Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat
W 979 AllWater
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 05 537 490
M
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meest
al nog waardevolle materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grof vuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het appa
raat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking)
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
e Bedieningspaneel
f Deur
g Klepje van het pluizenfilter, het filter
huis en de noodontgrendeling
h Vier in hoogte verstelbare machine
voeten
-
-
Bedieningspaneel
Algemeen
a Toets "I-Aan / 0-Uit"
Met deze toets kunt u de wasautomaat in- en uitschakelen en het
programma onderbreken.
b Toets "Deur"
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
c Toets "START"
Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
d Toetsen voor de extra functies
Wanneer u een extra functie inschakelt gaat het daarbij behorende con
trolelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer uit
schakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje uit.
e Toets "Centrifugeren"
Met deze toets kunt u het centrifugetoerental, de spoelstop of "Zonder
centrifugeren" instellen.
f Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental
g Programmakeuzeschakelaar
De keuzeschakelaar kan rechtsom of
linksom worden gedraaid.
De ringverlichting gaat uit:
–
wanneer u binnen enkele minuten na
het inschakelen geen programma
-
heeft gekozen of heeft gestart;
–
enkele minuten na het einde van het
programma.
-
h Controlelampjes voor het program
maverloop
i Andere controlelampjes
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voordat u de wasautomaat aansluit
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies met betrek
king tot de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voor
komt onnodige schade aan uw ap
paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de wasauto
maat.
-
-
-
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
tieve bediening.
-
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet te vergelijken. Deze moeten be
slist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gega
randeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico’s voor de ge
bruiker opleveren, waarvoor de fabri
kant niet aansprakelijk kan worden ge
steld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Er staat alleen dan geen elektri
sche spanning op de wasauto
maat, als aan één van de volgende
voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
-
-
-
-
-
-
-
-
-
–
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
De watertoevoerslangen zijn aan
slijtage onderhevig, hoewel er veel
zorg is besteed aan de produktie ervan
en er gebruik is gemaakt van het beste
materiaal. Door scheuren, knikken,
bobbels enz. kan de slang poreus wor
den en gaan lekken.
Controleer de slangen daarom regel
matig, zodat u ze tijdig kunt vervangen
en zo waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
-
Gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem
peraturen onder het vriespunt afnemen.
-
Sluit de kranen af als u langere tijd
afwezig bent (bijv. tijdens vakan
ties), zeker als er zich in de buurt van
de wasautomaat geen afvoer in de
vloer (putje) bevindt.
Denk eraan dat er water kan over
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de water
afvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg weg
stroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
slang niet weg kan glijden. Als de slang
niet goed vastzit kan hij door de kracht
van het wegstromende water uit de
wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en paperclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer
schade aan het wasgoed veroorzaken.
-
-
-
-
-
Verwijder voordat u de wasauto
maat in gebruik neemt de trans
portbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat (zie hoofdstuk: "Plaat
sing").
Als u de transportbeveiliging niet ver
wijdert kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
-
-
-
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer u het wasmiddel op de
juiste manier doseert is het niet no
dig dat u de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk ver
kalkt zijn, dat het beslist moet worden
ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont
kalkingsmiddelen voor die een anti-cor
rosiemiddel bevatten. Deze middelen
zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhan
delaar of bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V. Volg de ad
viezen voor het gebruik van de ontkal
kingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in
helder water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplosmiddel bevatten, zoals wasbenzine.
Wanneer u dat toch doet, kunnen onderdelen van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen
ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er
brand uitbreekt of zich een explosie
voordoet.
-
-
-
-
Wanneer u op hoge temperaturen
-
-
-
wast, denk er dan aan dat het glas
van de deur heet wordt.
Zorg er dus voor dat kinderen het glas
van de deur tijdens het wasprogramma
niet aanraken.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Als er andere toebehoren worden aanof ingebouwd, kan Miele niet voor de
gevolgen instaan en kan er geen be
-
roep meer worden gedaan op bepa
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
-
-
Textielverf moet geschikt zijn voor
gebruik in de wasautomaat.
Neem in ieder geval de aanwijzingen
van de fabrikant in acht.
Ontkleuringsmiddelen bevatten
zwavel en kunnen corrosie veroor
zaken.
Deze middelen mogen niet in de wasautomaat worden gebruikt.
10
-
Tips om energie te besparen
Benut bij ieder programma dat u
–
kiest de maximale beladingscapaci
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveel
heid wasgoed, het laagst.
