Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
nl - NL
M.-Nr. 09 535 010
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een
andere manier niet goed mee omgaat,
kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor
de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur.
Vraag uw handelaar indien nodig om
inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
2
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .......................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids
bepalingen.
Ondeskundig gebruik kan persoonlijk letsel en schade aan het
apparaat veroorzaken.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor
dat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belang
rijke instructies betreffende de veiligheid, het gebruik en het on
derhoud.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw
apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar.
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
!
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
!
huis.
-
-
-
-
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van
!
textiel dat volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het onder
houdsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
!
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit appa
raat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen ge
bruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door
een verantwoordelijk persoon.
6
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de
!
wasautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon
!
der toezicht gebruiken, als ze daar uitleg over hebben gehad. Ze
moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het apparaat
niet goed bedienen.
Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of
!
onderhouden.
Wanneer er kinderen in de buurt van de wasautomaat zijn, houd
!
ze dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan
spelen.
Wanneer u met hoge temperaturen wast, bedenk dan dat het
!
glas van de deur heet wordt en zorg ervoor dat kinderen het glas tijdens zo'n wasprogramma niet aanraken.
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
!
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet
in gebruik genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat aansluit de aansluitgegevens
!
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van
het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de wasautomaat is uitsluitend gega-
!
randeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer.
!
Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde
!
len worden vervangen.
Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij
volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze ap
paraten en onderdelen daarvan.
Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: "Het plaatsen en aan
!
sluiten van het apparaat" en "Technische gegevens".
Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning
!
van de wasautomaat te halen.
8
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen
!
van Miele worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's
voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprake
lijk kan worden gesteld.
-
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door er
!
kende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasauto
!
maat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische
spanning op de wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos is getrokken.
De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset op de
!
waterleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet
opnieuw worden gebruikt.
Deze wasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
!
op een schip) worden gebruikt.
Breng geen wijzingen aan de wasautomaat aan die niet
!
nadrukkelijk door Miele zijn toegestaan.
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Nog meer aanwijzingen over het gebruik
De maximale beladingscapaciteit bedraagt 7 kg (droog was
!
goed), maar sommige programma’s hebben een lagere beladings
capaciteit. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten.
!
Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaar
heid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder
het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans
!
portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat", paragraaf: "Het verwijderen van de transportbeveiliging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het
centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasautomaat en aan de
meubels / apparaten die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd afwezig bent (bijv. tijdens va-
!
kanties), zeker als er zich in de buurt van de wasautomaat geen afvoer in de vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
!
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of
wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden.
Wanneer de slang niet goed vastzit kan hij door de kracht van het
wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
-
-
-
-
Let erop dat u voorwerpen zoals spijkers, naalden, munten en pa
!
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasautomaat bescha
digen (bijv. kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het
wasgoed veroorzaken.
10
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig
!
dat u de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet
worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen
voor die een anti-corrosie-middel bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de
afdeling Onderdelen van Miele Nederland. Volg de adviezen voor
het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
!
behandeld, moet eerst grondig in helder water worden uitgespoeld,
vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen.
Gebruik in deze wasautomaat nooit een oplosmiddelhoudend rei-
!
nigingsmiddel zoals wasbenzine.
Dit om te voorkomen dat onderdelen van het apparaat beschadigd
raken, dat er giftige dampen ontstaan, dat er brand uitbreekt of dat
zich of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat ook het oppervlak van de wasautomaat nooit in
!
aanraking komt met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel zoals wasbenzine.
Zo´n middel kan het kunststof oppervlak beschadigen.
Wanneer u textielverf in de wasautomaat wilt gebruiken, kies dan
!
textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt
nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabrikant precies
in acht.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling
!
corrosie veroorzaken.
Deze middelen mogen daarom niet in de wasautomaat worden ge
bruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen
!
dan met veel water schoon.
Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, bel dan direct de dokter op.
Personen met een gevoelige of beschadigde huid kunnen het vloei
bare wasmiddel maar beter niet aanraken.
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren kunnen worden aan- of inge
!
bouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan
Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer
worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro
ductaansprakelijkheid.
Miele-droogautomaten en Miele-wasautomaten kunnen worden
!
gecombineerd tot een was-droogzuil. Daarvoor is een Miele-tussen
stuk nodig.
Let erop dat het tussenstuk dat u nabestelt bij uw Miele-droogautomaat en Miele-wasautomaat past.
Wilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat deze bij uw
!
wasautomaat past.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de
fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die
daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
12
Bedieningspaneel
Bediening van de wasautomaat
! Display
Het display geeft o.a. de program
maduur (resttijd) aan.
