Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
0= kookzone klaar voor gebruik
^= warmhoudstand
1 t/m 12= vermogensstand
I= booster I
II= booster II
#= restwarmte
ß= geen pan of een ongeschikte pan (zie "Inductie")
F= foutmelding (zie "Veiligheidsuitschakeling")
A= aankookautomaat bij instelling extra vermogensstanden
P0 etc.= programma (zie "Programmering")
S0 etc.= status (zie "Programmering")
b Controlelampje voor weergave extra vermogensstanden (zie het hoofdstuk "Pro-
grammering")
c Standenindicator: het aantal segmenten dat oplicht komt overeen met de inge-
stelde vermogensstand (uitzondering: zie de rubriek "Aankookautomaat").
d Controlelampje booster
Display timer/memory
a Controlelampje toewijzing kookzone, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
b Weergave tijd/memory-programma
00 t/m 99 = tijd
P1 t/m P5 = memory-programma
c Controlelampje voor gedefinieerd memory-programma
d Controlelampje voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minu
ten
6
-
Algemeen
Kookzones
KookzoneKM 5993 / KM 5997
Minimale tot maximale
C in cm*
y16 - 23normaal:
w10 - 16normaal:
b18 - 28normaal:
x14 - 20normaal:
z14 - 20normaal:
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
Vermogen in Watt bij 230 V**
2300
met booster I:
met booster II:
met booster:
met booster I:
met booster II:
met booster:
met booster:
Totaal:11100
3000
3700
1400
1800
2400
3000
3700
1850
2900
1850
2900
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate-
riaal van de gebruikte pannen.
Speciale uitvoering
Kookplaten met het symbool < in de linker bovenhoek zijn voorbereid op
Miele|home (zie ook "Bij te bestellen accessoires").
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Dit apparaat voldoet aan de gelden
de veiligheidsvoorschriften. Onjuist
gebruik echter kan persoonlijk letsel
of beschadiging van het apparaat
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en mon
tagehandleiding aandachtig door,
voordat u het apparaat in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u be
langrijke instructies met betrekking
tot inbouw, veiligheid, gebruik en
onderhoud.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar!
-
-
-
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
~
voor particulier huishoudelijk gebruik
(of daarmee vergelijkbaar).
Gebruik het apparaat voor het bereiden
en warmhouden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegestaan en kan gevaarlijk zijn. Miele
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die wordt veroorzaakt door
gebruik voor andere doeleinden dan
hier aangegeven of door een foutieve
bediening.
Dit apparaat mag alleen worden ge
~
bruikt door personen die in staat zijn
het apparaat veilig te bedienen en die
volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Maak gebruik van de vergrendeling,
~
zodat kinderen het apparaat niet onbe
doeld kunnen inschakelen of instel
lingen kunnen wijzigen.
Houd kinderen in de gaten wanneer
~
zij zich in de buurt van het apparaat be
vinden. Laat kinderen nooit met het ap
paraat spelen.
Kinderen mogen het apparaat alleen
~
zonder toezicht gebruiken als ze weten
hoe ze het apparaat veilig moeten be
dienen. De kinderen moeten zich be
wust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Het apparaat wordt tijdens het ge-
~
bruik heet en blijft dat ook nog enige
tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd
kinderen op een afstand, totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er
geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
-
-
Kinderen kunnen ook verbrandingen
~
oplopen als zij pannen van het appa
raat trekken. Draai de grepen daarom
zo dat ze zich boven het werkblad be
vinden. Bij de vakhandelaar is een spe
ciaal rek verkrijgbaar dat ervoor zorgt
dat kinderen niet meer bij het apparaat
-
kunnen komen.
-
-
Verpakkingsmateriaal (zoals folies
~
en piepschuim) kan gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Bewaar
het verpakkingsmateriaal dan ook bui
ten het bereik van kinderen en zorg dat
het zo snel mogelijk wordt afgevoerd.
-
-
-
-
Bewaar geen voorwerpen die voor
~
kinderen interessant zijn in kastjes bo
ven of achter het apparaat. De kinderen
klimmen anders misschien op het ap
paraat en kunnen zich er dan aan
branden.
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer het apparaat voor de in
~
bouw op zichtbare schade. Neem een
beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Een beschadigd apparaat kan uw vei
ligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van het ap
~
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als
het wordt aangesloten op een aar
dingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan. Laat bij
twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Voordat u het apparaat aansluit,
~
dient u de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje te vergelijken met de waarden van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten be
slist overeenkomen om beschadiging
van het apparaat te voorkomen. Raad
pleeg bij twijfel een elektricien.