Was normaal en licht vervuild WIT en
–
BONT WASGOED met een lagere
temperatuur (75°C of 60°C). Daar
mee bespaart u op energie.
Gebruik de programma’s
–
COMBINATIEWAS of MINIWAS voor
kleinere hoeveelheden wasgoed.
– Voor de reiniging van normaal ver-
vuild wasgoed is de hoofdwas voldoende.
– Gebruik de extra functie "Inweken".
Dan kunt u voor de hoofdwas een lagere temperatuur instellen.
– Bij sterk vervuilde was kunt u in
plaats van de extra functie "Voorwas"
de extra functie "Inweken" gebruiken.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
Was licht vervuild wasgoed met de
–
-
extra functie "Kort".
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
del als op de wasmiddelverpakking
-
staat aangegeven.
Reduceer bij kleinere beladingshoe
–
veelheden de hoeveelheid wasmid
del. Bij halve belading kan ca.
-
minder wasmiddel worden gebruikt.
Kies een hoger centrifugetoerental
–
wanneer u het wasgoed na het was
sen in de droger wilt drogen.
Door de beladingsautomaat en de
–
spoelautomaat kunnen de wastijden
variëren.
Afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed in de trommel kan de hoofdwas
korter zijn en kan één spoelgang vervallen.
– Maak gebruik van de warmwateraan-
sluiting om energie te besparen
of
–
maak gebruik van andere soorten
dan drinkwater.
-
-
-
1
/
3
-
11
Vóór de eerste wasbeurt
Controleer vóór de eerste wasbeurt
of het apparaat volgens de regels is
opgesteld en aangesloten.
Zie: "Plaatsen en aansluiten".
Het schoonspoelen van de
trommelruimte
Draai de kranen open.
^
Leg géén wasgoed in de trommel.
^
1
Doseer
^
verpakking aangegeven hoeveelheid
wasmiddel in vakje j .
^ Druk de I-Aan / O-Uit - toets in.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op "WITTE WAS/BONTE WAS 95
°C". Om ervoor te zorgen dat de automaat de verbruikswaarden zo snel
mogelijk kan meten, eventueel corrigeren en opslaan, is het beslist noodzakelijk dat u dit programma kiest.
^ Druk op de toets "Extra water".
/4van de op de wasmiddel
Eén van deze factoren is de waterhard
heid.
Informeer bij uw waterleidingbedrijf
naar de waterhardheid in uw regio.
-
^ Pak de gele spatel die zich aan de
achterkant van het front van de wasmiddellade bevindt.
-
Het daarbij behorende controlelampje
begint te branden.
^
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge
ren" dat het controlelampje "Zonder
centrifugeren" brandt.
^
Druk op de START - toets.
De trommel is aan het einde van het
programma schoongespoeld.
Geheugensteuntje voor de
waterhardheid
Hoeveel wasmiddel u moet doseren
hangt van verschillende factoren af.
12
-
^
Draai de stelknop met behulp van de
spatel op de juiste hardheidsgraad.
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb
ben over hoe u de wasautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aangeduide stappen (A, B, C,...) aanhou
den.
-
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
^
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
Verwijder bij vitrage haakjes en lood
^
band of wikkel ze in een doek.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
^ Was geen textiel dat volgens het
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daarom apart.
-
-
-
-
-
^
Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be
schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
Het voorbehandelen van vlekken
^
Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ont
staan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei-
-
-
en bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
13
Zo wast u goed
B Open de deur
door op de Deur - toets te drukken.
^
C Vul de trommel
Leg het wasgoed ontvouwd en losjes
^
in de trommel.
Wanneer er stukken wasgoed van ver
schillende grootte in de trommel liggen
is dat beter voor de waswerking en de
verdeling van het wasgoed tijdens het
centrifugeren.
Bij een te volle trommel verslechtert het
wasresultaat en kreukt het wasgoed
sneller.
Let op de maximale beladingscapaciteit voor de verschillende soorten
was:
Wanneer u het programma start
G Schakel het apparaat in
door op de I-Aan / 0-Uit - toets te
^
drukken
Wanneer de programmakeuzescha
–
kelaar op "Einde" staat, dan brandt in
het programmaverloop het controle
lampje "Kreukbeveiliging / Einde".
H Kies het programma
^ door de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste wasprogramma te
draaien.
Zie hoofdstuk: "Programma’s", para
graaf: "Programma-overzicht".
-
-
-
Sluit de deur met een lichte klap.
