Gebruiks- en montageaanwijzing
Keramische inductiekookvlakken
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 937 140nl-BE
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................13
Beschrijving van het toestel ........................................14
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie ....................59
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit kookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin
gen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en
materiële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het toestel in gebruik neemt.
Daarin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de monta
ge, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het be
lang van uw veiligheid en voorkomt schade aan het toestel.
Wanneer deze opmerkingen omtrent uw veiligheid niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt
doorgeven aan een eventuele volgende bezitter!
-
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Dit kookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik het kookvlak uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bereiden en warm houden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het kook
vlak niet in staat zijn het kookvlak veilig te bedienen, mogen het alleen onder toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd
door iemand die het kookvlak kent. Ze moeten het mogelijke gevaar
van een verkeerde bediening kunnen herkennen en begrijpen.
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het kook
~
vlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehou
den.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het kookvlak zonder toezicht ge
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar
zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventu
ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het kookvlak niet zonder toezicht reinigen.
~
Hou kinderen die in de buurt van het kookvlak komen in het oog.
~
Zorg ervoor dat ze nooit met het toestel spelen.
Het kookvlak wordt heet als het in gebruik is en dat blijft het ook
~
nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg
tot het afgekoeld is en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich
aan verbranden.
Risico van verstikking!
~
Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal
(bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken.
Hou verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kin
deren.
-
-
-
-
-
Risico van verbranding!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven
of achter het kookvlak. Dat kan kinderen ertoe brengen op het toe
stel te klimmen.
Verbrandingsgevaar!
~
Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werk
blad. Zo voorkomt u dat kinderen zich verbranden door kookpotten
en pannen van het kookvlak te trekken.
6
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Maak gebruik van de inschakelblokkering om te vermijden dat
~
kinderen het kookvlak onverhoeds inschakelen.
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
~
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Controleer voordat het kookvlak wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd toestel mag niet worden geplaatst
en niet in gebruik worden genomen.
De elektrische veiligheid van het kookvlak is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd.
Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van het kookvlak moeten absoluut overeenstemmen met deze van
het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel.
Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar
voor oververhitting.
Gebruik het kookvlak enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
Dit kookvlak mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het kookvlak
leiden.
Open nooit de behuizing van het toestel.
Het recht op garantie vervalt wanneer het kookvlak door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo
gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Het kookvlak is niet bestemd voor gebruik met een externe scha-
~
kelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand.
Het kookvlak moet door een elektricien op het elektriciteitsnet
~
worden aangesloten. Om een beschadigde aansluitkabel te
vervangen, moet een speciale aansluitkabel worden geïnstalleerd
door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen. Zie rubriek "Elektrische aansluiting".
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
kookvlak van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Daarvoor moet u het volgende doen
–
schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
-
-
-
–
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
–
trek de stekker (indien voorhanden) uit de contactdoos.
Trek daartoe niet aan de draad, wel aan de stekker.
Gevaar voor elektrische schok!
~
Als het kookvlak defect is of als de glaskeramiekplaat barsten of
spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in gebruik nemen en dient
u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het van het elektrici
teitsnet.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden. Laat het
~
kookvlak bij werkzaamheden met olie en vet niet zonder toezicht
achter.
Blus branden met olie en vet nooit met water. Schakel het toestel uit
en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
~
vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.
Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar ma
~
teriaal worden opgewarmd, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom makkelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder
het kookvlak. Eventueel voorhanden bestekbakken moeten van hittebestendig materiaal zijn.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.
~
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
~
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen.
Gebruik het kookvlak niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblikken.
Wanneer het kookvlak wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
~
materiaal van de afdekking in brand vliegt, springt of smelt als u het
toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een berei
ding.
Dek het kookvlak nooit af met bijv. afdekplaten, een doel of een be
schermfolie.
Wanneer u een elektrisch toestel (bijv. een handmixer) gebruikt in
~
de buurt van het kookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet
met het hete kookvlak in contact komt. Daardoor kan de aansluitka
bel worden beschadigd.
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als het kookvlak is ingebouwd achter een meubeldeur, mag het
~
alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur geopend is.
Sluit de meubeldeur pas nadat de streepjes voor de resterende
warmte zijn uitgegaan.
Het kookvlak wordt heet als het in gebruik is en dat blijft het ook
~
nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra het lampje voor de
resterende warmte is uitgegaan, is het gevaar om u te verbranden
geweken.
U kunt u aan het hete kookvlak verbranden. Trek ovenwanten aan
~
of gebruik pannenlappen om uw handen bij alle werkzaamheden
aan hete toestellen te beschermen. Deze moeten droog zijn. Nat of
vochtig textiel leidt de warmte beter, wat verbranding door stoom
kan veroorzaken.
Als het kookvlak ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk in-
~
schakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op het kookvlak liggen verhitten.
Ander materiaal kan smelten of vlam vatten.
Vochtige pannendeksels kunnen zich vastzuigen.
Gebruik het kookvlak niet als legplank.
Schakel de kookzones na gebruikt uit!
Wanneer suiker, suikerhoudende gerechten, kunststof of alumini
~
umfolie op het hete kookvlak geraken en smelten, kunnen deze bij
het afkoelen de glaskeramiekplaat beschadigen. Schakel het toestel
meteen uit en krab deze stoffen onmiddellijk met een glaskrabber af.
Trek hiervoor ovenwanten aan.
Maak de kookzones zodra ze afgekoeld zijn schoon met een reini
gingsmiddel voor glaskeramiek.
Door het verwarmen van leeg kookgerei kan de
~
glaskeramiekplaat beschadigd raken. Laat het kookvlak niet zonder
toezicht achter terwijl het in werking is!
10
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u potten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kunnen er
~
krassen op het glazen oppervlak optreden. Gebruik alleen
kookpotten en pannen met een effen bodem.
Hef het kookgerei op wanneer u het verplaatst. Zo voorkomt u
~
strepen en krassen.
Zout, suiker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken
~
van groenten, kunnen krassen veroorzaken wanneer ze onder de
bodem van kookgerei terechtkomen. Zorg ervoor dat de
glaskeramiekplaat en de bodem van kookgerei schoon zijn voordat
u kookgerei op het kookvlak plaatst.
Vallende voorwerpen (zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes)
~
kunnen in een minder gunstig geval barsten of spleten veroorzaken.
Let erop dat geen voorwerpen op de glaskeramiekplaat vallen.
Hete voorwerpen op het display kunnen de elektronische bestu-
~
ring eronder beschadigen. Zet nooit hete kookpotten of pannen op
of in de buurt van het display.
Doordat inductiekookzones heel snel heet worden, kan de tempe-
~
ratuur ter hoogte van de bodem van het kookgerei in een mum van
tijd de zelfontbrandingstemperatuur van olie of vet bereiken. Laat
het kookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
Verwarm vet en olie gedurende maximaal 1 minuut en gebruik
~
daartoe nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker:
~
in de onmiddellijke omgeving van een ingeschakeld kookvlak ont
staat een elektromagnetisch veld. Het is eerder onwaarschijnlijk dat
de pacemaker daardoor negatief zal worden beïnvloed.
Neem wanneer u daaromtrent twijfels hebt contact op met de fabri
kant van de pacemaker of vraag uw arts.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het elektromagnetische veld van het ingeschakelde kookvlak kan
~
de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden.
Er mogen zich geen kredietkaarten, opslagmedia,
zakrekenmachines enz. in de onmiddellijke omgeving van het inge
schakelde kookvlak bevinden.
Metalen voorwerpen die in een lade onder het kookvlak worden
~
bewaard, kunnen warm worden bij lang, intensief gebruik van het
toestel. Bewaar geen metalen voorwerpen in een lade direct onder
het kookvlak.
-
Het kookvlak is uitgerust met een koelventilator. Wanneer zich on
~
der het ingebouwde toestel een lade bevindt, moet u ervoor zorgen
dat voldoende afstand bestaat tussen de inhoud van de lade en de
onderkant van het toestel, zodat de toevoer van koele lucht voor het
kookvlak gewaarborgd is.
Bewaar geen puntige of kleine voorwerpen of papier in de lade.
Deze kunnen door de ventilatieopeningen in de behuizing binnendringen of worden aangezogen en daardoor de koelventilator beschadigen of de koeling negatief beïnvloeden.
Gebruik nooit twee stuks kookgerei tegelijk op één kookzone, één
~
braadzone of één PowerFlex-kookgebied.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van het kookvlak nooit een stoomreiniger.
Als het kookvlak boven een oven of fornuis met pyrolysereiniging
~
ingebouwd is, mag het tijdens de pyrolysereiniging niet worden ge
bruikt. De beveiliging tegen oververhitting van het kookvlak zou in
werking kunnen treden (zie desbetreffende rubriek).
-
-
-
12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het kookvlak
voor transportschade. Er werd voor mi
lieuvriendelijk en recycleerbaar verpak
kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw han
delaar neemt de verpakking terug.
Wat met een afgedankt toe
stel?
-
Oude elektrische en elektronische toe
-
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be
rokkenen aan de menselijke gezond
heid en het milieu. Geef uw oude toe
stel dus niet mee met het gewone huis
vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark.
Vraag meer informatie aan uw
Miele-handelaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel
kindveilig wordt bewaard voor u het
wegbrengt.
13
Beschrijving van het toestel
Modellen
KM 6325
a PowerFlex-kookzone met
TwinBooster
b PowerFlex-kookzone met
TwinBooster
a + b combineerbaar tot PowerFlex
kookgebied
c Kookzone met booster
d Kookzone met booster
e Display met kookzone-indicaties
14
Bedieningsknoppen voor de kookzo
ne:
f links voor
g links achter
h rechts vooraan
i rechts achteraan
-
KM 6362 / KM 6363 / KM 6364
Beschrijving van het toestel
a Kookzone met Waterboost
b Kookzone met booster
c PowerFlex-kookzone met
TwinBooster
d PowerFlex-kookzone met
TwinBooster
c + d combineerbaar tot PowerFlex
kookgebied
e Display met kookzone-indicaties
Bedieningsknoppen voor de kookzo
ne:
f links voor
g links achter
h rechts vooraan
i rechts achteraan
-
15
Beschrijving van het toestel
Symbolen
0Kookzone uit
yPowerFlex-kookgebied activeren
2Warmhoudstand
BBooster met 1 stand
B I/II TwinBooster/WaterBoost met 2 standen
y Positie van de kookzone, voorbeeld links voor
Display
Kookzone-indicaties
0= Kookzone klaar voor gebruik
^= Warmhoudstand
1 tot 9= Vermogensstand
A= Kookstartautomaat
f= Stand 1 TwinBooster/WaterBoost
h= Booster / Stand 2 TwinBooster/WaterBoost
œ= PowerFlex kookgebied geactiveerd
ß= Ontbrekend of ongeschikt kookgerei
(zie rubriek "Inductie")
#= Restwarmte
LC= Vergrendeling geactiveerd
16
Beschrijving van het toestel
Kookzonegegevens
KookzoneKM 6325
Minimale tot maximale
C in cm*
y15–23normaal
w15–23normaal
x14–20normaal
z10–16normaal
y + w22–23 /
15x23–23x39
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan afhankelijk zijn van de grootte en het materiaal
van het kookgerei.
Vermogen in watt bij 230 V**
2100
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Booster
Booster
normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7300
3000
3650
2100
3000
3650
1850
3000
1400
2200
3400
4800
7300
17
Beschrijving van het toestel
KookzoneKM 6362 / KM 6363 / KM 6364
Minimale tot maximale
C in cm*
y10–23normaal
w14–20normaal
x15–23normaal
z15–23normaal
x + z22–23 /
15x23 – 23 x 39
Vermogen in watt bij 230 V**
WaterBoost, stand 1
WaterBoost, stand 2
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7300
2300
3200
5000
1850
3000
2100
3000
3650
2100
3000
3650
3400
4800
7300
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan afhankelijk zijn van de grootte en het materiaal
van het kookgerei.
18
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is
op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek over het type
plaatje.
Eerste reiniging
Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
^
Vóór het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over
^
het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
Toestel in gebruik nemen
Enkel bij kookvlakken met facetrand (geslepen glazen
rand):
De eerste dagen na de inbouw kan er een kleine spleet
zichtbaar zijn tussen het kookvlak en het werkblad. Door
het gebruik wordt die kleiner. Ondanks deze spleet blijft de
elektrische veiligheid steeds gewaarborgd.
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje. Wanneer het toestel voor het eerst wordt
gebruikt, komt er een geur vrij en ontstaat er eventueel damp.
Ook door de verwarming van de inductiespoelen komt er in
de eerste gebruiksuren een geur vrij. Bij het volgende ge
bruik is de geur al wat minder merkbaar. Uiteindelijk verdwijnt
ze helemaal.
Vóór het eerste gebruik
-
-
De geur en damp die eventueel ontstaan, wijzen niet op een
verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze
zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Hou er rekening met dat de opwarmtijd bij inductiekook
vlakken erg veel korter is dan bij traditionele kookvlakken.
-
19
Inductie
Werkwijze
Onder een inductiekookzone bevindt zich een inductiespoel.
Als de kookzone wordt ingeschakeld, produceert deze spoel
een magnetisch veld, dat rechtstreeks inwerkt op de bodem
van de pot en deze verwarmt. De kookzone wordt indirect op
gewarmd door de warmte afgegeven door de pan.
-
De inductie werkt alleen bij kookgerei met een magnetiseer
bare bodem (zie rubriek "Kookgerei"). Ze houdt automatisch
rekening met de grootte van het opgezette kookgerei.
Op het display knipperen afwisselend het symbool ß en de
ingestelde vermogensstand wanneer
de kookzone wordt ingeschakeld terwijl er geen kookgerei
–
of ongeschikt kookgerei (kookgerei met een
niet-magnetische bodem) op de kookzone staat,
– de bodemdiameter van het gebruikte kookgerei te klein is,
– het kookgerei van een ingeschakelde kookzone wordt
weggenomen.
Als binnen de 3 minuten geschikt kookgerei op de kookzone
wordt gezet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
Wordt er geen kookgerei of ongeschikt kookgerei op de kookzone gezet, dan wordt de kookzone na 3 minuten automa
tisch uitgeschakeld.
Risico van verbranding!
Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per onge
luk inschakelt of als het nog warm is van een kookproces,
bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op het
kookvlak liggen verhitten. Ander materiaal kan smelten of
vlam vatten. Vochtige pannendeksels kunnen zich
vastzuigen.
Gebruik het kookvlak niet als legplank.
Schakel de kookzones na gebruikt uit!
-
-
-
20
Geluiden
Inductie
Bij gebruik van inductiekookzones kunnen in het kookgerei,
afhankelijk van het materiaal en de uitvoering van de bodem,
volgende geluiden ontstaan:
Bromgeluid op een hoge vermogensstand. Dat geluid
–
neemt af of verdwijnt wanneer een lagere vermogensstand
wordt ingesteld.
Er kan een knetterend geluid optreden bij gebruik van
–
kookgerei met een bodem die uit verschillende materialen
bestaat (bijv. een sandwichbodem).
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver
–
bonden (gekoppelde) kookzones (zie rubriek "Booster") te
gelijkertijd worden gebruikt en op de kookzones kookgerei
staat met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijv. een sandwichbodem).
– Er kan een klikgeluid optreden tijdens elektronische
schakelprocessen, en dan vooral op lage vermogensstanden.
– Zoemgeluid als de koelventilator wordt ingeschakeld. Het
wordt ingeschakeld ter bescherming van de elektronica,
als het kookvlak intensief wordt gebruikt. Na uitschakelen
van het toestel kan de koelventilator nog verder draaien.
-
-
21
Inductie
Kookgerei
Kookgerei uit de volgende materialen is geschikt:
roestvrij staal met magnetiseerbare bodem,
–
geëmailleerd staal,
–
gietijzer.
–
Kookgerei uit de volgende materialen is niet geschikt:
roestvrij staal met niet-magnetiseerbare bodem,
–
aluminium of koper,
–
glas, keramiek of aardewerk.
–
Om er zeker van te zijn dat een pot of een pan geschikt is
voor inductie, moet u een magneet tegen de bodem van het
kookgerei houden. Als de magneet blijft vasthechten, is het
kookgerei meestal geschikt.
Wanneer u kookgerei gebruikt dat ongeschikt is, knippert in
de kookzone-indicatie afwisselend het symbool ß en de ingestelde vermogensstand.
De eigenschappen van de bodem van het kookgerei kunnen
de gelijkmatigheid van bereidingsresultaat beïnvloeden (bijv.
bij het bruineren van pannenkoeken).
22
– Kies voor een optimaal gebruik van de kookzone een kook-
gerei met een passende bodemdiameter (zie rubriek
"Kookzonegegevens"). Als de pan te klein is, wordt deze
niet herkend en in de kookzone-indicatie knippert afwisse
lend het symbool ß en de ingestelde vermogenstrap.
–
Als u potten en pannen met een ruwe bodem gebruikt,
kunnen er krassen op het glazen oppervlak optreden. Ge
bruik alleen kookpotten en pannen met een effen bodem.
–
Hef het kookgerei op wanneer u het verplaatst. Zo voor
komt u strepen en krassen.
–
Merk op dat in winkels bij potten en pannen vaak de maxi
male of bovenste diameter wordt opgegeven. Belangrijk is
echter de (in het algemeen kleinere) bodemdiameter.
-
-
-
-
Tabel met vermogensstanden
Vermogens
stand
Warmhouden^
Boter smelten
Gelatine oplossen
Rijstpap of havermoutpap maken2
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst koken
Groenten in blokken ontdooien3
Graan gaar koken3
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen
Omelet of spiegelei zonder korst bakken
Fruit blancheren
Deegwaren gaar koken4
Groente en vis stoven5
Diepgevroren levensmiddelen ontdooien en opwarmen5
Grote hoeveelheden eten aan de kook brengen, bijv. eenpansgerechten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus
of sauce hollandaise
1–2
-
3
4
6
Spiegeleieren behoedzaam bakken (zonder dat het vet over
verhit wordt)
Vis, schnitzel en worst behoedzaam braden (zonder dat het vet
oververhit wordt)
Pannenkoeken of flensjes bakken7
Stoofgerechten aanbraden/even laten braden8
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen
Kookstart
De gegevens zijn richtwaarden.
Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het ma
teriaal van de bodem van het kookgerei. Daarom is het mogelijk dat u met uw
kookgerei lichtjes andere vermogensstanden moet gebruiken. Probeer zelf uit wat
de optimale instellingen zijn voor uw kookgerei.
-
6
7
9
-
23
Bediening
Laat het toestel niet zonder toezicht achter terwijl het in
werking is!
Onder het display bevindt zich een voor hitte gevoelige
elektronica. Plaats daarom nooit heet kookgerei op het
display af.
Regelknoppen voor de kookzones van het kookvlak
De regelknoppen voor de kookzones mogen niet over BIof
"B I/II" heen op "0" worden gedraaid.
inschakelen
Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts tot op
^
het display de gewenste vermogensstand wordt weergegeven.
PowerFlex-kookgebied
U kunt de PowerFlex-kookzones aan elkaar koppelen om één
PowerFlex-kookgebied te creëren.
Het PowerFlex-kookgebied wordt met de regelknop van de
achterste kookzone geactiveerd.
Activeren
24
De instellingen voor het kookgebied worden met de voorste
kookzone gestuurd.
Indien bij het activeren van het kookgebied voor de voorste
kookzone een vermogensstand was ingesteld, moet u de re
gelknop voor de kookzones eerst op "0" draaien voordat u de
vermogensstand voor het PowerFlex-kookgebied kunt instel
len.
^
Draai de regelknop van de achterste kookzone naar rechts
op y.
Op het display van de achterste kookzone brandt œ.
^
Draai de regelknop voor de voorste kookzone naar rechts
tot op het display de gewenste vermogensstand wordt
weergegeven.
-
-
Deactiveren
Draai de beide regelknoppen naar links op "0".
^
Bediening
Tip
U kunt de PowerFlex-kookzones weer elk afzonderlijk ge
bruiken.
Wanneer u zo snel mogelijk een grote hoeveelheid vloeistof
wilt verwarmen, moet u het PowerFlex-kookgebied gebruiken.
Het kookgebied heeft op TwinBooster stand 2 het hoogste
vermogen van alle kookzones.
Het kookgerei moet een diameter hebben van minstens 22
cm. Zet het kookgerei in de afgetekende cirkel in het midden
van het kookgebied.
-
25
Bediening
Automatische kookstart
Activeren
Als de kookstartautomaat geactiveerd is, wordt de desbetref
fende kookzone automatisch een bepaalde tijd op het hoog
ste vermogen verwarmd. Daarna wordt teruggeschakeld naar
de vermogensstand die u hebt ingesteld. Dit noemen we de
voortkookstand. De kookstarttijd is afhankelijk van de inge
stelde voortkookstand (zie tabel).
Draai de regelknop voor de kookzones naar links en houdt
^
deze zo lang tot A één keer knippert.
Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts tot op
^
het display de gewenste voortkookstand wordt weergege
ven.
Gedurende de kookstarttijd knippert op het display afwisselend A en de voortkookstand.
Zodra u de kookstartautomaat hebt geactiveerd, draait u
de regelknop voor de kookzones terug op de voortkookstand.
Wanneer u gedurende de kookstarttijd de voortkookstand
wijzigt, deactiveert u de kookstartautomaat.
-
-
-
-
Deactiveren
26
^
Stel gedurende de kookstarttijd een andere vermogens
stand in.
De kookstartautomaat wordt geactiveerd.
-
Bediening
Stand om verder te
koken
10:15
20:15
30:25
40:50
52:00
65:50
72:50
82:50
9–
Kookstarttijd
in minuten en seconden (ca.)
27
Bediening
Booster
De kookzones hebben een boosterfunctie met één stand, een
WaterBoost met twee standen of TwinBoosterfunctie (zie ru
briek "Beschrijving van het toestel").
Met de booster kan een hoger vermogen worden geleverd
om snel grote hoeveelheden te kunnen verwarmen (bijv.
grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Dit ho
ger vermogen is maximaal 15 minuten actief.
-
-
U kunt de booster maximaal voor twee kookzones tegelijk ge
bruiken.
Na afloop van de boostertijd wordt automatisch naar vermo
gensstand 9 teruggeschakeld.
Er zijn telkens twee kookzones met elkaar verbonden (gekoppeld) om het vermogen voor de booster te kunnen leveren.
Gedurende de boostertijd wordt de verbonden kookzone een
gedeelte van het vermogen onttrokken. Dat heeft een van de
volgende effecten:
- opwarming op het hoogste vermogen wordt gedeactiveerd
- de vermogensstand wordt verlaagd
- de verbonden kookzone wordt uitgeschakeld.
-
-
28
Booster inschakelen
Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts een
^
beetje tot over de aanslag heen op B en dan weer terug op
de aanslag.
Op het display van de kookzone verschijnt h.
WaterBoost / TwinBooster inschakelen
Stand 1
Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts een
^
beetje tot over de aanslag heen op B I/II en dan weer terug
op de aanslag.
Op het display van de kookzone wordt f weergegeven.
Stand 2
^ Draai de regelknop voor de kookzones naar rechts een
beetje tot over de aanslag heen op B I/II en dan weer terug
op de aanslag.
^ Draai de regelknop voor de kookzones opnieuw een beetje
tot over de aanslag heen op B I/II en dan weer terug op de
aanslag.
Bediening
Op het kookzonedisplay wordt h weergegeven.
Booster / WaterBoost / TwinBooster uitschakelen
^
Stel een andere vermogensstand in.
Het boostersymbool gaat uit.
29
Bediening
Warm houden
Alle kookzones zijn voorzien van een warmhoudstand 2.
De warmhoudstand dient om warme gerechten vlak na de
bereiding warm te houden, niet om koud geworden ge
rechten opnieuw te verwarmen.
-
Wanneer u de warmhoudstand hebt ingesteld, blijft de kook
zone maximaal 2 uur ingeschakeld.
Warmhoudstand instellen
Draai de regelknop van de kookzones naar rechts op 2.
^
Op het kookzonedisplay wordt ^ weergegeven.
Tips
– Houd de gerechten uitsluitend in kookgerei (pot/pan)
warm. Zet een deksel op het kookgerei.
– Het is niet vereist dat de gerechten tijdens het warm-
houden worden omgeroerd.
– Levensmiddelen beginnen tijdens de bereiding hun voe-
dingswaarde te verliezen en dat wordt tijdens het warm
houden voortgezet. Hoe langer voedingsmiddelen worden
warmgehouden, hoe groter het verlies aan voedingsstoffen. Hou de warmhoudtijd dus zo kort mogelijk.
-
30
Het toestel uitschakelen
Draai de regelknoppen van de kookzones naar links op
^
"0".
De vermogensstand op het display gaat uit.
Indicatie van de resterende warmte
Wanneer de uitgeschakelde kookzone nog heet is, gaat op
het display het controlelampje van de resterende warmte
branden. De streepjes van de indicatie van de resterende
warmte gaan in de mate waarin de kookzones afkoelen één
voor één uit. Het laatste streepje gaat uit zodra de kookzones
zonder gevaar kunnen worden aangeraakt.
Risico van verbranding!
Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes voor de
resterende warmte branden.
Bediening
31
Tips om energie te besparen
Kook met een deksel op de kookpot of pan. Zo vermijdt u
–
dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Zonder dekselMet deksel
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine kookpot.
–
Voor het verwarmen van een kleine kookpot is minder
energie nodig dan voor het verwarmen van een grotere,
nauwelijks gevulde kookpot.
– Gebruik weinig water bij het bereiden.
– Stel na de kookstart of het aanbraden een lagere vermo-
gensstand in.
– Gebruik een snelkookpot/snelkookpan om de bereidings-
tijd te verkorten.
32
Ingebruiknameblokkering
Veiligheidsinstellingen
Activeren
Deactiveren
Om te vermijden dat iemand de kookzones per vergissing in
schakelt, is het toestel uitgerust met een vergrendeling.
De inschakelblokkering kan alleen worden geactiveerd wan
neer alle kookzones zijn uitgeschakeld.
Wanneer bij geactiveerde inschakelblokkering een
vermogenstrap wordt ingesteld, verschijnt gedurende ca.
3 seconden LC op het display.
De vergrendeling wordt bij een stroomstoring gedeacti
veerd.
^ Draai de regelknoppen van de beide voorste kookzones te-
gelijkertijd tot de aanslag naar links en houdt deze zolang
tot LC verschijnt.
^ Draai de regelknoppen van de beide voorste kookzones te-
gelijkertijd tot de aanslag naar links en houdt deze zolang
tot LC uitgaat.
-
-
-
33
Veiligheidsinstellingen
Automatisch uitschakelen voor de veiligheid
De veiligheidsuitschakeling wordt automatisch geactiveerd
wanneer een kookzone ongewoon lang wordt verwarmd. De
tijdspanne hangt van de gekozen vermogenstand af. Als
deze is overschreden, wordt de kookzone uitgeschakeld en
wordt de indicatie van de resterende warmte weergegeven.
Wanneer u de kookzone uit- en inschakelt is deze weer klaar
voor gebruik.
VermogensstandMaximale werkingsduur in uren
^2
110
25
35
44
53
62
72
34
82
91
Beveiliging tegen oververhitting
Alle inductiespoelen en de koellichamen van de elektronica
zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de
inductiespoelen of de koellichamen oververhit raken, zorgt de
beveiliging tegen oververhitting voor een van de volgende re
acties:
een ingeschakelde boosterfunctie wordt geannuleerd,
–
een ingestelde vermogensstand wordt verlaagd,
–
één of meerdere kookzones worden automatisch uitge
–
schakeld.
Draai de regelknoppen van de betreffende kookzones op "0".
Zodra de inductiespoelen of de koellichamen voldoende af
gekoeld zijn, kunt u de betreffende kookzones weer zoals gewoonlijk gebruiken.
Het kan tot oververhitting komen als
– leeg kookgerei wordt verwarmd,
– vet of olie bij hoog vermogen wordt verwarmd,
Veiligheidsinstellingen
-
-
-
– de onderzijde van het toestel onvoldoende wordt geventi-
leerd,
–
een hete kookzone na een stroomonderbreking weer wordt
ingeschakeld.
Als na het verhelpen van de oorzaken de oververhittingsbe
veiliging opnieuw reageert, dient u de klantendienst te
verwittigen.
-
35
Reiniging en onderhoud
Risico van verwonding!
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op on
derdelen die onder spanning staan en een kortsluiting ver
oorzaken.
Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit een stoom
reiniger.
-
-
-
Reinig het toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoe
len.
Wrijf het toestel na elke reiniging droog. Zo vermijdt u kalk
aanslag.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen
de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
– handafwasmiddel,
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
vaatwas-reinigingsmiddelen,
–
grill- of ovensprays,
–
glasreinigers,
-
-
36
–
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons
jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur
middel bevatten,
–
speciale "wondersponsen",
–
Gebruik geen scherpe voorwerpen,
zodat u de dichtingen tussen de glaskeramiek en de om
randing en tussen de omranding en het werkblad niet be
schadigt.
-
-
-
-
Glaskeramiekplaat
Reiniging en onderhoud
Gebruik geen handafwasmiddel voor de reiniging. Met een
handafwasmiddel worden niet alle verontreinigingen en
resten verwijderd. Er ontstaat een onzichtbare film die tot
verkleuringen van de glaskeramiek leidt. Deze verkleu
ringen kunnen niet meer worden verwijderd.
Maak het kookvlak regelmatig schoon met een speciaal rei
nigingsmiddel voor glaskeramiek.
-
-
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aange
koekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met het speciale
reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal van
Miele (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren") of
een reinigingsmiddel voor keramische kookplaten dat in de
handel verkrijgbaar is. Gebruik daartoe wat keukenrolpapier
of een schone doek. Doe het reinigingsmiddel niet op een
heet kookvlak, daardoor kunnen vlekken ontstaan. Neem de
opmerkingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel in
acht.
Reinig het kookvlak vervolgens met een vochtige doek en
wrijf het droog. Bij volgende bereidingen zouden eventuele
reinigingsmiddelresten zich inbranden en de glaskeramiek
beschadigen. Zorg ervoor dat u alle resten verwijdert.
Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten
(metaalachtige, glinsterende vlekken) kunt u met het reini
gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen.
Risico van verbranding!
Trek ovenwanten aan voordat u resten van suiker, kunst
stof of aluminiumfolie met een glaskrabber van het hete
kookvlak verwijdert.
-
-
-
Wanneer suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete
kookvlak geraken, schakelt u het toestel uit. Krab deze stof
fen onmiddellijk, dus in hete toestand, met een glaskrabber
grondig van de kookzone af.
Maak de afgekoelde kookzone daarna schoon zoals voor
heen is beschreven.
-
-
37
Reiniging en onderhoud
Regelknoppen
Reinig de regelknoppen met een sponsdoek, een beetje
handafwasmiddel en warm water.
38
Wat gedaan als ...
U kunt de meeste problemen die in het dagelijkse gebruik kunnen optreden zelf
verhelpen. Het volgende overzicht moet u daarbij helpen.
Kunt u daarmee de oorzaak van een probleem niet vinden of verhelpen, neem
dan contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Risico van verwonding!
,
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of herstellingen
kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker waarvoor
Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld. Open nooit zelf de behuizing van
het toestel. Alleen door Miele geautoriseerde vakmensen mogen installatie- en
onderhoudswerkzaamheden of herstellingen uitvoeren.
ProbleemOorzaak en oplossing
Het kookvlak of de
kookzones kunnen
niet worden ingeschakeld.
De eerste keren dat
u het kookvlak ge
bruikt, komen er
geur en damp vrij.
-
De zekering is niet geactiveerd.
^ Activeer de zekering (min. zekering: zie typeplaatje).
Er kan sprake zijn van een technische storing.
^ Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektriciteits-
net. Ga hiertoe als volgt te werk:
– schakelt u de hoofdschakelaar of de overeenstemmende
smeltstoppen van de huisinstallatie uit of
– schakelt u de verliesstroomschakelaar uit.
^ Schakel daarna alles weer in. Kan u het toestel dan nog
niet in gebruik nemen, neem dan contact op met een
elektricien of met de Technische Dienst van Miele.
De onderdelen van metaal worden met een onderhouds
middel beschermd. Als het toestel voor het eerst in werking
wordt gesteld, ontstaan daardoor geuren en eventueel ook
damp. Ook het materiaal van het inductiespoelen geeft
tijdens de eerste werkuren een geur af.
Bij het volgende gebruik is de geur al wat minder merk
baar. Uiteindelijk verdwijnt ze helemaal. De geur en de
eventueel optredende damp zijn niet schadelijk voor de ge
zondheid.
-
-
-
39
Wat gedaan als ...
ProbleemOorzaak en oplossing
Op het kookzonedisplay knip
peren afwisselend het symbool
ß en de ingestelde vermogens
stand of A.
Wanneer het kookvlak wordt in
geschakeld, wordt enkele se
conden "LC" weergegeven op
het display.
Wanneer het kookvlak wordt in
geschakeld, wordt enkele se
conden "dE" weergegeven op
het display.
De kookzones worden niet
heet.
Een kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
De boosterstand wordt automa
tisch vroegtijdig afgebroken.De beveiliging tegen oververhitting heeft gerea
De kookzone werkt met het in
gestelde vermogen niet zoals
gebruikelijk.
Er bevindt zich geen kookgerei op de kookzone
of het kookgerei op de kookzone is niet ge
schikt.
Gebruik geschikt kookgerei (zie rubriek
^
"Kookgerei").
De inschakelblokkering is geactiveerd.
-
-
Deactiveer de inschakelblokkering (zie ru
^
briek "Vergrendeling / inschakelblokkering").
De demo-stand is ingesteld.
-
-
^ Draai de regelknop van de kookzone links
voor naar links en houd hem in die stand.
Draai de regelknop van de kookzone rechts
voor twee keer kort naar links en dan zo lang
naar links tot op het display 0000 wordt weergegeven.
De kookzone was te lang in werking.
^ Schakel de kookzone weer in (zie rubriek
"Veiligheidsuitschakeling").
-
geerd.
-
^
Zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting".
-
-
-
De vermogensstand 9 wordt
automatisch verlaagd wanneer
u voor de kookzone die verbon
den is met de desbetreffende
kookzone, ook de vermogens
stand 9 instelt.
40
Wanneer vermogensstand 9 gelijktijdig wordt
gebruikt voor kookzones die met elkaar zijn ver
-
bonden (gekoppeld), wordt het totale beschik
bare vermogen overschreden.
-
^
Gebruik een andere kookzone.
-
-
ProbleemOorzaak en oplossing
Wat gedaan als ...
De kookstartautomaat is in
geschakeld maar de in
houd van het kookgerei
begint niet te koken.
Na het uitschakelen van
het toestel is een
werkingsgeluid te horen.
Op het display van één of
meerdere kookzones knippert "F".
De regelknop van de kookzone staat niet op "0", voor
de kookzone is een vermo
gensstand ingesteld. De
kookzone verwarmt niet.
Op het display brandt "0"
of knippert afwisselend #.
-
Er worden grote hoeveelheden levensmiddelen ver
warmd.
Kook met de hoogste vermogensstand en stel
^
daarna handmatig een lagere vermogensstand in.
Het kookgerei geleidt de warmte slecht.
Gebruik ander kookgerei dat de warmte beter
^
leidt.
De koelventilator blijft draaien tot het toestel afge
koeld is, en schakelt dan automatisch uit.
De regelknop van de kookzones werd langer dan
30 seconden en te ver naar rechts of naar links gedraaid.
^ Draai de regelknop van de kookzones op "0". Als
de foutmelding niet uitgaat, is een technische fout
opgetreden. Neem dan contact op met de Technische Dienst van Miele.
– Er was een stroompanne terwijl het toestel in wer-
king was.
–
De kookzone is al meer dan 3 minuten ingescha
keld zonder dat er geschikt kookgerei is opgezet.
–
De werkingsduur van een kookzone is overschre
den.
^
Draai de regelknop voor de kookzone op "0".
-
-
-
-
Op het display knipperen
afwisselend FE en cijfers.
De kookzone kan weer in gebruik worden genomen.
Er heeft zich een storing voorgedaan in de elektro
nische besturing.
^
Onderbreek de voeding van het kookvlak gedu
rende ca. 1 minuut.
Als het probleem na het opnieuw inschakelen van
de voeding nog niet verholpen is, doe dan een
beroep op de Technische Dienst.
-
-
41
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat
geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan
reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele
Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After
Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Kook-/braadgerei
Miele biedt een uitgebreid gamma van kook- en braadgerei.
Dit is perfect afgestemd op de Miele-toestellen qua eigenschappen en afmetingen.
Gedetailleerde informatie over de afzonderlijke producten
vindt u op de website van Miele.
Kookpotten in verschillende formaten
Sauteerpan met deksel
Pan met een antiaanbaklaag
Wokpan
Braadpannen
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en
aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
42
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw
Zorg ervoor dat de aansluitkabel
Het toestel mag enkel door een
erkende vakman of vakvrouw wor
den ingebouwd en enkel door een
vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van electriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op
het elektriciteitsnet.
-
~
van het kookvlak na de inbouw niet kan
worden aangeraakt en niet mechanisch
wordt belast.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Om schade aan het toestel te ver
mijden, mag u het pas inbouwen na
dat de wandkasten en de dampkap
gemonteerd zijn.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loskomen of vervormen.
Ook de wandafdichtstrips moeten hittebestendig zijn.
Het toestel mag niet worden ingebouwd
boven koeltoestellen, afwasautomaten,
wasautomaten en droogautomaten.
Dit kookvlak mag niet boven een
~
oven of fornuis zonder ventilator wor
den ingebouwd die voor de koeling van
het desbetreffende toestel dient.
-
-
-
-
43
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstanden boven het toe
stel
Hou tussen het toestel en een dampkap
erboven de veiligheidsafstand aan die
door de fabrikant van de dampkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de dampkap
geen afstand vermeld of zijn er licht
ontvlambare materialen (bijv. een rekje)
boven het toestel geïnstalleerd, dan
dient de veiligheidsafstand minstens
760 mm te bedragen.
-
Wanneer onder een dampkap meer
dere toestellen ingebouwd zijn
waarvoor verschillende veiligheids
afstanden worden opgegeven, moet
u de grootste vereiste veiligheidsaf
stand in acht nemen.
-
-
-
44
Veiligheidsafstand naast en achter
het toestel
Het toestel mag slechts aan één zijkant
(rechts of links) en aan de achterkant
grenzen aan meubels of wanden die
hoger zijn dan het toestel zelf (zie de
afbeeldingen).
Veiligheidsafstanden
a Achter het toestel: minstens mm tus
sen de uitsparing in het werkblad en
de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
c Links van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
-
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
45
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen
de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im
mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af
stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste
50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na
tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het
werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be
dragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm
50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder rand voor
vlakke inbouwKookvlakken met rand/facetrand
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
d Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm
bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
46
Kookvlakken met rand/facetrand
Opmerkingen omtrent de
inbouw
Dichting tussen het kookvlak en het
werkblad
Mocht het kookvlak ooit moeten wor
den verwijderd, dan kunnen het
kookvlak en het werkblad bescha
digd raken als u het kookvlak met
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
hebt afgedicht. Gebruik geen voeg
dichtingsmiddel tussen het kookvlak
en het werkblad.
-
Betegeld werkblad
-
-
De voegen a en het gearceerde deel
onder de ondersteuning van het kookvlak moeten glad en effen zijn, zodat
het kookvlak er gelijkmatig op ligt en de
dichting onder de rand van het bovenste deel van het toestel afdichting garandeert ten opzichte van het werkblad.
De dichting onder de rand van het bo
venste deel van het toestel garandeert
voldoende afdichting ten opzichte van
het werkblad.
-
47
Kookvlakken met rand/facetrand
Inbouwafmetingen
KM 6325
a vooraan
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje
aansluitkabel, L = 1440 mm wordt los bij het toestel meegeleverd
48
KM 6362
Kookvlakken met rand/facetrand
a vooraan
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje
aansluitkabel, L = 1440 mm wordt los bij het toestel meegeleverd
49
Kookvlakken met rand/facetrand
KM 6363
a vooraan
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje
aansluitkabel, L = 1440 mm wordt los bij het toestel meegeleverd
50
Kookvlakken met rand/facetrand
Inbouw
Het werkblad voorbereiden
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets. Neem de
veiligheidsafstanden (zie rubriek
"Veiligheidsafstanden") in acht.
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak,
siliconenrubber of giethars om op
zwellen door vocht te verhinderen.
Zorg ervoor dat deze materialen niet
in contact komen met het oppervlak
van het werkblad.
Voor de inbouw van het toestel zijn
geen klemveren vereist. De speciale
afdichttape zorgt ervoor dat het kookvlak stevig in de uitsparing ligt en niet
verschuift.
De spleet tussen de rand en het
werkblad zal na verloop van tijd
kleiner worden.
Het kookvlak inbouwen
Leid de aansluitkabel door de uitspa
^
ring in het werkblad naar beneden.
Plaats het kookvlak centraal in de uit
^
sparing. Let erop dat de dichting van
het kookvlak op het werkblad rust.
Enkel dan bent u zeker dat de in
bouw langs alle zijden goed dicht is.
Het kookvlak mag in geen geval met
-
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
worden afgedicht!
Wordt bij het inbouwen geconsta
teerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius (ß
R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
-
-
-
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
stel
De aansluitkabel mag enkel door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van electriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op
het toestel.
^
Sluit de aansluitkabel zoals op het
aansluitschema aan op het toestel
(zie rubriek "Elektrische aansluiting >
Aansluitschema").
-
51
Kookvlakken in één vlak met het werkblad
Inbouwafmetingen
KM 6364
a vooraan
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje
aansluitkabel, L = 1440 mm wordt los
bij het toestel meegeleverd
d Getrapte frezing
52
Bij inbouw in een werkblad van na
tuursteen moet u voor de afmetingen
van de uitsparing in elk geval de
detailtekeningen in acht nemen.
-
Kookvlakken in één vlak met het werkblad
Inbouw
Een kookvlak zonder rand voor vlak
ke inbouw is enkel geschikt voor in
bouw in natuursteen (graniet, mar
mer), massief hout en betegelde
werkbladen.
Sommige kookvlakken zijn ook ge
schikt voor inbouw in glazen werk
bladen. Als dat het geval, staat dit
vermeld bij het kookvlak in de ru
briek "Inbouwafmetingen".
Bij werkbladen van andere materia
len vraagt u de fabrikant of het werk
blad geschikt is voor vlakke inbouw
van een kookvlak zonder rand.
