Miele KM 6325, KM 6362, KM 6363, KM 6364 Operating instructions [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing Keramische inductiekookvlakken
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 937 140nl-BE
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................13
Beschrijving van het toestel ........................................14
KM 6325 ......................................................14
KM 6362 / KM 6363 / KM 6364.....................................15
Vóór het eerste gebruik............................................19
Toestel in gebruik nemen ...........................................19
Tabel met vermogensstanden ......................................23
Regelknoppen voor de kookzones van het kookvlak ......................24
PowerFlex-kookgebied .............................................24
Automatische kookstart .............................................26
Het toestel uitschakelen.............................................31
Indicatie van de resterende warmte .................................31
Tips om energie te besparen .......................................32
2
Inhoud
Veiligheidsinstellingen ............................................33
Ingebruiknameblokkering ...........................................33
Automatisch uitschakelen voor de veiligheid ............................34
Beveiliging tegen oververhitting ......................................35
Reiniging en onderhoud ...........................................36
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................42
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw .....................43
Veiligheidsafstanden ..............................................44
Kookvlakken met rand/facetrand ....................................47
Opmerkingen omtrent de inbouw .....................................47
KM 6325 ......................................................48
KM 6362 ......................................................49
KM 6363 ......................................................50
Kookvlakken in één vlak met het werkblad ............................52
KM 6364 ......................................................52
Elektrische aansluiting ............................................56
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie ....................59
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit kookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin
­gen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en materiële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de monta ge, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het be
­lang van uw veiligheid en voorkomt schade aan het toestel.
Wanneer deze opmerkingen omtrent uw veiligheid niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt doorgeven aan een eventuele volgende bezitter!
-
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Dit kookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik het kookvlak uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bereiden en warm houden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het kook vlak niet in staat zijn het kookvlak veilig te bedienen, mogen het al­leen onder toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die het kookvlak kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kunnen herkennen en begrijpen.
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het kook
~
vlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehou den.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het kookvlak zonder toezicht ge
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventu ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het kookvlak niet zonder toezicht reinigen.
~
Hou kinderen die in de buurt van het kookvlak komen in het oog.
~
Zorg ervoor dat ze nooit met het toestel spelen.
Het kookvlak wordt heet als het in gebruik is en dat blijft het ook
~
nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg tot het afgekoeld is en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden.
Risico van verstikking!
~
Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kin deren.
-
-
-
-
-
Risico van verbranding!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven of achter het kookvlak. Dat kan kinderen ertoe brengen op het toe stel te klimmen.
Verbrandingsgevaar!
~
Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werk blad. Zo voorkomt u dat kinderen zich verbranden door kookpotten en pannen van het kookvlak te trekken.
6
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Maak gebruik van de inschakelblokkering om te vermijden dat
~
kinderen het kookvlak onverhoeds inschakelen.
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
~
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Controleer voordat het kookvlak wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd toestel mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
De elektrische veiligheid van het kookvlak is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecte­ren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van het kookvlak moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Gebruik het kookvlak enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
Dit kookvlak mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het kookvlak leiden. Open nooit de behuizing van het toestel.
Het recht op garantie vervalt wanneer het kookvlak door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Het kookvlak is niet bestemd voor gebruik met een externe scha-
~
kelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand.
Het kookvlak moet door een elektricien op het elektriciteitsnet
~
worden aangesloten. Om een beschadigde aansluitkabel te vervangen, moet een speciale aansluitkabel worden geïnstalleerd door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen. Zie rubriek "Elektrische aansluiting".
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
kookvlak van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Daarvoor moet u het volgende doen
schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
-
-
-
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
trek de stekker (indien voorhanden) uit de contactdoos. Trek daartoe niet aan de draad, wel aan de stekker.
Gevaar voor elektrische schok!
~
Als het kookvlak defect is of als de glaskeramiekplaat barsten of spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in gebruik nemen en dient u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het van het elektrici teitsnet.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden. Laat het
~
kookvlak bij werkzaamheden met olie en vet niet zonder toezicht achter. Blus branden met olie en vet nooit met water. Schakel het toestel uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
~
vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.
Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar ma
~
teriaal worden opgewarmd, kunnen ze gaan branden. Bewaar daar­om makkelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder het kookvlak. Eventueel voorhanden bestekbakken moeten van hitte­bestendig materiaal zijn.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.
~
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
~
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik het kookvlak niet voor het inmaken en verwarmen van con­servenblikken.
Wanneer het kookvlak wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
~
materiaal van de afdekking in brand vliegt, springt of smelt als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een berei ding. Dek het kookvlak nooit af met bijv. afdekplaten, een doel of een be schermfolie.
Wanneer u een elektrisch toestel (bijv. een handmixer) gebruikt in
~
de buurt van het kookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet met het hete kookvlak in contact komt. Daardoor kan de aansluitka bel worden beschadigd.
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als het kookvlak is ingebouwd achter een meubeldeur, mag het
~
alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur geopend is. Sluit de meubeldeur pas nadat de streepjes voor de resterende warmte zijn uitgegaan.
Het kookvlak wordt heet als het in gebruik is en dat blijft het ook
~
nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra het lampje voor de resterende warmte is uitgegaan, is het gevaar om u te verbranden geweken.
U kunt u aan het hete kookvlak verbranden. Trek ovenwanten aan
~
of gebruik pannenlappen om uw handen bij alle werkzaamheden aan hete toestellen te beschermen. Deze moeten droog zijn. Nat of vochtig textiel leidt de warmte beter, wat verbranding door stoom kan veroorzaken.
Als het kookvlak ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk in-
~
schakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risi­co dat metalen voorwerpen die op het kookvlak liggen verhitten. Ander materiaal kan smelten of vlam vatten. Vochtige pannendeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik het kookvlak niet als legplank. Schakel de kookzones na gebruikt uit!
Wanneer suiker, suikerhoudende gerechten, kunststof of alumini
~
umfolie op het hete kookvlak geraken en smelten, kunnen deze bij het afkoelen de glaskeramiekplaat beschadigen. Schakel het toestel meteen uit en krab deze stoffen onmiddellijk met een glaskrabber af. Trek hiervoor ovenwanten aan. Maak de kookzones zodra ze afgekoeld zijn schoon met een reini gingsmiddel voor glaskeramiek.
Door het verwarmen van leeg kookgerei kan de
~
glaskeramiekplaat beschadigd raken. Laat het kookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
10
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u potten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kunnen er
~
krassen op het glazen oppervlak optreden. Gebruik alleen kookpotten en pannen met een effen bodem.
Hef het kookgerei op wanneer u het verplaatst. Zo voorkomt u
~
strepen en krassen.
Zout, suiker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken
~
van groenten, kunnen krassen veroorzaken wanneer ze onder de bodem van kookgerei terechtkomen. Zorg ervoor dat de glaskeramiekplaat en de bodem van kookgerei schoon zijn voordat u kookgerei op het kookvlak plaatst.
Vallende voorwerpen (zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes)
~
kunnen in een minder gunstig geval barsten of spleten veroorzaken. Let erop dat geen voorwerpen op de glaskeramiekplaat vallen.
Hete voorwerpen op het display kunnen de elektronische bestu-
~
ring eronder beschadigen. Zet nooit hete kookpotten of pannen op of in de buurt van het display.
Doordat inductiekookzones heel snel heet worden, kan de tempe-
~
ratuur ter hoogte van de bodem van het kookgerei in een mum van tijd de zelfontbrandingstemperatuur van olie of vet bereiken. Laat het kookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
Verwarm vet en olie gedurende maximaal 1 minuut en gebruik
~
daartoe nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker:
~
in de onmiddellijke omgeving van een ingeschakeld kookvlak ont staat een elektromagnetisch veld. Het is eerder onwaarschijnlijk dat de pacemaker daardoor negatief zal worden beïnvloed. Neem wanneer u daaromtrent twijfels hebt contact op met de fabri kant van de pacemaker of vraag uw arts.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het elektromagnetische veld van het ingeschakelde kookvlak kan
~
de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden. Er mogen zich geen kredietkaarten, opslagmedia, zakrekenmachines enz. in de onmiddellijke omgeving van het inge schakelde kookvlak bevinden.
Metalen voorwerpen die in een lade onder het kookvlak worden
~
bewaard, kunnen warm worden bij lang, intensief gebruik van het toestel. Bewaar geen metalen voorwerpen in een lade direct onder het kookvlak.
-
Het kookvlak is uitgerust met een koelventilator. Wanneer zich on
~
der het ingebouwde toestel een lade bevindt, moet u ervoor zorgen dat voldoende afstand bestaat tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het toestel, zodat de toevoer van koele lucht voor het kookvlak gewaarborgd is. Bewaar geen puntige of kleine voorwerpen of papier in de lade. Deze kunnen door de ventilatieopeningen in de behuizing binnen­dringen of worden aangezogen en daardoor de koelventilator be­schadigen of de koeling negatief beïnvloeden.
Gebruik nooit twee stuks kookgerei tegelijk op één kookzone, één
~
braadzone of één PowerFlex-kookgebied.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van het kookvlak nooit een stoomreiniger.
Als het kookvlak boven een oven of fornuis met pyrolysereiniging
~
ingebouwd is, mag het tijdens de pyrolysereiniging niet worden ge bruikt. De beveiliging tegen oververhitting van het kookvlak zou in werking kunnen treden (zie desbetreffende rubriek).
-
-
-
12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het kookvlak voor transportschade. Er werd voor mi lieuvriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw han delaar neemt de verpakking terug.
Wat met een afgedankt toe stel?
-
Oude elektrische en elektronische toe
-
stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio
­neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
­restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be rokkenen aan de menselijke gezond heid en het milieu. Geef uw oude toe stel dus niet mee met het gewone huis vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie aan uw Miele-handelaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt.
13
Beschrijving van het toestel
Modellen
KM 6325
a PowerFlex-kookzone met
TwinBooster
b PowerFlex-kookzone met
TwinBooster
a + b combineerbaar tot PowerFlex
kookgebied
c Kookzone met booster
d Kookzone met booster
e Display met kookzone-indicaties
14
Bedieningsknoppen voor de kookzo ne:
f links voor
g links achter
h rechts vooraan
i rechts achteraan
-
KM 6362 / KM 6363 / KM 6364
Beschrijving van het toestel
a Kookzone met Waterboost
b Kookzone met booster
c PowerFlex-kookzone met
TwinBooster
d PowerFlex-kookzone met
TwinBooster
c + d combineerbaar tot PowerFlex
kookgebied
e Display met kookzone-indicaties
Bedieningsknoppen voor de kookzo ne:
f links voor
g links achter
h rechts vooraan
i rechts achteraan
-
15
Beschrijving van het toestel
Symbolen
0 Kookzone uit
y PowerFlex-kookgebied activeren
2 Warmhoudstand
B Booster met 1 stand
B I/II TwinBooster/WaterBoost met 2 standen
y Positie van de kookzone, voorbeeld links voor
Display
Kookzone-indicaties
0 = Kookzone klaar voor gebruik ^ = Warmhoudstand 1 tot 9 = Vermogensstand A = Kookstartautomaat f = Stand 1 TwinBooster/WaterBoost h = Booster / Stand 2 TwinBooster/WaterBoost œ = PowerFlex kookgebied geactiveerd ß = Ontbrekend of ongeschikt kookgerei
(zie rubriek "Inductie")
# = Restwarmte LC = Vergrendeling geactiveerd
16
Beschrijving van het toestel
Kookzonegegevens
Kookzone KM 6325
Minimale tot maximale
C in cm*
y 15–23 normaal
w 15–23 normaal
x 14–20 normaal
z 10–16 normaal
y + w 22–23 /
15x23–23x39
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan afhankelijk zijn van de grootte en het materiaal
van het kookgerei.
Vermogen in watt bij 230 V**
2100 TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Booster
Booster
normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Totaal: 7300
3000
3650
2100
3000
3650
1850
3000
1400
2200
3400
4800
7300
17
Beschrijving van het toestel
Kookzone KM 6362 / KM 6363 / KM 6364
Minimale tot maximale
C in cm*
y 10–23 normaal
w 14–20 normaal
x 15–23 normaal
z 15–23 normaal
x + z 22–23 /
15x23 – 23 x 39
Vermogen in watt bij 230 V**
WaterBoost, stand 1 WaterBoost, stand 2
Booster
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Totaal: 7300
2300
3200
5000
1850
3000
2100
3000
3650
2100
3000
3650
3400
4800
7300
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan afhankelijk zijn van de grootte en het materiaal
van het kookgerei.
18
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek over het type plaatje.
Eerste reiniging
Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
^
Vóór het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over
^
het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
Toestel in gebruik nemen
Enkel bij kookvlakken met facetrand (geslepen glazen rand): De eerste dagen na de inbouw kan er een kleine spleet zichtbaar zijn tussen het kookvlak en het werkblad. Door het gebruik wordt die kleiner. Ondanks deze spleet blijft de elektrische veiligheid steeds gewaarborgd.
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speci­aal beschermlaagje. Wanneer het toestel voor het eerst wordt gebruikt, komt er een geur vrij en ontstaat er eventueel damp. Ook door de verwarming van de inductiespoelen komt er in de eerste gebruiksuren een geur vrij. Bij het volgende ge bruik is de geur al wat minder merkbaar. Uiteindelijk verdwijnt ze helemaal.
Vóór het eerste gebruik
-
-
De geur en damp die eventueel ontstaan, wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Hou er rekening met dat de opwarmtijd bij inductiekook vlakken erg veel korter is dan bij traditionele kookvlakken.
-
19
Inductie
Werkwijze
Onder een inductiekookzone bevindt zich een inductiespoel. Als de kookzone wordt ingeschakeld, produceert deze spoel een magnetisch veld, dat rechtstreeks inwerkt op de bodem van de pot en deze verwarmt. De kookzone wordt indirect op gewarmd door de warmte afgegeven door de pan.
-
De inductie werkt alleen bij kookgerei met een magnetiseer bare bodem (zie rubriek "Kookgerei"). Ze houdt automatisch rekening met de grootte van het opgezette kookgerei.
Op het display knipperen afwisselend het symbool ß en de ingestelde vermogensstand wanneer
de kookzone wordt ingeschakeld terwijl er geen kookgerei
of ongeschikt kookgerei (kookgerei met een niet-magnetische bodem) op de kookzone staat,
– de bodemdiameter van het gebruikte kookgerei te klein is,
– het kookgerei van een ingeschakelde kookzone wordt
weggenomen.
Als binnen de 3 minuten geschikt kookgerei op de kookzone wordt gezet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon door­gaan.
Wordt er geen kookgerei of ongeschikt kookgerei op de kook­zone gezet, dan wordt de kookzone na 3 minuten automa tisch uitgeschakeld.
Risico van verbranding! Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per onge luk inschakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op het kookvlak liggen verhitten. Ander materiaal kan smelten of vlam vatten. Vochtige pannendeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik het kookvlak niet als legplank. Schakel de kookzones na gebruikt uit!
-
-
-
20
Geluiden
Inductie
Bij gebruik van inductiekookzones kunnen in het kookgerei, afhankelijk van het materiaal en de uitvoering van de bodem, volgende geluiden ontstaan:
Bromgeluid op een hoge vermogensstand. Dat geluid
neemt af of verdwijnt wanneer een lagere vermogensstand wordt ingesteld.
Er kan een knetterend geluid optreden bij gebruik van
kookgerei met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijv. een sandwichbodem).
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver
bonden (gekoppelde) kookzones (zie rubriek "Booster") te gelijkertijd worden gebruikt en op de kookzones kookgerei staat met een bodem die uit verschillende materialen be­staat (bijv. een sandwichbodem).
– Er kan een klikgeluid optreden tijdens elektronische
schakelprocessen, en dan vooral op lage vermogens­standen.
– Zoemgeluid als de koelventilator wordt ingeschakeld. Het
wordt ingeschakeld ter bescherming van de elektronica, als het kookvlak intensief wordt gebruikt. Na uitschakelen van het toestel kan de koelventilator nog verder draaien.
-
-
21
Inductie
Kookgerei
Kookgerei uit de volgende materialen is geschikt:
roestvrij staal met magnetiseerbare bodem,
geëmailleerd staal,
gietijzer.
Kookgerei uit de volgende materialen is niet geschikt:
roestvrij staal met niet-magnetiseerbare bodem,
aluminium of koper,
glas, keramiek of aardewerk.
Om er zeker van te zijn dat een pot of een pan geschikt is voor inductie, moet u een magneet tegen de bodem van het kookgerei houden. Als de magneet blijft vasthechten, is het kookgerei meestal geschikt. Wanneer u kookgerei gebruikt dat ongeschikt is, knippert in de kookzone-indicatie afwisselend het symbool ß en de inge­stelde vermogensstand.
De eigenschappen van de bodem van het kookgerei kunnen de gelijkmatigheid van bereidingsresultaat beïnvloeden (bijv. bij het bruineren van pannenkoeken).
22
– Kies voor een optimaal gebruik van de kookzone een kook-
gerei met een passende bodemdiameter (zie rubriek "Kookzonegegevens"). Als de pan te klein is, wordt deze niet herkend en in de kookzone-indicatie knippert afwisse lend het symbool ß en de ingestelde vermogenstrap.
Als u potten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kunnen er krassen op het glazen oppervlak optreden. Ge bruik alleen kookpotten en pannen met een effen bodem.
Hef het kookgerei op wanneer u het verplaatst. Zo voor komt u strepen en krassen.
Merk op dat in winkels bij potten en pannen vaak de maxi male of bovenste diameter wordt opgegeven. Belangrijk is echter de (in het algemeen kleinere) bodemdiameter.
-
-
-
-
Tabel met vermogensstanden
Vermogens
stand
Warmhouden ^
Boter smelten Gelatine oplossen
Rijstpap of havermoutpap maken 2
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Rijst koken
Groenten in blokken ontdooien 3
Graan gaar koken 3
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen Omelet of spiegelei zonder korst bakken Fruit blancheren
Deegwaren gaar koken 4
Groente en vis stoven 5
Diepgevroren levensmiddelen ontdooien en opwarmen 5
Grote hoeveelheden eten aan de kook brengen, bijv. eenpans­gerechten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of sauce hollandaise
1–2
-
3
4
6
Spiegeleieren behoedzaam bakken (zonder dat het vet over verhit wordt)
Vis, schnitzel en worst behoedzaam braden (zonder dat het vet oververhit wordt)
Pannenkoeken of flensjes bakken 7
Stoofgerechten aanbraden/even laten braden 8
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen Kookstart
De gegevens zijn richtwaarden. Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het ma teriaal van de bodem van het kookgerei. Daarom is het mogelijk dat u met uw kookgerei lichtjes andere vermogensstanden moet gebruiken. Probeer zelf uit wat de optimale instellingen zijn voor uw kookgerei.
-
6
7
9
-
23
Bediening
Laat het toestel niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
Onder het display bevindt zich een voor hitte gevoelige elektronica. Plaats daarom nooit heet kookgerei op het display af.
Regelknoppen voor de kookzones van het kookvlak
De regelknoppen voor de kookzones mogen niet over BIof "B I/II" heen op "0" worden gedraaid.
inschakelen
Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts tot op
^
het display de gewenste vermogensstand wordt weergege­ven.
PowerFlex-kookgebied
U kunt de PowerFlex-kookzones aan elkaar koppelen om één PowerFlex-kookgebied te creëren.
Het PowerFlex-kookgebied wordt met de regelknop van de achterste kookzone geactiveerd.
Activeren
24
De instellingen voor het kookgebied worden met de voorste kookzone gestuurd. Indien bij het activeren van het kookgebied voor de voorste kookzone een vermogensstand was ingesteld, moet u de re gelknop voor de kookzones eerst op "0" draaien voordat u de vermogensstand voor het PowerFlex-kookgebied kunt instel len.
^
Draai de regelknop van de achterste kookzone naar rechts op y.
Op het display van de achterste kookzone brandt œ.
^
Draai de regelknop voor de voorste kookzone naar rechts tot op het display de gewenste vermogensstand wordt weergegeven.
-
-
Deactiveren
Draai de beide regelknoppen naar links op "0".
^
Bediening
Tip
U kunt de PowerFlex-kookzones weer elk afzonderlijk ge bruiken.
Wanneer u zo snel mogelijk een grote hoeveelheid vloeistof wilt verwarmen, moet u het PowerFlex-kookgebied gebruiken. Het kookgebied heeft op TwinBooster stand 2 het hoogste vermogen van alle kookzones. Het kookgerei moet een diameter hebben van minstens 22 cm. Zet het kookgerei in de afgetekende cirkel in het midden van het kookgebied.
-
25
Bediening
Automatische kookstart
Activeren
Als de kookstartautomaat geactiveerd is, wordt de desbetref fende kookzone automatisch een bepaalde tijd op het hoog ste vermogen verwarmd. Daarna wordt teruggeschakeld naar de vermogensstand die u hebt ingesteld. Dit noemen we de voortkookstand. De kookstarttijd is afhankelijk van de inge stelde voortkookstand (zie tabel).
Draai de regelknop voor de kookzones naar links en houdt
^
deze zo lang tot A één keer knippert.
Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts tot op
^
het display de gewenste voortkookstand wordt weergege ven.
Gedurende de kookstarttijd knippert op het display afwisse­lend A en de voortkookstand.
Zodra u de kookstartautomaat hebt geactiveerd, draait u de regelknop voor de kookzones terug op de voortkook­stand.
Wanneer u gedurende de kookstarttijd de voortkookstand wijzigt, deactiveert u de kookstartautomaat.
-
-
-
-
Deactiveren
26
^
Stel gedurende de kookstarttijd een andere vermogens stand in.
De kookstartautomaat wordt geactiveerd.
-
Bediening
Stand om verder te
koken
1 0:15
2 0:15
3 0:25
4 0:50
5 2:00
6 5:50
7 2:50
8 2:50
9–
Kookstarttijd
in minuten en seconden (ca.)
27
Bediening
Booster
De kookzones hebben een boosterfunctie met één stand, een WaterBoost met twee standen of TwinBoosterfunctie (zie ru briek "Beschrijving van het toestel").
Met de booster kan een hoger vermogen worden geleverd om snel grote hoeveelheden te kunnen verwarmen (bijv. grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Dit ho ger vermogen is maximaal 15 minuten actief.
-
-
U kunt de booster maximaal voor twee kookzones tegelijk ge bruiken.
Na afloop van de boostertijd wordt automatisch naar vermo gensstand 9 teruggeschakeld.
Er zijn telkens twee kookzones met elkaar verbonden (gekop­peld) om het vermogen voor de booster te kunnen leveren.
Gedurende de boostertijd wordt de verbonden kookzone een gedeelte van het vermogen onttrokken. Dat heeft een van de volgende effecten:
- opwarming op het hoogste vermogen wordt gedeactiveerd
- de vermogensstand wordt verlaagd
- de verbonden kookzone wordt uitgeschakeld.
-
-
28
Booster inschakelen
Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts een
^
beetje tot over de aanslag heen op B en dan weer terug op de aanslag.
Op het display van de kookzone verschijnt h.
WaterBoost / TwinBooster inschakelen
Stand 1
Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts een
^
beetje tot over de aanslag heen op B I/II en dan weer terug op de aanslag.
Op het display van de kookzone wordt f weergegeven.
Stand 2
^ Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts een
beetje tot over de aanslag heen op B I/II en dan weer terug op de aanslag.
^ Draai de regelknop voor de kookzones opnieuw een beetje
tot over de aanslag heen op B I/II en dan weer terug op de aanslag.
Bediening
Op het kookzonedisplay wordt h weergegeven.
Booster / WaterBoost / TwinBooster uitschakelen
^
Stel een andere vermogensstand in.
Het boostersymbool gaat uit.
29
Bediening
Warm houden
Alle kookzones zijn voorzien van een warmhoudstand 2.
De warmhoudstand dient om warme gerechten vlak na de bereiding warm te houden, niet om koud geworden ge rechten opnieuw te verwarmen.
-
Wanneer u de warmhoudstand hebt ingesteld, blijft de kook zone maximaal 2 uur ingeschakeld.
Warmhoudstand instellen
Draai de regelknop van de kookzones naar rechts op 2.
^
Op het kookzonedisplay wordt ^ weergegeven.
Tips
– Houd de gerechten uitsluitend in kookgerei (pot/pan)
warm. Zet een deksel op het kookgerei.
– Het is niet vereist dat de gerechten tijdens het warm-
houden worden omgeroerd.
– Levensmiddelen beginnen tijdens de bereiding hun voe-
dingswaarde te verliezen en dat wordt tijdens het warm houden voortgezet. Hoe langer voedingsmiddelen worden warmgehouden, hoe groter het verlies aan voedings­stoffen. Hou de warmhoudtijd dus zo kort mogelijk.
-
30
Het toestel uitschakelen
Draai de regelknoppen van de kookzones naar links op
^
"0".
De vermogensstand op het display gaat uit.
Indicatie van de resterende warmte
Wanneer de uitgeschakelde kookzone nog heet is, gaat op het display het controlelampje van de resterende warmte branden. De streepjes van de indicatie van de resterende warmte gaan in de mate waarin de kookzones afkoelen één voor één uit. Het laatste streepje gaat uit zodra de kookzones zonder gevaar kunnen worden aangeraakt.
Risico van verbranding! Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes voor de resterende warmte branden.
Bediening
31
Tips om energie te besparen
Kook met een deksel op de kookpot of pan. Zo vermijdt u
dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Zonder deksel Met deksel
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine kookpot.
Voor het verwarmen van een kleine kookpot is minder energie nodig dan voor het verwarmen van een grotere, nauwelijks gevulde kookpot.
– Gebruik weinig water bij het bereiden.
– Stel na de kookstart of het aanbraden een lagere vermo-
gensstand in.
– Gebruik een snelkookpot/snelkookpan om de bereidings-
tijd te verkorten.
32
Ingebruiknameblokkering
Veiligheidsinstellingen
Activeren
Deactiveren
Om te vermijden dat iemand de kookzones per vergissing in schakelt, is het toestel uitgerust met een vergrendeling.
De inschakelblokkering kan alleen worden geactiveerd wan neer alle kookzones zijn uitgeschakeld.
Wanneer bij geactiveerde inschakelblokkering een vermogenstrap wordt ingesteld, verschijnt gedurende ca. 3 seconden LC op het display.
De vergrendeling wordt bij een stroomstoring gedeacti veerd.
^ Draai de regelknoppen van de beide voorste kookzones te-
gelijkertijd tot de aanslag naar links en houdt deze zolang
tot LC verschijnt.
^ Draai de regelknoppen van de beide voorste kookzones te-
gelijkertijd tot de aanslag naar links en houdt deze zolang
tot LC uitgaat.
-
-
-
33
Veiligheidsinstellingen
Automatisch uitschakelen voor de veiligheid
De veiligheidsuitschakeling wordt automatisch geactiveerd wanneer een kookzone ongewoon lang wordt verwarmd. De tijdspanne hangt van de gekozen vermogenstand af. Als deze is overschreden, wordt de kookzone uitgeschakeld en wordt de indicatie van de resterende warmte weergegeven. Wanneer u de kookzone uit- en inschakelt is deze weer klaar voor gebruik.
Vermogensstand Maximale werkingsduur in uren
^ 2
110
25
35
44
53
62
72
34
82
91
Beveiliging tegen oververhitting
Alle inductiespoelen en de koellichamen van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen of de koellichamen oververhit raken, zorgt de beveiliging tegen oververhitting voor een van de volgende re acties:
een ingeschakelde boosterfunctie wordt geannuleerd,
een ingestelde vermogensstand wordt verlaagd,
één of meerdere kookzones worden automatisch uitge
schakeld.
Draai de regelknoppen van de betreffende kookzones op "0". Zodra de inductiespoelen of de koellichamen voldoende af gekoeld zijn, kunt u de betreffende kookzones weer zoals ge­woonlijk gebruiken.
Het kan tot oververhitting komen als
– leeg kookgerei wordt verwarmd,
– vet of olie bij hoog vermogen wordt verwarmd,
Veiligheidsinstellingen
-
-
-
– de onderzijde van het toestel onvoldoende wordt geventi-
leerd,
een hete kookzone na een stroomonderbreking weer wordt ingeschakeld.
Als na het verhelpen van de oorzaken de oververhittingsbe veiliging opnieuw reageert, dient u de klantendienst te verwittigen.
-
35
Reiniging en onderhoud
Risico van verwonding! De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op on derdelen die onder spanning staan en een kortsluiting ver oorzaken. Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit een stoom reiniger.
-
-
-
Reinig het toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoe len.
Wrijf het toestel na elke reiniging droog. Zo vermijdt u kalk aanslag.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de opper­vlakken te reinigen:
– handafwasmiddel,
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
vaatwas-reinigingsmiddelen,
grill- of ovensprays,
glasreinigers,
-
-
36
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur middel bevatten,
speciale "wondersponsen",
Gebruik geen scherpe voorwerpen, zodat u de dichtingen tussen de glaskeramiek en de om randing en tussen de omranding en het werkblad niet be schadigt.
-
-
-
-
Glaskeramiekplaat
Reiniging en onderhoud
Gebruik geen handafwasmiddel voor de reiniging. Met een handafwasmiddel worden niet alle verontreinigingen en resten verwijderd. Er ontstaat een onzichtbare film die tot verkleuringen van de glaskeramiek leidt. Deze verkleu ringen kunnen niet meer worden verwijderd. Maak het kookvlak regelmatig schoon met een speciaal rei nigingsmiddel voor glaskeramiek.
-
-
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aange koekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met het speciale reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal van Miele (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren") of een reinigingsmiddel voor keramische kookplaten dat in de handel verkrijgbaar is. Gebruik daartoe wat keukenrolpapier of een schone doek. Doe het reinigingsmiddel niet op een heet kookvlak, daardoor kunnen vlekken ontstaan. Neem de opmerkingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel in acht.
Reinig het kookvlak vervolgens met een vochtige doek en wrijf het droog. Bij volgende bereidingen zouden eventuele reinigingsmiddelresten zich inbranden en de glaskeramiek beschadigen. Zorg ervoor dat u alle resten verwijdert.
Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken) kunt u met het reini gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen.
Risico van verbranding! Trek ovenwanten aan voordat u resten van suiker, kunst stof of aluminiumfolie met een glaskrabber van het hete kookvlak verwijdert.
-
-
-
Wanneer suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kookvlak geraken, schakelt u het toestel uit. Krab deze stof fen onmiddellijk, dus in hete toestand, met een glaskrabber grondig van de kookzone af. Maak de afgekoelde kookzone daarna schoon zoals voor heen is beschreven.
-
-
37
Reiniging en onderhoud
Regelknoppen
Reinig de regelknoppen met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water.
38
Wat gedaan als ...
U kunt de meeste problemen die in het dagelijkse gebruik kunnen optreden zelf verhelpen. Het volgende overzicht moet u daarbij helpen. Kunt u daarmee de oorzaak van een probleem niet vinden of verhelpen, neem dan contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Risico van verwonding!
,
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld. Open nooit zelf de behuizing van het toestel. Alleen door Miele geautoriseerde vakmensen mogen installatie- en onderhoudswerkzaamheden of herstellingen uitvoeren.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het kookvlak of de kookzones kunnen niet worden inge­schakeld.
De eerste keren dat u het kookvlak ge bruikt, komen er geur en damp vrij.
-
De zekering is niet geactiveerd.
^ Activeer de zekering (min. zekering: zie typeplaatje).
Er kan sprake zijn van een technische storing.
^ Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektriciteits-
net. Ga hiertoe als volgt te werk:
– schakelt u de hoofdschakelaar of de overeenstemmende
smeltstoppen van de huisinstallatie uit of
– schakelt u de verliesstroomschakelaar uit.
^ Schakel daarna alles weer in. Kan u het toestel dan nog
niet in gebruik nemen, neem dan contact op met een elektricien of met de Technische Dienst van Miele.
De onderdelen van metaal worden met een onderhouds middel beschermd. Als het toestel voor het eerst in werking wordt gesteld, ontstaan daardoor geuren en eventueel ook damp. Ook het materiaal van het inductiespoelen geeft tijdens de eerste werkuren een geur af.
Bij het volgende gebruik is de geur al wat minder merk baar. Uiteindelijk verdwijnt ze helemaal. De geur en de eventueel optredende damp zijn niet schadelijk voor de ge zondheid.
-
-
-
39
Wat gedaan als ...
Probleem Oorzaak en oplossing
Op het kookzonedisplay knip peren afwisselend het symbool ß en de ingestelde vermogens stand of A.
Wanneer het kookvlak wordt in geschakeld, wordt enkele se conden "LC" weergegeven op het display.
Wanneer het kookvlak wordt in geschakeld, wordt enkele se conden "dE" weergegeven op het display. De kookzones worden niet heet.
Een kookzone wordt automa­tisch uitgeschakeld.
De boosterstand wordt automa tisch vroegtijdig afgebroken. De beveiliging tegen oververhitting heeft gerea
De kookzone werkt met het in gestelde vermogen niet zoals gebruikelijk.
Er bevindt zich geen kookgerei op de kookzone
­of het kookgerei op de kookzone is niet ge schikt.
­Gebruik geschikt kookgerei (zie rubriek
^
"Kookgerei").
De inschakelblokkering is geactiveerd.
-
-
Deactiveer de inschakelblokkering (zie ru
^
briek "Vergrendeling / inschakelblokkering").
De demo-stand is ingesteld.
-
-
^ Draai de regelknop van de kookzone links
voor naar links en houd hem in die stand. Draai de regelknop van de kookzone rechts voor twee keer kort naar links en dan zo lang naar links tot op het display 0000 wordt weer­gegeven.
De kookzone was te lang in werking.
^ Schakel de kookzone weer in (zie rubriek
"Veiligheidsuitschakeling").
-
geerd.
-
^
Zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting".
-
-
-
De vermogensstand 9 wordt automatisch verlaagd wanneer u voor de kookzone die verbon den is met de desbetreffende kookzone, ook de vermogens stand 9 instelt.
40
Wanneer vermogensstand 9 gelijktijdig wordt gebruikt voor kookzones die met elkaar zijn ver
-
bonden (gekoppeld), wordt het totale beschik bare vermogen overschreden.
-
^
Gebruik een andere kookzone.
-
-
Probleem Oorzaak en oplossing
Wat gedaan als ...
De kookstartautomaat is in geschakeld maar de in houd van het kookgerei begint niet te koken.
Na het uitschakelen van het toestel is een werkingsgeluid te horen.
Op het display van één of meerdere kookzones knip­pert "F".
De regelknop van de kook­zone staat niet op "0", voor de kookzone is een vermo gensstand ingesteld. De kookzone verwarmt niet. Op het display brandt "0" of knippert afwisselend #.
-
Er worden grote hoeveelheden levensmiddelen ver
­warmd.
Kook met de hoogste vermogensstand en stel
^
daarna handmatig een lagere vermogensstand in.
Het kookgerei geleidt de warmte slecht.
Gebruik ander kookgerei dat de warmte beter
^
leidt.
De koelventilator blijft draaien tot het toestel afge koeld is, en schakelt dan automatisch uit.
De regelknop van de kookzones werd langer dan 30 seconden en te ver naar rechts of naar links ge­draaid.
^ Draai de regelknop van de kookzones op "0". Als
de foutmelding niet uitgaat, is een technische fout opgetreden. Neem dan contact op met de Tech­nische Dienst van Miele.
– Er was een stroompanne terwijl het toestel in wer-
king was.
­–
De kookzone is al meer dan 3 minuten ingescha keld zonder dat er geschikt kookgerei is opgezet.
De werkingsduur van een kookzone is overschre den.
^
Draai de regelknop voor de kookzone op "0".
-
-
-
-
Op het display knipperen afwisselend FE en cijfers.
De kookzone kan weer in gebruik worden genomen.
Er heeft zich een storing voorgedaan in de elektro nische besturing.
^
Onderbreek de voeding van het kookvlak gedu rende ca. 1 minuut. Als het probleem na het opnieuw inschakelen van de voeding nog niet verholpen is, doe dan een beroep op de Technische Dienst.
-
-
41
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Kook-/braadgerei
Miele biedt een uitgebreid gamma van kook- en braadgerei. Dit is perfect afgestemd op de Miele-toestellen qua eigen­schappen en afmetingen. Gedetailleerde informatie over de afzonderlijke producten vindt u op de website van Miele.
Kookpotten in verschillende formaten Sauteerpan met deksel Pan met een antiaanbaklaag Wokpan Braadpannen
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
42
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw
Zorg ervoor dat de aansluitkabel Het toestel mag enkel door een erkende vakman of vakvrouw wor den ingebouwd en enkel door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van electriciteitsaan­sluitingen, worden aangesloten op het elektriciteitsnet.
-
~
van het kookvlak na de inbouw niet kan worden aangeraakt en niet mechanisch wordt belast.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Om schade aan het toestel te ver mijden, mag u het pas inbouwen na dat de wandkasten en de dampkap gemonteerd zijn.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hitte­bestendig zijn.
Het toestel mag niet worden ingebouwd boven koeltoestellen, afwasautomaten, wasautomaten en droogautomaten.
Dit kookvlak mag niet boven een
~
oven of fornuis zonder ventilator wor den ingebouwd die voor de koeling van het desbetreffende toestel dient.
-
-
-
-
43
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstanden boven het toe stel
Hou tussen het toestel en een dampkap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de dampkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de dampkap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen.
-
Wanneer onder een dampkap meer dere toestellen ingebouwd zijn waarvoor verschillende veiligheids afstanden worden opgegeven, moet u de grootste vereiste veiligheidsaf stand in acht nemen.
-
-
-
44
Veiligheidsafstand naast en achter het toestel
Het toestel mag slechts aan één zijkant (rechts of links) en aan de achterkant grenzen aan meubels of wanden die hoger zijn dan het toestel zelf (zie de afbeeldingen).
Veiligheidsafstanden
a Achter het toestel: minstens mm tus
sen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur.
c Links van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur.
-
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
45
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be dragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm 50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw Kookvlakken met rand/facetrand
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
d Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
46
Kookvlakken met rand/facetrand
Opmerkingen omtrent de inbouw
Dichting tussen het kookvlak en het werkblad
Mocht het kookvlak ooit moeten wor den verwijderd, dan kunnen het kookvlak en het werkblad bescha digd raken als u het kookvlak met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) hebt afgedicht. Gebruik geen voeg dichtingsmiddel tussen het kookvlak en het werkblad.
-
Betegeld werkblad
-
-
De voegen a en het gearceerde deel onder de ondersteuning van het kook­vlak moeten glad en effen zijn, zodat het kookvlak er gelijkmatig op ligt en de dichting onder de rand van het boven­ste deel van het toestel afdichting ga­randeert ten opzichte van het werkblad.
De dichting onder de rand van het bo venste deel van het toestel garandeert voldoende afdichting ten opzichte van het werkblad.
-
47
Kookvlakken met rand/facetrand
Inbouwafmetingen
KM 6325
a vooraan
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje
aansluitkabel, L = 1440 mm wordt los bij het toestel meegeleverd
48
KM 6362
Kookvlakken met rand/facetrand
a vooraan
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje
aansluitkabel, L = 1440 mm wordt los bij het toestel meegeleverd
49
Kookvlakken met rand/facetrand
KM 6363
a vooraan
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje
aansluitkabel, L = 1440 mm wordt los bij het toestel meegeleverd
50
Kookvlakken met rand/facetrand
Inbouw
Het werkblad voorbereiden
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Veiligheidsafstanden") in acht.
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak, siliconenrubber of giethars om op zwellen door vocht te verhinderen.
Zorg ervoor dat deze materialen niet in contact komen met het oppervlak van het werkblad.
Voor de inbouw van het toestel zijn geen klemveren vereist. De speciale afdichttape zorgt ervoor dat het kook­vlak stevig in de uitsparing ligt en niet verschuift. De spleet tussen de rand en het werkblad zal na verloop van tijd kleiner worden.
Het kookvlak inbouwen
Leid de aansluitkabel door de uitspa
^
ring in het werkblad naar beneden.
Plaats het kookvlak centraal in de uit
^
sparing. Let erop dat de dichting van het kookvlak op het werkblad rust. Enkel dan bent u zeker dat de in bouw langs alle zijden goed dicht is. Het kookvlak mag in geen geval met
-
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht!
Wordt bij het inbouwen geconsta teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeer­zaag worden nabewerkt.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
-
-
-
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe stel
De aansluitkabel mag enkel door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van electriciteitsaan­sluitingen, worden aangesloten op het toestel.
^
Sluit de aansluitkabel zoals op het aansluitschema aan op het toestel (zie rubriek "Elektrische aansluiting > Aansluitschema").
-
51
Kookvlakken in één vlak met het werkblad
Inbouwafmetingen
KM 6364
a vooraan
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje
aansluitkabel, L = 1440 mm wordt los bij het toestel meegeleverd
d Getrapte frezing
52
Bij inbouw in een werkblad van na tuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in elk geval de detailtekeningen in acht nemen.
-
Kookvlakken in één vlak met het werkblad
Inbouw
Een kookvlak zonder rand voor vlak ke inbouw is enkel geschikt voor in bouw in natuursteen (graniet, mar mer), massief hout en betegelde werkbladen. Sommige kookvlakken zijn ook ge schikt voor inbouw in glazen werk bladen. Als dat het geval, staat dit vermeld bij het kookvlak in de ru briek "Inbouwafmetingen". Bij werkbladen van andere materia len vraagt u de fabrikant of het werk blad geschikt is voor vlakke inbouw van een kookvlak zonder rand.
De breedtedagmaat van de onder­kast moet minstens zo breed zijn als de binnenste werkbladuitsparing (zie rubriek "Inbouwafmetingen"), zo­dat het kookvlak na de inbouw vrij toegankelijk is langs onderen en de onderkast kan worden weggenomen voor onderhoudsdoeleinden. Als het kookvlak niet vrij toegankelijk is langs onderen, moet het voeg dichtingsmiddel worden verwijderd om het kookvlak te kunnen verwij deren voor onderhoudsdoeleinden.
Het kookvlak wordt
rechtstreeks in een correct
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
uitgefreesd werkblad van natuur steen geplaatst.
in de uitsparing in massief houten,
betegelde en glazen werkbladen met houten lijsten bevestigd. Deze lijsten worden niet bij het toestel meegele verd.
-
-
53
Kookvlakken in één vlak met het werkblad
Werkblad uit natuursteen
De uitsparing in het werkblad aan brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
Omdat voor de glaskeramiekplaat en de uitsparing in het werkblad een ze­kere tolerantie geldt, kan de voeg­breedte c variëren (minimaal 1 mm).
^ Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Veiligheidsafstanden") in acht.
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe stel
De aansluitkabel mag enkel door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteits­aansluitingen, worden aangesloten op het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel (zie rubriek "Elektrische aansluiting > Aansluitschema").
Het kookvlak inbouwen
^ Leid de aansluitkabel door de uitspa-
ring naar beneden.
^ Plaats het kookvlak b in de uitspa-
ring en centreer het.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
Vul de voeg c met een geschikte, temperatuurbestendige (minimaal 160 °C) siliconenkit.
-
54
Gebruik uitsluitend een siliconenkit voor het afdichten van voegen die geschikt is voor natuursteen en volg de instructies van de fabrikant van de kit.
Kookvlakken in één vlak met het werkblad
Werkblad uit massief hout / be tegeld werkblad / glazen werk blad
De uitsparing in het werkblad aan brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
(niet meegeleverd)
Omdat voor de glaskeramiekplaat en de uitsparing in het werkblad een ze kere tolerantie geldt, kan de voeg breedte c variëren (minimaal 1 mm).
-
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
-
stel
-
De aansluitkabel mag enkel door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaan­sluitingen, worden aangesloten op het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel (zie rubriek "Elektrische aansluiting > Aansluitschema").
Het kookvlak inbouwen
^ Leid de aansluitkabel door de uitspa-
ring naar beneden.
^ Plaats het kookvlak b in de uitspa-
ring en centreer het.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
-
Vul de voeg c met een geschikte, temperatuurbestendige (minimaal 160 °C) siliconenkit.
-
^
Maak een uitsparing in het werkblad zoals op de afbeeldingen. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Veiligheidsafstanden") in acht.
^
Bevestig de houten lijsten d 7mm onder de bovenkant van het werk blad (zie afbeelding).
Hou rekening met de opmerkingen van de fabrikant van de siliconenkit voor het afdichten van voegen.
Gebruik bij tegels van natuursteen
-
uitsluitend een siliconenkit voor het afdichten van voegen die geschikt is voor natuursteen.
55
Elektrische aansluiting
Het toestel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteits­aansluitingen, worden aangesloten op het elektriciteitsnet. Hij of zij kent de voorschriften die van toepassing zijn en houdt zich daar strikt aan. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade als gevolg van een ondeskundig uitgevoerde installatie of ondeskundig uitge voerde onderhoudswerken of her stellingen.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd ver­oorzaakt doordat de aardleiding on­derbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaar­borgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aange raakt!
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moeten overeenstem men met de gegevens van het elektrici teitsnet.
-
-
-
Elektrische aansluiting: AC230V/50Hz
Zie het aansluitschema voor de aan­sluitmogelijkheden.
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garande­ren, wordt in de EU-voorschriften en richtlijnen voor België geadviseerd de elektrische installatie van een verlies­stroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
-
-
56
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.Decon tactopening in uitgeschakelde toe stand moet ten minste 3mmbedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en verliesstroomscha kelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van het elektriciteitsnet dient te worden los gekoppeld, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen
Neem de inzetstukken helemaal uit de schroefkappen. of:
Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de middelste knop (zwart) uit­springt. of:
Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min. type B of C!): Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit). of:
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar) Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) of druk op de testtoets.
-
-
Aansluitkabel
Het toestel moet overeenkomstig het aansluitschema worden aangesloten door middel van een aansluitkabel van
-
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) die een geschikte diameter heeft.
Zie het aansluitschema voor de aan sluitmogelijkheden.
De toegestane aansluitspanning en bij horende waarden voor uw toestel vindt u op het typeplaatje.
-
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij Miele of via de Service After Sales. De aansluitkabel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden vervangen. Hij of zij is op de hoogte van de nationale voorschriften en de voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij, en hij of zij neemt ze zorgvuldig in acht.
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje.
-
-
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingescha keld.
De aarddraad moet bevestigd wor
-
den aan de aansluiting met het sym bool -.
-
-
57
Elektrische aansluiting
L1
200-240 V~
200-240 V~
200-240 V~
ab
cde
-
L2 L3 N
-
L2
b
L1
a cdNe
(L3)
200-240 V~
200-240 V~
aL1bcdNe
-
(L2)
200-240 V~
Aansluitschema
58
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie
Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar of
de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan al tijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het meegeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de meegele verde garantievoorwaarden.
-
-
-
5960616263
KM 6325 / KM 6362 / KM 6363 / KM 6364
M.-Nr. 09 937 140 / 00nl-BE
Loading...