MIELE KM 6329 FL User Manual [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding Keramische inductiekookplaat
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 765 990
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 15
Overzicht .............................................................................................................. 16
Kookplaat .............................................................................................................. 16
Bedieningselementen/displays.............................................................................. 17
Kookzones............................................................................................................. 18
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen .................................................... 19
Kookplaat voor de eerste keer reinigen................................................................. 19
Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen.................................................. 19
Inductie................................................................................................................. 20
Principe ................................................................................................................. 20
Geluiden ................................................................................................................ 21
De juiste pannen.................................................................................................... 22
Tips om energie te besparen ............................................................................. 23
Vermogensstand.................................................................................................. 24
Bediening .............................................................................................................25
Principe van de bediening..................................................................................... 25
Kookplaat inschakelen .......................................................................................... 26
Vermogensstand instellen ..................................................................................... 26
Kookzone/kookplaat uitschakelen ........................................................................ 26
Restwarmte-indicator............................................................................................ 26
Vermogensstand instellen - uitgebreid instelbereik............................................... 27
PowerFlex-kookvlak .............................................................................................. 27
Aankookautomaat ................................................................................................. 28
Booster.................................................................................................................. 29
Warmhouden......................................................................................................... 31
Timer..................................................................................................................... 32
Kookwekker........................................................................................................... 32
Kookzone automatisch uitschakelen..................................................................... 33
Extra functies.......................................................................................................34
Stop&Go................................................................................................................ 34
Recall..................................................................................................................... 34
Schoonmaakfunctie .............................................................................................. 35
Demo-stand........................................................................................................... 35
Gegevens kookplaat weergeven ........................................................................... 35
Inhoud
Beveiligingen........................................................................................................ 36
Inschakelblokkering/vergrendeling........................................................................ 36
Automatische uitschakeling .................................................................................. 38
Oververhittingsbeveiliging ..................................................................................... 39
Programmering.................................................................................................... 40
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 43
Nuttige tips........................................................................................................... 45
Bij te bestellen accessoires................................................................................ 49
Miele@home / Con@ctivity ................................................................................ 50
Kookplaat aanmelden ........................................................................................... 50
Kookplaat afmelden .............................................................................................. 51
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ......................................................... 52
Veiligheidsafstanden........................................................................................... 53
Aanwijzingen voor het inbouwen....................................................................... 57
Opliggende inbouw ............................................................................................... 57
Vlakke inbouw ....................................................................................................... 58
Inbouwmaten - opliggend................................................................................... 59
Inbouwmaten - vlak............................................................................................. 60
Inbouwen.............................................................................................................. 61
Opliggende inbouw ............................................................................................... 61
Vlakke inbouw ....................................................................................................... 62
Elektrische aansluiting........................................................................................ 63
Klantendienst.......................................................................................................66
Contact bij storingen ............................................................................................. 66
Typeplaatje: ........................................................................................................... 66
Garantie................................................................................................................. 66
Productgegevensbladen..................................................................................... 67
Verklaring van overeenstemming ...................................................................... 68

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig­heid, gebruik en onderhoud. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht zijn genomen.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Juist gebruik

Deze kookplaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor
het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Personen die op grond van hun fysieke, zintuiglijke of psychische
problemen, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de kook­plaat niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, moeten bij de be­diening onder toezicht staan. Deze personen mogen het toestel al­leen zonder toezicht bedienen als zij een eerst zijn geïnstrueerd. Zij dienen eventuele gevaren van een onjuiste bediening te herkennen en begrijpen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Kinderen in het huishouden

