Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voordat u het toestel installeert en
in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.M.-Nr. 04 854 110
WPS
*
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard.
Hou dus rekening met de gelijknamige
rubriek in de ‘Opmerkingen omtrent uw
veiligheid, waarschuwingen’.
1 elektrische aansluiting
2 toevoerslang waterproof-systeem
3 afvoerslang met draaibaar en
afneembaar bochtstuk
4 wasmiddellade
5 bedieningspaneel
6
6 deur
7 luik waarachter filter en afvoerpomp-
zitten
8 vier in de hoogte regelbare voetjes
9 luik waarachter noodafvoer en nood-
ontgrendeling zitten
Het bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
Toets ‘jk’
b
om het toestel aan of uit te zetten of
een programma te onderbreken.
c Toets ‘deur’
maakt de toesteldeur open.
d Toets ‘Startuitstel’
Hiermee kan u de start van het
programma van 30 min. tot 24 h
uitstellen.
e Toets ‘START’
start het wasprogramma.
f Display
– duidt de programmaduur aan,
– duidt bij ‘Startuitstel’ aan hoelang het
nog duurt voor het toestel start,
– maakt de opgevraagde program-
meerfuncties zichtbaar.
g Toetsen voor bijkomende functies
controlelampje aan = ingeschakeld,
uit= uitgeschakeld.
h Toets ‘Centrifugeren’
om een centrifugeertoerental, spoelstop en ‘zonder centrifugeren’ te kiezen.
i Controlelampje
duidt aan welk centrifugeertoerental
werd gekozen.
j Programmakiezer
Deze knop kan u zowel naar rechts als
naar links draaien.
De ringverlichting gaat uit:
– indien u enkele minuten na het in-
schakelen geen programma hebt gekozen of gestart,
– enkele minuten na afloop van het
programma.
k Verklikkerlichtjes voor het pro-
grammaverloop
l Verklikkerlichtjes voor service en
storingen
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Lees uw gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke tips
omtrent uw veiligheid, het gebruik
en het onderhoud van uw toestel.
Zo beschermt u zichzelf en vermijdt
u schade aan het toestel.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Deze wasautomaat mag u enkel
gebruiken om wasgoed te wassen
waarvan de fabrikant verklaart dat het
machinaal wasbaar is.
Alle andere toepassingen zijn misschien gevaarlijk. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die werd veroorzaakt doordat
het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat
u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit
opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting van uw toestel (smeltveiligheden, spanning en frequentie)
op het typeplaatje met die van de elektrische installatie bij u ter plaatse.
Vraag eventueel uitleg aan een elektricien indien u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardingssysteem is
aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd.
Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. In geval van twijfel dient u
uw installatie door een vakman te laten
nakijken.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding
onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoeren. Er bestaat
risico op oververhitting en dus ook
brandgevaar.
Dit toestel beantwoordt aan de gel-
dende veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundige reparaties kunnen
er onvoorziene risico’s opduiken voor
wie het toestel gebruikt. Daar is de
fabrikant niet aansprakelijk voor.
Herstellingen mag u uitsluitend laten
uitvoeren door vaklui die door de firma
Miele erkend zijn.
Het toestel is enkel stroomloos in-
dien:
– de stekker van het toestel uit het
stopcontact is getrokken of
– de smeltstoppen uitgeschakeld zijn.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Het Miele- waterproof-systeem beschermt betrouwbaar tegen waterschade zo de volgende voorwaarden vervuld zijn:
– het toestel wordt geïnstalleerd zoals
het hoort,
– het toestel wordt gerepareerd en/of
onderdelen worden vervangen indien er schade wordt vastgesteld.
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele
Miele-vervangstukken. Enkel daardoor
bent u zeker dat ze ten volle voldoen
aan de eisen die Miele op het stuk van
veiligheid stelt.
Is het aansluitsnoer beschadigd,
laat het dan door een speciaal
Miele-snoer vervangen.
Bij het gebruik
Stel uw wasautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen.
Bevroren waterslangen kunnen onder
druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische elementen kan door temperaturen onder het
vriespunt in het gedrang komen.
Doe de waterkraan dicht bij lange-
re afwezigheid (bv. vakantie). Vooral wanneer er zich vlak bij het toestel
geen afvoer in de vloer bevindt.
Er is gevaar voor overstroming!
Voordat u de afvoerslang in een
spoelbak hangt, dient u na te kijken of
het water vlot genoeg wegvloeit.
Zorg ervoor dat die slang niet wegglijdt. Door de terugstoot van het wegvloeiende water kan die slang anders
uit de spoelbak worden geslingerd.
Let erop dat er geen voorwerpen
als spijkers, naalden, geldstukken,
bureauklemmen worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen schade
teweegbrengen aan onderdelen van de
machine. Bv. aan kuip of trommel.
Deze beschadigde onderdelen kunnen
op hun beurt uw was beschadigen.
Overtuig er u van dat de transport-
beveiliging op de achterzijde is verwijderd voordat u uw toestel in gebruik
neemt. Zie rubriek ‘Opstellen’. Zo de
transportbeveiliging niet is verwijderd,
kan die tijdens het centrifugeren schade teweegbrengen aan het toestel en
eventueel ook aan de meubelen of apparaten daarnaast.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Zo u het wasmiddel juist doseert,
hoeft uw toestel niet te worden ontkalkt. Is uw toestel zo erg verkalkt dat
het moet worden ontkalkt, gebruik dan
speciaal ontkalkingsmiddel met corrosiebescherming. Dit middel kan u bij
uw Miele-handelaar of in de Miele-naverkoopdienst verkrijgen. Volg strikt de
handleiding.
Wellicht hebt u textiel met reini-
gingsmiddel behandeld, dat oplosmiddel bevat. Spoel dit wasgoed in helder water uit voordat u het in deze
wasautomaat wast.
Gebruik in deze machine in geen
geval reinigingsmiddel dat oplosmiddel bevat (bv. wasbenzine). Sommige onderdelen van de machine dreigen
namelijk schade op te lopen. Er kunnen
ook giftige dampen ontstaan. Bovendien bestaat er bij deze middelen
brand- en ontploffingsgevaar.
Gebruik evenmin ontkleuringsmid-
del. Door het zwavelgehalte kan
uw toestel corrosieschade oplopen.
Gebruik van toebehoren
Er mag enkel toebehoren worden
gemonteerd of ingebouwd indien
Miele dat uitdrukkelijk toelaat.
Indien u andere onderdelen monteert
of inbouwt, vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Berging van uw oud toestel
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak vervolgens snoer en stekker
onbruikbaar. Zo vermijdt u dat het toestel voor verkeerde doeleinden wordt
gebruikt.
In deze automaat mag u in geen
geval wasgoed verven noch che-
misch reinigen.
10
Milieubewust wassen
– Benut zoveel mogelijk de maximum-
lading die voor een bepaald programma toegestaan is.
Dan is het stroom- en waterverbruik
voor heel de lading het gunstigst.
– Was normaal en lichtjes vuil ‘wit en
bont’ wasgoed bij een lagere temperatuur, bv. 75 of 60 °C. Zo spaart u
stroom.
– Maak gebruik van de programma’s
GEMENGD TEXTIEL of MINI om een
kleinere hoeveelheid te wassen.
– Om normaal vuil wasgoed te reini-
gen kan een programma met hoofdwas alleen volstaan.
– Maak gebruik van de bijkomende
functie ’Inweken’. Daardoor kan u
de wastemperatuur in de hoofdwas
verlagen.
Milieubewust wassen
– Was minder vuil wasgoed met de
bijkomende functie ’Kort’.
– Gebruik telkens maar zoveel wasmid-
del als wat op de verpakking staat
aangegeven.
– Verminder bij kleinere ladingen de
wasmiddeldosering. Doseer ca. 1/3
minder wasmiddel bij halve lading.
– Kies een hoger centrifugeertoerental
indien u de was achteraf machinaal
laat drogen.
– Door de automatische aanpassing
van de watertoevoer aan de hoeveelheid wasgoed en de spoelautomaat
kunnen de wastijden schommelen.
Naar gelang van de lading wordt de
hoofdwas ingekort en valt er een
spoelbeurt weg.
– In de plaats van de bijkomende
functie ’voorwas’ kan u de bijkomende functie ‘inweken’ gebruiken.
Tijdens het inweken en de
daaropvolgende hoofdwas wordt
dan hetzelfde sop gebruikt.
11
Voor de eerste wasbeurt
Voor de eerste wasbeurt
Laat het toestel voor de eerste wasbeurt degelijk opstellen en aansluiten. Hou daarbij rekening met de rubriek ’Opstellen en aansluiten’.
De kuip uitspoelen
Draai de waterkraan open.
Doe geen wasgoed in de trommel.
Giet 1/4 van de hoeveelheid wasmid-
del, die op de verpakking staat aangegeven, in vakje j.
Druk de toets ’jk’ in.
Draai de programmakiezer op
‘WIT 60 °C’.
