Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
0= kookzone klaar voor gebruik
^= warmhoudstand
1 t/m 12= vermogensstand
I= booster I
II= booster II
#= restwarmte
ß= geen pan of een ongeschikte pan (zie "Inductie")
F= foutmelding (zie "Veiligheidsuitschakeling")
A= aankookautomaat bij instelling extra vermogensstanden
P0 etc.= programma (zie "Programmering")
S0 etc.= status (zie "Programmering")
b Controlelampje voor weergave extra vermogensstanden (zie het hoofdstuk "Pro-
grammering")
c Standenindicator: het aantal segmenten dat oplicht komt overeen met de inge-
stelde vermogensstand (uitzondering: zie de rubriek "Aankookautomaat").
d Controlelampje booster
Display timer/memory
a Controlelampje toewijzing kookzone, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
b Weergave tijd/memory-programma
00 t/m 99 = tijd
P1 t/m P5 = memory-programma
c Controlelampje voor gedefinieerd memory-programma
d Controlelampje voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minu
ten
6
-
Page 7
Algemeen
Kookzones
KookzoneKM 5993 / KM 5997
Minimale tot maximale
C in cm*
y16 - 23normaal:
w10 - 16normaal:
b18 - 28normaal:
x14 - 20normaal:
z14 - 20normaal:
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
Vermogen in Watt bij 230 V**
2300
met booster I:
met booster II:
met booster:
met booster I:
met booster II:
met booster:
met booster:
Totaal:11100
3000
3700
1400
1800
2400
3000
3700
1850
2900
1850
2900
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate-
riaal van de gebruikte pannen.
Speciale uitvoering
Kookplaten met het symbool < in de linker bovenhoek zijn voorbereid op
Miele|home (zie ook "Bij te bestellen accessoires").
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Dit apparaat voldoet aan de gelden
de veiligheidsvoorschriften. Onjuist
gebruik echter kan persoonlijk letsel
of beschadiging van het apparaat
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en mon
tagehandleiding aandachtig door,
voordat u het apparaat in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u be
langrijke instructies met betrekking
tot inbouw, veiligheid, gebruik en
onderhoud.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar!
-
-
-
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
~
voor particulier huishoudelijk gebruik
(of daarmee vergelijkbaar).
Gebruik het apparaat voor het bereiden
en warmhouden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegestaan en kan gevaarlijk zijn. Miele
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die wordt veroorzaakt door
gebruik voor andere doeleinden dan
hier aangegeven of door een foutieve
bediening.
Dit apparaat mag alleen worden ge
~
bruikt door personen die in staat zijn
het apparaat veilig te bedienen en die
volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
-
8
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Maak gebruik van de vergrendeling,
~
zodat kinderen het apparaat niet onbe
doeld kunnen inschakelen of instel
lingen kunnen wijzigen.
Houd kinderen in de gaten wanneer
~
zij zich in de buurt van het apparaat be
vinden. Laat kinderen nooit met het ap
paraat spelen.
Kinderen mogen het apparaat alleen
~
zonder toezicht gebruiken als ze weten
hoe ze het apparaat veilig moeten be
dienen. De kinderen moeten zich be
wust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Het apparaat wordt tijdens het ge-
~
bruik heet en blijft dat ook nog enige
tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd
kinderen op een afstand, totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er
geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
-
-
Kinderen kunnen ook verbrandingen
~
oplopen als zij pannen van het appa
raat trekken. Draai de grepen daarom
zo dat ze zich boven het werkblad be
vinden. Bij de vakhandelaar is een spe
ciaal rek verkrijgbaar dat ervoor zorgt
dat kinderen niet meer bij het apparaat
-
kunnen komen.
-
-
Verpakkingsmateriaal (zoals folies
~
en piepschuim) kan gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Bewaar
het verpakkingsmateriaal dan ook bui
ten het bereik van kinderen en zorg dat
het zo snel mogelijk wordt afgevoerd.
-
-
-
-
Bewaar geen voorwerpen die voor
~
kinderen interessant zijn in kastjes bo
ven of achter het apparaat. De kinderen
klimmen anders misschien op het ap
paraat en kunnen zich er dan aan
branden.
-
-
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer het apparaat voor de in
~
bouw op zichtbare schade. Neem een
beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Een beschadigd apparaat kan uw vei
ligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van het ap
~
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als
het wordt aangesloten op een aar
dingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan. Laat bij
twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Voordat u het apparaat aansluit,
~
dient u de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje te vergelijken met de waarden van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten be
slist overeenkomen om beschadiging
van het apparaat te voorkomen. Raad
pleeg bij twijfel een elektricien.
Gebruik het apparaat alleen als het
~
is ingebouwd, zodat de veiligheid ge
waarborgd is.
-
-
-
-
-
-
-
-
Open in geen geval de ommanteling
~
van het apparaat.
Wanneer onderdelen worden aange
raakt die onder spanning staan of wan
neer elektrische of mechanische onder
delen worden veranderd, levert dit ge
vaar op voor de gebruiker. Het kan er
-
tevens toe leiden dat het apparaat niet
meer goed functioneert.
Laat installatie-, onderhouds- en re
~
paratiewerkzaamheden uitsluitend door
vakmensen uitvoeren die door Miele
zijn geautoriseerd. Ondeskundig uitge
voerde werkzaamheden leveren grote
risico's op voor de gebruiker. Miele kan
hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld.
Bij installatie-, onderhouds- en repa-
~
ratiewerkzaamheden dient het apparaat
spanningsvrij te worden gemaakt. Het
apparaat is alleen dan spanningsvrij als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
–
als de zekering van de huisinstallatie
er geheel is uitgedraaid.
–
als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Trek daarbij aan de stek
ker en niet aan de aansluitkabel.
-
-
-
-
-
-
-
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Is de kookplaat voorzien van een
~
communicatiemodule, dan moet bij
installatie-, onderhouds- en reparatie
werkzaamheden aan de kookplaat ook
de communicatiemodule spanningsvrij
worden gemaakt.
Als dit apparaat binnen de garantie
~
periode defect raakt, mag het alleen
door Miele worden gerepareerd, an
ders vervalt de garantie.
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor
den vervangen. Alleen van die onder
delen kan Miele garanderen dat zij aan
de veiligheidseisen voldoen.
Als de aansluitkabel beschadigd is,
~
moet deze door een speciale kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een dergelijke kabel is
verkrijgbaar bij Miele. De kabel mag alleen door een vakman worden vervangen.
Het apparaat mag niet via een stek-
~
kerdoos of verlengsnoer op het elektri
citeitsnet worden aangesloten. Hiermee
kan een veilig gebruik van het apparaat
niet worden gewaarborgd. Er kan bij
voorbeeld oververhitting ontstaan.
Neem de kookplaat niet in gebruik
~
bij een defect of bij breuken, scheuren
en barsten in de keramische plaat c.q.
schakel het apparaat meteen uit. Maak
de kookplaat spanningsvrij. U kunt an
ders een elektrische schok krijgen!
-
-
-
-
-
-
-
Veilig gebruik
Alleen voor personen met een pace
~
maker:
Houdt u er rekening mee dat in de di
recte omgeving van het ingeschakelde
apparaat een elektromagnetisch veld
ontstaat. Het is niet waarschijnlijk dat
dit veld de werking van de pacemaker
nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel
contact op met de fabrikant van de
pacemaker of met uw arts.
Houd magnetiseerbare voorwerpen,
~
zoals creditcards, diskettes en reken
machines, uit de buurt van het inge
schakelde apparaat, anders kan de
werking van deze voorwerpen worden
beïnvloed.
Wanneer u de kookzones gebruikt,
~
worden deze zeer heet. Ook na het uitschakelen blijven ze dat nog enige tijd.
De restwarmte-indicator geeft aan of
een kookzone nog heet is.
Houd toezicht op de kookplaat als u
~
het apparaat gebruikt!
Door drooggekookte pannen kan de
keramische plaat beschadigd raken.
Miele kan hiervoor niet aansprakelijk
worden gesteld.
Oververhit vet en oververhitte olie kun
nen vlam vatten en brand veroorzaken.
Mocht het vet of de olie vlam vatten,
~
gebruik dan nooit water voor het blus
sen! Doof de vlammen met een ge
schikte deksel, een vochtige doek of
iets dergelijks.
-
-
-
-
-
-
-
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Trek altijd ovenwanten aan of ge
~
bruik pannenlappen als u met het hete
apparaat werkt. De ovenwanten of pan
nenlappen mogen niet nat of vochtig
zijn, omdat ze de warmte dan beter ge
leiden. U kunt zich branden!
