Miele KM 5987, KM 5993, KM 5997 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing en montage handleiding
Keramische inductiekookvlakken
-
KM 5987 / KM 5993 / KM 5997
Lees absoluut de gebruiksaanwijzing en montagehandleiding voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 07 248 021
nl-BE
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Kookvlak .........................................................4
Bedieningsveld ....................................................5
Kookzonedisplay ...................................................6
Timer-/memory-display ..............................................6
Kookzonegegevens .................................................7
Speciale uitvoering .................................................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................14
Vóór het eerste gebruik............................................15
Eerste reiniging ...................................................15
Toestel in gebruik nemen ...........................................15
Sensortoetsen afstellen .............................................16
Inductie .........................................................17
Hoe werkt het? ....................................................17
Geluiden ........................................................18
Kookgerei........................................................19
Bediening .......................................................20
Sensortoetsen ....................................................20
Inschakelen ......................................................20
Tabel met vermogensstanden ........................................21
Aankookautomaat .................................................22
Koken zonder kookstartautomaat .....................................23
Boosterfunctie ....................................................24
"Warmhouden" ....................................................26
Uitschakelen / weergave van de resterende warmte ......................27
Timer en memory-functie ..........................................28
Timer ...........................................................28
Memory-functie ...................................................30
Combinatiegebruik ................................................32
Veiligheidsvoorzieningen ..........................................33
Vergrendeling / inschakelblokkering ...................................33
Stop and Go......................................................34
Uitschakelbeveiliging...............................................35
Oververhittingsbeveiliging ...........................................36
Reiniging en onderhoud ...........................................37
Programmering ..................................................39
2
Page 3
Inhoud
Wat gedaan als ... ................................................42
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................44
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................46
Kookplaten met randlijst/facetrand ..................................51
Inbouwafmetingen .................................................51
Inbouw ..........................................................52
Algemene inbouwaanwijzingen .......................................53
Kookvlakken zonder randlijst .......................................54
Inbouwafmetingen .................................................54
Inbouw ..........................................................56
Elektrische aansluiting ............................................59
Aansluitkabel .....................................................60
Aansluitschema ...................................................61
Technische Dienst van Miele, typeplaatje .............................62
3
Page 4
Beschrijving van het toestel
Kookvlak
ac Kookzones met twee boosterstanden
bde Kookzones met één boosterstand
4
Page 5
Bedieningsveld
Sensortoetsen
Beschrijving van het toestel
a Sensortoetsen voor het instellen van de vermogensstand
b Sensortoets voor de boosterfunctie
c Sensortoets voor het inschakelen van de timer, voor het wisselen tussen func
ties en het kiezen van een kookzone
e Vergrendelingstoets
f Sensortoetsen voor het instellen van de tijd en voor het kiezen van een
memory-programma
g Aan-uitsensortoets van het kookvlak
h Sensortoets voor de memory-functie
Controlelampje
d Controlelampje van de vergrendelingsfunctie
-
5
Page 6
Beschrijving van het toestel
Kookzonedisplay
a Display:
0 = Kookzone klaar voor gebruik ^ = Warmhoudstand 1 tot 12 = Vermogensstand I = Boosterstand I II = Boosterstand II # = Resterende warmte ß = Geen kookgerei of ongeschikt kookgerei (zie rubriek "Inductie") F = Foutmelding (zie rubriek "Uitschakelbeveiliging") A = Kookstartautomaat bij instelling extra vermogensstanden P0 enz. = Programma (zie rubriek "Programmering") S0 enz. = Status (zie rubriek "Programmering")
b Controlelampje voor de weergave van extra vermogensstanden (zie rubriek
"Programmering")
c Verlichte ring: het aantal segmenten dat oplicht komt overeen met de inge-
stelde vermogensstand (uitzondering: zie rubriek "Kookstartautomaat").
