Miele KM 6350 EDST Operating instructions [nl]

Gebruiksaanwijzing en montage handleiding
Keramische inductiekookvlakken
-
KM 6350 / 6351 / 6352 / 6354 KM 6380 / 6382 / 6383
Lees absoluut de gebruiksaanwijzing en montagehandleiding voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 806 160
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Modellen .........................................................4
KM 6350 / KM 6351 / KM 6352......................................4
KM 6354 .......................................................5
KM 6380 .......................................................6
KM 6382 / KM 6383 ..............................................7
Bedieningsveld ....................................................8
Kookzonegegevens ................................................10
Speciale uitvoering ................................................12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid .................................13
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu .......................19
Het afdanken van het apparaat .......................................19
Vóór het eerste gebruik............................................20
Eerste reiniging ...................................................20
Toestel in gebruik nemen ...........................................20
Inductie .........................................................21
Hoe werkt het? ....................................................21
Geluiden ........................................................22
Kookgerei........................................................23
Bediening .......................................................24
Bedieningsprincipe ................................................24
Inschakelen ......................................................25
Tabel met vermogensstanden ........................................26
Kookstartautomaat.................................................27
Boosterfunctie ....................................................29
Warmhoudfunctie..................................................32
Uitschakelen / weergave van de resterende warmte ......................33
Tips om energie te besparen .......................................34
Timer ...........................................................35
Kookwekker ......................................................36
Kookzone automatisch uitschakelen ...................................39
Combinatiegebruik ................................................40
Veiligheidsvoorzieningen ..........................................41
Vergrendeling / inschakelblokkering ...................................41
Stop and Go......................................................43
Veiligheidsuitschakeling ............................................44
Beveiliging tegen oververhitting ......................................45
2
Inhoud
Reiniging en onderhoud ...........................................46
Programmering ..................................................48
Storingen verhelpen ..............................................51
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................55
Con|ctivity en Miele|home ........................................60
Kookvlak aanmelden ...............................................60
Kookvlak afmelden ................................................61
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................62
Kookvlakken met randlijst/facetrand .................................68
Inbouwafmetingen .................................................68
KM 6350 ......................................................68
KM 6354 ......................................................69
KM 6380 ......................................................70
KM 6382 ......................................................71
Inbouw ..........................................................72
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw.........................73
Inbouwafmetingen .................................................73
KM 6351 ......................................................73
KM 6352 ......................................................74
KM 6383 ......................................................75
Inbouw ..........................................................76
Elektrische aansluiting ............................................80
Aansluitkabel .....................................................81
Aansluitschema ...................................................82
Dienst Herstellingen aan huis van Miele, typeplaatje, garantie............83
3
Beschrijving van het toestel
Modellen
KM 6350 / KM 6351 / KM 6352
ac Kookzones met Twinboosterfunctie
bd Kookzones met boosterfunctie
e Bedieningsveld
4
KM 6354
Beschrijving van het toestel
ac Kookzones met Twinboosterfunctie
b Kookzone met boosterfunctie
d Bedieningsveld
5
Beschrijving van het toestel
KM 6380
a Kookzone met Twinboosterfunctie
bc Kookzones met boosterfunctie
d Bedieningsveld
6
KM 6382 / KM 6383
Beschrijving van het toestel
ac Kookzones met Twinboosterfunctie
bde Kookzones met boosterfunctie
f Bedieningsveld
7
Beschrijving van het toestel
Bedieningsveld
8
Beschrijving van het toestel
Sensortoetsen
a Kookvlak in-/uitschakelen
b Vergrendeling
c Vermogensstand instellen
d Boosterfunctie / Twinboosterfunctie
e Warmhoudfunctie
f - Tijd instellen
- Vermogensstand instellen voor de kookzone midden achteraan, indien aanwe zig
g Stop and Go
h - Timer selecteren
- Van timerfunctie veranderen
- Een uitschakeltijd selecteren (zie rubriek "Kookzone automatisch uitscha­kelen")
i Timer in stappen van een half uur instellen
Controlelampjes
j Vergrendeling
-
k Controlelampje van de kookzone, bijv. controlelampje rechtsboven = kookzone
rechts achteraan
l Controlelampje dat halve uren aangeeft wanneer u een kookwekkertijd van
meer dan 99 minuten instelt
m Weergave van de resterende warmte
n Twinboosterfunctie
¤ Stand 1 ¥ Stand 2
o Timerdisplay
00 tot 99 = Tijd in minuten
0.^ tot 9^ = Tijd in uren
9
Beschrijving van het toestel
Kookzonegegevens
Kookzo
Kookzo-
-
ne
y 18 - 28 Normaal
w 10 - 16 Normaal
x 14-20/
z 14 - 20 Normaal
ne
y 16 - 23 Normaal
w 10 - 16 Normaal
x 14-20/
z 14 - 20 Normaal
Minimale tot maximale
C in cm*
20x30
KM 6351 / KM 6352
Minimale tot maximale
C in cm*
20x30
KM 6350
Vermogen in watt bij 230 V**
2600 Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2
Boosterfunctie
Normaal Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2 Normaal Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2
Boosterfunctie
Totaal: 7400
Vermogen in watt bij 230 V**
Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2
Boosterfunctie
Normaal Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2 Normaal Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2
Boosterfunctie
Totaal: 7400
3000
3700
1400
2200
1850
2500
3000
2300
3000
3700
1850
3000
2300
3000
3700
1400
2200
1850
2500
3000
2300
3000
3700
1850
3000
10
Beschrijving van het toestel
Kookzo
Kookzone KM 6380
-
ne
f 18 - 28 Normaal
b 10 - 16 Normaal
a 14-20/
f 18 - 28 Normaal
b 10 - 16 Normaal
a 14 - 20 Normaal
Minimale tot maximale
C in cm*
20x30
Minimale tot maximale
C in cm*
KM 6354
Vermogen in watt bij 230 V**
Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2
Boosterfunctie
Normaal Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2 Normaal Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2
Totaal: 7400
Vermogen in watt bij 230 V**
Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2
Boosterfunctie
Boosterfunctie
Totaal: 7400
2600
3000
3700
1400
2200
1850
2500
3000
2300
3000
3700
2600
3000
3700
1400
2200
1850
3000
* Binnen het opgegeven bereik kunt u kookgerei met elke willekeurige bodemdia
meter gebruiken.
** Het opgegeven vermogen kan variëren en is afhankelijk van de grootte en het
materiaal van het gebruikte kookgerei.
-
11
Beschrijving van het toestel
Kookzo
* Binnen het opgegeven bereik kunt u kookgerei met elke willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
** Het opgegeven vermogen kan variëren en is afhankelijk van de grootte en het
materiaal van het gebruikte kookgerei.
-
ne
y 16 - 23 Normaal
w 10 - 16 Normaal
b 18 - 28 Normaal
x 14 - 20 Normaal
z 14 - 20 Normaal
Minimale tot maximale
C in cm*
KM 6382 / KM 6383
Vermogen in watt bij 230 V**
Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2
Boosterfunctie
Twinboosterfunctie, stand 1 Twinboosterfunctie, stand 2
Boosterfunctie
Boosterfunctie
Totaal: 11.100
2300
3000
3700
1400
1800
2400
3000
3700
1850
2900
1850
2900
Speciale uitvoering
Kookvlakken met het symbool < in de linkerbovenhoek zijn zo ontworpen dat er een communicatiemodule kan worden ingebouwd voor het Miele|home-systeem (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren").
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit kookvlak voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Lees de gebruiks- en montageaan wijzing daarom aandachtig door voordat u het kookvlak in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toe­stel.
Bewaar de gebruiks- en montage­aanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
-
-
-
Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige om gevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
op boerderijen,
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Gebruik het kookvlak uitsluitend in
~
huishoudelijke context voor het berei den en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoorde­lijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bedie­ning.
Dit kookvlak is niet bestemd voor
~
gebruik buiten.
-
-
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het kookvlak veilig te bedienen, mogen het toestel alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Maak gebruik van de vergrendeling
~
om te vermijden dat kinderen het kook vlak per ongeluk inschakelen of instel lingen wijzigen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
kookvlak komen in het oog. Laat kin deren nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen het kookvlak alleen
~
maar gebruiken wanneer hun de bedie ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe ten de eventuele risico's van een foutie ve bediening kunnen beseffen.
Het kookvlak wordt heet wanneer
~
het in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden.
Bewaar geen voorwerpen die voor
~
kinderen interessant zijn, boven of ach­ter het kookvlak. Anders worden kin­deren ertoe verleid op het toestel te klauteren. Er is gevaar voor verbran ding!
-
-
-
Delen van de verpakking, bijv. folie
~
of piepschuim, kunnen voor kinderen gevaar inhouden. Kinderen kunnen
­verstikken! Bewaar deze delen van de
verpakking buiten hun bereik en verwij der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
-
-
-
-
Zorg ervoor dat kinderen geen hete
~
kookpotten en pannen omlaag kunnen trekken. Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werk blad. Hierdoor voorkomt u dat iemand zich verbrandt. In de handel vindt u een speciaal beveiligingshekje waardoor dit risico wordt beperkt.
14
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het kookvlak
~
wordt geïnstalleerd of het toestel zicht baar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van het
~
kookvlak is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is belangrijk dat u dit con troleert. Laat de elektrische installatie in uw wo ning bij twijfel door een elektricien con­troleren. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding on­derbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere ge­vaar voor elektrische schokken.