Belangrijk!
U dient dit programma te kiezen opdat
de electronic zich op de werkomstandigheden van het toestel kan instellen.
Druk op de toets ’Extra water’. Het
controlelampje gaat aan.
Druk op de toets ’Centrifugeren’ tot
de aanduiding ’zonder centrifugeren’
wordt verlicht.
Druk op de toets ’START’.
Na afloop van dit programma zijn de
eventuele resten weggespoeld.
Getal waterhardheid instellen
De te doseren hoeveelheid wasmiddel
hangt onder meer ook af van de waterhardheid. De instelschijf in het inspoelvakje dient als markering voor de waterhardheid.
Neem de opener op de binnenzijde
van het paneel van de wasmiddellade weg.
Draai de instelschijf met behulp van
de opener op het toepasselijke hardheidsniveau.
De plaatselijke waterhardheid kan u bij
uw waterbedelingsmaatschappij aan
de weet komen.
12
Zo wast u juist
Zo wast u juist
Korte handleiding
De van getallen (1,2,3,...) voorziene
zinnen kan u gebruiken als korte handleiding.
Voordat u gaat wassen
1De was voorbereiden.
Donker textiel vertoont de neiging bij
de eerste wasbeurten kleur te verliezen. Om wasgoed met lichte tinten niet
te laten verkleuren, wast u nieuw donker wasgoed liever een paar keer apart.
Delicaat textiel wast u beter apart en in
een bijzonder behoedzaam programma. Gebruik eventueel een wasgoedzak.
Was in deze machine nooit textiel met
de aanduiding niet wasbaar (onder-
houdssymbool h).
De vlekken op voorhand behandelen
Vlekken of erg vuile kragen op voorhand met vloeibaar wasmiddel of waspasta behandelen.
Bij bijzonder hardnekkige vlekken kan
u uw drogist om advies vragen.
Gebruik in geen geval synthetische reinigingsmiddelen (die oplosmiddel bevatten) in uw wasautomaat!
De zakken leegmaken
Metalen voorwerpen als spijkers,
geldstukken, papierklemmen kunnen schade teweegbrengen aan
het wasgoed en aan onderdelen
van de machine.
Het wasgoed sorteren.
De meeste textielsoorten zijn in kraag
of zoom van een onderhoudsetiket
voorzien. Sorteer uw was volgens deze
symbolen. Hun betekenis vindt u onder
de rubriek ‘Onderhoudssymbolen’.
gordijnen:
– Bij
Neem de gordijnrolletjes en de loden
band af. U kan de gordijnen ook in
een zak steken.
– Geloste
verwijderen.
–Keer
t-shirts en sweaters binnenstebuiten
zo de fabrikant dat aanbeveelt.
b.h.-beugels vastnaaien of
breigoed, jeans, broeken,
13
Zo wast u juist
2 Op de toets ’deur’ drukken.
3 De was in de trommel stoppen.
Ontvouw de was en stop hem losjes in
de trommel. Door textiel van verschillend formaat in de trommel te doen,
verbetert het waseffect en raakt de was
tijdens het centrifugeren beter verdeeld. Als u te veel wasgoed in de
trommel stopt, verslecht het wasresultaat en verhoogt de kans op kreuken.
MINI 40 °C . . . . . . . . . . . . . . . . . 2,5 kg
GEMENGD TEXTIEL . . . . . . . . . . . 3 kg
Een programma starten
7 De toets ’jk’ indrukken.
– Staat de programmakiezer op
’einde’, dan is in de aanduiding van
het programmaverloop het controlelampje ’Kreukbeveiliging/einde’
verlicht.
– Staat de programmakiezer op een
programma, dan ziet u in het display
de duur van dat programma en
knippert het lampje naast de toets
’START’.
4 De toesteldeur met een lichte
zwaai sluiten - niet dichtduwen.
Let erop dat er niets klem zit tussen
deur en dichtingsring.
5 De waterkraan opendraaien.
6 Wasmiddel toevoegen.
Daarover vindt u tips in de rubriek
‘Wasmiddel toevoegen’.
14
8 De programmakiezer op het
gewenste programma draaien.
Zie rubriek ’Programma’s’, paragraaf
’Overzicht’.
Zo wast u juist
9 Eventueel een bijkomende functie
kiezen
Druk op de gewenste toets(en).
Controlelampjeaan = ingeschakeld,
uit= uitgeschakeld
Door nog eens op de toets te drukken
kan u de gekozen bijkomende functie
weer uitschakelen.
Uitzondering:
Elke keer dat u op de bijkomende functies ’Inweken’ drukt, wordt de inweekduur verlengd. Maximum: 6 uur. Drukt u
dan nog eens op de toets, dan wordt
de bijkomende functie ’Inweken’ uitgeschakeld. Zie rubriek ’Bijkomende functies’, paragraaf ’Inweken’.
0 Het centrifugeertoerental kiezen
Druk zo vaak op de toets ’Centrifugeren’ tot het controlelampje van het
gewenste toerental aangaat.
In enkele programma’s is het maximumtoerental beperkt. U kan dan geen
hoger toerental kiezen. Zie rubriek
’Programma’s’, paragraaf ’Overzicht’.
Memory-functie
Heeft u een bijkomende functie bij
een bepaald programma gekozen
en/of het centrifugeertoerental gewijzigd? Dan slaat het toestel deze instellingen op.
Kiest u dat programma opnieuw, dan
duidt het toestel de opgeslagen bijkomende functies en/of centrifugeertoerentallen aan.
Uitzonderingen:
zoemer en startuitstel.
15
Zo wast u juist
Startuitstel
! Eventueel het startuitstel inscha-
kelen
U kan de programmastart van30 minuten tot maximum 24 uur uitstellen.
Druk op de toets ‘startuitstel’. Bij elke
druk op de toets wordt het uitstel verlengd:
– bij minder dan 10 uur uitstel: met
30 minuten,
Na het wassen
~ De toets ‘deur’ indrukken.
$ De toets ‘jk’ indrukken en
laten uitspringen.
% Het wasgoed uitnemen.
Laat geen stukken wasgoed in de
trommel achter! Die kunnen bij de
daaropvolgende wasbeurt krimpen
of ander wasgoed verkleuren.
– bij meer dan 10 uur uitstel: met 1 uur.
U kan het startuitstel wissen door in
de stand 24 h 00 min. nog eens op
de toets ’Startuitstel’ te drukken.
" Op de toets ’START’ drukk en
Het programma gaat nu van start.
16
& Zijn er geen voorwerpen in de
dichtingsring achtergebleven?
/ De deur van het toestel dichtdoen.
Anders bestaat het risico dat er onverhoeds objecten in de trommel terechtkomen. Die kunnen dan per vergissing
worden meegewassen en het wasgoed
beschadigen.
Zo wast u juist
Was toevoegen / uitnemen
Na de start van het programma kan u
bij volgende programma’s nog wasgoed in de trommel toevoegen of eruit
nemen:
– WIT / BONT
– KREUKHERSTELLEND
– WOL
– MINI 40 °C
–Stijven
– GEMENGD TEXTIEL
Druk op de toets ’deur’ tot de deur
openspringt.
Leg er wasgoed bij of neem er weg.
Sluit de toesteldeur opnieuw.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
– Bij WIT en BONT, WOL, MINI, Stij-
ven en GEMENGD TEXTIEL (met
veel katoenen wasgoed) kan u de
deur, behalve in enkele uitzonderingen, tijdens alle programmadelen
openen.
Algemene uitzonderingen:
De toesteldeur gaat niet open
– bij een soptemperatuur boven 55 °C,
– bij de bijkomende functie ’Extra
water’,
– indien de programmavergrendeling
ingeschakeld is.
– het programma de stand ’Centrifuge-
ren op het einde’ heeft bereikt.
– Bij KREUKHERSTELLEND en GE-
MENGD TEXTIEL (met veel kreukherstellend wasgoed) kan u de deur,
behalve in enkele uitzonderingen, tijdens de hoofdwas openen.
17
Zo wast u juist
Een programma . . .
. . . onderbreken
De toets ’jk’ indrukken.
Om hetzelfde programma weer voort
te zetten, de toets ’jk’ nog eens in-
drukken.
. . . wijzigen
Nadat u op de toets ’START’ hebt gedrukt, laat het toestel nog de volgende
wijzigingen toe:
– tot 6 minuten na de start kan u nog
de bijkomende functies ’Extra water’
en ’kort’ activeren of desactiveren en
de temperatuur van het gekozen programma wijzigen.
– naar gelang van het ingestelde pro-
gramma kan u het toerental van de
centrifugeerbeurt op het einde van
het programma nog wijzigen.
Een ander programma kan u na de
start evenwel niet meer kiezen.
Wordt er een ander programma gekozen ofwel 6 minuten na de start een andere temperatuur ingesteld, dan knippert het controlelampje ’Kreukbeveiliging / einde’. Het programmaverloop komt echter niet in het gedrang. Het controlelampje gaat uit zodra de programmakiezer weer op het
tevoren gekozen programma wordt geplaatst of de tevoren gekozen temperatuur opnieuw wordt ingesteld.