d Lichtsegment voor de boosterfunctie
Timer-/memory-display
a Controlelampje voor toewijzing van een kookzone, bijv. kookzone achteraan
rechts
b Weergave van een timer-/memory-programma
00 tot 99 = tijd P1 tot P5 = memory-programma
c Controlelampje voor gedefineerd memory-programma
d Controlelampje voor halve uren, wanneer u een kookwekkertijd van meer dan
99 minuten instelt
6
Page 7
Beschrijving van het toestel
Kookzonegegevens
Kookzone KM 5987 / KM 5993 / KM 5997
Minimale tot maximale
C in cm*
y 16 - 23 Normaal:
w 10 - 16 Normaal:
b 18 - 28 Normaal:
x 14 - 20 Normaal:
z 14 - 20 Normaal:
* Binnen het opgegeven bereik kunt u kookgerei met elke willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
Vermogen in Watt bij 230 V**
2300 Met boosterstand I: Met boosterstand II:
Met boosterfunctie
Met boosterstand I: Met boosterstand II:
Met boosterfunctie:
Met boosterfunctie:
Totaal: 11100
3000
3700
1400
1800
2400
3000
3700
1850
2900
1850
2900
** Het opgegeven vermogen kan variëren en is afhankelijk van de grootte en het
materiaal van het gebruikte kookgerei.
Speciale uitvoering
Kookvlakken met het symbool < in de linkerbovenhoek zijn zo ontworpen dat er een communicatiemodule kan worden ingebouwd voor het Miele|home-systeem (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren").
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit kookvlak voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Lees de gebruiks- en montageaan wijzing daarom aandachtig door voordat u het kookvlak in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toe­stel.
Bewaar de gebruiks- en montage­aanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige om gevingen zoals
in winkels, kantoren en
gelijkaardige werkomgevingen,
op boerderijen
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen. Gebruik het kookvlak uitsluitend in huishoude lijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is
~
niet toegelaten. Miele is niet verant­woordelijk voor schade die wordt ver­oorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om dit kookvlak veilig te bedienen, mogen dit kookvlak alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
-
-
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Maak gebruik van de vergrendeling
~
om te vermijden dat kinderen het kook vlak per ongeluk inschakelen of instel lingen wijzigen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
kookvlak komen in het oog. Laat kin deren nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen het kookvlak alleen
~
maar gebruiken wanneer hun de bedie ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe ten de eventuele risico's van een foutie ve bediening kunnen beseffen.
Het kookvlak wordt heet wanneer
~
het in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden.
Bewaar geen voorwerpen die voor
~
kinderen interessant zijn boven of ach­ter het toestel. Anders worden kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren. Er is gevaar voor verbranding!
-
-
Zorg ervoor dat kinderen geen heet
~
kookgerei omlaag kunnen trekken. Draai de handvaten van de kookpotten
­en pannen over het werkblad. Hierdoor
voorkomt u dat iemand zich verbrandt. In de handel vindt u een speciaal beveiligingshekje waardoor dit risico wordt beperkt.
Delen van de verpakking, bijv. folie
~
of piepschuim, kunnen voor kinderen
-
gevaar inhouden. Kinderen kunnen verstikken! Bewaar deze delen van de
-
verpakking buiten hun bereik en verwij
-
der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het kookvlak
~
wordt geplaatst, of het aan de buiten kant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van het
~
kookvlak is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is belangrijk dat u dit con troleert. Laat de elektrische installatie in uw wo ning bij twijfel door een elektricien con­troleren. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding on­derbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere ge­vaar voor elektrische schokken.
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit daarna pas uw kookvlak aan. Deze gegevens dienen absoluut over een te stemmen. Anders treedt er scha de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uw kookvlak enkel in inge
~
bouwde toestand. Enkel dan is een vei lige werking gewaarborgd.
-
-
-
-
-
Open in geen geval de behuizing
~
van het kookvlak. Wanneer u aansluitingen onder span ning aanraakt of de elektrische en me chanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het kookvlak leiden.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen wor den uitgevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
­herstellingswerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is voldaan:
– De zekeringen in uw zekeringkast
zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge
­draaid.
De stekker is uit het stopcontact ge trokken. Trek bij toestellen met stekker niet
­aan de kabel maar aan de stekker
om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
-
-
-
-
-
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als het kookvlak is uitgerust met een
~
communicatiemodule, moeten zowel het kookvlak als de communicatiemo dule van het elektriciteitsnet losgekop peld zijn tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken.
Laat u het kookvlak tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door Miele erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als de aansluitkabel beschadigd is,
~
moet een elektricien de kabel vervangen door een speciale aansluit­kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijg­baar bij Miele of via de Service After Sales van Miele.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verlengkabels om het kookvlak aan te sluiten. Die bieden niet voldoende vei ligheidsgaranties. Er bestaat onder an dere gevaar voor oververhitting.
Als het kookvlak defect is of als de
~
glaskeramiekplaat barsten of spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in ge bruik nemen en dient u het toestel di rect uit te schakelen. Ontkoppel het toestel in dat geval van het elektrici teitsnet. Anders bestaat het risico dat u elektrische schokken oploopt.
-
-
-
-
-
Veilig gebruik
Alleen voor personen met een pace
~
maker:
­Hou ermee rekening dat er in de
onmiddellijke omgeving van het inge schakelde toestel een elektromagne tisch veld ontstaat. Het is echter onwaarschijnlijk dat de werking van uw pacemaker hierdoor wordt beïnvloed. Bij twijfel vraagt u de fabrikant van uw pacemaker of uw arts om raad.
Hou magnetiseerbare voorwerpen,
~
zoals kredietkaarten, diskettes, zakrekenmachines, uit de onmiddellijke omgeving van het ingeschakelde toe­stel. De werking ervan zou kunnen wor­den beïnvloed.
Het toestel wordt heet wanneer het
~
in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zo­dra de streepjes voor resterende warm­te zijn uitgegaan, is het gevaar om u te verbranden geweken.
Laat het toestel niet zonder toezicht
~
achter terwijl het in werking is! Miele is niet verantwoordelijk voor de schade die door het verwarmen van leeg kookgerei kan optreden aan de
-
glaskeramiek. Door oververhitting kunnen olie en vet in brand vliegen en kan vervolgens het toestel in brand vliegen.
-
Als heet vet of hete olie in brand
~
vliegt, probeer het vuur dan niet met water te blussen! Doe het vuur stikken, bijv. met een deken, een vochtige vaat doek of iets in die aard.
-
-
-
-
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bescherm uw handen telkens als u
~
met het hete toestel omgaat. Maak ge bruik van ovenwanten, pannenlappen of iets dergelijks. Zorg ervoor dat dit textiel niet nat of vochtig is. Anders wordt de warmte sterker overgedragen en kunt u zich verbranden.
Flambeer nooit gerechten onder een
~
dampkap. De ventilator zuigt de vlam men aan zodat de dampkap in brand kan vliegen.
Gebruik het toestel niet om er voor
~
werpen op neer te leggen. Leg vooral nooit messen, vorken, lepels enz. of andere metalen voorwerpen op het toestel. Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk inscha­kelt of als het nog warm is van een be­reiding, bestaat het risico dat metalen voorwerpen verhitten. U kunt zich eraan verbranden. Afhankelijk van het materiaal, kunnen voorwerpen die u op het toestel plaatst ook smelten of in brand vliegen. Natte deksels van kookgerei kunnen zich vastzuigen. Vergeet de kookzones na gebruik niet uit te schakelen!
Dek het toestel nooit af met een
~
doek of folie. Het kan zo heet zijn dat er brandgevaar is.
Gebruik geen kookgerei van kunst
~
stof of aluminiumfolie. Dat smelt bij ho gere temperaturen. Er is dan ook brandgevaar!
-
-
-
-
-
Verwarm geen gesloten recipiënten,
~
bijv. conservenblikjes, met dit toestel. Door de resulterende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes uiteenspatten. Er is dan risico op verbrandingen en ander lichamelijk letsel!
Gebruik alleen kookpotten en pan
~
nen met een effen bodem. Als u kookpotten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kunnen er krassen op de glaskeramiekplaat optreden.
Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij
~
de fabrikant van het kookgerei deze toepassing uitdrukkelijk toelaat. Door dat het kookvlak via de inductie heel snel heet wordt, kan de temperatuur ter hoogte van de bodem van het kookge­rei in een mum van tijd de zelfontbrandingstemperatuur van oliën of vetten bereiken.
Hou het kookvlak schoon. Zout, sui-
~
ker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken van groenten, kun­nen krassen veroorzaken.
Zet in geen geval hete kookpotten of
~
pannen op het bedieningsveld. De elektronische besturing die eronder zit, kan schade oplopen.
Vermijd dat er voorwerpen of kook
~
gerei op de glaskeramiekplaat vallen. Zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes kunnen barsten of spleten in de glaskeramiekplaat veroorzaken.
-
-
-
12
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als er suiker, eten met suiker, kunst
~
stof of aluminiumfolie op een warm kookvlak terechtkomt, moet u het toe stel uitschakelen. Verwijder deze stof fen onmiddellijk grondig met een glas krabber, terwijl de kookzone nog heet is. Als u zou wachten tot het toestel is afgekoeld, zou u het oppervlak bescha digen. Let op dat u zich niet verbrandt! Maak de kookzone verder schoon zo dra ze afgekoeld is.
Wees voorzichtig als u een stopcon
~
tact gebruikt dicht bij het toestel. De ka bel van een ander toestel mag niet met het hete toestel in aanraking komen. De isolatie van de kabel kan beschadigd raken. Er bestaat gevaar voor elek­trische schokken!
Uw toestel is uitgerust met een koel-
~
ventilator. Als er zich een lade bevindt onder het ingebouwde toestel, moet u ervoor zorgen dat er voldoende afstand is tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het toestel om zo een optimale ventilatie te verzekeren. U mag geen scherpe of kleine voor werpen zoals papier in deze lade be waren. Die kunnen via de ventilatiesple ten in de behuizing terechtkomen of erin worden gezogen. Op die manier kan de ventilator of de koeling bescha digd raken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Metalen voorwerpen die in een lade
~
onder het kookvlak worden bewaard, kunnen heet worden wanneer het toe stel lang en intensief wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat gerechten altijd vol
~
doende worden verwarmd. Kiemen die eventueel in de gerechten aanwezig zijn, worden alleen gedood als de tem peratuur waaraan ze worden blootge steld hoog genoeg is en die lang ge noeg wordt aangehouden.
Gebruik in geen geval twee pannen
~
­of kookpotten tegelijk op één kook- of
braadzone.
Als het toestel is ingebouwd achter
~
een meubeldeur, mag het alleen wor­den gebruikt wanneer de meubeldeur is geopend. De meubeldeur mag pas worden geslo­ten wanneer het toestel uitgeschakeld is en de streepjes voor resterende warmte verdwenen zijn.
Als het kookvlak boven een oven of
~
fornuis met pyrolysereiniging inge bouwd is, mag het tijdens de pyrolyse reiniging niet worden gebruikt. De be veiliging tegen oververhitting van het kookvlak zou in werking kunnen treden (zie gelijknamige rubriek).
-
-
-
-
-
-
-
-
Als er onder het toestel een lade is
~
aangebracht, mag u daarin geen ont vlambare vloeistof noch brandbare voorwerpen zoals bijv. spraybussen be waren. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte be stand is.
-
-
Miele is niet aansprakelijk voor scha de die ontstaan is doordat deze vei ligheidsrichtlijnen niet in acht wer den genomen.
-
-
-
-
13
Page 14
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
de firma Recupel,
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieu vriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw Miele-handelaar neemt de verpakking terug.
-
Het afdanken van het apparaat
telefoon 02 706 86 10,
-
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
-
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa­raat dan ook nooit met het gewone af­val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
-
-
of
14
Page 15
Vóór het eerste gebruik
Kleef het typeplaatje dat bij de docu mentatie bijgevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Type plaatje".
-
-
Eerste reiniging
Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
Voor het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over het toestel. Vervol gens wrijft u het droog.
Gebruik geen afwasmiddel bij het reinigen. Daardoor kunnen er blauw achtige verkleuringen op de glaskeramiekplaat ontstaan.
Toestel in gebruik nemen
Enkel bij kookvlakken met facetrand (geslepen glazen rand): De eerste dagen na de inbouw kan er een kleine spleet zichtbaar zijn tussen het kookvlak en het werkblad. Door het gebruik wordt die wel kleiner. Ondanks deze spleet blijft de elektrische veiligheid steeds gewaar borgd.
-
Wanneer het toestel voor het eerst wordt gebruikt, komt er een geur vrij en ontstaat er eventueel damp. Bij het vol
­gende gebruik is de geur al wat minder
merkbaar. Uiteindelijk verdwijnt ze hele­maal.
Die geur en de damp die eventueel ont­staat wijzen niet op een verkeerde aan­sluiting noch op een defect aan het toe­stel. Ze zijn niet schadelijk voor de ge­zondheid.
-
-
15
Page 16
Vóór het eerste gebruik
Sensortoetsen afstellen
Automatische afstelling
Om veilig te stellen dat de sensortoet sen altijd goed reageren, wordt de ge voeligheid van de sensoren:
na het aansluiten van het toestel en
na een onderbreking van de stroomtoevoer (bijvoorbeeld bij stroomuitval), opnieuw ingesteld. Tijdens de automatische instelling brandt het controlelampje van de vergrendelingsfunctie en kan het kookvlak niet worden ingeschakeld
– tijdens het gebruik voortdurend aan-
gepast aan de veranderende omge­ving (bijvoorbeeld de lichthoeveelheid).
Als de automatische afstelling niet succesvol kon worden uitgevoerd, ver­schijnt op de kookzonedisplays voor­aan links en vooraan rechts een A en achteraan links een F. Op het kookzo­nedisplay achteraan rechts en op het timer-/memory-display verschijnen cij fers.
Handmatige afstelling
Zorg er eerst voor dat er geen direct
^
licht (zonlicht of kunstlicht) op het
-
-
-
kookvlak valt. Bovendien mag de om geving van het kookvlak niet te don ker zijn en mogen de lichtomstandig heden niet wisselen.
Let erop dat heel het kookvlak en de
^
sensortoetsen niet bedekt zijn. Neem kookpannen weg en maak het kook vlak vrij van restjes.
Maak het kookvlak ca. 1 minuut lang
^
stroomloos.
Zodra u de stroom weer hebt ingescha­keld, wordt de reactiegevoeligheid van de sensortoetsen door de elektronische besturing opnieuw ingesteld.
Als het probleem zich daarna nog voor­doet, neem dan contact op met de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
-
In dit geval kunt u de afstelling hand matig uitvoeren.
16
-
Page 17
Inductie
Hoe werkt het?
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kookzone in schakelt, genereert deze spoel een magneetveld waardoor de bodem van het kookgerei heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van het kook gerei.
Een inductiekookzone reageert alleen op kookgerei met een magnetiseerbare bodem (zie rubriek "Kookgerei"). An dere kookpotten/pannen worden niet heet.
Bij inductie wordt automatisch rekening gehouden met de grootte van het ge­bruikte kookgerei. Het inductiesysteem werkt alleen op het gedeelte dat door de bodem van het kookgerei wordt be­dekt.
De kookzone functioneert niet,
– als u ze probeert in te schakelen ter-
wijl er geen kookgerei of ongeschikt kookgerei (kookgerei met een niet
-magnetiseerbare bodem) op de kookzone staat.
-
-
-
-
Als u binnen de 3 minuten geschikt kookgerei op de kookzone zet, ver dwijnt het symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
Wordt er geen kookgerei of ongeschikt kookgerei op de kookzone gezet, dan wordt de kookzone of het kookvlak na 3 minuten automatisch uitgeschakeld.
Gebruik het toestel niet om er mes sen, vorken, lepels enz. of andere metalen voorwerpen op neer te leg gen. Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel onverhoeds inscha kelt of als het nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat der­gelijke voorwerpen verhitten. U kunt zich eraan verbranden.
Vergeet de kookzones na gebruik niet uit te schakelen!
-
-
-
-
als de bodemdiameter van het ge bruikte kookgerei te klein is.
als u het kookgerei van een inge schakelde kookzone wegneemt.
In dat geval verschijnen op het display van de betreffende kookzone afwisse lend het symbool ß en een 0 of de inge stelde vermogensstand.
-
-
-
-
17
Page 18
Inductie
Geluiden
Bij gebruik van inductiekookzones kun nen in het kookgerei, afhankelijk van het materiaal en de uitvoering van de bodem, volgende geluiden ontstaan:
Op een hoge vermogensstand kan
het toestel een bromgeluid veroorza ken. Dit geluid neemt af of verdwijnt, wanneer een lagere vermogensstand wordt ingesteld.
Bij gebruik van kookgerei met een
bodem die uit verschillende materia len bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
– Er kan een fluitend geluid ontstaan
als de met elkaar verbonden kookzo­nes (zie rubriek "Boosterfunctie") te­gelijkertijd worden gebruikt en op de kookzones kookgerei staat met een bodem die uit verschillende materia­len bestaat (bijv. een sandwichbodem).
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het toestel voorzien van
­een ventilator. Als u het toestel intensief
gebruikt, wordt de ventilator ingescha keld en hoort u een zoemend geluid. Ook nadat u het toestel hebt uitgescha keld, kan de ventilator nog doorlopen.
