Miele W 5929 WPS EcoComfort User manual

Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat W 5929 WPS EcoComfort
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .......................6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................7
Bediening van de wasautomaat .....................................14
Bedieningspaneel .................................................14
Hoe werkt het display? .............................................15
Ingebruikneming van de wasautomaat ...............................17
Diverse instellingen aan de wasautomaat ...............................17
Het instellen van de displaytaal ....................................17
Het voorbereiden van de dosering vloeibaar wasmiddel ...................18
Het instellen van het nulpunt van de beladingssensor ..................20
Automatische dosering van vloeibaar wasmiddel ......................21
De functie: automatische dosering van vloeibaar wasmiddel................21
Basisdoseerhoeveelheid ............................................21
Tips ............................................................22
Tips om energie en water te besparen................................23
Energie- en waterverbruik.........................................23
Wasmiddelen ..................................................23
Zo wast u goed...................................................24
Korte handleiding .................................................24
Extra functies ....................................................31
Kort ............................................................31
Extra water .......................................................31
Vlekken 4.......................................................31
Extra zachtjes ....................................................31
Overige extra functies 4 ...........................................32
Extra spoelgang ................................................32
Voorwas ......................................................32
Inweken.......................................................32
Spoelstop .....................................................32
Welke extra functies bij welke wasprogramma's? .........................33
2
Inhoud
Centrifugeren ....................................................34
Maximaal centrifugetoerental ........................................34
Het centrifugeren tussen de spoelgangen ............................34
Het kiezen van de spoelstop ......................................34
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het
eindcentrifugeren ...............................................34
Voorprogrammering ..............................................35
Programma-overzicht .............................................36
Textielbehandelingssymbolen ......................................41
Programmaverloop ...............................................42
Het wijzigen van het programmaverloop..............................44
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............44
Het onderbreken van een programma .................................44
Het wijzigen van een gekozen programma ..............................44
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de
trommel .........................................................45
Kinderbeveiliging..................................................45
Wasmiddelen ....................................................46
Het juiste wasmiddel ...............................................46
Wasmiddelen ....................................................47
Wateronthardingsmiddel ............................................47
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................47
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed .......................48
Automatisch spoelen met wasverzachter, synthetische stijfsels
of vloeibare stijfsels .............................................48
Apart spoelen met wasverzachter, synthetische stijfsels of vloeibare stijfsels 48
Het kleuren en ontkleuren ...........................................48
3
Inhoud
Reiniging en onderhoud ...........................................49
Het reinigen van de trommel (Hygiëne Info) .............................49
Het reinigen van de ommanteling en het bedieningspaneel.................49
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................49
Het reinigen van de doseereenheid ...................................51
Het reinigen van het reservoir met deksel ............................51
Het reinigen van de slang.........................................51
Het reinigen van het watertoevoerzeefje ................................52
Nuttige tips ......................................................53
Het oplossen van problemen.........................................53
Het lukt niet om een wasprogramma te starten. ..........................53
In het display staat een storingsmelding................................54
In het display staat aan het einde van het programma een storingsmelding ....55
Problemen bij de beladingsweergave of nulpuntinstelling ..................56
Problemen met de automatische dosering van vloeibaar wasmiddel..........57
Algemene problemen met de wasautomaat .............................59
Een tegenvallend wasresultaat .......................................60
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................61
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............62
Afdeling Klantcontacten ...........................................64
Reparaties.....................................................64
Programma-actualisering (Update) .................................64
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................64
Bij te bestellen onderdelen ........................................64
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat .......................65
Het apparaat van voren .............................................65
Het apparaat van achteren ..........................................66
Plaats van opstelling ...............................................67
Het plaatsen van de wasautomaat ....................................67
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................67
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................69
4
Inhoud
Het stellen van de wasautomaat ......................................70
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................70
Was-droogzuil..................................................71
Doseereenheid ...................................................72
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................75
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................76
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................78
Elektrische aansluiting ..............................................79
Verbruikgegevens ................................................80
Instructies voor de vergelijkende onderzoeken:........................81
Technische gegevens .............................................82
Menu voor de instellingen..........................................83
Het openen van het menu voor de instellingen ........................83
Het kiezen van een instelling ......................................83
Het kiezen van een variant ........................................83
Het sluiten van het menu voor de instellingen .........................83
Taal
! ...........................................................83
Dagtijd ..........................................................83
Te doseren wasmiddelhoev. .........................................84
Behoedzaam wassen ..............................................84
Verlenging voorwastijd W/B..........................................84
Afkoeling van het waswater ..........................................84
Code ...........................................................85
Temperatuureenheid ...............................................86
Zoemer..........................................................86
Akoestisch signaal.................................................86
Lichtsterkte ......................................................86
Contrast .........................................................86
Stand-by display ..................................................87
Memory .........................................................87
Kreukbeveiliging ..................................................87
Nulpunt belad.sensor ..............................................87
Na te bestellen reinigings- en onderhoudsmiddelen ....................88
CareCollection ....................................................88
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
6
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids bepalingen.