Om een ander programma te kiezen,
gaat u als volgt te werk:
Schakel het toestel uit met de toets
’jk’.
Draai de programmakiezer op
’einde’.
Schakel het toestel in met de toets
’jk’.
Kies een nieuw programma.
Druk op de toets ’START’.
. . . -gedeelte overslaan
Draai de programmakiezer op
‘Einde’.
Zodra u in de aanduiding van het programmaverloop het programmagedeelte ziet knipperen, waarmee het programma moet worden voortgezet:
dient u de programmakiezer binnende 4 seconden weer op het gewenste programma te draaien.
Indien de programmavergrendeling
is geactiveerd, kan u het programma niet wijzigen. U kan dan ook
geen programmadeel overslaan.
18
Wasmiddel
U kan alle moderne wasmiddelen gebruiken, die voor machinaal wassen
geschikt zijn. Zowel in de vorm van
poeder als van tabletten, vloeibaar, al
dan niet geconcentreerd.
Wollen breigoed en wolmengsels dient
u met een wolwasmiddel te wassen.
Hoe u het wasmiddel doseert, vindt u
terug op de verpakking. De dosering
hangt af van
Geen vuil of vlekken te bespeuren.
Misschien ruiken de kleren niet meer
zo fris.
normaal vuil
Er is vuil zichtbaar en/of enkele lichte
vlekken.
erg vuil
Het vuil en/of de vlekken zijn duidelijk waar te nemen.
– de waterhardheid
Indien u de waterhardheid niet kent,
kan u inlichtingen inwinnen bij uw
waterbedelingsmaatschappij.
...als u te weinig wasmiddel toevoegt,
– wordt het wasgoed niet proper en na
verloop van tijd grauw en hard,
– vormen er zich vetluizen op de was,
– gaat er zich kalk afzetten op de weer-
standen.
...als u te veel wasmiddel toevoegt,
– wordt er te veel schuim gevormd,
– vermindert het effect van de was-
bewegingen,
– is het reinigings-, centrifugeer- en
spoelresultaat slecht,
– stijgt het waterverbruik door de bijko-
mende spoelbeurt,
– wordt het milieu erger belast.
19
Wasmiddel
Wasmiddel toevoegen
i = vakje inweken / voorwas
j = vakje hoofdwas
p = vakje wasverzachter / vormspoeler
Het wasmiddel voor de voorwas wordt
ingespoeld via vakje i.
Het wasmiddel voor de hoofdwas
wordt via vakje j ingespoeld. Is de
capaciteit van vakje j onvoldoende,
dan kan u ook vakje i voor het inspoe-
len van wasmiddel activeren.
Zie rubriek ’Programmeerfuncties’,
alinea ’Vakje i activeren’.
Waterontharding
In de waterhardheidscategorieën II en
III kan u een onthardingsmiddel toevoegen om wasmiddel te besparen.
De juiste dosering vindt u op de verpakking terug. Voeg eerst het wasmiddel
toe, daarna pas het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kan u dan doseren als
voor categorie I.
Aanbeveling: indien u verschillende
middelen gebruikt, voeg die dan in
deze volgorde toe in vakje j.
1. wasmiddel
2. onthardingsmiddel
3. vlekkenmiddel.
Zo worden de middelen beter inge-
spoeld.
Wasverzachter, vormspoeler,
poedervormig of vloeibaar
stijfsel
Wasverzachter zorgt ervoor dat de was
zacht aanvoelt en de elektrostatische
oplading tijdens het machinaal drogen
afneemt.
Vormspoeler is vloeibaar synthetisch
stijfsel. Dat zorgt er voornamelijk voor
dat overhemden, tafellakens, beddegoed e.d. wat steviger aanvoelen.
20
Stijfsel geeft de was een stijver en voller effect.
Volg de doseeraanwijzingen op de
productverpakking.
Wasmiddel
Wasverzachter, vormspoeler en stijfsel automatisch tijdens het wasprogramma laten toevoegen
Doe het dekseltje van vak p open.
Voeg wasverzachter, vormspoeler of
vloeibaar stijfsel toe. Hoogstens totaan de maximumaanduiding.
Sluit het dekseltje.
Wasverzachter of vormspoeler in
apart programma
Voeg de wasverzachter of vormspoe-
ler toe in vakje
Draai de programmakiezer op
’Stijven’.
Kies een centrifugeertoerental.
Druk op de toets ’START’.
Stijfsel in apart programma
Bereid het stijfsel voor en doseer het
als in de richtlijnen op de verpakking.
Voeg het toe in vakje i.
Draai de programmakiezer op
’Stijven’.
Kies een centrifugeertoerental.
Druk op de toets ’START’.
p.
Schuif de wasmiddellade weer dicht.
De wasverzachter of vormspoeler
wordt met de laatste spoelbeurt ingespoeld. Op het einde van het wasprogramma blijft er nog wat water in het
wasverzachtervakje p staan.
Maak na een aantal stijfselbeurten
het inspoelvakje schoon. Reinig
vooral de zuighevel en het buisje
voor de wasverzachter. Zie rubriek
’Reiniging en onderhoud’, paragraaf
’Het vakje van de wasverzachter
schoonmaken’.
21
Programma’s
Programma’s
Overzicht
ProgrammaSoort wasgoedTemperaturenMax. toerental
WIT / BONT
BONT
KREUKHERSTELLEND
FIJNE WAS
WOL
/
MINI
Stijven
Centrifugeren
Pompen
Extra spoelen
GEMENGD
TEXTIEL
Wasgoed van katoen of linnen. Bv.
beddegoed, tafellakens, molton, jeans
t-shirts, babywasgoed.
Hoeveelheid wasgoed volgens de norm.60 °C1600 t.p.m.
Textiel van synthetische vezels, gemengde weefsels of katoen met kreukherstellende eigenschappen. Bv. overhemden,
bloezen, jasschorten, tafellakens.
Wasgoed van synthetische vezels of
kunstzijde. Bv. kousen, bloezen,
overhemden, fijn wasgoed.
Volgens de fabrikant wasbare gordijnen.30 °C tot koud600 t.p.m.
In de machine of met de hand wasbaar
wolgoed of gemengd wollen weefsel.
Lichtjes vuil textiel dat in het programma
’Bont’ kan worden gewassen.
Tafellakens, servetten, schorten,
beroepskleding.
Wasgoed dat centrifugeren verdraagt; bv
wat tevoren met de hand werd gewassen.
Met de hand gewassen was die enkel te
spoelen en centrifugeren is.
Gemengd textiel voor de programma’s
Bont en Kreukherstellend; gesorteerd
volgens de kleur.
95 °C tot 30 °C1600 t.p.m.
60 °C tot 30 °C900 t.p.m.
40 °C tot koud600 t.p.m.
40 °C tot koud1200 t.p.m.
40 °C1600 t.p.m.
koud1600 t.p.m.
koud1200 t.p.m.
40 °C1600 t.p.m.
centrifugeren
1600 t.p.m.
koud:
De temperatuur van het water uit de drinkwaterleiding is aan schommelingen onderhevig. Daarom
wordt het water bij temperaturaanduiding ’koud’ tot 24 °C opgewarmd. Dit komt de werking van het
wasmiddel ten goede.
22
Programma’s
MaximumladingMogelijke bijko-
5 kg– inweken
5 kgVoor testinstituten: programma voor tests volgens de
2,5 kg– inweken
1 kg– inweken
Vul de trommel losjes
(1/2 à 3/4)
1 kgGebruik vloeibaar wolwasmiddel.
2,5 kg– extra water
5 kgHet wasgoed moet vers gewassen, maar mag niet met
5 kg
mende functies
– voorwas
–kort
– extra water
(opties 1, 2, 3, 4)
– voorwas
–kort
– extra water
(opites 1, 2)
– voorwas
–kort
– inweken
– voorwas
–kort
(opties 1, 2)
Opmerkingen
Gebruik bij erg vuil wasgoed de functie ’inweken’ of
’voorwas’. Was donker textiel met vloeibaar wasmiddel.
norm EN 60456.
Gebruik bij erg vuil wasgoed de functie ’inweken’ of
’voorwas’.
Druk bij minder vuile was de toets ’Kort’ in.
Was textiel dat wol bevat, in het wolprogramma.
Door het fijne stof dat zich vaak in gordijnen
nestelt, is er gewoonlijk een programma met
voorwas vereist.
Bij met de hand te wassen textiel van andere vezelsoorten het centrifugeertoerental beperken ofwel geen
centrifugeren laten uitvoeren.
Doseer minder waspoeder (halve lading).
wasverzachter behandeld zijn.
5 kg
3 kg– inweken
– voorwas
–kort
– extra water
(opties 1, 2, 3*, 4*)
De bijkomende functies vindt u nader uitgelegd in de gelijknamige rubriek.