De breedtedagmaat van de onderkast moet minstens zo breed zijn als
de binnenste werkbladuitsparing
(zie rubriek "Inbouwafmetingen"), zodat het kookvlak na de inbouw vrij
toegankelijk is langs onderen en de
onderkast kan worden weggenomen
voor onderhoudsdoeleinden.
Als het kookvlak niet vrij toegankelijk
is langs onderen, moet het voeg
dichtingsmiddel worden verwijderd
om het kookvlak te kunnen verwij
deren voor onderhoudsdoeleinden.
Het kookvlak wordt
rechtstreeks in een correct
–
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
uitgefreesd werkblad van natuur
steen geplaatst.
in de uitsparing in massief houten,
–
betegelde en glazen werkbladen met
houten lijsten bevestigd. Deze lijsten
worden niet bij het toestel meegele
verd.
-
-
53
Kookvlakken in één vlak met het werkblad
Werkblad uit natuursteen
De uitsparing in het werkblad aan
brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
Omdat voor de glaskeramiekplaat en
de uitsparing in het werkblad een zekere tolerantie geldt, kan de voegbreedte c variëren (minimaal 1 mm).
^ Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen.
Neem de veiligheidsafstanden (zie
rubriek "Veiligheidsafstanden") in
acht.
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
stel
De aansluitkabel mag enkel door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten
op het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel
(zie rubriek "Elektrische aansluiting >
Aansluitschema").
Het kookvlak inbouwen
^ Leid de aansluitkabel door de uitspa-
ring naar beneden.
^ Plaats het kookvlak b in de uitspa-
ring en centreer het.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
Vul de voeg c met een geschikte,
temperatuurbestendige (minimaal
160 °C) siliconenkit.
-
54
Gebruik uitsluitend een siliconenkit
voor het afdichten van voegen die
geschikt is voor natuursteen en volg
de instructies van de fabrikant van
de kit.
Kookvlakken in één vlak met het werkblad
Werkblad uit massief hout / be
tegeld werkblad / glazen werk
blad
De uitsparing in het werkblad aan
brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
(niet meegeleverd)
Omdat voor de glaskeramiekplaat en
de uitsparing in het werkblad een ze
kere tolerantie geldt, kan de voeg
breedte c variëren (minimaal 1 mm).
-
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
-
stel
-
De aansluitkabel mag enkel door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op
het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel
(zie rubriek "Elektrische aansluiting >
Aansluitschema").
Het kookvlak inbouwen
^ Leid de aansluitkabel door de uitspa-
ring naar beneden.
^ Plaats het kookvlak b in de uitspa-
ring en centreer het.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
-
Vul de voeg c met een geschikte,
temperatuurbestendige (minimaal
160 °C) siliconenkit.
-
^
Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen.
Neem de veiligheidsafstanden (zie
rubriek "Veiligheidsafstanden") in
acht.
^
Bevestig de houten lijsten d 7mm
onder de bovenkant van het werk
blad (zie afbeelding).
Hou rekening met de opmerkingen
van de fabrikant van de siliconenkit
voor het afdichten van voegen.
Gebruik bij tegels van natuursteen
-
uitsluitend een siliconenkit voor het
afdichten van voegen die geschikt is
voor natuursteen.
55
Elektrische aansluiting
Het toestel mag uitsluitend door een
vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten
op het elektriciteitsnet. Hij of zij kent
de voorschriften die van toepassing
zijn en houdt zich daar strikt aan.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor rechtstreekse of
onrechtstreekse schade als gevolg
van een ondeskundig uitgevoerde
installatie of ondeskundig uitge
voerde onderhoudswerken of her
stellingen.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Er bestaat in dat geval onder andere
gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaarborgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aange
raakt!
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje.
Deze gegevens moeten overeenstem
men met de gegevens van het elektrici
teitsnet.
-
-
-
Elektrische aansluiting:
AC230V/50Hz
Zie het aansluitschema voor de aansluitmogelijkheden.
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garanderen, wordt in de EU-voorschriften en
richtlijnen voor België geadviseerd de
elektrische installatie van een verliesstroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
-
-
56
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld.Decontactopening in uitgeschakelde toe
stand moet ten minste 3mmbedragen!
Geschikte schakelaars zijn
overbelastings- en verliesstroomscha
kelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van
het elektriciteitsnet dient te worden los
gekoppeld, gaat u afhankelijk van de
installatie als volgt te werk:
– Smeltzekeringen
Neem de inzetstukken helemaal
uit de schroefkappen.of:
– Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de
middelste knop (zwart) uitspringt.of:
– Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min.
type B of C!):
Zet de tuimelschakelaar van
1 (aan) op 0 (uit).of:
–
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar)
Zet de hoofdschakelaar van
1 (aan) op 0 (uit) of druk op de
testtoets.
-
-
Aansluitkabel
Het toestel moet overeenkomstig het
aansluitschema worden aangesloten
door middel van een aansluitkabel van
-
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) die
een geschikte diameter heeft.
Zie het aansluitschema voor de aan
sluitmogelijkheden.
De toegestane aansluitspanning en bij
horende waarden voor uw toestel vindt
u op het typeplaatje.
-
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze worden vervangen door een
speciale aansluitkabel van het type
H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is
verkrijgbaar bij Miele of via de Service
After Sales.
De aansluitkabel mag uitsluitend door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen,
worden vervangen. Hij of zij is op de
hoogte van de nationale voorschriften
en de voorschriften van de plaatselijke
elektriciteitsmaatschappij, en hij of zij
neemt ze zorgvuldig in acht.
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje.
-
-
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
keld.
De aarddraad moet bevestigd wor
-
den aan de aansluiting met het sym
bool -.
-
-
57
Elektrische aansluiting
L1
200-240 V~
200-240 V~
200-240 V~
ab
cde
-
L2L3N
-
L2
b
L1
acdNe
(L3)
200-240 V~
200-240 V~
aL1bcdNe
-
(L2)
200-240 V~
Aansluitschema
58
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie
Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar of
–
de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
–
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op
de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan al
tijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het meegeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen
stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de meegele
verde garantievoorwaarden.
-
-
-
5960616263
KM 6325 / KM 6362 / KM 6363 / KM 6364
M.-Nr. 09 937 140 / 00nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.