Ondeskundig gebruik kan persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor dat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belang rijke instructies betreffende de veiligheid, het gebruik en het on derhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de even­tuele volgende eigenaar.
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
~
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
~
huis.
-
-
-
-
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van
~
textiel dat volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het onder houdsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit appa raat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen ge bruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon
~
der toezicht bedienen, reinigen of onderhouden, als ze daar uitleg over hebben gehad. Ze moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze niet goed met het apparaat omgaan.
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van het ap
~
paraat komen als ze constant onder toezicht staan.
Wanneer er kinderen in de buurt van het apparaat zijn, houd ze
~
dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spe len.
Wanneer u met hoge temperaturen wast, bedenk dan dat het
~
glas van de deur heet wordt en zorg ervoor dat kinderen het glas tij­dens zo'n wasprogramma niet aanraken.
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat aansluit de aansluitgegevens
~
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de wasautomaat is uitsluitend gega-
~
randeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspec­teren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aard­draad.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer.
~
Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde
~
len worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze ap paraten en onderdelen daarvan.
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen
~
van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprake lijk kan worden gesteld.
-
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door er
~
kende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasauto
~
maat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is vol­daan:
– als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos is getrokken.
Het Miele waterbeveiligingssysteem beschermt tegen waterscha-
~
de, als aan de volgende voorwaarden is voldaan. – Water en elektriciteit moeten op de juiste wijze zijn aangesloten.
– Is er sprake van schade, moet de wasautomaat onmiddellijk wor-
den gerepareerd.
Deze wasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
~
op een schip) worden gebruikt.
Breng geen wijzingen aan de wasautomaat aan die niet
~
nadrukkelijk door Miele zijn toegestaan.
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Nog meer aanwijzingen over het gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten.
~
Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaar heid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.
-
Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans
~
portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat", pa ragraaf: "Het verwijderen van de transportbeveiliging". Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasautomaat en aan de meubels / apparaten die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd afwezig bent (bijv. tijdens va-
~
kanties), zeker als er zich in de buurt van de wasautomaat geen af­voer in de vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
~
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt. Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan hij door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals spijkers, naalden, munten en pa
~
perclips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasautomaat bescha digen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het wasgoed veroorzaken.
-
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig
~
dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen voor die een anti-corrosie-middel bevatten. Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
~
behandeld, moet eerst grondig in helder water worden uitgespoeld, vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen.
Gebruik in deze wasautomaat nooit een oplosmiddelhoudend rei-
~
nigingsmiddel zoals wasbenzine. Dit om te voorkomen dat onderdelen van het apparaat beschadigd raken, dat er giftige dampen ontstaan, dat er brand uitbreekt of dat zich of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat ook het oppervlak van de wasautomaat nooit in
~
aanraking komt met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel zo­als wasbenzine. Zo´n middel kan het kunststof oppervlak beschadigen.
Wanneer u textielverf in de wasautomaat wilt gebruiken, kies dan
~
textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabrikant precies in acht.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling
~
corrosie veroorzaken. Deze middelen mogen daarom niet in de wasautomaat worden ge bruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen
~
dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, bel dan direct de dokter op. Personen met een gevoelige of beschadigde huid kunnen het vloei bare wasmiddel maar beter niet aanraken.