Flambeer nooit onder een afzuig
~
kap. Door de vlammen kan de afzuig
kap in brand vliegen.
Gebruik het apparaat niet als werk
~
blad. Leg er geen messen, vorken, le
pels of andere metalen voorwerpen op.
Als het apparaat ingeschakeld is, onbe
doeld wordt ingeschakeld of bij rest
warmte kunnen metalen voorwerpen
heet worden (verbrandingsgevaar).
Andere voorwerpen kunnen - afhankelijk van het materiaal - smelten of vlam
vatten.
Vochtige pandeksels kunnen zich
vastzuigen.
Schakel de kookzones na gebruik uit!
Dek het apparaat nooit af met een
~
doek of iets dergelijks. Als het apparaat
nog heet is, bestaat er brandgevaar.
Gebruik geen serviesgoed van
~
kunststof of aluminiumfolie, want dat
smelt bij hoge temperaturen. Brandge
vaar!
-
-
-
-
-
-
Verwarm geen dichte blikken en
~
dergelijke op de kookzones. Er ontstaat
anders overdruk waardoor de blikken
uiteenspatten en u zich kunt verwon
den.
-
Gebruik alleen pannen met een
~
gladde bodem. Een ruwe bodem kan
krassen op de keramische plaat veroor
zaken.
Verhit kookgerei nooit leeg, tenzij de
~
fabrikant van het kookgerei een derge
lijk gebruik uitdrukkelijk toestaat. Van
wege de snelle reactietijd van inductie
kan de temperatuur in de panbodem in
zeer korte tijd de
zelfontbrandingstemperatuur van olie
en vet bereiken.
Houd de kookplaat schoon. Zout,
~
suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van
groente) kunnen krassen veroorzaken.
Zet geen hete pannen of schalen op
~
of in de buurt van het bedieningspaneel. Hierdoor kunnen de elektronische
onderdelen onder het paneel bescha
digd raken.
Laat geen voorwerpen op de kera
~
mische plaat vallen. Zelfs een licht
voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan
scheuren of barsten veroorzaken als
het verkeerd terechtkomt.
-
-
-
-
-
-
12
Page 13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Komt suiker, suikerhoudend voed
~
sel, kunststof of aluminiumfolie op een
hete kookzone terecht, vermeng de sui
kerhoudende stoffen dan onmiddellijk
met water. Schakel vervolgens de kook
zone uit en verwijder de resten met een
schraper, zolang de plaat nog heet is.
Als de stoffen afkoelen kan de kera
mische plaat beschadigd raken. Let op
dat u uw handen niet brandt.
Reinig de plaat verder als deze is afge
koeld.
Als u een stopcontact in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mogen de
aansluitkabels van de betreffende apparaten niet in aanraking komen met
het hete apparaat. De isolatie van de
kabels kan beschadigd raken, waardoor u een elektrische schok kunt krijgen.
Het apparaat is voorzien van een
~
ventilator. Als zich onder het
ingebouwde apparaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de inhoud van de lade en de onderkant van
het apparaat voldoende zijn om de ven
tilatie te waarborgen. Bewaar geen spit
se en kleine voorwerpen of papier in de
lade. Deze voorwerpen kunnen via de
ventilatieopeningen in de behuizing te
rechtkomen of aangezogen worden. De
ventilator kan dan beschadigd raken of
de koeling kan worden beïnvloed.
Wanneer zich onder het apparaat
~
een schuiflade bevindt, zonder tussen
bodem, mogen daarin geen licht ont
vlambare stoffen of brandbare voor
werpen zoals spuitbussen worden be
waard. Een eventuele bestekbak moet
van hittebestendig materiaal zijn.
-
-
-
-
-
Metalen voorwerpen die in een lade
~
onder de kookplaat worden bewaard,
kunnen heet worden als u het apparaat
lang en intensief gebruikt.
Zorg ervoor dat gerechten altijd vol
~
doende worden verhit. Eventuele bac
teriën in het eten worden alleen ge
dood, wanneer de temperatuur hoog
genoeg is (> 70 °C) en lang genoeg
wordt aangehouden (> 10 min.).
Plaats op een kook- of braadzone
~
nooit twee pannen tegelijk.
Als het apparaat achter een meubel
~
deur is ingebouwd, mag u het apparaat
alleen gebruiken als de deur geopend
is. Sluit de meubeldeur pas als het apparaat uitgeschakeld is en de
restwarmte-indicatoren gedoofd zijn.
Schakel de kookplaat niet in als
~
deze boven een pyrolyse-oven of
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de oververhittingsbeveiliging van de kookplaat zou
kunnen reageren (zie de betreffende
rubriek).
-
-
Als de "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen" niet worden opge
volgd, kan Miele niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die
daarvan het gevolg is.
-
-
-
-
-
-
13
Page 14
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal remt de afvalproductie en het ge
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
-
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw hande
laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
-
14
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
-
Page 15
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede ty
peplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje
op de aangegeven plaats achter in uw
gebruiksaanwijzing.
-
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige
beschermfolies en stickers.
Reinig het apparaat voor het eerste ge
bruik met een vochtige doek en wrijf het
apparaat daarna weer droog.
Gebruik voor het reinigen van de
keramische plaat geen afwasmiddel,
omdat daardoor blijvende blauwe
vlekken kunnen ontstaan.
Vóór gebruik
Alleen voor kookplaten met facetrand
(geslepen rand):
Na het inbouwen kan de eerste da
gen een spleet zichtbaar zijn tussen
de kookplaat en het werkblad. Deze
spleet zal door het gebruik kleiner
worden. De elektrische veiligheid van
het apparaat is echter altijd gewaar
borgd.
Als u het apparaat voor het eerst in ge
bruik neemt, komen er geurtjes en
eventueel damp vrij. Bij elk volgend ge
bruik komen er minder geurtjes vrij. Uiteindelijk zult u niets meer ruiken.
Wanneer er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet dat het apparaat
verkeerd is aangesloten of defect is. De
geurtjes en de damp zijn niet schadelijk
voor de gezondheid.
-
-
-
-
15
Page 16
Vóór het eerste gebruik
Instelling sensortoetsen
Automatische instelling
Om veilig te stellen dat de sensor
toetsen altijd goed reageren, wordt de
gevoeligheid van de sensoren:
na het aansluiten van het apparaat
–
en na een onderbreking van de
stroomtoevoer (bijvoorbeeld bij
stroomuitval), opnieuw ingesteld.
Tijdens de automatische instelling
brandt het controlelampje van de
vergrendeling en kan de kookplaat
niet worden ingeschakeld.
– tijdens het gebruik voortdurend aan-
gepast aan de veranderende omgeving (bijvoorbeeld de
lichthoeveelheid).
Als de automatische instelling niet
succesvol kon worden uitgevoerd, verschijnt in de kookzonedisplays links
voor en rechts voor een A en links achter een F. In het kookzonedisplay rechts
achter en in het timer-/memory-display
verschijnen cijfers.
-
Handmatige instelling
Zorg eerst dat zon- of kunstlicht niet
^
direct op de kookplaat valt. De om
geving van de kookplaat mag echter
ook niet te donker zijn. De
lichthoeveelheid mag niet wisselen.
Er mogen zich geen voorwerpen op
^
de kookplaat en de sensortoetsen
bevinden. Verwijder eventueel kook
gerei en reinig de kookplaat indien
dat nodig is.
Onderbreek de stroomvoorziening
^
van de kookplaat gedurende ca. 1
minuut.
Zodra u de stroomvoorziening herstelt,
wordt de gevoeligheid van de sensortoetsen opnieuw ingesteld.
Mocht het probleem daarna nog niet
zijn verholpen, neem dan contact op
met de afdeling Klantcontacten.
-
-
In dit geval kunt u de instelling hand
matig uitvoeren.
16
-
Page 17
Inductie
Principe
Onder elke kookzone bevindt zich een
inductiespoel. Als u een kookzone in
schakelt, genereert deze spoel een
magneetveld waardoor de bodem van
de pan heet wordt. De kookzone zelf
wordt alleen indirect verwarmd door de
stralingswarmte van de pan.
Een inductiekookzone reageert alleen
op pannen met een magnetiseerbare
bodem (zie de rubriek "De juiste pan
nen"). Andere pannen worden niet heet.
Bij inductie wordt automatisch rekening
gehouden met de grootte van de gebruikte pan. Het inductiesysteem werkt
alleen op het gedeelte dat door de panbodem wordt bedekt.
De kookzone functioneert niet,
– als u deze zonder pan of met een
ongeschikte pan (met niet magnetiseerbare bodem) inschakelt.
– als de bodemdiameter van de pan te
klein is.
