Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 05 521 430
M
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meest
al nog waardevolle materialen. Zet uw
apparaat daarom niet zomaar bij het
grof vuil, maar informeer bij uw hande
laar of het mogelijk is om het apparaat
terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies met betrek
king tot de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voor
komt onnodige schade aan uw ap
paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen, maar
ook voor wollen textiel dat met de hand
wordt gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
tieve bediening.
-
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de wasautomaat aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet te vergelijken. Deze moeten be
slist overeenkomen. Raadpleeg bij twij
fel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gega
randeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico’s voor
de gebruiker opleveren, waarvoor de
fabrikant niet aansprakelijk kan worden
gesteld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Wanneer er een storing wordt ver
holpen en wanneer de wasauto
maat wordt gereinigd en onderhouden
mag er geen elektrische spanning op
de wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
De wasautomaat mag alleen met
een nieuwe slangenset met toebe
horen op de waterleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag
niet opnieuw worden gebruikt.
Controleer de slang met toebehoren re
gelmatig, zodat u deze wanneer dat no
dig is kunt vervangen en zo waterscha
de voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel bescha-
digd is, moet de kabel door een
speciale Miele-kabel worden vervangen.
Gebruik
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of cam
per) worden ingebouwd en aangeslo
ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden vol
daan.
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem
peraturen onder het vriespunt afnemen.
-
-
-
-
Verwijder voordat u de wasauto
maat in gebruik neemt de trans
portbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat. Zie hoofdstuk: "Het plaat
sen en aansluiten van de wasauto
maat", paragraaf: "Het verwijderen van
de transportbeveiliging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd
afwezig bent (bijv. tijdens vakan
ties), zeker als er zich in de buurt van
de wasautomaat geen afvoer in de
vloer (bijv. een putje) bevindt.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en pa
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel). Beschadigde on
derdelen kunnen op hun beurt weer
schade aan het wasgoed veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig dat
u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw
apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat
het beslist moet worden ontkalkt, ge
bruik daar dan speciale ontkalkings
middelen voor die een anti-corrosiemid
del bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Volg de adviezen voor het gebruik van
de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in
helder water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplosmiddel bevatten, zoals wasbenzine.
Wanneer u dat toch doet, kunnen onderdelen van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen
ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er
brand uitbreekt of zich een explosie
voordoet.
-
-
Wanneer u op hoge temperaturen
wast, denk er dan aan dat het glas
van de deur heet wordt.
Zorg er dus voor dat kinderen het glas
van de deur tijdens het wasprogramma
niet aanraken.
-
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
-
beroep meer worden gedaan op bepa
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
-
Textielverf moet geschikt zijn voor
gebruik in de wasautomaat.
Neem in ieder geval de aanwijzingen
van de fabrikant in acht.
Ontkleuringsmiddelen bevatten
zwavel en kunnen corrosie veroor
zaken.
Deze middelen mogen niet in de wasautomaat worden gebruikt.
8
-
Algemeen
Specifieke kenmerken
Speciale programma’s (Zijde /,
WOL /, Miniwas, Combinatiewas,
Extra spoelen)
Zijde
–
–
– Miniwas
– Combinatiewas
–
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar, kreukgevoelig textiel wor
den gewassen waar geen wol in zit.
WOL
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar textiel van wol of wolmeng
weefsels worden gewassen.
In dit programma kan een kleine hoeveelheid licht vervuild textiel worden
gewassen dat anders met de bonte
was meegaat.
In dit programma kunnen stukken
wasgoed van verschillende soorten
textiel worden gewassen, als ze
maar wel dezelfde kleur hebben.
Extra spoelen
In dit programma kan wasgoed wor
den behandeld dat alleen maar moet
worden gespoeld en gecentrifu
geerd.
-
Licht strijken in de programma’s
FIJNE WAS en Zijde /
In deze programma’s wordt het was
goed bijzonder behoedzaam gewassen
en gecentrifugeerd. Daardoor kreukt
het wasgoed minder en hoeft het min
der te worden gestreken.
-
Beladingsweergave
Wanneer u de wasautomaat heeft ing
eschakeld, een programma heeft geko
zen en wasgoed in de trommel heeft
gelegd, wordt de trommelbelading ge
meten en in het display aangegeven.
Zo kunt u gebruik maken van de maximale beladingscapaciteit van het gekozen programma.
Doseeradvies
De wasautomaat geeft u advies bij het
doseren van de wasmiddelhoeveelheid.
