5-1 Wat is er bij de NA VMAN fishfinder inbegrepen?....................................................... 18
5-2 Opties en Accessoires............................................................................................... 18
5-3 Het monteren van de NA VMAN Fishfinder Display Unit ............................................. 18
5-4 Verbinden van Bedrading........................................................................................... 19
5-5 Een FISH 4150 aan andere instrumenten koppelen ................................................... 20
Bijlage A - Specificaties ................................................................................... 21
Bijlage B - Problemen oplossen ..................................................................... 22
Bijlage C - Contactinformatie .........................................................................115
NAVMAN fishfinders zijn ingesteld met de standaardeenheden voet, °F (Fahrenheit) en knopen.
Zie paragraaf 4-2 van deze handleiding voor het wijzigen van de eenheden.
BELANGRIJK
Het is uitsluitend en geheel de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het instrument en de transducers te installeren
en gebruiken op een manier die geen ongelukken, schade aan personen of zaken veroorzaakt. De gebruiker van dit
product is geheel verantwoordelijk voor de naleving van vaarregels voor de veiligheid.
NAVMAN NZ LIMITED STEL T ZICH NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIG GEBRUIK V AN DIT PRODUCT OP EEN MANIER
DIE ONGELUKKEN OF SCHADE KAN VEROORZAKEN OF DE WET OVERTREEDT.
Heersende Taal: Deze verklaring, de bedieningshandleidingen, gebruikersgidsen en andere informatie met betrekking tot dit
product (Documentatie) mogen worden vertaald naar, of zijn vertaald uit een andere t aal (Vert aling). In geval van tegenstrijdigheid
tussen Vertalingen van de Documentatie, zal de Engelse versie van de Document atie de officiële versie van de Documentatie zijn.
Deze handleiding beschrijft de FISH 4100 en de FISH 4150 ten tijde van het afdrukken van dit document. Navman NZ
Limited behoudt zich het recht voor de specificaties zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw NAVMAN
fishfinder. Lees deze handleiding vóór installatie en
gebruik aandachtig door voor maximaal profijt.
Deze handleiding beschrijft de installatie- en
bedieningsprocedures voor de FISH 4100 en FISH 4150.
In principe verwijst de handleiding naar beide producten
als de NAVMAN fishfinder . De productnaam wordt alleen
gebruikt wanneer functies worden beschreven die
specifiek voor die bepaalde fishfinder gelden.
De NAVMAN Fishfinder
De FISH 4100 is een ultrasone fishfinder. Het heeft
krachtige software en een groot, hoogresolutie
scherm met een zoomfaciliteit en een reeks vissymbolen. Naast het bespeuren van vis meet de FISH
4100 waterdiepte, accuvoltage en motoruren.
De FISH 4150 meet daarnaast de watertemperatuur,
de bootsnelheid en heeft twee logfuncties voor
afgelegde afstand (Dagtotaal Log en Totaal Log).
Een geïnstalleerde NAVMAN fishfinder bestaat uit
twee onderdelen:
- de transducer die aan de romp van het
vaartuig is bevestigd
- de display unit.
De transducer genereert een ultrasoon signaal (geluid
dat buiten het bereik van het menselijk oor ligt) dat naar
de bodem gaat en zich kegelvormig verspreidt.
Wanneer het signaal een object tegenkomt, zoals een
vis of de bodem, wordt een deel van het signaal naar
de boot teruggekaatst en ontvangen door de transducer.
De diepte van een object kan worden berekend door
de tijd te meten tussen het verzenden van het signaal
en het ontvangen van de echo. De NAVMAN fishfinder
kan de bodem tot op 180 meter (600 voet) diep
waarnemen, afhankelijk van de helderheid van het water
en het type transducer dat wordt gebruikt.
De kracht van een echo kan om een aantal redenen
variëren. Grotere vissen weerkaatsen over het
algemeen sterkere echo's, net als vissen die zich in
het midden van de kegel bevinden waar het signaal
het sterkst is. Oorzaken voor zwakkere echo's kunnen
zijn dat de vis of het object zich in diep of troebel
water bevindt, of zich aan de rand van de kegel
bevindt, waar het signaal het zwakst is. Troebel water
verstrooit het ultrasone signaal en is moeilijk te
'doorzien'. Troebelheid kan veroorzaakt worden door
lucht in het water (bijv. door het kielzog van een
andere boot) of door modder in het water.
Belangrijk
Voor het goed functioneren van de fishfinder is het
essentieel dat de transducer op de meest geschikte
plek is geïnstalleerd. Volg nauwkeurig de instructies
in de Transducer Installatiehandleiding.
FISH 4100 Installatie Handleiding NAVMAN
Alle fishfinders in de NAVMAN 4000 serie gebruiken
nieuwe, gedeponeerde SBN Technologie voor
sonarinterpretatie om signaalversterking,
bodemherkenning en ruisonderdrukking te verbeteren.
SBN T echnologie past de nieuwste, digitaal aanpasbare
filteralgoritmes toe om alle weerkaatste signalen te
versterken. T egelijkertijd gebruikt SBN T echnologie actieve
geluidscontrole voor het afstoten van interferentie, wat door
fishfinders vaak onjuist als echte terugkaatsingen kan
worden gezien. Met gebruik van de SBN Technologie
analyseert de NAVMAN fishfinder de terugkaatsingen van
ieder signaal, filtert valse terugkaatsingen en toont wat
zich in het water onder de boot bevindt.
Het onderscheid tussen de vier tintniveaus helpt de
gebruiker bij het beter interpreteren van wat zich in het
water bevindt en welke bodemsoort er onder de boot is.
Assistentie bij het navigeren
De NAVMAN fishfinder kan gebruikt worden om vis
te vinden, de plaats te bepalen van specifieke
bodemkarakteristieken als wrakken of riffen en
helpen bij het herkennen van favoriete visplekken
m.b.v. het bodemprofiel. Gebruik de NAVMAN
fishfinder ter assistentie bij het navigeren door de
dieptecontouren te volgen die op zeekaarten zijn
aangegeven.
BELANGRIJKE OPMERKING BETREFFENDE HET
GEBRUIK. Hoewel de NAVMAN fishfinder kan
worden gebruikt als hulpmiddel bij het navigeren, kan
de nauwkeurigheid door diverse factoren worden
beïnvloed, inclusief de plaats van de transducer. Het
is de verantwoordelijkheid van de gebruiker ervoor
te zorgen dat de NAVMAN fishfinder correct wordt
geïnstalleerd en gebruikt.
Het opsporen van vis
Elementen onder water als riffen, wrakken en
rotsachtige uitsteeksels trekken vis aan. Gebruik de
NAVMAN fishfinder om deze elementen te vinden en
zoek vervolgens naar vis door enkele keren langzaam
over het element te gaan met het ZOOM scherm (zie
paragraaf 3-4). Waar stroming staat, zal vis vaak
benedenstrooms van het element worden gevonden.
Bij diepzeevissen met de FISH 4150 kan een snelle
temperatuursverandering de rand van een warme of
koude stroom aangeven. Het temperatuurverschil kan
een barrière vormen en het kan zijn dat vissen hier
niet doorheen zwemmen. Zoek naar vis aan beide
kanten van deze barrière.
Reiniging en onderhoud
Reinig de NAVMAN fishfinder met een vochtige doek
of zachte zeepoplossing. Vermijd schuurmiddelen en
benzine of andere oplosmiddelen. Bedek of verwijder
de op de spiegel gemonteerde transducer altijd bij het
3
herschilderen van de romp. Wanneer u over een 'door
de romp' transducer schildert met aangroeiwerende
scheepsverf, gebruik dan slechts één verflaag.
Wanneer u de transducer opnieuw schildert, schuur
dan oude lagen aangroeiwerende verf zachtjes van het
apparaat af.
2 Ter voorbereiding
Stroom- en transducerverbinding
FISH 4100
Eén eind van de geïntegreerde transducer-/
stroomkabel heeft een 8-pin LT verbindingsplug. Duw
deze plug in de ingang aan de achterkant van de
display unit en draai vervolgens de manchet vast.