-
-
Als u binnen 3 minuten een geschikte
pan op de kookzone zet, verdwijnt het
symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
Als u geen (geschikte) pan op de kook
zone zet, wordt de kookzone c.q. de
kookplaat na 3 minuten automatisch uit
geschakeld.
Gebruik het apparaat niet als werk
blad voor messen, vorken, lepels of
andere metalen voorwerpen. Als het
apparaat ingeschakeld is, onbe
doeld wordt ingeschakeld of als er
sprake is van restwarmte kunnen
dergelijke voorwerpen heet worden
(verbrandingsgevaar).
Schakel de kookzones na gebruik
uit!
-
-
-
-
–
als u de pan van een ingeschakelde
kookzone haalt.
In dat geval verschijnen in het display
van de betreffende kookzone afwisse
lend het symbool ß en een 0 dan wel
de ingestelde vermogensstand.
-
17
Page 18
Inductie
Inductiegeluiden
Bij gebruik van een inductiekookplaat
kunnen in het kookgerei allerlei ge
luiden ontstaan. De geluiden zijn afhan
kelijk van het materiaal en de construc
tie van de bodem van het kookgerei.
Op een hoge vermogensstand kan
–
het apparaat een bromgeluid veroor
zaken. Dit geluid neemt af of ver
dwijnt, wanneer een lagere vermo
gensstand wordt ingesteld.
Bij pannen met een bodem die uit
–
verschillende materialen bestaat (bij
voorbeeld een sandwichbodem) kan
een knetterend geluid optreden.
– Er kan een fluitend geluid ontstaan
als de met elkaar verbonden kookzones (zie de rubriek "Boosterfunctie")
tegelijk zijn ingeschakeld en op de
kookzones pannen staan met een
bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een
sandwichbodem).
-
-
-
Om de levensduur van de elektronica
te vergroten, is het apparaat voorzien
van een ventilator. Als u het apparaat
intensief gebruikt, wordt de ventilator
ingeschakeld en hoort u een zoemend
geluid. Ook nadat u het apparaat heeft
uitgeschakeld, kan de ventilator nog
doorlopen.
-
-
–
Vooral bij lage vermogensstanden
kunnen bij elektronische
schakelingen klikgeluiden optreden.
18
Page 19
De juiste pannen
Let op!
Geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een magnetiseer
–
bare bodem
geëmailleerd staal
–
gietijzer
–
Niet geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een niet magneti
–
seerbare bodem
– aluminium of koper
– glas/keramiek, aardewerk
Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie, kunt u een magneet tegen de panbodem houden. Blijft
de magneet hangen, dan is de pan geschikt.
-
-
Inductie
Plaats pannen altijd midden op een
kook- of braadzone. Als een pan
slechts gedeeltelijk op een kook- of
braadzone staat, kunnen de grepen
zeer heet worden.
Tip om energie te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op de
pan. Op die manier voorkomt u dat er
onnodig warmte ontsnapt.
zonder dekselmet deksel
Houdt u er rekening mee dat de eigenschappen van de panbodem het bereidingsresultaat beïnvloeden.
Om optimaal gebruik te maken van een
kookzone moet u het formaat van de
pan zo kiezen dat de pan tussen de
binnenste en de buitenste markering
van de kookzone past. Als de pan
kleiner is dan de binnenste markering,
kan het voorkomen dat de inductie
spoel niet reageert. De kookzone rea
geert dan alsof er geen pan op staat.
Houdt u er rekening mee dat pannenfa
brikanten vaak de diameter aan de bo
venkant vermelden. Van belang is ech
ter alleen de (meestal kleinere) bodem
diameter.
-
-
-
-
-
-
19
Page 20
Bediening
Sensortoetsen
Het bedieningspaneel van de kookplaat
is voorzien van elektronische sensor
toetsen. Deze reageren op vingercon
tact. U kunt de kookzones bedienen
door met uw vinger de juiste toetsen
aan te tippen. De kookplaat reageert
daarop telkens met een akoestisch sig
naal.
Bedien alleen de gewenste toetsen.
Druk daarbij van boven op het mid
den van de toets. Houd het bedie
ningspaneel altijd vrij en schoon, an
ders reageren de toetsen niet of u
activeert onbedoeld functies. Ook
kan de kookplaat dan automatisch
worden uitgeschakeld (zie de
rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
Zet nooit hete pannen op het bedie
ningspaneel om beschadiging van
de elektronische onderdelen te voor
komen.
-
-
-
-
-
-
-
Inschakelen
Om de kookzones te kunnen gebruiken,
moet u eerst de kookplaat inschakelen.
Houd toezicht op het apparaat als
het in gebruik is!
Kookplaat inschakelen
-
Druk op de Aan/Uit-toets s.
^
In de displays van alle kookzones ver
schijnt een 0,inhet
timer-/memory-display 00. Voert u daar
na geen waarden in, dan wordt de
kookplaat om veiligheidsredenen na
enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen
^ U schakelt een kookzone in door de
betreffende toets - of + aan te tippen.
Kies een vermogensstand tussen 1
en 12 of kies de warmhoudstand.
Als u daarbij met - begint, kiest u koken
met aankookautomaat. Als u met + begint, kiest u koken zonder aan
kookautomaat (zie de rubriek "Aankook
automaat").
Wilt u nog een kookzone inschakelen,
waarvan de 0 al uit het display is ver
dwenen, raak dan één keer kort de bij
behorende toets - of + aan. De 0 ver
schijnt en u kunt een vermogensstand
kiezen, met of zonder aankookauto
maat.
-
-
-
-
-
-
-
-
20
Page 21
Bediening
Tabel vermogensstanden
BereidingsprocesVermogensstand*
instelling
af fabriek
(12 vermogens-
standen)
Warmhoudenhh
Boter smelten
Gelatine oplossen
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst wellen
Groente ontdooien (in een blok)
Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of
sauce hollandaise
Rijstepap, havermoutpap maken
Omelet, eieren zonder korstje bakken
Fruit blancheren
Diepvriesproducten ontdooien
Groente, vis stoven
Graan wellen
Aankoken van grote hoeveelheden, bijv. eenpansgerechten
Deegwaren wellen
Vis, schnitzel, braadworst, eieren behoedzaam bakken (zonder oververhitting van het vet)
Poffertjes, pannenkoeken, etc. bakken1111 - 11.
Grote hoeveelheden water koken
Aankoken
1-21-2.
33-3.
4-54-5
65.-6.
7-87-8
9-108.-10.
1212
gewijzigde
instelling**
(23 vermogens-
standen)
* De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen. Ze hebben betrekking op normale
porties voor 4 personen. Als u extra hoge pannen gebruikt, zonder deksel kookt of grotere
hoeveelheden bereidt, moet een hogere stand worden ingesteld. Kies een lagere stand, als u
kleinere hoeveelheden bereidt.
** Als u fijner afgestemde vermogensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie het
hoofdstuk "Programmering"). Bij de tussenstanden verschijnt een punt achter het getal.
21
Page 22
Bediening
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd
is, wordt de betreffende kookzone een
bepaalde tijd op het hoogste vermogen
ingeschakeld. Daarna wordt naar de
doorkookstand teruggeschakeld. De
aankooktijd hangt af van de ingestelde
doorkookstand (zie tabel).
Doorkookstand*Aankooktijd in
minuten en
seconden (ca.)
10:15
1.0:15
20:15
Wordt tijdens de aankooktijd de pan
van de kookzone gehaald, dan wordt
de aankookautomaat uitgeschakeld. De
functie wordt weer geactiveerd als u de
pan binnen 3 minuten terugzet.
2.0:15
30:25
3.0:25
40:50
4.0:50
50:50
5.2:00
62:00
6.2:00
75:50
7.5:50
85:50
8.2:50
92:50
9.2:50
102:50
10.2 : 50
22
112:50
11.2 : 50
12-
* De doorkookstanden met punt zijn
alleen beschikbaar als u het aantal
vermogensstanden heeft vergroot
(zie het hoofdstuk "Programmering").
Page 23
Bediening
Aankookautomaat activeren
Schakel de kookzone met de sensor
^
toets - in. Druk op de toets, totdat de
gewenste vermogensstand in het dis
play verschijnt, bijvoorbeeld: 3.
Gedurende de aankooktijd branden de
12 segmenten van de standenindica
tor. Na de aankooktijd komt het aantal
segmenten overeen met de ingestelde
doorkookstand.
Voorbeeld:
gedurende de aankooktijd:
gedurende de doorkooktijd:
-
Koken zonder
aankookautomaat
Schakel de kookzone met de sensor
^
-
toets + in. Druk op de toets, totdat de
gewenste vermogensstand in het dis
play verschijnt, bijvoorbeeld: 4.