12
-
-
Toebehoren
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Alleen originele Miele-toebehoren kunnen worden aan- of inge
~
bouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro ductaansprakelijkheid.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
13
Bediening van de wasautomaat
Bedieningspaneel
a Start/Stop - toets
Met deze toets kunt u: het gekozen wasprogramma starten en een gestart programma afbreken.
b Display met de X, OK en Y -
toetsen
Nadere bijzonderheden over het dis­play kunt u op de volgende bladzijde vinden.
c m - toets
Met deze toets kunt u het eindtijdstip van het door u gekozen programma van te voren instellen.
d Optische interface PC
Op deze plaats kunnen onze technici de wasprogramma's controleren, up daten en in het geheugen van de wasautomaat opslaan.
e Automatische dosering - toets
Met deze toets kunt u de automa tische dosering van de vloeibare wasmiddelen inschakelen.
f Toetsen voor de extra functies
met controlelampjes Met deze toetsen kunt u extra func­ties in- of uitschakelen.
g Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het ge­wenste wasprogramma instellen. De programmaschakelaar kan zowel rechtsom als linksom worden ge­draaid.
h K - toets
Met deze toets kunt u: de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken. De wasautomaat gaat in het kader van de energiebesparing 15 minuten
­na afloop van het programma / de
kreukbeveiliging automatisch uit. Het apparaat gaat ook uit wanneer u het na het inschakelen niet bedient.
-
i Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van de wasautomaat openen.
14
Bediening van de wasautomaat
Hoe werkt het display?
Voor het instellen van de verschillende mogelijkheden via het display hebt u de X, OK en Y - toetsen nodig. Een net gekozen tekst of waarde is ge­markeerd.
– Met de X - toets
gaat u naar beneden en verlaagt u de gemarkeerde waarde.
– Met de Y - toets
gaat u naar boven en verhoogt u de gemarkeerde waarde.
– Met de OK - toets
bevestigt u de gemarkeerde tekst of waarde.
Voorbeelden
Het verlagen of verhogen van een waarde
Katoen
s O O F F F FM 1600 o/min
Duur: 2:59 uur
Met de X - toets kiest u een lagere tem­peratuur en met de Y - toets kiest u een hogere temperatuur.
Wanneer er verschillende varianten te­gelijk kunnen worden gekozen
Is er al een variant gekozen, is deze door een vinkje
Overige extra functies
Extra spoelgang
8
8 Voorwas
9 aangegeven.
;
,
Met de X - toets gaat u naar beneden en met de Y - toets gaat naar boven. Met de OK - toets bevestigt u de ge­wenste / gemarkeerde variant. Daarna kunt u nog een variant kiezen.
Wanneer er maar èèn variant tegelijk kan worden gekozen
Hier is er al een variant met een vinkje
( aangegeven.
De andere variant(en) is/zijn automa­tisch niet ingesteld.
Behoedzaam wassen
Uit (
Aan ,
;
Met de X - toets gaat u naar beneden en met de Y - toets gaat u naar boven. Met de OK - toets bevestigt u de ge­wenste / gemarkeerde waarde.
Het verlaten van een submenu U verlaat het submenu door Terug # te
kiezen of door ca. 15 seconden te wachten. In het laatste geval springt het display automatisch naar het waspro­gramma terug.
15
Bediening van de wasautomaat
Via het display kunt u het volgende instellen:
de wastemperatuur;
het centrifugetoerental;
de programma's onder Overige pro
gramma's / Instellingen;
de extra functies onder de toets Ove
rige extra functies;
de inweektijd;
het eindtijdstip van het door u geko
zen programma;
– wanneer een programma moet wor-
den afgebroken;
– de kinderbeveiliging;
– de varianten van de instellingen on-
der Overige programma's / Instel- lingen.
Bovendien geeft het display ook aan:
– de duur van het gekozen program-
ma;
Programmakeuze via het display
Met Overige programma's / Instellingen 4 kunt u via het display tussen de vol gende programma's kiezen:
Donker wasgoed
-
Sportkleding
Sportschoenen
-
Outdoor
Impregneren
­Knuffeldieren
Nieuw textiel
– Hoofdkussens
– Vitrage
– Stijven
-
het programmaverloop;
controle- en foutmeldingen.
16
Ingebruikneming van de wasautomaat
Diverse instellingen aan de wasautomaat
Iedere wasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto maat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge plaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan sluiten van de wasautomaat".
^ Schakel de wasautomaat met de
K - toets in.
Wordt de wasautomaat voor het eerst ingeschakeld, dan verschijnt kort Miele Wilkommen in het display.
Als de eerste wasbeurt langer duurt dan 1 uur, dan verschijnt dit Miele Wilkommen niet meer.
-
-
-
Het instellen van de displaytaal
Het scherm vraagt u nu om de ge wenste displaytaal in te stellen. U kunt de displaytaal echter ook altijd via Overige programma's / Instellingen 4 in het submenu Instellingen wij zigen.
Sprache
deutsch
english ,
Loop met de X en Y - toetsen door
^
-
de talen, totdat de gewenste taal is gemarkeerd.
^ Bevestig uw keuze met de OK -
toets.
Het instellen van de dagtijd (indien nodig)
In het display verschijnt nu een scherm waarin u de dagtijd kunt instellen.
Dagtijd
-
-
;
In het display verschijnt nu een scherm waarin u de taal kunt instellen die u vanaf dat moment in het display wilt hebben.
12:00
^
Stel met de X - toets een lager uur en met de Y - toets een hoger uur in.
^
Bevestig het ingestelde uur met de OK - toets.
^
Herhaal de procedure voor de minu ten.
-
17
Ingebruikneming van de wasautomaat
Transportbeveiliging
De transportbeveiliging moet
,
vòòr de eerste wasbeurt zijn verwij derd. Is dat niet het geval, is dat schade lijk voor uw wasautomaat.
Heeft de installateur of uzelf de be
^
veiliging verwijderd, bevestig dat dan met de OK - toets.
Doseereenheid
Open de deur en neem de doseer
^
eenheid uit het apparaat.
^ Bevestig dit met de OK - toets.
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren. Ter activering van het centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed Tegelijk wordt de slang van het do­seersysteem met vloeibaar wasmid del gevuld.
draaien.
Het voorbereiden van de dose ring vloeibaar wasmiddel
-
-
-
-
-
Hoe de doseereenheid moet worden gemonteerd, wordt beschreven in het hoofdstuk: "Het plaatsen en aan sluiten van de wasautomaat", para graaf: "Doseereenheid".
Het reservoir is alleen geschikt
,
voor vloeibare wasmiddelen. Andere middelen zoals bleekmid delen en poedervormige wasmid delen kunnen uw wasautomaat en/of wasgoed beschadigen.
Het doseren van het wasmiddel
^ Haal het reservoir van de sokkel.
Het reservoir bezit een bodemventiel dat automatisch dichtgaat wanneer het reservoir van de sokkel wordt gehaald.
^ Open het deksel van het reservoir.
^
Vul het reservoir met vloeibaar was middel tot 1 cm onder de rand (ca. 5 l).
-
-
-
-
-
-
18
^
Sluit het deksel om te voorkomen dat het vloeibaar wasmiddel opdroogt en er voorwerpen in het reservoir te rechtkomen.
^
Zet het reservoir weer op de sokkel en druk het stevig aan, zodat het bodemventiel opengaat.
-
Ingebruikneming van de wasautomaat
Het vullen van de slang met wasmid del
Draai de programmakeuzeschake
^
-
laar op Fijne was.
Fijne was
40°C 600 o/min
Duur: 0:59 uur
Druk op de Y - toets om de tempera
^
tuur tot 60°C te verhogen.
Fijne was
60°C OOOOOO 600 o/min
Duur: 1:09 uur
^ Druk op de Automatische dosering -
toets.
Het display vraagt u nu om de doseer­hoeveelheid in te voeren. U moet nu een hoeveelheid van 100 ml invoeren. Dit doet u als volgt.
Te dos. wasmid.hoev.
In het display verschijnt nu een scherm
-
waarin u de vuilgraad kunt instellen.
Vuilgraad
QQHHM
Normaal
Druk op de Y - toets om de vuilgraad
^
tot Zeer sterk te verhogen.
Bevestig deze vuilgraad met de OK -
^
­toets.
Druk op de Start/Stop - toets.
