Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 04 935 360
T
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op de geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grof vuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv. schrootverwerking)
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
5 Bedieningspaneel
6 Deur
7 Klepje van het pluizenfilter, het
filterhuis en de noodontgrendeling
8 Vier in hoogte verstelbare
machinevoeten
Bedieningspaneel
Algemeen
Toets "I-Aan / 0-Uit"
b
Met deze toets kunt u
de wasautomaat in- en uitschakelen
en het programma onderbreken.
c Toets "Deur"
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
d Toets "Voorkeuze"
Met deze toets kunt u het tijdstip dat
het door u gekozen programma start
minimaal 30 min. en maximaal 24 h
00 min. uitstellen.
e Toets "START"
Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
f Display
Dit kan verschillende dingen aangeven.
– Het geeft de tijd aan die een geko-
zen programma nog gaat duren.
– Het geeft, wanneer u gebruik maakt
van de voorkeuze, aan hoe lang het
nog gaat duren voordat het programma begint.
– Het geeft de aanvullende functies
aan, nadat u die hebt opgeroepen.
g Toetsen voor de extra functies
Wanneer u een extra functie inschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer uitschakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje uit.
h Toets "Centrifugeren"
Met deze toets kunt u het centrifugetoerental, de spoelstop of "Zonder
centrifugeren" instellen.
i Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental
j Programmakeuzeschakelaar
De keuzeschakelaar kan rechtsom
of linksom worden gedraaid.
De ringverlichting gaat enkele minuten
na het einde van het programma uit.
k Controlelampjes voor het program-
maverloop
l Andere controlelampjes
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de wasautomaat.
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de wasautomaat aan-
sluit dient u altijd de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet te vergelijken. Deze
moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt
veroorzaakt door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico’s voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op de wasautomaat, als aan één van de volgende
voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
De watertoevoerslang is aan slijta-
ge onderhevig, hoewel er veel
zorg is besteed aan de productie ervan
en er gebruik is gemaakt van het beste
materiaal. Door scheuren, knikken, bobbels enz. kan de slang poreus worden
en gaan lekken.
Controleer de slang daarom regelmatig, zodat u ze tijdig kunt vervangen en
zo waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel bescha-
digd is, moet de kabel door een
speciale Miele-kabel worden vervangen.
Verwijder voordat u de wasauto-
maat in gebruik neemt de transportbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat (zie hoofdstuk: "Plaatsen
en aansluiten").
Als u de transportbeveiliging niet verwijdert kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasautomaat
en aan de meubels / apparaten die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd
afwezig bent (bijv. tijdens vakanties), zeker als er zich in de buurt van
de wasautomaat geen afvoer in de
vloer (putje) bevindt.
Denk eraan dat er water kan over-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Als de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en paperclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het wasgoed veroorzaken.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig
dat u de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet worden
ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen voor die een anti-corrosiemiddel bevatten. Deze middelen
zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V. Volg de adviezen
voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in
helder water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat
nooit reinigingsmiddelen die een
oplosmiddel bevatten, zoals wasbenzine.
Als u dat toch doet, kunnen onderdelen
van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er brand uitbreekt
of zich een explosie voordoet.
Als u op hoge temperaturen wast,
denk er dan aan dat het glas van
de deur heet wordt.
Zorg er dus voor dat kinderen het glas
van de deur tijdens het wasprogramma
niet aanraken.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Als er andere toebehoren worden aanof ingebouwd, kan Miele niet voor de
gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en produktaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
Textielverf moet geschikt zijn voor
gebruik in de wasautomaat.
Neem in ieder geval de aanwijzingen
van de fabrikant in acht.
Ontkleuringsmiddelen bevatten
zwavel en kunnen corrosie veroorzaken.
Deze middelen mogen niet in de wasautomaat worden gebruikt.
10
Tips om energie te besparen
Tips om energie te besparen
– Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaciteit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst.
– Was normaal en licht vervuild WIT en
BONT WASGOED met een lagere
temperatuur (75°C of 60°C).
– Gebruik de programma’s COMBINA-
TIEWAS of MINIWAS voor kleinere
hoeveelheden wasgoed.
– Voor de reiniging van normaal ver-
vuild wasgoed is de hoofdwas voldoende.
– Gebruik de extra functie "Inweken".