Naar gelang van de samenstelling van het wasgoed
worden het waterniveau, het aantal spoelbeurten en de
programmaduur automatisch ingesteld.
Zie rubriek ’Programma’s’, alinea ’Verloop’.
* Deze optie wordt enkel uitgevoerd bij ladingen met
veel katoenen wasgoed.
van het programma (t.p.m.)
Kreukbeveiligingmax. 30 min.max. 30 min.max. 30 min.–
Spoelstopmogelijkmogelijkmogelijkmogelijk
Zonder centrifugeren op ’t
mogelijkmogelijkmogelijkmogelijk
einde van het programma
Wasritmenormaalnormaalbehoedzaamvoor wol
Waterstand – wassen
– spoelen
laag
laag
1)
XXXX
2)
2
2
KREUK-
HERSTELLEND
3
2
2
laag
gemiddeld
FIJNE WASWOL
1)
3
–
3
hoog
hoog
2
–
–
gemiddeld
gemiddeld
Uitleg:
X ja, voorhanden
– neen, niet voorhanden
1)
Ladingsdetectie:
In deze programma’s wordt het verloop van het programma aan de hand van de wijze waarop het
water door het wasgoed wordt opgeslorpt, gewijzigd.
2)
De 4de spoelbeurt wordt automatisch ingeschakeld wanneer er te veel schuim in de trommel is of u
een centrifugeertoerental hebt gekozen, lager dan 700 t.p.m.
Wol:
Wol is in natte toestand erg gevoelig aan beweging. De wasbewegingen worden beperkt.
Sopafkoeling (programmeerbaar):
Op het einde van de hoofdwas komt er nog water in de trommel bij zodat het sop ietwat afkoelt. Heet
sop kan namelijk schade toebrengen aan kunststof afvoerbuizen.
Het sop wordt op het einde van de hoofdwas door watertoevoer en -afvoer afgekoeld. Daardoor vermindert het risico op kreuken in het textiel.
Centrifugeren tussen de spoelbeurten:
Het wasgoed wordt tussen de verschillende spoelbeurten gecentrifugeerd.
Centrifugeren op het einde van het programma:
Het hoogste toerental in de wasbeurt kiest u met de toets voor het centrifugeertoerental. In de programma’s KREUKHERSTELLEND, FIJNE WAS, WOL, Extra spoelen en GEMENGD TEXTIEL wordt het
centrifugeertoerental automatisch beperkt tot het toerental dat u in deze tabel vindt.
Kreukbeveiliging: verkleint het risico op kreuken indien de was langer in de trommel blijft liggen.
De trommel beweegt twee keer per minuut.
25
Programma’s
Onderhoudssymbolen
Wassen
9Wit en Bont 95 °C, 75 °C
8Bont 60 °C
7Bont 40 °C
6Bont 30 °C
4Kreukherstellend 60 °C, 50 °C
2Kreukherstellend 40 °C
1Kreukherstellend 30 °C
aFijne was 40 °C
@Fijne was 30 °C
/met de hand wassen
hniet wassen
ABC chemisch reinigen
Dniet chemisch reinigen
ybleken mogelijk
Drogen
qop normale temperatuur
rop lagere temperatuur
sniet in de machine drogen
Door op een toets voor een bijkomende
functie te drukken, wordt er een functie
bij het basisprogramma gevoegd. Het
controlelampje van de bijkomende functie wordt verlicht.
Bijkomende functies die niet met het
basisprogramma te verenigen zijn, kan
u niet inschakelen. Zie rubriek ’Programma’s’, paragraaf ’Overzicht’.
Inweken
Voor erg vuil wasgoed en voor textiel
met eiwithoudende vlekken (bv. van
bloed, vet, cacao).
– Duur van het inweekproces: van
30 minuten tot 6 uur, in te stellen in
stappen van 30 minuten.
De inweekduur instellen
1 Kies een programma.
2 Druk zo vaak op de toets ’Inweken’
tot de gewenste inweekduur is
bereikt. Met elke druk op de toets
verlengt de inweekduur met 30 minuten.
– Het controlelampje naast de toets
’Inweken’ knippert.
– Belangrijk!
De gekozen inweekduur wordt in het
display bij de oorspronkelijke programmaduur bijgeteld.
3 Druk op de toets ’Start’ indien er
geen startuitstel moet worden ingesteld. Het lampje van de toets ’Inweken’ blijft nu branden.
De inweekduur wissen
Druk zo vaak op de toets ’Inweken’ tot
het controlelampje uitgaat.
Wasmiddeldosering bij de bijkomen de functie ‘inweken’:
– Bij programma’s zonder voorwas:
Giet de totale hoeveelheid wasmiddel
in vakje j ofwel rechtstreeks op het
wasgoed in de trommel.
– Bij programma’s met voorwas:
Giet van het wasmiddel 1/4 voor het
inweekproces en de voorwas in
vakje i en 3/4 voor de hoofdwas
in vakje j.
Voorwas
Voor erg vuil wasgoed.
Kort
Hiermee wordt de programmaduur
verkort. Voor niet al te vuil wasgoed.
In de programma’s WIT/BONT, KREUKHERSTELLEND en GEMENGD TEXTIEL vinden maar twee spoelbeurten
met verhoogde waterstand plaats.
27
Bijkomende functies
Extra water
Hiermee wordt het waterniveau in de
hoofdwas en / of spoelbeurt verhoogd. U kan ook al dan niet een
extra spoelbeurt toevoegen.
Drukt u op de toets ’extra water’, dan
heeft u de keus uit 4 opties. Die vindt u
uitgelegd in de rubriek ’Programmeerfuncties’, paragraaf ’Systeem extra
water’.
– Bij erg delicaat wasgoed.
– Bij moeilijk in te spoelen wasmiddel.
– Indien er bijzondere eisen worden
gesteld aan het spoelresultaat.
Zoemer
Op het einde van het programma of
in de stand ’Spoelstop’ weerklinkt er
herhaaldelijk een signaal.
Bijkomende functies uitschakelen
Heeft u een bijkomende functie ingeschakeld - het controlelampje van de
toets is verlicht -, dan kan u die weer
uitschakelen door nog eens op die
toets te drukken. Dan gaat ook het controlelampje van die toets uit.
Centrifugeren
Het wasgoed wordt na ieder basisprogramma gecentrifugeerd. Daartoe dient u wel eerst een toerental te
kiezen.
‘Zonder centrifugeren’
Het wasgoed wordt na de laatste spoelbeurt niet gecentrifugeerd. De wasautomaat schakelt na het pompen direct
over op de kreukbeveiliging.
Tussen de verschillende spoelbeurten
wordt er echter wel gecentrifugeerd.
‘Spoelstop’
Het wasgoed blijft na de laatste spoelbeurt in het water liggen.
Het kreukt dan minder als u het niet
meteen na afloop van het programma
uit de trommel haalt.
De was wordt wel tussen de spoelbeurten in gecentrifugeerd,
Het programma voortzetten:
– Met centrifugeren op het einde van
het programma:
Kies met de toets ’Centrifugeren’ het
gewenste toerental.
28
– Zonder centrifugeren op het einde
van het programma:
Druk één keer op de toets ’Centrifugeren’. Het lampje bij ’zonder centrifugeren’ gaat aan. Het toestel pompt
het water weg.
Bijkomende functies
Elektronische programmavergrendeling
Met de vergrendeling wordt verhinderd dat het toestel tijdens het programmaverloop geopend of het programma afgebroken wordt.
De vergrendeling inschakelen
1 Kies een programma als beschreven
in de rubriek ’Zo wast u juist’.
2 Druk (minstens 4 seconden) op de
toets ’START’ tot het controlelampje
’vergrendeld’ (onderaan rechts op
het bedieningspaneel) aangaat.
De vergrendeling is nu ingeschakeld.
Het toestel aanvaardt geen wijzigingen
meer aan het programma. Het wasprogramma wordt volledig afgewerkt.
Na afloop van het wasprogramma is de
programmavergrendeling buiten werking gesteld. Zo kan u opnieuw een
wasprogramma kiezen.
De vergrendeling uitschakelen
Druk op de toets ’START’ tot het
controlelampje ’vergrendeld’ (onderaan rechts op het bedieningspaneel)
uitgaat.
Uitzondering:
In de aanduiding van het programma-
verloop knippert het controlelampje
’kreukbeveiliging / einde’.
1 Draai de programmakiezer op het
oorspronkelijk gekozen programma.
Het controlelampje ’kreukbeveiliging
/ einde’ gaat uit.
2 Druk (minstens 4 seconden) op de
toets ’START’ tot het controlelampje
’vergrendeld’ (onderaan rechts op
het bedieningspaneel) uitgaat.
29
Bijkomende functies
Elektronisch slot
Deze slotfunctie beschermt uw toestel tegen ongewenst gebruik.
Zo de slotfunctie ingeschakeld is, kan u
– de toesteldeur niet openen,
– geen programma kiezen,
– het toestel niet starten.