Zorg dat de manchet stevig vast zit om zeker te zijn
van een waterdichte verbinding.
FISH 4150
Eén eind van de stroomkabel heeft een zwarte 8-pin
LT verbindingsplug. Duw de plug in de onderste
ingang met de zwarte moer aan de achterkant van
de display unit en draai vervolgens de manchet vast.
Zorg dat de manchet stevig vast zit om zeker te zijn
van een waterdichte verbinding.
Eén eind van de transducerkabel heeft een blauwe
8-pin LT verbindingsplug. Duw de plug in de bovenste
ingang met de blauwe moer aan de achterkant van
de display unit en draai vervolgens de manchet vast.
Zorg dat de manchet stevig vast zit om zeker te zijn
van een waterdichte verbinding.
Als de transducer niet is aangesloten, verschijnt het
bericht "GEEN TRANSDUCER GEVONDEN".
ACTIVEER SIMULATIE?" Druk op
NEE te schakelen. (Meer informatie over de
simulatiestand kan in de volgende paragraaf worden
gevonden.) Druk op
en verder te gaan met de opstartprocedure. (Opmerking:
Als de verbinding van de transducer niet opzettelijk was
verbroken, schakel dan de display unit uit en raadpleeg
de sectie Problemen Oplossen in Bijlage B.).
Namen van toetsen:
CURSOR toets
toets
Gain-toets
+
Gain-toets
-
Stroom
4
om tussen JA en
om de keuze te bevestigen
Wanneer de NA VMAN fishfinder niet wordt gebruikt,
kan deze of van de montagesteun worden verwijderd
en worden opgeslagen op een veilige, droge en koele
plek, zoals de NAVMAN draagtas, of goed en veilig
bedekt op de montagesteun achterblijven. Een
optionele beschermkap, die tevens toetsindrukken
voorkomt wanneer het apparaat op zijn plaats zit, is
verkrijgbaar bij NAVMAN dealers.
Definities van Druk en Houd in deze handleiding:
· Druk betekent, de toets voor minder dan één
seconde indrukken.
· Houd betekent, de toets voor meer dan één
seconde ingedrukt houden.
Aanzetten apparaat
Druk op om de fishfinder aan te zetten.
Opmerking: als de ontstekingsdraad is aangesloten (zie
paragraaf 5-4) zal de fishfinder automatisch aan gaan
wanneer het contact van de boot wordt ingeschakeld.
Een titelscherm verschijnt kort met basisinformatie
over het product, waaronder de softwareversie.
Daarna geeft de NAVMAN fishfinder automatisch het
scherm weer dat het laatst werd gebruikt.
Uitzetten apparaat
Om de fishfinder uit te zetten, houd ingedrukt. Een
aftelvenster verschijnt. Blijf
ingedrukt houden totdat de fishfinder uitschakelt.
Opmerking: als de bedrading van de unit is aangelegd
voor Auto Power (zie paragraaf 5-4) kan de fishfinder alleen
uitgezet worden als het contact van de boot uit staat.
3 seconden lang
Taal selecteren
Om te zien welke taal op dit moment is geselecteerd,
druk op
Volg onderstaande st appen om de t aal te wijzigen:
1. Schakel de unit uit.
2. Houd de
3. Blijf de toets ingedrukt houden en
4. Het scherm geeft een lijst talen weer. Druk
Voor meer informatie zie paragraaf 4-7.
voor het HOOFDMENU.
toets ingedrukt terwijl de unit uit
staat.
schakel de unit aan.
op de Cursor of toets om een taal te
markeren, druk vervolgens op de Cursor
toets om het te selecteren. De fishfinder zal
verder gaan met de opstartprocedure.
Achtergrondverlichting
Gebruik de knop om de achtergrondverlichting aan
te passen aan persoonlijke voorkeuren.
NAVMAN FISH 4100 Installatie Handleiding
U kunt te allen tijde één keer op drukken om de
balk voor achtergrondverlichting weer te geven. Deze
wordt onderaan het scherm weergegeven en toont
de huidige instelling.
2-1 Simulatiestand
Een ingebouwde simulator stelt gebruikers in staat
op het droge om te leren gaan met de fishfinder.
In de Simulatiestand knippert het woord "SIMULATIE"
onder op het scherm. De fishfinder genereert data
waardoor alle hoofdschermen operationeel lijken te
zijn. Wijzigingen aan contrast, achtergrondverlichting,
alarmen of setup van het display worden bewaard.
Simulatie aan- en uitzetten
FISH 4100
Opmerking: Bij de FISH 4100 moet de optionele
Door de Romp adapterkabel, gekoppeld aan een
3 Bediening
HOOFDMENU scherm
De NAVMAN fishfinder is menugestuurd. Druk op
om het HOOFDMENU scherm weer te geven.
Het FISH 4100 HOOFDMENU verschijnt:
Geactiveerde
alarmen (worden op
alle schermen
weergegeven).
De FISH 4150 heeft een extra optie: DATA.
Druk op of
vervolgens op
De HOOFDMENU opties worden hieronder samengevat
en in hun geheel uitgelegd in de volgende paragrafen.
HISTORIE scherm (zie paragraaf 3-2)
Geeft de echo's weer die gedurende een bepaalde
tijd werden ontvangen, waarbij de meest recente
gebeurtenissen rechts op het scherm te zien zijn.
Gebruik dit scherm tijdens het varen voor het
weergeven van de bodem, zodat riffen, wrakken en
vis gevonden kunnen worden.
ZOOM scherm (zie paragraaf 3-4)
Dit scherm is in twee delen opgesplitst. Rechts is
het Volledig Bereik Deel dat een deel van het
FISH 4100 Installatie Handleiding NAVMAN
om een optie te markeren, druk
om het te selecteren.
Druk meermaals op totdat het gewenste niveau voor
de achtergrondverlichting is bereikt. De balk voor de
achtergrondverlichting zal 2 seconden nadat de knop
voor het laatst werd ingedrukt verdwijnen.
stroomtoevoer van 12 V DC, worden gebruikt voor
toegang tot de Simulatiestand. Raadpleeg uw
dichtstbijzijnde NAVMAN dealer.
FISH 4150
Om de Simulatiestand aan te zetten, schakel de fishfinder
uit, ontkoppel de blauwe transducerplug aan de achterkant
van de unit en schakel vervolgens de stroom aan.
Om de Simulatiestand uit te zetten, schakel de fishfinder
uit, stop de blauwe transducerplug weer in de achterkant
van de unit en schakel de fishfinder aan.
HISTORIE Scherm laat zien en links is het ZOOM
Deel. Gebruik dit scherm om interessante elementen
onder water van dichterbij te bekijken.
SONAR scherm (zie paragraaf 3-5)
Geeft de kracht en diepte weer van de weerkaatste
echo's van elk ultrasoon signaal. Het dieptebereik
wordt rechtsonder weergegeven. Dit scherm is een
zeer krachtig hulpmiddel, ideaal voor het weergeven
van bodemhardheid en vissoorten.
Dit scherm kan ook worden gebruikt om de tint van de
HISTORIE en ZOOM schermen bij te stellen.
NAVIGEREN scherm (zie p aragraaf 3-6)
Geeft duidelijk de waterdiepte als een digitale aflezing
weer. Ook wordt het daarmee corresponderende
bodemspoor weergegeven. Deze twee elkaar
aanvullende functies zijn met name nuttig om inzicht
te krijgen in dieptetrends bij hoge snelheden.
De FISH 4100 en 4150 geven allebei de teller voor
motoruren, de accuspanning van de boot en de
geactiveerde alarmen weer.
De FISH 4150 geeft daarnaast ook de bootsnelheid weer .
DATA scherm (zie paragraaf 3-7)
(alleen FISH 4150)
Het DATA scherm geef t de watertemperatuur en de
historie van de watertemperatuur over de laatste 40
minuten weer. Het geeft tevens het accuvoltage van
de boot, log, teller motoruren, bootsnelheid en
waterdiepte weer.
Menu SETUP (zie paragraaf 4)
Gebruik deze optie om de NAVMAN fishfinder aan
de boot en individuele voorkeuren aan te passen.
5
Menu BEREIK (Range) (zie paragraaf 3-8)
Gebruik deze optie om of Auto of Manual Range te
selecteren en om het geselecteerde dieptebereik te
wijzigen.
3-1 ALARMEN
Alarmen kunnen worden geactiveerd om automatisch
bepaalde condities op te sporen, zoals te ondiep
water. De drempelwaarden voor de alarmen kunnen
worden gedefinieerd voor aanpassing aan de boot
en individuele voorkeuren.
De FISH 4100 heeft vier alarmen, TE ONDIEP, TE
DIEP , VIS ALARM en ACCU LEEG.
De FISH 4150 heeft twee extra alarmen, TEMP.
WAARDE en TEMP. VARIATIE
De alarmsymbolen en pieptooncycli voor alle alarmen
worden in paragraaf 4-1 weergegeven. Het VIS ALARM
is drie korte pieptonen, het TE ONDIEP ALARM is een
snelle doorlopende toon, terwijl alle andere alarmen
een tragere doorlopende toon hebben.
Wanneer een alarmvoorwaarde is bereikt:
· luidt de pieper.
· wordt het menu ALARMEN weergegeven
op het scherm, waarbij het/de geactiveerde
alarm(en) knipperen.
Druk op een toets ter kennisneming van het alarm, om
de toon te stoppen en het menu ALARMEN te
3-2 Schermbediening HISTORIE
Kies HOOFDMENU - HISTORIE om het HISTORIE
scherm weer te geven.
Het HISTORIE scherm geeft de nieuwste echo's
rechts op het scherm weer en de oudste echo's links.
Deze zullen uiteindelijk van het scherm verdwijnen.
De verticale balk op de rechterrand van het scherm
is de zoombalk. Deze laat het zoombereik zien. Zie
paragraaf 3-4 voor het bijstellen van het zoombereik.
Vis-symbool
met diepte
Zoombalk
Bodem
Alarmen
6
Gekozen dieptebereik (0 tot 150')
NAVMAN FISH 4100 Installatie Handleiding
verwijderen. Dit deactiveert het alarm niet. Het symbool
zal blijven knipperen totdat de alarmvoorwaarde niet
langer aanwezig is.
Alarmen worden automatisch opnieuw
geactiveerd
De TE ONDIEP, TE DIEP en ACCU LEEG alarmen
worden automatisch opnieuw geactiveerd wanneer de
waarde buiten de drempelwaarde van het alarm treedt.
Het TEMP . W AARDE alarm wordt automatisch weer
geactiveerd wanneer de temperatuur meer dan
0,45 °F (0,25°C) boven of onder de drempelwaarde
van het alarm uitkomt.
Het TEMP. VARIATIE alarm wordt automatisch
weer geactiveerd wanneer de variatie van de
temperatuurverandering onder de drempelwaarde
valt met meer dan 0,2°F (0,1°C) per minuut.
Alarmen Activeren en Drempelwaarden
Wijzigen
Zie paragraaf 4-1 voor informatie over het activeren
van alarmen en het wijzigen van de drempelwaarden.
Het HISTORIE scherm laat niet de door de boot
afgelegde vaste afstand zien, maar eerder wat onder
de boot is doorgegaan gedurende een bepaald
tijdvak. De werkelijke weergave hangt af van de
bootsnelheid en de waterdiepte.
Als de boot door ondiep water vaart, leggen de echo's
minder afstand af tussen objecten en de boot. Dit
betekent dat de weergave van het HISTORIE scherm
sneller over het scherm beweegt dan wanneer de
boot in diep water vaart. In diep water moeten de
echo's een grotere afstand afleggen tussen de
objecten en de boot, waardoor de weergave
langzamer over het scherm beweegt.
Opmerking 1: Verschillende vis-symbolen kunnen
worden geselecteerd (zie paragraaf 4-4).
Opmerking 2: De bodemdiepte kan worden aangepast
voor kielinstelling (zie paragraaf 4-7).
Bereik (Range)
Bereik is de waterdiepte die verticaal wordt
weergegeven. De NAVMAN fishfinder heeft twee
standen voor bereik, Auto Range en Manual Range:
· In Auto Range past de fishfinder het dieptebereik
automatisch aan zodat de bodem altijd wordt
weergegeven in het onderste deel van het scherm.