De vermogensstand is ook te herken
nen aan het aantal segmenten van de
standenindicator. Bij vermogensstand 4
zijn dat vier segmenten.
-
-
-
Gedurende de aankooktijd kunt u de
doorkookstand met de toets - of + ver
lagen of verhogen. De aankooktijd ver
andert dan.
-
-
23
Page 24
Bediening
Boosterfunctie
De kookzones hebben een enkele
booster (I) of een TwinBooster (I/II), zie
het hoofdstuk "Algemeen".
Met de boosterfunctie wordt een extra
hoog vermogen geleverd, waarmee u
bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden
water kunt verhitten. Met booster I wer
ken de kookzones gedurende 10 minu
ten met een verhoogd vermogen, met
booster II gedurende 15 minuten.
U kunt de boosterfunctie bij twee kook
zones tegelijk gebruiken, dat wil zeg
gen bij een kookzone links en bij een
kookzone rechts.
Als u de booster inschakelt, terwijl
– geen vermogensstand is ingesteld,
wordt na afloop van de boostertijd of
bij het eerder uitschakelen van de
functie automatisch teruggeschakeld
naar vermogensstand 12.
– wel een vermogensstand is inge-
steld, wordt na afloop van de boos
tertijd of bij het eerder uitschakelen
van de functie automatisch terugge
schakeld naar de ingestelde vermo
gensstand.
-
Om het vermogen voor de booster te
kunnen leveren, moet het systeem ge
durende de boostertijd aan een andere
kookzone een deel van het vermogen
onttrekken. Hiervoor zijn steeds twee
kookzones met elkaar verbonden zoals
op de afbeelding is aangegeven:
-
-
-
Het inschakelen van de booster heeft
tot gevolg dat:
– een eventueel ingestelde aankook-
automaat bij de verbonden kookzones wordt uitgeschakeld.
– bij de verbonden kookzone eventu-
eel de vermogensstand wordt verlaagd.
– Als u booster II activeert, wordt de
verbonden kookzone uitgeschakeld.
-
-
-
-
Wordt tijdens de boostertijd de pan van
de kookzone gehaald, dan wordt de
boosterfunctie uitgeschakeld. De func
tie wordt weer geactiveerd als u de pan
binnen 3 minuten terugzet.
24
-
Page 25
Bediening
Booster I inschakelen
Schakel eventueel de gewenste
^
kookzone in.
Druk op de toets B van de betreffen
^
de kookzone.
In het display van de kookzone ver
schijnt I. Bovendien licht het controle
lampje voor de boosterfunctie op.
Booster II inschakelen
Schakel eventueel de gewenste
^
kookzone in.
^ Druk op de toets B van de betreffen-
de kookzone.
In het display van de kookzone verschijnt I. Bovendien licht het controlelampje voor de boosterfunctie op.
^ Druk opnieuw op de toets B van de
betreffende kookzone.
In het display van de kookzone verschijnt II.
-
-
Booster uitschakelen
U kunt de booster ook eerder uitscha
kelen.
Druk zo vaak op de toets B van de
^
betreffende kookzone totdat in het
display het controlelampje voor de
booster dooft en er een vermogens
stand verschijnt of druk op de toets van de betreffende kookzone.
-
-
25
Page 26
Bediening
Warmhouden
Alle kookzones hebben een warmhoud
functie (stand "h"). Deze stand bevindt
zich tussen de vermogensstanden "0"
en "1".
Als u de warmhoudstand instelt, wordt
de kookzone na maximaal 2 uur uitge
schakeld.
De warmhoudstand is voor het
warmhouden van gerechten meteen
na de bereiding (dus als deze nog
warm zijn). De warmhoudstand is
niet bedoeld voor het opwarmen van
reeds afgekoelde gerechten!
Tips
Houd gerechten alleen in de pan warm.
Dek de pan met een deksel af.
U hoeft de gerechten tijdens het warm
houden niet te roeren.
De voedingswaarde van een gerecht
neemt gedurende de bereiding af. Tij
dens het warmhouden neemt de voe
dingswaarde verder af. Houd de
warmhoudtijd dan ook zo kort mogelijk.
-
-
-
26
Page 27
Bediening
Uitschakelen en
restwarmte-indicatie
Het uitschakelen van een kookzone
Druk tegelijk op de toetsen - en +
^
van de betreffende kookzone.
In het display verschijnt gedurende eni
ge seconden een 0. Is de kookzone
nog heet, dan wordt daarna de rest
warmte weergegeven.
Het uitschakelen van de kookplaat
^ Druk op de Aan/Uit-toets s.
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld.
In de displays van de kookzones die
nog heet zijn, wordt de restwarmte
weergegeven.
-
De streepjes van de
restwarmte-indicatie verdwijnen één
voor één als de kookzone afkoelt. Het
laatste streepje verdwijnt als de kook
zone zover is afgekoeld dat u deze
zonder gevaar kunt aanraken.
De restwarmte-indicatoren reageren
ook als u heet kookgerei op een uit
geschakelde kookzone zet.
Raak de kookzones niet aan zolang
de restwarmte-indicatoren branden.
Leg er ook geen hittegevoelige voor
werpen op. U kunt zich branden en
er bestaat brandgevaar!
Houdt u er rekening mee dat de
restwarmte-indicatoren bij een foutmelding niet branden, zelfs niet als
de kookzones nog heet zijn.
-
-
-
27
Page 28
Timer en memory-functie
Timer
U kunt de timer voor twee functies ge
bruiken:
voor het instellen van een kookwek
–
kertijd.
voor het automatisch uitschakelen
–
van een kookzone.
U kunt een tijd instellen van 1 minuut
(01) tot 9
aangegeven met een punt achter het
cijfer.
Bij tijden boven 99 minuten (99) vindt
de instelling plaats in stappen van een
half uur.
Met de toets - verlaagt u de tijd van 9.^
tot 00. Met de toets + verhoogt u de tijd
van 00 tot 9^. Bij 2h en 99 volgt een
stop. Om door te gaan, haalt u kort uw
vinger van de toets en tipt u de toets
daarna weer aan.
Bij alle functies verschijnt na afloop van
de tijd gedurende enkele seconden 00
in het timer-/memory-display. Tegelijk
klinkt gedurende enkele seconden een
akoestisch signaal. Tip de sensortoets
m aan als u het signaal voortijdig wilt
uitzetten.
1
/2(9.^) uur. Een half uur wordt
-
-
Kookwekkertijd instellen
U kunt de kookwekker inschakelen als
de kookplaat in gebruik is, maar ook als
de kookplaat uit is.
Tip de sensortoets m, - of + aan.
^
In het timer-/memory-display verschijnt
00.
Druk zo lang op de toets - of + tot de
^
gewenste tijd wordt weergegeven,
bijvoorbeeld 15 minuten.
De ingestelde tijd loopt in stappen van
een minuut af. U kunt de resterende tijd
(resttijd) in het display aflezen en op elk
moment veranderen met de toets - of +.
Kookwekkertijd wissen
^ Druk tegelijk op de toetsen - en +.
28
Page 29
Timer en memory-functie
Automatisch uitschakelen van een
kookzone
U kunt een tijd instellen waarna een
eerder gekozen kookzone automatisch
wordt uitgeschakeld. U kunt een kook
zone alleen automatisch laten uitscha
kelen als u voor die kookzone een ver
mogensstand heeft ingesteld. Alle
kookzones kunnen tegelijk worden ge
programmeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer
is dan de maximaal toegestane be
drijfsduur wordt de kookzone na die
maximale tijd door de
veiligheidsuitschakeling uitgeschakeld (zie de betreffende rubriek).
^ Stel voor de betreffende kookzone,
bijvoorbeeld rechts achter, op de gebruikelijke manier een vermogensstand in.
^ Tip de sensortoets m zo vaak aan
totdat het controlelampje van die
kookzone begint te knipperen.
-
elk moment veranderen met de toets of +.
Als u nog een kookzone automatisch
wilt laten uitschakelen, voert u de be
schreven handelingen nog eens uit.
-
-
Als u meerdere uitschakeltijden heeft
geprogrammeerd, wordt de kortste
resttijd weergegeven. Het controle
lampje van de betreffende kookzone
knippert. De andere controlelampjes
branden continu. Als u die resttijden
wilt laten weergeven, tip dan de sensor
toets m zo vaak aan totdat het gewenste controlelampje begint te knipperen.
-
-
-
Als u meerdere kookzones ingescha
keld heeft, verschijnen de bijbehorende
controlelampjes met de wijzers van de
klok mee, beginnend bij links voor.
^
Druk zo lang op de toets - of + tot de
gewenste tijd wordt weergegeven,
bijvoorbeeld 15 minuten.
De ingestelde tijd loopt in stappen van
een minuut af. U kunt de resttijd in het
timer-/memory-display aflezen en op
-
29
Page 30
Timer en memory-functie
Memory-functie
U kunt de instellingen van een kookzo
ne (van het inschakelen tot het uitscha
kelen) als memory-programma opslaan.
U kunt maximaal 5 frequent gebruikte
bereidingen opslaan. U kunt slechts
één programma tegelijk opslaan of ge
bruiken.
U kunt voor alle kookzones
memory-programma's opslaan.
U kunt ook meerdere programma's voor
één kookzone opslaan.
Gedefinieerde programma's worden
met een punt achter het cijfer aange
duid.
Voorbeeld:
P1 er is geen programma gedefini-
eerd
P1. er is een programma gedefinieerd
Als u een nieuwe bereiding wilt programmeren, terwijl alle 5
geheugenplaatsen bezet zijn, moet u
eerst een programma wissen.
-
-
-
Memory-programma opslaan
Kies een geheugenplaats
(memory-programma) en bedien de
kookzone zoals gebruikelijk.
De maximale registratieduur bedraagt
99 minuten met maximaal 10 wijzigin
gen in de vermogensstand.
Schakel de kookplaat in.
^
Tip de sensortoets M aan.
^
In het timer-/memory-display verschijnt
P1.
Druk zo lang op de toets + totdat het
^
gewenste programmanummer verschijnt.
^ Druk zo lang op de toets M totdat u
een lang signaal hoort.
^ Schakel de gewenste kookzone bin-
nen 10 seconden in.
De registratie begint.
Tijdens de registratie knippert in het
timer-/memory-display het controle
lampje van de gekozen kookzone en
het programmanummer brandt.
-
-
30
De gegevens worden automatisch op
geslagen bij het uitschakelen van de
kookzone of als u zo lang op de toets M
drukt totdat er een lang signaal klinkt.
Na het opslaan wordt het programma
verloop weergegeven.
In het display worden alle tijden op hele
minuten afgerond. Bij gebruik wordt de
bereiding op de seconde nauwkeurig
uitgevoerd.
-
-
Page 31
Timer en memory-functie
Memory-programma gebruiken
Als u bij een memory-programma het
zelfde resultaat wilt bereiken als tijdens
de registratie, moet u dezelfde pan ge
bruiken. Ook de hoeveelheid en de af
metingen van het gerecht moeten gelijk
zijn.
Schakel de kookplaat in.
^
Tip de sensortoets M aan.
^
In het timer-/memory-display verschijnt
P1.
Druk zo lang op de toets + totdat het
^
gewenste programmanummer verschijnt.
^ Druk zo lang op de toets M totdat u
een lang signaal hoort.
De toegewezen kookzone wordt ingeschakeld en na afloop van het programma uitgeschakeld. Tijdens het programmaverloop knippert in het
timer-/memory-display het controlelampje van de kookzone. Het programmanummer wordt afwisselend met de
resttijd weergegeven.
-
-
Memory-programma controleren
Schakel de kookplaat in.
^
Tip de sensortoets M aan.
^
-
Druk zo lang op de toets + totdat het
^
gewenste programmanummer ver
schijnt.
In het betreffende kookzonedisplay ver
schijnt de ingestelde vermogensstand.
In het timer-/memory-display knippert
het controlelampje van de toegewezen
kookzone en verschijnt de tijd die bij
die vermogensstand hoort. In het dis
play worden de tijden op hele minuten
afgerond. Bij gebruik wordt de bereiding op de seconde nauwkeurig uitgevoerd.
Memory-programma wissen
^ Schakel de kookplaat in.
^ Tip de sensortoets M aan.
^ Druk zo lang op de toets - of + totdat
het gewenste programmanummer
verschijnt.
Druk tegelijk op de sensortoetsen - en
+. Druk zo lang op de toetsen totdat u
een lang signaal hoort en de punt ach
ter het cijfer verdwijnt.
-
-
-
-
31
Page 32
Timer en memory-functie
Timer en memory-functie
tegelijk gebruiken
U wilt ook een kookwekkertijd instel
len:
Tip de sensortoets m zo vaak aan tot
dat de controlelampjes van de gepro
grammeerde kookzones continu
branden en in het
timer-/memory-display 00 verschijnt.
U wilt ook een of meer
uitschakeltijden programmeren:
Tip de sensortoets m zo vaak aan tot
dat het controlelampje van de ge
wenste kookzone begint te knipperen.
U wilt ook de memory-functie gebruiken:
Ga te werk zoals beschreven in de rubriek "Memory-functie".
Kort na het invoeren van de laatste
waarde schakelt het
timer-/memory-display over naar de
functie met de kortste resttijd.
Uitzondering: Bij het registreren van
een memory-programma lopen alle in
gevoerde tijden (kookwekker, automa
tische uitschakeling) op de achtergrond
af. In het display verschijnt alleen kort
00 als de tijden volledig zijn afgelopen.
-
-
-
-
-
-
-
U kunt functies en resttijden laten weer
geven die op de achtergrond aflopen.
Tip de sensortoets m zo vaak aan tot
dat
- het gewenste controlelampje knippert
(memory-functie of automatisch
uitschakelen).
- de controlelampjes constant branden
(kookwekker).
Uitgaande van de kortste resttijd wor
den nu met de wijzers van de klok mee
alle ingeschakelde kookzones en de
kookwekker geselecteerd (behalve bij
het registreren van een
memory-programma).
-
-
-
32
Page 33
Vergrendeling instellingen /
apparaat
Om te voorkomen dat de kookplaat of
kookzones per ongeluk worden inge
schakeld of instellingen worden gewij
zigd, is dit apparaat voorzien van een
vergrendeling.
De vergrendeling van de instellingen
activeert u als de kookplaat in gebruik
is. Als de vergrendeling actief is, kan
het apparaat alleen nog beperkt wor
den bediend:
De vermogensstanden van de kook
–
zones en de instellingen van de timer
kunnen niet worden gewijzigd.
– De kookzones en de kookplaat kun-
nen wel worden uitgeschakeld, maar
daarna niet weer worden ingeschakeld.
De vergrendeling van het apparaat
activeert u als de kookplaat uitgeschakeld is. Als de vergrendeling actief is,
kan het apparaat niet worden ingescha
keld en kan de timer niet worden
bediend.
-
-
Beveiligingen
-
-
-
Het apparaat is zo geprogrammeerd
dat u deze vergrendeling handmatig
moet activeren. U kunt de instelling zo
wijzigen dat de vergrendeling van het
apparaat 5 minuten na het uitschakelen
van de kookplaat automatisch
plaatsvindt, wanneer het apparaat niet
handmatig wordt vergrendeld (zie ook
"Programmering").
Als de vergrendeling van de instel
lingen of het apparaat geactiveerd is,
verschijnt het controlelampje als u een
toets aanraakt.
-
33
Page 34
Beveiligingen
Beide vergrendelingen zijn na een
stroomonderbreking uitgeschakeld.
Activeren
Druk zo lang op de sensortoets $ tot
^
het betreffende controlelampje ver
schijnt.
Na korte tijd gaat het controlelampje
automatisch uit.
U kunt de vergrendeling wijzigen van
1-vinger-bediening in
3-vinger-bediening (zie "Programmering"). Kinderen kunnen dan minder gemakkelijk functies activeren.
Deactiveren
^ Druk zo lang op de sensortoets $ tot
het controlelampje uitgaat.
-
34
Page 35
Beveiligingen
Stop & Go
Uw apparaat heeft een functie waar
mee u het vermogen van alle ingescha
kelde kookzones tot 1 kunt verlagen. Als
u de functie weer uitzet, worden de
laatst ingestelde vermogensstanden
weer ingeschakeld.
Als u de functie niet uitzet, wordt de
kookplaat na 1 uur automatisch uitge
schakeld.
Als u gebruik wilt maken van deze func
tie moet u eerst eenmalig de stan
daardinstelling wijzigen (zie het hoofd
stuk "Programmering").
Als u "Stop & Go" activeert
- wordt het aflopen van een ingestelde
tijd voor automatische uitschakeling
onderbroken. Als u Stop & Go uitzet,
loopt de tijd weer door.
- loopt de kookwekker zonder
onderbreking door.
- wordt de registratie van een
memory-programma afgebroken.
-
-
-
-
Activeren
Druk zo lang op de sensortoets $ tot
^
u twee korte akoestische signalen
hoort.
Druk niet te lang op de toets $.Uac
tiveert anders de vergrendeling.