Gebruik het apparaat alleen als het
~
is ingebouwd, zodat de veiligheid ge
waarborgd is.
-
-
-
-
-
-
-
-
Open in geen geval de ommanteling
~
van het apparaat.
Wanneer onderdelen worden aange
raakt die onder spanning staan of wan
neer elektrische of mechanische onder
delen worden veranderd, levert dit ge
vaar op voor de gebruiker. Het kan er
-
tevens toe leiden dat het apparaat niet
meer goed functioneert.
Laat installatie-, onderhouds- en re
~
paratiewerkzaamheden uitsluitend door
vakmensen uitvoeren die door Miele
zijn geautoriseerd. Ondeskundig uitge
voerde werkzaamheden leveren grote
risico's op voor de gebruiker. Miele kan
hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld.
Bij installatie-, onderhouds- en repa-
~
ratiewerkzaamheden dient het apparaat
spanningsvrij te worden gemaakt. Het
apparaat is alleen dan spanningsvrij als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
–
als de zekering van de huisinstallatie
er geheel is uitgedraaid.
–
als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Trek daarbij aan de stek
ker en niet aan de aansluitkabel.
-
-
-
-
-
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Is de kookplaat voorzien van een
~
communicatiemodule, dan moet bij
installatie-, onderhouds- en reparatie
werkzaamheden aan de kookplaat ook
de communicatiemodule spanningsvrij
worden gemaakt.
Als dit apparaat binnen de garantie
~
periode defect raakt, mag het alleen
door Miele worden gerepareerd, an
ders vervalt de garantie.
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor
den vervangen. Alleen van die onder
delen kan Miele garanderen dat zij aan
de veiligheidseisen voldoen.
Als de aansluitkabel beschadigd is,
~
moet deze door een speciale kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een dergelijke kabel is
verkrijgbaar bij Miele. De kabel mag alleen door een vakman worden vervangen.
Het apparaat mag niet via een stek-
~
kerdoos of verlengsnoer op het elektri
citeitsnet worden aangesloten. Hiermee
kan een veilig gebruik van het apparaat
niet worden gewaarborgd. Er kan bij
voorbeeld oververhitting ontstaan.
Neem de kookplaat niet in gebruik
~
bij een defect of bij breuken, scheuren
en barsten in de keramische plaat c.q.
schakel het apparaat meteen uit. Maak
de kookplaat spanningsvrij. U kunt an
ders een elektrische schok krijgen!
-
-
-
-
-
-
-
Veilig gebruik
Alleen voor personen met een pace
~
maker:
Houdt u er rekening mee dat in de di
recte omgeving van het ingeschakelde
apparaat een elektromagnetisch veld
ontstaat. Het is niet waarschijnlijk dat
dit veld de werking van de pacemaker
nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel
contact op met de fabrikant van de
pacemaker of met uw arts.
Houd magnetiseerbare voorwerpen,
~
zoals creditcards, diskettes en reken
machines, uit de buurt van het inge
schakelde apparaat, anders kan de
werking van deze voorwerpen worden
beïnvloed.
Wanneer u de kookzones gebruikt,
~
worden deze zeer heet. Ook na het uitschakelen blijven ze dat nog enige tijd.
De restwarmte-indicator geeft aan of
een kookzone nog heet is.
Houd toezicht op de kookplaat als u
~
het apparaat gebruikt!
Door drooggekookte pannen kan de
keramische plaat beschadigd raken.
Miele kan hiervoor niet aansprakelijk
worden gesteld.
Oververhit vet en oververhitte olie kun
nen vlam vatten en brand veroorzaken.
Mocht het vet of de olie vlam vatten,
~
gebruik dan nooit water voor het blus
sen! Doof de vlammen met een ge
schikte deksel, een vochtige doek of
iets dergelijks.
-
-
-
-
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Trek altijd ovenwanten aan of ge
~
bruik pannenlappen als u met het hete
apparaat werkt. De ovenwanten of pan
nenlappen mogen niet nat of vochtig
zijn, omdat ze de warmte dan beter ge
leiden. U kunt zich branden!
Flambeer nooit onder een afzuig
~
kap. Door de vlammen kan de afzuig
kap in brand vliegen.
Gebruik het apparaat niet als werk
~
blad. Leg er geen messen, vorken, le
pels of andere metalen voorwerpen op.
Als het apparaat ingeschakeld is, onbe
doeld wordt ingeschakeld of bij rest
warmte kunnen metalen voorwerpen
heet worden (verbrandingsgevaar).
Andere voorwerpen kunnen - afhankelijk van het materiaal - smelten of vlam
vatten.
Vochtige pandeksels kunnen zich
vastzuigen.
Schakel de kookzones na gebruik uit!
Dek het apparaat nooit af met een
~
doek of iets dergelijks. Als het apparaat
nog heet is, bestaat er brandgevaar.
Gebruik geen serviesgoed van
~
kunststof of aluminiumfolie, want dat
smelt bij hoge temperaturen. Brandge
vaar!
-
-
-
-
-
-
Verwarm geen dichte blikken en
~
dergelijke op de kookzones. Er ontstaat
anders overdruk waardoor de blikken
uiteenspatten en u zich kunt verwon
den.
-
Gebruik alleen pannen met een
~
gladde bodem. Een ruwe bodem kan
krassen op de keramische plaat veroor
zaken.
Verhit kookgerei nooit leeg, tenzij de
~
fabrikant van het kookgerei een derge
lijk gebruik uitdrukkelijk toestaat. Van
wege de snelle reactietijd van inductie
kan de temperatuur in de panbodem in
zeer korte tijd de
zelfontbrandingstemperatuur van olie
en vet bereiken.
Houd de kookplaat schoon. Zout,
~
suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van
groente) kunnen krassen veroorzaken.
Zet geen hete pannen of schalen op
~
of in de buurt van het bedieningspaneel. Hierdoor kunnen de elektronische
onderdelen onder het paneel bescha
digd raken.
Laat geen voorwerpen op de kera
~
mische plaat vallen. Zelfs een licht
voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan
scheuren of barsten veroorzaken als
het verkeerd terechtkomt.
-
-
-
-
-
-
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Komt suiker, suikerhoudend voed
~
sel, kunststof of aluminiumfolie op een
hete kookzone terecht, vermeng de sui
kerhoudende stoffen dan onmiddellijk
met water. Schakel vervolgens de kook
zone uit en verwijder de resten met een
schraper, zolang de plaat nog heet is.
Als de stoffen afkoelen kan de kera
mische plaat beschadigd raken. Let op
dat u uw handen niet brandt.
Reinig de plaat verder als deze is afge
koeld.
Als u een stopcontact in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mogen de
aansluitkabels van de betreffende apparaten niet in aanraking komen met
het hete apparaat. De isolatie van de
kabels kan beschadigd raken, waardoor u een elektrische schok kunt krijgen.
Het apparaat is voorzien van een
~
ventilator. Als zich onder het
ingebouwde apparaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de inhoud van de lade en de onderkant van
het apparaat voldoende zijn om de ven
tilatie te waarborgen. Bewaar geen spit
se en kleine voorwerpen of papier in de
lade. Deze voorwerpen kunnen via de
ventilatieopeningen in de behuizing te
rechtkomen of aangezogen worden. De
ventilator kan dan beschadigd raken of
de koeling kan worden beïnvloed.
Wanneer zich onder het apparaat
~
een schuiflade bevindt, zonder tussen
bodem, mogen daarin geen licht ont
vlambare stoffen of brandbare voor
werpen zoals spuitbussen worden be
waard. Een eventuele bestekbak moet
van hittebestendig materiaal zijn.
-
-
-
-
-
Metalen voorwerpen die in een lade
~
onder de kookplaat worden bewaard,
kunnen heet worden als u het apparaat
lang en intensief gebruikt.
Zorg ervoor dat gerechten altijd vol
~
doende worden verhit. Eventuele bac
teriën in het eten worden alleen ge
dood, wanneer de temperatuur hoog
genoeg is (> 70 °C) en lang genoeg
wordt aangehouden (> 10 min.).
Plaats op een kook- of braadzone
~
nooit twee pannen tegelijk.
Als het apparaat achter een meubel
~
deur is ingebouwd, mag u het apparaat
alleen gebruiken als de deur geopend
is. Sluit de meubeldeur pas als het apparaat uitgeschakeld is en de
restwarmte-indicatoren gedoofd zijn.
Schakel de kookplaat niet in als
~
deze boven een pyrolyse-oven of
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de oververhittingsbeveiliging van de kookplaat zou
kunnen reageren (zie de betreffende
rubriek).
-
-
Als de "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen" niet worden opge
volgd, kan Miele niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die
daarvan het gevolg is.
-
-
-
-
-
-
13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal remt de afvalproductie en het ge
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
-
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw hande
laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
-
14
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
-
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede ty
peplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje
op de aangegeven plaats achter in uw
gebruiksaanwijzing.
-
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige
beschermfolies en stickers.
Reinig het apparaat voor het eerste ge
bruik met een vochtige doek en wrijf het
apparaat daarna weer droog.
Gebruik voor het reinigen van de
keramische plaat geen afwasmiddel,
omdat daardoor blijvende blauwe
vlekken kunnen ontstaan.
Vóór gebruik
Alleen voor kookplaten met facetrand
(geslepen rand):
Na het inbouwen kan de eerste da
gen een spleet zichtbaar zijn tussen
de kookplaat en het werkblad. Deze
spleet zal door het gebruik kleiner
worden. De elektrische veiligheid van
het apparaat is echter altijd gewaar
borgd.
Als u het apparaat voor het eerst in ge
bruik neemt, komen er geurtjes en
eventueel damp vrij. Bij elk volgend ge
bruik komen er minder geurtjes vrij. Uiteindelijk zult u niets meer ruiken.
Wanneer er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet dat het apparaat
verkeerd is aangesloten of defect is. De
geurtjes en de damp zijn niet schadelijk
voor de gezondheid.
-
-
-
-
15
Vóór het eerste gebruik
Instelling sensortoetsen
Automatische instelling
Om veilig te stellen dat de sensor
toetsen altijd goed reageren, wordt de
gevoeligheid van de sensoren:
na het aansluiten van het apparaat
–
en na een onderbreking van de
stroomtoevoer (bijvoorbeeld bij
stroomuitval), opnieuw ingesteld.
Tijdens de automatische instelling
brandt het controlelampje van de
vergrendeling en kan de kookplaat
niet worden ingeschakeld.
– tijdens het gebruik voortdurend aan-
gepast aan de veranderende omgeving (bijvoorbeeld de
lichthoeveelheid).
Als de automatische instelling niet
succesvol kon worden uitgevoerd, verschijnt in de kookzonedisplays links
voor en rechts voor een A en links achter een F. In het kookzonedisplay rechts
achter en in het timer-/memory-display
verschijnen cijfers.
-
Handmatige instelling
Zorg eerst dat zon- of kunstlicht niet
^
direct op de kookplaat valt. De om
geving van de kookplaat mag echter
ook niet te donker zijn. De
lichthoeveelheid mag niet wisselen.
Er mogen zich geen voorwerpen op
^
de kookplaat en de sensortoetsen
bevinden. Verwijder eventueel kook
gerei en reinig de kookplaat indien
dat nodig is.
Onderbreek de stroomvoorziening
^
van de kookplaat gedurende ca. 1
minuut.
Zodra u de stroomvoorziening herstelt,
wordt de gevoeligheid van de sensortoetsen opnieuw ingesteld.
Mocht het probleem daarna nog niet
zijn verholpen, neem dan contact op
met de afdeling Klantcontacten.
-
-
In dit geval kunt u de instelling hand
matig uitvoeren.
16
-
Inductie
Principe
Onder elke kookzone bevindt zich een
inductiespoel. Als u een kookzone in
schakelt, genereert deze spoel een
magneetveld waardoor de bodem van
de pan heet wordt. De kookzone zelf
wordt alleen indirect verwarmd door de
stralingswarmte van de pan.
Een inductiekookzone reageert alleen
op pannen met een magnetiseerbare
bodem (zie de rubriek "De juiste pan
nen"). Andere pannen worden niet heet.
Bij inductie wordt automatisch rekening
gehouden met de grootte van de gebruikte pan. Het inductiesysteem werkt
alleen op het gedeelte dat door de panbodem wordt bedekt.
De kookzone functioneert niet,
– als u deze zonder pan of met een
ongeschikte pan (met niet magnetiseerbare bodem) inschakelt.
– als de bodemdiameter van de pan te
klein is.
-
-
Als u binnen 3 minuten een geschikte
pan op de kookzone zet, verdwijnt het
symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
Als u geen (geschikte) pan op de kook
zone zet, wordt de kookzone c.q. de
kookplaat na 3 minuten automatisch uit
geschakeld.
Gebruik het apparaat niet als werk
blad voor messen, vorken, lepels of
andere metalen voorwerpen. Als het
apparaat ingeschakeld is, onbe
doeld wordt ingeschakeld of als er
sprake is van restwarmte kunnen
dergelijke voorwerpen heet worden
(verbrandingsgevaar).
Schakel de kookzones na gebruik
uit!
-
-
-
-
–
als u de pan van een ingeschakelde
kookzone haalt.
In dat geval verschijnen in het display
van de betreffende kookzone afwisse
lend het symbool ß en een 0 dan wel
de ingestelde vermogensstand.
-
17
Inductie
Inductiegeluiden
Bij gebruik van een inductiekookplaat
kunnen in het kookgerei allerlei ge
luiden ontstaan. De geluiden zijn afhan
kelijk van het materiaal en de construc
tie van de bodem van het kookgerei.
Op een hoge vermogensstand kan
–
het apparaat een bromgeluid veroor
zaken. Dit geluid neemt af of ver
dwijnt, wanneer een lagere vermo
gensstand wordt ingesteld.
Bij pannen met een bodem die uit
–
verschillende materialen bestaat (bij
voorbeeld een sandwichbodem) kan
een knetterend geluid optreden.
– Er kan een fluitend geluid ontstaan
als de met elkaar verbonden kookzones (zie de rubriek "Boosterfunctie")
tegelijk zijn ingeschakeld en op de
kookzones pannen staan met een
bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een
sandwichbodem).
-
-
-
Om de levensduur van de elektronica
te vergroten, is het apparaat voorzien
van een ventilator. Als u het apparaat
intensief gebruikt, wordt de ventilator
ingeschakeld en hoort u een zoemend
geluid. Ook nadat u het apparaat heeft
uitgeschakeld, kan de ventilator nog
doorlopen.
-
-
–
Vooral bij lage vermogensstanden
kunnen bij elektronische
schakelingen klikgeluiden optreden.
18
De juiste pannen
Let op!
Geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een magnetiseer
–
bare bodem
geëmailleerd staal
–
gietijzer
–
Niet geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een niet magneti
–
seerbare bodem
– aluminium of koper
– glas/keramiek, aardewerk
Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie, kunt u een magneet tegen de panbodem houden. Blijft
de magneet hangen, dan is de pan geschikt.
-
-
Inductie
Plaats pannen altijd midden op een
kook- of braadzone. Als een pan
slechts gedeeltelijk op een kook- of
braadzone staat, kunnen de grepen
zeer heet worden.
Tip om energie te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op de
pan. Op die manier voorkomt u dat er
onnodig warmte ontsnapt.
zonder dekselmet deksel
Houdt u er rekening mee dat de eigenschappen van de panbodem het bereidingsresultaat beïnvloeden.
Om optimaal gebruik te maken van een
kookzone moet u het formaat van de
pan zo kiezen dat de pan tussen de
binnenste en de buitenste markering
van de kookzone past. Als de pan
kleiner is dan de binnenste markering,
kan het voorkomen dat de inductie
spoel niet reageert. De kookzone rea
geert dan alsof er geen pan op staat.
Houdt u er rekening mee dat pannenfa
brikanten vaak de diameter aan de bo
venkant vermelden. Van belang is ech
ter alleen de (meestal kleinere) bodem
diameter.
-
-
-
-
-
-
19
Bediening
Sensortoetsen
Het bedieningspaneel van de kookplaat
is voorzien van elektronische sensor
toetsen. Deze reageren op vingercon
tact. U kunt de kookzones bedienen
door met uw vinger de juiste toetsen
aan te tippen. De kookplaat reageert
daarop telkens met een akoestisch sig
naal.
Bedien alleen de gewenste toetsen.
Druk daarbij van boven op het mid
den van de toets. Houd het bedie
ningspaneel altijd vrij en schoon, an
ders reageren de toetsen niet of u
activeert onbedoeld functies. Ook
kan de kookplaat dan automatisch
worden uitgeschakeld (zie de
rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
Zet nooit hete pannen op het bedie
ningspaneel om beschadiging van
de elektronische onderdelen te voor
komen.
-
-
-
-
-
-
-
Inschakelen
Om de kookzones te kunnen gebruiken,
moet u eerst de kookplaat inschakelen.
Houd toezicht op het apparaat als
het in gebruik is!
Kookplaat inschakelen
-
Druk op de Aan/Uit-toets s.
^
In de displays van alle kookzones ver
schijnt een 0,inhet
timer-/memory-display 00. Voert u daar
na geen waarden in, dan wordt de
kookplaat om veiligheidsredenen na
enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen
^ U schakelt een kookzone in door de
betreffende toets - of + aan te tippen.
Kies een vermogensstand tussen 1
en 12 of kies de warmhoudstand.
Als u daarbij met - begint, kiest u koken
met aankookautomaat. Als u met + begint, kiest u koken zonder aan
kookautomaat (zie de rubriek "Aankook
automaat").
Wilt u nog een kookzone inschakelen,
waarvan de 0 al uit het display is ver
dwenen, raak dan één keer kort de bij
behorende toets - of + aan. De 0 ver
schijnt en u kunt een vermogensstand
kiezen, met of zonder aankookauto
maat.
-
-
-
-
-
-
-
-
20
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.