Miele KM 5987, KM 5993, KM 5997 User manual

Gebruiks- en montagehandleiding
Inductiekookplaten KM 5987 / 5993 / 5997
Lees beslist de gebruiks- en montage­handleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL
Inhoud
Algemeen ........................................................4
Kookplaat.........................................................4
Bedieningspaneel ..................................................5
Kookzonedisplay ...................................................6
Display timer/memory ...............................................6
Kookzones ........................................................7
Speciale uitvoering .................................................7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................8
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................14
Vóór het eerste gebruik............................................15
Eerste reiniging ...................................................15
Vóór gebruik .....................................................15
Instelling sensortoetsen .............................................16
Inductie .........................................................17
Principe .........................................................17
Inductiegeluiden ..................................................18
De juiste pannen ..................................................19
Bediening .......................................................20
Sensortoetsen ....................................................20
Inschakelen ......................................................20
Tabel vermogensstanden ...........................................21
Aankookautomaat .................................................22
Koken zonder aankookautomaat ......................................23
Boosterfunctie ....................................................24
Warmhouden .....................................................26
Uitschakelen en restwarmte-indicatie ..................................27
Timer en memory-functie ..........................................28
Timer ...........................................................28
Memory-functie ...................................................30
Timer en memory-functie tegelijk gebruiken .............................32
2
Inhoud
Beveiligingen ....................................................33
Vergrendeling instellingen / apparaat ..................................33
Stop&Go .......................................................35
Veiligheidsuitschakeling ............................................36
Oververhittingsbeveiliging ...........................................37
Reiniging en onderhoud ...........................................38
Programmering ..................................................40
Nuttige tips ......................................................43
Bij te bestellen accessoires ........................................45
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................47
Kookplaten met randlijst / facetrand .................................52
Inbouwmaten .....................................................52
Inbouwen ........................................................53
Kookplaten zonder randlijst ........................................55
Inbouwmaten .....................................................55
Inbouwen ........................................................57
Elektrische aansluiting ............................................60
Aansluitkabel .....................................................61
Aansluitschema ...................................................62
Klantcontacten / typeplaatje ........................................63
3
Algemeen
Kookplaat
ac Kookzones met TwinBooster
bde Kookzones met enkele booster
4
Bedieningspaneel
Sensortoetsen
a Instellen vermogensstand
Algemeen
b Booster
c Inschakelen timer, wisselen tussen
functies, kiezen kookzone
e Vergrendeling
f Instellen tijd / kiezen
memory-programma
g Aan/Uit-toets kookplaat
h Memory-functie
Controlelampje
d Vergrendeling
5
Algemeen
Kookzonedisplay
a Weergave:
0 = kookzone klaar voor gebruik ^ = warmhoudstand 1 t/m 12 = vermogensstand I = booster I II = booster II # = restwarmte ß = geen pan of een ongeschikte pan (zie "Inductie") F = foutmelding (zie "Veiligheidsuitschakeling") A = aankookautomaat bij instelling extra vermogensstanden P0 etc. = programma (zie "Programmering") S0 etc. = status (zie "Programmering")
b Controlelampje voor weergave extra vermogensstanden (zie het hoofdstuk "Pro-
grammering")
c Standenindicator: het aantal segmenten dat oplicht komt overeen met de inge-
stelde vermogensstand (uitzondering: zie de rubriek "Aankookautomaat").
d Controlelampje booster
Display timer/memory
a Controlelampje toewijzing kookzone, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
b Weergave tijd/memory-programma
00 t/m 99 = tijd P1 t/m P5 = memory-programma
c Controlelampje voor gedefinieerd memory-programma
d Controlelampje voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minu
ten
6
-
Algemeen
Kookzones
Kookzone KM 5993 / KM 5997
Minimale tot maximale
C in cm*
y 16 - 23 normaal:
w 10 - 16 normaal:
b 18 - 28 normaal:
x 14 - 20 normaal:
z 14 - 20 normaal:
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
Vermogen in Watt bij 230 V**
2300 met booster I: met booster II:
met booster:
met booster I: met booster II:
met booster:
met booster:
Totaal: 11100
3000
3700
1400
1800
2400
3000
3700
1850
2900
1850
2900
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate-
riaal van de gebruikte pannen.
Speciale uitvoering
Kookplaten met het symbool < in de linker bovenhoek zijn voorbereid op Miele|home (zie ook "Bij te bestellen accessoires").
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Dit apparaat voldoet aan de gelden de veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en mon tagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u be langrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Bewaar de gebruiks- en montage­handleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar!