^
De boven ingestelde doseerhoeveel heid geldt alleen voor de ingebruik­neming van het apparaat. Pas daarna wordt de basisdoseer­hoeveelheid ingesteld.
^ Na afloop van het programma zijn de
wasautomaat en het doseersysteem klaar voor gebruik.
Er kan nog lucht in de slang zitten. Dit duidt echter niet op een storing in het systeem.
-
0
00
Normaal vervuild
^
Stel met de Y - toets en indien nodig
ml
met de X - toets het eerste cijfer in.
^
Bevestig het cijfer met de OK - toets.
^
Herhaal de procedure indien nodig voor het tweede en derde cijfer.
^
Draai de programmakeuzeschake laar op Stop.
^
Schakel de wasautomaat uit.
Nadat de wasautomaat voor het eerst in gebruik is genomen, moet de basisdoseerhoeveelheid voor het vloeibare wasmiddel worden in gesteld. Zie hoofdstuk: "Automatische dose ring van vloeibaar wasmiddel".
-
-
-
19
Het instellen van het nulpunt van de beladingssensor
Nadat de wasautomaat in gebruik is genomen moet het nulpunt van de sensor opnieuw worden ingesteld zo als bij een gewone weegschaal.
Schakel de wasautomaat in.
^
Open de deur.
^
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op Overige programma's / In stellingen 4.
In het display verschijnt:
Overige programma's
Instellingen !
Donker wasgoed ,
;
^ Bevestig de gemarkeerde Instel-
lingen
! met de OK - toets.
^ Loop met de X en Y - toetsen door
de tekst tot:
Instellingen
Nulpunt belad.sensor
-
Het instellen v/h nulpunt
Terug # ,
Bevestig het gemarkeerde Het instel
^
len van het nulpunt met de OK -
-
-
toets.
het nulpunt wordt nu opnieuw ingesteld en in het display verschijnt:
Nulpuntinstelling OK
:
^ Schakel de wasautomaat uit.
;
-
Nulpunt belad.sensor
Terug # ,
^
Bevestig de gemarkeerde instelling
;
Nulpunt belad.sensor met de OK ­toets.
20
Automatische dosering van vloeibaar wasmiddel
De functie: automatische dose ring van vloeibaar wasmiddel
Wanneer u met deze functie een pro gramma start, dan berekent de wasau tomaat de hoeveelheid wasmiddel die u nodig heeft. Dit doet het apparaat aan de hand van de ingevoerde basisdoseerhoeveel heid, de berekende hoeveelheid was goed en de aangegeven vuilgraad. Het wasmiddel wordt dan gedoseerd voor het wasprogramma.
Heeft u de extra functie Voorwas geko zen, dan wordt de te doseren wasmid­delhoeveelheid automatisch gesplitst, en wel in
1
/3voor de voorwas en2/
voor de hoofdwas.
-
-
-
-
-
3
Basisdoseerhoeveelheid
Neem de doseeraanwijzingen van de wasmiddelfabrikant voor normaal ver­vuild wasgoed in acht.
Let ook op de waterhardheid.
Het instellen van de basisdoseerhoe veelheid
^
Sluit de deur.
^
Schakel de wasautomaat in.
Draai de programmakeuzeschake
^
-
laar op Overige programma's / Instel lingen 4.
In het display verschijnt:
Overige programma's
Instellingen !
Donker wasgoed ,
Bevestig de gemarkeerde Instel
^
lingen
! met de OK - toets.
U bevindt zich nu in het menu Instel lingen.
^ Loop met de X en Y - toetsen door
de instellingen, totdat de instelling Te dos. wasmid.hoev. is gemarkeerd.
^ Bevestig uw keuze met de OK -
toets.
Te dos. wasmid.hoev.
1
00
Normaal vervuild
U moet nu de basisdoseerhoeveelheid
-
ml
invoeren. Voorbeeld: 90 ml Hiervoor moeten de cijfers 090 worden ingevoerd.
^
Stel met de Y en de X - toetsen het eerste cijfer in.
-
-
;
-
-
^
Bevestig het cijfer met de OK - toets.
^
Herhaal de procedure voor het twee de en derde cijfer.
De wasautomaat kan het vloeibare was middel nu automatisch doseren.