Het slot inschakelen
1 Sluit de toesteldeur. Draai de pro-
grammakiezer op ’einde’.
2 Schakel het toestel in.
3 Druk op de toets ’Voorwas’ en hou
die tijdens de nu volgende stappen
van
4 tot 6 ingedrukt.
4 Draai de programmakiezer stap voor
stap
kloksgewijs in de stand ’WIT en
BONT, 40 °C’.
5 Draai de programmakiezer stap voor
stap
tegen de wijzers van de klok op
’einde’.
Het slot uitschakelen
Herhaal de stappen van
controlelampje ’vergendeld’ gaat uit.
1 tot 7. Het
6 Draai de programmakiezer stap voor
tegen de wijzers van de klok in
stap
de stand ’Centrifugeren’.
– Het controlelampje ’vergrendeld’ (on-
deraan rechts op het bedieningspaneel) knippert.
7 Laat de toets ’Voorwas’ los.
8 Schakel het toestel uit.
30
Display
In het display ziet u ofwel
–de resterende programmatijd
–de resterende tijd plus de duur
van het inweekproces
–de duur van het startuitstel
–de aanduiding van een program-
meerfunctie.
Display
Inweken
Kiest u een inweektijd, dan wordt die in
het display bij de reeds aanwezige programmaduur geteld.
Voorbeeld:
U kiest het programma ’Wit en Bont,
60 °C’:
Startuitstel
In het display verschijnt de gekozen
duur van het startuitstel.
Nadat u het toestel gestart heeft, wordt
die duur afgeteld.
Bij een startuitstel van meer dan 10 h
gebeurt dat in stappen van een uur.
Vanaf 9 h 59 min. in stappen van een
minuut.
Hoe u het startuitstel inschakelt, is beschreven in de rubriek ’Zo wast u juist’,
paragraaf ’Een programma starten’.
Resterende tijd
Bij een programma zonder startuitstel
wordt in het display na de start de
maximumduur van het programma in
uren en minuten aangeduid.
Bij de programma’s Wit en Bont’,
’Kreukherstellend’ en ’Gemengd textiel’
wordt tijdens de bevochtigingsfase de
hoeveelheid wasgoed berekend. Bij gedeeltelijke ladingen wordt de tijd dan
verkort. Dat kan tot 60 minuten belopen.
– Op het display ziet u de programma-
duur 1 h 58 minuten.
– U kiest 1 uur inweektijd.
– Het display duidt nu de totale duur
aan, namelijk 2 h 58 minuten.
Nadere uitleg omtrent het inweken
vindt u in de rubriek ’Bijkomende functies’, paragraaf ’Inweken’.
31
Programmeerfuncties
Programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kan u uw
toestel aan uw individuele vereisten
aanpassen. Ze blijven opgeslagen totdat u ze weer wist.
U kan uit volgende programmeerfuncties kiezen:
Optie 2
Tijdens de hoofdwas en de spoelbeurten van de programma’s ’Wit en Bont’,
’Kreukherstellend’, ’Mini’ en ’Gemengd
textiel’ wordt de waterstand verhoogd.
Deze functie werd in de fabriek ingesteld.
P 1 = Hoge waterstand
Indien er speciale eisen worden gesteld aan het spoelresultaat, kan het
waterniveau tijdens de spoelbeurten
worden verhoogd.
Deze functie kan u toepassen in de
spoelbeurten van de programma’s
– WIT en BONT
– KREUKHERSTELLEND
– MINI 40°
– GEMENGD TEXTIEL
P 2 = Systeem ’extra water’
De toets ’extra water’ biedt vier verschillende opties om de waterstand
te verhogen of een spoelbeurt toe te
voegen.
Optie 1
Tijdens de spoelbeurten van de programma’s ’Wit en Bont’, ’Kreukherstellend’, ’Mini’ en ’Gemengd textiel’ wordt
de waterstand verhoogd.
Optie 3
In de programma’s ’Wit en Bont’ wordt
een bijkomende spoelbeurt uitgevoerd.
Optie 4
Een combinatie van de opties 2 en 3.
P 4 = Het vakje i activeren
Tijdens de hoofdwas loopt het water
de eerste 10 seconden via vakje i
naar binnen.
Vakje j volstaat niet voor de dosering
van wasmiddel voor de hoofdwas als:
– het water zeer hard (categorie III) en
– het wasgoed erg vuil is.
In dit geval kan u vakje i gebruiken
voor het inspoelen van wasmiddel voor
de hoofdwas.
32
Programmeerfuncties
P 9 = Behoedzaam ritme
Om lichtjes vuil wasgoed behoedzaam te wassen. De trommelbewegingen worden beperkt.
Het behoedzaam ritme kan worden toegepast in de programma’s WIT / BONT,
KREUKHERSTELLEND, MINI 40 °C,
Stijven en GEMENGD TEXTIEL.
Heeft u het behoedzaam ritme geprogrammeerd, dan wordt bij elke wasbeurt met deze programma’s op een
behoedzaam ritme gewassen.
P 10 = Sopafkoeling voor
’Wit/Bont’ activeren
Op het einde van de hoofdwas loopt
er extra water in de trommel. Het sop
wordt afgekoeld.
Heet sop kan namelijk schade teweegbrengen aan kunststof afvoerbuizen.
P 11 = Memory-functie
Kiest u een bijkomende functie en /
of wijzigt u het centrifugeertoerental,
dan slaat het toestel die instellingen
bij de start van het programma op.
De memory-functie werd in de fabriek
ingesteld. U kan ze via deze programmeerfunctie weer uitschakelen.
Hoe u programmeerfuncties instelt,
vindt u op de volgende bladzijden.
Het sop wordt afgekoeld indien een
temperatuur van 75 °C of 95 °C wordt
ingesteld.
33
Programmeerfuncties
Programmeren en opslaan
Programmeerfuncties activeert u met
de toetsen voor de bijkomende functies en met de programmakiezer.
Deze bedieningselementen hebben
een verborgen functie. Die is niet op
het bedieningspaneel af te lezen.
Het programmeren verloopt in vier stappen:
1. de programmeermodus kiezen
2. de programmeerfunctie kiezen
3. de programmeerfunctie activeren of
desactiveren
4. de programmeerfunctie opslaan.
1. Een programmeermodus kiezen
1 Het toestel is uitgeschakeld en de
toesteldeur dicht.
De programmakiezer staat op ‘einde’.
2 Druk de toetsen voor de bijkomende
functies ‘Inweken’ en ‘Voorwas’ tegelijkertijd in. Hou die ingedrukt en ...
3 schakel het toestel in met de toets
’jk’.
4 Laat alle toetsen los.
In het display verschijnt:P 0.
2. Een programmeerfunctie kiezen
5 Draai de programmakiezer op een
van de volgende standen:
– voor de programmeerfunctie
P 1 hoge waterstand
op ‘GEMENGD TEXTIEL’
– voor de programmeerfunctie
P 2 systeem ’extra water’
op ‘Extra spoelbeurt’
– voor de programmeerfunctie
P 4 vakje i activeren
op ‘Centrifugeren’
– voor de programmeerfunctie
P 9 behoedzaam ritme
op ‘WOL 40 °C’
– voor de programmeerfunctie
P 10 sopafkoeling voor ’Wit en
Bont’ activeren
op ‘FIJNE WAS, koud’
– voor de programmeerfunctie
P 11 memory-functie
op ‘FIJNE WAS, 30 °C’
6 In het display knippert nu afwisse-
lend de P en het getal van de programmeerfunctie.
Bv.: P... 10... P... 10.
Rechts ziet u ook nog een
0 =programmeerfunctie
niet actief.
34
1 =programmeerfunctie
Bei P 2 verschijnt rechts een 2 = optie
2 is actief.
wel actief.
Programmeerfuncties
3. De programmeerfunctie activeren
of desactiveren
Voor de programmeerfuncties P1, P4,
P9, P10, P11
7 Door op de toets ’Start’ te drukken,
wordt de aanduiding in het display
veranderd van ’0’ naar ’1’ of van ’1’
naar ’0’.
Voor de programmeerfunctie P2
7 Door op de toets ’Start’ te drukken,
kan u de verschillende opties kiezen.
Verschijnt rechts een 1 = optie 1
Verschijnt rechts een 2 = optie 2
Verschijnt rechts een 3 = optie 3
Verschijnt rechts een 4 = optie 4
4. Programmeerfuncties opslaan
8 Schakel het toestel uit met de toets
’jk’.
U kan nu het gewenste wasprogramma van start laten gaan.
De programmeerfuncties zijn nu opgeslagen. Ze staan nu voortdurend ter beschikking tot u ze weer wist.
35
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Het toestel schoonmaken
Was de ommanteling met een zacht
reinigingsmiddel of sopje af. Wrijf die
daarna met een zachte doek droog.
Het bedieningspaneel en het deksel
kan u met een vochtige doek afwis-
sen en daarna afdrogen.
Maak de trommel met een geschikt
middel voor roestvrijstaal schoon.
Gebruik geen schuurmiddelen en
geen glas- of allesreinigers! Deze
kunnen namelijk door hun chemische samenstelling enorme beschadigingen aan kunststof oppervlakken veroorzaken.
De wasmiddellade schoonmaken
Trek de lade tot aan de aanslag uit.
Maak de inspoelvakjes en het kanaal
voor de wasverzachter schoon.
Verwijder geregeld eventuele wasmiddelrestjes.
Druk de rode ontgrendelknop naar
beneden en trek tegelijkertijd de
lade helemaal uit de machine.
36
Trek de zuighevel uit het vakje p en
maak die onder stromend warm water schoon.
Reiniging en onderhoud van het toestel
De afvoerpomp en de filter
schoonmaken
Controleer de filter aan de afvoerpomp
in het begin om de 3 à 4 wasbeurten.
Zo merkt u hoe vaak u die moet reinigen.
Bij een normale reiniging loopt er zowat
2 liter water uit het toestel.
Indien de afvoer verstopt is, staat er
meer water in het toestel (max. 25 l).
Voorzichtig: zo er een wasprogramma met een hoge temperatuur is afgelopen, kan u zich verbranden!
Maak het luikje open.
Zet een schaal onder het slangetje.
Op de binnenzijde van het paneeltje
van de wasmiddellade bevindt zich
een opener. Daarmee maakt u het luikje van de filter open. Zie afb. hierboven.
Maak de toesteldeur open.
Draai de filter 2 à 3 keer rond. Draai
hem er niet helemaal uit.
Loopt er meer water uit de machine,
giet de schaal dan eens vaker leeg tot
er geen water meer uitloopt. Draai de filter weer dicht om de afvoer te stoppen.
37
Reiniging en onderhoud van het toestel
Zodra er geen water meer uitloopt,
draait u de filter helemaal los.
Maak de filter grondig schoon.-
Voorwerpen als knopen, munten e.d.
dient u te verwijderen.
Kijk na of de pompvleugel vlot ronddraait. Er kunnen eventueel voorwerpen in geklemd zitten. Die moet u
verwijderen.
Maak de ruimte binnenin schoon.
In de schroefdraad van het filterhuis
mogen er geen kalk- en wasmiddelresten of voorwerpen zijn achtergebleven.
Zet de filter weer op zijn plaats en
draai hem vast.
Na de reiniging
Om te vermijden dat er wasmiddel verloren gaat,
giet u ca. 2 liter water via de wasmiddellade in het toestel.
De kogelklep kan nu weer werken.
38
Reiniging en onderhoud van het toestel
Watertoevoerzeefje reinigen
Ter bescherming van de watertoevoerventielen heeft uw machine een zeefje.
Het zeefje in de watertoevoerslang aan
het vrije uiteinde van de slang dient u
zowat om de 6 maand na te kijken. Bij
vaak voorkomende onderbrekingen in
de watertoevoer dient dat eerder te gebeuren.
Draai de waterkraan dicht.
Schroef de toevoerslang van de wa-
terkraan los.
Trek de rubber dichting uit de dop-
moer.
Neem het handvatje van de kunststof zeef met een combinatie- of
punttang vast. Trek de zeef eruit en
maak ze schoon.
Monteer alles terug in omgekeerde
volgorde.
Schroef de slang stevig op de waterkraan. Draai de waterkraan open. Lekt
er water, draai de dopmoer dan steviger aan.
Het zeefje moet u na het schoonmaken weer monteren.
39
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan elektrische toestellen mogen enkel en alleen door een vakman worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . .Oplossing . . .
. . . het programma niet
start?
. . . het controlelampje ’vergrendeld’ brandt?
. . . het controlelampje ’vergrendeld’ knippert?
. . . het controlelampje ’dosering’ knippert?
. . . het controlelampje ‘afvoer’ knippert tijdens het programmaverloop, maar het
wasprogramma als gewoonlijk is afgelopen?
. . . het controlelampje ‘afvoer’ knippert, de zoemer
voortdurend weerklinkt en het
wasprogramma niet als gewoonlijk is afgelopen?
Het toestel krijgt geen stroom.
Het controlelampje
‘kreukbeveiliging/einde’ brandt
niet of de toets ’START’ knippert
niet.
De programmavergrendeling is
ingeschakeld.
De slotfunctie is ingeschakeld.
Er werd tijdens de wasbeurt te
veel schuim gevormd.
De watertafvoer is gestremd.
De waterafvoer is geblokkeerd.
– Doe de deur goed dicht.
– Steek de stekker goed in het
stopcontact.
– Zijn de smeltstoppen in orde?
– Schakel de
programmavergrendeling uit.
– Schakel de slotfunctie uit.
–
Doseer bij de volgende
wasbeurt minder wasmiddel.
Hou ook rekening met de
doseertips op de verpakking.
– Hou bij het doseren rekening
met de waterhardheid.
– Gebruik een ander, minder
schuimend wasmdiddel.
– Maak filter en afvoerpomp
schoon.
– Ligt de afvoerslang niet te
hoog? De maximale
opvoerhoogte is 1 m.
– Maak filter en afvoerpomp
schoon.
– Ligt de afvoerslang niet te
hoog? De maximale
opvoerhoogte is 1 m.
40
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . .Oplossing . . .
. . . het controlelampje ‘toevoer’ knippert tijdens het programmaverloop, maar het
wasprogramma als gewoonlijk is afgelopen?
. . . het controlelampje ‘toevoer’ knippert, de zoemer
voortdurend weerklinkt en het
wasgoed niet werd gewassen?
. . . de controlelampjes ’afvoer’ en ‘toevoer’ knipperen
en de zoemer voortdurend
weerklinkt?
. . . een van deze controlelampjes knippert?
– ’inweken/voorwas’ + zoemer
– ’wassen’
– ’spoelen’ + zoemer
– ’spoelstop’
. . . het wasprogramma te
vroeg is afgelopen en er in
het display drie horizontale
strepen ’_ _ _’ verschijnen terwijl de zoemer voortdurend
weerklinkt?
De watertoevoer is gestremd.
De watertoevoer is gestremd.
Het waterproof-systeem heeft
gereageerd.
Het gaat om een defect.
Het gaat om een defect.
– Draai de waterkraan ver
genoeg open.
– Verwijder de knik uit de
toevoerslang.
– De waterdruk is te laag.
– Het zeefje in de toevoerslang
is vuil. Maak het schoon.
– Draai de waterkraan open.
– Start het programma
opnieuw.
–
Doe een beroep op de
naverkoopdienst.
– Druk de toets ’jk’ in en laat
hem uitspringen.
– Draai de programmakiezer
op ’einde’.
– Druk de toets ’jk’ in.
–
Start het programma
opnieuw.
– Knippert het controlelampje
opnieuw, doe dan een
beroep op de
naverkoopdienst.
– Druk de toets ’jk’ in en laat
hem uitspringen.
– Draai de programmakiezer
op ’einde’.
– Druk de toets ’jk’ in.
– Start het programma
opnieuw.
– Verschijnen de drie
horizontale strepen opnieuw,
doe dan een beroep op de
naverkoopdienst.
41
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . .Oplossing . . .
. . . het controlelampje ’centrifugeren’ knippert?
. . . het controlelampje
’kreukbeveiliging/einde’ knippert?
. . . de ringverlichting niet
werkt?
. . . de toesteldeur niet opengaat?
. . . de machine tijdens het
centrifugeren staat te trillen?
. . . de was niet zoals gewoonlijk wordt gecentrifugeerd?
. . . u ongewone pompgeluiden hoort?
Op het einde van het wasprogramma werd wegens een te
grote onbalans niet gecentrifugeerd.
Na de start van het programma
werd de programmakiezer in
een andere positie gedraaid.
Dit is geen storing.
Het toestel is niet elektrisch
aangesloten.
Stroomonderbreking
De deur is niet goed in het slot
gevallen.
Er staat nog water in de
trommel.
De soptemperatuur ligt hoger
dan 55 °C.
De machine rust niet meer
gelijkmatig op de 4 voetjes.
Er werd een te laag centrifugeertoerental ingesteld.
Het wasgoed kon zich niet
voldoende in de trommel
verdelen. Het werd tegen een
lager toerental gecentrifugeerd. Dit om het toestel te
beschermen.
Dit is geen storing! Op het
einde van het programma zijn
dit normale geluiden. De
machine wordt leeggezogen.
– Maak de was los.
– Draai de programmakiezer
op ’Centrifugeren’.
– Let op het maximumtoerental
bij het centrifugeren.
– Draai de programmakiezer
weer op het tevoren gekozen
programma.
– Zie rubriek ’Beschrijving van
het toestel’.
– Steek de stekker in het
stopcontact.
– Maak de toesteldeur open;
zie laatste blz. van de rubriek
‘Wat gedaan als . . . ?’.
– Duw of klop eens krachtig
tegen de slotzijde van de
toesteldeur. Druk daarna de
toets ‘deur’ in.
– Kies het programma
’pompen’ en laat het water
wegpompen.
– Maak de deur open.
– Stel de machine veilig op.
– Kies bij de volgende was-
beurt een hoger centrifugeertoerental.
– Doe altijd grote en kleine
stukken wasgoed samen in
de trommel.
42
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . .Oplossing . . .
. . . er in de wasmiddellade vrij veel wasmiddelresten
achtergebleven zijn?
. . . de wasverzachter niet
volledig wordt ingespoeld of
er te veel water in vakje p
blijft staan?
. . . aan het gewassen textiel
grijze elastische resten
(vetluizen) kleven?
. . . er zich op het gewassen
textiel witte, wasmiddelachtige restjes bevinden?
. . . het wasgoed met vloeibaar wasmiddel niet proper
wordt?
De waterdruk is onvoldoende.
Waspoeder heeft de neiging
in combinatie met onthardingsmiddel te klonteren.
De zuighevel zit niet juist of is
verstopt.
Het buisje voor wasverzachter
is verstopt.
Het wasgoed vertoonde veel
vetvlekken, bv. door zalf en olie.
De wasmiddeldosering was
echter niet voldoende om dit vet
op te lossen.
Het wasmiddel bevat in water
onoplosbare bestanddelen
(zeolieten) om het water te ontharden. Die hebben zich op het
textiel vastgezet.
Vloeibaar wasmiddel bevat
geen bleekmiddel.
Fruit-, koffie- of theevlekken zijn
niet weg te krijgen.
– Maak het watertoevoer-
zeefje schoon.
– Druk eventueel op de toets
‘Extra water’.
– Voeg eerst was- en dan
onthardingsmiddel toe.
–
Maak de zuighevel schoon.
– Maak het buisje schoon.
– Doseer bij dergelijk vuil
wasgoed meer waspoeder of
gebruik vloeibaar wasmiddel.
– Laat voor de volgende was-
beurt een programma ‘WIT
en BONT 60 °C’ met vloeibaar middel en zonder was
aflopen.
– Was het wasgoed opnieuw
en gebruik voortaan vloeibaar wasmiddel. Dit bevat
meestal geen zeolieten.
– Probeer de restjes met
een borstel te verwijderen.
– Gebruik waspoeder dat
bleekmiddel bevat.
– Doseer vlekkenmiddel in
j en vloeibaar was-
vak
middel in een doseerbol.
– Giet nooit vloeibaar wasmid-
del en vlekkenmiddel samen
in het inspoelvak.
43
Wat gedaan als . . . ?
De deur openen bij een
stroomonderbreking
Schakel de wasautomaat uit.
Neem de opener van de binnenzijde
van het paneeltje van de wasmiddel-
lade weg.
Zet een schaal voor de aftapopening.
Leg het aftapslangetje in de schaal.
Trek de dop uit het slangetje.
Voorzichtig: het water dat eruit
loopt, is heet indien er een wasprogramma met een hoge temperatuur
is afgelopen!
Maak het luikje in de sokkelplint
open.
44
De hoeveelheid water die eruit loopt,
hangt af van de opvoerhoogte van de
afvoerpomp. Hoe hoger (bv. 1 m), hoe
meer water eruit loopt. De schaal moet
dan meermaals worden leeggegoten.
Loopt er geen water meer uit, zet
dan de dop weer op het slangetje.
Trek nu het oogje met een lepelsteel
(zie afb.) naar beneden. De deur
gaat open.
Hou hiermee rekening: bij toestellen
met deurscharnier links zit de noodontgrendeling in het midden van de sokkelplint.
Wat gedaan als . . . ?
De waterdruk controleren
Zet een emmer onder de waterkraan.
Draai de waterkraan open.
Loopt er binnen de 15 seconden 5 liter
water uit de kraan? Dan is de waterdruk in orde.
Verzeker er u van dat de trommel
stilstaat voordat u het wasgoed uitneemt. Grijpt u in een trommel die
nog draait, dan bestaat er risico op
kwetsuren.
45
Naverkoopdienst
Naverkoopdienst
Reparaties
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar of
– met de Miele-naverkoopdienst.
Het adres en de telefoonnummers van
onze naverkoopdienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide gegevens staan vermeld op het typeplaatje. Dat vindt u, als de deur openstaat,
bovenaan in de rand van de deur.
Voorbeeld:
Het programma updaten
(moderniseren)
Dank zij een programma-actualisering
(PC = program correction) kan nieuwe
kennis inzake programma’s in de toekomst in de elektronische besturing
van uw toestel worden opgeslagen.
Het controlelampje met de markering
PC dient de naverkoopdienst als contactpunt voor de actualisering van het
programma.
Programma’s kunnen gemoderniseerd
worden bv. indien toekomstige ontwikkelingen nieuwe was- en spoelprogramma’s vereisen.
Miele zal de mogelijkheid om programma’s te actualiseren tijdig bekendmaken.
46
Opstellen en aansluiten
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een betonnen
vloer het best geschikt. Bij zo’n vloer duiken er tijdens het centrifugeren zelden
trillingen op. Op houten vloerbekleding of
vloeren met ‘weke’ eigenschappen is dat
niet het geval.
Let op het volgende:
Stel de machine horizontaal en ste-
vig op.
Plaats de machine niet op een weke
vloer daar ze anders tijdens het cen-
trifugeren gaat trillen.
Stel de machine in geval van een
constructie met houten balken bij
voorkeur op een minstens 3 cm dik-
ke en 59 bij 52 cm grote multiplex-
plank op. Deze plank dient niet enkel
met de vloerplanken, maar ook met
zoveel mogelijk balken met behulp
van schroeven verbonden te zijn.
Opstellen en aansluiten
De machine opstellen
Til de machine van de verpakkingssokkel weg en breng ze naar de plaats van
opstelling. Let daarbij op het volgende:
Neem ze niet bij de deur vast.
De voetjes en de plaats van opstel-
ling moeten droog blijven. Anders
verschuift de machine tijdens het
centrifugeren.
De transportbeveiliging
Installeer de machine in een hoek.
Daar is de vloer immers het stevigst.
Als u het toestel op een sokkel
plaatst, dient u het met spanstrips
te beveiligen. Die zijn bij uw handelaar en in de Miele-naverkoopdienst
verkrijgbaar.
Anders bestaat het risico dat het
toestel bij het centrifugeren van de
sokkel glijdt.
Draai de linkse transportstang 90°.
47
Opstellen en aansluiten
Draai de rechtse transportstang 90°.
Sluit de gaatjes met de meegeleverde dopjes af.
Zonder transportbeveiliging mag de
machine niet worden vervoerd.
Bewaar de transportbeveiliging. Als
u de machine vervoert (bv. bij een
verhuizing) dient u de transportbeveiliging weer te monteren.
Trek de stangen en de steunplaat uit.
48
Opstellen en aansluiten
Opstellen
De wasautomaat gelijk zetten
De machine moet loodrecht staan en
gelijkmatig op de vier voetjes steunen
om perfect te werken.
Stelt u de machine verkeerd op, dan
verhoogt het water- en stroomverbruik.
Het toestel kan ook gaan verschuiven.
Werk oneffenheden in de vloer weg
door de voetjes te regelen. In de fabriek werden de voetjes helemaal ingedraaid.
Het voetje uitdraaien en met de contramoer borgen
Kantel het toestel ietwat opzij en
zorg ervoor dat het niet omvalt.
Steek er bv. een blok hout onder.
Draai het voetje 1 samen met de contramoer 2 met behulp van een
schroevendraaier los. Draai naar
links. Zie afbeelding hieronder.
Controleer met een waterpas of het
toestel loodrecht staat.
Hou het voetje 1 met een gastang
vast.
Draai de contramoer 2 met een
schroevendraaier vast tegen de ommanteling van het toestel. Draai naar
rechts.
Alle vier de contramoeren moeten
vast tegen de ommanteling zitten.
Controleer ook de voetjes die bij het
waterpas zetten niet hoefden uitgedraaid te worden. Anders bestaat
het risico dat het toestel verschuift.
Let erop dat het toestel niet wegglijdt. Er is risico op kwetsuren.
49
Opstellen en aansluiten
Inbouwen onder een doorlopend werkblad
Er is een inbouwset* vereist.
Het deksel van de machine dient te
worden vervangen door een afdek-
plaat. Deze plaat is er absoluut nodig
met het oog op de elektrische veilig-
heid. Ze mag enkel door een bevoegd
vakman worden gemonteerd.
Bij de inbouwset is een montage-
handleiding gevoegd.
Bij 90/91 cm hoge werkbladen is er
een sokkel* vereist.
De watertoevoer en -afvoer alsook de
elektrische aansluiting dienen in de
omgeving van het toestel te worden
geïnstalleerd en toegankelijk te zijn.
Door de meegeleverde glijstrips wordt
verhinderd dat delicate vloerbekleding
schade oploopt wanneer het toestel
wordt verschoven.
