Gebruiksaanwijzing
Reinigings- en desinfectieapparaat
voor laboratoriumglaswerk en
laboratoriumvoorwerpen
PLW 6011
PLW 6111
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw
apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het a
18.2Storingen (S) – Oorzaken (O) – Advies (A) .......................................................................... 58
19.AFDANKEN VAN EEN APPARAAT ........................................................................ 59
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 5
Page 6
ALGEMENE REGELS
1. ALGEMENE REGELS
In de rest van deze gebruiksaanwijzing wordt het reinigings- en desinfectieapparaat als
reinigingsautomaat aangeduid. Voor het te behandelen laboratoriumglaswerk en de
laboratoriumvoorwerpen wordt in deze gebruiksaanwijzing algemeen het begrip “spoelgoed”
gebruikt, als de te behandelen voorwerpen niet nader worden gespecificeerd.
1.1 Beperking van de aansprakelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor fouten en problemen die voortkomen uit misbruik, verkeerd
gebruik of onjuiste bediening van de reinigingsautomaat.
De gebruiker is verplicht alle aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing op te volgen, met name:
de bedoelde toepassing in acht te nemen;
altijd de benodigde onderhoudswerkzaamheden uit te voeren;
de reinigingsautomaat uitsluitend te laten bedienen door personen die instructie hebben
ontvangen in het bedienen van de reinigingsautomaat;
uitsluitend originele onderdelen te gebruiken.
Uit veranderingen aan nieuw ingevoerde reinigingsautomaten ontstaat geen verplichting voor de
fabrikant tot het doorvoeren van maatregelen voor reeds verkochte producten of de bijbehorende
gebruiksaanwijzingen als ontoereikend te beschouwen.
De gebruiksaanwijzing op de volgende pagina's dient ertoe de lange levensduur en
beschikbaarheid van uw reinigingsautomaat te garanderen.
De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzingen dienen niet als vervanging voor de plicht ter plaatse
geldende richtlijnen en veiligheidsvoorschriften na te leven.
1.2 Geldigheid, inhoud en opbergen
Deze gebruiksaanwijzing moet als naslagwerk bij de reinigingsautomaat worden bewaard.
Als de reinigingsautomaat wordt verkocht of afgestaan, dient de gebruiksaanwijzing te worden
overhandigd aan de nieuwe eigenaar dan wel gebruiker, zodat deze zich vertrouwd kan maken
met de machine en de bijbehorende veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen.
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 6
Page 7
2. PRODUCTINFORMATIE
Vóór gebruik moet de gebruiker bekend zijn met de functies en de correcte bediening van de
reinigingsautomaat. De gebruiker moet de functies van de besturing kennen.
PRODUCTINFORMATIE
PLW 6011 PLW 6111
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 7
Page 8
PRODUCTINFORMATIE
2.1 Verantwoord gebruik
Deze reinigingsautomaat is bestemd voor de behandeling van laboratoriumglaswerk en
laboratoriumapparatuur door middel van water. Het proces omvat de reiniging, het spoelen en,
indien nodig, de desinfectie en het drogen. Gezien de grote verscheidenheid aan
laboratoriumglaswerk en -voorwerpen kan het in sommige gevallen nodig zijn om vast te stellen of
het wel geschikt is voor de behandeling in een reinigingsautomaat.
Dit hangt in hoge mate af van de toepassing, het soort verontreiniging en de
desinfectieparameters. Neem hiervoor de informatie van de fabrikant van het
laboratoriumglaswerk en de laboratoriumvoorwerpen in acht.
Te behandelen laboratoriumglaswerk en laboratoriumvoorwerpen zijn bijv.:
Reageerbuizen, bekerglazen, flessen, kolven etc.
Meetvoorwerpen, zoals maatkolven, pipetten, maatcilinders etc.
Schalen, zoals petrischalen, klokglazen etc.
Platen, zoals objecthouders, sequentieplaatjes etc.
Kleine onderdelen, zoals deksels, spatels, magneetroerstaafjes, stopjes etc.
Overige voorwerpen, zoals trechters, buis-/slangdelen etc.
GESCHIKT VOOR ONDER MEER:
Experimenteel onderwijs op scholen, hogescholen en universiteiten.
Onderzoek, kwaliteitszorg, ontwikkeling, techniek en productie.
Verschillende terreinen van de anorganische, organische, analytische en fysische chemie.
Biologie, microbiologie en de biotechnologie.
Ziekenhuislaboratoria.
De behandelingsvoorwaarden moeten worden aangepast aan de verontreiniging en het soort
spoelgoed. De te gebruiken proceschemicaliën moeten worden afgestemd op de
reinigingsproblematiek en de analytische methode (kwetsbaarheid, problematische stoffen etc.).
Voor een correcte behandeling van het spoelgoed moeten geschikte beladingssystemen worden
gebruikt (wagens, rekken, modules, inzetten, etc.).
De reinigingsautomaat kan voor de validatie van een proces worden gekwalificeerd.
De reinigingsautomaat voldoet aan de eisen uit de machinerichtlijn 2006/42/EG.
REV.0.01_COD.650169_A4
LET OP
Onjuist gebruik kan persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik voor
andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Pagina 8
Page 9
PRODUCTINFORMATIE
2.2 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze automaat voldoet aan alle wettelijke eisen. Onjuist gebruik kan persoonlijk letsel of
materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u deze reinigingsautomaat gebruikt. Dat is
veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de reinigingsautomaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzingen op een veilige en voor de gebruikers toegankelijke plaats.
Verantwoord gebruik
Deze reinigingsautomaat is uitsluitend toegelaten voor de in deze gebruiksaanwijzing
genoemde toepassingen. Ander gebruik, alsmede aanpassingen en wijzigingen zijn niet
toegestaan en mogelijk gevaarlijk.
De reinigings- en desinfectieprocessen zijn uitsluitend bestemd voor laboratoriumglaswerk en voorwerpen waarvan de fabrikant heeft aangegeven dat ze behandeld kunnen worden. De
aanwijzingen van de fabrikanten van het spoelgoed dienen opgevolgd te worden.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik voor andere doeleinden dan
hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor stationair binnengebruik.
Letselrisico
Instructies voor het voorkomen van letselrisico, voor uw eigen veiligheid en de
veiligheid van anderen
De reinigingsautomaat mag alleen door Miele Service of door een gekwalificeerde vakman in
gebruik worden genomen, onderhouden en gerepareerd. Volgens de GLP-richtlijnen is regelmatig
onderhoud een vereiste. In dit verband is een Miele-onderhoudscontract aan te raden.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen een groot gevaar opleveren voor de gebruiker!
Het apparaat mag niet worden opgesteld in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte dient
tevens vorstvrij te zijn.
In de directe omgeving van de automaat mag uitsluitend geschikt meubilair voor professioneel
gebruik worden geplaatst. Andere meubels kunnen door de condens beschadigd raken.
Aan enkele metalen onderdelen kunt u zich snijden of anderszins verwonden. Draag daarom
geschikte handschoenen bij het transporteren en plaatsen van de automaat.
Om de stabiliteit van de automaat bij onderbouw te waarborgen, mag u de automaat alleen
onder een doorlopend werkblad plaatsen dat aan de kastjes ernaast is vastgeschroefd.
De elektrische veiligheid van de reinigingsautomaat is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt
aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Het
is belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan.
Neem in geval van twijfel, contact op met de plaatselijke installatieverantwoordelijke. Miele kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad, bijvoorbeeld een elektrische schok.
Een beschadigde of ondichte reinigingsautomaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Gebruik de reinigingsautomaat niet meer en neem contact op met de Miele Service.
De betreffende medewerkers moeten zijn geïnstrueerd. Regelmatige scholing is vereist. Het is
niet toegestaan het apparaat te laten bedienen door personeel dat niet is geïnstrueerd en
geschoold.
Gebruik uitsluitend proceschemicaliën die door de betreffende fabrikant zijn vrijgegeven voor
de gewenste toepassing. De fabrikant van de proceschemicaliën is verantwoordelijk voor
eventuele negatieve gevolgen voor het spoelgoed en de automaat.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 9
Page 10
PRODUCTINFORMATIE
Wees altijd voorzichtig in de omgang met proceschemicaliën! Dit zijn deels bijtende,
irriterende en giftige stoffen.
Houdt u zich aan de geldende veiligheidsvoorschriften en aan de aanwijzingen uit de
veiligheidsinformatiebladen van de betreffende fabrikanten!
Gebruik een veiligheidsbril en handschoenen!
De reinigingsautomaat is uitsluitend ontworpen voor gebruik met water en daarvoor bedoelde
proceschemicaliën. Het gebruik met organische oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen is niet
toegestaan.
Dit leidt o.a. tot explosiegevaar en het risico op materiële schade door aantasting van rubberen en
kunststof onderdelen. Hierdoor kunnen er vloeistoffen uitlopen.
Het water in de spoelruimte is geen drinkwater!
Til de automaat niet op aan uitstekende delen, zoals de deurgreep of het geopende
inspectiepaneel. Deze delen kunnen beschadigd raken of losscheuren.
Ga nooit op de geopende deur zitten of staan. Het apparaat kan kantelen of beschadigd
raken.
Plaats scherp en spits spoelgoed zo in de automaat dat dit geen risico's oplevert. Wees extra
voorzichtig als u dergelijke voorwerpen rechtop zet.
Glasbreuk kan tijdens het beladen en leeghalen gevaarlijke verwondingen tot gevolg hebben.
Behandel beschadigd spoelgoed niet in de automaat.
Houd tijdens het gebruik van de reinigingsautomaat rekening met de hoge temperatuur. Als u
de deurvergrendeling deactiveert en de deur vervolgens opent, kunt u zich branden of met
bijtende stoffen in aanraking komen. Bovendien kunt u bij desinfectiemiddelen met toxische
dampen in aanraking komen!
Houdt u zich bij contact met toxische dampen of proceschemicaliën aan de aanwijzingen uit
de veiligheidsinformatiebladen van de betreffende fabrikanten!
Beladingssystemen, zoals rekken, wagens en inzetten, moeten eerst afkoelen voordat u de
reinigingsautomaat uitruimt. Verwijder vervolgens eventueel resterend heet water dat in spoelgoed
is achtergebleven, uit de spoelruimte.
De automaat en de directe omgeving ervan mogen niet worden afgespoten, bijvoorbeeld met
een waterslang of hogedrukreiniger.
Maak het apparaat vóór onderhoudswerkzaamheden altijd spanningsvrij.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 10
Page 11
Kwaliteitszorg
Neem de volgende aanwijzingen in acht om de kwaliteit te waarborgen bij de behandeling
van laboratoriumglaswerk en laboratoriumvoorwerpen. U vermijdt daarmee schade aan het
apparaat en het spoelgoed!
Programma's mogen alleen in uitzonderingsgevallen worden onderbroken. Dit mag alleen
door geautoriseerde personen worden gedaan.
De exploitant moet de behandelingsstandaard in de dagelijkse routine aantoonbaar
waarborgen. De processen moeten regelmatig worden beoordeeld en gedocumenteerd.
Voor de thermische desinfectie moeten temperaturen en houdtijden worden gebruikt die
volgens de normen en richtlijnen, en volgens microbiologische en hygiënische inzichten de
vereiste profylaxe tegen infectie bieden.
Gebruik uitsluitend spoeltechnisch onbeschadigd spoelgoed. Neem bij kunststof onderdelen
de thermische stabiliteit hiervan in acht. Vernikkeld spoelgoed, alsmede spoelgoed van aluminium
zijn minder geschikt voor machinale behandeling. Hiervoor moet aan speciale procesvoorwaarden
worden voldaan. Corroderende metalen mogen noch als spoelgoed, noch als verontreiniging in de
spoelruimte terechtkomen.
Proceschemicaliën kunnen onder bepaalde omstandigheden leiden tot beschadiging van de
reinigingsautomaat. Het wordt aanbevolen te controleren wie de fabrikant van de
proceschemicaliën is. Neem bij schade en bij het vermoeden van ongeschiktheid voor het
materiaal contact op met Miele.
Chloorhoudende reinigingsmiddelen kunnen de elastomeren van de automaat aantasten.
Als chloorhoudende reinigingsmiddelen vereist zijn, adviseren wij voor de reiniging een maximale
temperatuur van 70 °C (zie programma-overzicht).
In automaten voor olie- en vetverontreinigingen die zijn voorzien van speciale oliebestendige
elastomeren (variant af fabriek) mogen geen chloorhoudende reinigingsmiddelen worden gebruikt!
Stoffen met schurende eigenschappen mogen niet in de reinigingsautomaat terechtkomen,
omdat deze de mechanische delen van het watersysteem kunnen beschadigen. Resten van
schurende stoffen die zich op het spoelgoed bevinden, moeten voor de behandeling in de
automaat volledig worden verwijderd.
Voorbehandelingen (bijvoorbeeld met reinigings- of desinfectiemiddelen), maar ook bepaalde
verontreinigingen en proceschemicaliën (ook gecombineerd door chemische wisselwerking)
kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reinigings- en
desinfectiebehandeling verminderen.
Het proces moet zo zijn ingesteld dat geen schuim uit de spoelruimte komt. Uitstromend
schuim kan van invloed zijn op het veilig functioneren van de automaat.
De gebruiker dient het behandelingsproces regelmatig op schuimvorming te controleren.
Wanneer voor een toepassing bepaalde proceschemicaliën worden aanbevolen (bijvoorbeeld
een reinigingsmiddel), betekent dit niet dat Miele ook aansprakelijk is voor het effect van het
middel op het spoelgoed. Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en
opslagvoorschriften enz. die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de proceschemicaliën het
resultaat kunnen beïnvloeden.
Houdt u zich aan de aanwijzingen voor opslag en verwijdering van de fabrikanten van de
proceschemicaliën.
Bij toepassingen waarbij zeer hoge eisen aan het resultaat worden gesteld, raden wij u aan de
voorwaarden voor het reinigingsproces (reinigingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te voren met
Miele te bespreken.
Als er zeer hoge eisen aan het reinigings- en naspoelresultaat worden gesteld (bijvoorbeeld bij
chemische analyse), moet de exploitant regelmatig kwaliteitscontroles uitvoeren om de
behandelingsstandaard te waarborgen.
PRODUCTINFORMATIE
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 11
Page 12
PRODUCTINFORMATIE
De beladingssystemen, zoals wagens, rekken en inzetten voor het spoelgoed moeten correct
worden gebruikt.
Spoelgoed met holle ruimten moet ook van binnen volledig kunnen worden doorgespoeld.
Dek licht spoelgoed en kleine voorwerpen met afdeknetten af of leg de voorwerpen in
zeefschalen voor kleine onderdelen om blokkering van de sproeiarmen te voorkomen.
Schalen, bakjes en dergelijke die nog vloeistofresten bevatten, moeten worden geleegd
vóórdat u deze in de automaat plaatst.
Op het spoelgoed mogen hooguit resten van oplosmiddelen voorkomen als u het in de
automaat plaatst.
Er mogen alleen sporen aanwezig zijn van oplosmiddelen met een vlampunt dat lager ligt dan
21 °C.
Chloridehoudende oplossingen (met name zoutzuur) en stoffen die corrosie kunnen
veroorzaken, mogen niet in de reinigingsautomaat terechtkomen!
Om schade door corrosie te vermijden, mag de roestvrijstalen ommanteling van het apparaat
niet in aanraking komen met chloride- en zoutzuurhoudende oplossingen en dampen.
Na werkzaamheden aan de watervoorziening moet de leiding naar de reinigingsautomaat
worden ontlucht. Anders kunnen onderdelen van de reinigingsautomaat beschadigd raken.
Om de beluchting van de circulatiepomp niet te belemmeren, mogen de spleten tussen de
automaat en ernaast staande kasten niet worden afgedicht met bijv. siliconenkit.
Neem de installatie-instructies uit de gebruiksaanwijzing en de meegeleverde
installatiehandleiding in acht.
Kinderen in de omgeving
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de reinigingsautomaat
bevinden. Laat kinderen nooit met de reinigingsautomaat spelen. Het gevaar bestaat dat kinderen
zich in de reinigingsautomaat opsluiten.
Kinderen mogen de automaat niet gebruiken.
Voorkom dat kinderen in aanraking komen met proceschemicaliën! Proceschemicaliën kunnen
ernstig letsel veroorzaken aan ogen, mond en keelholte en kunnen tot verstikking leiden. Houd
kinderen daarom uit de buurt van de reinigingsautomaat als deze geopend is. Er kunnen zich nog
resten van proceschemicaliën in de reinigingsautomaat bevinden. Neem de
veiligheidsinformatiebladen van de proceschemicaliën in acht en ga direct met het kind naar een
arts als het proceschemicaliën in de mond of ogen heeft gekregen.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 12
Page 13
Gebruik van accessoires
Voor speciale toepassingen mogen alleen Miele-hulpapparaten worden aangesloten. Neem
contact op met Miele voor de typeaanduiding van de apparaten.
Er mogen uitsluitend Miele-beladingssystemen zoals wagens, rekken, modules en inzetten
worden gebruikt. Als de accessoires van Miele veranderd zijn of als wagens, rekken en systemen
van andere fabrikanten worden gebruikt, kan Miele niet garanderen dat het reinigings- en
desinfectieresultaat voldoende is. Hieruit voortvloeiende schade valt niet onder of garantie van
Miele.
Het afdanken van een apparaat
Houdt u er rekening mee dat het apparaat door bloed en andere lichaamsvloeistoffen
pathogene kiemen, facultatief pathogene kiemen, genetisch gemodificeerd materiaal, toxische of
carcinogene stoffen, zware metalen, enz. kan zijn gecontamineerd. Het apparaat moet derhalve
voor de verwijdering worden gedecontamineerd.
Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten van de proceschemicaliën. Houdt
u zich hierbij aan de veiligheidsinstructies. Gebruik een veiligheidsbril en handschoenen!
Verwijder het deurslot of maak het onbruikbaar, zodat kinderen zich niet per ongeluk in de
automaat opsluiten. Laat daarna het apparaat conform de geldende regelgeving afvoeren.
PRODUCTINFORMATIE
Veiligheidsaanduiding
De reinigingsautomaat is voorzien van veiligheidsaanduidingen conform de geldende wetgeving,
om het personeel te wijzen op plichten en risico's.
Algemene veiligheidsaanduiding
Let op!
Gevaar voor elektrische
schok!
Volg de aanwijzingen in de
gebruiksaanwijzing!
Welke beschermingsmiddelen aan de gebruiker beschikbaar moeten worden gesteld, is
afhankelijk van een beoordeling van de risico's voor veiligheid en gezondheid ter plaatse, en de
beoordeling van restrisico's.
Let op!
Let op!
Heet oppervlak!
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan Miele niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die hieruit voortvloeit.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 13
Page 14
PRODUCTINFORMATIE
2.3 Technische gegevens
Breedte (mm) 650 650
Diepte bij gesloten deur (mm) 660 687
Hoogte (mm) 1685 1840
Totaalgewicht (kg) 185 236
Gemiddeld geluidsdrukniveau < 70 dB (A)
PLW 6011PLW 6111
Beschermingsklasse (conform IEC
60529)
Terugloopbeveiliging
(conform EN 1717)
Gebruik Temperatuurbereik +5…+40 °C;
Opslag- en transportvoorwaarden -5 ... +50 °C
Overspanningscategorie
(volgens IEC EN 60664)
CE-kenmerk 2006/42/EG machinerichtlijn
Adres fabrikant Steelco S.p.A
IP21
Het zeshoekige symbool geeft aan dat er een
terugloopbeveiliging aanwezig is. De beide letters in de
zeshoek geven de overkoepelende beschermingsklasse
en de beschermingsklasse aan. (EN 1717)
AA – vrije stroombaan
Relatieve luchtvochtigheid 20...90% zonder
condensvorming.
Hoogte boven zeeniveau: 2.000 m (er zijn speciale
varianten verkrijgbaar voor grotere hoogtes boven
zeeniveau).
20% tot 90%, zonder condensvorming
500 hPa bis 1060 hPa
II
Via Balegante, 27
31039 Riese Pio X (TV), Italië
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 14
Page 15
2.4 Advies voor correct gebruik
De gebruiker moet tijdens het lopende programma toezicht houden op de
reinigingsautomaat.
Gebruik uitsluitend proceschemicaliën die door de betreffende fabrikant zijn vrijgegeven
voor de gewenste toepassing. De fabrikant van de proceschemicaliën is verantwoordelijk
voor eventuele negatieve gevolgen voor het spoelgoed en de automaat.
Tijdens de behandeling moeten persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt om
te beschermen tegen het aanraken van gecontamineerde voorwerpen.
Behandel geen spoelgoed dat substanties bevat die volgens de geldende wetgeving niet in
het afvalwater terecht mogen komen. Deze moeten gescheiden worden afgevoerd.
Ondanks het doen van aanbevelingen met betrekking tot proceschemicaliën is de fabrikant
niet aansprakelijk voor schade aan materialen en spoelgoed.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant (conform EN ISO 17664), evenals de nationale eisen
en richtlijnen voor de machinale behandeling van het spoelgoed.
De reinigingsautomaat is uitsluitend ontworpen voor gebruik met water en
proceschemicaliën.
Het gebruik met organische oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen is niet toegestaan
vanwege explosiegevaar! Dergelijke substanties kunnen bovendien leiden tot voortijdige
slijtage aan onderdelen.
Oplosmiddelen, chloridehoudende oplossingen en zuren, met name zoutzuur, kunnen
schade aan de metalen onderdelen veroorzaken. Deze mogen daarom niet in de automaat
terechtkomen!
Gebruik geen poedervormig reinigingsmiddel.
Gebruik geen huishoudelijke reinigingsmiddelen.
Niet toegelaten accessoires kunnen het behandelresultaat verminderen en gevolgen
hebben voor de veiligheid van de gebruiker.
De gebruiker is verplicht om het apparaat regelmatig te controleren en te reinigen conform
de instructies in de onderhoudshandleiding.
Controleer het reinigingsresultaat visueel.
De ter plaatse aanwezige watertoevoerkraan moet goed toegankelijk zijn, omdat de
watertoevoer afgesloten moet zijn als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
PRODUCTINFORMATIE
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 15
Page 16
PRODUCTINFORMATIE
2.5 Training
Instructie van de operator gebeurt tijdens de ingebruikneming door Miele Service of een
geautoriseerde vakhandelaar.
De operator heeft de plicht te zorgen voor voldoende instructie en training van de gebruikers.
Gebruikersprofielen
De gebruikersprofielen zijn als volgt vastgelegd:
SERVICE Technicus van Miele Service
De reinigingsautomaat mag alleen door Miele Service of een geautoriseerde
technicus worden geïnstalleerd, in gebruik genomen, gerepareerd en
onderhouden.
ADMIN Verantwoordelijk voor de reinigingsautomaten op de werkplek:
Voor verdergaande taken, zoals het onderbreken of afbreken van een programma,
is verdergaande kennis van de machinale behandeling van laboratoriumglaswerk
en -voorwerpen vereist.
Voor het wijzigen van het behandelingsproces of het aanpassen van de
reinigingsautomaat aan bijvoorbeeld gebruikte toebehoren of de situatie ter
plaatse is tevens specifieke kennis van de automaat vereist.
Voor validaties is speciale kennis vereist inzake de machinale behandeling van
laboratoriumglas- en -voorwerpen, de behandelingsprocessen en de geldende
normen en wetten.
Gebruiker Gebruiker:
Om de dagelijkse routinewerkzaamheden te kunnen uitvoeren, moeten de
gebruikers zijn geïnstrueerd inzake de functies en de belading van de
reinigingsautomaat. Regelmatige scholing is vereist.
Deze gebruikers moeten beschikken over kennis van de machinale behandeling
van laboratoriumglaswerk en -voorwerpen.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 16
Page 17
3. INSTALLATIE
3.1 Wateraansluiting
Waterkwaliteit
De kwaliteit van het gebruikte water is essentieel voor het bereiken van goede resultaten tijdens
alle fasen.
Het water moet geschikt zijn voor de materialen waarvan het reinigingsapparaat is
vervaardigd
Het water moet geschikt zijn voor de proceschemicaliën
Het water moet geschikt zijn voor de procesvereisten in de verschillende fasen van het
procédé
Voor goede reinigingsresultaten heeft de reinigingsautomaat zacht, kalkarm water nodig. Bij hard
water zet zich witte aanslag op spoelgoed en wanden van de spoelruimte af.
Water met een hardheid vanaf 0,7 mmol/l (4 °dH) moet daarom worden onthard. Bij
reinigingsautomaten met ingebouwde waterontharder (optie af fabriek) wordt het water tijdens het
programma automatisch onthard. Hiervoor moet de ontharder exact worden ingesteld op de
hardheid van het water.
Bovendien moet de ontharder regelmatig worden geregenereerd. Hiervoor moet speciaal
regenereerzout worden gebruikt. Het regenereren vindt automatisch plaats tijdens een
programma.
Bij reinigingsautomaten zonder geïntegreerde ontharder moet ter plaatse het juiste ontharde water
beschikbaar worden gesteld.
INSTALLATIE
Opmerking: de waterhardheid wordt ingesteld door Miele Service.
LET OP
Het water in de reinigingsautomaat is geen drinkwater!
De reinigingsautomaat moet volgens de voorschriften van het waterleidingbedrijf worden
aangesloten.
Het water moet minimaal voldoen aan de eisen van de Europese drinkwaterverordening. Een hoog
ijzergehalte kan corrosie aan het spoelgoed en aan het apparaat tot gevolg hebben. Bij een
chloridegehalte van meer dan 100 mg/l neemt het corrosierisico voor het spoelgoed aanzienlijk
toe.
In bepaalde regio's (bijvoorbeeld in de Alpen) zijn vanwege de specifieke watersamenstelling
afzettingen mogelijk. In dergelijke gevallen moet u in verband met de dampcondensator onthard
water gebruiken.
Een terugslagklep is niet vereist. Het reinigingsapparaat voldoet aan de Europese normen voor de
bescherming van drinkwater.
Standaard is het apparaat voorzien van een aansluiting voor koud (blauwe markering) en warm
water (rode markering) tot max. 60 °C. Sluit de toevoerslangen aan op de kranen voor koud en
warm water.
Als er geen warmwaterleiding is, moet de toevoerslang met de rode markering voor de
warmwateraansluiting ook op koud water worden aangesloten.
De minimale waterdruk bedraagt 100 kPa overdruk bij de aansluiting van warm, koud en demiwater.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 17
Page 18
INSTALLATIE
De aanbevolen waterdruk voor de koud- en warmwateraansluiting bedraagt > 200 kPa overdruk
en voor de demi-wateraansluiting > 200 kPa overdruk. Hiermee worden te lange
waterinstroomtijden vermeden.
De maximaal toegestane statische waterdruk bedraagt 800 kPa overdruk.
Wanneer de waterdruk lager is dan 100 kPa, is een opvoerpomp nodig. Bij een druk van meer dan
800 kPa (8 bar) dient er een reduceerventiel te worden ingebouwd.
Als de waterdruk buiten het aangegeven bereik ligt, informeer dan bij de Miele Service of een
geautoriseerde vakman naar de te nemen maatregelen.
Er moet een watertoevoerkraan met een ¾"-aansluiting beschikbaar zijn. Deze kraan moet goed
toegankelijk zijn, omdat u de watertoevoer moet afsluiten als u de automaat niet gebruikt.
Informatie:
Een terugloopbeveiliging is niet nodig. De automaat voldoet aan de geldende Europese
normen ter bescherming van het drinkwater.
De automaat beschikt over een terugloopbeveiliging conform EN 1717.
Als er geen warmwaterleiding is, moet de toevoerslang met de rode markering voor de
warmwateraansluiting ook op koud water worden aangesloten.
Er kan een Y-stuk worden gebruikt om beide slangen op het koude water aan te sluiten.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan Miele niet verantwoordelijk
worden gesteld voor schade die hieruit voortvloeit.
Garantieaanspraken worden hierdoor ongeldig.
LET OP
Draai de toevoerslangen niet te hard aan.
LET OP
De watertoevoer moet afgesloten zijn als u het apparaat niet gebruikt.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 18
Page 19
3.2 Elektrische aansluiting
LET OP
Aansluiting aan de stroomvoorziening mag uitsluitend worden uitgevoerd
door een vakman.
Deze automaat mag uitsluitend worden gebruikt met de spanning, frequentie en zekering
die op het typeplaatje staan aangegeven.
De voedingsspanning mag maximaal +/-10% afwijken van de nominale spanning.
De frequentietolerantie van de stroomtoevoer bedraagt maximaal 1% ten opzichte van de
nominale waarde.
De elektrische veiligheid van de automaat is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt
aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is
geïnstalleerd. Er moet een potentiaalvereffening worden uitgevoerd.
Zorg dat het apparaat afdoende is geaard.
De aarddraad moet zijn aangesloten op de met het
standaardsymbool aangegeven aansluiting hiervoor.
Bij een vaste aansluiting dient een hoofdschakelaar te worden
geplaatst, waarmee het apparaat met alle polen kan worden
losgekoppeld. De hoofdschakelaar moet geschikt zijn voor de
nominale stroom van de reinigingsautomaat.
De elektrische installatie waarop de reinigingsautomaat wordt aangesloten, moet zijn
voorzien van een aardlekschakelaar (30 mA, volgens de betreffende EU-richtlijnen).
Bij langere bedrijfspauzes moet de reinigingsautomaat spanningsvrij worden gemaakt.
De stroomaansluiting en de zekeringen moeten voldoen aan de nationale en lokale
voorschriften.
INSTALLATIE
LET OP
Gebruik de bijgevoegde installatietekening!
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 19
Page 20
GEÏNTEGREERDE WATERONTHARDER (OPTIONEEL)
4. GEÏNTEGREERDE WATERONTHARDER (OPTIONEEL)
De ingebouwde waterontharder voorkomt afzettingen uit drinkwater in de reinigingsautomaat.
Het zoutverbruik is afhankelijk van de waterhardheid.
Franse hardheid
(°fH)
0–10 0–1,01 0–5,60 Waarde 10
11–15 1,11–1,51 6,16–8,40 Waarde 15
16–20 1,61–2,02 8,96–11,20 Waarde 20
21–25 2,12–2,52 11,76–14,00 Waarde 25
26–30 2,62–3,03 14,56–16,80 Waarde 30
31–35 3,13–3,53 17,36–19,60 Waarde 35
36–40 3,64–4,04 20,16–22,40 Waarde 40
41–45 4,14–4,55 22,96–25,20 Waarde 45
46–50 4,65–5,05 25,76–28,00 Waarde 50
51–55 5,15–5,56 28,56–30,80 Waarde 55
56–60 5,66–6,06 31,36–33,60 Waarde 60
Waterhardheid
(mmol/l)
Duitse hardheid
(°dH)
Parameterinstelling
4.1 Zout bijvullen
Als het zoutniveau in het reservoir laag is, wordt u met de volgende melding erop geattendeerd
dat u het zoutreservoir moet bijvullen:
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 20
Page 21
GEÏNTEGREERDE WATERONTHARDER (OPTIONEEL)
4.2 Zout bijvullen
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout of zuivere ingedampte zouten. Gebruik in
geen geval andere soorten zout, zoals keukenzout, zout voor het vee of strooizout. Deze bevatten
soms niet-oplosbare deeltjes die een schadelijk effect kunnen hebben op de waterontharder!
Met de volgende melding wordt u erop geattendeerd dat u het zoutreservoir moet bijvullen:
“Vul zout bij”
Het reservoir voor het regenereerzout bevindt zich in de bodem aan de binnenzijde van de
reinigingsautomaat.
Open de deur.
Verwijder het beladingssysteem.
Schroef de kunststof dop van het reservoir.
Vul de trechter met zout.
Til de trechter bovenaan het handvat op en plaats de trechter in het reservoir.
Laat het handvat los. Het zout stroomt via de uitloop in de bodem van de trechter in het
reservoir.
Herhaal deze bewerking totdat het reservoir zichtbaar gevuld is.
Het zoutreservoir heeft een inhoud van ca. 780 g.
LET OP!
Het reservoir moet altijd volledig worden gevuld. Bij niet-volledige vulling
wordt de waterontharding verminderd en kan kalk worden afgezet op het
spoelgoed en in de spoelruimte.
Schroef de kunststof dop weer op het zoutreservoir.
Plaats het beladingssysteem terug.
Start het programma “Afspoelen”.
LET OP!
Start na het bijvullen van het zout altijd het programma “Afspoelen”.
Eventuele zoutresten en overgelopen zout water worden zo opgelost en
weggespoeld. Zoutresten en overgelopen zout water kunnen corrosie
veroorzaken als deze niet worden weggespoeld.
LET OP!
REV.0.01_COD.650169_A4
Gedurende het regenereren wordt in het display de melding “Regener.
pauze” weergegeven.
Pagina 21
Page 22
DOSERING
5. DOSERING
Het doseersysteem voor proceschemicaliën bestaat uit:
1 doseerpomp (DOS1) voor reinigingsmiddel
1 doseerpomp voor neutralisatiemiddel
Niveausensor
Het systeem beschikt over flowmeters.
Indien nodig, kunnen er achteraf meer doseerpompen worden geïnstalleerd door de Miele Service
of een geautoriseerde technicus.
5.1 Niveausensor
Elke doseerpomp heeft een niveausensor, die het niveau in de jerrycans met proceschemicaliën
bewaakt. Bij een tekort aan het product verschijnt er een aanwijzing in het display.
5.2 Doseervolumecontrole
Elke doseerpomp wordt gecontroleerd door middel van een doseervolumecontrole. Via deze
elektronische controle wordt het doseervolume gecontroleerd.
5.3 Proceschemicaliën bijvullen
Vervang de lege reservoirs als volgt:
Zet nieuwe reservoirs met proceschemicaliën klaar.
Open de deur in de sokkel van de reinigingsautomaat.
Verwijder de zuiglans en plaats deze op een niet-kwetsbare en gemakkelijk schoon te
maken ondergrond.
Plaats de zuiglans in het bijbehorende reservoir.
Plaats de reservoirs terug in de sokkel van de reinigingsautomaat.
Sluit de deur in de sokkel.
Start het betreffende programma voor het ontluchten van de DOS-pomp, zie
programmatabel “DOS [1-4] vullen”.
LET OP
Gebruik uitsluitend voor dit doel bedoelde proceschemicaliën en neem altijd
de aanwijzingen van de fabrikant van de proceschemicaliën in acht.
Wees altijd voorzichtig in de omgang met proceschemicaliën. Veel producten
kunnen bijtend zijn en huidirritatie veroorzaken. Houdt u zich aan de
geldende veiligheidsvoorschriften en aan de aanwijzingen uit de
veiligheidsinformatiebladen van de betreffende fabrikanten! Draag
veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril.
Het chemicaliënvak in de sokkel van de reinigingsautomaat moet met
sleutels worden afgesloten. De toegang is alleen toegestaan aan
geautoriseerde vakmensen.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 22
Page 23
5.4 Let op!
Neem voor de maximale doseerhoeveelheid per programma de aanwijzingen van de
fabrikant in acht.
Om de efficiëntie van het doseersysteem te waarborgen, wordt aanbevolen de
onderhoudswerkzaamheden volgens het hoofdstuk “ONDERHOUD” regelmatig uit te
voeren.
Gebruik alleen vloeibaar reinigingsmiddel. Gebruik geen poedervormig reinigingsmiddel!
Houdt u aan de aanwijzingen voor opslag en verwijdering van de fabrikanten van de
proceschemicaliën.
Controleer of de proceschemicaliën geschikt zijn voor het betreffende programma.
DOSERING
LET OP
Voor onderhoudswerkzaamheden en voordat een reinigingsautomaat wordt
verplaatst, moet de reinigingsautomaat volledig worden geleegd.
Dit is nodig om contact met de chemicaliën te voorkomen en de onderdelen
van de machine te beschermen tegen beschadigingen.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 23
Page 24
BEDIENING
6.
BEDIENING
6.1 Controle verbruik
Controleer regelmatig het verbruik. Controleer hiervoor het niveau in het reservoir. Vervang het
reservoir tijdig om te voorkomen dat het doseersysteem helemaal wordt leeggezogen.
Draag veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril.
Volg de aanwijzingen voor het doseren van chemicaliën.
LET OP
Wees altijd voorzichtig in de omgang met proceschemicaliën. Veel producten
kunnen bijtend zijn en huidirritatie veroorzaken. Houdt u zich aan de
geldende veiligheidsvoorschriften en aan de aanwijzingen uit de
veiligheidsinformatiebladen van de betreffende fabrikanten! Draag
veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril.
6.2 Openen en sluiten van de deur
Open en sluit de deur met behulp van de deurgreep.
De deur wordt elektronisch vergrendeld en kan tijdens een lopend programma niet meer worden
geopend.
Als u het deurglas aanraakt terwijl de automaat wordt gebruikt, bestaat er onder bepaalde
omstandigheden gevaar voor verbrandingen.
PLW 6011 PLW 6111
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 24
Page 25
Noodontgrendeling
Alleen als u de deur niet op de normale wijze kunt openen (bijvoorbeeld als de stroom is
uitgevallen), mag u deze noodvoorziening gebruiken.
BEDIENING
LET OP
Houd de deur altijd vast bij het openen en sluiten. Schokbewegingen en het
dichtslaan van de deur kan ervoor zorgen dat het glas breekt.
Schuif rekken langzaam in de kamer om het risico op glasbreuk te
voorkomen.
Zorg ervoor dat het gedeelte bij de deur vrij is van hindernissen voordat u de
deur opent.
LET OP
Als u de noodontgrendeling tijdens een programma activeert, kunnen heet
water en chemicaliën uit de automaat stromen.
Direct na de behandeling kunnen de beladingssystemen en het spoelgoed
heel heet zijn.
U kunt zich branden of met bijtende stoffen in aanraking komen! Bij gebruik
van desinfectiemiddelen kunnen ook toxische dampen worden ingeademd.
Als de stroom uitvalt of als de deurvergrendeling beschadigd is, kunt u de deur als volgt openen:
1. Het noodontgrendelingssysteem bevindt zich tussen de deur en de
afdekplaat en is gemarkeerd met een sticker (zie afbeelding).
2. Steek het bijgeleverde gereedschap in de opening voor de
noodontgrendeling.
3. Duw het gereedschap naar links totdat de deur hoorbaar uit de
vergrendeling springt.
4. Druk het gereedschap erin zoals beschreven onder 3 om de deur te
sluiten.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 25
Page 26
BEDIENING
6.3 Inschakelen
De reinigingsautomaat wordt met een hoofdschakelaar in- en uitgeschakeld.
Let bij de start van de reinigingsautomaat op eventuele storings- en waarschuwingsmeldingen in
het display.
6.4 Voorbereiding
De behandelingsinstructies van de betreffende fabrikant moeten worden gevolgd.
Controleer of het spoelgoed in een reinigingsautomaat kan worden behandeld en of het
compatibel is met de betreffende chemicaliën.
Plaats het spoelgoed voorzichtig in de beladingssystemen.
Plaats het spoelgoed zo dat de delen elkaar niet afdekken.
Het spoelgoed moet altijd zo worden geplaatst dat vloeistoffen vrij kunnen weglopen.
Plaats hoge en zware voorwerpen in het midden van het rek.
Let erop dat het spoelgoed de sproeiarmen niet blokkeert en deze vrij kunnen bewegen.
Verdeel het spoelgoed gelijkmatig over de rekken.
Wagens, rekken, modules en inzetten voor het spoelgoed mogen alleen volgens de
voorschriften worden gebruikt.
Schalen, bakjes en dergelijke die nog vloeistofresten bevatten, moeten worden geleegd
vóórdat u deze in de automaat plaatst.
Haal demonteerbaar spoelgoed indien mogelijk volgens de aanwijzingen van de fabrikant
uit elkaar en behandel de onderdelen apart.
Plaats het spoelgoed zo dat de delen elkaar niet afdekken. Het spoelgoed mag zich niet zo
dicht op elkaar bevinden dat de reiniging wordt belemmerd!
Ruim het spoelgoed zo in dat het van alle kanten door het water kan worden bereikt.
Behandel kleine en zeer kleine voorwerpen alleen in speciale inzetten of afsluitbare
zeefschalen c.q. zeefinzetten.
Spoelgoed dat geheel of gedeeltelijk van kunststof is, moet thermostabiel zijn.
REV.0.01_COD.650169_A4
LET OP
Niet gebruikte aansluitingen moeten met de ter beschikking gestelde doppen
worden afgesloten.
Extra doppen zijn verkrijgbaar via Miele.
Pagina 26
Page 27
BEDIENING
LET OP
De maximale belading (inclusief rek) bedraagt 35 kg.
Gebruik de reinigingsautomaat nooit zonder beladingssysteem.
Voer alle routinecontroles uit voordat u de automaat start. Controleer of de sproeiarmen goed
kunnen bewegen.
De lijst hieronder bevat voorbeelden van beladingssystemen en inzetten die kunnen worden
gebruikt voor de behandeling van laboratoriumglaswerk en -voorwerpen.
Overige accessoires zijn verkrijgbaar bij Miele.
Bovenrek met inspuiters Bovenrek met sproeiarm
Onderrek met inspuiters Onderrek voor pipetten
Inzet voor glazen Inzet voor petrischalen
Na afloop van een programma controleren
Controleer het reinigingsresultaat van het spoelgoed visueel.
Bevindt zich al het holle spoelgoed nog op de betreffende inspuiters?
Zijn de lumina van het holle spoelgoed doorlatend?
REV.0.01_COD.650169_A4
LET OP
Spoelgoed dat tijdens de behandeling van de spoelsystemen is losgeraakt,
moet opnieuw worden behandeld.
Pagina 27
Page 28
BEDIENINGSPANEEL EN SYMBOLEN
7. BEDIENINGSPANEEL EN SYMBOLEN
7.1 Bedieningspaneel
De reinigingsautomaat kan worden bediend via het bedieningspaneel.
A
B
C
D
Display
E
F
G
H
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 28
Page 29
7.2 Toetsen
De toetsen reageren meteen na aanraking en zijn voorzien van LED-verlichting. Er zijn 8 toetsen
met de volgende functies:
TOETS BESCHRIJVING
A
BEDIENINGSPANEEL EN SYMBOLEN
Druk 1x om een programma te onderbreken.
In het display verschijnt de melding “GEEN
DESINF”. De deur blijft vergrendeld. Bij een
spoelruimtetemperatuur van meer dan 65 °C wordt
STOP
Druk 2 x om een programma af te breken.
(afbreken) Een proces in het display afbreken.
tevens een waarschuwing weergegeven. Druk op de
toets 'START' om het programma voort te zetten. De
huidige spoelfase wordt opnieuw uitgevoerd.
Het programma wordt afgebroken en de deur wordt
ontgrendeld.
START Start het programma.
B
C
D
(bevestigen)
P+
PRG
P1 Programma Universeel
Voor het bevestigen van een keuze of ingevoerde waarde in
het display.
Opent een lijst met alle programma's die kunnen worden
gekozen.
Het menu bevat alle relevante functies.
In stand-by: houd de toets 5 seconden ingedrukt om het
menu te openen.
E
(omlaag) Navigatie in het display.
P2 Programma Standaard
F
(omhoog) Navigatie in het display.
G
H
P3 Programma Intensief
Functie drogen.
DRY
De droogfunctie kan voor het starten van een programma
worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Alarmtoon
De reinigingsautomaat beschikt over een geïntegreerde zoemer. Bij het indrukken van een toets
klinkt een alarmtoon. Wanneer de reinigingsautomaat in storing gaat, klinkt een alarmtoon (zie het
hoofdstuk “Instructies en waarschuwingen”).
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 29
Page 30
BEDIENINGSPANEEL EN SYMBOLEN
7.3 Display
1
2
3
4
5
6
7
AFB. 1
In het display wordt de volgende informatie weergegeven:
1. Datum en tijd
2. Gekozen programma
3. De huidige spoelfase
4. De temperatuur in de spoelruimte (sensor 1) met A0-waarde
5. De ingestelde temperatuur voor de actieve fase
6. Resttijd
7. Aanwijzingen en storingsmeldingen
8. Stand chargeteller
9. De temperatuur in de spoelruimte (sensor 2) met A0-waarde
Zodra de automaat klaar is voor gebruik, worden in het display het laatst gekozen programma, de
temperatuur, de datum en de tijd weergegeven.
Door een van de programmatoetsen (P1 , P2 of P3 ) in te drukken, toont het display
het bij de toets behorende programma en linksonder verschijnt “Druk op start” of “Open de deur”
(zie 7).
Als u de toets P+ indrukt, kunt u door de complete lijst met beschikbare programma's scrollen.
8
9
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 30
Page 31
BEDIENINGSPANEEL EN SYMBOLEN
AFB. 2
Tijdens een lopend programma kunnen de
temperatuur en drukwaarden worden weergegeven
door op de PRG toets te drukken. (Afb. 2)
AFB. 3
Als u de PRG toets 2 keer indrukt, worden de
waarschuwingsaanwijzingen weergegeven (afb. 3).
AFB. 4
Wanneer een storing optreedt, wordt een scherm
met storingscodes en een korte beschrijving
weergegeven
(afb. 4).
Bij een aanwijzing die niet leidt tot een programmaonderbreking (bijvoorbeeld “Te weinig
zout”), verschijnt linksonder in het display een aanwijzing (zie afb. 1 tot en met 6). Deze
aanwijzing kan ook worden opgeroepen door de PRG toets in te drukken (zie afb. 3).
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 31
Page 32
BEDIENINGSPANEEL EN SYMBOLEN
AFB. 5
Na afloop van het programma verschijnt er een
scherm (afb. 5).
AFB. 6
Afb. 6.A
Als het programma wordt afgebroken, verschijnt er
een scherm met een desinfectiewaarschuwing
(afb. 6.A).
Afb. 6.B
Als de temperatuur in het geval van een
onderbroken programma 65 °C of minder
bedraagt, wordt de aanwijzing in afb. 6.A
weergegeven.
Als de temperatuur hoger is dan 65 °C, dan wordt
de aanwijzing in afb. 6.B weergegeven.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 32
Page 33
8. PROGRAMMA'S
Programma Toets Toepassing
PROGRAMMA'S
Mini
Universeel
Standaard
Intensief
Anorganisch
Kort programma voor licht verontreinigd spoelgoed, bij lage
spoeleisen.
Voor organische verontreinigingen en beperkt voor anorganische
verontreinigingen.
Voor standaard toepassingen en analyses, geringe tot
gemiddelde verontreinigingen, gemiddelde eisen aan het
naspoelresultaat.
Een eenvoudig programma voor allerlei verontreinigingen.
Voor geringe verontreinigingen en lage eisen aan het
naspoelresultaat:
niet geschikt voor denaturerende verontreinigingen en
verontreinigingen die in een zure omgeving oplosbaar zijn, zoals
proteïnen, metaalzouten en aminen.
Voor organische verontreinigingen en beperkt voor anorganische
verontreinigingen.
Voor standaard toepassingen en analyses, gemiddelde tot
ernstige verontreinigingen, gemiddelde tot hoge eisen aan het
naspoelresultaat.
Voor het verwijderen van anorganische verontreinigingen.
Algemeen voor analytische en wateranalytische toepassingen en
voor voedingsbodems op waterbasis met metaalzouten die in
een zure omgeving oplosbaar zijn, zoals Ca
2+
en Mg
2+
etc. Voor
lichte tot gemiddelde verontreinigingen en gemiddelde tot hoge
eisen aan het naspoelresultaat.
Organisch
Kunststof
Pipetten
Olie
REV.0.01_COD.650169_A4
Voor organische verontreinigingen, bijv. ernstige verontreiniging
of na sterilisatie; bijzonder geschikt voor vet en was.
Niet geschikt voor verontreinigingen die in een zure omgeving
oplosbaar zijn, zoals metaalzouten, aminen etc.
Voor gemiddelde tot ernstige verontreinigingen, gemiddelde
eisen aan het naspoelresultaat. Aansluiting op warm en
gedemineraliseerd water wordt aanbevolen.
Voor temperatuurgevoelig spoelgoed, zoals kunststof flessen
(temperatuurbestendigheid: minimaal 55 °C).
Voor standaard toepassingen en analyses, geringe tot
gemiddelde verontreinigingen, gemiddelde eisen aan het
naspoelresultaat.
Voor pipetten
Voor sterke olieverontreinigingen (ruwe olie, synthetische
olie/smeermiddelen, brandstoffen en deels natuurlijke oliën). Dit
programma is ook geschikt voor het verwijderen van vet en was.
Aansluiting op warm en gedemineraliseerd water wordt
aanbevolen.
Pagina 33
Page 34
PROGRAMMA'S
Programma Toets Toepassing
Desin 93/10
Koud spoelen
Afspoelen met
demi-water
Droging
Afvoer
Vullen DOS1
Vullen DOS2
Vullen DOS3
Voor de reiniging en thermische desinfectie op 93 °C met een
temperatuurhoudtijd (inwerktijd) van 10 minuten.
Spoelen met koud water, houdtijd: 1 minuut. Voor het
verwijderen van overgelopen zoutoplossing, het afspoelen van
sterk verontreinigd spoelgoed, bijvoorbeeld om vooraf
verontreinigingen en resten desinfectiemiddel te verwijderen of
om opdrogen en aankoeken te voorkomen, totdat een
behandelprogramma wordt afgewerkt.
Spoelen met gedemineraliseerd water (demi-water, (ultra)puur
water), houdtijd: 3 minuten.
Extra droging na afloop van een programma.
Voor het afpompen van het water, bijvoorbeeld na een
programma-afbreking.
Voor het vullen van het doseersysteem voor reinigingsmiddel na
het vullen of verwisselen van het reservoir.
Voor het vullen van het doseersysteem voor additieven na het
vullen of verwisselen van het reservoir.
Voor het vullen van het doseersysteem voor neutralisatiemiddel
na het vullen of verwisselen van het reservoir.
Vullen DOS4
Voor het vullen van het doseersysteem voor additieven na het
vullen of verwisselen van het reservoir.
8.1 Programmablokken
Afpompen
Dient voor het legen van de spoelruimte.
Voorspoelen
Het voorspoelen dient voor het verwijderen van grove verontreinigingen en
schuimvormende stoffen.
Reiniging
Afhankelijk van het spoelgoed wordt er normaal gesproken gereinigd op temperaturen van
45 °C tot 93 °C. Daarbij worden geschikte reinigingsmiddelen toegevoegd
(proceschemicaliën).
Tussenspoelen
Tijdens het tussenspoelen worden proceschemicaliën uit eerdere spoelblokken
geneutraliseerd en verwijderd.
Naspoelen
Om afzettingen op het spoelgoed te vermijden en de hoeveelheid resten van de gebruikte
proceschemicaliën te verminderen, moet er voor het naspoelen bij voorkeur
gedemineraliseerd water worden gebruikt (indien aanwezig).
Droging
Correct drogen vermindert het corrosiegevaar door restvocht op het spoelgoed.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 34
Page 35
8.2 Programma-overzicht
PROGRAMMA'S
*)
Droging
Droging
120 °C
1800 s
120 °C
1800 s
120 °C
1800 s
120 °C
1800 s
Wassen
Laatste
spoeling
Demi
60 s
60 °C
70 °C
60 s
Demi
Demi
60 s
75 °C
Demi
60 s
75 °C
Demi
1800 s
120 °C
60 s
70 °C
2
Wassen
oelen
Tussensp
Demi
60 s
Demi
60 s
1
Wassen
Wassen
oelen
Tussensp
satie
Neutrali-
WW
WW
60 s
120 s
DOS 3
WW
120 s
DOS 3
WW50
WW
DOS 3
60 s
KW50
60 s
Demi
60 s
120 s
WW
120 s
DOS 3
WW
120 s
DOS 3
3
Wassen
Reinigen
2
Wassen
Wassen
Reinigen
Reinigen
Wassen
Voor-
spoelen
Functie
WW
60 °C
DOS 1
Toets
180 s
WW
WW
180 s
75 °C
DOS 1
70 °C
DOS 1
DOS 1
KW50
75 °C
WW
180 s
WW
180 s
60 s
KW50
180 s
80 °C
DOS 1
KW50
60 s
120 s
50 °C
DOS 3
Fase
REV.0.01_COD.650169_A4
Programma
Mini
Standaard
Universeel
Intensief
Anorganisch
Pagina 35
Page 36
PROGRAMMA'S
*)
Droging
Droging
120 °C
1800 s
60 °C
1800 s
100 °C
1800 s
1800 s
120 °C
Wassen
Wassen
Wassen
Laatste
spoeling
2
poelen
Tussens
1
poelen
Tussens
75 °C
60 s
Demi
HW50
60 s
Demi
Demi50
55 °C
60 s
60 s
Demi
Demi
KW50
60 s
70 °C
60 s
60 s
Demi
HW50
60 s
75 °C
Demi
WW
60 s
Wassen
satie
Neutrali-
WW
120 s
DOS 3
KW50
DOS 3
120 s
WW
120 s
DOS 3
WW
WW
DOS 3
120 s
1800 s
120 °C
60 s
75 °C
60 s
120 s
DOS 3
3
Wassen
Reinigen
WW
85 °C
DOS 1
180 s
2
Wassen
Wassen
Reinigen
Reinigen
WW
85 °C
DOS 1
WW
65 °C
DOS 1
180 s
180 s
KW50
DOS 1
WW
65 °C
DOS 4
DOS 1
55 °C
70 °C
DOS 1
WW
180 s
180 s
WW
45 °C
DOS 4
DOS 1
120 s
60 s
KW50
DOS 1
93 °C
600 s
Wassen
Voor-
spoelen
Functie
KW50
60 s
KW50
60 s
Toets
Fase
REV.0.01_COD.650169_A4
Programma
Organisch
Kunststof
Pipetten
Olie
Desin 93/10
Pagina 36
Page 37
PROGRAMMA'S
*)
Droging
Droging
1800 s
120 °C
Wassen
Wassen
Laatste
spoeling
2
poelen
Tussens
1
Wassen
Wassen
Wassen
poelen
Tussens
satie
Neutrali-
3
Reinigen
WW
10 s
2
Wassen
Reinigen
De afvoerpomp/-klep wordt zonder circulatiepomp geactiveerd.
Wassen
Reinigen
WW
DOS 1
10 s
Wassen
Voor-
spoelen
KW
120 s
Demi
120 s
Functie
Fase
Toets
Programma
Afspoelen
koudw.
Afspoelen
demiwater
Droging
Afpompen
Vullen DOS1
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 37
Page 38
PROGRAMMA'S
*)
Droging
Wassen
Wassen
Droging
Laatste
spoeling
2
oelen
Tussensp
1
Wassen
Wassen
oelen
Tussensp
satie
Neutrali-
WW
10 s
WW
10 s
WW
10 s
3
Wassen
Reinigen
2
Wassen
Wassen
Reinigen
Reinigen
Wassen
Voor-
spoelen
Functie
WW
Toets
10 s
DOS 2
WW
DOS 3
10 s
WW
DOS 4
10 s
Fase
REV.0.01_COD.650169_A4
Vullen
Vullen
Programma
DOS2
DOS3
Vullen
DOS4
KW = koud water
WW = warm water
Demi = (ultra)puur water, gedemineraliseerd water
KWxx = KW-aandeel bij gemengd water (KW + HW) aangegeven als percentage (KW50 = 50% KW + 50% HW)
WWxx = WW-aandeel bij gemengd water (WW + demi) aangegeven als percentage (WW50 = 50% WW + 50% demi)
Demi xx = aandeel demi-water bij gemengd water (demi + KW) aangegeven als percentage (Demi50 = 50% demi-water + 50% KW)
De reinigingsautomaat is gebruiksklaar. De diagnostiek is geactiveerd.
9.2 Programma
Als de machine gebruiksklaar is en de deur is gesloten, kan op de knop START worden gedrukt.
Het programma doorloopt ingestelde fasen. De diagnostiek en regelaar zijn geactiveerd.
Op de bedieningsinterface wordt informatie weergegeven over de actieve fase en de temperatuur
in de spoelruimte.
In het display wordt weergegeven wanneer de deur open is en worden eventuele
storingsmeldingen weergegeven, bijvoorbeeld “Te weinig zout”.
9.3 Storingen
Door de diagnostiek is een fout vastgesteld die leidt tot een programma-afbreuk. De deur blijft
hierbij gesloten.
De fout verschijnt in het display. Met de functie Reset kan het apparaat weer gebruiksklaar
worden gemaakt (zie het hoofdstuk “Reset”).
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 40
Page 41
9.4 Stroomstoring
Als een tijdelijke stroomstoring optreedt tijdens een actief programma, wordt de huidige spoelfase
herhaald en wordt het programma vanaf deze fase voortgezet.
9.5 Reset
Als tijdens een lopend programma een fout optreedt, blijft de deur vergrendeld. Ga als volgt te
werk om een foutmelding te bevestigen:
1. Houd de toetsen STOP en START tegelijkertijd 5 seconden ingedrukt.
2. Het display geeft de toetsencombinatie weer.
3. Druk P2 in, gevolgd door P1 .
4. De automaat is gereset. De automaat is weer bedrijfsklaar en de deur kan worden
geopend.
Opmerking:
Als de fout opnieuw optreedt, bijvoorbeeld vanwege een defect onderdeel, dan blijft de
reinigingsautomaat geblokkeerd.
Neem contact op met Miele Service of een geautoriseerd servicetechnicus.
MACHINESTATUS
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 41
Page 42
MENU
10. MENU
De handelingen en instellingen van de beheerder staan in het menu.
Toegang tot een groot deel van het menu is beveiligd middels een wachtwoord. Het wachtwoord
wordt tijdens de ingebruikneming door Miele Service of een geautoriseerd servicetechnicus aan
de gebruiker verstrekt.
De programmering en het menu zijn beveiligd middels verschillende wachtwoorden:
Eerste niveau: gebruikerswachtwoord (USER) en Exploitantwachtwoord (ADMIN) –
hiermee wordt toegang verstrekt tot programma's en tijdinstellingen.
Tweede niveau: technicus-wachtwoord (SERVICE) – hiermee wordt onbeperkte toegang
verstrekt tot alle menu's en machine-instellingen.
Als u het wachtwoord kwijt bent, neemt u contact op met Miele Service of een geautoriseerd
servicetechnicus.
10.1 Toegang tot het menu
Houd de toets PRG 5 seconden ingedrukt om het menu te openen.
Gebruik de toetsen P1 en P2 om door het menu te bladeren:
Druk op START om uw keuze te bevestigen.
Druk op STOP om het menu te verlaten en terug te gaan naar de situatie waarin de
automaat bedrijfsklaar is of naar de storingsmodus.
Hoofdmenu
Basisprogramma's
Geeft toestemming voor het inzien en kopiëren van programma's.
Klantprogramma's
Geeft toestemming voor het aanmaken van nieuwe klantprogramma's.
Programmakeuze
Geeft toestemming voor het activeren en deactiveren van programma's.
Instellingen
Geeft toestemming voor de toegang tot de programmering.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 42
Page 43
S
10.2 Parameterinstellingen
De toegang tot de programmeermodus is beschermd door een wachtwoord.
Ga als volgt te werk om parameters te selecteren:
Bij het instellen van parameters wordt een wachtwoord gevraagd. Dit kan met de
toetsen P1 en P2 worden ingevoerd. Als u een verkeerd wachtwoord invoert,
wordt het menu direct beëindigd.
Scroll door de parameters met behulp van de toetsen P1 en P2 .
Druk de toets START in om een parameter te wijzigen.
Met de toetsen P1 en P2 kunt u de betreffende waarden verhogen of verlagen.
Houd de toets STOP 5 seconden ingedrukt om de programmeermodus te verlaten.
Als een toets ingedrukt wordt, klinkt er een alarmtoon. Bij ernstige storingen wordt er een
permanente toon gegenereerd, afhankelijk van de instelling van de parameters P1.7, P1.8, P1.9.
De geluidssterkte kan met behulp van de parameters worden ingesteld.
13. HISTORISCHE GEGEVENS (CHARGEPROTOCOLLEN)
Tijdens een lopend programma worden gebruiksgegevens geregistreerd.
Het interne geheugen kan tot 200 programma's opslaan. Als het interne geheugen vol is, worden
de oudste gegevens overschreven.
13.1 Chargeprotocollen achteraf uitlezen
De automaat biedt u de mogelijkheid ook achteraf nog de intern opgeslagen protocollen uit te
lezen.
Er zijn de volgende documentatiemogelijkheden:
Houd de toets PRG 5 seconden ingedrukt om het menu te openen.
Scroll met behulp van de toetsen P1 en P2 door het menu en selecteer de optie
“Geschiedenis” en
Bevestig de selectie met de toets START .
Selecteer de optie “Afdrukken” met de toetsen P1 en P2 en start het afdrukken
met de toets START . In het display verschijnt de melding “Afdrukken bezig”.
Druk op de toets STOP om het proces voor het afdrukken af te breken. Het menu wordt
beëindigd.
Externe software
De gegevens worden rechtstreeks uitgelezen uit de documentatiesoftware.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 44
Page 45
V
V
V
V
LIJST MET WAARSCHUWINGEN EN GEBEURTENISSEN
14. LIJST MET WAARSCHUWINGEN EN GEBEURTENISSEN
Tijdens het gebruik kunnen aanwijzingen en waarschuwingen op het display worden
weergegeven.
Waarschuwingen in het display blijven staan totdat de oorzaak is weggenomen. Een lopend
programma wordt onderbroken door een waarschuwing.
14.1 Lijst met waarschuwingen
WaarschuwingDisplaymelding Beschrijving
1 Elekt. onderbr.
2 Deur beladingskant open
4
7
9 Belad.ontgr. Deurontgrendeling time-out
11 Geen koud waterKoudwaterimpulsen door flowmeter
12 Geen warm water Koudwaterimpulsen door flowmeter – time-out
13 Geen demi-waterKoudwaterimpulsen door flowmeter – time-out
14 Geen koud + warm waterNiveau koud en warm water – time-out
15 Geen koud + demi-waterNiveau koud en demi-water – time-out
16 Geen warm + demi-water Niveau warm en demi-water – time-out
17 Prod. Dos.1 ontbreektTe weinig proceschemicaliën (DOS1)
18 Prod. Dos.2 ontbreektTe weinig proceschemicaliën (DOS2)
19 Prod. Dos.3 ontbreektTe weinig proceschemicaliën (DOS3)
20 Prod. Dos.4 ontbreektTe weinig proceschemicaliën (DOS4)
21
23 Time-out afvoerMinimaal tankniveau tijdens afvoer – time-out
24
25 Min °C droging
26 Max °C voorspoel
27 Lim °C lekbaks.
28 Lim °C luchtsonde
29 Lim °C boilersonde
ergr.belad.open
ergr.belad.def Deurstoring.
erw.el.1 defect Storing verwarmingselement 1
entilator
Hiermee wordt tijdens een lopend programma
een stroomstoring aangeduid.
De deur aan de beladingskant is tijdens een
programma open of niet vergrendeld.
De deur aan de beladingskant is vergrendeld,
maar open.
Ventilatorschakelaar AAN, drukschakelaar geen
contact.
De luchttemperatuur bereikt tijdens de droging
niet de ingestelde waarde.
De tanktemperatuur is hoger dan de ingestelde
waarde tijdens de voorwas.
Kamertemperatuur is hoger dan 102 °C. (= max.
instelling 95 °C + veiligheid 7 °C)
(de schakelaar van de tankverwarming of
tanksensor is defect)
De luchttemperatuur is hoger dan 162 °C. (=
max. instelling 150 °C + veiligheid 12 °C)
(de schakelaar van de verwarming voor het
drogen of de luchtsensor is defect)
Tank 1 temperatuur hoger dan 100 °C. (=
max. instelling 80 °C + veiligheid 20 °C)
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 45
Page 46
LIJST MET WAARSCHUWINGEN EN GEBEURTENISSEN
A
WaarschuwingDisplaymelding Beschrijving
(de schakelaar van de tankverwarming van
tank 1 of de tanksensor van tank 1 is defect)
33 Boilersonde Storing van de boilertemperatuurvoeler
34 Temp.controle
35Bela.seri.-toets
36 Ontl.seri.-toets
37 CAN-met storing
39 Geen kuipverw.
40 Geen boilerverw. Probleem boilerverwarming
41 Geen boilerverw. Probleem boilerverwarming
42
43 Elektr. fasen Fasesequentie onjuist.
44 Niveau dampcond. Storing dampcondensator
45 Stoom cond.pomp Min.- en max.-niveau actief afvoerpompstoring.
46 Pomp
47 Flowmeter1 storing Doseerfout DOS1
48 Flowmeter2 storing Doseerfout DOS2
49 flowmeter3 storing Doseerfout DOS3
50 Flowmeter 4 storing Doseerfout DOS4
51 KOUDWATERSTROOMStoring in de watertoevoer (koud water).
52 WARMWATERSTROOMStoring in de watertoevoer (warm water).
53 DEMI-WATERSTROOMStoring in de watertoevoer (demi-water).
54 Luchtfilter
55 Geleidbaarh.-sensor Storing bij de geleidbaarheidssensor
56 GELEIDBAARHEID
58Geen kuipverw.
59 Geen boilerverw.
60 TIJD
larm therm. Storing stoomverwarming
Storing in de sensor voor de
drogingstemperatuur.
Het temperatuurverschil tussen de beide
sensoren is groter dan 1 °C.
Geen verbinding van de hoofdprintplaat naar de
beladingsbesturing.
Geen verbinding tussen de extra kaart en
toetsenbord (ontladingskant).
Geen verbinding tussen master en slave
(Canbus).
De spoelruimte wordt niet opgewarmd. De
temperatuur wordt niet in de daarvoor geldende
tijd verhoogd.
Circulatiepomp aan; drukschakelaar gesloten.
De circulatiepomp draait de verkeerde kant op.
Luchtfilter geblokkeerd. Vervang het luchtfilter.
De vacuümschakelaar is defect. Geen perslucht
beschikbaar (controleer de
persluchtvoorziening).
De geleidbaarheid is hoger dan de maximale
waarde.
De temperatuur wordt niet in de daarvoor
geldende tijd verhoogd.
De temperatuur wordt niet in de daarvoor
geldende tijd verhoogd.
De maximale tijd voor de reinigingsfase wordt
overschreden.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 46
Page 47
LIJST MET WAARSCHUWINGEN EN GEBEURTENISSEN
WaarschuwingDisplaymelding Beschrijving
72DROGING
73DROGING
74 Lim °C boilersonde De temperatuur in de boiler is te hoog.
75 Boilersonde Boilersonde 2 is defect.
76 BOILER
77 BOILER
78 BOILER
Onderdruk afvoerlucht: storing bij het openen of
sluiten van de luchtafvoerklep.
Onderdruk afvoerlucht: begrenzingsschakelaar
luchtafvoer (openen en sluiten tegelijkertijd
actief).
Het max.-niveau bij tank 3 is actief en het min.niveau is inactief.
Het max.-niveau bij tank 1 is actief en het min.niveau is inactief.
Het max.-niveau bij tank 2 is actief en het min.niveau is inactief.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 47
Page 48
LIJST MET WAARSCHUWINGEN EN GEBEURTENISSEN
A
14.2 Lijst displaymeldingen
Displaymelding Beschrijving
Druk op start Een programma kan worden gestart.
DOS1 prod.
ontbreekt
DOS2 prod.
ontbreekt
DOS3 prod.
ontbreekt
DOS4 prod.
ontbreekt
Zout
bijvullen
Dampcond.
Pomp
DRUKSENSOR Storing bij drukbewaking – waspomp
– Deur open – De deur is open en niet vergrendeld.
Wacht
Te weinig product DOS1.
Te weinig product DOS2.
Te weinig product DOS3.
Te weinig product DOS4.
Vul het regenereerzout bij.
De dampcondensator is gedurende een ingestelde tijd geactiveerd om de
hoeveelheid condensaat onder het max.-niveau te brengen.
lgemene aanwijzing waarmee de gebruiker wordt gevraagd te wachten voordat een
nieuwe invoer wordt opgegeven.
Sluit de deur! Sluit de deur.
PRINTER ACTIEF
GEEN DESINF.
Verschijnt als wordt geprobeerd een programma tijdens het afdrukken te starten met
de Start-toets.
Het programma is onderbroken en het spoelgoed is niet gedesinfecteerd.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 48
Page 49
15. USB-POORT (OPTIE)
Controle- en overdrachtsbron, wordt door Miele Service gebruikt voor servicedoeleinden.
USB-POORT (OPTIE)
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 49
Page 50
PROCESDOCUMENTATIE
16. PROCESDOCUMENTATIE
16.1 Seriële interface
De RS232-interface is bestemd voor het aansluiten van apparaten zoals een computer of printer
met behulp van de RS232-standaard conform EN/IEC 60950.
Sluit een printer als volgt aan op de seriële interface:
Interface: RS232
Baudrate: 2400 bps
Gegevenslen
gte:
Pariteit: Geen.
Handshake: XON/XOFFXON/XOFF 40
De indeling van het protocol is als volgt:
8 bits/chr
COLUMNS
Informatie met
betrekking tot
Aantal monsters
Sing.samp.time
16.2 Gebruikersadministratie
In de bediening kunnen meerdere gebruikersprofielen worden geregistreerd en beheerd. Neem
voor meer informatie contact op met Miele Service of een geautoriseerd servicetechnicus.
Informatie met
betrekking tot
programmafasen.
Gegevenswaarde
16.3 USB-poort
Controle- en overdrachtsbron, wordt door Miele Service gebruikt voor servicedoeleinden.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 50
Page 51
17. ONDERHOUD
17.1 Algemene onderhoudsadviezen
De in deze handleiding beschreven onderhoudswerkzaamheden kunnen worden onderverdeeld in
'Routinematig onderhoud' en 'Bijzonder onderhoud'.
Machinestatus
De reinigingsautomaat moet volledig uitgeschakeld zijn. De uitvoerende persoon moet controleren
of zich geen andere personen in de nabijheid van de automaat bevinden.
Veiligheidssystemen
De reinigingsautomaat mag uitsluitend met inachtneming van de geldende normen met betrekking
tot het gebruik van desinfectiemiddelen (zie gegevensbladen voor het betreffende product)
worden gebruikt. Ook gelden de regels met betrekking tot contact met machineonderdelen die
mogelijk door met pathogenen besmette materialen zijn verontreinigd. Gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen.
ONDERHOUD
Werkwijze
Start, indien mogelijk, een programma om de kamer te desinfecteren. Open de kamerdeur en
veeg deze met een desinfectiemiddel af.
Dek onderdelen aan de binnenkant en rekken met de inhoud af.
Wacht de voor de desinfectie benodigde tijd af (zie voor het juiste desinfectiemiddel het
productgegevensblad of het veiligheidsinformatieblad).
Bij onderhoudswerkzaamheden aan onderdelen van de reinigingsautomaat die niet door het
desinfectiemiddel worden bereikt, moeten veiligheidsmaatregelen worden getroffen en moeten de
geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen.
Decontaminatieprocedure
Bij reparaties of bij het vervangen van onderdelen (bijv. afvoerpomp, verwarmingselementen etc.)
waarbij de desinfectie niet volledig heeft plaatsgevonden, moet de desinfectie ter bescherming
tegen pathogenen worden uitgevoerd voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 51
Page 52
ONDERHOUD
17.2 Onderhoudsverzoek
Na een ingestelde tijd of een ingesteld aantal bedrijfsuren wordt “Onderhoud” weergegeven. Deze
waarschuwing heeft geen effect op de functionaliteit van de machine.
17.3 Werkzaamheden bij routinematig onderhoud
Het routinematig onderhoud omvat alle werkzaamheden die dienen om machineonderdelen
schoon en werkend te houden. Deze werkzaamheden moeten regelmatig of indien nodig worden
uitgevoerd.
Aangezien het hierbij om eenvoudige reinigingswerkzaamheden gaat, worden deze normaal
gesproken onder volledige verantwoordelijkheid van de operator uitgevoerd. De volgende tabel
bevat informatie over werkzaamheden bij routinematig onderhoud, aanwijzingen voor intervallen
en wie de werkzaamheden moet uitvoeren.
Elke opgave wordt in de volgende formulieren nader verklaard.
17.4 Tabel: werkzaamheden bij routinematig onderhoud
REINIGINGS- EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
FREQUENTIE MAATREGEL WIE
DAGELIJKS - Reinig de zeven in de spoelruimte.
- Controleer het niveau in de reservoirs
regelmatig, minstens dagelijks.
WEKELIJKS - Sproeiarmen: controleer de draaibeweging.
Open de eindstoppen en spoel de binnenzijde.
Controleer en reinig de sproeiers.
Opmerking:
Werkzaamheden bij routinematig onderhoud moeten in de aangegeven intervallen en
overeenkomstig de dagelijkse checklisten worden uitgevoerd.
Het wordt echter aanbevolen onderhoudswerkzaamheden tussendoor en naar behoefte uit te
voeren.
Gebruiker
Gebruiker
LET OP
De automaat en de directe omgeving ervan mogen niet worden afgespoten,
bijvoorbeeld met een waterslang of hogedrukreiniger.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 52
Page 53
ONDERHOUD
REINIGING VAN DE BEHUIZING
Verantwoordelij
Frequentie: dagelijks
k: gebruiker
WERKWIJZE:
Reinig de onderdelen van de behuizing met een vochtige doek. Gebruik uitsluitend pHneutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen,
oplosmiddelen en/of verdunningsmiddelen.
REINIGING VAN HET BEDIENINGSPANEEL:
Reinig het bedieningspaneel met een vochtige doek en afwasmiddel. Gebruik geen
schurende schoonmaakmiddelen, oplosmiddelen en/of verdunningsmiddelen.
ONTKALKEN
Verantwoordelij
k: gebruiker
WERKWIJZE:
Ontkalk altijd zonder spoelgoed. Doe 50 ml ontkalkingsmiddel direct in de kamer. Start
een reinigingsprogramma en laat dit doorlopen tot het klaar is.
Alleen nodig bij reinigingsautomaten zonder interne ontharder.
Frequentie: wekelijks. Bij een hoger waterverbruik of harder water:
dagelijks.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 53
Page 54
ONDERHOUD
V
erantwoordeli
jk: gebruiker
WERKWIJZE: reinig de afvoerfilters in de kamer als volgt:
Open de deur en verwijder de filterinzet.
ZEVEN IN DE KAMER REINIGEN
Frequentie: dagelijks
Waarschuwing:
hete oppervlakken
Verwijder de filtercombinatie uit de kamer.
Draai de schroefdraad eruit en verwijder de afdekking van het filterrek.
Reinig de filterinzet voor de afvoer. Verwijder restanten.
Verwijder afzettingen uit de afvoer en reinig de afvoer.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 54
Page 55
ONDERHOUD
Zet de schone filters er weer in.
Plaats de afdekking weer terug. Zet de afdekking vast met de schroefdraad.
Plaats de filtercombinatie weer.
REINIGING VAN DE THERMOSTAATVOELER IN DE KAMER
Verantwoordelij
k: gebruiker
WERKWIJZE: reinig de thermostaatvoeler in de kamer als volgt:
Open de deur en verwijder de filterinzet.
Frequentie: om de 6 maanden
Voer een visuele controle uit van de thermostaatvoeler in de kamer.
Reinig de thermostaatvoeler met een vochtige doek en een reinigingsmiddel als er opgedroogd
vuil zichtbaar is.
Beschadig en beweeg de voeler niet.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 55
Page 56
ONDERHOUD
REINIGING VAN DE SPROEIARMEN
Verantwoordelij
Frequentie: wekelijks
k: gebruiker
WERKWIJZE: reinig de sproeiarmen als volgt:
Open de deur en verwijder de filterinzet.
Waarschuwing:
hete oppervlakken
Verwijder de bevestigingspennen van de beide sproeiarmen en verwijder de sproeiarmen.
Schroef de afsluiting op de achterkant van de inspuiter eraf en verwijder deze.
Verwijder met een geschikt reinigingsmiddel afzettingen van de was-inspuiter.
Plaats de eindstoppen terug.
Controleer of de afdichting juist is geplaatst en niet beschadigd is. Vervang deze indien nodig.
Plaats de sproeiarmen terug.
Zet vast met de schroefdraad.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 56
Page 57
17.5 Filteren van de drooglucht
Deze machines zijn standaard voorzien van een luchtfilter (klasse 5) conform EN 779 en een
HEPA H14-filter conform EN 1822. De filters worden tijdens onderhoudswerkzaamheden
vervangen door een technicus van de Miele Service.
17.6 Bijzonder onderhoud
Bijzondere onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd.
Neem bij een storing waarbij speciaal onderhoud nodig is, contact op met de Miele Service.
Tabel: bijzonder onderhoud
ONDERHOUD
REINIGINGS- EN INSPECTIEWERKZAAMHEDEN
FREQUENTIE
Bijzonder
onderhoud wordt
na
1000 bedrijfsuren
of maximaal elke
12 maanden
uitgevoerd door de
Miele Service.
ACTIE
Filters in de ventielen: controleren, reinigen en,
Vervangen voorfilter
Vervangen HEPA-filter
Onderhoud van doseersystemen
Temperatuurvoeler controleren
Veiligheidsthermostaat: sensor controleren
Magneetkleppen: op lekkage controleren
Afvoerpomp: op lekkage controleren
Drukschakelaar controleren
Buizen en afdichtingen controleren
indien nodig, vervangen
EXPLOITA
NT
SERVICE
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 57
Page 58
PROBLEMEN – OORZAKEN – ADVIES
18. PROBLEMEN – OORZAKEN – ADVIES
18.1 Inleiding
In deze paragraaf worden mogelijke problemen behandeld die tijdens het gebruik kunnen
voorkomen, worden de oorzaken ervan genoemd en de oplossingen ervoor gegeven.
Als de problemen na het uitvoeren van deze werkzaamheden blijven bestaan of zelfs vaker
voorkomen, neem dan contact op met de Miele Service.
18.2 Storingen (S) – Oorzaken (O) – Advies (A)
S. AUTOMAAT START NIET:
O. Aardlekschakelaar gedeactiveerd.
A. Controleer de stroomvoorziening.
S. WASPROGRAMMA DRAAIT NIET:
O. De deur is niet correct gesloten.
A: Controleer of de deur gesloten is.
O. Te weinig proceschemicaliën.
A. Vervang het chemicaliënreservoir en kies “DOSx vullen”.
S: BEDRIJFSTEMPERATUUR VOOR HET PROGRAMMA WORDT NIET BEREIKT:
O. Er bevinden zich afzettingen op de thermostaatvoeler in de kamer.
A. Reinig de temperatuurvoeler in de kamer overeenkomstig de paragraaf “Onderhoud”.
S. ONVOLDOENDE RESULTATEN IN HET WASPROGRAMMA
O. De inspuiters zijn verstopt of er is kalkafzetting.
A. Reinig de inspuiters of sproeiarmen volgens de onderhoudshandleiding in de paragraaf
“Onderhoud”.
O. Te weinig water.
A. Zorg voor voldoende waterdruk en neem de oorzaak van verstoppingen weg.
O. Onvoldoende watertoevoer voor het betreffende programma.
A. Blokkeer de watertoevoer en reinig het toevoerfilter (SERVICE).
S. STORING IN DOSERING:
O. De doseerpomp werkt naar behoren.
A. Voer het routinematige onderhoud uit en neem contact op met de Miele Service of een
geautoriseerde servicetechnicus.
S: MACHINE DROOGT NIET:
O. Het luchtfilter in het drogingssysteem is vuil of verstopt.
A. Neem contact op met de Miele Service om het filter te vervangen.
O. De ventilator in het droogsysteem werkt niet.
A. Neem contact op met de Miele Service of een geautoriseerde servicetechnicus.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 58
Page 59
AFDANKEN VAN EEN APPARAAT
19. AFDANKEN VAN EEN APPARAAT
Houdt u er rekening mee dat het apparaat door bloed en andere lichaamsvloeistoffen pathogene
kiemen, facultatief pathogene kiemen, genetisch gemodificeerd materiaal, toxische of carcinogene
stoffen, zware metalen, enz. kan zijn gecontamineerd. Het apparaat moet derhalve voor de
verwijdering worden gedecontamineerd.
Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten van de proceschemicaliën. Houdt
u zich hierbij aan de veiligheidsinstructies. Gebruik een veiligheidsbril en handschoenen!
Verwijder het deurslot of maak het onbruikbaar, zodat kinderen zich niet per ongeluk in de
reinigingsautomaat opsluiten. Laat daarna het apparaat conform de geldende regelgeving
afvoeren.
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze
bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te
laten functioneren. Als u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier
niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe
uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor afgedankte elektrische en
elektronische apparaten. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen. Ook bent u, afhankelijk
van het land en de wetgeving, verplicht op het apparaat opgeslagen persoonsgebonden gegevens
te wissen. Het afgedankte apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen.
REV.0.01_COD.650169_A4
Pagina 59
Page 60
Nederland:
Miele Professional
De Limiet 2
Postbus 166, 4130 ED VIANEN
Afdeling Customer Service Professional
Tel.: (03 47) 37 88 84
Fax: (03 47) 37 84 29
E-mail: professional@miele.nl (verkoop & algemene vragen)
E-mail: serviceprofessional@miele.nl (service & onderhoud)
Website: www.miele-professional.nl