-
-
-
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
~
voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar). Gebruik het apparaat voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Dit apparaat mag alleen worden ge
~
bruikt door personen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de in­houd van de gebruiksaanwijzing!
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Maak gebruik van de vergrendeling,
~
zodat kinderen het apparaat niet onbe doeld kunnen inschakelen of instel lingen kunnen wijzigen.
Houd kinderen in de gaten wanneer
~
zij zich in de buurt van het apparaat be vinden. Laat kinderen nooit met het ap paraat spelen.
Kinderen mogen het apparaat alleen
~
zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be dienen. De kinderen moeten zich be wust zijn van de gevaren van een fou­tieve bediening.
Het apparaat wordt tijdens het ge-
~
bruik heet en blijft dat ook nog enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat het ap­paraat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer be­staat.
-
-
Kinderen kunnen ook verbrandingen
~
oplopen als zij pannen van het appa raat trekken. Draai de grepen daarom
­zo dat ze zich boven het werkblad be
vinden. Bij de vakhandelaar is een spe ciaal rek verkrijgbaar dat ervoor zorgt dat kinderen niet meer bij het apparaat
-
kunnen komen.
-
-
Verpakkingsmateriaal (zoals folies
~
en piepschuim) kan gevaarlijk zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Bewaar het verpakkingsmateriaal dan ook bui ten het bereik van kinderen en zorg dat het zo snel mogelijk wordt afgevoerd.
-
-
-
-
Bewaar geen voorwerpen die voor
~
kinderen interessant zijn in kastjes bo ven of achter het apparaat. De kinderen klimmen anders misschien op het ap paraat en kunnen zich er dan aan branden.
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer het apparaat voor de in
~
bouw op zichtbare schade. Neem een beschadigd apparaat nooit in gebruik. Een beschadigd apparaat kan uw vei ligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van het ap
~
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als het wordt aangesloten op een aar dingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat wordt nage gaan of aan deze fundamentele veilig heidsvoorwaarde is voldaan. Laat bij twijfel de huisinstallatie door een vak­man inspecteren. Miele kan niet aan­sprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbre­kende of beschadigde aarddraad (bij­voorbeeld een elektrische schok).
Voordat u het apparaat aansluit,
~
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje te ver­gelijken met de waarden van het elektri­citeitsnet. Deze gegevens moeten be slist overeenkomen om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Raad pleeg bij twijfel een elektricien.
Gebruik het apparaat alleen als het
~
is ingebouwd, zodat de veiligheid ge waarborgd is.
-
-
-
-
-
-
-
-
Open in geen geval de ommanteling
~
van het apparaat. Wanneer onderdelen worden aange raakt die onder spanning staan of wan neer elektrische of mechanische onder delen worden veranderd, levert dit ge vaar op voor de gebruiker. Het kan er
-
tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Laat installatie-, onderhouds- en re
~
paratiewerkzaamheden uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd. Ondeskundig uitge voerde werkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden ge­steld.
Bij installatie-, onderhouds- en repa-
~
ratiewerkzaamheden dient het apparaat spanningsvrij te worden gemaakt. Het apparaat is alleen dan spanningsvrij als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
als de zekering van de huisinstallatie er geheel is uitgedraaid.
als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de stek ker en niet aan de aansluitkabel.
-
-
-
-
-
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Is de kookplaat voorzien van een
~
communicatiemodule, dan moet bij installatie-, onderhouds- en reparatie werkzaamheden aan de kookplaat ook de communicatiemodule spanningsvrij worden gemaakt.
Als dit apparaat binnen de garantie
~
periode defect raakt, mag het alleen door Miele worden gerepareerd, an ders vervalt de garantie.
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor den vervangen. Alleen van die onder delen kan Miele garanderen dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
Als de aansluitkabel beschadigd is,
~
moet deze door een speciale kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) wor­den vervangen. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele. De kabel mag al­leen door een vakman worden ver­vangen.
Het apparaat mag niet via een stek-
~
kerdoos of verlengsnoer op het elektri citeitsnet worden aangesloten. Hiermee kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd. Er kan bij voorbeeld oververhitting ontstaan.
Neem de kookplaat niet in gebruik
~
bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het apparaat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt an ders een elektrische schok krijgen!
-
-
-
-
-
-
-
Veilig gebruik
Alleen voor personen met een pace
~
maker: Houdt u er rekening mee dat in de di recte omgeving van het ingeschakelde apparaat een elektromagnetisch veld ontstaat. Het is niet waarschijnlijk dat
­dit veld de werking van de pacemaker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts.