" Start - toets
Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
# Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra functies in- of uitschakelen.
Met de bovenste toets kunt u óf Kort
óf Voorwas óf Inweken instellen.
Met de onderste toets kunt u Extrawater instellen.
Wanneer u een extra functie in-,
resp. uitschakelt gaat het daarbij be
horende controlelampje branden,
resp. gaat het uit.
$ Toets voor het centrifugeren
Met deze toets kunt u het gewenste
centrifugetoerental of ! (Zonder
centrifugeren) instellen.
Wat u heeft ingesteld wordt met een
controlelampje aangegeven.
% Programmakeuzeschakelaar
-
Met deze schakelaar kunt u het ba
siswasprogramma en een daarbij horende temperatuur instellen.
De programmakeuzeschakelaar kan
rechts- of linksom worden gedraaid.
& Controlelampje Watertoevoer/
-afvoer
' ! - toets
Met deze toets kunt u de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken.
( Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
-
13
Ingebruikneming van de wasautomaat
Voordat de wasautomaat in gebruik
wordt genomen, moet deze volgens
de regels worden geplaatst en aan
gesloten.
Zie het hoofdstuk: "Het plaatsen en
aansluiten van de wasautomaat".
-
Iedere wasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren.
Ter activering van het centrifugeren
moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel
draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt, dan
kan er overmatige schuimvorming optreden.
Met het draaien van een wasprogram
ma zonder wasgoed en zonder was
middel activeert u tegelijkertijd het ko
gelventiel.
Het kogelventiel zorgt ervoor dat vanaf
de eerste wasbeurt steeds al het was
middel wordt gebruikt.
"
Draai de kraan open.
-
-
-
-
-
"
Schakel de wasautomaat met de
! - toets in.
"
Draai de programmakeuzeschake
laar op Katoen ".
"
Druk op de Start - toets.
Na afloop van het programma is de
wasautomaat klaar voor gebruik.
14
-
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Maak bij ieder programma dat u kiest
–
gebruik van de maximale beladings
capaciteit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Bedenk dat het apparaat dankzij de
–
beladingsautomaat bij een geringe
belading minder water en energie
verbruikt en de programmaduur ver
kort.
Het is daardoor mogelijk dat de rest
tijd die in het display wordt aangege
ven in de loop van het wasprogramma wordt gecorrigeerd.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleinere hoeveelheden wasgoed.
– Moderne wasmiddelen maken het
mogelijk om met lagere temperaturen
te wassen, bijv. met 20°C.
Maak gebruik van deze mogelijkheid.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
-
del als op de wasmiddelverpakking
staat aangegeven.
Reduceer bij geringere beladings
–
hoeveelheden de hoeveelheid was
middel.
Gebruik bij halve belading ca.
minder wasmiddel.
-
Juiste keuze van de extra functies
(Kort, Inweken, Voorwas)
-
Kies voor:
– licht vervuild wasgoed
zonder zichtbare vlekken een wasprogramma
met de extra functie Kort;
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een wasprogramma zonder extra functie;
– zeer sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de extra functie
Inweken;
een
-
-
-
1
/
3
–
Gebruik zoveel mogelijk de extra
functie Inweken in plaats van de ex
tra functie Voorwas.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
–
wasgoed waar veel stof of zand in zit
-
een wasprogramma met de extra
functie Voorwas.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de
droogautomaat drogen, kies dan het
hoogste centrifugetoerental dat voor dit
wasgoed mogelijk is.
15
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb
ben over hoe u de wasautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aange
duide stappen (), *, +, . . .) aanhou
den.
) Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
" Maak de zakken leeg.
#
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be
schadigen.
"
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
"
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
"
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Maak ze vast of verwijder
ze.
-
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
"
-
-
-
-
-
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
"
dicht zodat er geen andere textiel in
terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
"
naar de symbolen in het onderhouds
etiket, dat zich in de kraag of in de
zijnaad bevindt.
Was geen textiel dat volgens het on
"
derhoudsetiket niet in de wasautomaat kan worden gewassen. Het
symbool daarvoor is: !.
" Was licht en donker textiel bij de
eerste wasbeurten apart, want donker textiel geeft dan vaak iets af.
Het voorbehandelen van vlekken
" Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ontstaan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, eien bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
#
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
-
-
-
"
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel de vitrage in
een doek.
16
Zo wast u goed
* Schakel de wasautomaat in
+ Belaad de wasautomaat
Open de deur met de Deur - toets.
"
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
"
wen en losjes in de trommel.
Leg stukken wasgoed van verschil
"
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat
bereikt en kan het wasgoed zich tijdens
het centrifugeren beter verdelen.