-
-
-
-
Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronische schakelingen klikgeluiden optreden.
18
Page 19
Kookgerei
Kookgerei uit de volgende materialen is geschikt:
Roestvrij staal met magnetiseerbare
bodem
Geëmailleerd staal
Gietijzer
Kookgerei uit de volgende materialen is niet geschikt:
Roestvrij staal met niet-magnetisee
rbare bodem
– Aluminium, koper
– Glas-/keramiek, aardewerk
Als u niet zeker bent of een kookpot of pan geschikt is voor inductie, kunt u dit controleren door een magneet tegen de bodem te houden. Als de magneet zich vasthecht, is het kookgerei geschikt.
Hou ermee rekening dat de eigen­schappen van de bodem van het kook­gerei het bereidingsresultaat kunnen beïnvloeden.
-
Inductie
Plaats het kookgerei centraal op de kook- of braadzone. Als het niet centraal op de kook- of braadzone staat, kan de greep erg heet worden.
Tip om stroom te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo vermijdt u dat er no deloos warmte ontsnapt.
zonder deksel met deksel
-
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone moet u de grootte van het kookgerei zo kiezen dat het kookgerei tussen de binnenste en de buitenste markering van de kookzone past. Als het kookgerei kleiner is dan de binnen ste markering, kan de inductie eventu eel niet werken. De kookzone reageert dan alsof er geen kookgerei geplaatst is.
Hou ermee rekening dat bij kookpotten en pannen vaak de maximale of boven ste diameter wordt opgegeven. Wat telt, is echter de meestal kleinere dia meter van de bodem.
-
-
-
-
19
Page 20
Bediening
Sensortoetsen
Het bedieningsveld van uw keramische kookvlak is voorzien van elektronische sensortoetsen. Ze reageren op vinger contact. U kunt de kookzones bedienen door met uw vinger de juiste sensortoetsen aan te raken. Het kookvlak reageert daarop telkens met een geluidssignaal.
Bedien alleen de sensortoetsen die u nodig hebt. Druk daarbij van bo ven op het midden van de sensor toets. Hou het bedieningsveld altijd schoon en leg er geen voorwerpen op. Anders reageren de sensortoet sen niet of activeert u onbedoeld functies. Ook is het mogelijk dat het kookvlak dan automatisch wordt uit geschakeld (zie rubriek "Uitschakel beveiliging"). Zet nooit heet kookgerei op de sen sortoetsen. De elektronische bestu ring die eronder zit, kan daardoor schade oplopen.
-
-
-
-
-
-
-
Inschakelen
Schakel eerst het kookvlak in en daarna de gewenste kookzone.
­Laat het toestel tijdens de werking niet zonder toezicht achter.
Kookvlak inschakelen
Raak de aan-uitsensortoets s aan.
^
Op de displays van alle kookzones ver schijnt 0, op het timer-/memory-display verschijnt 00. Stelt u verder niets in, dan wordt het kookvlak om veiligheids redenen na enkele seconden weer uit­geschakeld.
Kookzone inschakelen
^ U schakelt een kookzone in door de
betreffende toets - of + aan te raken. Kies een vermogensstand tussen 1 en 12 of warmhoudstand.
Als u daarbij met - begint, kiest u koken met kookstartautomaat (zie rubriek "Kookstartautomaat"). Als u met + be gint, kiest u koken zonder kookstartau tomaat.
Wilt u nog een kookzone inschakelen, waarvan de 0 al uit het display is ver dwenen, raak dan eerst één keer kort ­of + aan. De 0 verschijnt en u kunt een vermogensstand kiezen, met of zonder kookstartautomaat.
-
-
-
-
-
20
Page 21
Bediening
Tabel met vermogensstanden
Vermogensstand*
Fabrieksinstel
ling
(12 vermogens
standen)
"Warmhouden" h h
Boter smelten Gelatine oplossen
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Rijst koken Groenten in blokken ontdooien
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of sauce hollandaise Rijstpap of havermoutpap maken Omelet of spiegelei zonder korst bakken Fruit blancheren
Diepvriesproducten ontdooien Groente of vis stoven Graan gaar koken
Grote hoeveelheden eten aan de kook brengen, bijv. een­pansgerechten Deegwaren gaar koken
Vis, schnitzel, worst, spiegeleieren behoedzaam laten braden of bakken (zonder dat het vet oververhit wordt)
Pannenkoeken, flensjes bakken 11 11 - 11.
