3 dB signaalbereik.
Kleurenbalk
Dit laat de kleuren zien die gebruikt zijn in het
geselecteerde kleurenpalet.
Het kan Aan- of uitgeschakeld worden. Als het
Aan is verschijnt het aan de linkeronderkant van
alle sonarschermen.
Cijfergrootte
Gebruik dit om de diepteweergave op de sonarbeeldschermen te verwijderen of veranderen. U hebt de
keus uit: Klein, Middel en Groot.
Bodem vastzetten
Indien Bodem vastzetten Aan is, dan
NAVMAN
beweegt de zoomsectie zich zo dat de bodem
altijd wordt weergegeven in de zoomsectie,
onafhankelijk van veranderingen in diepte.
Indien Bodem vastzetten Uit is, dan wordt
de bodem niet weergegeven in de zoomsectie
wanneer het zich buiten het bereik dat door de
zoombalk wordt weergegeven bevindt.
Het gebruik van de bodem vastzetten- en
A-scope-functies tegelijkertijd kan een goede
hulp zijn bij het herkennen van het bodemtype.
Vissymbolen
Deze verschijnen alleen op de voornaamste sonarbeeldschermen. Vissymbolen kunnen op drie
manieren worden weergegeven:
• Als een vissymbool (Aan).
• Als een vissymbool met diepte (Aan +
diepte). De diepte wordt naast het vissymbool weergegeven.
• Uitgeschakeld (Uit) zodat de echo’s niet
in vissymbolen worden veranderd, maar
direct worden weergegeven.
StoringsÞ lter
Dit Þ ltert het echosignaal ter vermindering van
storende harde geluiden, zoals motorlawaai.
Het kan Aan- of Uitgeschakeld worden.
Datatitel
De datatitel kan In- of Uitgeschakeld worden.
Wanneer het aan staat is het een functie die u zo
in kunt stellen dat er 12 data-items worden weergegeven, zoals vaarsnelheid en brandstofverbruik.
Om het formaat van de datatitel aan te passen
highlight u Afmeting en drukt u op ENT. U heeft
de keuze uit Klein, Middel, Groot.
Om de weergegeven data-items aan te passen:
1. Highlight u Data instelling en drukt u
op BEVESTIG. De datatitel zal zo in formaat
toenemen dat het alle twaalf datavelden weer
kan geven. Sommige datavelden zijn blank.
2. Gebruik de cursortoetsen om van dataveld naar dataveld te bewegen.
3. Druk op ENT op een willekeurig dataveld
om de lijst van data-items die daar kunnen worden weergegeven te zien.
4. Highlight het gewenste data-item en ENT.
Het data-item wordt meteen in dat veld
weergegeven.
5. Druk op ESC wanneer u klaar bent
en de datatitel zal automatisch van
formaat veranderen.
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações66
3-3 Instelling > Brandstof (alleen voor FISH 4380)
Deze functies kunnen alleen worden
gebruikt indien de
optionele enkele of
twinmotor brandstofkit is geïnstalleerd.
Druk een of meerdere keren op
MENU totdat het
Instellings menu
wordt weergegeven en kies dan Brandstof:
Waarschuwing
Navman brandstofkits zijn alleen geschikt
voor benzinemotoren.
Brandstofverbruik kan drastisch veranderen,
afhankelijk van de boots lading en de zeecondities. Neem altijd voldoende brandstof mee
voor de reis, plus een reserve.
We bevelen aan dat het volume van de benzinetank wordt gemeten door de tank leeg te
laten lopen en dan volledig te vullen. Na het
vullen leest u het aantal liters af van de benzinepompmeter.
Opmerking: Pas op voor luchtbellen, speciaal
in ondervloerse tanks.
Volle tank
Kies Tank vol elke keer wanneer de
brandstoftank(s) volledig gevuld worden.
Wanneer u gevraagd wordt Zeker weten?
kiest u dan Ja. Indien u dit niet doet, is de aflezing op het brandstofbeeldscherm (zie sectie
5-5 Brandstofbeeldscherm) waardeloos en het
Weinig brandstof-alarm (zie sectie 3-5 Instelling > Alarmen) is nietszeggend.
Instelling resterend
Voordat u de tank ten dele opvult of handmatig
brandstof uit de tank verwijdert (bijv. door het
over te tappen):
1. Noteer de Resterend aß ezing op het
Brandstofscherm.
2. Noteer hoeveel brandstof toegevoegd of
verwijderd wordt.
3. Bereken hoeveel brandstof zich nu in de
tank bevindt.
4. Kies Instellen resterend en pas de
afgelezen hoeveelheid aan.
Het is belangrijk dat u dit doet telkens wanneer er
brandstof wordt toegevoegd of verwijderd, omdat
anders de aß ezing op het brandstofbeeldscherm
(zie sectie 5-6 Brandstofbeeldscherm) waardeloos is en het Weinig brandstof-alarm (zie sectie
3-5 Instelling > Alarmen) nietszeggend.
Wis verbruik
Kies Wis verbruik om Verbruikt (de hoe-
veelheid verbruikte brandstof) in te stellen. Doe
dit wanneer u wilt beginnen de hoeveelheid
brandstof te meten die wordt verbruikt over
een zekere afstand.
Wanneer wordt gevraagd Zeker weten?
kiest u Ja.
Tankafmeting
Voer de inhoud van de brandstoftank in.
Aantal motoren
Stel het aantal motoren in op 0, 1, of 2. Indien
0 wordt gekozen wordt de brandstoffunctie
uitgezet.
Kalibreren
Zie sectie 3-8 Instelling > Kalibreren voor
informatie over het kalibreren van (een)
brandstoftransducer(s)
FlowÞ lter
De meeste motoren nemen geen constante hoeveelheid benzine uit de tank. Om een stabiele
brandstof-ß ow-aß ezing te krijgen, berekent de Þ shÞ nder de ß ow-waarde(s) door het gemid-
delde van meerdere lezingen te nemen. Gebruik het ß owÞ lter om de periode waarover het
gemiddelde wordt genomen in te stellen.
Voor twinmotoren dient de brandstof-ß ow voor
elke motor afzonderlijk ingesteld te worden.
Het ß owÞ lter kan worden ingesteld van 0 tot 30
seconden. Gebruik de laagste waarde die een
stabiele ß ow-waarde geeft. Normaalgesproken
geeft een waarde van 5 tot 10 seconden een
goed resultaat voor tweetakt carburateurmotoren. Injectie- of viertaktmotoren hebben wellicht
een hogere waarde nodig.
Dit is van invloed op de Brandstof-ß ow en
het Brandstofverbruik op het Brandstofscherm (zie sectie 5-5 Brandstofbeeldscherm),
maar het heeft geen invloed op de Brandstof verbruikt.
FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações67
NAVMAN
Loading...
+ 21 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.