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit daarna pas uw kookvlak aan. Deze gegevens dienen absoluut over een te stemmen. Anders treedt er scha de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uw kookvlak enkel in inge
~
bouwde toestand. Enkel dan is een vei lige werking gewaarborgd.
-
-
-
-
Open in geen geval de behuizing
~
van het kookvlak. Wanneer u aansluitingen onder span
­ning aanraakt of de elektrische en me
chanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het toe stel leiden.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen wor den uitgevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
­herstellingswerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het kookvlak van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is vol­daan:
De zekeringen in uw zekeringenkast zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen in uw
­zekeringenkast zijn helemaal uitge
draaid.
De stekker is uit het stopcontact ge trokken.
­Trek bij toestellen met stekker niet
aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
-
-
-
-
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als het kookvlak is uitgerust met een
~
communicatiemodule, moeten zowel het kookvlak als de communicatiemo dule van het elektriciteitsnet losgekop peld zijn tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken.
Laat u het kookvlak tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door Miele erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als de aansluitkabel beschadigd is,
~
moet een elektricien de kabel vervangen door een speciale aansluit­kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijg­baar bij Miele of via de Service After Sales van Miele.
-
-
Veilig gebruik
Alleen voor personen met een pace
~
maker:
­Hou ermee rekening dat er in de
onmiddellijke omgeving van het inge schakelde kookvlak een elektromagne tisch veld ontstaat. Het is echter onwaarschijnlijk dat de werking van uw pacemaker hierdoor wordt beïnvloed. Bij twijfel vraagt u de fabrikant van uw pacemaker of uw arts om raad.
Hou magnetiseerbare voorwerpen,
~
zoals kredietkaarten, diskettes, zakrekenmachines, uit de onmiddellijke omgeving van het ingeschakelde kook­vlak. De werking ervan zou kunnen wor­den beïnvloed.
Het kookvlak wordt heet wanneer
~
het in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra de streepjes voor resterende warmte zijn uitgegaan, is er geen ge­vaar meer dat u zich eraan kunt ver­branden.
-
-
-
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verlengkabels om het kookvlak aan te sluiten. Die bieden niet voldoende vei ligheidsgaranties. Er bestaat onder an dere gevaar voor oververhitting.
Als het kookvlak defect is of als de
~
keramische plaat barsten of spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in ge bruik nemen en dient u het toestel di rect uit te schakelen. Ontkoppel het toestel in dat geval van het elektrici teitsnet. Anders bestaat het risico dat u elektrische schokken oploopt.
16
-
-
Laat het kookvlak niet zonder toe
~
zicht achter terwijl het in werking is! Miele is niet verantwoordelijk voor de
-
schade die door het verwarmen van
-
leeg kookgerei kan optreden aan de glaskeramiek. Door oververhitting kunnen olie en vet in brand vliegen en kan vervolgens het toestel in brand vliegen.
­Als heet vet of hete olie in brand
~
vliegt, probeer het vuur dan niet met water te blussen! Doe het vuur stikken, bijv. met een deken, een vochtige vaat doek of iets in die aard.
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bescherm uw handen telkens als u
~
met het hete kookvlak omgaat. Maak gebruik van ovenwanten, pannenlap pen of iets dergelijks. Zorg ervoor dat dit textiel niet nat of vochtig is. Anders wordt de warmte sterker overgedragen en kunt u zich verbranden.
Flambeer nooit gerechten onder een
~
dampkap. De ventilator zuigt de vlam men aan zodat de dampkap in brand kan vliegen.
Gebruik het kookvlak niet om er
~
voorwerpen op neer te leggen. Leg vooral nooit messen, vorken, lepels enz. of andere metalen voorwerpen op het toestel. Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk inscha­kelt of als het nog warm is van een be­reiding, bestaat het risico dat metalen voorwerpen verhitten. U kunt zich eraan verbranden. Afhankelijk van het materiaal, kunnen voorwerpen die u op het toestel plaatst ook smelten of in brand vliegen. Natte deksels van kookgerei kunnen zich vastzuigen. Vergeet de kookzones na gebruik niet uit te schakelen!
Dek het kookvlak nooit af met een
~
doek of folie. Wanneer u het toestel dan per ongeluk inschakelt of wanneer het kookvlak nog warm is, bestaat er brandgevaar.
Gebruik geen kookgerei van kunst
~
stof of aluminiumfolie. Dat smelt bij ho gere temperaturen. Er is dan ook brandgevaar!
-
-
-
-
Verwarm geen gesloten recipiënten,
~
bijv. conservenblikjes, met dit toestel. Door de resulterende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes uiteenspatten. Er is dan risico op verbrandingen en ander lichamelijk letsel!
Gebruik alleen kookpotten en pan
~
nen met een effen bodem. Als u potten en pannen met een ruwe bodem ge bruikt, kunnen er krassen op de kera mische plaat optreden.
Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij
~
de fabrikant van het kookgerei deze toepassing uitdrukkelijk toelaat. Door dat het kookvlak via de inductie heel snel heet wordt, kan de temperatuur ter hoogte van de bodem van het kookge­rei in een mum van tijd de zelfontbrandingstemperatuur van oliën of vetten bereiken.
Hou het kookvlak schoon. Zout, sui-
~
ker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken van groenten, kun­nen krassen veroorzaken.
Zet in geen geval hete kookpotten of
~
pannen op het bedieningsveld. De elektronische besturing die eronder zit, kan schade oplopen.
Vermijd dat er voorwerpen of kook
~
gerei op de keramische plaat vallen. Zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes kunnen barsten of spleten in de keramische plaat veroorzaken.
-
-
-
-
-
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als er suiker, eten met suiker, kunst
~
stof of aluminiumfolie op een warm kookvlak terechtkomt, moet u het toe stel uitschakelen. Verwijder deze stof fen onmiddellijk grondig met een glas krabber, terwijl de kookzone nog heet is. Als u zou wachten tot het toestel is afgekoeld, zou u het oppervlak bescha digen. Let op dat u zich niet verbrandt! Maak de kookzone verder schoon zo dra ze afgekoeld is.
Wanneer u een elektrisch toestel,
~
bijv. een handmixer, gebruikt in de buurt van het kookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet met het hete kookvlak in contact komt. De isolatie van de kabel kan beschadigd raken. Er bestaat gevaar voor elektrische schok­ken!
Uw kookvlak is uitgerust met een
~
koelventilator. Als er zich een lade be­vindt onder het ingebouwde toestel, moet u ervoor zorgen dat er voldoende afstand is tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het toestel om zo een optimale ventilatie te verzekeren. U mag geen scherpe of kleine voorwerpen zoals papier in deze lade bewaren. Die kunnen via de venti latiespleten in de behuizing terecht komen of erin worden gezogen. Op die manier kan de ventilator of de koeling beschadigd raken.
-
-
-
-
vervaardigd te zijn van materiaal dat te
-
gen hitte bestand is.
Metalen voorwerpen die in een lade
~
onder het kookvlak worden bewaard,
­kunnen heet worden wanneer het toe
stel lang en intensief wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat gerechten altijd vol
-
~
doende worden verwarmd. Kiemen die eventueel in de gerechten aanwezig zijn, worden alleen gedood als de tem peratuur waaraan ze worden blootge steld hoog genoeg is en die lang ge noeg wordt aangehouden.
Gebruik in geen geval twee pannen
~
of kookpotten tegelijk op één kook- of braadzone.
Als het kookvlak is ingebouwd ach-
~
ter een meubeldeur, mag het alleen worden gebruikt wanneer de meubel­deur is geopend. De meubeldeur mag pas worden geslo­ten wanneer het toestel uitgeschakeld is en de streepjes voor resterende warmte verdwenen zijn.
Als het kookvlak boven een oven of
~
fornuis met pyrolysereiniging inge bouwd is, mag het tijdens de pyrolyse reiniging niet worden gebruikt. De be
­veiliging tegen oververhitting van het
kookvlak zou in werking kunnen treden (zie gelijknamige rubriek).
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Als er onder het kookvlak een lade
~
is aangebracht, mag u daarin geen licht ontvlambare vloeistoffen noch brandbare voorwerpen zoals bijv. spraybussen bewaren. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die
18
Miele is niet aansprakelijk voor scha de die ontstaan is doordat deze vei ligheidsrichtlijnen niet in acht wer den genomen.
-
-
-
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieu vriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw han delaar neemt de verpakking terug.
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa­raat dan ook nooit met het gewone af­val.
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
­de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
19
Vóór het eerste gebruik
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Technische Dienst van Miele, typeplaatje" of "Typeplaatje".
Eerste reiniging
Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
^
Voor het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over
^
het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
Toestel in gebruik nemen
Enkel bij kookvlakken met facetrand (geslepen glazen rand): De eerste dagen na de inbouw kan er een kleine spleet zichtbaar zijn tussen het kookvlak en het werkblad. Door het gebruik wordt die wel kleiner. Ondanks deze spleet blijft de elektrische veiligheid steeds gewaarborgd.
Wanneer het toestel voor het eerst wordt gebruikt, komt er een geur vrij en ontstaat er eventueel damp. Bij het volgende gebruik is de geur al wat minder merkbaar. Uiteindelijk ver­dwijnt ze helemaal.
20
De geur en damp die eventueel ontstaan wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Hou er rekening met dat de opwarmtijd bij inductiekook vlakken erg veel korter is dan bij traditionele kookvlakken.
-
Hoe werkt het?
Inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneet veld waardoor de bodem van het kookgerei heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stra lingswarmte van het kookgerei.
Een inductiekookzone reageert alleen op kookgerei met een magnetiseerbare bodem (zie rubriek "Kookgerei"). Andere kookpotten/pannen worden niet heet.
Bij inductie wordt automatisch rekening gehouden met de grootte van het gebruikte kookgerei. Het inductiesysteem werkt alleen op het gedeelte dat door de bodem van het kookgerei wordt bedekt.
De kookzone functioneert niet,
– als u ze probeert in te schakelen terwijl er geen kookgerei
of ongeschikt kookgerei (kookgerei met een niet-magnet­iseerbare bodem) op de kookzone staat.
– als de bodemdiameter van het gebruikte kookgerei te klein
is.
-
-
– als u het kookgerei van een ingeschakelde kookzone
wegneemt.
In dat geval knipperen de cijfers 1 tot 9 in de desbetreffende cijferreeks.
Als u binnen de 3 minuten geschikt kookgerei op de kookzo ne zet, gaan de cijfers continu branden en kunt u gewoon doorgaan.
Wordt er geen kookgerei of ongeschikt kookgerei op de kook zone gezet, dan wordt de kookzone of het kookvlak na 3 minuten automatisch uitgeschakeld.
Leg geen messen, vorken, lepels enz. of andere metalen voorwerpen op het toestel. Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat derge lijke voorwerpen verhitten. U kunt zich eraan verbranden.
Vergeet de kookzones na gebruik niet uit te schakelen.
-
-
-
21
Inductie
Geluiden
Bij gebruik van inductiekookzones kunnen in het kookgerei, afhankelijk van het materiaal en de uitvoering van de bodem, volgende geluiden ontstaan:
Op een hoge vermogensstand kan het toestel een brom
geluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt wan neer een lagere vermogensstand wordt ingesteld.
Bij gebruik van kookgerei met een bodem die uit verschil
lende materialen bestaat (bijv. een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver
bonden kookzones (zie rubriek "Boosterfunctie") tegelijker tijd worden gebruikt en op de kookzones kookgerei staat met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijv. een sandwichbodem).
– Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronische
schakelingen klikgeluiden optreden.
Om de levensduur van de elektronische besturing te vergro­ten, is het toestel voorzien van een ventilator. Als u het toestel intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid. Ook nadat u het toestel hebt uitgescha­keld, kan de ventilator nog doorlopen.
-
-
-
-
-
22
Kookgerei
Inductie
Kookgerei uit de volgende materialen is geschikt:
Roestvrij staal met magnetiseerbare bodem
Geëmailleerd staal
Gietijzer
Kookgerei uit de volgende materialen is niet geschikt:
Roestvrij staal met niet-magnetiseerbare bodem
Aluminium, koper
Glas-/keramiek, aardewerk
Als u niet zeker bent of een kookpot of pan geschikt is voor inductie, kunt u dit controleren door een magneet tegen de bodem te houden. Als de magneet zich vasthecht, is het kookgerei geschikt.
Hou ermee rekening dat de eigenschappen van de bodem van het kookgerei het bereidingsresultaat kunnen beïn­vloeden.
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone moet u de grootte van het kookgerei zo kiezen dat het kookgerei tussen de binnenste en de buitenste markering van de kookzone past. Als het kookgerei kleiner is dan de binnenste markering, kan de inductie eventueel niet werken. De kookzone reageert dan alsof er geen kookgerei geplaatst is.
Hou ermee rekening dat bij kookpotten en pannen vaak de maximale of bovenste diameter wordt opgegeven. Wat telt, is echter de meestal kleinere diameter van de bodem.
Plaats het kookgerei centraal op de kook- of braadzone. Als het niet centraal op de kook- of braadzone staat, kan de greep erg heet worden.
23
Bediening
Bedieningsprincipe
Het bedieningsveld van uw keramische kookvlak is voorzien van elektronische sensortoetsen. Die reageren op het contact met uw vingers.
Als het kookvlak is uitgeschakeld, zijn alleen de op het kook vlak gedrukte symbolen voor de aan-uitsensortoets van het kookvlak en de vergrendeling zichtbaar.
Als het kookvlak wordt ingeschakeld, lichten alle andere sen sortoetsen op. In de cijferreeksen brandt "0" met lichtsterkte 2 en branden de cijfers 1 tot 9 met lichtsterkte 1. Als een vermogensstand wordt ingesteld, branden de cijfers 0 tot en met het cijfer van de ingestelde vermogensstand met lichtsterkte 2.
Als de booster- of warmhoudfunctie is ingesteld, brandt de desbetreffende sensortoets met lichtsterkte 2.
Door met een vinger de gewenste sensortoetsen aan te ra­ken, bedient u het kookvlak. Bij elke reactie van de sensor­toetsen hoort u een geluidssignaal.
Hou het bedieningsveld altijd schoon. Leg er geen voor­werpen op. Anders reageren de sensortoetsen niet of acti­veert u onbedoeld functies. Ook is het mogelijk dat het kookvlak dan automatisch wordt uitgeschakeld (zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling"). Zet in geen geval heet kookgerei op de sensortoetsen. Hierdoor kan de elektronische besturing onder het display beschadigd raken.
-
-
24
Inschakelen
Schakel eerst het kookvlak in en schakel daarna de gewenste kookzone in.
Laat het toestel niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
Kookvlak inschakelen
Raak de sensortoets s aan.
^
Alle sensortoetsen lichten op. Stelt u niets in, dan wordt het kookvlak om veiligheidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone activeren
Een kookzone is niet actief als alleen de "0" van de cijferreeks brandt. Raak de "0" aan om de kookzone te activeren. Alle vermogensstanden lichten op.
Vermogensstand instellen
In de fabriek geprogrammeerde vermogensstanden
Bediening
^ Raak het desbetreffende cijfer aan in de cijferreeks van de
gewenste kookzone.
Tussenstanden als u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid
(zie rubriek "Tabel met vermogensstanden")
^
Raak de ruimte tussen de cijfers aan.
Als u bijv. vermogensstand 7+ instelt, branden de cijfers 7 en 8 helderder dan de overige cijfers.
Vermogensstand wijzigen
^
Raak het desbetreffende cijfer aan in de cijferreeks van de gewenste kookzone.
25
Bediening
Tabel met vermogensstanden
In de fabriek zijn 9 vermogensstanden geprogrammeerd. Als u fijner afgestemde vermogensstanden wenst, kunt u het aantal standen uitbreiden (zie rubriek "Pro grammering").
Stand
Fabrieksinstel
ling
(9 vermogens
standen)
Boter smelten Gelatine oplossen
Rijstpap of havermoutpap maken 2 2 tot 2+
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Rijst koken
Groenten in blokken ontdooien 3 2+ tot 3
Graan gaar koken 3 2+ tot 3+
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen Omelet of spiegelei zonder korst bakken Fruit blancheren
Deegwaren gaar koken 4 4 tot 5+
Groente of vis stoven 5 5
Diepvriesproducten ontdooien en opwarmen 5 5 tot 5+
Grote hoeveelheden eten aan de kook brengen, bijv. een pansgerechten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of sauce hollandaise
Spiegeleieren behoedzaam bakken (zonder dat het vet over verhit wordt)
Vis, schnitzel en worst behoedzaam braden (zonder dat het vet oververhit wordt)
Pannenkoeken, flensjes bakken 7 6+ tot 7
Stoofgerechten aanbraden/even laten braden 8 8 tot 8+
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen Aankoken
-
-
1 tot 2 1 tot 2+
3 3 tot 3+
4 4 tot 4+
6 5+ tot 6
6 5+ tot 6+
7 6+ tot 7+
99
Aantal uitgebreid
­(17 vermogens-
-
standen)
-
De gegevens zijn richtwaarden. Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het materiaal van de bodem van het kookgerei. Daarom is het mogelijk dat u met uw kookgerei lichtjes andere vermogensstanden moet gebruiken. Probeer zelf uit wat de optimale instellingen zijn voor uw kookgerei.
26
Kookstartautomaat
Bediening
Activeren
Deactiveren
Als de kookstartautomaat geactiveerd is, wordt de desbetref fende kookzone automatisch een bepaalde tijd op het hoog ste vermogen verwarmd. Daarna wordt teruggeschakeld naar de vermogensstand die u hebt ingesteld. Dit noemen we de voortkookstand. De kookstarttijd hangt af van de ingestelde voortkookstand (zie tabel).
Stel een voortkookstand in door het gewenste cijfer aan te
^
raken totdat een geluidssignaal weerklinkt en de ingestelde voortkookstand begint te knipperen.
Gedurende de kookstart (zie tabel) knippert de ingestelde voortkookstand.
Wordt tijdens de kookstart de voortkookstand gewijzigd, dan wordt de kookstartautomaat gedeactiveerd.
Hebt u het aantal vermogensstanden uitgebreid (zie ru­briek "Programmering") en een tussenstand ingesteld, dan knipperen de vermogensstanden voor en na de tussenstand.
U kunt de kookstartautomaat gedurende de kookstarttijd uit­schakelen.
^
Raak de ingestelde voortkookstand aan totdat het cijfer constant brandt, of stel een andere vermogensstand in.
-
-
27
Bediening
Voortkookstand* Kookstarttijd (duur)
in minuten en seconden (ca.)
1 0:15
1+ 0:15
2 0:15
2+ 0:15
3 0:25
3+ 0:25
4 0:50
4+ 0:50
5 2:00
5+ 5:50
6 5:50
6+ 2:50
7 2:50
28
7+ 2:50
8 2:50
8+ 2:50
9-
* De voortkookstanden 1+ enz. zijn alleen beschikbaar als u
het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid (zie rubriek "Programmering").
Boosterfunctie
Bediening
De kookzones hebben een boosterfunctie of een Twinboosterfunctie (zie rubriek "Beschrijving van het toestel").
Met de boosterfunctie kan een hoger vermogen worden gele verd om snel grote hoeveelheden te kunnen verwarmen (bijv. grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Als deze functie ingeschakeld is, werken de kookzones geduren de 15 minuten met een extra hoog vermogen.
Er kunnen maximaal twee boosterfuncties tegelijk worden ge bruikt: u kunt tegelijkertijd die voor een kookzone links en die voor een kookzone rechts gebruiken.
Als de boosterfunctie wordt ingeschakeld wanneer
– er geen vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van
de boostertijd of bij voortijdig uitschakelen automatisch naar vermogensstand 9 teruggeschakeld.
– er wel een vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop
van de boostertijd of bij voortijdig uitschakelen automa­tisch naar de eerder ingestelde vermogensstand terugge­schakeld.
Neemt u tijdens de boostertijd het kookgerei weg, dan wordt de boosterfunctie onderbroken. De functie wordt weer geacti­veerd als u het kookgerei binnen de 3 minuten terugzet op de kookzone.
Om het vermogen voor de boosterfuncties te kunnen leveren, moet het systeem gedurende de boostertijd aan een andere kookzone een deel van het vermogen onttrekken. Daarom zijn telkens twee kookzones zoals aangegeven met elkaar ver bonden (gekoppeld). Voorbeeld:
-
-
-
-
29
Bediening
Als u de boosterfunctie of stand 1 van de Twinboosterfunctie inschakelt, gebeurt het volgende met de kookzone die ver bonden is met de desbetreffende kookzone:
als de kookstartautomaat is geactiveerd, wordt deze gede
activeerd.
als voor de kookzone die verbonden is met de desbetref
fende kookzone vermogensstand 9 is ingesteld, wordt de vermogensstand verlaagd.
Als u stand 2 van de Twinboosterfunctie inschakelt, wordt de kookzone die verbonden is met de desbetreffende kookzone uitgeschakeld.
-
-
-
30
Bediening
Zolang de boosterfunctie in werking is, branden de sensor toets B en alle cijfers in de desbetreffende cijferreeks met lichtsterkte 2.
Boosterfunctie inschakelen
Raak "0" aan in de cijferreeks van de desbetreffende kook
^
zone.
Stel eventueel een vermogensstand in.
^
Raak de sensortoets B aan.
^
Twinboosterfunctie inschakelen
Stand 1
Raak "0" aan in de cijferreeks van de desbetreffende kook
^
zone.
^ Stel eventueel een vermogensstand in.
^ Raak de sensortoets B aan.
Het controlelampje voor stand 1 ¤ van de Twinboosterfunctie gaat aan.
Stand 2
^ Raak "0" aan in de cijferreeks van de desbetreffende kook-
zone.
-
-
-
^
Stel eventueel een vermogensstand in.
^
Raak de sensortoets B 2 keer aan.
Het controlelampje voor stand 2 ¥ van de Twinboosterfunctie gaat aan.
Boosterfunctie / Twinboosterfunctie uitschakelen
^
Raak de sensortoets B als volgt aan:
- 1 keer (boosterfunctie)
- zo vaak totdat de controlelampjes uitgaan (Twinboosterfunctie).
of
^
Stel een andere vermogensstand in.
31
Bediening
Warmhoudfunctie
Alle kookzones zijn voorzien van een warmhoudfunctie.
Als de warmhoudfunctie is ingesteld, wordt de kookzone na maximaal 2 uur werking uitgeschakeld.
De warmhoudfunctie dient om gerechten direct na de be reiding warm te houden, wanneer ze dus nog warm zijn. Deze is niet geschikt om koude gerechten op te warmen!
Warmhoudfunctie in-/uitschakelen
Raak de sensortoets 2 van de desbetreffende kookzone
^
aan.
Tips
Hou gerechten uitsluitend in het kookgerei (kookpot/pan) warm. Dek het kookgerei af met een deksel.
Tijdens het warmhouden moeten de gerechten niet worden omgeroerd.
Hou ermee rekening dat er voedingsstoffen verloren gaan tijdens het bereiden van voedingsmiddelen en dat dit proces wordt voortgezet tijdens het warmhouden. Hoe langer de voedingsmiddelen worden warmgehouden, hoe meer voe­dingsstoffen er verloren gaan. Hou de warmhoudtijd zo kort mogelijk.
-
32
Uitschakelen / weergave van de resterende warmte
Kookzone uitschakelen
Raak het cijfer "0" aan in de cijferreeks van de desbetref
^
fende kookzone.
Bediening
-
De cijfers 1 tot 9 van de cijferreeks doven na enkele secon den. Is de kookzone nog heet, dan wordt via streepjes de resterende warmte weergegeven.
Kookvlak uitschakelen
^
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. Alle sensortoetsen gaan uit.
Als er nog kookzones warm zijn, doven de cijfers 1 tot 9 van de desbetreffende cijferreeksen na enkele seconden. Voor de kookzones die nog heet zijn, wordt de resterende warmte via streepjes weergegeven.
De streepjes die de resterende warmte weergeven, ver­dwijnen één voor één naarmate de kookzones afkoelen. Sa­men met het laatste streepje dooft ook de "0".
-
Raak de sensortoets s aan.
Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes voor de resterende warmte branden. Leg op de kookzones ook geen voorwerpen die geen hitte kunnen verdragen. Gevaar voor brandwonden en brand!
33
Tips om energie te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo
vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Zonder deksel Met deksel
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine kookpot.
Voor het verwarmen van een kleine kookpot is minder energie nodig dan voor het verwarmen van een grotere, nauwelijks gevulde kookpot.
– Gebruik weinig water bij het bereiden.
– Stel na de kookstart of het aanbraden een lagere vermo-
gensstand in.
– U kunt de bereidingstijd aanzienlijk verkorten door een
snelkookpan/snelkookpot te gebruiken.
34
Timer
h
Als u de timer wilt gebruiken moet het kookvlak ingeschakeld zijn.
U kunt de timer op twee manieren gebruiken:
als kookwekker
voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (01) en 9 uren (9^).
Een tijd tot 99 minuten wordt in minuten ingesteld en weerge geven. Voorbeeld
Bij een tijd van meer dan 99 minuten, moet eerst de sensor­toets h worden aangeraakt. De tijd wordt in stappen van een half uur ingesteld. De halve uren worden via een punt naast het cijfer weergegeven. Voorbeeld (2 uur en 30 minuten):
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt 00 op het timerdisplay. Tegelijkertijd weerklinkt er enkele seconden lang een geluidssignaal.
-
35
Timer
h
h
h
Kookwekker
Kookwekkertijd instellen
Minuten
Voorbeeld: U wilt 15 minuten instellen.
Schakel het kookvlak in (als dat nog niet gebeurd is).
^
Raak de sensortoets m aan.
^
De sensortoets m knippert. Op het timerdisplay verschijnt 00. De 0 rechts knippert.
Eerst wordt het linkercijfer van de tijd ingesteld, vervolgens het rechtercijfer.
^ Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als
linkercijfer (in dit voorbeeld 1).
Op het timerdisplay knippert nu rechts een 1.
^
Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als rechtercijfer (in dit voorbeeld 5).
De 1 verschuift naar links en rechts verschijnt 5.
Na enkele seconden stopt de sensortoets m met knipperen en begint het aftellen van de kookwekkertijd.
36
Uren
hhh
Timer
U kunt volle uren instellen door in de cijferreeks het desbe treffende cijfer aan te raken. U kunt halve uren instellen door in de cijferreeks de ruimte tussen 2 cijfers aan te raken. Voorbeeld: U wilt 2 uren en 30 minuten instellen.
Schakel het kookvlak in (als dat nog niet gebeurd is).
^
Raak de sensortoets m aan.
^
De sensortoets m knippert. Op het timerdisplay verschijnt 00. De 0 rechts knippert.
^ Raak de sensortoets h aan om de tijd in stappen van een
half uur in te stellen.
^
Raak in de cijferreeks de ruimte tussen de cijfers 2 en 3 aan.
-
Na enkele seconden stoppen de sensortoets m en het timerdisplay met knipperen. Het aftellen van de kookwekker tijd begint.
-
37
Timer
Kookwekkertijd wijzigen
Raak de sensortoets m aan.
^
Stel de gewenste tijd in zoals hierboven beschreven.
^
Kookwekkertijd wissen
Raak de sensortoets m aan.
^
Raak in de cijferreeks het cijfer 0 aan.
^
38
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch moet worden uitgeschakeld. De functie voor het automatisch uitschakelen kan voor alle kookzones tegelijk worden geprogrammeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegelaten gebruiksduur, wordt de kookzone na afloop van de tijd van de veiligheidsuitschakeling (zie gelijknamige ru briek) uitgeschakeld.
Stel voor de desbetreffende kookzone een vermogens
^
stand in.
Raak de sensortoets m zo vaak aan tot op het timerdisplay
^
het controlelampje van de desbetreffende kookzone knip­pert.
Als meerdere kookzones ingeschakeld zijn, knipperen de controlelampjes in wijzerzin, te beginnen vanaf vooraan links.
^ Stel de gewenste tijd in.
De ingestelde tijd wordt in stappen van een minuut afgeteld. Op het timerdisplay ziet u de resterende tijd. U kunt deze op elk moment wijzigen.
Timer
-
-
Als u ook een andere kookzone automatisch wilt laten uit schakelen, gaat u te werk zoals reeds beschreven.
Als meerdere uitschakeltijden geprogrammeerd zijn, wordt de kortste resterende tijd weergegeven. Op het timerdisplay knippert het controlelampje van de desbetreffende kookzone. De andere controlelampjes branden continu. Wilt u de reste rende tijden weergeven die op de achtergrond aflopen, raak
dan de sensortoets m zo vaak aan totdat op het timerdisplay het gewenste controlelampje knippert.
-
-
39
Timer
Combinatiegebruik
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitscha kelen" tegelijk gebruiken.
Ga als volgt te werk als u een of meer uitschakeltijden hebt geprogrammeerd en ook de kookwekker wilt instellen: Raak de sensortoets m zo vaak aan tot de controlelampjes van de geprogrammeerde kookzones continu branden en op het timerdisplay 00 verschijnt.
Ga als volgt te werk als u de kookwekker hebt ingesteld en ook een of meer uitschakeltijden wilt programmeren: Raak de sensortoets m zo vaak aan tot op het timerdisplay het controlelampje van de desbetreffende kookzone knippert.
Kort na het invoeren van de laatste waarde schakelt het timerdisplay over naar de weergave van de kortste resteren­de tijd. Wilt u de resterende tijden weergeven die op de achtergrond aflopen, raak dan de sensortoets m zo vaak aan totdat op het timerdisplay het gewenste controlelampje knippert
(automatisch uitschakelen).
- het timerdisplay knippert (kookwekkertijd).
U kunt in wijzerzin de tijden voor alle ingeschakelde kookzo­nes en de kookwekkertijd weergeven, te beginnen vanaf de kortste resterende tijd.
-
40
Vergrendeling / inschakelblokkering
Om te vermijden dat iemand het kookvlak en de kookzones per vergissing inschakelt of instellingen wijzigt, is uw toestel uitgerust met een vergrendeling (inschakelblokkering).
De vergrendeling kan worden geactiveerd als het kookvlak is ingeschakeld. Als de vergrendeling geactiveerd is, kan het kookvlak alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, het kookvlak en de timer kunnen wel wor
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge schakeld.
De inschakelblokkering kan worden geactiveerd als het kookvlak is uitgeschakeld. Als de inschakelblokkering geacti­veerd is, kan het toestel niet worden ingeschakeld en kan de timer niet worden bediend.
Het toestel is zo geprogrammeerd dat de inschakelblokkering handmatig moet worden geactiveerd. In de programmeermodus kunt u instellen dat de inschakel­blokkering 5 minuten na het uitschakelen van het kookvlak automatisch wordt geactiveerd als het toestel niet handmatig wordt vergrendeld (zie rubriek "Programmering").
Veiligheidsvoorzieningen
-
-
-
Als u een niet-toegelaten sensortoets aanraakt terwijl de ver grendeling of inschakelblokkering is geactiveerd, gaat het desbetreffende controlelampje aan en wordt op het timerdisplay enkele seconden LC weergegeven.
In de fabriek is bediening met drie vingers ingesteld. U kunt deze instelling wijzigen in bediening met één vinger (zie ru briek "Programmering").
Hou ermee rekening dat de vergrendeling en de inscha kelblokkering worden gedeactiveerd bij een stroomonder breking.
-
-
-
-
41
Veiligheidsvoorzieningen
Activeren
Bediening met drie vingers (fabrieksinstelling)
Raak tegelijkertijd de sensortoets $ en de stand "0" van de
^
twee kookzones rechts zo lang aan totdat het controle lampje van de vergrendeling aangaat en op het timerdisplay LC wordt weergegeven.
Kort daarna gaat het controlelampje uit en verdwijnt LC.
Bediening met één vinger
Raak de sensortoets $ zo lang aan totdat het controle
^
lampje van de vergrendeling aangaat en op het timerdisplay LC wordt weergegeven.
Kort daarna gaat het controlelampje uit en verdwijnt LC.
Deactiveren
Bediening met drie vingers (fabrieksinstelling)
^ Raak tegelijkertijd de sensortoets $ en de stand "0" van de
twee kookzones rechts zo lang aan totdat het controle­lampje van de vergrendeling uitgaat en op het timerdisplay LC verdwijnt.
-
-
42
Bediening met één vinger
^
Raak de sensortoets $ zo lang aan totdat het controle lampje van de vergrendeling uitgaat en op het timerdisplay LC verdwijnt.
-
Stop and Go
Veiligheidsvoorzieningen
Activeren
Deactiveren
Uw toestel is uitgerust met een functie die bij het activeren er van de vermogensstand van al de ingeschakelde kookzones beperkt tot stand 1. De vermogensstanden van de kookzones en de instelling van de timer kunnen niet worden gewijzigd. U kunt alleen het kookvlak uitschakelen.
Bij het deactiveren van "Stop and Go" werken de kookzones verder op de vermogensstand die u het laatst hebt ingesteld. Als de functie niet wordt gedeactiveerd, wordt het kookvlak na 1 uur uitgeschakeld.
Bij activering van "Stop and Go"
- wordt het aftellen van een ingestelde tijd voor automatische uitschakeling onderbroken. Zodra u deze
functie deactiveert,
loopt de tijd verder.
- loopt de kookwekkertijd zonder onderbreking verder.
^ Raak de sensortoets aan.
Het vermogen van de ingeschakelde kookzones wordt ver­minderd tot vermogensstand 1.
^
Raak de sensortoets aan.
-
De kookzones werken nu op de vermogensstand die u het laatst hebt ingesteld.
43
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie tabel) op dezelfde vermogensstand in werking, dan wordt die kookzone automa tisch uitgeschakeld. De streepjes voor de resterende warmte worden weergegeven.
Wenst u de kookzone opnieuw te gebruiken, schakel ze dan op de gebruikelijke manier weer in.
Vermogensstand* Maximale gebruiksduur in uren
1/1+ 10
2/2+ 5
3/3+ 5
4/4+ 4
5/5+ 3
6/6+ 2
7/7+ 2
-
8/8+ 2
91
* De vermogensstanden 1+ enz. zijn alleen beschikbaar als
u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid (zie ru briek "Programmering").
Als de sensortoetsen bedekt zijn
Het kookvlak wordt automatisch uitgeschakeld als een of meer sensortoetsen langer dan ca. 10 seconden bedekt zijn, bijvoorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of als er voorwerpen op liggen. Op het timerdisplay knippert F.
^
Reinig het bedieningsveld of verwijder de voorwerpen.
F verdwijnt. U kunt het kookvlak weer gebruiken.
44
-
Beveiliging tegen oververhitting
Alle inductiespoelen en koellichamen van de elektronische besturing zijn voorzien van een beveiliging tegen oververhit ting. Voordat de inductiespoelen of de koellichamen overver hit raken, zorgt de beveiliging tegen oververhitting voor een van de volgende reacties:
Inductiespoelen
Een ingeschakelde boosterfunctie wordt geannuleerd.
De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
Op het timerdisplay knipperen afwisselend FE en "44".
Zodra de foutmelding is verdwenen, kunt u de kookzone weer gewoon gebruiken.
Koellichamen
– Een ingeschakelde boosterfunctie wordt geannuleerd.
– De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
Veiligheidsvoorzieningen
-
-
– De kookzones worden automatisch uitgeschakeld.
Zodra het koellichaam voldoende afgekoeld is, kunt u de desbetreffende kookzones weer gewoon gebruiken.
De beveiliging tegen oververhitting reageert wanneer
er leeg kookgerei wordt verwarmd.
er vet of olie op een hoge vermogensstand wordt ver warmd.
de onderzijde van het toestel onvoldoende wordt geventi leerd.
een hete kookzone na een stroomonderbreking weer wordt ingeschakeld.
Als na het verhelpen van de oorzaken de beveiliging tegen oververhitting opnieuw reageert, dient u contact op te nemen met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
45
Reiniging en onderhoud
Gebruik nooit een stoomreiniger om het toestel schoon
,
te maken. De stoom kan in aanraking komen met onderde len van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoelen. Wrijf het toestel na elke vochtige reiniging droog. Zo voor komt u kalkafzetting.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de opper vlakken te reinigen:
– handafwasmiddel,
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
-
-
-
46
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
afwasmiddelen voor de afwasautomaat,
grill- of ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur middel bevatten,
speciale "wondersponsen",
scherpe voorwerpen (om te vermijden dat de dichtingen tussen de glaskera miek en de randlijst of tussen de randlijst en het werkblad beschadigd raken).
-
-
-
Reiniging en onderhoud
Gebruik geen handafwasmiddel bij het reinigen. Als u rei nigt met een handafwasmiddel, kunt u niet al het vuil en alle resten verwijderen. Bovendien vormt er zich dan een onzichtbare film, die ervoor zorgt dat er verkleuringen ont staan op de glaskeramiek. U kunt deze verkleuringen niet meer verwijderen. Reinig het kookvlak regelmatig met een speciaal reini gingsmiddel voor glaskeramiek.