Dan kunt u voor de hoofdwas een lagere temperatuur instellen.
– Bij sterk vervuilde was kunt u in
plaats van de extra functie "Voorwas"
de extra functie "Inweken" gebruiken.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
– Was licht vervuild wasgoed met de
extra functie "Kort".
– Gebruik hoogstens zoveel wasmid-
del als op de wasmiddelverpakking
staat aangegeven.
– Reduceer bij kleinere beladingshoe-
veelheden de hoeveelheid wasmiddel. Bij halve belading kan ca. 1/3
minder wasmiddel worden gebruikt.
– Kies een hoger centrifugetoerental
wanneer u het wasgoed na het wassen in de droger wilt drogen.
– Door de beladingsautomaat en de
spoelautomaat kunnen de wastijden
variëren.
Afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed in de trommel kan de hoofdwas korter zijn en kan één spoelgang vervallen.
11
Vóór de eerste wasbeurt
Vóór de eerste wasbeurt
Controleer vóór de eerste wasbeurt
of het apparaat volgens de regels is
opgesteld en aangesloten.
Zie: "Plaatsen en aansluiten".
Het schoonspoelen van de
trommelruimte
Draai de kraan open.
Leg géén wasgoed in de trommel.
Doseer 1/4 van de op de wasmiddel-
verpakking aangegeven hoeveelheid
wasmiddel in vakje j .
Druk de I-Aan / O-Uit - toets in.
Draai de programmakeuzeschake-
laar op "WITTE / BONTE WAS 60 °C".
Om ervoor te zorgen dat de automaat de verbruikswaarden zo snel
mogelijk kan meten, eventueel corrigeren en opslaan, is het beslist noodzakelijk dat u dit programma kiest.
Informeer bij uw waterleidingbedrijf
naar de waterhardheid in uw regio.
Pak de gele spatel die zich aan de
achterkant van het front van de wasmiddellade bevindt.
Druk op de toets "Extra water".
Het daarbij behorende controlelampje
begint te branden.
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge-
ren" dat het controlelampje "Zonder
centrifugeren" brandt.
Druk op de START - toets.
De trommel is aan het einde van het
programma schoongespoeld.
Geheugensteuntje voor de waterhardheid
Hoeveel wasmiddel u moet doseren
hangt van verschillende factoren af.
Eén van deze factoren is de waterhardheid.
12
Draai de stelknop met behulp van de
spatel op de juiste hardheidsgraad.
Zo wast u goed
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt hebben over hoe u de wasautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aangeduide stappen (
Voordat u gaat wassen
1,2,3,...) aanhouden.
1 Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
Keer gebreid of tricot wasgoed binnenstebuiten als de fabrikant dit adviseert.
Het sorteren van het wasgoed
Meestal is wasgoed voorzien van een
wasetiket in de kraag of in de zijnaad.
Sorteer het wasgoed volgens de symbolen op dit wasetiket. Wat ze betekenen staat in het hoofdstuk: "Waskaart".
Was geen textiel dat volgens het wasetiket noch in de wasautomaat, nochmet de hand kan worden gewassen.
Het symbool daarvoor is:
B.h.’s, badkleding en overige kleding
met beugels moeten, zoals meestal in
het desbetreffende wasetiket staat vermeld, met de hand worden gewassen.
Deze kleding kan daarom niet in de
was-droogautomaat worden gewassen!
Donkergekleurd wasgoed geeft bij de
eerste wasbeurten vaak iets af. Was
nieuw, donkergekleurd wasgoed de
eerste paar keren apart, zodat het niet
op lichter gekleurd wasgoed afgeeft.
h.
Maak de zakken leeg.
Voorwerpen (spijkers, munten, paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat beschadigen.
Sluit de ritsen (keer kleding met rit-
sen eventueel binnenstebuiten).
Zorg ervoor dat onderdelen van kle-
ding niet los kunnen raken.
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel ze in een
doek.
Was fijn wasgoed apart en heel behoedzaam.
Het voorbehandelen van vlekken
Vlekken of sterk vervuilde kragen kunt
u met wat vloeibaar wasmiddel of met
een speciaal daarvoor geschikt middel
voorbehandelen.
Bij bijzonder hardnekkige vlekken is het
raadzaam de stomerij te raadplegen.