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen Aankoken
1-2 1-2.
3 3-3.
4-5 4-5
6 5.-6.
7-8 7-8
9-10 8.-10.
12 12
Gewijzigde instel
-
-
ling**
(23 vermogens
standen)
-
-
* Deze gegevens zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale porties voor 4 personen. Als
u extra hoog kookgerei gebruikt, zonder deksel kookt of grotere hoeveelheden bereidt, moet een
hogere vermogensstand
worden ingesteld. Bereidt u kleinere hoeveelheden, stel dan een lagere vermogensstand in.
** Als u fijner afgestemde vermogensstanden wenst,
kunt u het aantal vermogensstanden vergroten (zie rubriek "Programmering"). Bij de tussenstanden verschijnt een punt achter het getal.
21
Page 22
Bediening
Aankookautomaat
Als de kookstartautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld. Daarna wordt naar de door u gekozen voortkookstand terug geschakeld. De duur van de kookstart hangt af van de ingestelde voortkook stand (zie tabel).
-
-
Voortkookstand* Kookstarttijd
(duur)
in minuten en se
conden (ca.)
1 0:15
1. 0:15
2 0:15
-
Wordt tijdens de kookstart het kookge rei van de kookzone gehaald, dan wordt de werking van de kookstartauto maat onderbroken. De functie wordt weer geactiveerd als u het kookgerei binnen de 3 minuten terugzet op de kookzone.
-
-
2. 0:15
3 0:25
3. 0:25
4 0:50
4. 0:50
5 0:50
5. 2:00
6 2:00
6. 2:00
7 5:50
7. 5:50
8 5:50
8. 2:50
9 2:50
9. 2:50
10 2:50
10. 2 : 50
22
11 2:50
11. 2 : 50
12 -
* De voortkookstanden met een punt
zijn alleen beschikbaar als u het aan tal vermogensstanden hebt uitge breid (zie rubriek "Programmering").
-
-
Page 23
Bediening
Kookstartautomaat activeren
Schakel de kookzone in met de sen
^
sortoets -. Raak - aan tot de ge wenste vermogensstand op het dis play verschijnt, bijv. 3:
Tijdens de kookstart branden 12 seg menten in de verlichte ring. Na het verstrijken van deze tijd branden er nog slechts even veel segmenten als voor de ingestelde voortkookstand.
Voorbeeld:
tijdens de kookstart:
tijdens de voortkooktijd:
-
-
-
-
Koken zonder kookstartautomaat
Schakel de kookzone in met de sen
^
sortoets +. Raak + aan tot de ge wenste vermogensstand op het dis play verschijnt, bijv. 4:
De vermogensstand wordt ook aange geven door het aantal segmenten in de verlichte ring, bijv. bij vermogen 4 door vier segmenten.
-
-
-
-
Gedurende de kookstart kunt u de voortkookstand met de toets + of - ver hogen of verlagen. De duur van de kookstart wordt dan overeenkomstig gewijzigd.
-
23
Page 24
Bediening
Boosterfunctie
De kookzones hebben een booster functie met één (I) of twee (II) standen (zie rubriek "Beschrijving van het toe stel").
Met de boosterfunctie kan een hoger vermogen worden geleverd om snel grote hoeveelheden te kunnen verwar men (bijv. grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Is boosterstand I ingesteld, dan werken de kookzones 10 minuten met een extra hoog vermogen. Als boosterstand II is ingesteld, werken de kookzones 15 minuten met een extra hoog vermo­gen.
Er kunnen maximaal twee boosterfuncties tegelijk worden ge­bruikt: u kunt tegelijkertijd die voor een kookzone links en die voor een kookzo­ne rechts gebruiken.
Als de boosterfunctie wordt ingescha­keld wanneer
er geen vermogensstand is inge steld, wordt na afloop van de boos tertijd of bij voortijdig uitschakelen automatisch naar vermogens stand 12 teruggeschakeld.