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aange koekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met het speciale reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal van Miele (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren") of een reinigingsmiddel voor keramische kookplaten dat in de handel verkrijgbaar is. Gebruik daartoe wat keukenrolpapier of een schone doek. Breng het reinigingsmiddel niet op een warm kookvlak aan. Hierdoor kunnen er vlekken ontstaan. Hou rekening met de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Vervolgens gaat u met een vochtige doek over het kookvlak. Tot slot wrijft u het kookvlak droog. Zorg ervoor dat u alle rei­nigingsmiddelresten verwijdert. Bij volgende bereidingen zouden eventuele resten zich inbranden en de glaskeramiek beschadigen.
-
-
-
-
Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken) kunt u met het reini gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen.
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kook vlak terechtgekomen? Schakel het toestel uit. Verwijder de resten onmiddellijk grondig met een glaskrabber, terwijl de kookzone nog heet is. Let op dat u zich niet verbrandt! Maak de kookzone verder schoon zodra ze afgekoeld is, zo als eerder beschreven.
-
-
-
47
Programmering
U kunt de programmering van uw toestel wijzigen (zie tabel). U kunt verscheidene instellingen na elkaar wijzigen. Nadat u het toestel in de programmeermodus hebt gezet, ziet u op het timerdisplay P (programma) en S (status). Bij kook vlakken met 3 kookzones verschijnt links achteraan een extra indicator. In de cijferreeksen links vooraan en links achteraan wordt het programma weergegeven. Voorbeeld: Programma 3 = links vooraan 3, links achteraan 0 Programma 14 = links vooraan 4, links achteraan 1 In de cijferreeks rechts vooraan wordt de status weergege ven. Wanneer de programmeermodus wordt verlaten, wordt het toestel automatisch opnieuw ingesteld. Dit proces is voltooid wanneer boven de sensortoets s kort een controlelampje aangaat.
Schakel het kookvlak weer in. U mag het pas weer inscha­kelen nadat het automatisch opnieuw instellen van het toe­stel is voltooid.
Toestel in de programmeermodus zetten
^ Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege-
lijkertijd de sensortoetsen s en $ aan en hou uw vingers
erop totdat het controlelampje van de vergrendeling knip­pert.
-
-
Programma instellen
^
Om het rechtercijfer in te stellen, raakt u het desbetreffen de cijfer aan in de cijferreeks links vooraan.
^
Om het linkercijfer in te stellen, raakt u het desbetreffende cijfer aan in de cijferreeks links achteraan.
Status instellen
^
Raak het desbetreffende cijfer aan in de cijferreeks rechts vooraan.
Instellingen opslaan
^
Raak de sensortoets s aan totdat de displays worden uit geschakeld.
Instellingen niet opslaan
^
Raak de sensortoets $ aan totdat de displays worden uit geschakeld.
48
-
-
-
Programma* Status** Instelling
Programmering
P0Demo-modus en fabrieks
instellingen
P2Aantal vermogensstanden S0 9 vermogensstanden
P3Geluidssignaal als er geen
kookgerei is geplaatst of kookgerei dat niet ge­schikt is voor inductie
P4Geluidssignaal bij het aan-
raken van de sensortoet­sen
P5Geluidssignaal van de ti-
mer
S 0 Demo-modus aan
-
S1 Demo-modus uit
S 9 Herstellen van de
fabrieksinstellingen
(1, 2, 3 ... tot 9)
S 1 17 vermogensstanden
(1, 1+, 2, 2+, 3 ... tot 9)
S0 Uit
S 1 Zacht
S 2 Halfluid
S 3 Luid
S 0 Uit
S 1 Zacht
S2 Halfluid
S 3 Luid
S 0 Uit
S 1 Zacht, 10 seconden
S2 Halfluid, 10 seconden
S 3 Luid, 10 seconden
P6Vergrendeling S 0 Vergrendeling met één vinger
door $ aan te raken
S1 Vergrendeling met drie vingers
door tegelijkertijd $ en vermo gensstand "0" van de beide rechterkookzones aan te raken
* Programma's/statussen die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt.
-
49
Programmering
Programma* Status** Instelling
P7 Inschakelblokkering S0 Alleen handmatige activering van
de inschakelblokkering
S 1 Handmatige en automatische ac
tivering van de inschakelblokke ring
P8 Kookstartautomaat S 0 Uit
S1 Aan
P10Miele|home
(alleen bij toestellen met communicatiemogelijkhe den die zijn uitgerust met een communicatiemodu­le)
P15Geluidssignaal als er iets
op de sensortoetsen ligt
P16Reactiesnelheid van de
sensortoetsen
* Programma's die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt.
S0 Niet van toepassing
S 1 Afgemeld
S 2 Aangemeld
S0 Uit
S 1 Aan
S 0 Langzaam
S1 Normaal
S 2 Snel
-
-
50
Storingen verhelpen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellin gen aan huis van Miele, bespaart u tijd en kosten!
Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en problemen te verhelpen. Vergeet echter niet:
Herstellingen aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen
,
worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Probleem Oorzaak Oplossing
-
Het kookvlak of de kookzones kunnen niet worden inge schakeld.
-
De zekering is gesprongen. Schakel de zekering in
(min. zekering: zie type plaatje).
Er kan sprake zijn van een technische storing.
Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektri­citeitsnet. Ga hiertoe als volgt te werk:
– schakel de desbetreffen-
de zekering uit of draai de desbetreffende smeltzekering volledig uit, of
schakel de aardlekscha kelaar (verliesstroom schakelaar) uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het toestel nog niet gebruiken, neem dan contact op met een elektri cien of met de dienst Her stellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
-
51
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
De eerste keren dat u het kookvlak gebruikt, komen er geur en damp vrij.
De vermogensstanden 1 tot 9 knipperen.
Wanneer het kookvlak wordt ingeschakeld, wordt enkele secon den "LC" weergegeven op het timerdisplay.
Wanneer het kookvlak wordt ingeschakeld, wordt enkele secon­den "dE" weergegeven op het timerdisplay. De kookzones worden niet warm.
Een van de kookzones of het hele toestel wordt automatisch uit geschakeld.
-
Er bevindt zich geen kook gerei op de kookzone of het kookgerei op de kook zone is niet geschikt.
De inschakelblokkering is geactiveerd.
Het toestel bevindt zich in de demo-modus.
Een van de kookzones is ongewoon lang in werking.
-
De beveiliging tegen over verhitting heeft gerea geerd.
Bij het volgende gebruik is de geur al wat minder merkbaar. Uiteindelijk ver dwijnt ze helemaal.
Gebruik geschikt kookge
­rei (zie rubriek "Kookge rei").
-
Deactiveer de inschakel blokkering (zie rubriek "Vergrendeling / inschakel blokkering").
Deactiveer de demo-modus (zie rubriek "Programmering").
U kunt de kookzone weer inschakelen (zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
-
Zie rubriek "Beveiliging te
-
gen oververhitting".
-
-
-
-
-
-
De boosterfunctie wordt vanzelf te vroeg uitgeschakeld.
De kookzone werkt niet zoals u gewend bent op de ingestelde vermogensstand.
52
De beveiliging tegen over verhitting heeft gerea geerd.
-
-
Zie rubriek "Beveiliging te gen oververhitting".
-
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
De vermogensstand 9 wordt automatisch ver laagd wanneer u voor de kook- of braadzone die verbonden is met de desbetreffende kookzone, ook de ver mogensstand 9 instelt.
Het toestel wordt tijdens het gebruik uit geschakeld, op het timerdisplay knippert een F en er weerklinkt een geluidssignaal.
De kookstartautomaat is ingeschakeld maar de inhoud van het kookgerei begint niet te koken.
De koelventilator blijft nog even doordraaien nadat het toestel uitge schakeld is.
-
-
Wanneer vermogens stand 9 gelijktijdig
-
wordt gebruikt voor kookzones die met el kaar zijn verbonden, wordt het totale be schikbare vermogen overschreden.
Een of meerdere sen sortoetsen zijn bedekt, bijv. doordat uw hand erop ligt, een gerecht overkookt of er voor­werpen op liggen.
Er worden grote hoe­veelheden levensmid­delen verwarmd.
Het kookgerei geleidt de warmte slecht.
De ventilator blijft draaien tot het toestel
-
afgekoeld is, en scha kelt dan automatisch uit.
-
-
-
Reinig het bedieningsveld of
­verwijder de voorwerpen (zie rubriek "Veiligheidsuitschake ling").
Kook met de hoogste vermogensstand en stel daarna handmatig een lage­re vermogensstand in.
-
-
53
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
De sensortoetsen rea geren te gevoelig of re ageren niet.
Op het timerdisplay knipperen afwisselend
FE en cijfers.
FE 44 De beveiliging te-
FE 47 De ventilator is ge-
FE 48
Andere foutmeldingen
FE..
De gevoeligheid
-
van de sensortoet
-
sen is gewijzigd.
gen oververhitting heeft gereageerd.
blokkeerd of defect.
Er heeft zich een storing voorgedaan in de elektronische besturing.
Zorg er eerst voor dat er geen di rect licht (zonlicht of kunstlicht) op
­het kookvlak valt en dat de omge ving van het kookvlak niet te don ker is.
Zorg ervoor dat het kookvlak en de sensortoetsen niet bedekt zijn. Neem kookgerei weg en verwijder eventuele restjes van het kookvlak.
Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektriciteitsnet. Als het probleem zich daarna nog steeds voordoet, neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting".