Gebruik de maximale belading.
"
Bij een maximale belading is het
energie- en waterverbruik, vergeleken
met de totale hoeveelheid wasgoed,
het laagst.
Bij overschrijding van de maximale beladingscapaciteit vallen de wasresultaten tegen en gaat het wasgoed sneller
kreuken.
-
-
, Stel een programma in
" Draai de programmakeuzeschake-
laar op het gewenste programma.
Het display geeft in uren en minuten de
vermoedelijke programmaduur aan.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent
de wasautomaat hoelang het duurt
voordat het wasgoed het water heeft
opgenomen en berekent op grond hiervan de belading.
Het is mogelijk dat het programma
daardoor langer of korter gaat duren.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
"
Sluit de deur met een lichte klap.
17
Zo wast u goed
- Stel eventueel (een) extra func
tie(s) in
Met de bovenste toets kunt u de extra
functie Inweken of Voorwas of Kort in
stellen (in die volgorde) of u stelt geen
extra functie in.
Met de onderste toets kunt u de extra
functie Extra water instellen.
" Stel de gewenste extra functie in.
Niet alle extra functies kunnen bij alle
wasprogramma's worden gekozen.
-
. Stel het centrifugetoerental in
-
Druk zo vaak op de toets voor het
"
centrifugeren, totdat het controlelampje van het gewenste toerental
gaat branden.
Lukt het u niet een extra functie in te
stellen, dan is deze extra functie voor
het gekozen programma niet van toe
passing.
18
-
/ Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg
dat
het wasgoed niet schoon en in de
–
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
–
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
–
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de
reinigings-, spoel- en centrifugeerresultaten niet optimaal zijn;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Zo wast u goed
-
Trek de wasmiddellade naar buiten
"
en doseer het middel in de vakjes.
"
Vakje voor de voorwas
Wanneer u de extra functie Voorwas
hebt gekozen, doseer dan
je " en
#
Vakje voor de hoofdwas
en voor het inweken, wanneer u deze
extra functie hebt gekozen.
2
/3in vakje #.
1
/3in vak-
$
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
"
Schuif de wasmiddellade weer naar
binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
-
19
Zo wast u goed
0 Start het programma
De Start - toets is nu aan het knipperen.
Druk op deze toets.
"
1 Wat te doen na afloop van een pro
gramma
Verschijnt 0 in het display, dan is het
programma afgelopen.
Open de deur met de Deur - toets.
"
Haal het wasgoed uit de trommel.
"
Controleer of de trommel leeg is.
Achtergebleven stukken wasgoed
kunnen bij de volgende wasbeurt
krimpen of afgeven.
-
Controleer of er voorwerpen in de
"
manchet van de deur zijn achterge
bleven.
" Druk op de ! - toets.
" Draai de programmakeuzeschake-
laar op Einde.
" Sluit de deur om te voorkomen dat
voorwerpen per vergissing in de
trommel terechtkomen, worden meegewassen en het wasgoed beschadigen.
-
20
Extra functies
Met de extra functies kunt u het geko
zen programma nog beter afstemmen
op uw wasgoed.
-
Kort
Met deze functie kunt u de hoofdwas
verkorten.
Voor licht vervuild wasgoed zonder
zichtbare vlekken.
Voorwas
Met deze functie kunt u een voorwas in
stellen.
Voor wasgoed waar veel stof of zand in
zit.
Inweken
Met deze functie kunt u het wasgoed
vòòr het wassen inweken.
Voor wasgoed dat sterk is vervuild door
eiwithoudende vlekken, bijv. bloed, vet
en cacao.
Extra water
Met deze functie kunt u meer water in
schakelen.
Er zijn 3 varianten mogelijk.
Op de toets Extra water kunt u de ge
wenste variant programmeren.
Wanneer het apparaat wordt geleverd,
wordt de waterstand bij het wassen en
bij het spoelen verhoogd.
Voor het wijzigen van de variant zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
ragraaf: "Systeem extra water".
-
-
-
-
U kunt tussen 4 inweektijden kiezen, te
weten 2 uur, anderhalf uur, 1 uur en 30
minuten.
Op de toets Inweken kunt u de ge
wenste variant programmeren.
Vanuit de fabriek is 2 uur ingesteld.
Voor het wijzigen van de inweektijd zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
ragraaf: "Inweektijd".
-
-
21
Extra functies
Welke extra functies bij welke
wasprogramma’s?
Van de extra functies Kort, Voorwas en
Inweken kunt u er altijd maar èèn
zen.
Kort
Voorwas
Inweken
Extra water
KatoenXXXX
KreukherstellendXXXX
Fijne wasXXX–
Automatic––––
Donker wasgoedXXX–
Overhemden–XX–
kie
-
JeansXXX–
Express–––X
Zijde #––––
Wol #––––
Pompen/Centrifu
geren
Extra spoelen/Stij
ven
22
-
––––
-
X
Centrifugeren
Maximaal centrifugetoerental
ProgrammaOmw/min
Katoen1400
Kreukherstellend1200
Fijne was400
Automatic1200
Donker wasgoed1200
Overhemden600
Jeans900
Express1400
Zijde %600
Wol %1200
Pompen / Centrifug.1400
Extra spoelen/Stijven1200
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma verschillen.
U kunt een lager toerental instellen.
Attentie:
Bij programma's met een maximaal
centrifugetoerental dat niet op het bedieningspaneel staat, brandt altijd het
lampje van het toerental dat daarboven
zit. Er wordt echter wel met het in bo
venstaande lijst aangegeven toerental
gecentrifugeerd.
-
Het centrifugeren tussen de spoel
-
gangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het
eind, maar ook na de hoofdwas en tus
sen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Stelt u een lager centrifugetoerental in,
dan wordt er ook na de hoofdwas en
tussen de spoelgangen met een lager
toerental gecentrifugeerd.
In het programma Katoen wordt bij een
toerental van lager dan 700 omw/min
een spoelgang ingelast.
Het overslaan van het centrifugeren
" Stel met de centrifugeertoets ! in.
Het controlelampje brandt.
Na de laatste spoelgang wordt het water afgepompt en wordt de kreukbeveiliging ingeschakeld.
In enkele programma's wordt een
spoelgang ingelast.
-
23
Programma-overzicht
Katoen90°C / 30°CMaximaal 7,0 kg
WasgoedWasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; t-shirts, ondergoed,
tafellakens en servetten
TipMoet het wasgoed aan bijzondere hygiënische eisen voldoen, stel
dan een temperatuur van 90°C in.
Katoen"/$Maximaal 7,0 kg
WasgoedNormaal vervuild wasgoed van katoen of linnen
Attentie
Instructie voor testbureaus:
Testprogramma's volgens EN 60456 en energielabeling volgens verordening
1061/2010
Kreukherstellend60°C tot koudMaximaal 3,0 kg
WasgoedWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel-
TipKies bij kreukgevoelig wasgoed een lager centrifugetoerental.
Fijne was40°C tot 20°CMaximaal 2,0 kg
Wasgoed
Tips
Deze instellingen zijn vanuit energie- en wateroogpunt voor het
–
wassen van katoenen wasgoed het efficiëntst.
Bij " is de bereikte wastemperatuur lager dan 60°C; het was
–
resultaat is gelijk aan dat van het programma Katoen 60°C.
lend gemaakt katoen
–
Teer textiel van synthetische vezels, mengweefsels of kunstzijde
–
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden
gewassen.
–
Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een programma
met de extra functie Voorwas moeten worden gewassen.
–
Centrifugeer kreukgevoelig wasgoed helemaal niet.
-
24
Programma-overzicht
Automatic40°C tot koudMaximaal 3,5 kg
WasgoedWasgoed dat naar kleur is gesorteerd en een combinatie is van
wasgoed dat anders met het programma Katoen en wasgoed dat
anders met het programma Kreukherstellend wordt gewassen.
AttentieBeide soorten wasgoed worden zo behoedzaam mogelijk behan
deld en zo goed mogelijk gereinigd. Dit is mogelijk doordat
wasparameters zoals waterstand, wasritme en centrifugeprofiel au
tomatisch worden aangepast.
Donker wasgoed40°CMaximaal 3,0 kg
WasgoedZwart en ander donker wasgoed van katoen of mengweefsels
TipWas dit wasgoed binnenstebuiten.
Overhemden40°CMaximaal 2,0 kg
Tips– Behandel kragen en manchetten vòòr als dat nodig is.
– Gebruik voor zijden overhemden en blouses het programma
Zijde %.
Jeans40°CMaximaal 3,0 kg
Tips– Was jeansstoffen binnenstebuiten.
– Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar keer
worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen daarom
apart.
Express40°CMaximaal 3,0 kg
WasgoedEen kleinere hoeveelheid wasgoed die uit katoen, linnen of meng
weefsels bestaat en alleen maar hoeft te worden opgefrist.
-
-
-
Zijde %30°CMaximaal 1,0 kg
WasgoedZijde en alle stoffen zonder wol die ook met de hand kunnen worden
gewassen
TipWas panty's en bh's in een waszak.