-
-
21
Automatische dosering van vloeibaar wasmiddel
Tips
Het juiste vloeibare wasmiddel
U kunt ieder vloeibaar wasmiddel dose ren. Het is echter aan te bevelen om een vloeibaar wasmiddel te doseren dat vaak wordt gebruikt.
U kunt hieronder de naam van het ge bruikte product opschrijven.
Product
Het bijvullen van vloeibaar wasmid­del
Wanneer het vloeibare wasmiddel op is en u hetzelfde middel wilt blijven ge bruiken, kunt u het reservoir bijvullen zonder het eerst te reinigen.
-
-
Het wisselen van vloeibaar wasmid del
Meng geen verschillende soorten
­vloeibaar wasmiddel.
Doet u dat toch, heeft dat een nega tief effect op het wasresultaat en kunnen de wasmiddelen uitvlokken.
Reinig het reservoir zoals beschreven
^
in het hoofdstuk: "Reiniging en onder houd".
Let erop dat de basisdoseerhoeveel
^
heid eveneens moet worden gewij zigd.
Vuilgraad
Licht: Het wasgoed is niet zichtbaar vies, maar ruikt niet meer zo fris.
Normaal: Er zijn vuile vlekjes op het wasgoed te zien.
Sterk: Er zijn duidelijk vuile vlekken op het wasgoed te zien.
-
-
-
-
-
22
Zeer sterk: Het wasgoed vertoont vuile vlekken die er al langer inzitten en die zijn inge droogd.
-
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci teit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveel heid wasgoed, het laagst.
Bij een geringe belading zorgt de
beladingsautomaat voor een vermin dering van het water- en energiever bruik en voor een verkorting van de programmaduur. Het is daardoor mogelijk dat de rest tijd die in het display wordt aangege ven in het verloop van het waspro­gramma wordt gecorrigeerd.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleinere hoeveelheden was­goed.
– Met moderne wasmiddelen kunt u op
lagere temperaturen wassen (bijv. 20°C). U bespaart daarmee energie.
Voor een goede hygiëne in de was automaat raden wij u aan om zo nu en dan een wasprogramma met een temperatuur van minstens 60°C te kiezen. De wasautomaat herinnert u daaraan met de melding: display.
Hygiëne Info in het
-
-
-
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
del als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.
Controleer bij het doseren van het
wasmiddel hoe vuil het wasgoed is.
Reduceer bij geringere beladings
hoeveelheden de wasmiddelhoeveel
-
-
heid. Gebruik daarvoor de Belading / Dosering - toets.
-
Juiste keuze van de extra functies
-
(Kort, Inweken, Voorwas)
Kies voor:
– licht vervuild wasgoed
bare vlekken een wasprogramma met de extra functie Kort;
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder extra functie;
– zeer sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de extra functie Inweken;
wasgoed waar veel stof of zand in zit een wasprogramma met de extra functie Voorwas.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.
zonder zicht-
-
-
-
een
23
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb ben over hoe u de wasautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aange duide stappen (A, B, C,...)aanhou den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten, paperclips e.d.) kunnen wasgoed en onderdelen van de wasautomaat be schadigen.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
-
-
-
nenstebuiten als de fabrikant dat ad viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
^
dicht zodat er geen andere textiel in
­terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het onderhouds etiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt.
Was geen textiel dat volgens het on
^
derhoudsetiket niet in de wasauto­maat kan worden gewassen. Het symbool daarvoor is: h.
^ Was licht en donker textiel bij de
eerste wasbeurten apart, want don­ker textiel geeft dan vaak iets af.
Het voorbehandelen van vlekken
^ Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ont­staan zijn. Dit is nog belangrijker voor moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei­en bloedvlekken. Neem de vlekken met een tissue af. Wrijf de vlekken er niet in!
-
-
-
-
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle ding, zoals bh-beugels, niet los kun nen raken. Maak ze vast of verwijder ze.
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en het loodband of wikkel de vitrage in een doek.
24
-
-
,
Gebruik in geen geval chemi sche (oplosmiddelhoudende) reini gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
Zo wast u goed
B Schakel de wasautomaat in
Druk op de K - toets.
^
De trommelverlichting gaan aan.