Houd magnetiseerbare voorwerpen,
~
zoals creditcards, diskettes en reken machines, uit de buurt van het inge schakelde apparaat, anders kan de werking van deze voorwerpen worden beïnvloed.
Wanneer u de kookzones gebruikt,
~
worden deze zeer heet. Ook na het uit­schakelen blijven ze dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of een kookzone nog heet is.
Houd toezicht op de kookplaat als u
~
het apparaat gebruikt! Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat beschadigd raken. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Oververhit vet en oververhitte olie kun nen vlam vatten en brand veroorzaken.
Mocht het vet of de olie vlam vatten,
~
gebruik dan nooit water voor het blus sen! Doof de vlammen met een ge schikte deksel, een vochtige doek of iets dergelijks.
-
-
-
-
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Trek altijd ovenwanten aan of ge
~
bruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. De ovenwanten of pan nenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter ge leiden. U kunt zich branden!
Flambeer nooit onder een afzuig
~
kap. Door de vlammen kan de afzuig kap in brand vliegen.
Gebruik het apparaat niet als werk
~
blad. Leg er geen messen, vorken, le pels of andere metalen voorwerpen op. Als het apparaat ingeschakeld is, onbe doeld wordt ingeschakeld of bij rest warmte kunnen metalen voorwerpen heet worden (verbrandingsgevaar). Andere voorwerpen kunnen - afhanke­lijk van het materiaal - smelten of vlam vatten. Vochtige pandeksels kunnen zich vastzuigen. Schakel de kookzones na gebruik uit!
Dek het apparaat nooit af met een
~
doek of iets dergelijks. Als het apparaat nog heet is, bestaat er brandgevaar.
Gebruik geen serviesgoed van
~
kunststof of aluminiumfolie, want dat smelt bij hoge temperaturen. Brandge vaar!
-
-
-
-
-
-
Verwarm geen dichte blikken en
~
dergelijke op de kookzones. Er ontstaat anders overdruk waardoor de blikken
­uiteenspatten en u zich kunt verwon den.
-
Gebruik alleen pannen met een
~
gladde bodem. Een ruwe bodem kan krassen op de keramische plaat veroor zaken.
Verhit kookgerei nooit leeg, tenzij de
~
fabrikant van het kookgerei een derge lijk gebruik uitdrukkelijk toestaat. Van wege de snelle reactietijd van inductie
­kan de temperatuur in de panbodem in zeer korte tijd de zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken.
Houd de kookplaat schoon. Zout,
~
suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen krassen veroorzaken.
Zet geen hete pannen of schalen op
~
of in de buurt van het bedieningspa­neel. Hierdoor kunnen de elektronische onderdelen onder het paneel bescha digd raken.
Laat geen voorwerpen op de kera
~
mische plaat vallen. Zelfs een licht
­voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan
scheuren of barsten veroorzaken als het verkeerd terechtkomt.
-
-
-
-
-
-
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Komt suiker, suikerhoudend voed
~
sel, kunststof of aluminiumfolie op een hete kookzone terecht, vermeng de sui kerhoudende stoffen dan onmiddellijk met water. Schakel vervolgens de kook zone uit en verwijder de resten met een schraper, zolang de plaat nog heet is. Als de stoffen afkoelen kan de kera mische plaat beschadigd raken. Let op dat u uw handen niet brandt. Reinig de plaat verder als deze is afge koeld.
Als u een stopcontact in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mogen de aansluitkabels van de betreffende ap­paraten niet in aanraking komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabels kan beschadigd raken, waar­door u een elektrische schok kunt krij­gen.
Het apparaat is voorzien van een
~
ventilator. Als zich onder het ingebouwde apparaat een lade be­vindt, moet de afstand tussen de in­houd van de lade en de onderkant van het apparaat voldoende zijn om de ven tilatie te waarborgen. Bewaar geen spit se en kleine voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen kunnen via de ventilatieopeningen in de behuizing te rechtkomen of aangezogen worden. De ventilator kan dan beschadigd raken of de koeling kan worden beïnvloed.
Wanneer zich onder het apparaat
~
een schuiflade bevindt, zonder tussen bodem, mogen daarin geen licht ont vlambare stoffen of brandbare voor werpen zoals spuitbussen worden be waard. Een eventuele bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
-
-
-
-
-
Metalen voorwerpen die in een lade
~
onder de kookplaat worden bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat
­lang en intensief gebruikt.