Wanneer u na een programma gekozen
te hebben de trommel niet maximaal
belaadt, geeft de wasautomaat aan
hoeveel procent van de door de was
middelfabrikant aanbevolen hoeveel
heid wasmiddel u het beste kunt dose
ren.
-
Systeem extra water
Met dit systeem is het mogelijk om met
een hogere waterstand te wassen en/of
te spoelen.
Bovendien is het mogelijk om voor het
programma WITTE WAS / BONTE WAS
een extra spoelgang te kiezen.
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Algemeen
Voorkeuze h/min
Met de
stip dat het door u gekozen programma
start minimaal 30 minuten en maximaal
24 uur van te voren instellen.
Programmaduur (resttijd)
Wanneer u een programma start geeft
het display in uren en minuten aan hoe
lang dit programma maximaal gaat du
ren.
Daarna wordt de tijd per minuut afge
teld.
Bedieningsfuncties
(Programmavergrendeling, afsluitfunctie)
Elektronische programmavergrendeling
Met het inschakelen van de programmavergrendeling voorkomt u dat de
wasautomaat tijdens een wasprogramma wordt geopend en dat het waspro
gramma wordt afgebroken.
Voorkeuze
- toets kunt u het tijd
-
-
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma’s zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe
komst in staat zijn het wasprogramma
te updaten en in het Novotronic-geheu
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dit zal gebeuren via het controlelampje
voor de watertoevoer (PC = Programme
Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma’s kunnen worden geactualiseerd.
-
-
-
Na afloop van het wasprogramma
wordt de programmavergrendeling au
tomatisch opgeheven.
Elektronische afsluitfunctie
Met het inschakelen van de elektroni
sche afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door vreemden kan worden
gebruikt.
Wanneer deze afsluitfunctie is inge
schakeld kan:
–
de deur niet met de
den geopend;
–
er geen programma worden gestart.
10
Deur
-
- toets wor
-
-
-
Bedieningspaneel
Algemeen
a Weergave van het beladingsper
centage, het te doseren wasmid
delpercentage en de programmaduur (resttijd)
Voor meer informatie zie volgende
bladzijde.
b Toets “START”
Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
c Toets “Voorkeuze”
Met deze toets kunt u het tijdstip dat
het door u gekozen programma start
van te voren instellen.
d Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func
ties kiezen.
Wanneer u een extra functie inscha
kelt gaat het daarbij behorende con
trolelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer
uitschakelt gaat het daarbij behoren
de controlelampje uit.
e Toets “Centrifugeren”
Met deze toets kunt u een ander
centrifugetoerental, “Spoelstop” of
“Zonder centrifugeren” kiezen.
f Controlelampjes voor het gekozen
-
-
-
-
-
centrifugetoerental, “Spoelstop”
en “Zonder centrifugeren”
h Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het basiswasprogramma en een daarbij horende temperatuur kiezen.
De programmakeuzeschakelaar kan
rechts- of linksom worden gedraaid.
g Controlelampjes voor het program-
maverloop
Deze controlelampjes laten u tijdens
het wasprogramma zien welke fase
in het programmaverloop is bereikt.
h Andere controlelampjes
Deze controlelampjes geven een
probleem aan.
i Toets “I-Aan/0-Uit”
Met deze toets kunt u de wasauto
maat in- en uitschakelen en het pro
gramma onderbreken.
j Toets “Deur”
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
-
-
11
Algemeen
Weergave van het
beladingspercentage, het te doseren
wasmiddelpercentage en de
programmaduur (resttijd)
a Display
b Controlelampjes in het display
c Met deze toets kunt u twee dingen
doen:
–
Wisselen van de weergave van
ding %
,
Wasmiddel %enResttijd
Bela
h/min
–
Instellen van het nulpunt van de be
ladingssensor
Om ervoor te zorgen dat u zuinig kunt
wassen en het milieu niet meer belast
dan nodig is geeft deze automaat aan:
–
Hoeveel procent van de maximale
hoeveelheid wasgoed, die voor het
gekozen wasprogramma is toege
staan, zich in de trommel bevindt. De
belading wordt aangegeven met
25/50/75/100%.
-
Hoeveel wasmiddel bij het gekozen
–
programma voor de gemeten hoe
veelheid wasgoed nodig is.
De hoeveelheid wasmiddel wordt
aangegeven met
40/50/60/75/100% en slaat op de
doseeraanwijzingen van de wasmid
delfabrikant.
De resttijd in uren en minuten. Deze
–
is afhankelijk van het programma en
de belading.
Bedenk dat de wasgoedhoeveelheid
in % afhankelijk is van het gekozen
programma en alleen voor droog
wasgoed geldt.
Tip:
Een beladingshoeveelheid van minder dan 25 % wordt niet aangegeven. Bij de wasmiddelhoeveelheid
wordt in dit geval het minimumpercentage van 40 % aangeduid.
-
De percentages worden bij bijna alle
wasprogramma’s aangegeven.
In de programma’s:
–
Extra spoelen
–
Pompen/Centrifugeren
–
Stijven
wordt alleen de resttijd aangeduid.
Daarnaast kan het display aangeven:
–
de voorgeprogrammeerde tijd wan
neer u van de voorkeuze gebruik
heeft gemaakt;
–
de aanvullende functies wanneer u
ze wilt programmeren.
-
-
-
12
Belangrijke
bedieningselementen
Programmakeuzeschakelaar
Met de programmakeuzeschakelaar
kunt u een basisprogramma en een
daarbij behorende temperatuur instel
len.
De ringverlichting gaat om energie te
besparen enkele minuten na het einde
van het programma uit.
Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra functies
in- en uitschakelen.
De extra functies dienen ter aanvulling
van de basiswasprogramma’s.
Een extra functie kunt u inschakelen
door op de desbetreffende toets te
drukken.
Wanneer u dat doet gaat het daarbij
behorende controlelampje branden.
Een gekozen extra functie kunt u uitschakelen door nog een keer op de
desbetreffende toets te drukken.
Wanneer u dat doet gaat het daarbij
behorende controlelampje uit.
Extra functies die binnen het gekozen
basisprogramma niet van toepassing
zijn, kunt u niet inschakelen.
Toets "Centrifugeren" met lampjes
Met deze toets kunt u een centrifuge
toerental, "Spoelstop" of "Zonder centri
fugeren" kiezen.
De controlelampjes geven aan wat u
gekozen heeft.
Het kiezen van een centrifugetoerental
Met bovengenoemde toets kunt u het
centrifugetoerental wijzigen.
Het maximale centrifugetoerental ver
schilt van programma tot programma.
-
-
-
Algemeen
Max.
toerental
1600 WITTE WAS/BONTE WAS, Miniwas,
1200 WOL, Extra spoelen
900 KREUKHERSTELLEND,
600 FIJNE WAS
400 Zijde
Kiest u een hoger toerental dan binnen
het gekozen wasprogramma mogelijk
is, dan accepteert de automaat dat
niet.
Het overslaan van het eindcentrifuge
ren
^ Druk op de
dat u
Spoelstop
Het wasgoed wordt niet gecentrifugeerd en blijft na de laatste spoelgang
in het water liggen.
Het wasgoed kreukt dan minder wanneer u het niet direct na afloop van het
programma uit de trommel haalt.
Wilt u het programma voortzetten:
^
kies dan een centrifugetoerental.
Wilt u het programma beëindigen:
^
druk dan op de
Het overslaan van het centrifugeren
-
tussen de spoelgangen en het eind
centrifugeren
Druk op de
en met
Zonder centrifugeren
Het wasgoed wordt niet gecentrifu
geerd. De wasautomaat schakelt na het
afpompen van het laatste spoelwater
direct over op de kreukbeveiliging.
Basiswasprogramma’s
Stijven, Pompen/Centrifugeren
Combinatiewas
Centrifugeren
- toets tot-
heeft bereikt.
Deur
- toets.
Centrifugeren
- toets tot
-
-
.
-
13
Vóór de eerste wasbeurt
Iedere wasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto
maat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is ge
plaatst en aangesloten. Zie hoofd
stuk: “Het plaatsen en aansluiten
van de wasautomaat”.
Te nemen maatregelen voor de eerste
wasbeurt
De wasautomaat beschikt over een
sensor die de hoeveelheid wasgoed
berekent die zich in de trommel bevindt.
Daar kunt u dan de hoeveelheid wasmiddel die u moet doseren op afstemmen.
Het is erg belangrijk dat de beladingssensor goed functioneert. Daartoe moet
u eerst een wasprogramma draaien
zonder wasgoed en zonder wasmiddel
Direct daarna moet u het nulpunt van
de weegschaal instellen.
A Draai de waterkraan open.
B Druk de
C Draai de programmakeuzeschake
laar op WITTE WAS / BONTE WAS
40°C.
D Druk op de START - toets.
E Draai de programmakeuzeschake
laar nadat het programma is afgelo
pen op
I-Aan/O-Uit
Einde
.
- toets in.