Controleer of de ventilator geblok­keerd is door een voorwerp, bijv. een vork. Zo ja, verwijder het voor werp. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven, neem dan contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektriciteitsnet. Als het probleem nog niet verholpen is nadat u het toestel weer op het elektriciteitsnet hebt aangesloten, neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
54
Kook-/braadgerei
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Miele biedt een uitgebreid gamma van kook- en braadgerei. Dit is perfect afgestemd op de Miele-toestellen qua eigen­schappen en afmetingen. Gedetailleerde informatie over de afzonderlijke producten vindt u op de website van Miele.
Kookpotten in verschillende formaten
Sauteerpan met deksel
Pan met een antiaanbaklaag
Wokpan
Braadpannen
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
55
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele|home-systeem
In het Miele{home-systeem sturen de huishoudtoestellen met communicatiemogelijkheden via het elektriciteitsnet (Powerline-technologie) informatie over hun status naar een displaytoestel.
Op het display van de SuperVision-huishoudtoestellen kan de informatie over de status van de andere huishoudtoestellen worden weergegeven. Voor uw kookvlak wordt de hoofdstatus weergegeven: "aan", "uit", "fout".
Vanop een pc, laptop of een iPod*/iPhone* (mobiele randapparaten) kan via een Miele|home-gateway binnen het thuisnetwerk informatie over de status van de huishoudtoestellen worden bekeken en kunnen bepaalde bedieningsinstructies worden gegeven. Voor uw kookvlak wordt bijv. de volgende informatie weerge­geven: kookstand op elke kookzone, kookwekkertijd, uitscha­keltijd voor elke kookzone. Wat bedieningsinstructies betreft, kan alleen de instructie "kookvlak uit" worden gegeven.
* iPod en iPhone zijn gedeponeerde handelsmerken
van Apple Inc.
56
Con{ctivity is een systeem voor communicatie tussen het kookvlak en de dampkap. Dit zorgt ervoor dat de verlichting van de dampkap automatisch wordt ingeschakeld wanneer u het kookvlak inschakelt. De dampkap wordt automatisch in geschakeld op een stand die afhankelijk is van het aantal ge bruikte kookzones, de ingestelde vermogensstanden en de kooktijd. Na de bereiding volgt een automatische nalooptijd, wordt de dampkap uitgeschakeld en wordt ook de verlichting uitgeschakeld. Het kookvlak brengt de informatie over de ingeschakelde kookzones en de ingestelde vermogensstanden via het elek triciteitsnet over naar de dampkap.
Om deze mogelijkheden te kunnen gebruiken, moet uw kook vlak worden uitgerust met een communicatiemodule.
Meer informatie over het Miele|home-systeem vindt u in onze prospectus voor inbouwtoestellen, die u kunt downloaden op onze website: www.miele.be.
-
-
-
-
XKM 2100 KM
XGW 2000
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Communicatiemodule (incl. toebehoren voor het inbouwen)
- voor Miele-kookvlakken -
Miele|home-gateway De gateway is de brug tussen de Powerline-communicatie van de huishoudtoestellen en uw thuisnetwerk.
57
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele|home
a Huishoudtoestellen met communicatiemogelijkheden
(voorbeelden)
58
b Communicatiemodule
c SuperVision-huishoudtoestel
d Elektriciteitsnet (Powerline)
e Miele|home-gateway
f (WiFi-)router
Mogelijke aansluitingen
g Pc, laptop
h iPod* of iPhone*
i Koppeling met het display van een domoticasysteem
j Mogelijke internetverbinding
* iPod en iPhone zijn gedeponeerde handelsmerken
van Apple Inc.
Con|ctivity
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
a Communicatiemodule XKM 2000 DA
b Communicatiemodule XKM 2100 KM
c Elektriciteitsnet (Powerline)
59
Kookvlak aanmelden
Als u het kookvlak
bij Miele{home wilt aanmelden, bereidt u eerst het
aanmeldingsproces op het displaytoestel voor (zie montage- en installatieaanwijzing "Miele|home").
bij Con|ctivity wilt aanmelden, moet u eerst de dampkap
aanmelden (zie montage- en installatieaanwijzing "Con|ctivity").
Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege
^
lijkertijd de sensortoetsen s en $ aan totdat het controle lampje van de vergrendeling knippert.
U hebt het toestel nu in de programmeermodus gezet. Op het timerdisplay ziet u P (programma) en S (status).
In de cijferreeksen wordt links het programmanummer en rechts de ingestelde status weergegeven.
^ Raak in de cijferreeks achteraan links het cijfer 1 aan
(hiermee stelt u programma 10 in).
^ Raak in de cijferreeks vooraan rechts het cijfer 2 aan (hier-
mee stelt u status 2 in = "aanmelden").
Con|ctivity en Miele|home
-
-
Het aanmeldingsproces start en het cijfer 2 knippert in de cijferreeks vooraan rechts. Het aanmeldingsproces duurt en­kele minuten. Zodra het proces is voltooid, stopt het cijfer 2 met knipperen.
^
Raak de sensortoets s aan totdat de displays worden uit geschakeld. Hiermee wordt de instelling opgeslagen.
^
Ga te werk zoals beschreven in de montage- en installatie aanwijzing "Miele|home" of "Con|ctivity".
-
-
60
Kookvlak afmelden
Als u het toestel bij Miele{home wilt afmelden, bereidt u eerst het afmeldingsproces op het displaytoestel voor (zie montage- en installatieaanwijzing "Miele|home").
^
U hebt het toestel nu in de programmeermodus gezet. Op het timerdisplay ziet u P (programma) en S (status).
In de cijferreeksen wordt links het programmanummer en rechts de ingestelde status weergegeven.
^
^ Raak in de cijferreeks vooraan rechts het cijfer 1 aan (hier-
Het afmeldingsproces start en het cijfer 1 knippert in de cijferreeks vooraan rechts. Het afmeldingsproces duurt en­kele minuten. Zodra het proces is voltooid, stopt het cijfer 1 met knipperen.
Con|ctivity en Miele|home
Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege lijkertijd de sensortoetsen s en $ aan totdat het controle
lampje van de vergrendeling knippert.
Raak in de cijferreeks achteraan links het cijfer 1 aan (hiermee stelt u programma 10 in).
mee stelt u status 1 in = "afmelden").
-
-
^ Raak de sensortoets s aan totdat de displays worden uit-
geschakeld. Hiermee wordt de instelling opgeslagen.
^
Ga te werk zoals beschreven in de montage- en installatie aanwijzing "Miele|home" of "Con|ctivity".
-
61
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Zorg ervoor dat de aansluitkabel Dit toestel mag u alleen door een erkend(e)
- vakman/vakvrouw laten inbouwen
- installateur die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen laten
aansluiten.
~
van het kookvlak na de inbouw niet in aanraking komt met de bodemplaat en ook niet mechanisch belast wordt.
Neem de veiligheidsafstanden op
~
de volgende pagina's strikt in acht.
Om schade aan het toestel te ver mijden, mag u het pas inbouwen na dat de wandkasten en de dampkap gemonteerd zijn.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hitte­bestendig zijn.
Dit kookvlak mag niet op niet-vaste
~
plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
Het kookvlak mag niet worden inge-
~
bouwd boven koeltoestellen, afwasau­tomaten, wasautomaten en droogauto maten.
Dit kookvlak mag niet boven een
~
oven of fornuis zonder ventilator wor den ingebouwd die voor de koeling van het betreffende toestel dient.
-
-
-
-
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
-
62
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand boven het toestel
Hou tussen het toestel en een wasem kap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de wasemkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de wasem­kap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand min­stens 760 mm te bedragen.
Bij inbouw van verschillende toestellen (bijv. een wokbrander en een elektrisch kookvlak) naast elkaar onder een wa semkap, neemt u de grootste afstand die vermeld is in de gebruiksaanwijzing en montagehandleiding.
-
-
63
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand naast en achter het toestel
Het toestel mag slechts aan één zijkant (rechts of links) en aan de achterkant grenzen aan meubels of wanden die hoger zijn dan het toestel zelf (zie de afbeeldingen).
a Achter het toestel: minstens 50 mm
tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur.
c Links van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur.
Niet toegestaan!
Aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
64
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand onder het toestel
Om een optimale ventilatie van het toe stel te verzekeren dient tussen de on derkant van het toestel en een oven, een tussenbodem of een lade een mini male veiligheidsafstand in acht te wor den genomen.
De minimale veiligheidsafstand tussen de onderkant van het kookvlak en
de bovenkant van een oven moet
15 mm bedragen.
de bovenkant van een tussenbodem
moet 15 mm bedragen.
– de bodem van een lade moet 75 mm
bedragen.
-
-
Tussenbodem
Er hoeft geen tussenbodem onder het
­kookvlak te worden ingebouwd, maar dit mag.
­Voor het installeren van de aansluitka
bel is achteraan een spleet van 10 mm vereist. Voor optimale ventilatie bevelen wij een spleet van 20 mm aan.
-
65
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be dragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm 50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder randlijst Kookvlakken met randlijst/facetrand
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
66
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Kookvlakken met rand
-
lijst/facetrand
Dichting tussen het kookvlak en het werkblad
De dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel zorgt reeds voor voldoende afdichting met het werkblad.
Het kookvlak mag in geen geval met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht. Het kookvlak en het werkblad kun nen beschadigd raken wanneer het kookvlak moeten worden verwijderd.
-
Betegeld werkblad
De voegen a en het gearceerde deel onder de ondersteuning van het kook­vlak moeten glad en effen zijn, zodat het kookvlak er gelijkmatig op ligt en de dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel een vol­doende goede afdichting tot het werk­blad garandeert.
67
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Inbouwafmetingen
KM 6350
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkastje voor aansluiting op het elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijge leverd.
68
-
KM 6354
Kookvlakken met randlijst/facetrand
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkastje voor aansluiting op het elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijge leverd.
-
69
Kookvlakken met randlijst/facetrand
KM 6380
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkastje voor aansluiting op het elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijge leverd.
70
-
KM 6382
Kookvlakken met randlijst/facetrand
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte aansluitkabel voor aansluiting op het elektriciteitsnet
d Aansluitkabel voor aansluiting op het elektriciteitsnet, L = 1440 mm
e Aansluiting Miele|home
Inbouwhoogte met aansluitkabel Miele|home=54mm
71
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Inbouw
Het werkblad voorbereiden
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Veiligheidsinstructies voor het in bouwen") in acht.
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak, siliconenrubber of giethars om op zwellen door vocht te verhinderen.
Zorg ervoor dat deze materialen niet in contact komen met het oppervlak van het werkblad.
Voor de inbouw van het toestel zijn geen klemveren vereist. De speciale afdichttape zorgt ervoor dat het kook­vlak stevig in de uitsparing ligt en niet verschuift. De spleet tussen de rand en het werkblad zal na verloop van tijd kleiner worden.
Het kookvlak inbouwen
Leid de aansluitkabel door de uitspa
^
ring in het werkblad naar beneden.
Plaats het kookvlak centraal in de uit
^
sparing. Let erop dat de dichting van
-
-
het kookvlak op het werkblad rust. Enkel dan bent u zeker dat de in bouw langs alle zijden goed dicht is. Het kookvlak mag in geen geval met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht!
Wordt bij het inbouwen geconsta teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeer­zaag worden nabewerkt.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
-
-
-
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe stel
De aansluitkabel mag enkel door een vakman of vakvrouw worden aangesloten op het toestel.
^
Sluit de aansluitkabel aan zoals op het aansluitschema (zie rubriek "Elek trische aansluiting / Aansluitsche ma").
72
-
-
-
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
Inbouwafmetingen
KM 6351
a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluiting Miele|home d Getrapte frezing voor werkbladen
van natuursteen
e Aansluitkastje voor aansluiting op het elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijgeleverd.
Bij inbouw in een werkblad van na tuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in het werkblad in elk geval de detailtekeningen in acht nemen.
-
73
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
KM 6352
(geschikt voor inbouw in glazen werkbladen)
a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluiting Miele|home d Getrapte frezing voor werkbladen
van natuursteen
e Aansluitkastje voor aansluiting op het elektriciteitsnet
74
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijgeleverd.
Bij inbouw in een werkblad van na tuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in het werkblad in elk geval de detailtekeningen in acht nemen.
-
KM 6383
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
a Voorkant b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte aansluitkabel voor
aansluiting op het elektriciteitsnet
d Getrapte frezing voor werkbladen
van natuursteen
e Aansluitkabel voor aansluiting op het
elektriciteitsnet, L = 1440 mm
f Aansluiting Miele|home
Inbouwhoogte met aansluitkabel Miele|home=61mm
Bij inbouw in een werkblad van na tuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in het werkblad in elk geval de detailtekeningen in acht nemen.
-
75
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
Inbouw
Een kookvlak zonder rand voor vlak ke inbouw is enkel geschikt voor in bouw in natuursteen (graniet, mar mer), massief hout en betegelde werkbladen. Sommige kookvlakken zijn ook ge schikt voor inbouw in glazen werk bladen. Als dat het geval, staat dit vermeld bij het kookvlak in de ru briek "Inbouwafmetingen". Bij werkbladen van andere materia len vraagt u de fabrikant of het werk blad geschikt is voor vlakke inbouw van een kookvlak zonder rand.
De breedtedagmaat van de onder­kast moet minstens zo breed zijn als de binnenste werkbladuitsparing (zie rubriek "Inbouwafmetingen"), zo­dat het kookvalk na de inbouw vrij toegankelijk is langs onderen en de onderkast kan worden weggenomen voor onderhoudsdoeleinden. Als het kookvlak niet vrij toegankelijk is langs onderen, moet het voeg dichtingsmiddel worden verwijderd om het kookvlak te kunnen verwij deren voor onderhoudsdoeleinden.
Het kookvlak wordt
rechtstreeks in een correct
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
uitgefreesd werkblad uit natuursteen geplaatst.
in de uitsparing in massief houten,
betegelde en glazen werkbladen met houten lijsten bevestigd. Deze lijsten worden niet bij het toestel meegele verd.
-
76
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
Werkblad uit natuursteen
De uitsparing in het werkblad aan brengen
KM 6383
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets. Neem de
-
veiligheidsafstanden (zie rubriek
"Veiligheidsinstructies voor het in bouwen") in acht.
Aansluitkabel aansluiten op het toe stel
De aansluitkabel mag enkel door een vakman of vakvrouw worden aangesloten op het toestel.
Sluit de aansluitkabel aan zoals op
^
het aansluitschema (zie rubriek "Elek trische aansluiting / Aansluitsche­ma").
Het kookvlak inbouwen
^ Leid de aansluitkabel door de uitspa-
ring naar beneden.
^ Plaats het kookvlak b in de uitspa-
ring en centreer het.
-
-
-
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
Omdat voor de keramische plaat en de uitsparing in het werkblad een ze kere tolerantie geldt, kan de voeg breedte c variëren (minimaal 1 mm).
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
Vul de voeg c met een geschikte, temperatuurbestendige (minimaal 160 °C) siliconenkit.
Gebruik uitsluitend een siliconenkit voor het dichten van voegen die ge schikt is voor natuursteen en volg de instructies van de fabrikant van de kit.
-
-
-
77
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
Werkblad uit massief hout / be tegeld werkblad / glazen werk blad
De uitsparing in het werkblad aan brengen
KM 6383
-
-
Omdat voor de keramische plaat en
-
de uitsparing in het werkblad een ze kere tolerantie geldt, kan de voeg breedte c variëren (minimaal 1 mm).
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Veiligheidsinstructies voor het in bouwen") in acht.
Bevestig de houten lijsten d 7mm
^
onder de bovenkant van het werk blad (zie afbeelding).
Aansluitkabel aansluiten op het toe­stel
De aansluitkabel mag enkel door een vakman of vakvrouw worden aangesloten op het toestel.
^ Sluit de aansluitkabel aan zoals op
het aansluitschema (zie rubriek "Elek­trische aansluiting / Aansluitsche­ma").
-
-
-
-
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
KM 6383 = 7,5 mm
De houten lijsten zijn niet meegele verd.
78
-
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
Het kookvlak inbouwen
Leid de aansluitkabel door de uitspa
^
ring naar beneden.
Plaats het kookvlak b in de uitspa
^
ring en centreer het.
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
Vul de voeg c met een geschikte,
^
temperatuurbestendige (minimaal 160 °C) siliconenkit.
Hou rekening met de opmerkingen van de fabrikant van de siliconenkit voor het dichten van voegen.
Gebruik bij tegels uit natuursteen uitsluitend een siliconenkit voor het dichten van voegen die geschikt is voor natuursteen.
-
-
79
Elektrische aansluiting
Het toestel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw worden aange sloten. Hij of zij kent de voorschriften die van toepassing zijn en houdt zich daar strikt aan. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van een ondes kundig uitgevoerde installatie of on deskundig uitgevoerde onderhouds werken of herstellingen.
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
-
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moeten overeenstem
-
men met de gegevens van het elektrici teitsnet.
-
­Elektrische aansluiting: AC 230V/50
Hz
-
-
Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding on­derbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaar­borgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aange­raakt.
-
Zie het aansluitschema voor de aan sluitmogelijkheden.
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garande­ren, wordt in de EU-voorschriften en richtlijnen voor België geadviseerd de elektrische installatie van een verlies­stroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
-
80
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.Decon tactopening in uitgeschakelde toe stand moet ten minste 3mmbedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en verliesstroomscha kelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van het elektriciteitsnet dient te worden los gekoppeld, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen:
Neem de inzetstukken helemaal uit de schroefkappen.
Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de middelste knop (zwart) uit­springt. of:
Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min. type B of C): Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit). of:
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar) Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) of druk op de testtoets.
-
-
of:
Aansluitkabel
Het toestel moet overeenkomstig het aansluitschema worden aangesloten door middel van een aansluitkabel van
-
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) die een geschikte diameter heeft.
Zie het aansluitschema voor de aan sluitmogelijkheden.
De toegestane aansluitspanning en bij behorende waarden voor uw toestel vindt u op het typeplaatje.
-
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij Miele of via de Service After Sales. De aansluitkabel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw worden vervangen. Hij of zij is op de hoogte van de nationale voorschriften en de voorschriften van de plaatselijke elektri citeitsmaatschappij, en hij of zij neemt ze zorgvuldig in acht.
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje.
De aarddraad moet bevestigd wor den aan de aansluiting met het sym bool -.
-
-
-
-
-
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingescha keld.
-
81
Elektrische aansluiting
Aansluitschema
82
Dienst Herstellingen aan huis van Miele, typeplaatje,
Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met:
uw Miele-handelaar of
de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan al tijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de bijgele verde garantievoorwaarden.
-
-
-
83
Wijzigingen voorbehouden / 4911
M.-Nr. 07 806 160 / 06
Loading...