Druk de deur niet dicht.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
E Draai de waterkranen open
F Doseer het wasmiddel
Wat u precies moet doen kunt u lezen
in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
14
Zo wast u goed
I Kies eventueel (een) extra func
tie(s)
^ door op de toets(en) van de gewen-
ste extra functie(s) te drukken.
Wanneer u een extra functie inschakelt
gaat het daarbij behorende controlelampje branden.
Een gekozen extra functie kunt u uitschakelen door nog een keer op de
desbetreffende toets te drukken.
Wanneer u de extra functie uitschakelt
gaat het daarbij behorende controle
lampje uit.
-
-
J Kies het centrifugetoerental
door zo vaak op de toets "Centrifuge
^
ren" te drukken, totdat het controlelampje oplicht van het door u gewenste centrifugetoerental.
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma verschillen. Wanneer u een hoger centrifugetoerental kiest dan binnen het gekozen wasprogramma mogelijk is accepteert de automaat dat niet.
Zie hoofdstuk: "Programma’s",
paragraaf: "Programma-overzicht".
Memory-functie
-
Wanneer bij een programma een ex
tra functie wordt gekozen en/of het
centrifugetoerental wordt gewijzigd,
slaat de wasautomaat deze instellingen op.
Wanneer dit programma opnieuw wordt
gekozen biedt het apparaat de opge
slagen extra functie(s) en/of het opge
slagen centrifugetoerental aan.
K Start het programma
door op de START - toets te drukken.
-
-
-
15
Zo wast u goed
Nadat u heeft gewassen
L Open de deur
door op de Deur - toets te drukken.
^
M Zet de programmakeuzeschake-
laar op "Einde"
N Schakel het apparaat uit
door op de I-Aan / 0-Uit - toets te
^
drukken.
O Haal het wasgoed uit de automaat
Kijk goed of er geen stukken was
goed in de trommel zijn blijven lig
gen. Anders loopt u het risico dat ze
bij de volgende wasbeurt krimpen of
afgeven.
-
-
Q Draai de waterkranen dicht
R Sluit de deur
Anders bestaat het gevaar dat er voor
werpen per vergissing in de trommel te
rechtkomen, worden meegewassen en
het wasgoed beschadigen.
-
-
P Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achterge
bleven
16
-
Zo wast u goed
Het bijvullen van de trommel
U kunt bij de volgende programma’s
nog wasgoed in de trommel leggen of
wasgoed uit de trommel halen, nadat u
het programma heeft gestart:
WITTE / BONTE WAS
–
KREUKHERSTELLEND
–
WOL
–
MINIWAS
–
Stijven
–
COMBINATIEWAS
–
^ Druk op de Deur - toets totdat de
deur openspringt.
^ Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
^ Sluit de deur.
– Bij de programma’s
WITTE WAS / BONTE WAS
WOL
MINIWAS
Stijven
COMBINATIEWAS (met een groot
aandeel bont wasgoed)
kunt u de deur in alle programmafa
ses opendoen, een paar gevallen uit
gezonderd.
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wan
neer
de temperatuur van het sop boven
–
de 55°C komt;
u de extra functie "Extra water" heeft
–
ingesteld;
de programmavergrendeling is in-
–
geschakeld;
de programmafase "Centrifugeren" is
–
bereikt.
-
-
-
–
Bij de programma’s
KREUKHERSTELLEND
COMBINATIEWAS (met een groot
aandeel kreukherstellend wasgoed)
kunt u de deur in de programmafase
"Hoofdwas" opendoen, een paar ge
vallen uitgezonderd.
-
17
Zo wast u goed
Het wijzigen van het program
-
maverloop
Het afbreken van een programma
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op "Einde".
De controlelampjes in het programma
verloop gaan achter elkaar knipperen.
Wanneer alleen nog maar het controle
lampje "Kreukbeveiliging / Einde"
brandt, is het programma afgebroken.
Het onderbreken van een programma
^ Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
^ druk dan nog een keer op de
I-Aan/0-Uit - toets.
Het wijzigen van de extra functies, de
temperatuur, het centrifugetoerental
en het basisprogramma
Nadat u op de START - toets heeft ge
drukt, kunt u de volgende wijzigingen
aanbrengen.
–
Tot 6 minuten nadat u op de START toets heeft gedrukt kunt u de extra
functies "Extra water" en "Kort" in- of
uitschakelen of een andere tempera
tuur kiezen.