Het gebruik van Auto Range wordt aanbevolen.
· In Manual Range laat de fishfinder alleen een
geselecteerd dieptebereik zien. In gebieden waar
de bodemdiepte snel verandert, zoals de zeebodem
rond obstakels, kan het nuttig zijn te voorkomen dat
het scherm zich continu herschaalt om de bodem
weer te geven. Als de bodem dieper is dan het
ingevoerde dieptebereik, zal deze niet op het scherm
worden weergegeven.
Zie paragraaf 3-8 voor het wijzigen van de bereikstand.
De Gain-instelling wijzigen
Gain (gevoeligheid) bepaalt de hoeveelheid details
die op het scherm worden weergegeven. De
NAVMAN fishfinder heeft twee gain-instellingen, Auto
Gain en Manual Gain:
· In Auto Gain wordt de gain automatisch bijgesteld
om te compenseren voor waterdiepte en helderheid.
Het gebruik van Auto Gain wordt ten zeerste
aangeraden bij het leren omgaan met de fishfinder
of tijdens het varen bij hoge snelheden.
· In Manual Gain kan de gebruiker de gain aanpassen
om te compenseren voor waterdiepte en helderheid.
Handbediende instellingen reiken van 1 tot 9. Het kan
zijn dat hoge instellingen normaal achtergrondruis
versterken totdat deze als random pixels op het
scherm verschijnen. De ideale instelling produceert
slechts een klein aantal random pixels. Over het
algemeen worden de beste resultaten met een
fishfinder bereikt in Manual Gain, maar er is oefening
en ervaring voor nodig om te weten hoe de gain op
de juiste manier aan te passen.
of - ingedrukt om tussen Auto Gain en Manual
Houd
+
Gain te schakelen. De Gain-instelling zal kort onder op
het scherm worden weergegeven.
3-3 Scherminterpretatie HISTORIE
Visbogen
In ideale omstandigheden en met Vis-symbolen UIT
wordt een vis die door het kegelvormige ultrasone
signaal zwemt op het scherm weergegeven als een
visboog:
FISH 4100 Installatie Handleiding NAVMAN
In Manual Gain word het gainsymbool
bovenkant van het scherm weergegeven, gevolgd door
het gainniveau. Druk op
verhogen of druk op
om het gainniveau te
+
om het gainniveau te verlagen.
-
aan de
Visopsporing en weergave
De optie vis-symbool kan worden aangepast aan
persoonlijke voorkeuren of in zijn geheel worden
uitgeschakeld, zodat echo's op het scherm niet
worden omgezet naar vis-symbolen. Paragraaf 4-4
legt uit hoe dit te doen. De verschillen tussen Vissymbool aan en uit zijn:
Vis-symbool AAN
Met gebruik van NAVMAN's SBN
sonartechnologie analyseert de fishfinder
alle weerkaatste signalen en elimineert het
het overgrote deel valse signalen en
zeeëcho's, zodat de overgebleven doelen
hoogstwaarschijnlijk vissen zijn. Afhankelijk
van de sterkte van de overgebleven signalen
worden deze weergegeven als kleine,
middelgrote of grote vis-symbolen - met of
zonder diepte. Hoewel SBN interpretatie
zeer geraffineerd is, is het niet onfeilbaar en
er zullen gevallen zijn waarin de unit niet in
staat is te differentiëren tussen grote
luchtbellen, afval dat lucht bevat, visdobbers
enz. en echte vissignalen.
Vis-symbool UIT
Voor ervaren gebruikers zal dit altijd de beste
informatie opleveren aangezien ieder
weerkaatst sonarsignaal wordt weergegeven,
of dit nu vuil aan de oppervlakte betreft, een
thermocline of een vis.
