Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
nl - NL
M.-Nr. 09 535 010
Page 2
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een
andere manier niet goed mee omgaat,
kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor
de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur.
Vraag uw handelaar indien nodig om
inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
2
-
Page 3
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .......................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids
bepalingen.
Ondeskundig gebruik kan persoonlijk letsel en schade aan het
apparaat veroorzaken.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor
dat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belang
rijke instructies betreffende de veiligheid, het gebruik en het on
derhoud.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw
apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar.
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
!
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
!
huis.
-
-
-
-
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van
!
textiel dat volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het onder
houdsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
!
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit appa
raat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen ge
bruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door
een verantwoordelijk persoon.
6
-
-
-
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de
!
wasautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon
!
der toezicht gebruiken, als ze daar uitleg over hebben gehad. Ze
moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het apparaat
niet goed bedienen.
Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of
!
onderhouden.
Wanneer er kinderen in de buurt van de wasautomaat zijn, houd
!
ze dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan
spelen.
Wanneer u met hoge temperaturen wast, bedenk dan dat het
!
glas van de deur heet wordt en zorg ervoor dat kinderen het glas tijdens zo'n wasprogramma niet aanraken.
-
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
!
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet
in gebruik genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat aansluit de aansluitgegevens
!
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van
het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de wasautomaat is uitsluitend gega-
!
randeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer.
!
Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde
!
len worden vervangen.
Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij
volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze ap
paraten en onderdelen daarvan.
Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: "Het plaatsen en aan
!
sluiten van het apparaat" en "Technische gegevens".
Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning
!
van de wasautomaat te halen.
8
-
-
-
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen
!
van Miele worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's
voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprake
lijk kan worden gesteld.
-
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door er
!
kende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasauto
!
maat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische
spanning op de wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos is getrokken.
De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset op de
!
waterleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet
opnieuw worden gebruikt.
Deze wasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
!
op een schip) worden gebruikt.
Breng geen wijzingen aan de wasautomaat aan die niet
!
nadrukkelijk door Miele zijn toegestaan.
-
-
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Nog meer aanwijzingen over het gebruik
De maximale beladingscapaciteit bedraagt 7 kg (droog was
!
goed), maar sommige programma’s hebben een lagere beladings
capaciteit. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten.
!
Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaar
heid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder
het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans
!
portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat", paragraaf: "Het verwijderen van de transportbeveiliging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het
centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasautomaat en aan de
meubels / apparaten die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd afwezig bent (bijv. tijdens va-
!
kanties), zeker als er zich in de buurt van de wasautomaat geen afvoer in de vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
!
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of
wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden.
Wanneer de slang niet goed vastzit kan hij door de kracht van het
wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
-
-
-
-
Let erop dat u voorwerpen zoals spijkers, naalden, munten en pa
!
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasautomaat bescha
digen (bijv. kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het
wasgoed veroorzaken.
10
-
-
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig
!
dat u de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet
worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen
voor die een anti-corrosie-middel bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de
afdeling Onderdelen van Miele Nederland. Volg de adviezen voor
het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
!
behandeld, moet eerst grondig in helder water worden uitgespoeld,
vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen.
Gebruik in deze wasautomaat nooit een oplosmiddelhoudend rei-
!
nigingsmiddel zoals wasbenzine.
Dit om te voorkomen dat onderdelen van het apparaat beschadigd
raken, dat er giftige dampen ontstaan, dat er brand uitbreekt of dat
zich of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat ook het oppervlak van de wasautomaat nooit in
!
aanraking komt met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel zoals wasbenzine.
Zo´n middel kan het kunststof oppervlak beschadigen.
Wanneer u textielverf in de wasautomaat wilt gebruiken, kies dan
!
textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt
nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabrikant precies
in acht.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling
!
corrosie veroorzaken.
Deze middelen mogen daarom niet in de wasautomaat worden ge
bruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen
!
dan met veel water schoon.
Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, bel dan direct de dokter op.
Personen met een gevoelige of beschadigde huid kunnen het vloei
bare wasmiddel maar beter niet aanraken.
-
-
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren kunnen worden aan- of inge
!
bouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan
Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer
worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro
ductaansprakelijkheid.
Miele-droogautomaten en Miele-wasautomaten kunnen worden
!
gecombineerd tot een was-droogzuil. Daarvoor is een Miele-tussen
stuk nodig.
Let erop dat het tussenstuk dat u nabestelt bij uw Miele-droogautomaat en Miele-wasautomaat past.
Wilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat deze bij uw
!
wasautomaat past.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de
fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die
daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
12
Page 13
Bedieningspaneel
Bediening van de wasautomaat
! Display
Het display geeft o.a. de program
maduur (resttijd) aan.
" Start - toets
Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
# Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra functies in- of uitschakelen.
Met de bovenste toets kunt u óf Kort
óf Voorwas óf Inweken instellen.
Met de onderste toets kunt u Extrawater instellen.
Wanneer u een extra functie in-,
resp. uitschakelt gaat het daarbij be
horende controlelampje branden,
resp. gaat het uit.
$ Toets voor het centrifugeren
Met deze toets kunt u het gewenste
centrifugetoerental of ! (Zonder
centrifugeren) instellen.
Wat u heeft ingesteld wordt met een
controlelampje aangegeven.
% Programmakeuzeschakelaar
-
Met deze schakelaar kunt u het ba
siswasprogramma en een daarbij horende temperatuur instellen.
De programmakeuzeschakelaar kan
rechts- of linksom worden gedraaid.
& Controlelampje Watertoevoer/
-afvoer
' ! - toets
Met deze toets kunt u de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken.
( Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
-
13
Page 14
Ingebruikneming van de wasautomaat
Voordat de wasautomaat in gebruik
wordt genomen, moet deze volgens
de regels worden geplaatst en aan
gesloten.
Zie het hoofdstuk: "Het plaatsen en
aansluiten van de wasautomaat".
-
Iedere wasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren.
Ter activering van het centrifugeren
moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel
draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt, dan
kan er overmatige schuimvorming optreden.
Met het draaien van een wasprogram
ma zonder wasgoed en zonder was
middel activeert u tegelijkertijd het ko
gelventiel.
Het kogelventiel zorgt ervoor dat vanaf
de eerste wasbeurt steeds al het was
middel wordt gebruikt.
"
Draai de kraan open.
-
-
-
-
-
"
Schakel de wasautomaat met de
! - toets in.
"
Draai de programmakeuzeschake
laar op Katoen ".
"
Druk op de Start - toets.
Na afloop van het programma is de
wasautomaat klaar voor gebruik.
14
-
Page 15
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Maak bij ieder programma dat u kiest
–
gebruik van de maximale beladings
capaciteit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Bedenk dat het apparaat dankzij de
–
beladingsautomaat bij een geringe
belading minder water en energie
verbruikt en de programmaduur ver
kort.
Het is daardoor mogelijk dat de rest
tijd die in het display wordt aangege
ven in de loop van het wasprogramma wordt gecorrigeerd.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleinere hoeveelheden wasgoed.
– Moderne wasmiddelen maken het
mogelijk om met lagere temperaturen
te wassen, bijv. met 20°C.
Maak gebruik van deze mogelijkheid.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
-
del als op de wasmiddelverpakking
staat aangegeven.
Reduceer bij geringere beladings
–
hoeveelheden de hoeveelheid was
middel.
Gebruik bij halve belading ca.
minder wasmiddel.
-
Juiste keuze van de extra functies
(Kort, Inweken, Voorwas)
-
Kies voor:
– licht vervuild wasgoed
zonder zichtbare vlekken een wasprogramma
met de extra functie Kort;
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een wasprogramma zonder extra functie;
– zeer sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de extra functie
Inweken;
een
-
-
-
1
/
3
–
Gebruik zoveel mogelijk de extra
functie Inweken in plaats van de ex
tra functie Voorwas.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
–
wasgoed waar veel stof of zand in zit
-
een wasprogramma met de extra
functie Voorwas.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de
droogautomaat drogen, kies dan het
hoogste centrifugetoerental dat voor dit
wasgoed mogelijk is.
15
Page 16
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb
ben over hoe u de wasautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aange
duide stappen (), *, +, . . .) aanhou
den.
) Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
" Maak de zakken leeg.
#
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be
schadigen.
"
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
"
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
"
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Maak ze vast of verwijder
ze.
-
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
"
-
-
-
-
-
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
"
dicht zodat er geen andere textiel in
terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
"
naar de symbolen in het onderhouds
etiket, dat zich in de kraag of in de
zijnaad bevindt.
Was geen textiel dat volgens het on
"
derhoudsetiket niet in de wasautomaat kan worden gewassen. Het
symbool daarvoor is: !.
" Was licht en donker textiel bij de
eerste wasbeurten apart, want donker textiel geeft dan vaak iets af.
Het voorbehandelen van vlekken
" Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ontstaan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, eien bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
#
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
-
-
-
"
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel de vitrage in
een doek.
16
Page 17
Zo wast u goed
* Schakel de wasautomaat in
+ Belaad de wasautomaat
Open de deur met de Deur - toets.
"
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
"
wen en losjes in de trommel.
Leg stukken wasgoed van verschil
"
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat
bereikt en kan het wasgoed zich tijdens
het centrifugeren beter verdelen.
Gebruik de maximale belading.
"
Bij een maximale belading is het
energie- en waterverbruik, vergeleken
met de totale hoeveelheid wasgoed,
het laagst.
Bij overschrijding van de maximale beladingscapaciteit vallen de wasresultaten tegen en gaat het wasgoed sneller
kreuken.
-
-
, Stel een programma in
" Draai de programmakeuzeschake-
laar op het gewenste programma.
Het display geeft in uren en minuten de
vermoedelijke programmaduur aan.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent
de wasautomaat hoelang het duurt
voordat het wasgoed het water heeft
opgenomen en berekent op grond hiervan de belading.
Het is mogelijk dat het programma
daardoor langer of korter gaat duren.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
"
Sluit de deur met een lichte klap.
17
Page 18
Zo wast u goed
- Stel eventueel (een) extra func
tie(s) in
Met de bovenste toets kunt u de extra
functie Inweken of Voorwas of Kort in
stellen (in die volgorde) of u stelt geen
extra functie in.
Met de onderste toets kunt u de extra
functie Extra water instellen.
" Stel de gewenste extra functie in.
Niet alle extra functies kunnen bij alle
wasprogramma's worden gekozen.
-
. Stel het centrifugetoerental in
-
Druk zo vaak op de toets voor het
"
centrifugeren, totdat het controlelampje van het gewenste toerental
gaat branden.
Lukt het u niet een extra functie in te
stellen, dan is deze extra functie voor
het gekozen programma niet van toe
passing.
18
-
Page 19
/ Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg
dat
het wasgoed niet schoon en in de
–
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
–
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
–
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de
reinigings-, spoel- en centrifugeerresultaten niet optimaal zijn;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Zo wast u goed
-
Trek de wasmiddellade naar buiten
"
en doseer het middel in de vakjes.
"
Vakje voor de voorwas
Wanneer u de extra functie Voorwas
hebt gekozen, doseer dan
je " en
#
Vakje voor de hoofdwas
en voor het inweken, wanneer u deze
extra functie hebt gekozen.
2
/3in vakje #.
1
/3in vak-
$
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
"
Schuif de wasmiddellade weer naar
binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
-
19
Page 20
Zo wast u goed
0 Start het programma
De Start - toets is nu aan het knipperen.
Druk op deze toets.
"
1 Wat te doen na afloop van een pro
gramma
Verschijnt 0 in het display, dan is het
programma afgelopen.
Open de deur met de Deur - toets.
"
Haal het wasgoed uit de trommel.
"
Controleer of de trommel leeg is.
Achtergebleven stukken wasgoed
kunnen bij de volgende wasbeurt
krimpen of afgeven.
-
Controleer of er voorwerpen in de
"
manchet van de deur zijn achterge
bleven.
" Druk op de ! - toets.
" Draai de programmakeuzeschake-
laar op Einde.
" Sluit de deur om te voorkomen dat
voorwerpen per vergissing in de
trommel terechtkomen, worden meegewassen en het wasgoed beschadigen.
-
20
Page 21
Extra functies
Met de extra functies kunt u het geko
zen programma nog beter afstemmen
op uw wasgoed.
-
Kort
Met deze functie kunt u de hoofdwas
verkorten.
Voor licht vervuild wasgoed zonder
zichtbare vlekken.
Voorwas
Met deze functie kunt u een voorwas in
stellen.
Voor wasgoed waar veel stof of zand in
zit.
Inweken
Met deze functie kunt u het wasgoed
vòòr het wassen inweken.
Voor wasgoed dat sterk is vervuild door
eiwithoudende vlekken, bijv. bloed, vet
en cacao.
Extra water
Met deze functie kunt u meer water in
schakelen.
Er zijn 3 varianten mogelijk.
Op de toets Extra water kunt u de ge
wenste variant programmeren.
Wanneer het apparaat wordt geleverd,
wordt de waterstand bij het wassen en
bij het spoelen verhoogd.
Voor het wijzigen van de variant zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
ragraaf: "Systeem extra water".
-
-
-
-
U kunt tussen 4 inweektijden kiezen, te
weten 2 uur, anderhalf uur, 1 uur en 30
minuten.
Op de toets Inweken kunt u de ge
wenste variant programmeren.
Vanuit de fabriek is 2 uur ingesteld.
Voor het wijzigen van de inweektijd zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
ragraaf: "Inweektijd".
-
-
21
Page 22
Extra functies
Welke extra functies bij welke
wasprogramma’s?
Van de extra functies Kort, Voorwas en
Inweken kunt u er altijd maar èèn
zen.
Kort
Voorwas
Inweken
Extra water
KatoenXXXX
KreukherstellendXXXX
Fijne wasXXX–
Automatic––––
Donker wasgoedXXX–
Overhemden–XX–
kie
-
JeansXXX–
Express–––X
Zijde #––––
Wol #––––
Pompen/Centrifu
geren
Extra spoelen/Stij
ven
22
-
––––
-
X
Page 23
Centrifugeren
Maximaal centrifugetoerental
ProgrammaOmw/min
Katoen1400
Kreukherstellend1200
Fijne was400
Automatic1200
Donker wasgoed1200
Overhemden600
Jeans900
Express1400
Zijde %600
Wol %1200
Pompen / Centrifug.1400
Extra spoelen/Stijven1200
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma verschillen.
U kunt een lager toerental instellen.
Attentie:
Bij programma's met een maximaal
centrifugetoerental dat niet op het bedieningspaneel staat, brandt altijd het
lampje van het toerental dat daarboven
zit. Er wordt echter wel met het in bo
venstaande lijst aangegeven toerental
gecentrifugeerd.
-
Het centrifugeren tussen de spoel
-
gangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het
eind, maar ook na de hoofdwas en tus
sen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Stelt u een lager centrifugetoerental in,
dan wordt er ook na de hoofdwas en
tussen de spoelgangen met een lager
toerental gecentrifugeerd.
In het programma Katoen wordt bij een
toerental van lager dan 700 omw/min
een spoelgang ingelast.
Het overslaan van het centrifugeren
" Stel met de centrifugeertoets ! in.
Het controlelampje brandt.
Na de laatste spoelgang wordt het water afgepompt en wordt de kreukbeveiliging ingeschakeld.
In enkele programma's wordt een
spoelgang ingelast.
-
23
Page 24
Programma-overzicht
Katoen90°C / 30°CMaximaal 7,0 kg
WasgoedWasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; t-shirts, ondergoed,
tafellakens en servetten
TipMoet het wasgoed aan bijzondere hygiënische eisen voldoen, stel
dan een temperatuur van 90°C in.
Katoen"/$Maximaal 7,0 kg
WasgoedNormaal vervuild wasgoed van katoen of linnen
Attentie
Instructie voor testbureaus:
Testprogramma's volgens EN 60456 en energielabeling volgens verordening
1061/2010
Kreukherstellend60°C tot koudMaximaal 3,0 kg
WasgoedWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel-
TipKies bij kreukgevoelig wasgoed een lager centrifugetoerental.
Fijne was40°C tot 20°CMaximaal 2,0 kg
Wasgoed
Tips
Deze instellingen zijn vanuit energie- en wateroogpunt voor het
–
wassen van katoenen wasgoed het efficiëntst.
Bij " is de bereikte wastemperatuur lager dan 60°C; het was
–
resultaat is gelijk aan dat van het programma Katoen 60°C.
lend gemaakt katoen
–
Teer textiel van synthetische vezels, mengweefsels of kunstzijde
–
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden
gewassen.
–
Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een programma
met de extra functie Voorwas moeten worden gewassen.
–
Centrifugeer kreukgevoelig wasgoed helemaal niet.
-
24
Page 25
Programma-overzicht
Automatic40°C tot koudMaximaal 3,5 kg
WasgoedWasgoed dat naar kleur is gesorteerd en een combinatie is van
wasgoed dat anders met het programma Katoen en wasgoed dat
anders met het programma Kreukherstellend wordt gewassen.
AttentieBeide soorten wasgoed worden zo behoedzaam mogelijk behan
deld en zo goed mogelijk gereinigd. Dit is mogelijk doordat
wasparameters zoals waterstand, wasritme en centrifugeprofiel au
tomatisch worden aangepast.
Donker wasgoed40°CMaximaal 3,0 kg
WasgoedZwart en ander donker wasgoed van katoen of mengweefsels
TipWas dit wasgoed binnenstebuiten.
Overhemden40°CMaximaal 2,0 kg
Tips– Behandel kragen en manchetten vòòr als dat nodig is.
– Gebruik voor zijden overhemden en blouses het programma
Zijde %.
Jeans40°CMaximaal 3,0 kg
Tips– Was jeansstoffen binnenstebuiten.
– Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar keer
worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen daarom
apart.
Express40°CMaximaal 3,0 kg
WasgoedEen kleinere hoeveelheid wasgoed die uit katoen, linnen of meng
weefsels bestaat en alleen maar hoeft te worden opgefrist.
-
-
-
Zijde %30°CMaximaal 1,0 kg
WasgoedZijde en alle stoffen zonder wol die ook met de hand kunnen worden
gewassen
TipWas panty's en bh's in een waszak.
25
Page 26
Programma-overzicht
Wol %40°C tot koudMaximaal 2,0 kg
WasgoedWasgoed van wol en wolmengweefsels of wasgoed dat anders met
de hand wordt gewassen
TipLet bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental.
Pompen / Centrifug.
Tips
Extra spoelen / StijvenMaximaal 7,0 kg
Wasgoed
Tips– Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental.
Alleen pompen: Kies Zonder %.
–
Centrifugeren: Stel een centrifugetoerental in.
–
Wasgoed dat met de hand is gewassen en moet worden ge
–
spoeld
Tafellakens, servetten en beroepskleding die moeten worden ge
–
steven
– Het te stijven wasgoed moet net gewassen, maar mag niet met
wasverzachter nabehandeld zijn.
– Het spoelresultaat met twee spoelgangen kunt u nog verder ver-
beteren door de extra functie Extra water te kiezen. Via de programmeerfunctie Systeem extra water moet de variant P3 of P4
zijn ingesteld
.
-
-
26
Page 27
In het wasgoed bevindt zich een etiket
met textielbehandelingssymbolen.
Dit etiket garandeert dat het textiel bij
de aanbevolen behandeling niet wordt
beschadigd.
Behandelingen en temperaturen die
milder zijn dan op het etiket aangege
ven zijn altijd toegestaan.
Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de
maximale wastemperatuur aan.
&Normaal programma
'Mild programma
(Zeer mild programma
%Handwas
!Niet wassen
Textielbehandelingssymbolen
Trommeldrogen
De punten geven de globale tempera
tuur aan.
3Op een normale temperatuur
-
4Op een lagere temperatuur
5Niet drogen in de automaat
Strijken
De punten verwijzen naar de punten
op de regelaar van het strijkijzer en
geven de temperatuur aan.
De wasautomaat beschikt over een vol
ledig elektronische besturing met beladingsautomaat.
Tijdens een wasprogramma zuigt het
wasgoed water op. Om hoeveel water
het gaat hangt af van de hoeveelheid
wasgoed en het soort textiel.
Hoe groter het absorptievermogen van
het wasgoed is, des te meer water er
moet worden bijgepompt. De elektronica van de wasautomaat kan de hoeveelheid water meten die het wasgoed
opneemt en die moet worden bijge
pompt.
Het programmaverloop en de wastijd
zijn bij de diverse programma's dus
verschillend.
Nadere bijzonderheden over het pro
grammaverloop:
Kreukbeveiliging:
De trommel beweegt nog 30 minuten
na afloop van het programma om
kreukvorming te voorkomen.
Dit geldt niet
voor Wol.
De wasautomaat kan altijd worden geo
pend.
1)
Wordt er een temperatuur gekozen
van 60°C en hoger, dan worden er 2
spoelgangen uitgevoerd.
-
Wordt er een temperatuur gekozen
van beneden de 60°C, dan worden
er 3 spoelgangen uitgevoerd.
2)
Een 3e, resp. 4e spoelgang wordt
uitgevoerd wanneer:
– er teveel schuim in de trommel zit;
– er een lager centrifugetoerental is
gekozen dan 700 omw/min;
– ! is gekozen.
3)
Een 3e spoelgang wordt uitgevoerd
wanneer:
! is gekozen.
-
-
Het programmaverloop van de hier ver
melde programma's slaat op het basis
programma met maximale belading.
Eventueel gekozen extra functies zijn
hier buiten beschouwing gelaten.
-
-
29
Page 30
Het wijzigen van het programmaverloop
Het afbreken van een program
ma
U kunt een wasprogramma ieder mo
ment afbreken, nadat u het heeft ge
start.
Draai de programmaschakelaar op
stand Einde.
Het water wordt afgepompt.
Zodra in het display 0 verschijnt, kunt u
het wasgoed uit de trommel halen.
Het onderbreken van het pro
-
-
-
gramma
" Schakel de wasautomaat met de
! - toets uit.
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
" schakel de wasautomaat dan met de
! - toets in.
Het wijzigen van een gekozen
programma
Het basisprogramma
Wanneer een programma eenmaal is
gestart, kunt u geen ander programma
meer kiezen zonder het lopende pro
gramma af te breken.
De temperatuur
De temperatuur kunt u tot 6 minuten na
de programmastart wijzigen.
Het centrifugetoerental
Het centrifugetoerental kunt u tot vlak
voor het eindcentrifugeren wijzigen.
Extra functies
De extra functie Extra water kunt u tot 6
minuten na de programmastart inschakelen of uitschakelen.
-
30
Page 31
Het wijzigen van het programmaverloop
Het bijvullen van de trommel of
het voortijdig verwijderen van
wasgoed uit de trommel
Druk op de Deur - toets en klap de
"
deur open.
Leg wasgoed in de trommel of haal
"
er wasgoed uit.
Sluit de deur.
"
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
Attentie:
Nadat de wasautomaat een programma
eenmaal heeft gestart, kan hij in de
hoeveelheid wasgoed geen wijzigingen
meer vaststellen.
Daarom gaat de wasautomaat, ook nadat u nog wasgoed in de trommel heeft
gelegd of uit de trommel heeft gehaald,
altijd van de maximale beladingshoeveelheid uit.
De resttijd kan langer zijn dan aangegeven.
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wan
neer:
–
de temperatuur van het sop boven
de 55°C komt;
–
het waterniveau te hoog is;
–
de programmafase Centrifugeren is
bereikt.
-
31
Page 32
Wasmiddelen
Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken die voor gebruik in de wasautomaat geschikt
zijn. Tips voor gebruik en dosering van wasmiddelen voor volle belading staan op
de wasmiddelverpakking.
UniverseelColor-Fijn-Speci
aal*
wasmiddel
Impregneer
middel**
-
zachter
Was
ver
-
-
KatoenXX–––X
KreukherstellendXX–––X
Fijne wasXXX––X
AutomaticXX–––X
Donker wasgoed
1)
XX–– – X
OverhemdenXX–––X
1)
Jeans
–X–– – X
Express1)XX–––X
Zijde %––X– – X
Wol %–––X – X
Extra spoelen/
–––X – X
Stijven
1)
Vloeibaar wasmiddel
Wanneer u de extra functie "Voorwas" heeft gekozen, kunt u het beste een bak
-
je voor vloeibaar wasmiddel in vakje # plaatsen.
Het bakje is verkrijgbaar bij de Miele vakhandel of bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V.
2)
Poederwasmiddel
* Speciaal wasmiddel:
Wasmiddel dat speciaal voor een bepaald soort wasgoed is ontwikkeld (bijv.
Miele CareCollection. Zie hoofdstuk: "Na te bestellen was- en onderhoudsmid
-
delen".)
** Alleen impregneermiddelen met de aanduiding: "Geschikt voor
membraantextiel". Deze zijn gebaseerd op fluorchemische verbindingen.
Gebruik geen parafinehoudende middelen.
Doseer impregneermiddelen in vakje $.
32
Page 33
Wasmiddelen
Het doseren van wasmiddel
De dosering is van verschillende facto
ren afhankelijk.
De hoeveelheid wasgoed
–
Let op het doseeradvies.
De mate waarin dit is vervuild
–
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
– De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
Waterhardheid
HardheidsgraadDuitse hardheid
Zacht (I)0 - 8,4
Gemiddeld (II)8,4 - 14
Hard tot zeer hard (III)> 14
°dH
Doseerhulp
Gebruik voor het doseren van het was
middel de attributen die door de wasmid
delfabrikant als hulp bij het doseren zijn
geleverd, bijv. doseerbolletjes. Gebruik
die vooral bij vloeibare wasmiddelen.
Navulpakken
Koop zoveel mogelijk navulpakken in
plaats van flessen.
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan
10° dH kunt u een wateronthardingsmiddel gebruiken om wasmiddel te besparen.
De juiste dosering vindt u op de verpakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoegen, d.w.z. in doseringen voor zacht
water tot 10° dH.
Wasmiddelen met verschil
lende componenten
-
-
-
Wanneer u met verscheidene compo
nenten wast, adviseren wij u deze mid
delen altijd bij elkaar in vakje # te do
seren, en wel in de onderstaande volg
orde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge
spoeld.
-
-
-
-
-
33
Page 34
Wasmiddelen
Middelen voor het nabehande
-
len van het wasgoed
Wasverzachters
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Synthetische stijfsels
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Stijfsels
Met gewone stijfsels wordt uw wasgoed
stevig.
Automatisch spoelen met wasver
zachter of stijfsel
-
Wanneer u verschillende keren auto
matisch met stijfsel heeft gespoeld,
reinig dan de wasmiddellade.
Reinig de zuighevel extra goed.
Apart spoelen met wasverzachter of
stijfsel
Doseer de middelen en bereid ze
"
voor zoals op de verpakking aange
geven.
Doseer vloeibare middelen in vakje
"
$.
" Doseer poedervormige of stroperige
middelen in vakje ".
" Draai de programmakeuzeschake-
laar op stand Extra spoelen / Stijven.
" Kies een centrifugetoerental.
" Druk op de Start - toets.
Het kleuren en ontkleuren
-
-
"
Doseer één van bovenstaande pro
ducten in vakje $.
Doseer niet hoger dan de pijl.
De middelen worden automatisch met
het laatste spoelwater in de trommel
gespoeld.
Aan het eind van het wasprogramma
blijft er een klein beetje water in vakje
$ staan.
34
"
Let erop dat gebruik van textielverf in
de wasautomaat alleen is toegestaan
voor huishoudelijke doeleinden.
Neem niet meer verf dan strikt nodig
-
is.
Wordt er teveel geverfd dan kan het
in de verf aanwezige zout het roest
vrij staal aantasten.
Neem de aanwijzingen van de textiel
verffabrikant precies in acht.
"
Gebruik geen
in de automaat.
ontkleuringsmiddelen
-
-
Page 35
Het reinigen van de wasautomaat
Het reinigen van de trommel
Wanneer er met lage temperaturen en/
of een vloeibaar wasmiddel wordt ge
wassen, bestaat het gevaar dat er in de
wasautomaat ziektekiemen en geurtjes
ontstaan.
Draai om dit te voorkomen eenmaal in
de maand een wasprogramma met een
poederwasmiddel en met een tempera
tuur van 60°C of hoger.
Het reinigen van de ommante
-
-
ling en het bedieningspaneel
Haal vóórdat u de wasautomaat
#
een reinigings- of onderhoudsbeurt
geeft de spanning van het apparaat.
#Spuit de wasautomaat in geen
geval met een waterspuit schoon.
" Reinig deze onderdelen met een
vochtige doek en een mild reinigingsmiddel of sopje.
"
Droog ze daarna met een zachte
doek.
Het reinigen van de wasmid
dellade
Het is om hygiënische redenen beter
om de wasmiddellade in zijn geheel re
gelmatig te reinigen.
-
" Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt.
" Druk de ontgrendelingsknop in
" en haal de wasmiddellade uit het ap-
paraat.
"
Reinig de wasmiddellade met warm
water.
-
-
#
Gebruik geen oplosmiddelhou
dende reinigingsmiddelen, schuur
middelen, glas- of allesreinigers.
Deze kunnen namelijk kunststof op
pervlakken en andere onderdelen
beschadigen.
-
-
-
35
Page 36
Het reinigen van de wasautomaat
Het reinigen van de zuighevel
Trek de zuighevel uit vakje $ (1)
"
" en reinig de hevel onder stromend
warm water.
" Reinig ook het pijpje, waar de zuig-
hevel overheen wordt gestoken.
" Zet de zuighevel weer terug (2).
Wanneer u verschillende keren
vloeibaar stijfsel hebt gebruikt, reinig
de zuighevel dan extra goed.
Vloeibare stijfsels klonteren snel.
Het reinigen van de wasmid
delladekast
" Reinig ook het gedeelte waar de
wasmiddellade zit.
Verwijder de wasmiddelresten en
kalkaanslag en gebruik daarvoor een
flessenborstel.
-
36
Page 37
Het reinigen van de wasautomaat
Het reinigen van de watertoe
voerzeefjes
De automaat heeft twee zeefjes ter be
scherming van de watertoevoerklep.
Deze moeten worden gecontroleerd
wanneer het controlelampje voor de
watertoevoer brandt.
Het reinigen van het zeefje in de wa
tertoevoerslang
Draai de waterkraan dicht.
"
Schroef de toevoerslang van de wa
"
terkraan.
Het reinigen van het zeefje in het
-
koppelstuk van de watertoevoerklep
Schroef de geribbelde kunststof
"
-
-
-
moer voorzichtig met een tang van
het koppelstuk af.
" Pak het kunststof zeefje met bijv. een
punttang aan de opstaande rand in
het midden vast en trek het er uit.
" Reinig het zeefje.
" Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
"
Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
"
Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatie- of punttang aan de op
staande rand in het midden vast en
trek het eruit.
"
Reinig het zeefje.
"
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
De beide zeefjes moeten weer wor
den teruggeplaatst, nadat ze zijn
gereinigd.
-
-
37
Page 38
Nuttige tips
Het oplossen van problemen...
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen
krijgen kunt u zelf oplossen.
In al die gevallen hoeft u de afdeling Klantcontacten niet in te schakelen en kunt u
tijd en kosten besparen.
De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit
de wereld te helpen. Bedenk echter:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmen
#
sen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico's lo
pen.
Het programma start niet.
ProbleemOorzaakOplossing
In het display staat geen
0 of de Start - toets knip-
pert niet.
Er staat geen stroom
op het apparaat.
Controleer of
– de stekker in de contact-
doos zit;
– de zekering in orde is.
– de deur goed gesloten is.
-
-
38
Page 39
Nuttige tips
Het wasprogramma is afgebroken en er verschijnt een
foutmelding.
ProbleemOorzaakOplossing )
Het controlelampje
Watertoevoer/-afvoer
knippert en in het dis
play staat F10 of F11.
In het display verschijnt foutmelding
FXX.
De waterafvoer is ge
blokkeerd.
-
De waterafvoerslang ligt
te hoog.
De watertoevoer is geblokkeerd.
Het zeefje in de watertoevoerslang is verstopt.
Het waterbeveiligingssysteem heeft gereageerd.
Er is sprake van een defect.
Reinig het pluizenfilter en het
filterhuis zoals beschreven in
het hoofdstuk: "Nuttige tips",
paragraaf: "Het openen van
de deur bij verstopte afvoer
en/of stroomuitval."
Bedenk dat de maximale op
voerhoogte 1m is.
Draai de kraan open.
Reinig het zeefje.
Schakel de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland
in.
Start het programma nog een
keer.
Verschijnt dezelfde foutmel
ding, schakel dan de afdeling
Klantcontacten van Miele Ne
derland in.
-
-
-
) Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
! - toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand Einde.
39
Page 40
Nuttige tips
Het wasprogramma verloopt normaal, maar er gaat een
controlelampje branden.
ProbleemOorzaakOplossing )
In het display ver
schijnt foutmelding
F63.
In het display ver
schijnt ~§~
) Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
! - toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand Einde.
Er heeft zich tijdens
-
het wasprogramma
teveel schuim ge
vormd.
Nadat het gekozen programma is gestart, is de pro
-
grammakeuzeschakelaar op een ander programma ge
draaid.
Zet de programmakeuzeschakelaar op het programma
dat eerder is ingesteld.
Gebruik de volgende keer min
der wasmiddel en neem de do
seeraanwijzingen op de wasmid
delverpakking in acht.
-
-
-
-
-
40
Page 41
Algemene problemen met de wasautomaat
ProbleemOorzaakOplossing
De wasautomaat trilt
tijdens het centrifuge
ren.
De wasautomaat heeft
het wasgoed niet nor
maal gecentrifugeerd
en het wasgoed is nog
nat.
De wasautomaat
maakt een pompend
geluid.
In de wasmiddellade
blijft vrij veel wasmiddel achter.
De wasverzachter
wordt niet volledig in
gespoeld of er blijft te
veel water in vakje $
staan.
De stelvoeten staan niet
gelijk en zijn niet met een
-
contramoer vastge
schroefd.
Bij het eindcentrifugeren
heeft de automaat een
-
grote onbalans herkend
en het centrifugetoeren
tal gereduceerd.
Dat is geen storing. Wanneer het water wordt afgepompt zijn dit soort geluiden normaal.
Er staat onvoldoende
druk op het water.
Poedervormige wasmiddelen in combinatie met
onthardingsmiddelen
hebben de neiging te
gaan plakken.
De zuighevel zit niet
-
goed of is verstopt.
-
-
Stel de wasautomaat stevig
en schroef de stelvoeten
met een contramoer vast.
Vul de trommel met grote en
kleine stukken wasgoed om
het wasgoed beter in balans
te krijgen.
-
– Reinig het zeefje in de
– Kies eventueel de extra
Reinig de wasmiddellade en
doseer voortaan eerst het
wasmiddel en dan pas het
onthardingsmiddel in het
juiste vakje.
Reinig de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud", paragraaf: "Het
reinigen van de wasmiddel
lade".
Nuttige tips
watertoevoer.
functie Extra water.
-
41
Page 42
Nuttige tips
Een tegenvallend wasresultaat
ProbleemOorzaakOplossing
Het wasgoed wordt
met een vloeibaar
wasmiddel niet
schoon.
Op het gewassen
wasgoed zijn grijze, elastische bolletjes achtergebleven (vetbolletjes).
Op het gewassen
wasgoed zitten witte, wasmiddelach
tige bestanddelen.
In vloeibare wasmid
delen zitten geen bleek
middelen.
Fruit-, koffie- of theevlek
ken zijn er moeilijk uit te
krijgen.
Er is te weinig wasmiddel
gedoseerd. Het wasgoed is te sterk met vet,
bijv. crème of olie vervuild geweest.
Het wasmiddel bevat niet
in water op te lossen be-
-
standdelen ter onthar
ding van het water, nl.
zeolieten.
Deze bestanddelen heb
ben zich op het textiel
vastgezet.
-
-
Gebruik poedervormige was
–
middelen met een bleekmid
del.
-
Doseer vlekkenzout in vakje
–
# en het vloeibare wasmid
del in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel
–
en vlekkenzout nooit bij el
kaar in het wasmiddelvakje.
– Wanneer wasgoed zo ver-
vuild is moet u óf meer wasmiddel doseren óf een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
– Draai vóór de volgende was-
beurt een wasprogramma op
60 °C met een vloeibaar wasmiddel en zonder wasgoed.
– Probeer de resten met een
borstel te verwijderen wanneer het wasgoed droog is.
–
Was donker wasgoed voort
aan met een wasmiddel dat
-
geen zeolieten bevat.
Vloeibare wasmiddelen vol
doen meestal aan deze eis.
–
Was dit textiel met het pro
gramma Donker wasgoed.
-
-
-
-
-
-
-
42
Page 43
Nuttige tips
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.
OorzaakOplossing
De wasautomaat is niet
elektrisch aangesloten en
/ of is niet ingeschakeld.
De stroom is uitgevallen.Open de deur zoals beschreven in de volgende
De deur is niet goed
dichtgegaan.
Er bevindt zich nog water
in de trommel en de wasautomaat kan het water
niet afpompen.
De deur kan bij een temperatuur van hoger dan 55°C niet worden geopend. Op
deze manier wordt voorkomen dat u zich verbrandt.
Steek de stekker in het stopcontact en / of schakel
de wasautomaat met de ! - toets in.
paragraaf: "Het openen van de deur bij verstopte
afvoer en/of stroomuitval".
Druk een keer stevig tegen de slotkant van de
deur en druk daarna op de Deur - toets.
Reinig het pluizenfilter en het filterhuis.
43
Page 44
Nuttige tips
Het openen van de deur bij
verstopte afvoer en/of
stroomuitval
Schakel de wasautomaat uit.
"
Aan de achterkant van het front van de
wasmiddellade bevindt zich een gele
opener voor het klepje van het pluizen
filter.
" Pak deze gele opener.
Verstopte afvoer
Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt
zich een vrij grote hoeveelheid water in
de automaat (max. 25 l).
Wees voorzichtig! Het water is
#
heet, wanneer kort daarvoor op een
-
hoge temperatuur is gewassen. U
kunt zich aan het water branden!
Het legen van de wasautomaat
Zet een bak of schaal onder het klep
"
je.
Het pluizenfilter mag er niet helemaal uit worden gedraaid.
-
"
Open daarmee het klepje van het
pluizenfilter.
44
"
Draai het pluizenfilter zover los totdat
het water eruit stroomt.
"
Draai telkens wanneer de bak of de
schaal volraakt, het deksel van het
pluizenfilter vast en maak de bak of
schaal leeg.
Page 45
Nuttige tips
Wanneer er geen water meer uit de au
tomaat loopt,
" draai het pluizenfilter er dan helemaal
uit.
" Reinig het pluizenfilter grondig.
Zet het pluizenfilter weer in het filter
-
"
huis.
Draai het filter weer vast.
"
Wordt het pluizenfilter niet terug
#
gezet en vastgedraaid, dan loopt er
water uit het apparaat.
Om te voorkomen dat er wasmiddel
verloren gaat, kunt u de wasmiddellade
na het reinigen van het pluizenfilter het
beste met ca. 2 l water doorspoelen.
Overtollig water wordt vòòr de volgen
de wasbeurt automatisch weggepompt.
Het openen van de deur
Controleer steeds of de trommel
#
stilstaat wanneer u het wasgoed uit
de automaat wilt halen. Wanneer u
uw hand in een nog draaiende trommel steekt, loopt u het risico zich te
verwonden.
-
-
-
"
Controleer of de pompschoepvleugel
gemakkelijk rond te draaien is.
"
Is dat niet het geval, verwijder dan de
voorwerpen en/of draden.
"
Reinig het filterhuis.
"
Trek aan de noodontgrendeling.
De deur gaat open.
45
Page 46
Afdeling Klantcontacten
Reparaties
Voor reparaties dient u te bellen:
uw Miele-vakhandelaar of
–
de afdeling Klantcontacten van Miele
–
Nederland B.V.
Adres, telefoonnummer en website van
Miele Nederland B.V. vindt u op de
achterzijde van deze gebruiksaanwij
zing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat onze technici we
ten welk model wasautomaat u heeft en
welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van de
deurboven het glas.
-
-
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
Onze technici zijn in staat om waspro
gramma's te updaten en in het geheu
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dat zal gebeuren via de optische inter
face PC op het bedieningspaneel
(PC = Programme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactualiseerd.
Garantietermijn en garantievoorwaarden
De garantietermijn van de wasautomaat
bedraagt 2 jaar.
Nadere bijzonderheden over de garantievoorwaarden en het Miele Serviceverzekering Certificaat treft u aan in bij
gaande folder.
-
-
-
-
-
46
Bij te bestellen onderdelen
Onderdelen voor deze wasautomaat
kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhan
del of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V.
-
Page 47
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van voren
! Watertoevoerslang (bestand tegen
een druk van maximaal 7.000 kPa)
" Elektrische aansluiting
# - & Waterafvoerslang (met draai
baar en verwijderbaar bochtstuk)
met verschillende mogelijkheden
voor waterafvoer
' Bedieningspaneel
-
( Wasmiddellade
2 Deur
3 Klepje voor pluizenfilter, afvoerpomp
en noodontgrendeling
4 Draagpunten voor handmatig trans
port
5 Vier stelvoeten
-
47
Page 48
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van achteren
! Rand van het bovenblad
Hier kunt u het apparaat vastpakken
wanneer u het wilt verplaatsen.
" Elektrische aansluiting
# Watertoevoerslang (bestand tegen
een druk van maximaal 7.000 kPa)
$ Waterafvoerslang
48
% Draaibeveiligingen met transport
stangen
& Houder voor de watertoevoer- en wa
terafvoerslang
' Houders voor de transportstangen
-
-
Page 49
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton
nen vloer het meest geschikt. In tegen
stelling tot een houten of een zachte
vloer trilt deze nauwelijks mee als de
wasautomaat aan het centrifugeren is.
Let bij het plaatsen van uw automaat op
het volgende:
Plaats het apparaat waterpas en sta
"
biel.
Plaats het apparaat niet op een
"
zachte vloerbedekking omdat het in
dat geval tijdens het centrifugeren
gaat trillen.
" Wanneer u het apparaat op een hou-
ten vloer wilt plaatsen, plaats het dan
op een multiplex plaat van tenminste
3 cm dik.
U dient de plaat niet alleen maar aan
de planken van de vloer, maar aan
zoveel mogelijk - in ieder geval aan
2 - balken vast te schroeven.
-
Het plaatsen van de wasautomaat
Wanneer u het apparaat van de ver
"
pakkingsbodem tilt en op de plaats
neerzet waar het moet staan, pak het
dan aan de voorkant bij de handgre
pen en aan de achterkant bij de rand
van het bovenblad vast.
De machinevoeten en de vloer
#
onder het apparaat moeten droog
-
zijn. Is dat niet het geval, dan loopt u
het risico dat de automaat gaat glij
den tijdens het centrifugeren.
Het verwijderen van de transportbeveiliging
-
-
-
"
Plaats het apparaat als het enigszins
kan in één van de hoeken van het
vertrek. Daar is iedere vloer het sta
bielst.
#
Wanneer het apparaat op een
reeds aanwezige (betonnen of ge
metselde) sokkel plaatst, let er dan
op dat het tijdens het centrifugeren
niet kan gaan schuiven.
U doet dit met behulp van spanklau
wen. Deze zijn verkrijgbaar bij de
Miele-vakhandel of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland
B.V.
-
"
Haak een schroevendraaier achter
-
-
de draaibeveiligingen (1)
"
en haal ze er af (2).
49
Page 50
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Draai de linker transportstang met de
"
bijgevoegde steeksleutel 90° en
"
trek de stang eruit.
Draai de rechter transportstang 90°
"
en
"
trek de stang eruit.
50
Page 51
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Sluit de gaten af die vrijkomen
#
nadat u de transportbeveiliging
heeft verwijderd.
Doet u dat niet, dan loopt u het risi
co zich te bezeren.
" Sluit de gaten met de draaibeveiligin-
gen en de daaraan bevestigde dopjes af.
-
Bevestig de transportstangen aan de
"
achterwand van de wasautomaat. Let
erop dat de gaten ' op de pennen
$ worden geplaatst.
De wasautomaat mag zonder
#
transportbeveiliging niet worden getransporteerd.
Bewaar de transportbeveiliging.
Wanneer de wasautomaat moet worden getransporteerd (bijv. bij een
verhuizing) moet de beveiliging
weer worden gemonteerd.
Het monteren van de trans
-
portbeveiliging
Het monteren van de transportbeveili
ging gebeurt in omgekeerde volgorde.
-
51
Page 52
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het stellen van de wasauto
-
maat
De wasautomaat moet waterpas en ge
lijkmatig op de vloer staan. Alleen dan
is een optimale werking gewaarborgd.
Wanneer een wasautomaat verkeerd
wordt geplaatst, wordt er meer water en
energie verbruikt dan nodig is en kan
het apparaat gaan schuiven.
Het stellen van de automaat gebeurt
met behulp van de vier machine- of
stelvoeten. Wanneer het apparaat
wordt geleverd zijn alle stelvoeten naar
binnen gedraaid.
Het naar buiten draaien en vastzetten
van de stelvoeten
-
Controleer met een waterpas of het
"
apparaat waterpas staat.
" Houd stelvoet 1 met een waterpomp-
tang vast.
Draai contramoer 2 met de steeksleutel weer aan de ommanteling vast.
#
Alle vier de contramoeren moeten stevig aan de ommanteling zijn
vastgedraaid.
Controleer ook de voeten die u bij
het stellen van de automaat niet
naar buiten hebt gedraaid.
Doet u dat niet, dan bestaat het ge
vaar dat het apparaat gaat schui
ven.
-
-
"
Draai contramoer 2 met de bijge
voegde steeksleutel los en wel met
de wijzers van de klok mee. Draai de
contramoer samen met stelvoet 1
naar buiten.
52
-
Page 53
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het plaatsen van de wasautomaat on
der een werkblad of in een keuken
blok
Hiervoor is een onderbouwset* nood
–
zakelijk.
De onderbouwset moet door een
vakman / vakvrouw worden gemon
teerd.
Bij de onderbouwset is een monta
gehandleiding gevoegd.
Bij de onderbouwset is een afdek
–
plaat gevoegd.
Deze afdekplaat moet het bovenblad
van de automaat vervangen.
– Wanneer de automaat onder een
werkblad wordt ondergebouwd dat
900/910 hoog is, is er één stelframe*
vereist.
– Watertoevoer, waterafvoer en elek-
trische aansluiting dienen in de buurt
van de automaat geïnstalleerd te zijn
en men moet er gemakkelijk bij kunnen.
-
-
-
-
Let op het volgende:
-
-
a De afstand tot de wand moet veilig-
heidshalve minstens 2 cm
b Hoogte:
Tussenstuk met werkblad:
ca. 169 cm
Tussenstuk zonder werkblad:
ca. 170 cm
bedragen.
Was-droogzuil
Op deze wasautomaat kan een Mieledroogautomaat worden geplaatst.
Daarvoor is een tussenstuk* noodzake
lijk.
Het tussenstuk moet door een vak
man / vakvrouw worden gemon
teerd.
De met * aangegeven onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of
bij de afdeling Onderdelen.
-
-
-
53
Page 54
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het Miele waterbeveiligings
-
systeem
Het Miele waterbeveiligingssysteem
biedt een volledige bescherming tegen
waterschade door de wasautomaat.
Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit
drie onderdelen:
1) de watertoevoerslang
2) de elektronica
3) de waterafvoerslang
1) De watertoevoerslang
De watertoevoerslang is bestand tegen
een druk van minstens 7.000 kPa.
Scheuren worden daarmee voorkomen.
2) De elektronica
Herkent de elektronica wanneer er water wordt toegevoerd na 90 seconden
geen waterstijging in de buitentrommel,
wordt het waterinlaatventiel weer gesloten.
Voorkomen wordt dat de wasautomaat
door een ongecontroleerde watertoe
voer gaat lekken.
Stijgt de waterstand boven een be
paald niveau, dan wordt de afvoer
pomp ingeschakeld en het water ge
controleerd afgepompt.
3) De waterafvoerslang
De waterafvoerslang is beveiligd met
een ventilatiesysteem.
Hiermee wordt voorkomen dat de was
automaat wordt leeggezogen.
-
-
-
-
-
54
Page 55
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de water
-
toevoer
De automaat mag zonder terugslagklep
op het waterleidingnet worden aange
sloten, omdat hij gebouwd is volgens
EU-normen.
De waterdruk moet minstens 100 kPa
en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra
gen.
Is de druk hoger dan 1.000 kPa dan
moet er een drukreduceerventiel in de
waterleiding worden ingebouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met
3
/4"-schroefkoppeling noodzakelijk.
Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag
de wasautomaat uitsluitend door een
erkend installateur op de waterleiding
worden aangesloten.
#
Het aansluitpunt staat onder
druk van de waterleiding.
Controleer daarom of de aansluiting
niet lek is.
Dit kunt u doen door de kraan lang
zaam open te draaien.
Leg het dichtingsringetje er eventu
eel opnieuw in en draai de schroef
koppeling eventueel wat vaster aan.
-
-
-
-
Onderhoud
Wanneer u de slang vervangt, gebruik
dan uitsluitend een Miele-slang die be
stand is tegen een druk van minstens
7.000 kPa.
De zeefjes in het vrije uiteinde van
de toevoerslang en in het koppel
stuk van de watertoevoerklep mo
gen niet worden verwijderd. Zij die
nen ter bescherming van de water
toevoerklep.
Verlenging slang
Als extra toebehoren zijn slangen van
2,5 en 4,0 m verkrijgbaar bij de Miele
vakhandel en bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
-
-
-
-
-
De wasautomaat is niet geschikt om
op warm water te worden aangeslo
ten.
-
55
Page 56
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de
waterafvoer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een
afvoerpomp met een opvoerhoogte van
1 m.
Het water moet ongehinderd weg kun
nen stromen en daarom mogen er geen
knikken in de slang zitten.
Het bochtstuk aan het eind van de
slang is draaibaar en kan indien nodig
worden verwijderd.
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang
tot max. 5 m worden verlengd.
Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de
Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Voor opvoerhoogten van meer dan 1 m
tot max. 1,8 m is een verwisselbare afvoerpomp verkrijgbaar en wel bij de
Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren worden aange
bracht.
1. De slang kan in een wasbak, wasta
fel of gootsteen worden gehangen.
Attentie:
–
Zorg ervoor dat de slang niet weg
kan glijden.
–
Voert u het water via een wasbak,
wastafel of gootsteen af, controleer
dan of het water snel genoeg weg
stroomt. Is dat laatste niet het geval,
dan bestaat de kans dat het water
overstroomt of dat een deel van het
weggepompte water naar de auto
maat wordt teruggezogen.
-
-
-
-
-
2. De slang kan op een kunststof af
voerbuis met rubberen mof worden
aangesloten. Een sifon is niet beslist
noodzakelijk.
3. De slang kan in een putje in de vloer
worden gehangen.
4. De slang kan op een wasbak of was
tafel met kunststof nippel worden
aangesloten.
Attentie:
! Adapter
" Schroefkoppeling
# Slangklem
$ Uiteinde van de slang
"
Bevestig de adapter ! met de
schroefkoppeling van de wastafel "
aan de sifon van de wastafel.
"
Plaats het uiteinde van de slang $
op de adapter !.
"
Draai de slangklem # direct achter
de schroefkoppeling met een schroe
vendraaier vast.
-
-
-
56
Page 57
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een
erkend installateur volgens de gelden
de NEN-normen op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een
aansluitkabel en een stekker met be
schermingscontact (randaarde), ge
schikt voor aansluiting op ~230 V
50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contact
doos met beschermingscontact (rand
aarde) of een daarvoor geschikte 2polige schakelaar, bijv. voor in de badkamer.
Let bij een stekkerverbinding op het
volgende.
Om de elektrische spanning van het
apparaat te kunnen halen, is het beslist
noodzakelijk dat men altijd bij de aansluitstekker kan komen.
-
-
-
-
-
Wij raden u af om de wasautomaat op
een verlengsnoer en/of stekkerdoos
aan te sluiten. Dit om brand te voor
komen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verho
ging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekscha
kelaar te voorzien.
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
* Testprogramma volgens EN 60456 en energie-etikettering volgens richtlijn
1061/2010
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net
spanning en gekozen extra functies.
Stroomverbruik na afloop programma
met ingeschakeld paneel
0,50 W
59
Page 60
Programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u
de elektronica van de wasautomaat
aanpassen aan uw wasgoed en de
manier waarop u dit wilt wassen.
U kunt de ingestelde varianten ieder
moment wijzigen.
Systeem extra water
Wanneer u de extra functie Extra wa
ter inschakelt, wordt er bij de pro
gramma's meer water gebruikt.
Daarbij zijn 3 varianten mogelijk.
Met de programmeerfunctie Systeemextra water kunt u de variant instellen
die u wilt hebben.
Eerst moet aan twee voorwaarden zijn
voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
–
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
–
moet op stand Einde staan.
) Druk op de Start - toets en blijf daar
-
-
gedurende de stappen * en + op
drukken.
* Schakel de wasautomaat met de
! - toets in.
+ Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
De drie varianten zijn:
P2:
(Fabrieksinstelling)
Een hogere waterstand bij het wassen
en spoelen
P3:
Een extra spoelgang
P4:
Een combinatie van bovenstaande vari
anten
Het instellen van de gewenste variant
doet u met de stappen ) tot en met
/
en wel met de Start - toets en de pro
grammakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
-
, . . . en laat de Start - toets daarna
los.
- Draai de programmakeuzeschake-
laar op stand Katoen ".
In het display gaat nu de letter P knipperen in afwisseling met het cijfer 2, 3
of 4.
. Door op de Start - toets te drukken
kunt u tussen de 3 varianten kiezen.
In het display knippert de variant die u
heeft ingesteld.
/ Schakel de wasautomaat met de
! - toets uit.
60
Page 61
Programmeerfuncties
Behoedzaam wassen
Met het inschakelen van de functie
Behoedzaam wassen kunt u licht ver
vuild wasgoed met een behoedzaam
ritme wassen.
Het aantal trommelbewegingen wordt
gereduceerd.
Behoedzaam wassen kan worden ge
bruikt voor de programma's Katoen en
Kreukherstellend.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet ingeschakeld.
Het in- en uitschakelen doet u met de
stappen ) tot en met /
en wel met de Start - toets en de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan twee voorwaarden zijn
voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
-
) Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen * en + op
drukken.
-
* Schakel de wasautomaat met de
! - toets in.
+ Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
, . . . en laat de Start - toets daarna
los.
- Draai de programmakeuzeschake
laar op stand Katoen $.
In het display gaat nu de letter P knip
peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
0, dan is "Behoedzaam wassen" niet in-
geschakeld;
1, dan is "Behoedzaam wassen" wel in-
geschakeld.
. Door op de Start - toets te drukken
kunt u wisselen.
In het display knippert wat u heeft inge
steld.
/ Schakel de wasautomaat met de
! - toets uit.
-
-
-
61
Page 62
Programmeerfuncties
Afkoeling van het waswater
Wanneer u de functie Afkoeling van
het waswater inschakelt, stroomt er
aan het einde van de hoofdwas extra
water in de trommel.
Afkoeling van het waswater kan worden
gebruikt voor het programma Katoen90°C.
Het verdient aanbeveling om deze
functie in te schakelen,
wanneer de wasautomaat in een ge
–
bouw staat met waterafvoerbuizen
die niet aan de Komokeur voldoen;
– wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen
hangt.
Op deze manier kunt u brand- of
schroeigevaar voorkomen.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet ingeschakeld.
Het in- en uitschakelen doet u met de
stappen ) tot en met /
en wel met de Start - toets en de pro
grammakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
-
) Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen * en + op
drukken.
* Schakel de wasautomaat met de
! - toets in.
+ Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
, . . . en laat de Start - toets daarna
los.
- Draai de programmakeuzeschake
laar op stand Katoen 30°C.
-
In het display gaat nu de letter P knip
peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
0, dan is "Afkoeling van het waswater"
niet ingeschakeld;
1, dan is "Afkoeling van het waswater"
wel ingeschakeld.
. Door op de Start - toets te drukken
kunt u wisselen.
In het display knippert wat u heeft inge
steld.
/ Schakel de wasautomaat met de
! - toets uit.
-
-
-
Eerst moet aan twee voorwaarden zijn
voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
62
Page 63
Programmeerfuncties
Memory
Met het inschakelen van de functie
Memory kunt u het centrifugetoeren
tal en de extra functie(s) die u bij een
bepaald programma hebt gekozen
bij de start van dat programma op
slaan.
Wanneer u de volgende keer hetzelfde
wasprogramma kiest, geeft de wasau
tomaat het opgeslagen centrifugetoe
rental en de eventueel opgeslagen ex
tra functie(s) weer aan.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet ingeschakeld.
Het in- en uitschakelen doet u met de
stappen ) tot en met /
en wel met de Start - toets en de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan twee voorwaarden zijn
voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
-
-
-
-
-
) Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen * en + op
drukken.
* Schakel de wasautomaat met de
! - toets in.
+ Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
, . . . en laat de Start - toets daarna
los.
- Draai de programmakeuzeschake
laar op stand Kreukherstellend 60°C.
In het display gaat nu de letter P knip
peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
0, dan is "Memory" niet ingeschakeld;
1, dan is "Memory" wel ingeschakeld.
. Door op de Start - toets te drukken
kunt u wisselen.
In het display knippert wat u heeft ingesteld.
/ Schakel de wasautomaat met de
! - toets uit.
-
-
–
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
63
Page 64
Programmeerfuncties
Inweektijd
Wanneer u de extra functie Inweken
inschakelt, gaat aan het eigenlijke
wasprogramma een inweekprogram
ma vooraf.
Daarbij zijn 4 varianten mogelijk.
Met de programmeerfunctie Inweektijd kunt u de variant instellen die u
wilt hebben.
De 4 varianten zijn:
Variant 1:
2 uur inweektijd (fabrieksinstelling)
Variant 2:
1 uur en 30 minuten inweektijd
Variant 3:
1 uur inweektijd
Variant 4:
30 minuten inweektijd
Het instellen van de gewenste variant
doet u met de stappen ) tot en met
/
en wel met de Start - toets en de pro
grammakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan twee voorwaarden zijn
voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
-
-
-
) Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen * en + op
drukken.
* Schakel de wasautomaat met de
! - toets in.
+ Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
, . . . en laat de Start - toets daarna
los.
- Draai de programmakeuzeschake
laar op stand Kreukherstellend 40°C.
In het display gaat nu de letter P knip
peren in afwisseling met het cijfer 1, 2,3 of 4.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1, dan is 2 uur inweektijd ingesteld
(fabrieksinstelling)
2, dan is anderhalf uur inweektijd ingesteld;
3, dan is 1 uur inweektijd ingesteld;
4, dan is een half uur inweektijd inge
steld.
. Door op de Start - toets te drukken
kunt u tussen de 4 varianten kiezen.
In het display knippert de variant die u
heeft ingesteld.
/ Schakel de wasautomaat met de
! - toets uit.
-
-
-
–
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
64
Page 65
Na te bestellen reinigings- en onderhoudsmiddelen
Miele staat voor perfecte wasgoedbe
handeling.
De Miele wasautomaten beschikken
over een groot aantal speciale pro
gramma's die optimaal op de verschil
lende soorten wasgoed zijn ingesteld.
Bovendien heeft Miele de zgn.
CareCollection ontwikkeld, een uniek
systeem dat bestaat uit speciale mid
delen voor het behoedzame reinigen en
onderhouden van het wasgoed.
Hieronder stellen wij u de reinigings- en
onderhoudsmiddelen van de Miele
CareCollection voor. Deze en ook veel
andere producten kunt u op internet
bestellen.
De producten zijn ook verkrijgbaar bij
de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
-
-
-
-
CareCollection
Speciale wasmiddelen van Miele
"Outdoor"
Het wasmiddel "Outdoor" is bijzonder
geschikt voor uw waterwerende Out
doorkleding.
"Sport"
Het wasmiddel "Sport" is bijzonder ge
schikt voor sportkleding en kleding van
microvezels.
Uw wasgoed is snel weer fris en onaan
gename geurtjes hebben geen kans.
"Dons"
Het wasmiddel "Dons" zorgt er met zijn
samenstelling van milde tensiden en
natuurlijke hulpstoffen voor dat dons
wordt losgeschud en zijn natuurlijke
elasticiteit behoudt.
Impregneermiddel
-
-
-
Het impregneermiddel van Miele om
sluit de vezels van het textiel en maakt
ze zo water-, wind- en vuilwerend, zon
der het oppervlak van het textiel aan te
tasten.
Daardoor kan het textiel blijven ademen
en behoudt het zijn elasticiteit.
-
65
-
Page 66
Na te bestellen reinigings- en onderhoudsmiddelen
Universeel wasmiddel "UltraWhite"
Het universeel wasmiddel "UltraWhite"
in poedervorm is bijzonder geschikt
voor wit en licht wasgoed en sterk ver
vuild bont wasgoed.
Colorwasmiddel "UltraColor"
Het Colorwasmiddel "UltraColor" is bij
zonder geschikt voor bont en zwart
wasgoed.
Door zijn bijzondere samenstelling
zorgt het middel al bij lage temperatu
ren voor een effectieve vlekverwijdering
en voorkomt het verbleken en verkleu
ren.
-
-
-
-
Fijnwasmiddel
Het fijnwasmiddel van Miele is bijzon
der geschikt voor teer wasgoed zoals
wol of zijde.
Door zijn bijzondere formule reinigt het
al vanaf een temperatuur van 20°C en
beschermt het de kleuren van uw fijne
was.
Wasverzachter
De wasverzachter van Miele geeft uw
wasgoed een bijzonder frisse en na
tuurlijke geur, voorkomt dat het elektro
statisch wordt geladen wanneer het
elektrisch wordt gedroogd en zorgt ervoor dat het lekker zacht aanvoelt.
-
-
-
66
Page 67
67
Page 68
Wijzigingen voorbehouden/0913
M.-Nr. 09 535 010 / 01
Page 69
Gebrauchsanweisung
Waschautomat
W 3164 WSS Edition 111
Lesen Sie unbedingt die Gebrauchsanweisung vor
Aufstellung - Installation - Inbetriebnahme.
Dadurch schützen Sie sich und
vermeiden Schäden an Ihrem Gerät.
de - DE
M.-Nr. 09 654 980
Page 70
Ihr Beitrag zum Umweltschutz
Entsorgung der Transportver
-
packung
Die Verpackung schützt den Waschau
tomaten vor Transportschäden. Die
Verpackungsmaterialien sind nach um
weltverträglichen und entsorgungstech
nischen Gesichtspunkten ausgewählt
und deshalb recycelbar.
Das Rückführen der Verpackung in den
Materialkreislauf spart Rohstoffe und
verringert das Abfallaufkommen. Ihr
Fachhändler nimmt die Verpackung zu
rück.
Entsorgung des Altgerätes
Elektrische und elektronische Altgeräte
enthalten vielfach noch wertvolle Mate
rialien. Sie enthalten aber auch schädli
che Stoffe, die für ihre Funktion und Si
cherheit notwendig waren. Im Restmüll
oder bei falscher Behandlung können
diese der menschlichen Gesundheit
und der Umwelt schaden. Geben Sie
Ihr Altgerät deshalb auf keinen Fall in
den Restmüll.
-
Nutzen Sie stattdessen die an Ihrem
Wohnort eingerichtete Sammelstelle zur
Rückgabe und Verwertung elektrischer
und elektronischer Altgeräte. Informieren Sie sich gegebenenfalls bei Ihrem
Händler.
-
-
-
Bitte sorgen Sie dafür, dass Ihr Altgerät
bis zum Abtransport kindersicher auf
bewahrt wird.
Dieser Waschautomat entspricht den vorgeschriebenen Sicher
heitsbestimmungen. Ein unsachgemäßer Gebrauch kann jedoch
zu Schäden an Personen und Sachen führen.
Lesen Sie vor dem ersten Benutzen des Waschautomaten die
Gebrauchsanweisung. Sie gibt wichtige Hinweise für die Sicher
heit, den Gebrauch und die Wartung des Waschautomaten. Da
durch schützen Sie sich und verhindern Schäden am Waschauto
maten.
Bewahren Sie die Gebrauchsanweisung auf und geben Sie diese
an einen eventuellen Nachbesitzer weiter.
-
-
-
-
Bestimmungsgemäße Verwendung
Dieser Waschautomat ist dazu bestimmt, im Haushalt und in
!
haushaltsähnlichen Aufstellumgebungen verwendet zu werden.
Der Waschautomat ist nicht für den Gebrauch im Außenbereich
!
bestimmt.
Benutzen Sie den Waschautomaten ausschließlich im haushalts-
!
üblichen Rahmen nur zum Waschen von Textilien, die vom Hersteller
im Pflegeetikett als waschbar ausgewiesen sind.
Alle anderen Anwendungsarten sind unzulässig. Miele haftet nicht
für Schäden, die durch bestimmungswidrigen Gebrauch oder fal
sche Bedienung verursacht werden.
-
Personen, die aufgrund ihrer physischen, sensorischen oder
!
geistigen Fähigkeiten oder ihrer Unerfahrenheit oder Unkenntnis
nicht in der Lage sind, den Waschautomaten sicher zu bedienen,
dürfen den Waschautomaten nicht ohne Aufsicht oder Anweisung
durch eine verantwortliche Person benutzen.
6
Page 75
Kinder im Haushalt
Sicherheitshinweise und Warnungen
Kinder unter acht Jahren müssen vom Waschautomaten fernge
!
halten werden, es sei denn, sie werden ständig beaufsichtigt.
Kinder ab acht Jahren dürfen den Waschautomaten nur ohne
!
Aufsicht bedienen, wenn ihnen der Waschautomat so erklärt wurde,
dass sie den Waschautomaten sicher bedienen können. Kinder
müssen mögliche Gefahren einer falschen Bedienung erkennen und
verstehen können.
Kinder dürfen den Waschautomaten nicht ohne Aufsicht reinigen
!
oder warten.
Beaufsichtigen Sie Kinder, die sich in der Nähe des Waschauto-
!
maten aufhalten. Lassen Sie Kinder niemals mit dem Waschautomaten spielen.
Wenn Sie mit hohen Temperaturen waschen, bedenken Sie, das
!
Schauglas wird heiß.
Hindern Sie deshalb Kinder daran, während des Waschvorgangs
das Schauglas zu berühren.
-
7
Page 76
Sicherheitshinweise und Warnungen
Technische Sicherheit
Kontrollieren Sie den Waschautomaten vor der Aufstellung auf
!
äußere sichtbare Schäden.
Einen beschädigten Waschautomaten nicht aufstellen und in Betrieb
nehmen.
Vor dem Anschließen des Waschautomaten unbedingt die An
!
schlussdaten (Absicherung, Spannung und Frequenz) auf dem Ty
penschild mit denen des Elektronetzes vergleichen. Erfragen Sie
diese im Zweifelsfalle bei einer Elektro-Fachkraft.
Die elektrische Sicherheit dieses Waschautomaten ist nur dann
!
gewährleistet, wenn er an ein vorschriftsmäßig installiertes Schutzleitersystem angeschlossen wird.
Es ist sehr wichtig, dass diese grundlegende Sicherheitsvoraussetzung geprüft und im Zweifelsfall die Hausinstallation durch eine
Fachkraft überprüft wird.
Miele kann nicht für Schäden verantwortlich gemacht werden, die
durch einen fehlenden oder unterbrochenen Schutzleiter verursacht
werden.
Verwenden Sie aus Sicherheitsgründen keine Verlängerungska-
!
bel (Brandgefahr durch Überhitzung).
Defekte Bauteile dürfen nur gegen Miele Original-Ersatzteile aus
!
getauscht werden. Nur bei diesen Teilen gewährleistet Miele, dass
sie die Sicherheitsanforderungen in vollem Umfang erfüllen.
-
-
-
Beachten Sie die Anweisungen im Kapitel "Aufstellen und An
!
schließen" sowie das Kapitel "Technische Daten".
Die Zugänglichkeit des Netzsteckers muss immer gewährleistet
!
sein, um den Waschautomaten von der Netzversorgung zu trennen.
8
-
Page 77
Sicherheitshinweise und Warnungen
Durch unsachgemäße Reparaturen können unvorhersehbare Ge
!
fahren für den Benutzer entstehen, für die Miele keine Haftung über
nimmt. Reparaturen dürfen nur von Miele autorisierten Fachkräften
durchgeführt werden, ansonsten besteht bei nachfolgenden Schä
den kein Garantieanspruch.
Wenn die Netzanschlussleitung beschädigt ist, muss diese durch
!
von Miele autorisierte Fachkräfte ersetzt werden, um Gefahren für
den Benutzer zu vermeiden.
Im Fehlerfall oder bei der Reinigung und Pflege ist der Waschau
!
tomat nur dann elektrisch vom Netz getrennt, wenn:
– der Netzstecker des Waschautomaten gezogen ist oder
– die Sicherung der Hausinstallation ausgeschaltet ist oder
– die Schraubsicherung der Hausinstallation ganz herausge-
schraubt ist.
Der Waschautomat ist nur unter Verwendung eines neuwertigen
!
Schlauchsatzes an die Wasserversorgung anzuschließen. Alte
Schlauchsätze dürfen nicht wieder verwendet werden.
-
-
-
-
Dieser Waschautomat darf nicht an nichtstationären Aufstellungs-
!
orten (z. B. Schiffe) betrieben werden.
Nehmen Sie keine Veränderungen am Waschautomaten vor, die
!
nicht ausdrücklich von Miele zugelassen sind.
9
Page 78
Sicherheitshinweise und Warnungen
Sachgemäßer Gebrauch
Die maximale Beladungsmenge beträgt 7 kg (Trockenwäsche).
!
Die teilweise geringeren Beladungsmengen für einzelne Programme
können Sie dem Kapitel "Programmübersicht" entnehmen.
Stellen Sie Ihren Waschautomaten nicht in frostgefährdeten Räu
!
men auf. Eingefrorene Schläuche können reißen oder platzen, und
die Zuverlässigkeit der Elektronik kann durch Temperaturen unter
dem Gefrierpunkt abnehmen.
Entfernen Sie vor der Inbetriebnahme die Transportsicherung auf
!
der Rückseite des Waschautomaten (siehe Kapitel "Aufstellen und
Anschließen" Abschnitt "Transportsicherung entfernen"). Beim
Schleudern kann eine nicht entfernte Transportsicherung den
Waschautomaten und nebenstehende Möbel/Geräte beschädigen.
Schließen Sie den Wasserhahn bei längerer Abwesenheit (z.B.
!
Urlaub), vor allem dann, wenn sich in der Nähe des Waschautomaten kein Bodenablauf (Gully) befindet.
Überschwemmungsgefahr!
!
Überprüfen Sie vor dem Einhängen des Ablaufschlauches in ein
Waschbecken, ob das Wasser schnell genug abfließt.
Sichern Sie den Abflussschlauch gegen Abrutschen. Die Rückstoß
kraft des ausfließenden Wassers kann den ungesicherten Schlauch
aus dem Becken drücken.
-
-
Achten Sie darauf, dass keine Fremdkörper (z.B. Nägel, Nadeln,
!
Münzen, Büroklammern) mitgewaschen werden. Fremdkörper kön
nen Gerätebauteile (z.B. Laugenbehälter, Waschtrommel) beschädi
gen. Beschädigte Bauteile können wiederum Wäscheschäden ver
ursachen.
10
-
-
-
Page 79
Sicherheitshinweise und Warnungen
Bei richtiger Waschmitteldosierung ist ein Entkalken des Wasch
!
automaten nicht erforderlich. Falls Ihr Waschautomat dennoch so
stark verkalkt sein sollte, dass ein Entkalken notwendig wird, ver
wenden Sie Spezial-Entkalkungsmittel mit Korrosionsschutz. Diese
Spezial-Entkalkungsmittel erhalten Sie über Ihren Miele Fachhändler
oder beim Miele Kundendienst. Halten Sie die Anwendungshinweise
des Entkalkungsmittels streng ein.
Textilien, die mit lösemittelhaltigen Reinigungsmitteln behandelt
!
wurden, müssen vor dem Waschen in klarem Wasser gut ausgespült
werden.
Im Waschautomaten niemals lösemittelhaltige Reinigungsmittel
!
(z.B. Waschbenzin) verwenden. Es können Gerätebauteile beschädigt werden und giftige Dämpfe auftreten. Es besteht Brand- und
Explosionsgefahr!
Verwenden Sie niemals auf oder am Waschautomaten lösemittel-
!
haltige Reinigungsmittel (z.B. Waschbenzin). Benetzte Kunststoffoberflächen können beschädigt werden.
Färbemittel müssen für den Einsatz im Waschautomaten geeignet
!
sein und dürfen nur im haushaltsüblichen Maße verwendet werden.
Halten Sie streng die Verwendungshinweise des Herstellers ein.
-
-
Entfärbemittel können durch ihre schwefelhaltigen Verbindungen
!
zu Korrosion führen. Entfärbemittel dürfen im Waschautomaten nicht
verwendet werden.
Falls Waschmittel in die Augen gerät, sofort mit reichlich lauwar
!
mem Wasser ausspülen. Bei versehentlichem Verschlucken sofort
ärztlichen Rat einholen. Personen mit Hautschäden oder empfindli
cher Haut sollten den Kontakt mit dem Waschmittel meiden.
-
-
11
Page 80
Sicherheitshinweise und Warnungen
Zubehör
Zubehörteile dürfen nur dann an- oder eingebaut werden, wenn
!
sie ausdrücklich von Miele freigegeben sind.
Wenn andere Teile an- oder eingebaut werden, gehen Ansprüche
aus Garantie, Gewährleistung und/oder Produkthaftung verloren.
Miele Trockner und Miele Waschautomaten können als Wasch-
!
Trocken-Säule aufgestellt werden. Dazu ist als nachkaufbares Zube
hör ein Miele Wasch-Trocken-Verbindungssatz erforderlich. Es ist
darauf zu achten, dass der Wasch-Trocken-Verbindungssatz zu
dem Miele Trockner und Miele Waschautomaten passt.
Achten Sie darauf, dass der als nachkaufbares Zubehör erhältli-
!
che Miele Sockel zu diesem Waschautomaten passt.
Miele kann nicht für Schäden verantwortlich gemacht werden, die
infolge von Nichtbeachtung der Sicherheitshinweise und Warnungen verursacht werden.
-
12
Page 81
Bedienungsblende
Bedienung des Waschautomaten
! Display
Das Display zeigt die Programmdau
er (Restzeitanzeige)
" Taste Start
Startet das Waschprogramm.
# Tasten für Extras
Zur Anwahl der Extras
Mit der oberen Taste können Sie zwischen den Extras Einweichen, Vor-wäsche, Kurz wählen.
Mit der unteren Taste können Sie das
Extra Wasser plus wählen.
Kontrollleuchte ein = gewählt
Kontrollleuchte aus = nicht gewählt
$ Taste Schleudern mit Anzeige der
Scheuderdrehzahlen
Zur Anwahl der Schleuderdrehzahl
oder ! (ohne Schleudern).
% Programmwähler
Zur Anwahl des Waschprogramms
und der dazu gehörenden Temperatur. Der Programmwähler kann
rechts- oder linksherum gedreht werden.
& /Fehler-Kontrollleuchte
' Taste !
Ein-/ausschalten oder Programm
unterbrechen.
( Taste Tür
Öffnet die Fülltür.
13
Page 82
Erste Inbetriebnahme
Der Waschautomat muss vor der
ersten Inbetriebnahme richtig aufge
stellt und angeschlossen werden.
Beachten Sie das Kapitel "Aufstellen
und Anschließen".
An diesem Waschautomaten wurde
ein vollständiger Funktionstest durch
geführt, deshalb befindet sich eine
Restmenge Wasser in der Trommel.
-
-
Aus Sicherheitsgründen ist ein Schleu
dern vor der ersten Inbetriebnahme
nicht möglich. Zur Aktivierung des
Schleuderns muss ein Waschprogramm ohne Wäsche
mittel durchgeführt werden.
Bei Verwendung von Waschmittel kann
es zu einer übermäßigen Schaumbildung kommen!
Gleichzeitig wird das Ablauf-Kugelventil
aktiviert. Das Ablauf-Kugelventil bewirkt
zukünftig die vollständige Ausnutzung
des Waschmittels.
!
Drehen Sie den Wasserhahn auf.
!
Drücken Sie die Taste ! hinein.
!
Drehen Sie den Programmwähler auf
Baumwolle !.
!
Drücken Sie die Taste Start.
Nach dem Programmende ist die erste
Inbetriebnahme abgeschlossen.
und ohne Wasch-
-
14
Page 83
Umweltfreundliches Waschen
Energie- und Wasserverbrauch
Nutzen Sie die maximale Beladungs
–
menge des jeweiligen Waschpro
gramms.
Der Energieverbrauch und Wasser
verbrauch sind dann, bezogen auf
die Gesamtmenge, am niedrigsten.
Bei geringer Beladung sorgt die
–
Mengenautomatik des Waschauto
maten für eine Reduzierung des
Wasser-, Zeit- und Energiebedarfs.
Dadurch kann es im Verlauf des
Waschprozesses zu einer Korrektur
der angezeigten Restzeit kommen.
– Nutzen Sie das Programm Express
für kleinere Wäscheposten.
– Moderne Waschmittel ermöglichen
das Waschen mit abgesenkten
Waschtemperaturen (z.B. 20°C). Nutzen Sie zum Energiesparen entsprechende Temperatureinstellungen.
– Nutzen Sie das Extra Einweichen an-
stelle des Extra Vorwäsche. Beim
Einweichen und anschließender
Hauptwäsche wird dieselbe Lauge
benutzt.
Waschmittel
Verwenden Sie höchstens so viel
–
Waschmittel, wie auf der Waschmit
telverpackung angegeben ist.
Verringern Sie bei kleineren Bela
–
dungsmengen die Waschmittelmen
ge (ca.
1
/3weniger Waschmittel bei
halber Beladung).
Richtige Extrawahl (Kurz,
Einweichen, Vorwäsche)
Wählen Sie für:
leicht verschmutzte Textilien
–
kennbare Flecken ein Waschprogramm mit dem Extra Kurz.
– normal bis stark verschmutzte Texti-
lien mit erkennbaren Flecken ein
Waschprogramm ohne Extra.
– sehr stark verschmutzte Textilien
Waschprogramm mit dem Extra Ein-weichen.
– Textilien mit größeren Schmutzmen-
gen (z.B. Staub, Sand) das Extra
Vorwäsche.
Tipp bei anschließendem maschinel
len Trocknen
-
ohne er
ein
-
-
-
-
Wählen Sie zum Energiesparen beim
Trocknen die höchstmögliche Schleu
derdrehzahl des jeweiligen Waschpro
gramms.
-
-
15
Page 84
So waschen Sie richtig
Kurzanweisung
Die mit den Zahlen (!, ", #, . . .) ge
kennzeichneten Bedienschritte können
Sie als Kurzanweisung nutzen.
! Wäsche vorbereiten
! Leeren Sie die Taschen.
"
Fremdkörper (z.B. Nägel, Münzen, Büroklammern) können Textilien und Bauteile beschädigen.
Bei der Behandlung von Texti
-
"
lien mit lösemittelhaltigem Reini
gungsmittel (z.B. Reinigungsbenzin)
darauf achten, dass keine Kunst
stoffteile vom Reinigungsmittel be
netzt werden.
Auf keinen Fall chemische (löse
"
mittelhaltige) Reinigungsmittel im
oder am Waschautomaten verwen
den!
Wäsche sortieren
! Sortieren Sie die Textilien nach Far-
ben und den im Pflegeetikett enthaltenen Symbolen (im Kragen oder an
der Seitennaht).
Dunkle Textilien "bluten" bei den ersten
Wäschen oft etwas aus. Damit nichts
verfärbt, helle und dunkle Sachen getrennt waschen.
-
-
-
-
-
-
Flecken vorbehandeln
!
Entfernen Sie vor dem Waschen
eventuelle Flecken auf den Textilien;
möglichst solange sie frisch sind.
Tupfen Sie die Flecken mit einem
nicht (ab)färbenden Tuch weg. Nicht
reiben!
Flecken (Blut, Ei, Kaffee, Tee etc.) las
sen sich häufig mit kleinen Tricks besei
tigen, die Miele in einem Waschlexikon
zusammengestellt hat. Dieses können
Sie bei Miele direkt oder über die Miele
Internetseite anfordern bzw. einsehen.
16
-
Allgemeine Tipps
–
Bei Gardinen: Röllchen und Bleiband
entfernen oder in einen Beutel ein
binden.
–
Bei BHs: gelöste Formbügel vernä
hen oder entfernen.
–
Reißverschlüsse, Haken und Ösen
vor dem Waschen schließen.
–
Bett- und Kissenbezüge schließen,
damit keine Kleinteile hineingelan
gen.
Keine Textilien waschen, die als nichtwaschbar deklariert sind (Pflegesym
bol !).
-
-
-
-
Page 85
So waschen Sie richtig
! Waschautomaten einschalten
" Waschautomaten beladen
Öffnen Sie die Fülltür mit der Taste
!
Tür.
Legen Sie die Wäsche auseinander
!
gefaltet und locker in die Trommel.
Verschieden große Wäschestücke
verstärken die Waschwirkung und
verteilen sich beim Schleudern bes
ser.
Bei der maximalen Beladungsmenge ist
der Energie- und Wasserverbrauch, be
zogen auf die Gesamtbeladungsmen
ge, am niedrigsten. Eine Überbeladung
mindert das Waschergebnis und fördert
die Knitterbildung.
Achten Sie darauf, dass keine Wäschestücke zwischen Fülltür und
Dichtring eingeklemmt werden.
-
-
-
# Programm wählen
! Drehen Sie den Programmwähler auf
das gewünschte Programm.
Im Display zeigt die wahrscheinliche
Programmdauer in Stunden und Minuten an.
In den ersten 10 Minuten ermittelt der
Waschautomat die Wasseraufnahmefähigkeit der Wäsche und ermittelt die
Wäschemenge. Hierdurch kann es zu
einer Zeitverlängerung oder Zeitverkürzung kommen.
!
Schließen Sie die Fülltür mit einem
leichten Schwung.
17
Page 86
So waschen Sie richtig
! Zusatzfunktion wählen
Mit der oberen Taste erfolgt die Anwahl
der Zusatzfunktionen in der Reihenfol
ge: Einweichen oder Vorwäsche oder
Kurz oder keine Anwahl.
Mit der unteren Taste wählen Sie die
Zusatzfunktion Wasser plus.
! Wählen Sie die gewünschte Zusatz-
funktion.
Nicht alle Zusatzfunktionen können bei
allen Waschprogrammen gewählt werden.
-
" Schleuderdrehzahl wählen
Drücken Sie die Taste "Schleudern"
!
so oft, bis die Kontrollleuchte der gewünschten Schleuderdrehzahl leuchtet.
Lässt sich eine Zusatzfunktion nicht
anwählen, ist dieses für das Wasch
programm nicht zugelassen.
18
-
Page 87
! Waschmittel zugeben
Eine richtige Dosierung ist wichtig,
denn . . .
. . . zu wenig Waschmittel bewirkt:
Wäsche wird nicht sauber und im
–
Laufe der Zeit grau und hart
Fettläuse in der Wäsche
–
Kalkablagerung auf dem Heizkörper
–
. . . zu viel Waschmittel bewirkt:
starke Schaumbildung, dadurch eine
–
geringe Waschmechanik und ein
schlechtes Reinigungs-, Spül- und
Schleuderergebnis
– höheren Wasserverbrauch durch ei-
nen automatisch zugeschalteten zusätzlichen Spülgang
– höhere Umweltbelastung
So waschen Sie richtig
Ziehen Sie den Waschmittelkasten
!
heraus und füllen das Waschmittel in
die Kammern.
!
Waschmittel für die Vorwäsche (empfohlene Aufteilung der Gesamtwaschmittelmenge:
mer ! und
2
1
/3in die Kam-
/3in die Kammer ")
"
Waschmittel für die Hauptwäsche
einschließlich Einweichen
#
Weichspüler, Formspüler oder Flüs
sigstärke
!
Schließen Sie den Waschmittelkas
-
ten.
Weitere Informationen zu Waschmitteln
und deren Dosierung erhalten Sie im
Kapitel "Waschmittel".
-
19
Page 88
So waschen Sie richtig
! Programm starten
Drücken Sie die blinkende Taste
!
Start.
" Wäsche entnehmen
Das Programmende wird durch eine 0
im Display angezeigt.
Öffnen Sie die Fülltür mit der Taste
!
Tür.
Entnehmen Sie die Wäsche.
!
Keine Wäschestücke in der Trommel
vergessen! Sie können bei der
nächsten Wäsche einlaufen oder etwas anderes verfärben.
Kontrollieren Sie den Dichtring an der
!
Fülltür auf Fremdkörper.
! Drücken Sie die Taste ! heraus und
drehen Sie den Programmwähler auf
Ende.
! Schließen Sie die Fülltür. Sonst be-
steht die Gefahr, dass Gegenstände
unbeabsichtigt in die Trommel gelangen. Diese können versehentlich mitgewaschen werden und die Wäsche
beschädigen.
20
Page 89
Extras
Sie können die Waschprogramme mit
Hilfe von Extras ergänzen.
Kurz
Für Textilien mit leichten Verschmutzun
gen ohne erkennbare Flecken.
Die Waschzeit wird verkürzt.
Vorwäsche
Für Textilien mit größeren Schmutzmen
gen, wie z.B. Staub, Sand.
Einweichen
Für besonders stark verschmutzte und
verfleckte Textilien mit eiweißhaltigen
Flecken, wie z.B. Blut, Fett, Kakao.
– Die Einweichzeit kann zwischen 30
Minuten und 2 Stunden in 30-Minutenschritten programmiert werden.
– Die Werkeinstellung beträgt 2 Stun-
den.
Die Programmierung ist im Kapitel "Pro
grammierfunktionen", Abschnitt "Einwei
chen" beschrieben.
Folgende Extras sind zu den Pro
grammen wählbar
Von den Extras Kurz, Vorwäsche und
Einweichen ist immer nur ein
wählbar.
-
Kurz
Vorwäsche
Einweichen
-
BaumwolleXXXX
PflegeleichtXXXX
FeinwäscheXXX–
AutomaticXXXX
Dunkle WäscheXXX–
Oberhemden–XX–
JeansXXX–
Express––––
Seide !–––X
-
Wolle !––––
Extra zu
Wasser plus
-
-
Wasser plus
Der Wasserstand beim Waschen und
beim Spülen wird erhöht.
Sie können andere Optionen für die
Taste Wasser plus programmieren, wie
im Kapitel "Programmierfunktionen" be
schrieben.
Pumpen/Schleu
dern
Extraspülen/
Stärken
-
-
––––
––––
21
Page 90
Schleudern
Endschleuderdrehzahl
ProgrammUmin
Baumwolle1400
Pflegeleicht1200
Feinwäsche400
Automatic1200
Dunkle Wäsche1200
Oberhemden600
Jeans900
Express1400
Seide !600
Wolle !1200
Pumpen/Schleudern1400
Extraspülen/Stärken1200
Sie können die Endschleuderdrehzahl
reduzieren. Die Anwahl einer höheren
Endschleuderdrehzahl als oben genannt ist nicht möglich.
Hinweis:
Bei Programmen mit einer maximalen
Drehzahl, die nicht auf der Blende angegeben ist, leuchtet immer die nächst
höhere Drehzahl auf. Es wird jedoch
zur Schonung der Wäsche mit der an
gegebenen Drehzahl geschleudert.
Spülschleudern
Die Wäsche wird nach der Hauptwä
sche und zwischen den Spülgängen
geschleudert. Bei einer Reduzierung
der Endschleuderdrehzahl wird die
Spülschleuderdrehzahl gegebenenfalls
mit reduziert. In dem Programm Baumwolle wird bei einer Drehzahl kleiner
700 U/min ein zusätzlicher Spülgang
eingefügt.
Schleudern abwählen
Drücken Sie die Taste "Schleudern"
!
so oft, bis die Kontrollleuchte !
leuchtet. Nach dem letzten Spülgang
wird das Wasser abgepumpt und der
Knitterschutz wird eingeschaltet. Bei
dieser Einstellung wird in einigen Programmen ein zusätzlicher Spülgang
eingefügt.
-
-
-
22
Page 91
Programmübersicht
Baumwolle90°C/ 30°Cmaximal 7,0 kg
ArtikelT-Shirts, Unterwäsche, Tischwäsche usw., Textilien aus Baumwolle,
Leinen oder Mischgewebe
TippBei besonderen hygienischen Anforderungen die Temperatur 90°C
wählen.
Baumwolle!/"maximal 7,0 kg
Artikelnormal verschmutzte Baumwollwäsche
Tipp
Hinweis für Testinstitute:
Prüfprogramme nach EN 60456 und Energieetikettierung gemäß
Verordnung 1061/2010
Pflegeleicht60°C bis 30°Cmaximal 3,0 kg
ArtikelSynthetische Fasern, Mischgewebe oder pflegeleicht ausgerüstete
TippBei knitterempfindlichen Textilien die Endschleuderdrehzahl redu-
Feinwäsche40°C bis 20°Cmaximal 2,0 kg
Artikel
Tipp
Diese Einstellungen sind vom Energie- und Wasserverbrauch für
–
das Waschen von Baumwollwäsche am effizientesten.
Bei ! ist die erreichte Waschtemperatur niedriger als 60°C,
–
die Waschleistung entspricht einem Baumwolle 60°C Programm.
Baumwolle
zieren.
–
Empfindliche Textilien aus synthetischen Fasern, Mischgewebe,
Kunstseide
–
Gardinen, die vom Hersteller als maschinenwaschbar deklariert
sind
–
Der in Gardinen vorhandene Feinstaub erfordert häufig ein Pro
gramm mit Vorwäsche.
–
Bei knitterempfindlichen Textilien Schleuderdrehzahl abwählen.
-
23
Page 92
Programmübersicht
Automatic40°Cmaximal 3,5 kg
ArtikelFarblich sortierter Wäscheposten aus Textilien für die Programme
Baumwolle und Pflegeleicht
TippFür jeden Wäscheposten wird immer die bestmögliche Wäsche
schonung und Reinigungswirkung durch automatisch angepasste
Waschparameter (z.B. Wasserstand, Waschrhythmus und Schleu
derprofil) erzielt.
Dunkle Wäsche40°Cmaximal 3,0 kg
ArtikelSchwarze und dunkle Wäschestücke aus Baumwolle oder Mischge
webe
TippMit der Innenseite nach außen gewendet waschen.
Oberhemden40°Cmaximal 2,0 kg
Tipp– Kragen und Manschetten je nach Verschmutzung vorbehandeln.
– Für Hemden und Blusen aus Seide das Programm Seide ! be-
nutzen.
Jeans40°Cmaximal 3,0 kg
Tipp– Jeansstoffe mit der Innenseite nach außen gewendet waschen.
– Jeansbekleidung "blutet" oft bei den ersten Wäschen etwas aus.
Deshalb helle und dunkle Sachen getrennt waschen.
Express40°Cmaximal 3,0 kg
ArtikelKleiner Wäscheposten, der aufgefrischt werden soll. Die Artikel ent
sprechen dem Programm Baumwolle.
-
-
-
-
Seide !30°Cmaximal 1,0 kg
ArtikelSeide und alle handwaschbaren Textilien, die keine Wolle beinhal
ten
TippFeinstrumpfhosen und BHs in einem Wäschesack waschen.
24
-
Page 93
Programmübersicht
Wolle !40°C bis kaltmaximal 2,0 kg
ArtikelTextilien aus Wolle und Wollgemischen oder handwaschbare Texti
lien
TippBei knitterempfindlichen Textilien die Endschleuderdrehzahl beach
ten.
Pumpen/Schleudern
-
-
Tipp
Extraspülen/Stärkenmaximal 7,0 kg
Artikel
Tipp– Bei knitterempfindlichen Textilien die Endschleuderdrehzahl be-
Nur Pumpen: Drehzahl auf ohne ! stellen.
–
Eingestellte Drehzahl beachten.
–
Zum Ausspülen von handgewaschenen Textilien
–
Tischdecken, Servietten, Berufskleidung, die gestärkt werden
–
muss
achten.
– Die zu stärkende Wäsche sollte frisch gewaschen, aber nicht
Der Waschautomat verfügt über eine
vollelektronische Steuerung mit Mengenautomatik. Der Waschautomat stellt
den erforderlichen Wasserverbrauch
selbstständig fest, und zwar abhängig
von Menge und Saugkraft der eingefüllten Wäsche. Hierdurch kommt es zu
verschiedenen Programmabläufen und
Waschzeiten.
Die hier aufgeführten Programmabläufe
beziehen sich immer auf das Grundprogramm bei maximaler Beladung. Wähl
bare Extras sind nicht berücksichtigt.
Besonderheiten im Programmablauf:
Knitterschutz:
Die Trommel bewegt sich noch bis zu
30 Minuten nach dem Programmende,
um eine Knitterbildung zu vermeiden.
Ausnahme
: Im Programm Wolle findet
kein Knitterschutz statt.
Der Waschautomat kann jederzeit ge
öffnet werden.
1)
Bei einer Temperaturanwahl von
60°C und höher werden 2 Spülgänge
durchgeführt. Bei einer Temperatur
wahl unter 60°C werden 3 Spülgän
ge durchgeführt.
2)
Ein dritter oder vierter Spülgang erfolgt bei:
– zu viel Schaum in der Trommel
– einer Endschleuderdrehzahl kleiner
als 700 U/min
– Anwahl von !
3)
Ein dritter Spülgang erfolgt bei:
-
Anwahl von !
-
-
-
27
Page 96
Pflegesymbole
Waschen
Die Gradzahl im Bottich gibt die maxi
male Temperatur an, mit der Sie den
Artikel waschen können.
Sie können ein Waschprogramm jeder
zeit nach dem Programmstart abbre
chen.
Drehen Sie den Programmwähler auf
Position Ende.
Das Wasser wird abgepumpt. Sobald
im Display 0 steht kann die Wäsche
entnommen werden.
-
Unterbrechen
Schalten Sie den Waschautomaten
!
mit der Taste ! aus.
Zur Fortsetzung:
! Schalten Sie den Waschautomaten
mit der Taste ! ein.
Ändern
-
Programm
Die Anwahl eines andern Programms
ist nach erfolgtem Programmstart nicht
möglich.
Temperatur
Bis 6 Minuten nach dem Start ist eine
Änderung der Temperatur möglich.
Schleuderdrehzahl
Jederzeit ist eine Umwahl der Drehzahl
möglich.
Extra
Bis 6 Minuten nach dem Start ist eine
Anwahl oder Abwahl des Extras Wasserplus möglich.
29
Page 98
Programmablauf ändern
Wäsche nachlegen/entnehmen
Drücken Sie die Taste Tür, bis die
!
Fülltür aufspringt.
Legen Sie die Wäsche nach, oder
!
entnehmen Sie die Wäsche.
Schließen Sie die Tür.
!
Das Programm wird automatisch fortge
setzt.
Beachten Sie:
Der Waschautomat kann nach erfolg
tem Programmstart keine Veränderun
gen der Wäschemenge feststellen.
Deshalb geht der Waschautomat nach
dem Nachlegen oder Entnehmen von
Wäsche immer von der maximalen Beladungsmenge aus.
Die angezeigte Restzeit kann sich verlängern.
Die Tür lässt sich nicht öffnen, wenn:
– die Laugentemperatur über 55°C
liegt.
–
das Wasserniveau einen bestimmten
Wert überschreitet.
–
im Endschleudern.
-
-
-
30
Page 99
Waschmittel
Das richtige Waschmittel
Sie können alle Waschmittel verwenden, die für Waschautomaten geeignet sind.
Verwendungshinweise und Dosierhinweise stehen auf der Waschmittelverpa
ckung.
-
Universal-Color-Fein-Spezial-* Imprägnier
waschmittel
mittel
Weich
-
**
-
spüler
BaumwolleXX–––X
PflegeleichtXX–––X
FeinwäscheXXX––X
AutomaticXX–––X
Dunkle Wäsche
1)
XXX– – X
OberhemdenXX–––X
1)
Jeans
Express
1)
XXX– – X
XX–– – X
Seide !–––X – X
Wolle !–––X – X
Extraspülen/
–––X – X
Stärken
1)
Flüssigwaschmittel verwenden
Bei angewählter Vorwäsche ist es empfehlenswert, einen Behälter für Flüssig
-
waschmittel in die Kammer " einzusetzen. Der Behälter ist erhältlich beim
Miele Fachhandel oder Miele Kundendienst.
2)
Pulverwaschmittel verwenden
* Spezialwaschmittel:
Waschmittel, die speziell für diese Waschprogramme oder Artikel entwickelt
worden sind (z.B. Miele CareCollection, Kapitel "Nachkaufbares Zubehör")
** Nur Imprägniermittel mit Hinweis "geeignet für Membrantextilien" verwenden,
diese basieren auf fluorchemischen Verbindungen. Keine paraffinhaltigen Mit
-
tel verwenden. Imprägniermittel in Kammer # füllen.
31
Page 100
Waschmittel
Die Dosierung ist abhängig von:
dem Verschmutzungsgrad der Wä
–
sche
leicht verschmutzt
Keine Verschmutzungen und Fle
cken erkennbar. Die Kleidungsstü
cke haben z.B. Körpergeruch ange
nommen.
normal verschmutzt
Verschmutzungen sichtbar und/oder
wenige leichte Flecken erkennbar.
stark verschmutzt
Verschmutzungen und/oder Flecken
klar erkennbar.
– der Wäschemenge
– der Wasserhärte
Wenn Sie den Härtebereich nicht
kennen, informieren Sie sich bei Ihrem Wasserversorgungsunternehmen.
Wasserhärten
HärtebereichGesamthärte
in mmol/l
weich (I)0 - 1,50 - 8,4
mittel (II)1,5 - 2,58,4 - 14
hart (III)über 2,5über 14
deutsche
Härte °d
Dosierhilfen
Nutzen Sie zur Dosierung des Wasch
mittels die vom Waschmittelhersteller
bereitgestellten Dosierhilfen (z.B. Do
-
sierkugel), besonders bei der Dosie
rung von Flüssigwaschmitteln.
-
-
-
-
-
Nachfüllpackungen
Nutzen Sie beim Kauf von Waschmitteln
wenn möglich Nachfüllpackungen zur
Reduzierung des Müllaufkommens.
Wasserenthärter
In den Härtebereichen II und III können
Sie einen Wasserenthärter zugeben,
um Waschmittel zu sparen. Die richtige
Dosierung steht auf der Packung. Füllen Sie zuerst das Waschmittel, dann
den Wasserenthärter ein.
Das Waschmittel können Sie dann wie
für Härtebereich I dosieren.
Komponenten - Waschmittel
Wenn Sie mit mehreren Komponenten
(z.B. Baukasten-Waschmittel) waschen,
füllen Sie die Mittel immer in nachste
hender Reihenfolge zusammen in Kam
mer !:
-
-
32
1. Waschmittel
2. Wasserenthärter
3. Fleckensalz
Dadurch werden die Mittel besser ein
gespült.
-
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.