-
-
-
-
-
-
-
Het instellen van het nulpunt
F Open de deur
toets te drukken.
G Draai de trommel een keer rond. De
trommel moet leeg zijn.
H Draai de programmakeuzeschake
laar op WITTE WAS / BONTE WAS.
De temperatuur maakt niet uit.
Het controlelampje
I Druk op de toets die zich boven de
START - toets bevindt totdat er een
akoestisch signaal klinkt.
Het nulpunt is nu opnieuw ingesteld.
.
De trommel krijgt pas na een paar
wasbeurten zijn eigenlijke positie. In
het begin daalt de trommel nog
enigszins. Stel dus na de eerste paar
wasbeurten iedere keer weer het nul
punt in.
Wordt het nulpunt niet ingesteld, dan
geeft de wasautomaat onjuiste waar
den aan.
door op de
Belading %
Deur
-
-
brandt.
-
-
14
Tips om energie te besparen
Benut bij ieder programma dat u
–
kiest de maximale beladingscapaci
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveel
heid wasgoed, het laagst.
Was normaal en licht vervuild WIT en
–
BONT WASGOED met een lagere
temperatuur (75°C of 60°C).
Gebruik de programma’s
–
tiewas
veelheden wasgoed.
Voor de reiniging van normaal ver
–
vuild wasgoed is de hoofdwas voldoende.
– Gebruik voor sterk vervuild wasgoed
de extra functie
voor de hoofdwas een lagere temperatuur instellen.
– Bij sterk vervuilde was kunt u in
plaats van de extra functie
de extra functie
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
of
Miniwas
voor kleinere hoe
Inweken
Inweken
Combina
. Dan kunt u
gebruiken.
-
-
-
Voorwas
Was licht vervuild wasgoed met de
–
-
-
extra functie
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
del als op de wasmiddelverpakking
staat aangegeven.
Reduceer bij kleinere beladingshoe
–
veelheden de hoeveelheid wasmid
del. Let op de aanduidingen in het
display.
Kies een hoger centrifugetoerental
–
wanneer u het wasgoed na het was
sen in de droger wilt drogen.
Door de beladingsautomaat en de
–
spoelautomaat kunnen de wastijden
variëren.
Afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed in de trommel kan de hoofdwas
korter zijn en kan één spoelgang vervallen.
Kort
.
-
-
-
-
15
Zo wast u goed
Korte handleiding
Tip: Het is belangrijk dat u zich met de
bediening van de automaat vertrouwd
maakt. Lees daarom de uitgebreide pa
ragrafen: “Voordat u gaat wassen”,
“Wanneer u gaat wassen” en “Nadat u
heeft gewassen” in dit hoofdstuk.
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor.
Wanneer u gaat wassen
B Schakel de wasautomaat in.
C Open de deur.
D Kies een programma.
E Vul de trommel.
F Sluit de deur.
G Doseer het wasmiddel.
H Kies eventueel (een) extra functie(s).
I Kies een centrifugetoerental.
Welk textiel in welk programma kan
worden gewassen, kunt u in het volgen
de programma-overzicht vinden.
-
-
J Schakel eventueel een voorkeuze in.
K Start het programma.
Nadat u heeft gewassen
L Open de deur.
M Haal het wasgoed uit de automaat.
N Schakel de wasautomaat uit.
O Draai de programmakeuzeschake
laar op
P Sluit de deur.
16
Einde
.
-
Zo wast u goed
Programma-overzicht
WITTE WAS / BONTE WAS 9ö876
TextielsoortWasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafella
kens en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken,
T-shirts, ondergoed en babykleertjes
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
Bijzondere tips
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeiba-
Max. belading5 kg
Tip voor testbureaus:
Programma-instelling voor de test volgens norm EN 60456: BONTE WAS 60°C
KREUKHERSTELLEND 4321
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
Bijzondere tips
geïnfecteerd of sterk vervuild wasgoed.
Gebruik voor sterk vervuild wasgoed de extra functie
–
InwekenofVoorwas
Gebruik voor weinig vervuild wasgoed de extra functie
–
Kort
.
Was donkerkleurig wasgoed met een Color-wasmiddel
–
of vloeibaar wasmiddel.
re wasmiddelen
kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden,
blouses, werkkleding, tafellakens en servetten
–
Gebruik voor sterk vervuild wasgoed de extra functie
InwekenofVoorwas
–
Gebruik voor weinig vervuild wasgoed de extra functie
Kort
.
wasmiddelen en fijnwasmiddelen
.
.