–
U kunt het centrifugetoerental wijzi
gen, voor zover dat het maximum
toerental van het gekozen program
ma niet overschrijdt.
Nadat u op de START - toets heeft ge
drukt, kunt u geen ander programma
meer kiezen.
-
-
-
-
-
-
Wordt de programmakeuzeschakelaar
na de start van het programma toch op
een ander programma gedraaid, heeft
dat geen invloed op het programmaver
loop. Het controlelampje "Kreukbeveili
ging / Einde" begint te knipperen.
Het controlelampje gaat uit wanneer de
programmakeuzeschakelaar weer op
het programma wordt gedraaid dat
eerst was ingesteld.
Om een ander programma te kunnen
kiezen, gaat u als volgt te werk:
Schakel het apparaat met de
^
I-Aan/O-Uit - toets uit.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Einde".
^ Schakel het apparaat met de
I-Aan/O-Uit - toets in.
^ Kies een ander programma.
^ Druk op de START - toets.
Het overslaan van een
programmafase
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op "Einde".
Zodra in het programmaverloop het
controlelampje knippert van de pro
grammafase waarmee het programma
-
moet worden voortgezet,
^
draai dan de programmakeuzescha
kelaar binnen 4 seconden weer op
de gewenste programmafase.
Wanneer de programmavergrende
ling is ingeschakeld kan het pro
gramma niet worden afgebroken of
gewijzigd.
-
-
-
-
-
-
-
18
Wasmiddelen
Het kiezen van wasmiddel
U kunt alle moderne wasmiddelen ge
bruiken die geschikt zijn voor huishoud
wasautomaten. Ook vloeibare, compac
te (geconcentreerde) wasmiddelen en
wasmiddelen met verschillende compo
nenten.
U kunt ook eventueel bijgevoegde do
seerbolletjes of doseerzakjes gebrui
ken.
Wasgoed van wol of wolmengweefsels
kunt u het beste met een wolwasmiddel
wassen.
Tips voor het gebruik en de dosering
van de wasmiddelen kunt u vinden op
de wasmiddelverpakking.
-
-
-
Het doseren van wasmiddel
De dosering is van verschillende factoren afhankelijk.
– De hoeveelheid wasgoed
–
De mate waarin dit is vervuild
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingsstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Vrij sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
Waterhardheid
-
-
-
Hardheids
graad
Izacht0 - 10
IIgemiddeld10 - 16
IIIhard> 16
Eigenschap
van het water
Duitse hard
De hoeveelheid wasmiddel
. . . te weinig wasmiddel heeft tot ge
volg dat:
het wasgoed niet schoon en in de
–
loop van de tijd grauw en hard wordt;
– er vetbolletjes in het wasgoed blijven
zitten;
– er zich kalk in de kuip afzet (verwar-
mingselementen, trommel).
. . . te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
– er sterke schuimvorming optreedt;
–
de waswerking gering is;
–
het reinigings- en spoelresultaat niet
optimaal is;
–
er door de extra spoelgang meer wa
ter wordt verbruikt;
–
het milieu extra wordt belast.
-
heid
°dH
-
-
–
De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
19
Wasmiddelen
Het doseren van wasmiddel
i = Vakje voor de voorwas
j = Vakje voor inweken en
hoofdwas
p = Vakje voor wasverzachter
en stijfsel
Via vakje i wordt het wasmiddel voor
de voorwas in de trommel gespoeld.
Via vakje j wordt het wasmiddel voor
de hoofdwas in de trommel gespoeld.
Is de capaciteit van vakje j niet vol
doende (dat is mogelijk in gebieden
met zeer hard water), kan ook vakje i
voor de dosering van het wasmiddel
worden geactiveerd. Zie hoofdstuk:
"Het programmeren van aanvullende
functies", paragraaf: "Het activeren van
vakje i ".
-
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan 16°
d.H. kunt u een wateronthardingsmid
del gebruiken om wasmiddel te bespa
ren.
De juiste dosering vindt u op de ver
pakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoe
gen, d.w.z. in doseringen voor zacht of
gemiddeld water tot 16° dH.
Wanneer u met verscheidene componenten wast, adviseren wij u deze middelen altijd bij elkaar in vakje j te doseren, en wel in de onderstaande
volgorde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge-
spoeld.
-
-
-
Wasverzachters en stijfsels
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Met andere stijfsels wordt wasgoed stijf.
-
20
^
Doseer de middelen volgens de aan
wijzingen van de fabrikant.
-
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.