Was- en droogzuil
U kan deze wasautomaat met een
Miele- droogautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Daartoe is er
een tussenset* vereist.
Al de onderdelen met een * zijn in de
Miele-naverkoopdienst en bij uw Mielehandelaar verkrijgbaar.
50
Opstellen en aansluiten
De bekledingsplaat van de
deur monteren of vervangen
Aanbeveling: de deur dient bij het
monteren of vervangen van de bekledingsplaat gesloten te blijven.
De 4 schroeven van de bekledings-
lijst aan de slotzijde van de deur uit-
draaien en de lijst afnemen.
Afmetingen van de bekledingsplaat:
(De cijfers tussen haakjes geven de tolerantie in mm aan)
Plaatdikte
1 à 1,5 mm
Breedte586 (+1) mm586 (+1) mm
Hoogte600 (+1,5) mm595 (+1,5) mm
Plaatdikte
1,6 à 4 mm
Bij platen dikker dan 1,5 mm is er een
‘aanpaslijst voor een 4 mm dikke bekledingsplaat’ nodig. Die is bij uw Mielehandelaar of in de Miele-naverkoopdienst verkrijgbaar.
Daar kunt u eveneens een bekledingsplaat van 4 mm dik verkrijgen.
De overige 7 schroeven van het be-
kledingsraam onderaan en opzij los-
draaien tot u er de bekledingsplaat
(lichtjes gewelfd) kan inschuiven of
uittrekken.
Terug monteren in omgekeerde volg-
orde. Draai de schroeven stevig aan.
51
Opstellen en aansluiten
De sokkelplint monteren
De sokkel van het toestel kan met de
sokkelplint van uw keuken worden bekleed.
De hoogte en de insprong van de toestelsokkel kunnen niet worden gewijzigd.
Hogere sokkelplinten kunnen enkel worden toegepast bij hogere inbouwnissen.
Sokkelhoogte Nishoogte
100 mm
standaard
150 mm870 mm1 machinesok-
200 mm920 mm2 machinesok-
De 60 cm brede sokkelplint kan u bij
uw keukenhandelaar of keukenfabrikant bestellen.
Gelieve hiermee rekening te houden
voordat u de sokkelplint monteert:
820 mm
kel ter aanpassing van
hoogte vereist
kels ter aanpassing van
hoogte vereist
Montage:
De meegeleverde klitband op de toestelsokkel kleven.
U gaat het best in deze volgorde te
werk:
Leg de 2 delen van de klitband in de
lengte bij elkaar.
Snij de band eventueel in 2 of 3 stukken.
Trek op om het even welke plaats
van de band de beschermfolie af.
Kleef de in stukken gesneden delen
aan de uiteinden en eventueel ook in
het midden van de toestelsokkel en
druk ze stevig aan.
Trek de overblijvende beschermfolie
van de vrije zijde van de klitband.
Duw de sokkelplint stevig op het klevende oppervlak van de klitband.
Het luik (de luiken) in de toestelsokkel mag (mogen) in geen geval
overkleefd worden.
52
Watertoevoer
Montage
Deze machine mag zonder terugstroombeveiliging worden aangesloten
op een drinkwaterleiding.
De waterdruk moet tussen 1 en 10 bar
liggen. Er is een minimumdruk aanwezig van 1 bar indien er - bij volledig
geopende waterkraan - in 15 seconden
tijd 5 liter water in een emmer loopt.
Ligt de waterdruk hoger dan 10 bar,
dan dient er een reduceerventiel te worden ingebouwd.
Opstellen en aansluiten
Voor de verbinding tussen de machine
en de afsluitkraan zorgt het Miele- wa-terproof-systeem, het veiligste systeem tegen waterschade.
Opdat het waterproof-systeem naar behoren functioneert, mag u het enkel in
de afgebeelde posities monteren.
Voor de aansluiting dient u een waterkraan met 3/4" schroefkoppeling te
voorzien. Indien er een nieuwe afsluitkraan moet worden voorzien, laat die
dan door een erkend installateur op de
drinkwaterleiding plaatsen.
53
Opstellen en aansluiten
Waar de machine aangesloten is,
staat ze onder waterleidingdruk.
Door de waterkraan zachtjes open
te draaien, kan u nagaan of er nergens een lek is. Zie eventueel eens
na of de dichting nog goed in de
schroefkoppeling zit.
Dit toestel is niet geschikt voor aansluiting op warm water.
Het beschermend omhulsel mag niet
worden beschadigd, zie afb.
Als extra toebehoren is er een waterproof-systeem met een ca. 4,5 m lange
slang verkrijgbaar.
Werking
De kern van dit lekbeveiligingssysteem
wordt gevormd door een elektrisch vei-ligheidsventiel. Dat werkt als een auto-
matische afsluitkraan.
Het Miele- waterproof-systeem beschermt in de volgende gevallen tegen
waterschade:
Indien de machine le kt
Het water dat eruit loopt, wordt op de
bodemschaal opgevangen. Door een
vlotter-schakelaar wordt het veiligheidsventiel elektrisch uitgeschakeld. Er
wordt geen water meer toegevoerd.
Indien de watertoevoerslang lekt
Het water dat eruit loopt, wordt door
het beschermend omhulsel, dat de toevoerslang als een ‘tweede huid’ omgeeft, naar de bodemschaal afgevoerd. Door de vlotter-schakelaar wordt
de watertoevoer stopgezet.
Onderhoud
Maak het toestel eerst stroomloos indien u het waterproof-systeem van de
toevoerkraan wil losschroeven.
Gebruik ter vervanging enkel het origineel Miele- waterproof-systeem dat een
springdruk van minstens 70 bar kan
verdragen.
Ter bescherming van de watertoevoerventielen mag het zeefje in de
dopmoer van het beveiligingsventiel
in geen geval worden verwijderd.
54
Opstellen en aansluiten
Opgelet!
In het kunststof omhulsel van de wateraansluiting zit een elektrisch onderdeel.
Dompel dat nooit onder in vloeistof!
55
Opstellen en aansluiten
Waterafvoer
Het water wordt via een ingebouwde
afvoerpomp met een opvoerhoogte van
1 m weggepompt.
De afvoerslang is 1,50 m lang. Opdat
de afvoer degelijk verloopt, mag die
slang in geen geval knikken vertonen.
Het bochtstuk aan het uiteinde van de
afvoerslang kan in de gewenste richting worden gedraaid. U kan het ook
van de afvoerslang aftrekken.
De afvoerslang kan u zo plaatsen:
U kan hem in een spoelbak of gootsteen hangen. Maak de slang vast
opdat ze niet wegglijdt! Zo het water
in een spoelbak wordt afgevoerd,
dient het vlot genoeg te kunnen wegvloeien. Anders bestaat het risico
dat het overloopt of dat een deel van
het weggepompte water in de machine wordt teruggezogen.
U kan de slang op een kunststof afvoerpijp met rubbernippel aansluiten
(er is niet absoluut een sifon nodig).
U kan de machine ook direct via een
afvoeropening in de vloer laten leeglopen.
Zo dat nodig mocht zijn, kan u de afvoerslang tot 5 m verlengen. Het vereiste toebehoren vindt u bij uw Miele-handelaar of in de Miele-naverkoopdienst.
Voor afvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,80 m) is er bij uw Miele-handelaar of bij de Miele-naverkoopdienst
een tweede afvoerpomp verkrijgbaar.
Deze pomp moet wel tegelijk met de
originele pomp werken. Ze wordt met
de nodige ombouwset geleverd.
56
Elektrische aansluiting
Dit Miele-toestel is voorzien voor aansluiting op eenfasige stroom 230 V,
50 Hz. Hij is uitgerust met een stekker
en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeuren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Wij geven u de raad uw toestel in geen
geval aan te sluiten op verlengsnoeren
of aftakcontactdozen. Er is dan eventueel risico op brand.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste smeltstoppen vindt u op het
typeplaatje. Vergelijk ze zorgvuldig met
die van uw elektrische installatie.
Opstellen en aansluiten
57
Verbruiksgegevens
Verbruiksgegevens
Normaal programma
(zonder bijkomende functies
noch programmeerfuncties)
Wit en bont
95 °C5 kg1,70049 l1 uur 54 min. 1 uur 22 min.
60 °C *5 kg0,95049 l1 uur 58 min. 1 uur 16 min.
40 °C5 kg0,55049 l1 uur 58 min. 1 uur 06 min.
Kreukherstellend
40 °C2,5 kg0,45058 l1 uur 20 min.49 min.
Fijne was
30 °C1 kg0,40075 l58 min.48 min.
Wol
30 °C1 kg0,15025 l35 min.–
* Testprogramma volgens EN 60456
Deze verbruiksgegevens kunnen afwijkingen vertonen. Ze hangen namelijk af
van bv.: waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het toegevoerde water, omgevingstemperatuur, soort en hoeveelheid wasgoed, schommelingen in de netspanning en gekozen bijkomende functies.