Het controlelampje voor de vergrende
ling begint te knipperen. De vermo
gensstand van de ingeschakelde kook
zones wordt verlaagd tot 1. In de be
treffende displays verschijnt een 1.
-
Deactiveren
^ Druk zo lang op de sensortoets $ tot
het controlelampje uitgaat.
De laatst ingestelde vermogensstanden
zijn nu weer actief.
-
-
-
-
-
35
Page 36
Beveiligingen
Veiligheidsuitschakeling
Het apparaat is voorzien van een bevei
liging die de kookplaat automatisch uit
schakelt als u vergeet deze uit te zet
ten.
... als een kookzone te lang aanstaat
Is een kookzone langdurig ingescha
keld geweest (zie tabel), zonder dat de
vermogensstand is gewijzigd, dan
wordt de kookzone automatisch uitge
schakeld. In het display verschijnt de
restwarmte-indicator.
Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoals gebruikelijk.
Vermogensstand*Maximale
bedrijfsduur in uren
h2
1/1.10
2/2.5
3/3.5
4/4.4
5/5.4
64
6.3
7/7.3
8/8.3
9/9.2
10/10.2
11/11.2
121
* De vermogensstanden met punt zijn
alleen beschikbaar als u het aantal
vermogensstanden heeft vergroot
(zie het hoofdstuk "Programmering").
-
-
... als er iets op het bedieningspaneel
ligt
-
-
De kookplaat wordt automatisch uitge
schakeld als één of meer sensortoetsen
langer dan 10 seconden bedekt zijn,
bijvoorbeeld als u uw hand erop legt,
een gerecht overkookt of als er voor
werpen op liggen.
Tegelijk hoort u om de 30 seconden
een akoestisch signaal (maximaal 10
minuten) en knippert in de displays van
-
de bedekte sensortoetsen een F:
^ Reinig het bedieningspaneel c.q. ver-
wijder de voorwerpen.
Het signaal gaat uit en de F verdwijnt
uit het display.
^ Schakel de kookplaat weer in met de
Aan/Uit-toets s. U kunt het apparaat
daarna weer in gebruik nemen.
-
-
36
Page 37
Beveiligingen
Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en de
koellichamen van de elektronica zijn
voorzien van een oververhittingsbeveili
ging. Voordat de inductiespoelen of de
koellichamen oververhit raken, zorgt de
oververhittingsbeveiliging bij de betref
fende kookzone of de kookplaat voor
een van de volgende reacties:
Als de boosterfunctie ingeschakeld
–
is, wordt deze afgebroken.
Als een vermogensstand tussen 10
–
en 12 ingesteld is, wordt deze ver
laagd. De ingestelde en de verlaagde vermogensstand verschijnen afwisselend in het display. De verlaagde vermogensstand is ook te herkennen aan het aantal segmenten van
de standenindicator.
– Betreft het een inductiespoel, dan
wordt de betreffende kookzone automatisch uitgeschakeld. In het bijbehorende display verschijnt eerst een
0 en vervolgens de restwarmteindicator.
-
De oververhittingsbeveiliging reageert,
wanneer
leeg kookgerei verhit wordt.
–
-
vet of olie op een hoge vermogens
–
stand verhit wordt.
de onderkant van het apparaat niet
–
voldoende geventileerd wordt.
Reageert de oververhittingsbeveiliging
opnieuw nadat de oorzaak is
weggenomen, neem dan contact op
met Miele.
-
Pas als de kookzone voldoende is afge
koeld, kunt u deze weer in gebruik ne
men.
–
Betreft het een koellichaam, dan wor
den alle kookzones automatisch uit
geschakeld. In de displays verschij
nen afwisselend een 0 en de inge
stelde vermogensstand.
Zodra de koeleenheid voldoende is af
gekoeld, gaan de kookzones automa
tisch weer aan op de oorspronkelijk in
gestelde vermogensstand.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
37
Page 38
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het reinigen van
,
het apparaat nooit een stoomreini
ger. Stoom kan in aanraking komen
met delen die onder spanning staan
en zo kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele apparaat na elk ge
bruik. Laat het apparaat eerst afkoelen.
Wrijf het apparaat na elke vochtige rei
niging droog. U voorkomt zo kalkafzet
ting.
-
-
Om beschadigingen aan de opper
vlakken te voorkomen, mogen de vol
gende middelen niet worden ge
bruikt:
soda-, alkali-, ammoniak-, zuur-, of
–
chloridehoudende reinigingsmidde
len.
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
–
-
-
vlekken- en roestverwijderaars.
–
schurende reinigingsmiddelen, zoals
–
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid
del en reinigingssteen.
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen.
– reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
– grill- en ovensprays.
– glasreinigers.
– schurende harde borstels en spons-
jes (zoals pannensponsjes) en gebruikte sponsjes die nog resten
schuurmiddel bevatten.
-
-
-
-
-
38
–
vlekkensponsjes.
–
puntige voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen de kera
mische plaat en de lijst dan wel tus
sen lijst en werkblad niet beschadigd
raken).
-
-
Page 39
Reiniging en onderhoud
Keramische plaat
Verwijder alle grove verontreinigingen
met een vochtige doek. Vastgekoekte
verontreinigingen verwijdert u met een
glasschraper.
Reinig de kookplaat vervolgens met
een speciaal reinigingsmiddel voor
keramische platen en roestvrij staal (zie
ook "Bij te bestellen accessoires") en
met keukenpapier of een schone doek.
Gebruik het reinigingsmiddel niet op
een hete kookplaat, omdat daardoor
vlekken kunnen ontstaan. Houdt u zich
aan de aanwijzingen van de fabrikant
van het reinigingsmiddel.
Wis de kookplaat ten slotte met een
vochtige doek af en wrijf de plaat weer
droog. Verwijder alle reinigingsmiddelresten. De resten kunnen anders inbranden en de keramische plaat aantasten.
Vlekken van kalkresten, water en alu
minium kunt u met het reinigingsmiddel
voor keramische platen en roestvrij
staal verwijderen.
Komt suiker, suikerhoudend voedsel,
kunststof of aluminiumfolie op een
hete kookzone terecht, vermeng de sui
kerhoudende stoffen dan onmiddellijk
met water. Schakel vervolgens de kook
zone uit en verwijder de resten met een
schraper, zolang de plaat nog heet is.
Let op dat u daarbij uw handen niet
brandt.
Reinig de plaat verder als deze is afge
koeld. Ga daarbij te werk zoals in het
voorgaande is beschreven.
-
-
-
-
39
Page 40
Programmering
U kunt de programmering van uw ap
paraat eventueel veranderen (zie ta
bel).
Ga als volgt te werk:
De kookplaat moet zijn uitgescha
^
keld. Druk nu tegelijk op de
Aan/Uit-toets s en de vergrende
lingstoets $. Houd deze toetsen in
gedrukt totdat het controlelampje van
de vergrendeling begint te knippe
ren.
In het kookzonedisplay verschijnen een
P (programma), een S (status) en een
cijfer dat de huidige instelling aangeeft.
^ Stel eerst het gewenste programma
in met de toets + of - van de kookzone links voor. Kies vervolgens de
gewenste status met de toets + of van de kookzone rechts voor (zie tabel). Op deze manier kunt u meerdere programma's na elkaar wijzigen.
-
-
-
-
-
-
Om de nieuwe instellingen op te
slaan, drukt u op de Aan/Uit-toets s
totdat de weergaven verdwijnen.
Wilt u de veranderingen niet opslaan,
houd de vergrendelingstoets $ dan in
gedrukt totdat de weergaven verdwij
nen.
-
-
40
Page 41
Programma*Status** Instelling
Programmering
P0Demo-stand en fabrieksin
stellingen
P1Stop & GoS0 Uit
P2Aantal vermogensstanden S0 12 vermogensstanden
P3Akoestisch signaal als
geen pan of een ongeschikte pan is geplaatst
P4Akoestisch signaal bij be-
diening sensortoetsen
S0Demo-stand aan
-
S1 Demo-stand uit
S9Fabrieksinstellingen herstellen
S1Aan
(1, 2, 3 ... tot 12)
S123 vermogensstanden
(1, 1., 2, 2., 3 ... tot 12)
Let op!
De aankookfunctie is nu te herkennen aan een A die afwisselend
met de doorkookstand verschijnt.
S0Uit
S1Zacht
S2 Gemiddeld
S3Hard
S0Uit
S1Zacht
S2 Gemiddeld
S3Hard
P5Akoestisch signaal timerS0Uit
S1Zacht, 10 seconden continu
S2 Gemiddeld, 10 seconden continu
S3Hard, 10 seconden continu
*Een niet genoemd programma (een niet genoemde status) wordt niet gebruikt.
** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
41
Page 42
Programmering
Programma*Status** Instelling
P6Vergrendeling instellingen S0 Vergrendeling met toets $
S1Vergrendeling met toets $ en de
toetsen + van de beide rechter
kookzones
P7Vergrendeling apparaatS0 Handmatige activering van de
vergrendeling
S1Automatische activering van de
vergrendeling
P8AankookautomaatS0Uit
S1 Aan
P10Miele|home
- alleen bij apparaten met
communicatiemodule -
* De niet genoemde programma's worden niet gebruikt.
** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
S
0
Niet actueel
S
1
Afgemeld
S
2
Aangemeld
§Aanmelding c.q. afmelding actief
42
Page 43
Reparaties aan elektrische ap
,
paraten mogen alleen door vakmen
sen worden uitgevoerd. Ondeskun
dig uitgevoerde reparaties leveren
gevaar op voor de gebruiker.
Wat moet u doen als...
... de kookplaat respectievelijk de
kookzones niet kunnen worden inge
schakeld?
-
-
Nuttige tips
... bij een nieuwe kookplaat geurtjes
en damp vrijkomen?
Wanneer er geurtjes en damp vrijko
men, betekent dat niet dat het apparaat
verkeerd is aangesloten of defect is. De
geurtjes en de damp zijn niet schadelijk
voor de gezondheid.
... de kookplaat kan worden inge
schakeld en instellingen mogelijk
-
zijn, maar de kookzones niet heet
worden?
-
-
Controleer of
– de pannen geschikt zijn.
– de vergrendeling geactiveerd is. Is
dat het geval, hef deze dan op (zie
de rubriek "Vergrendeling").
– de zekering van de huisinstallatie
doorgeslagen is.
Is het probleem daarmee nog niet opgelost, haal dan ca. 1 minuut de spanning van het apparaat en wel als volgt:
–
Schakel de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie uit c.q. draai de des
betreffende stop eruit of
–
schakel de aardlekschakelaar uit.
Nadat de zekering, de hoofd- of de
aardlekschakelaar weer is ingescha
keld, kunt u het apparaat weer normaal
gebruiken. Waarschuw een elektricien
of Miele als u de storing niet zelf kunt
verhelpen.
-
-
Controleer of het apparaat in de
demo-stand staat (zie het hoofdstuk
"Programmering").
... in het display van een kookzone
een ß verschijnt?
Controleer of
– een lege kookzone per ongeluk is in-
geschakeld.
–
op de betreffende kookzone een pan
staat die geschikt is voor inductie en
die voldoende groot is (zie de rubriek
"De juiste pannen").
... een kookzone of de hele kookplaat
tijdens het gebruik automatisch
wordt uitgeschakeld?
De veiligheidsuitschakeling of de over
verhittingsbeveiliging is geactiveerd
(zie de rubrieken
"Veiligheidsuitschakeling" en "Overver
hittingsbeveiliging").
-
-
43
Page 44
Nuttige tips
... een van de volgende storingen op
treedt:
De boosterfunctie wordt te vroeg uit
–
geschakeld.
In het kookzonedisplay knippert de
–
ingestelde vermogensstand 10, 11 of
12 in afwisseling met een lagere ver
mogensstand. De lagere vermogens
stand is ook te zien aan het aantal
segmenten van de standenindicator.
De oververhittingsbeveiliging is geacti
veerd (zie de rubriek "Oververhittings
beveiliging").
... de inhoud van een pan niet of nauwelijks begint te koken, hoewel u de
aankookautomaat heeft ingeschakeld?
De oorzaak kan zijn dat
– grote hoeveelheden worden verhit.
– de pan de warmte niet goed geleidt.
-
... bij uitgeschakelde kookplaat in het
timerdisplay getallen en in de kook
zonedisplays A, F en getallen ver
-
schijnen?
De instelling van de sensortoetsen is
veranderd en kon niet automatisch wor
den aangepast. De instelling moet
handmatig worden uitgevoerd (zie de
rubriek "Instelling sensortoetsen").
Mocht het probleem daarna nog niet
zijn verholpen, neem dan contact op
met de afdeling Klantcontacten.
... in het display van de linker kookzones een F, in de rechter een E en in
het timerdisplay cijfers verschijnen?
Onderbreek de stroomvoorziening van
de kookplaat gedurende ca. 1 minuut.
Mocht het probleem zich na het herstellen van de stroomvoorziening weer
voordoen, neem dan contact op met de
afdeling Klantcontacten.
-
-
-
Kies de volgende keer een hogere
doorkookstand of stel eerst de hoogste
vermogensstand in en schakel daarna
handmatig terug naar een lagere stand.
... de ventilator na het uitschakelen
doorwerkt?
Dit is geen storing! De ventilator draait
door totdat het apparaat is afgekoeld
en wordt dan automatisch uitgescha
keld.
44
-
Page 45
Miele-apparaten zijn hoogwaardig en moeten dan ook aan
hoge eisen voldoen. Ze moeten de beste resultaten opleve
ren en een lange levensduur hebben. Hiervoor moeten alle
factoren perfect samenwerken. Daarom heeft Miele een uit
gebreid assortiment accessoires samengesteld dat optimaal
aansluit bij onze apparaten.
De onderhoudsmiddelen zijn volledig op de betreffende ap
paraten afgestemd.
U kunt deze en vele andere producten via internet bestellen:
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en
bij uw Miele-vakhandelaar.
Kook-/braadpannen
Pannen in diverse afmetingen
Sauté-pan met deksel
Bij te bestellen accessoires
-
-
-
Pan met anti-aanbaklaag
Wok-pan
Braadpan
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor keramische
platen en roestvrij staal 250 ml
Voor het verwijderen van verontreinigingen, kalk- en alumini
umvlekken
Universeel microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontrei
nigingen
-
-
45
Page 46
Bij te bestellen accessoires
Miele|home
XKM 2100 KM
InfoControl
Voor communicatie geschikte apparaten maken voor de com
municatie met de Miele|home-weergave-apparaten
(SuperVision-apparaat, InfoControl) gebruik van het stroom
net (230 V) in huis (Powerline-techniek). Zo kunt u op elk mo
ment informatie over uw apparaat op het weergave-apparaat
aflezen, bijvoorbeeld de programmafase, een foutmelding,
etc.
Met Miele|home kunt u ook een verbinding maken tussen
bepaalde afzuigkappen en kookplaten (Con{ctivity).
De afzuigkap reageert dan automatisch op de instellingen
van de kookplaat, waarbij de afzuigstand en de verlichting
worden geregeld.
Om deze mogelijkheden te kunnen benutten, moet uw apparaat van een communicatiemodule worden voorzien.
Meer informatie over Miele|home vindt u op internet onder
www.miele.nl.
Communicatiemodule met inbouwmaterialen.
Weergave-apparaat met basisstation en mobiele unit.
-
-
-
46
Page 47
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Alleen een erkend vakman mag het
apparaat inbouwen en op het elektri
citeitsnet aansluiten.
Om te voorkomen dat het apparaat
beschadigd raakt, mag het pas na
de montage van de bovenkastjes en
de afzuigkap worden ingebouwd.
De aansluitkabel van de kookplaat
~
mag na het inbouwen niet in aanraking
-
komen met de bodemplaat van het ap
paraat en niet worden blootgesteld aan
mechanische belastingen.
De op de volgende bladzijden aan
~
gegeven veiligheidsafstanden dienen
nauwkeurig te worden aangehouden.
-
-
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loslaten of vervormen. Ook de
wandafdichtstrip moet hittebestendig
zijn.
Dit apparaat mag uitsluitend door
~
een vakman op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld een boot of camper)
worden ingebouwd en aangesloten.
Hierbij moet aan alle voorwaarden voor
een veilig gebruik worden voldaan.
Het is niet toegestaan de kookplaat
~
boven koelapparatuur, afwas-, was- en
droogautomaten in te bouwen.
Deze kookplaat mag alleen boven
~
fornuizen en ovens met wasemkoeling
worden ingebouwd.
Alle maten zijn in mm aangegeven.
47
Page 48
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand boven het appa
raat
Tussen het apparaat en een erboven
gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door
de fabrikant is aangegeven.
Is de betreffende informatie niet beschikbaar (bijvoorbeeld bij een keukenplank), dan moet de afstand bij licht
ontvlambare materialen ten minste
760 mm bedragen.
-
Als in de gebruiksaanwijzing of mon
tagehandleiding van verschillende
apparaten (bijvoorbeeld een wok
brander of een elektrische kook
plaat) verschillende veiligheidsaf
standen worden genoemd voor
plaatsing onder een afzuigkap, kies
dan de grootste afstand.