Wanneer de vis de zwakke rand van de sonarkegel
binnenzwemt, zal het een zwakke echo voortbrengen
dat het eerste pixel op het fishfinder-scherm
inschakelt. Als de boot de vis nadert, neemt de afstand
tussen de transducer en de vis af en wordt de
weergegeven echo in toenemende mate op minder
diepte weergegeven en produceert zo het begin van
een boog. Als de vis zich direct onder de transducer
bevindt en in het midden van de straal, wordt de echo
nog sterker waardoor de boog dikker wordt. Als de vis
weer uit de kegel zwemt, gebeurt het omgekeerde
met een steeds zwakker en dieper wordende echo.
In de praktijk zijn er veel verschillende redenen
waarom visbogen niet gezien kunnen worden.
Bijvoorbeeld:
· Slechte installatie van de transducer - zie de
Transducer Installatiegids
· Als de boot voor anker ligt zullen vissen,
wanneer ze de sonarstraal van de transducer
7
in- en uitzwemmen, over het algemeen op het
scherm worden weergegeven als horizontale
lijnen. Lage snelheden in dieper water leveren
de beste visboogecho's op.
· Bereik is belangrijk. Het zal veel eenvoudiger zijn
visbogen waar te nemen wanneer NAVMAN's
splitscherm-zoomstand wordt gebruikt om te
focussen op een bepaald watergebied, in plaats
van alles weer te geven van oppervlakte tot
bodem. Zoomen verhoogt de schermresolutie en
is noodzakelijk voor solide visbogen.
· Het is vrijwel onmogelijk visbogen te produceren
in ondiep water, omdat de sonarstraal van de
transducer heel smal is en vis niet lang genoeg
in de straal blijft om een boog weer te geven.
Diverse vissen in ondiep water zullen over het
algemeen als willekeurig opgestapelde blokken
pixels worden weergegeven.
Het volgende plaatje toont het HISTORIE scherm
met vis-symbolen uitgeschakeld:
Grote school vis
Enkele vis
Kleine school vis
Bodem
Kracht van weerkaatste echo's
De tint geeft de verschillen in kracht van de van de
bodem weerkaatste echo aan. Een grijsgeruit patroon
geeft een sterke echo aan en helemaal zwart geeft
een zwakke echo aan. Vis-symbolen worden altijd
zwart weergegeven.
De kracht van de weerkaatste echo is afhankelijk van
diverse factoren, zoals:
· De omvang van de vis, school vis of een ander
object.
· De diepte van de vis of het object.
· De plaats van de vis of het object. Het gebied
dat door de ultrasone straal wordt gedekt is
grofweg kegelvormig en echo's zijn het sterkst
in het centrum.
· De helderheid van het water. Deeltjes of lucht in
het water verminderen de kracht van de
weerkaatste echo. De samenstelling of dichtheid
van het object of de bodem. Modder-, wier- en
zandbodems verzwakken of verspreiden over het
8
algemeen het sonarsignaal, wat resulteert in
zwakkere echo's. Rots- of koraalbodems
concentreren het weerkaatste signaal en
produceren sterkere echo's.
Let erop dat planerende rompen bij hoge snelheid
luchtbellen en turbulent water produceren die de
transducer bombarderen. Het resulterende ultrasone
geruis kan worden opgevangen door de transducer
en zo de ware echo's versluieren.
Vuil aan de
oppervlakte
Grote vissen
Kelp/zeewier
Kleine vissen
vlakbij de bodem
Zachte bodems als
modder, zeewier en
zand worden
weergegeven als
dunne banden
onderop het scherm
Harde bodems
worden
weergegeven als
brede banden
onderop het
scherm.
Schaduwen
Schaduwen zijn gebieden waar de ultrasone straal
niet kan 'zien', zoals holten in de bodem of plaatsen
in de buurt van rotsen en richels waar de sterke echo
die terugkomt van de rots de zwakkere echo van de
vis versluiert.
Wanneer gezocht wordt naar kleine objecten,
inclusief vissen, moet de gebruiker er rekening mee
houden dat er plaatsen zijn waar fishfinders niet
kunnen 'zien'.
Schaduw - waar
objecten verborgen
zijn in de bodemecho.
Deze vissen zullen
verstopt zijn in de
bodemecho.
NAVMAN FISH 4100 Installatie Handleiding
Loading...
+ 17 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.