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedie­nen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
kookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.
De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandings­gevaar meer bestaat.
Verbrandingsgevaar!
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven of achter de kookplaat. Dat kan kinderen ertoe brengen op het toe­stel te klimmen.
Verbrandingsgevaar!
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van de kookplaat kunnen trekken.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen de kookplaat
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Beschadigingen aan de kookplaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer de kookplaat op zichtbare beschadigingen. Een beschadigde kookplaat mag niet in gebruik worden genomen.
De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Het toestel mag niet op wisselrichters worden aangesloten die bij
autonome stroomvoorzieningen worden toegepast (zoals bij zonne­energie). Als het toestel wordt ingeschakeld, kan het bij spannings-
pieken om veiligheidsredenen worden uitgeschakeld. De elektronica kan daarbij beschadigd raken!
De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen­komen, om beschadiging van de kookplaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid
(brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kook­plaat op het elektriciteitsnet.
Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de vei-
ligheid gewaarborgd is.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek-
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de kookplaat leiden. Open nooit de behuizing van de kookplaat.
Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een
technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-
klok of een systeem voor besturing op afstand.
De kookplaat moet door een elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten (zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting").
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (pvc-geïsoleerd). Zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting".
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
kookplaat volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga daarvoor als volgt te werk:
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
– draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
– als de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor elektrische schok!
Als de kookplaat defect is of als de keramische glasplaat barsten of spleten vertoont, mag u de kookplaat niet in gebruik nemen en dient u deze direct uit te schakelen. Ontkoppel hem van het elektriciteits­net. Neem dan contact op met Miele-Service.
Als de kookplaat achter een meubelfront (bijv. een deur) is ge-
plaatst, sluit deze nooit terwijl de kookplaat in werking is. Achter een gesloten meubeldeur verzamelt zich warmte en vocht. Daardoor kun­nen kookplaat, inbouwnis en vloer worden beschadigd. Sluit een meubeldeur pas als de restwarmte-indicaties gedoofd zijn.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en dat blijft hij ook
nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra het lampje voor de res­terende warmte is uitgegaan, is het verbrandingsgevaar geweken.
Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden. Laat de kook-
plaat bij werkzaamheden met olie en vet niet zonder toezicht achter. Blus branden met olie en vet nooit met water. Schakel de kookplaat uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusde­ken.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.
Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar mate-
riaal warm worden, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom mak­kelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder de kook­plaat. Eventueel aanwezige bestekbakken moeten van hittebestendig materiaal zijn.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de kookplaat niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblik­ken.
Wanneer de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
materiaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de kookplaat per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van een bereiding. Dek de kookplaat nooit af met bijv. afdekplaten, een doek of een beschermfolie.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als de kookplaat ingeschakeld is, als u deze per ongeluk inscha-
kelt of als hij nog warm is van het koken, bestaat het risico dat meta­len voorwerpen die op de kookplaat liggen warm worden. Ander ma­teriaal kan smelten of vlam vatten. Vochtige pannendeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik de kookplaat niet als legplank. Schakel de kookzones na gebruikt uit!
U kunt zich aan de hete kookplaat branden. Gebruik daarom altijd
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete toestel werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbran­dingen veroorzaken.
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact ko­men met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera­mische glasplaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kook­gerei op de kookplaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroor­zaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sen­sortoetsen en de displays.
Wanneer suiker, suikerhoudende gerechten, kunststof of alumini-
umfolie op de hete kookplaat komen en smelten, beschadigen deze bij het afkoelen de keramische glasplaat. Schakel het toestel meteen uit en krab deze stoffen onmiddellijk met een schraper eraf. Trek hier­voor ovenhandschoenen aan. Maak de kookzones zodra ze afge­koeld zijn schoon met een reinigingsmiddel voor keramisch glas.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat beschadigd
raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken
door wrijving en krassen.
Doordat inductiekookzones heel snel heet worden, kan de tempe-
ratuur in de panbodem in een mum van tijd de zelfontbrandingstem­peratuur van olie of vet bereiken. houd daarom altijd toezicht op het toestel!
Verhit vetten en olie hooguit gedurende een minuut en gebruik
daarvoor nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker: In de directe omgeving
van de ingeschakelde kookplaat ontstaat een elektromagnetisch veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de werking van de pace­maker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel contact op met de fabri­kant van de pacemaker of met uw arts.
Het elektromagnetische veld van het ingeschakelde kookvlak kan
de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden. Er mogen zich geen kredietkaarten, opslagmedia, zakrekenmachines enz. in de onmiddellijke omgeving van het ingeschakelde kookvlak bevinden.
Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden
bewaard, kunnen heet worden als u het toestel lang en intensief ge­bruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die zich meteen onder de kookplaat bevindt.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De kookplaat is voorzien van een ventilator. Als zich onder het in-
gebouwde toestel een lade bevindt, moet de afstand tussen de in­houd van de lade en de onderkant van het toestel voldoende zijn zo­dat voldoende ventilatie van de kookplaat is gewaarborgd. Bewaar geen spitse en kleine voorwerpen of papier in de lade. Deze voor­werpen kunnen via de ventilatieopeningen in de behuizing terecht­komen of aangezogen worden en zo de ventilator beschadigen of de koeling beïnvloeden.
Plaats nooit twee pannen tegelijk op een kook-/braadzone of Po-
werFlex-kookvlak.
Als de pan slechts gedeeltelijk op de kook- of braadzone staat,
kunnen de handgrepen eventueel heel heet worden. Plaats de pan altijd in het midden van de kook- of braadzone.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de over­verhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie de betreffende hoofdstuk).
14

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
15

Overzicht

Kookplaat

a
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
b
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
e
Bedieningselementen/displays
16
Overzicht

Bedieningselementen/displays

Sensortoetsen
a
Kookplaat in-/uitschakelen
b
Stop&Go
c
Schoonmaakfunctie
d
PowerFlex-kookzones samenvoegen/loskoppelen
e
Warmhouden activeren/deactiveren
f
Cijferreeks Voor het instellen van de vermogensstand, de kookwekker en uitschakeltijden
g
Kochzoneselectie voor automatisch uitschakelen
h
Kookwekker
Controlelampjes
i
Kookzonetoewijzing voor automatisch uitschakelen
j
Restwarmte
k
Booster
l
Timerdisplay
: tot :
 Inschakelblokkering/vergrendeling geactiveerd  Demo-modus geactiveerd
Tijd
17
Overzicht

Kookzones

Kookzone Øincm* Vermogen in Watt bij 230V**
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
+ +
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter ge­bruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van de gebruikte pannen.
22–23 /
15x23–23x39
Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Totaal 7300
2100 3000 3650
2100 3000 3650
2100 3000 3650
2100 3000 3650
3400 4800 7300
18

Het toestel voor het eerst in gebruik nemen

Plak het typeplaatje dat bij de docu-
mentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk "Service".
Verwijder eventueel aanwezige be-
schermfolies en stickers.