-
-
-
-
48
Page 49
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand zijkant / achter
kant
De apparaten mogen slechts aan één
zijkant en aan de achterkant aansluiten
op meubels of wanden die hoger zijn
dan de apparaten zelf (zie de afbeel
dingen).
Houd minimaal de volgende veilig
heidsafstanden aan:
50 mm rechts of links van de uitspa
–
ring ten opzichte van een ernaast
geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld
een hoge kast).
– 50 mm tussen de uitsparing en de
achterwand.
-
-
Niet toegestaan!
-
Aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
49
Page 50
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand onder het appa
raat
Om de ventilatie van het apparaat te
kunnen waarborgen, moet onder het
apparaat een minimale afstand worden
aangehouden ten opzichte van een
oven, tussenbodem of lade.
De minimale afstand vanaf de onder
kant van de kookplaat tot de
bovenkant van de oven moet 15 mm
–
zijn.
bovenkant van de tussenbodem
–
moet 15 mm zijn.
In het achterste gedeelte moet voor
de doorvoer van de aansluitkabel
een ventilatieopening van 10 mm
worden gerealiseerd.
– bodem van de lade moet 75 mm
zijn.
-
-
50
Page 51
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit
sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge
temperaturen kunnen materialen beschadigd raken.
Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e
tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Is de bekleding van niet brandbaar materiaal (zoals metaal, natuursteen en kera
mische tegels), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en
de nisbekleding minimaal 50 mm min de dikte van de bekleding zijn.
Als de nisbekleding bijvoorbeeld 15 mm dik is, moet de minimale afstand
50 mm - 15 mm = 35 mm zijn.
Kookplaten zonder randlijstKookplaten met randlijst/facetrand
-
-
a Wand
b Nisbekleding
maat x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimale afstand
bij brandbare materialen 50 mm
bij niet brandbare materialen 50 mm - maat x
51
Page 52
Kookplaten met randlijst / facetrand
Inbouwmaten
KM 5993
514
930
8
44
b
ß
R4
0
50
1
+
500
+
1
-
-
916
a
e
49 (54)
30
0
80
a
c
53
b
44
48
148
132
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
52
80
50,5
56
d
e Aansluiting voor Miele|home
(inbouwhoogte met aansluitkabel
Miele@home = 54 mm)
Page 53
Kookplaten met randlijst / facetrand
Inbouwen
Voorbereiding werkblad
Maak de uitsparing in het werkblad
^
volgens de maatschets. Neem daar
bij de veiligheidsafstanden in acht
(zie ook "Veiligheidsinstructies voor
het inbouwen").
De snijvlakken van houten werk
^
bladen moeten met speciale lak, sili
conenkit of giethars worden afge
werkt om te voorkomen dat het werk
blad door vocht wordt aangetast.
De producten mogen niet op het
werkblad terechtkomen.
Voor de inbouw zijn geen klemveren
nodig. De speciale afdichttape zorgt
ervoor dat de kookplaat stevig in de
uitsparing ligt en niet verschuift.
De spleet tussen de rand en het
werkblad zal na verloop van tijd
kleiner worden.
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing in het werk
blad naar beneden.
-
-
-
Leg de kookplaat midden in de uit
^
sparing. De dichting van het appa
raat moet goed op het werkblad aan
sluiten. Alleen zo kan een correcte af
dichting worden gegarandeerd.
Gebruik voor het afdichten nooit kit
(bijvoorbeeld siliconenkit)!
Als de dichting bij de hoeken niet
goed op het werkblad aansluit, kan
de hoekradius van het werkblad
(ß R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
^ Sluit de kookplaat aan.
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
-
-
-
-
-
-
53
Page 54
Kookplaten met randlijst / facetrand
Algemene inbouwaanwijzing
Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting
onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen plaat en
werkblad.
Gebruik nooit kit tussen de lijst van
het apparaat en het werkblad!
Anders kan het apparaat later - voor
servicedoeleinden - alleen nog met
moeite uit het werkblad worden ge
haald. Lijst en werkblad kunnen
daarbij beschadigd raken.
-
Werkblad met tegels
De voegen a en het gearceerde gedeelte onder de rand moeten glad en
vlak zijn, zodat de lijst gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van
het apparaat voldoende afdicht.
54
Page 55
Inbouwmaten
KM 5987
Kookplaten zonder randlijst
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte aansluitkabel
d Getrapte freesrand voor natuurste
nen werkbladen
e Aansluitkabel, L= 1440 mm
Afmetingen uitsparing natuurstenen
werkblad.
Zie ook de detailtekeningen!
-
55
Page 56
Kookplaten zonder randlijst
KM 5997
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte aansluitkabel
d Getrapte freesrand voor natuurste
nen werkbladen
e Aansluitkabel, L= 1440 mm
56
f Aansluiting voor Miele|home
(inbouwhoogte met aansluitkabel
Miele@home = 61 mm)
Afmetingen uitsparing natuurstenen
-
werkblad.
Zie ook de detailtekeningen!
Page 57
Kookplaten zonder randlijst
Inbouwen
Kookplaten zonder randlijst zijn al
leen geschikt voor inbouw in natuur
stenen (graniet, marmer), massief
houten en betegelde werkbladen.
Informeer bij werkbladen van andere
materialen bij de betreffende fabri
kant of het werkblad geschikt is voor
inbouw van een kookplaat zonder
randlijst.
Voor de inbouw is een 1000 mm
brede onderkast vereist, zodat de
kookplaat ook na de inbouw van on
deraf goed toegankelijk is. Een
technicus moet de onderkant van de
kookplaat kunnen verwijderen.
Als de kookplaat niet van onderaf
toegankelijk is, moet de voegenkit
bij onderhoudswerkzaamheden worden verwijderd om de kookplaat te
kunnen verwijderen.
Deze kookplaat
kan rechtstreeks in een correct voor
-
–
-
-
-
bereid natuurstenen werkblad wor
den geplaatst.
moet in een massief-houten/betegeld
–
werkblad met houten lijsten worden
bevestigd. De lijsten worden niet bij
het apparaat geleverd.
sluitend een voor natuursteen ge
schikte siliconen-voegenkit.
-
-
-
-
59
Page 60
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een
erkend elektricien op het elektrici
teitsnet worden aangesloten. Hierbij
moeten de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het energie
bedrijf in acht worden genomen.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor directe of indirecte
schade als gevolg van ondeskun
dige installatie, onderhoudswerk
zaamheden of reparaties.
Aansluitwaarde
-
-
-
zie typeplaatje
Aansluiting
-
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre
quentie) op het typeplaatje te verge
lijken met de waarden van het elektrici
teitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
Spanning AC 230V/50Hz
-
-
-
Miele kan bovendien niet aanspra
kelijk worden gesteld voor schade
die is veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad
(bijvoorbeeld een elektrische
schok).
Na plaatsing moet zijn gewaarborgd
dat onder spanning staande delen
niet kunnen worden aangeraakt.
-
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de
EU-voorschriften en -richtlijnen voor Nederland geadviseerd om de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien (30 mA).
60
Page 61
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het apparaat moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toe
stand moet ten minste 3mmbedragen!
Geschikte schakelaars zijn
overbelastings- en aardlekschakelaars.
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij wor
den gemaakt, ga dan, afhankelijk van
de situatie, als volgt te werk:
– Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze
uit de houder.
– Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat
de middelste knop (zwart) eruitspringt.
– Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(zelfuitschakelaar, min. type B of C)
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit).
-
-
Aansluitkabel
Het apparaat moet met een kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) vol
gens het aansluitschema worden aan
-
gesloten. De kabel moet voldoende
doorsnede hebben.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
De van toepassing zijnde aansluitwaar
den vindt u op het typeplaatje.
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel moet worden vervangen, mag hiervoor alleen een kabel
van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie)
worden gebruikt. Een geschikte aansluitkabel is verkrijgbaar bij Miele.
De aansluitkabel mag uitsluitend door
een vakman worden vervangen. Deze
is precies op de hoogte van de landelijke voorschriften en van de voorschriften van het gemeentelijke energiebedrijf en houdt zich daar strikt aan.
-
-
-
–
Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
keld.
De aansluitwaarden vindt u op het type
plaatje.
De aarddraad moet worden vastge
schroefd aan de aansluiting met
-
symbool -.
-
-
61
Page 62
Elektrische aansluiting
Aansluitschema
62
Page 63
Klantcontacten / typeplaatje
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
–
de afdeling Klantcontacten van Miele.
–
De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten
welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt
u op het typeplaatje.
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wenden
tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwijzing.
63
Page 64
Wijzigingen voorbehouden / 2310
M.-Nr. 07 267 450 / 06
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.