De trommelverlichting gaat automa tisch na 5 minuten uit. Wilt u de trommelverlichting weer in schakelen, druk dan op de Deur ­toets.
De controlelampjes van alle program ma's gaan branden. Het display vraagt u nu om een pro gramma te kiezen.
C Kies een programma
Overige programma's / Instellingen
Via 4:
-
-
-
-
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op Overige programma's / Instel- lingen 4.
De overige programma's verschijnen nu in het display.
Overige programma's
Instellingen !
;
Via de programmakeuzeschakelaar:
^
Draai de programmakeuzeschake laar op het gewenste wasprogram ma.
Donker wasgoed ,
^
Loop met de X en Y - toetsen door de programma's, totdat het gewenste wasprogramma is gemarkeerd.
^
Bevestig uw keuze met de OK -
-
-
toets.
De naam van het gekozen programma verschijnt in het display.
25
Zo wast u goed
D Kies de temperatuur en/of het cen
trifugetoerental
U kunt de temperatuur en/of het centri fugetoerental wijzigen die in het display staan aangegeven.
Katoen
r 1600 o/min
Duur: 2:59 uur
Stel met de X - toets een lagere en
^
met de Y - toets een hogere tempe
-
ratuur in.
^ Bevestig uw keuze met de OK -
toets.
Daarmee gaat u automatisch naar het centrifugetoerental. Met de OK - toets kunt u ook weer te­rug.
Katoen
r 1600 o/min
Duur: 2:59 uur
^
Stel met de X - toets een lager en met de Y - toets een hoger centrifu
-
getoerental in.
E Kies eventueel (een) extra func
­tie(s)
-
Via de extra functietoetsen:
^ Druk op de toets(en) van de ge-
wenste extra functie(s).
Wanneer u dat doet, gaat het bijbeho­rende controlelampje branden.
Via de toets
Overige extra functies 4:
Onder deze toets zitten nog enkele specificaties, te weten Extra spoelgang, Voorwas, Inweken en Spoelstop.
^
Druk op de toets Overige extra func ties 4.
Niet alle extra functies kunnen bij alle wasprogramma's worden gekozen. Lukt het u niet een extra functie in te stellen, dan is deze extra functie voor het gekozen programma niet van toe passing.
-
-
-
26
Nadere bijzonderheden vindt u in het hoofdstuk: "Extra functies".
F Belaad de wasautomaat
Open de deur met de Deur - toets.
^
In het display wordt nu de belading aangegeven.
Belading
8 < 25%
Het display geeft in stappen van 25% aan hoeveel procent van de maximale hoeveelheid wasgoed, die voor het ge kozen wasprogramma is toegestaan, zich in de trommel bevindt.
Zo wast u goed
Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt.
-
^ Leg het wasgoed uit elkaar gevou-
wen en losjes in de trommel.
^ Leg stukken wasgoed van verschil-
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
^ Neem de maximale belading.
Bij een maximale belading is het ener gie- en waterverbruik relatief gezien het laagst.
Bij overschrijding van de maximale be ladingscapaciteit vallen de wasresulta ten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
-
^ Sluit de deur met een lichte klap.
-
-
27
Zo wast u goed
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de reinigings-, spoel- en centrifugeerre­sultaten niet optimaal zijn;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
1. Automatische dosering van vloei
-
baar wasmiddel
In het display verschijnt nu een scherm waarin u de vuilgraad kunt aangeven.
Vuilgraad
Q Q H HM
Normaal
Stel met de Y en de X - toetsen de
^
juiste vuilgraad in.
Bevestig de vuilgraad met de OK -
^
toets.
­Het vloeibaar wasmiddel wordt nu in
aangepaste hoeveelheid gedoseerd.
Meer informatie over de automatische dosering van vloeibaar wasmiddel vindt u in het gelijknamige hoofdstuk.
2. Wasmiddellade
Wilt u een programma met een poeder­vormig of speciaal wasmiddel, doseer dit dan via de wasmiddellade.
Attentie:
Druk niet op de Automatische dosering
- toets. Doet u dat wel, dan wordt er overgedo seerd.
-
^
Druk op de Automatische dosering ­toets.
28
Loading...
+ 64 hidden pages