Kookplaat voor de eerste keer reinigen

Wis uw kookplaat voor het eerste ge-
bruik af met een vochtige doek en droog het dan af.

Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen

De onderdelen van metaal worden met een onderhoudsmiddel beschermd. Als het toestel voor het eerst in gebruik wordt genomen, ontstaan daardoor geuren en eventueel ook damp. Ook door de verwarming van de inductie­spoelen wordt tijdens de eerste ge­bruiksuren een geur afgegeven. Bij ie­der verder gebruik wordt de geur min­der en ze verdwijnt uiteindelijk volledig.
De geur en de eventueel optredende damp wijzen niet op een verkeerde aan­sluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk voor de gezondheid.
Denk eraan dat de opwarmtijd bij in­ductiekookplaten veel korter is dan bij de gebruikelijke kookplaten.
19

Inductie

Principe

Onder een inductiekookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kook­zone inschakelt, genereert deze spoel een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan.
Het inductieprincipe werkt alleen bij pannen met een magnetiseerbare bo­dem (zie hoofdstuk "De juiste pannen"). Het systeem houdt automatisch re­kening met de grootte van de gebruikte pan.
In de cijferreeks van de kookzone knip­pert de ingestelde vermogensstand
– als u een kookzone zonder pan of
met een ongeschikte pan (met niet magnetiseerbare bodem) inschakelt,
– als de bodemdiameter van de pan te
klein is,
– als u de pan van een ingeschakelde
kookzone haalt.
Als het toestel ingeschakeld is,
als u het toestel per ongeluk inscha­kelt of als het nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de kookplaat lig­gen heet worden.
Verbrandingsgevaar! Gebruik de kookplaat nooit als werk-
blad. Schakel de kookzones na ge­bruik uit met de betreffende sensor­toetsen.
Als u binnen 3 minuten een geschikte pan op de kookzone zet, stopt het knip­peren en kunt u gewoon doorgaan.
Als u geen of een ongeschikte pan plaatst, wordt de kookzone na 3 minu­ten automatisch uitgeschakeld.
20

Geluiden

Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kookgerei.
Op een hoge vermogensstand kan het toestel een bromgeluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogensstand instelt.
Bij pannen met een bodem die uit ver­schillende materialen bestaat (bijvoor­beeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar verbonden kookzones (zie "Booster") tegelijk zijn ingeschakeld en op de kookzones pannen staan met een bodem die uit verschillende materi­alen bestaat (bijvoorbeeld een sand­wichbodem).
Inductie
Vooral bij lage vermogensstanden kun­nen bij elektronische schakelingen klik­geluiden optreden.
Er kan een zoemend geluid ontstaan als de ventilator wordt ingeschakeld. De ventilator koelt de elektronica als u de kookplaat intensief gebruikt. Ook nadat u het toestel heeft uitgeschakeld, kan de ventilator doorlopen.
21
Inductie

De juiste pannen

Geschikt zijn pannen van:
– roestvrij staal met een magnetiseer-
bare bodem,
– geëmailleerd staal,
– gietijzer
Niet geschikt zijn pannen van:
– roestvrij staal met een niet-magneti-
seerbare bodem,
– aluminium of koper,
– glas, keramiek of aardewerk.
Als u niet zeker weet of een pan ge­schikt is voor inductie, houdt u een magneet tegen de bodem van de pan. Als de magneet hecht, is de pan in prin­cipe geschikt. Als u een ongeschikte pan gebruikt, knippert de ingestelde vermogensstand in de cijferreeks van de kookzone.
De kwaliteit van de bodem van de pan kan het bereidingsresultaat beïnvloeden (bijvoorbeeld het bruin worden van pan­nenkoeken).
– Kies voor een optimaal gebruik van
de kookzone een pan met een pas­sende bodemdiameter (zie ook "Kookzones"). Als een pan te klein is, wordt deze niet herkend en knippert de ingestelde vermogensstand in de cijferreeks van de kookzone.
– Gebruik alleen pannen met een glad-
de bodem. Een ruwe bodem kan krassen op de keramische plaat ver­oorzaken.
– Til pannen op als u ze wilt ver-
plaatsen. U voorkomt zo vlekken door wrijving en krassen.
– Houd er bij de aanschaf rekening
mee dat pannenfabrikanten vaak de maximale diameter of de diameter aan de bovenkant vermelden. Van belang is echter alleen de (meestal kleinere) bodemdiameter.
22
– Gebruik waar mogelijk pannen met
rechte rand. Bij pannen met schuine rand werkt de inductie ook bij de ran­den van de pan. Daardoor kan de rand van een pan verkleuren of de coating afbladderen.
Loading...
+ 50 hidden pages