­Zorg ervoor dat gerechten altijd vol
~
doende worden verhit. Eventuele bac teriën in het eten worden alleen ge dood, wanneer de temperatuur hoog genoeg is (> 70 °C) en lang genoeg wordt aangehouden (> 10 min.).
­Plaats op een kook- of braadzone
~
nooit twee pannen tegelijk.
Als het apparaat achter een meubel
~
deur is ingebouwd, mag u het apparaat alleen gebruiken als de deur geopend is. Sluit de meubeldeur pas als het ap­paraat uitgeschakeld is en de restwarmte-indicatoren gedoofd zijn.
Schakel de kookplaat niet in als
~
deze boven een pyrolyse-oven of
-fornuis is ingebouwd en de pyrolyse­functie actief is, omdat de oververhit­tingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie de betreffende rubriek).
-
-
Als de "Veiligheidsinstructies en
­waarschuwingen" niet worden opge
volgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
-
-
-
-
-
-
13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal remt de afvalproductie en het ge bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval
-
doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw hande laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
-
14
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
-
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede ty peplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing.
-
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.
Reinig het apparaat voor het eerste ge bruik met een vochtige doek en wrijf het apparaat daarna weer droog.
Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen afwasmiddel, omdat daardoor blijvende blauwe vlekken kunnen ontstaan.
Vóór gebruik
Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand): Na het inbouwen kan de eerste da gen een spleet zichtbaar zijn tussen de kookplaat en het werkblad. Deze spleet zal door het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheid van het apparaat is echter altijd gewaar
­borgd.
Als u het apparaat voor het eerst in ge bruik neemt, komen er geurtjes en eventueel damp vrij. Bij elk volgend ge bruik komen er minder geurtjes vrij. Uit­eindelijk zult u niets meer ruiken.
Wanneer er geurtjes en damp vrijko­men, betekent dat niet dat het apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. De geurtjes en de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
-
-
-
-
15
Vóór het eerste gebruik
Instelling sensortoetsen
Automatische instelling
Om veilig te stellen dat de sensor toetsen altijd goed reageren, wordt de gevoeligheid van de sensoren:
na het aansluiten van het apparaat
en na een onderbreking van de stroomtoevoer (bijvoorbeeld bij stroomuitval), opnieuw ingesteld. Tijdens de automatische instelling brandt het controlelampje van de vergrendeling en kan de kookplaat niet worden ingeschakeld.
– tijdens het gebruik voortdurend aan-
gepast aan de veranderende omge­ving (bijvoorbeeld de lichthoeveelheid).
Als de automatische instelling niet succesvol kon worden uitgevoerd, ver­schijnt in de kookzonedisplays links voor en rechts voor een A en links ach­ter een F. In het kookzonedisplay rechts achter en in het timer-/memory-display verschijnen cijfers.
-
Handmatige instelling
Zorg eerst dat zon- of kunstlicht niet
^
direct op de kookplaat valt. De om geving van de kookplaat mag echter ook niet te donker zijn. De lichthoeveelheid mag niet wisselen.
Er mogen zich geen voorwerpen op
^
de kookplaat en de sensortoetsen bevinden. Verwijder eventueel kook gerei en reinig de kookplaat indien dat nodig is.
Onderbreek de stroomvoorziening
^
van de kookplaat gedurende ca. 1 minuut.
Zodra u de stroomvoorziening herstelt, wordt de gevoeligheid van de sensor­toetsen opnieuw ingesteld.
Mocht het probleem daarna nog niet zijn verholpen, neem dan contact op met de afdeling Klantcontacten.
-
-
In dit geval kunt u de instelling hand matig uitvoeren.
16
-
Inductie
Principe
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kookzone in schakelt, genereert deze spoel een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan.
Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie de rubriek "De juiste pan nen"). Andere pannen worden niet heet.
Bij inductie wordt automatisch rekening gehouden met de grootte van de ge­bruikte pan. Het inductiesysteem werkt alleen op het gedeelte dat door de pan­bodem wordt bedekt.
De kookzone functioneert niet,
– als u deze zonder pan of met een
ongeschikte pan (met niet magneti­seerbare bodem) inschakelt.
– als de bodemdiameter van de pan te
klein is.
-
-
Als u binnen 3 minuten een geschikte pan op de kookzone zet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
Als u geen (geschikte) pan op de kook zone zet, wordt de kookzone c.q. de kookplaat na 3 minuten automatisch uit geschakeld.