Gebruik in geen geval chemische (oplosmiddelhoudende) reinigingsmiddelen in de wasautomaat!
13
Zo wast u goed
2 Open de deur
door op de Deur - toets te drukken.
3 Vul de trommel
Leg het wasgoed ontvouwd en los-
jes in de trommel.
Wanneer er stukken wasgoed van ver-
schillende grootte in de trommel liggen
is dat beter voor de waswerking en de
verdeling van het wasgoed tijdens het
centrifugeren.
Bij een te volle trommel verslechtert het
wasresultaat en kreukt het wasgoed
sneller.
Let op de maximale beladingscapaciteit voor de verschillende soorten
was:
kelaar op "Einde" staat, dan brandt in
het programmaverloop het controlelampje "Kreukbeveiliging / Einde".
– Wanneer de programmakeuzescha-
kelaar op een programma staat, dan
wordt in het display de tijd aangegeven dat dit programma duurt. Tevens knippert het controlelampje van
de START - toets.
ste extra functie(s) te drukken.
Wanneer u een extra functie inschakelt
gaat het daarbij behorende controlelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer uitschakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje uit.
Een gekozen extra functie kunt u uitschakelen door nog een keer op de
desbetreffende toets te drukken.
0 Kies het centrifugetoerental
door zo vaak op de toets "Centrifugeren" te drukken, totdat het controlelampje oplicht van het door u gewenste centrifugetoerental.
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma verschillen. Wanneer u een hoger centrifugetoerental kiest dan binnen het gekozen wasprogramma mogelijk is accepteert de automaat dat niet.
Zie hoofdstuk: "Programma’s", paragraaf "Programma-overzicht".
Een uitzondering vormt daarop de extra functie "Inweken".
Iedere keer dat u op de toets "Inweken"
drukt verlengt u de inweektijd tot maximaal 6 h.
Wanneer u daarna nog een keer op
deze toets drukt schakelt u de extra
functie "Inweken" uit.
Zie hoofdstuk: "Extra functies", paragraaf "Inweken".
Memory-functie
Wanneer bij een programma een extra functie wordt gekozen en/of het
centrifugetoerental wordt gewijzigd,
slaat de wasautomaat deze instellingen op.
Wanneer dit programma opnieuw
wordt gekozen biedt het apparaat de
opgeslagen extra functies en/of het opgeslagen centrifugetoerental aan.
Dat gebeurt
keuze".
niet bij "Zoemer" en "Voor-
15
Zo wast u goed
Das Programm ist gestartet.
Voorkeuze
! Stel eventueel een voorkeuze in
Nadat u een programma hebt gekozen, kunt u met de Voorkeuze - toets
het tijdstip dat het door u gekozen
programma start minimaal 30 min. en
maximaal 24 h 00 min. uitstellen.
$ Zet de programmakeuzeschake-
laar op "Einde"
% Schakel het apparaat uit
door op de I-Aan/0-Uit - toets te drukken.
& Haal het wasgoed uit de automaat
Met iedere druk op de Voorkeuze toets stelt u het tijdstip dat het programma start:
– tot 10 uur met 30 minuten uit;
– vanaf 10 uur met 1 uur uit.
Druk zo vaak op de Voorkeuze -
toets totdat de gewenste uitsteltijd in
het display verschijnt.
Het wissen van de voorkeuze
Druk op de Voorkeuze - toets wan-
neer het display 24 h 00 min. aan-
geeft.
§ Start het programma
door op de START - toets te drukken.
Nadat u heeft gewassen
~ Open de deur
door op de Deur - toets te drukken.
Kijk goed of er geen stukken wasgoed in de trommel zijn blijven liggen. Anders loopt u het risico dat
ze bij de volgende wasbeurt krimpen of afgeven.
/ Controleer of er voorwerpen
in de manchet van de deur
zijn achtergebleven
( Draai de waterkraan dicht
) Sluit de deur
Anders bestaat het gevaar dat er voorwerpen per vergissing in de trommel terechtkomen, worden meegewassen en
het wasgoed beschadigen.
16
Zo wast u goed
Het bijvullen van de trommel
U kunt bij de volgende programma’s
nog wasgoed in de trommel leggen of
wasgoed uit de trommel halen, nadat u
het programma heeft gestart: