Miele Profi@Work User manual

0 (0)
Miele Profi@Work User manual

Gebruiksaanwijzing en

opstellingsinstructies

Wasautomaat

Profi@Work

Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat.

nl-NL

M.-Nr. 11 088 390

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.

Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.

Het afdanken van een apparaat

Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone huisafval.

Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.

Het afgedankte apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen.

Energie besparen

Energieen waterverbruik

Maak zoveel mogelijk gebruik van de maximale beladingscapaciteit van een programma.

U gebruikt dan relatief gezien de minste hoeveelheid energie en water.

Bij een geringe belading in de programma's Witte was en Bonte was zorgt de beladingsautomaat ervoor dat de machine minder water, tijd en energie verbruikt.

Gebruik voor kleine partijen het programma Miniwas.

Wasmiddel

Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.

Verlaag bij een geringere belading de wasmiddelhoeveelheid.

Tip voor machinaal drogen

Wilt u het wasgoed na afloop in de droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.

2

Inhoud

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ..............................................

2

Het afdanken van een apparaat ..............................................................................

2

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.........................................................

6

Bediening van de wasautomaat.........................................................................

13

Bedieningspaneel..................................................................................................

13

Programmaschakelaar...........................................................................................

14

Betekenis van de symbolen: ............................................................................

14

Principe display .....................................................................................................

15

Eerste ingebruikneming......................................................................................

16

Het gebruik van de wasautomaat ......................................................................

17

Verkorte gebruiksaanwijzing..................................................................................

17

Textielbehandelingssymbolen ...............................................................................

22

Centrifugeren.......................................................................................................

23

Maximaal toerental eindcentrifugeren ...................................................................

23

Centrifugeren tussen de spoelgangen .............................................................

23

Eindcentrifugeren uitzetten (spoelstop)............................................................

23

Centrifugeren tussen de spoelgangen en eindcentrifugeren overslaan...........

23

Uitgestelde start ..................................................................................................

24

Programma-overzicht .........................................................................................

25

Programmaverloop..............................................................................................

27

Programmaverloop wijzigen ..............................................................................

29

Programma afbreken.............................................................................................

29

Programma onderbreken.......................................................................................

29

Programma wijzigen ..............................................................................................

29

Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen............................................

30

Wasmiddel............................................................................................................

31

Waterontharder......................................................................................................

31

Componentenwasmiddelen ..................................................................................

31

Vakje voor wasverzachter, appreteermiddel of stijfsel ..........................................

32

Wasverzachter, appreteermiddel of vloeibaar stijfsel automatisch doseren ....

32

Kleuren en ontkleuren............................................................................................

32

Extern doseersysteem...........................................................................................

32

Reiniging en onderhoud......................................................................................

33

Wasautomaat reinigen...........................................................................................

33

Zeefjes watertoevoer reinigen ...............................................................................

35

3

Inhoud

 

Nuttige tips...........................................................................................................

36

Het oplossen van problemen ................................................................................

36

U kunt geen wasprogramma starten.....................................................................

36

In het display verschijnt een foutmelding..............................................................

37

Een tegenvallend wasresultaat..............................................................................

38

Algemene problemen met de wasautomaat .........................................................

39

Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring .....................................

41

Service..................................................................................................................

43

Reparaties .............................................................................................................

43

Optische interface .................................................................................................

43

Bij te bestellen accessoires ...................................................................................

43

Plaatsen en aansluiten........................................................................................

44

Voorkant ................................................................................................................

44

Achterkant .............................................................................................................

45

Wasautomaat plaatsen..........................................................................................

46

Plaats van opstelling .............................................................................................

47

Transportbeveiliging verwijderen...........................................................................

47

Transportbeveiliging monteren ..............................................................................

49

Apparaat stellen.....................................................................................................

49

Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten ..................................................

49

Automaat tegen verschuiven beveiligen...........................................................

50

Was-droogzuil .......................................................................................................

51

Sokkelopstelling ....................................................................................................

51

Betaalsysteem.......................................................................................................

51

Wateraansluiting....................................................................................................

52

Koudwateraansluiting ......................................................................................

52

Waterafvoer ...........................................................................................................

53

Afvoerpomp......................................................................................................

53

Elektrische aansluiting...........................................................................................

54

Technische gegevens..........................................................................................

55

Productkaart voor huishoudelijke wasmachines...................................................

56

Menu “Instellingen ” .........................................................................................

59

Taal .....................................................................................................................

59

Menu “Instellingen/Exploitatieniveau” ..............................................................

60

Taal .....................................................................................................................

61

Afkoeling waswater ...............................................................................................

61

Dagtijd ...................................................................................................................

61

Exploitatieniveau ...................................................................................................

61

Contrast.................................................................................................................

61

4

 

Inhoud

Lichtsterkte............................................................................................................

62

Stand-by (display) .................................................................................................

62

Memory .................................................................................................................

62

Beladingsautomaat ...............................................................................................

62

Water voorwas/Water hoofdwas/Water spoelen...................................................

63

Lage waterdruk......................................................................................................

63

Niveau wit/bont .....................................................................................................

63

Niveau kreukherstell. .............................................................................................

63

Temp. voorwas WB ...............................................................................................

64

Wastijd voorwas ....................................................................................................

64

Wastijd wit/bont ....................................................................................................

64

Wastijd kreukherstell. ............................................................................................

64

Voorwas wit/bont/kh .............................................................................................

64

Lijst speciale programma's ...................................................................................

64

Hygiëne .................................................................................................................

65

Spoelgangen WB ..................................................................................................

65

Spoelgangen kreukh. ............................................................................................

65

Spoelgangen desinfectie.......................................................................................

65

Voorspoelen WB....................................................................................................

65

Voorspoel. kreukherst............................................................................................

65

Centrifugeren gratis...............................................................................................

65

5

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.

Lees de gebruiksaanwijzing voor u het apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor u en voorkomt schade aan het apparaat.

Als andere personen worden geïnstrueerd om het apparaat te bedienen, moeten zij beslist op de hoogte zijn van deze veiligheidsinstructies.

Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

De wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van textiel dat volgens het wasetiket geschikt is voor machinaal wassen. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door foutieve bediening.

De wasautomaat moet volgens de gebruiksaanwijzing worden gebruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet regelmatig worden gecontroleerd.

Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.

6

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdurend toezicht houdt.

Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.

Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden

Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.

7

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Controleer het apparaat voordat u het installeert en in gebruik neemt op zichtbare schade. Een beschadigd apparaat mag niet worden geïnstalleerd en gebruikt.

De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegarandeerd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).

Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. De fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aanspraak op de garantie worden gemaakt.

Voer geen aanpassingen aan de wasautomaat uit die niet uitdrukkelijk door Miele zijn toegestaan.

In geval van een storing of bij reinigingsen onderhoudswerkzaamheden is de automaat alleen spanningsvrij als:

de stekker uit de contactdoos is getrokken of

de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uitgeschakeld is of

de betreffende zekering van de huisinstallatie er helemaal uitgedraaid is.

Zie ook het hoofdstuk “Plaatsen en aansluiten” onder “Elektrische

aansluiting”.

8

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset op de waterleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet opnieuw worden gebruikt. Controleer de slangensets regelmatig. U kunt deze dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.

Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garanderen dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die Miele aan haar producten stelt.

Het apparaat mag niet met een verlengsnoer, een stekkerdoos of iets dergelijks op het elektriciteitsnet worden aangesloten in verband met gevaar voor oververhitting.

Als u het apparaat voor professionele doeleinden gebruikt, moet u alle betreffende voorschriften in acht nemen. Laat het apparaat periodiek door een deskundige controleren (bijvoorbeeld door Miele). De resultaten van de controles moeten in het zogenaamde machinevolgboek worden vastgelegd (verkrijgbaar bij Miele).

Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een schip) worden gebruikt.

Volg de aanwijzingen uit de hoofdstukken “Plaatsen en aansluiten” en “Technische gegevens”.

Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning van de wasautomaat te halen.

Als er sprake is van een vaste aansluiting, moet de wasautomaat via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.

9

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

De maximale beladingscapaciteit is 7,0 kg (droog wasgoed). De beladingscapaciteit voor de specifieke programma's vindt u in het hoofdstuk “Programma-overzicht”.

Plaats uw wasautomaat niet in een vorstgevoelige ruimte. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.

Verwijder voor de ingebruikneming de transportbeveiliging aan de achterkant van de wasautomaat (zie het hoofdstuk “Plaatsen en aansluiten” onder “Transportbeveiliging verwijderen”). Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasautomaat en aan de meubels/apparaten die ernaast staan.

Sluit de waterkraan als u gedurende lange tijd afwezig bent (bijvoorbeeld tijdens vakanties). Dit is vooral van belang als zich in de buurt van de wasautomaat geen afvoerputje bevindt.

Overstromingsgevaar! Controleer vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak hangt of het water snel genoeg wegstroomt. Zorg ervoor dat de slang niet kan wegglijden. De slang kan anders door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.

Voorkom dat vreemde voorwerpen (spijkers, naalden, munten, paperclips, etc.) in de wasautomaat terechtkomen. Dergelijke voorwerpen kunnen de automaat beschadigen (zoals de kuip en de wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt het wasgoed beschadigen.

10

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, hoeft u de wasautomaat niet te ontkalken. Moet u toch ontkalken, gebruik dan een ontkalkingsmiddel dat een anti-corrosiemiddel bevat. Een geschikt ontkalkingsmiddel is verkrijgbaar bij uw Miele-vakhandelaar en bij Miele. Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.

Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is behandeld, moet eerst grondig met schoon water worden uitgespoeld, vóórdat het in de automaat wordt gewassen.

Gebruik nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten (zoals wasbenzine). Onderdelen van de automaat kunnen beschadigd raken en er kunnen giftige dampen vrijkomen. Er bestaat branden explosiegevaar!

Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine, petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat branden explosiegevaar!

Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat. Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.

Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken. Ontkleuringsmiddelen mogen niet in de wasautomaat worden gebruikt.

Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende fabrikant. Gebruik het middel alleen voor de toepassingen die door de producent zijn aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties.

11

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of waterstraal worden gebruikt.

Voorkom dat de roestvrijstalen oppervlakken (front, deksel, ommanteling) in aanraking komen met vloeibare reinigingsen desinfectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze middelen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken. Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke middelen daarom niet in de buurt van de apparatuur.

Accessoires

Accessoires mogen alleen worden aanof ingebouwd als deze nadrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als andere onderdelen worden aanof ingebouwd, vervalt de aansprakelijkheid van Miele op basis van de garantie en/of de productaansprakelijkheid.

Droogen wasautomaten van Miele kunnen als was-droogzuil worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig dat kan worden nabesteld. Plaats het tussenstuk dat bedoeld is voor de betreffende droogen wasautomaat.

Wilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat deze bij uw wasautomaat past.

Als de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.

12

Bediening van de wasautomaat

Bedieningspaneel

a Toets Start

Met deze toets start u het gekozen wasprogramma.

b Display met toetsen –, OK en +

Een uitgebreide toelichting vindt u op de volgende bladzijden.

c Toets

Met deze toets kunt u het door u gekozen programma later laten beginnen.

d Optische interface PC

De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden (onder meer voor de update-functie).

e Toets Voorwas

met controlelampje

fProgrammaschakelaar

Met deze schakelaar kunt u een wasprogramma kiezen. U kunt de programmaschakelaar rechtsen linksom draaien.

gToets Aan-Uit

Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. Dat gebeurt 15 minuten na afloop van het programma/na de kreukbeveiliging of na het inschakelen als u het apparaat verder niet bedient.

hToets Deur

Met deze toets opent u de deur.

13

Bediening van de wasautomaat

Programmaschakelaar

Betekenis van de symbolen:

M = Einde

= Witte/Bonte was

= Kreukherstellend

= Katoen Eco

= Fijne was

= Wol

= Mini (miniwas)

= Extra spoelen

/

=

Pompen/Centrifuge-

 

 

ren

=

Koud

14

Bediening van de wasautomaat

Principe display

Toetsen – / +

Met deze toetsen wijzigt u de in het display gemarkeerde componenten.

Met – verlaagt u de waarde of beweegt u de markering omhoog.

Met + verhoogt u de waarde of beweegt u de markering omlaag.

Toets OK

Met deze toets bevestigt u een gekozen waarde en kiest u een volgend onderdeel.

Bij de programmakeuze kiest u via het display:

het eindcentrifugetoerental,

een uitgestelde start.

Het display toont onder meer de duur van een wasprogramma en de actuele dagtijd.

Ook het menu “Instellingen ” bedient u via het display.

15

Eerste ingebruikneming

Zorg dat de automaat stevig staat en juist is aangesloten voordat u deze de eerste keer gaat gebruiken.

Zie ook het hoofdstuk “Plaatsen en aansluiten”.

Om veiligheidsredenen kan niet voor de eerste ingebruikneming worden gecentrifugeerd. Om te kunnen centrifugeren, moet eerst een wasprogramma zonder belading worden afgewerkt.

Schakel de wasautomaat met de toets in.

Als u de automaat voor het eerst gebruikt, verschijnt de Duitse tekst

Miele Professional Willkommen.

Het welkomstscherm verschijnt niet meer als de eerste ingebruikneming afgerond is.

In het display verschijnt nu een scherm waarin u de taal kunt instellen.

Kies de gewenste taal met de toetsen

– en + en bevestig uw keuze met de toets OK.

Transportbeveiliging

Om schade aan uw wasautomaat te voorkomen, moet u de transportbeveiliging vóór de eerste wasbeurt verwijderen.

Als de transportbeveiliging verwijderd is, bevestigt u dat met de toets OK.

In het display verschijnt nu een scherm waarin u de dagtijd kunt instellen.

Dagtijd instellen

12 :00

Dagtijd instellen

Stel met de toetsen – en + het juiste uur in en bevestig de waarde met OK. U kunt nu de minuten instellen. Nadat u ook die waarde heeft bevestigd, wisselt het display naar het basismenu.

Eerste wasbeurt

De wasautomaat is nu klaar voor het eerste wasprogramma.

Zet de programmaschakelaar op Witte/Bonte was 60°C.

Draai de waterkranen open.

Druk op de toets Start.

Na afloop van het programma is de eerste ingebruikneming afgerond.

16

Het gebruik van de wasautomaat

Verkorte gebruiksaanwijzing

De met cijfers ( , , . . .) aangegeven stappen vormen een verkorte gebruiksaanwijzing.

Wasgoed voorbereiden

Maak de zakken leeg.

Voorwerpen zoals spijkers, munten en paperclips kunnen het wasgoed en onderdelen van de automaat beschadigen.

Vlekken voorbehandelen

Verwijder vóór het wassen eventuele vlekken op het wasgoed. Doe dat zolang de vlekken nog niet zijn opgedroogd. Verwijder vlekken deppend met een niet afgevende doek. Niet wrijven!

Tip: Vlekken (van bloed, ei, koffie, thee, etc.) kunt u vaak eenvoudig verwijderen. Miele heeft hiervoor een speciale vlekkenwijzer samengesteld. U vindt de vlekkenwijzer via de internet-link naar de huishoudelijke apparaten.

Gebruik nooit chemische (oplosmiddelhoudende) reinigingsmiddelen in de wasautomaat!

Wasgoed sorteren

Sorteer het wasgoed naar kleur en naar de symbolen op het wasetiket dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt.

Donkergekleurd wasgoed geeft bij de eerste wasbeurten vaak iets af. Was licht en donker wasgoed daarom apart.

Algemene tips

Verwijder bij vitrage de haakjes en het loodband of doe deze delen in een waszak.

Maak onderdelen van kleding die zijn losgeraakt (bh-beugels) vast of verwijder ze.

Voor gebreide kleding, spijkergoed, pantalons en tricotstoffen (t-shirts, sweatshirts, etc.) geldt: Keer dit wasgoed binnenstebuiten als dit op het wasetiket staat.

Sluit ritsen, haakjes en oogjes.

Knoop dekbedovertrekken en kussenslopen dicht, zodat er geen ander textiel in terecht kan komen.

Meer tips vindt u in het hoofdstuk “Programma-overzicht”.

Was geen textiel dat volgens het etiket niet mag worden gewassen (symbool

).

17

Het gebruik van de wasautomaat

Wasautomaat beladen

Schakel de wasautomaat met de toets in.

Druk op de toets Deur en open de deur.

Leg de was uitgevouwen en losjes in de trommel. Doe zowel groot als klein wasgoed in de trommel. Hierdoor bereikt u een beter wasresultaat en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.

Bij maximale belading is het energieen waterverbruik het laagst (gerelateerd aan de hoeveelheid wasgoed). Wordt de maximale beladingscapaciteit overschreden, dan vallen de wasresultaten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.

Zwaai de deur dicht.

Er mag niets tussen de deur en de dichting (manchet) beklemd raken.

18

Het gebruik van de wasautomaat

Programma kiezen

Voorwas

Met de programmaschakelaar kiest u het gewenste wasprogramma en stelt u de temperatuur in.

In het display verschijnt de naam van het programma.

Kies voor wasgoed waarin veel stof of zand zit een programma met de extra functie “Voorwas”. Als deze functie niet kan worden gekozen, is de functie niet toegestaan bij het gekozen programma.

Uitgestelde start

Als u de start wilt uitstellen, kunt u nu de gewenste starttijd aangeven (zie ook “Uitgestelde start”).

Bonte was

Het display wisselt naar het gekozen programma.

60°C 1400 omw/min

Duur:

0:59 h

Met de toetsen – en + kunt u een ander centrifugetoerental instellen. Bevestig met de toets OK.

19

Het gebruik van de wasautomaat

Wasmiddel doseren

Let op de mate waarin het wasgoed is vervuild en op de waterhardheid.

Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg

dat het wasgoed niet schoon en na verloop van tijd grauw en hard wordt.

dat zich vetbolletjes in het wasgoed vormen.

dat zich kalk op de verwarmingselementen afzet.

Te veel wasmiddel heeft tot gevolg

dat zich te veel schuim vormt, waardoor de waswerking geringer is en de reinigings-, spoelen centrifugeerresultaten niet optimaal zijn.

dat het milieu extra wordt belast.

Meer informatie over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in het hoofdstuk “Wasmiddel”.

Trek de wasmiddellade naar buiten en doseer het wasmiddel in de vakjes.

Vakje voor de voorwas (¼ van de aanbevolen totale wasmiddelhoeveelheid)

Vakje voor de hoofdwas

Vakje voor wasverzachter, appreteermiddel of stijfsel

Sluit de wasmiddellade.

20

Het gebruik van de wasautomaat

Betaalsysteem

Let op het betaalverzoek in het display als het apparaat voorzien is van een betaalsysteem (muntautomaat).

Als het apparaat een betaalsysteem heeft, kan de gebruiker geld verliezen als deze de deur na de programmastart opent of het programma afbreekt!

Programma starten

Als u het programma kunt starten, begint de toets “Start” te knipperen.

Druk op de toets “Start”.

De toets “Start” licht op.

Als niet voor een uitgestelde start is gekozen, verschijnt in het display de verwachte programmaduur. De tijd wordt in minuten afgeteld. In de eerste 10 minuten bepaalt de wasautomaat hoeveel water het wasgoed kan opnemen. Hierdoor kan de programmaduur nog worden verkort.

Het programmaverloop wordt op het display getoond. Zo kunt u tijdens het programma zien welke fase is bereikt.

Trommel leeghalen

Als u de was niet meteen uit de machine haalt, wordt de kreukbeveiliging geactiveerd.

15 minuten na afloop van de kreukbeveiliging wordt de automaat automatisch uitgeschakeld. U moet de automaat met de toets weer inschakelen.

Open de deur met de toets Deur.

Haal het wasgoed uit de trommel.

Controleer of de trommel leeg is! Blijft er wasgoed in de trommel liggen, dan loopt u het risico dat dit bij een volgende wasbeurt krimpt of afgeeft.

Controleer of er voorwerpen in de manchet van de deur zijn achtergebleven.

Zet de programmaschakelaar op

Einde.

Sluit de deur. Dit om te voorkomen dat onbedoeld voorwerpen in de trommel terechtkomen. Als deze worden meegewassen, kan het wasgoed beschadigd raken.

Schakel de wasautomaat met de toets uit.

21

Loading...
+ 47 hidden pages