25
Programma-overzicht
Wol %40°C tot koudMaximaal 2,0 kg
WasgoedWasgoed van wol en wolmengweefsels of wasgoed dat anders met
de hand wordt gewassen
TipLet bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental.
Pompen / Centrifug.
Tips
Extra spoelen / StijvenMaximaal 7,0 kg
Wasgoed
Tips– Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental.
Alleen pompen: Kies Zonder %.
–
Centrifugeren: Stel een centrifugetoerental in.
–
Wasgoed dat met de hand is gewassen en moet worden ge
–
spoeld
Tafellakens, servetten en beroepskleding die moeten worden ge
–
steven
– Het te stijven wasgoed moet net gewassen, maar mag niet met
wasverzachter nabehandeld zijn.
– Het spoelresultaat met twee spoelgangen kunt u nog verder ver-
beteren door de extra functie Extra water te kiezen. Via de programmeerfunctie Systeem extra water moet de variant P3 of P4
zijn ingesteld
.
-
-
26
In het wasgoed bevindt zich een etiket
met textielbehandelingssymbolen.
Dit etiket garandeert dat het textiel bij
de aanbevolen behandeling niet wordt
beschadigd.
Behandelingen en temperaturen die
milder zijn dan op het etiket aangege
ven zijn altijd toegestaan.
Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de
maximale wastemperatuur aan.
&Normaal programma
'Mild programma
(Zeer mild programma
%Handwas
!Niet wassen
Textielbehandelingssymbolen
Trommeldrogen
De punten geven de globale tempera
tuur aan.
3Op een normale temperatuur
-
4Op een lagere temperatuur
5Niet drogen in de automaat
Strijken
De punten verwijzen naar de punten
op de regelaar van het strijkijzer en
geven de temperatuur aan.
De wasautomaat beschikt over een vol
ledig elektronische besturing met beladingsautomaat.
Tijdens een wasprogramma zuigt het
wasgoed water op. Om hoeveel water
het gaat hangt af van de hoeveelheid
wasgoed en het soort textiel.
Hoe groter het absorptievermogen van
het wasgoed is, des te meer water er
moet worden bijgepompt. De elektronica van de wasautomaat kan de hoeveelheid water meten die het wasgoed
opneemt en die moet worden bijge
pompt.
Het programmaverloop en de wastijd
zijn bij de diverse programma's dus
verschillend.
Nadere bijzonderheden over het pro
grammaverloop:
Kreukbeveiliging:
De trommel beweegt nog 30 minuten
na afloop van het programma om
kreukvorming te voorkomen.
Dit geldt niet
voor Wol.
De wasautomaat kan altijd worden geo
pend.
1)
Wordt er een temperatuur gekozen
van 60°C en hoger, dan worden er 2
spoelgangen uitgevoerd.
-
Wordt er een temperatuur gekozen
van beneden de 60°C, dan worden
er 3 spoelgangen uitgevoerd.
2)
Een 3e, resp. 4e spoelgang wordt
uitgevoerd wanneer:
– er teveel schuim in de trommel zit;
– er een lager centrifugetoerental is
gekozen dan 700 omw/min;
– ! is gekozen.
3)
Een 3e spoelgang wordt uitgevoerd
wanneer:
! is gekozen.
-
-
Het programmaverloop van de hier ver
melde programma's slaat op het basis
programma met maximale belading.
Eventueel gekozen extra functies zijn
hier buiten beschouwing gelaten.
-
-
29
Het wijzigen van het programmaverloop
Het afbreken van een program
ma
U kunt een wasprogramma ieder mo
ment afbreken, nadat u het heeft ge
start.
Draai de programmaschakelaar op
stand Einde.
Het water wordt afgepompt.
Zodra in het display 0 verschijnt, kunt u
het wasgoed uit de trommel halen.
Het onderbreken van het pro
-
-
-
gramma
" Schakel de wasautomaat met de
! - toets uit.
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
" schakel de wasautomaat dan met de
! - toets in.
Het wijzigen van een gekozen
programma
Het basisprogramma
Wanneer een programma eenmaal is
gestart, kunt u geen ander programma
meer kiezen zonder het lopende pro
gramma af te breken.
De temperatuur
De temperatuur kunt u tot 6 minuten na
de programmastart wijzigen.
Het centrifugetoerental
Het centrifugetoerental kunt u tot vlak
voor het eindcentrifugeren wijzigen.
Extra functies
De extra functie Extra water kunt u tot 6
minuten na de programmastart inschakelen of uitschakelen.
-
30
Loading...
+ 106 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.