-
17
Zo wast u goed
FIJNE WAS ac
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels, kunst
zijde of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhem
den of blouses
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan
worden gewassen.
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort
Bijzondere tips
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
Zijde /
TextielsoortWasgoed van met de hand wasbaar, kreukgevoelig textiel
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
Bijzondere tips– In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
WOL /
TextielsoortWasgoed van wol en wolmengweefsels dat met de hand
WasmiddelenWolwasmiddelen
Max. belading2 kg
In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht
–
strijken").
Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een
–
programma met de extra functie "Voorwas" moeten
worden gewassen.
Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoe
–
rental of centrifugeer helemaal niet.
waar geen wol in zit
strijken").
–
Was panty’s en bh’s in een waszak.
–
Gebruik een fijnwasmiddel.
of in de wasautomaat mag worden gewassen
-
-
-
18
Zo wast u goed
Miniwas 7
TextielsoortLicht vervuild wasgoed dat in het programma voor de
bonte was mag worden gewassen
Extra functieExtra water
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeiba
re wasmiddelen
Max. belading2,5 kg
Combinatiewas 72
TextielsoortWasgoed van katoenen en kreukherstellend textiel dat
naar kleur is gesorteerd
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeiba-
re wasmiddelen
Max. belading3 kg
Stijven
TextielsoortTafellakens, servetten, schorten en beroepskleding
Bijzondere tip– Het wasgoed moet schoongewassen, maar mag niet
met wasverzachter nabehandeld zijn.
Max. belading5 kg
Extra spoelen
TextielsoortWasgoed dat alleen maar moet worden uitgespoeld en
gecentrifugeerd
Max. belading5 kg
Pompen/Centrifugeren
Bijzondere tip
Max. belading5 kg
–
Alleen pompen: zet het centrifugetoerental op
centrifugeren
.
Zonder
-
19
Zo wast u goed
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be
schadigen.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
Was geen textiel dat volgens het
^
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daarom apart.
Het voorbehandelen van vlekken
^ Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ontstaan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei-
-
en bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
-
-
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel ze in een
doek.
20
-
-
,
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
Zo wast u goed
Wanneer u gaat wassen
Om met behulp van de sensor de
wasmiddelhoeveelheid beter te kun
nen doseren, moet u eerst de vol
gende 3 stappen nemen, voordat u
het wasgoed in de trommel legt.
B Schakel de wasautomaat in
door op de
^
drukken en
de waterkraan open te draaien.
^
C Open de deur
^ door op de
de deur open te klappen.
De wasautomaat is ingeschakeld.
Staat de programmakeuzeschakelaar
op stand
lichting van de programmakeuzeschakelaar te knipperen ten teken dat u het
gewenste programma kunt instellen.
D Kies een programma
^
door de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste programma te
draaien.
Het controlelampje
Zolang de trommel nog leeg is geeft
het display nog geen beladingshoe
veelheid aan.
Geeft het display een getal aan ter
wijl de trommel leeg is, draai de
trommel dan een keer rond.
Verdwijnt het getal niet, druk dan zo
lang op de toets boven de START toets totdat er een akoestisch sig
naal klinkt.
I-Aan/O-Uit
Deur
Einde
, dan begint de ringver-
- toets te
- toets te drukken en
Belading %
-
brandt.
-
-
-
E Vul de trommel
door het wasgoed ontvouwd en los
^
-
-
jes in de trommel te leggen.
Leg stukken wasgoed van verschillen
de grootte in de trommel. Daardoor
wordt een beter wasresultaat bereikt en
kan het wasgoed zich tijdens het centri
fugeren beter verdelen.
Het display geeft in stappen van 25 %
aan hoeveel procent van de maximale
hoeveelheid wasgoed, die voor het ge
kozen wasprogramma is toegestaan,
zich in de trommel bevindt.
– Bij een belading van minder dan
25 % geeft het display de beladingshoeveelheid niet aan.
– Bij een belading van meer dan
100 %, dus bij overschrijding van de
maximale beladingscapaciteit, begint het percentage in het display te
knipperen. Een uitzondering daarop
vormt het programma WITTE /
BONTE WAS.
Haalt u er niets uit, vallen de wasre
sultaten tegen en gaat het wasgoed
sneller kreuken.
F Sluit de deur
^
Sluit de deur met een lichte klap.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
Het controlelampje
branden.
Het display geeft aan hoeveel wasmid
del u bij dit programma voor de geme
ten hoeveelheid wasgoed moet dose
ren.
Wasmiddel %
-
-
-
-
-
gaat
-
-
-
21
Loading...
+ 47 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.