Gebruik het apparaat niet als werk blad voor messen, vorken, lepels of andere metalen voorwerpen. Als het apparaat ingeschakeld is, onbe doeld wordt ingeschakeld of als er sprake is van restwarmte kunnen dergelijke voorwerpen heet worden (verbrandingsgevaar).
Schakel de kookzones na gebruik uit!
-
-
-
-
als u de pan van een ingeschakelde kookzone haalt.
In dat geval verschijnen in het display van de betreffende kookzone afwisse lend het symbool ß en een 0 dan wel de ingestelde vermogensstand.
-
17
Inductie
Inductiegeluiden
Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei ge luiden ontstaan. De geluiden zijn afhan kelijk van het materiaal en de construc tie van de bodem van het kookgerei.
Op een hoge vermogensstand kan
het apparaat een bromgeluid veroor zaken. Dit geluid neemt af of ver dwijnt, wanneer een lagere vermo gensstand wordt ingesteld.
Bij pannen met een bodem die uit
verschillende materialen bestaat (bij voorbeeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
– Er kan een fluitend geluid ontstaan
als de met elkaar verbonden kookzo­nes (zie de rubriek "Boosterfunctie") tegelijk zijn ingeschakeld en op de kookzones pannen staan met een bodem die uit verschillende materia­len bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem).
-
-
-
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator
­ingeschakeld en hoort u een zoemend
­geluid. Ook nadat u het apparaat heeft
uitgeschakeld, kan de ventilator nog doorlopen.
-
-
Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronische schakelingen klikgeluiden optreden.
18
De juiste pannen
Let op!
Geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een magnetiseer
bare bodem
geëmailleerd staal
gietijzer
Niet geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een niet magneti
seerbare bodem
– aluminium of koper
– glas/keramiek, aardewerk
Als u niet zeker weet of een pan ge­schikt is voor inductie, kunt u een mag­neet tegen de panbodem houden. Blijft de magneet hangen, dan is de pan ge­schikt.
-
-
Inductie
Plaats pannen altijd midden op een kook- of braadzone. Als een pan slechts gedeeltelijk op een kook- of braadzone staat, kunnen de grepen zeer heet worden.
Tip om energie te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die manier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt.
zonder deksel met deksel
Houdt u er rekening mee dat de eigen­schappen van de panbodem het berei­dingsresultaat beïnvloeden.
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone moet u het formaat van de pan zo kiezen dat de pan tussen de binnenste en de buitenste markering van de kookzone past. Als de pan kleiner is dan de binnenste markering, kan het voorkomen dat de inductie spoel niet reageert. De kookzone rea geert dan alsof er geen pan op staat.
Houdt u er rekening mee dat pannenfa brikanten vaak de diameter aan de bo venkant vermelden. Van belang is ech ter alleen de (meestal kleinere) bodem diameter.
-
-
-
-
-
-
19
Bediening
Sensortoetsen
Het bedieningspaneel van de kookplaat is voorzien van elektronische sensor toetsen. Deze reageren op vingercon tact. U kunt de kookzones bedienen door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. De kookplaat reageert daarop telkens met een akoestisch sig naal.
Bedien alleen de gewenste toetsen. Druk daarbij van boven op het mid den van de toets. Houd het bedie ningspaneel altijd vrij en schoon, an ders reageren de toetsen niet of u activeert onbedoeld functies. Ook kan de kookplaat dan automatisch worden uitgeschakeld (zie de rubriek "Veiligheidsuitschakeling"). Zet nooit hete pannen op het bedie ningspaneel om beschadiging van de elektronische onderdelen te voor komen.
-
-
-
-
-
-
-
Inschakelen
Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de kookplaat inschakelen.
Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is!
Kookplaat inschakelen
-
Druk op de Aan/Uit-toets s.
^
In de displays van alle kookzones ver schijnt een 0,inhet timer-/memory-display 00. Voert u daar na geen waarden in, dan wordt de kookplaat om veiligheidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen
^ U schakelt een kookzone in door de
betreffende toets - of + aan te tippen. Kies een vermogensstand tussen 1 en 12 of kies de warmhoudstand.
Als u daarbij met - begint, kiest u koken met aankookautomaat. Als u met + be­gint, kiest u koken zonder aan kookautomaat (zie de rubriek "Aankook automaat").
Wilt u nog een kookzone inschakelen, waarvan de 0 al uit het display is ver dwenen, raak dan één keer kort de bij behorende toets - of + aan. De 0 ver schijnt en u kunt een vermogensstand kiezen, met of zonder aankookauto maat.
-
-
-
-
-
-
-
-
20
Loading...
+ 44 hidden pages