-
-
-
-
-
-
Om het vermogen voor de boosterfuncties te kunnen leveren, moet het systeem gedurende de boos tertijd aan een andere kookzone een deel van het vermogen onttrekken. Hiervoor zijn steeds twee kookzones met elkaar verbonden, zoals op de af beelding is aangegeven:
Als u een boosterfunctie inschakelt, ge beurt het volgende:
– een eventueel ingestelde kookstart-
automaat voor de met elkaar verbon­den kookzones wordt uitgeschakeld.
– bij de verbonden kookzone wordt
eventueel de vermogensstand ver­minderd.
– Bij het instellen van boosterstand II
wordt de verbonden kookzone uitge­schakeld.
-
-
-
er wel een vermogensstand is inge steld, wordt na afloop van de boos tertijd of bij voortijdig uitschakelen automatisch naar de eerder inge stelde vermogensstand terugge schakeld.
Neemt u tijdens de boostertijd het kook gerei weg, dan wordt de boosterfunctie onderbroken. De functie wordt weer ge activeerd als u het kookgerei binnen de 3 minuten terugzet op de kookzone.
24
-
-
-
-
-
-
Page 25
Bediening
Boosterstand I instellen
Schakel de gewenste kookzone in.
^
Raak de sensortoets B van de betref
^
fende kookzone aan.
Op het display van de kookzone ver schijnt I en het controlelampje voor de boosterfunctie gaat aan.
Boosterstand II instellen
Schakel de gewenste kookzone in.
^
Raak de sensortoets B van de betref
^
fende kookzone aan.
Op het display van de kookzone ver­schijnt I en het controlelampje voor de boosterfunctie gaat aan.
^ Raak nogmaals de sensortoets B van
de betreffende kookzone aan.
Op het display van de kookzone ver­schijnt II.
-
Boosterfunctie uitschakelen
U kunt de boosterfunctie voortijdig uit schakelen.
-
Raak de sensortoets B van de betref
^
fende kookzone zo vaak aan tot op het display het controlelampje voor de boosterfunctie uitgaat en een ver mogensstand wordt weergegeven. U kunt ook de sensortoets - van de be treffende kookzone aanraken.
-
-
-
-
-
25
Page 26
Bediening
"Warmhouden"
Alle kookzones zijn voorzien van een warmhoudfunctie. De functie "h" bevindt zich tussen de vermogensstanden "0" en "1".
Als de warmhoudstand is ingesteld, wordt de kookzone na maximaal 2 uren werking uitgeschakeld.
De warmhoudstand dient om ge rechten direct na de bereiding warm te houden, wanneer ze dus nog warm zijn. Deze is niet geschikt om koude gerechten op te warmen!
-
Tips
Hou gerechten uitsluitend in het kook gerei (kookpot/pan) warm. Dek het kookgerei af met een deksel.
Tijdens het warmhouden moeten de ge rechten niet worden omgeroerd.
Hou ermee rekening dat er voedings stoffen verloren gaan tijdens het berei den van voedingsmiddelen en dat dit proces wordt voortgezet tijdens het warmhouden. Hoe langer de voedings middelen worden warmgehouden, hoe meer voedingsstoffen er verloren gaan. Hou de warmhoudtijd zo kort mogelijk.
-
-
-
-
-
26
Page 27
Bediening
Uitschakelen / weergave van de resterende warmte
Kookzone uitschakelen
Raak tegelijk de sensortoetsen - en
^
+ van de betreffende kookzone aan.
Op het display van de kookzone wordt enkele seconden een 0 weergegeven. Is de kookzone nog heet, dan wordt daarna de resterende warmte weerge geven.
Kookvlak uitschakelen
^ Raak de aan-uittoets s/toets voor het
op nul zetten aan.
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. Op de displays van de kookzones die nog te heet zijn om aan te raken, wordt de resterende warmte via streepjes weergegeven.
-
De streepjes die de resterende warmte weergeven, verdwijnen één voor één naarmate de kookzones afkoelen. Het laatste streepje dooft pas zodra u de kookzones zonder enig risico kunt aan raken.
De streepjes voor resterende warm te worden ook weergegeven als heet kookgerei op een uitgescha kelde kookzone wordt geplaatst.
Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes voor de resterende warmte branden. Leg op de kookzo nes ook geen voorwerpen die geen hitte kunnen verdragen. Gevaar voor brandwonden en bran­d!
Hou er rekening mee dat de streep­jes voor resterende warmte bij een foutmelding niet branden, zelfs niet als de kookzones nog te heet zijn om aan te raken!
-
-
-
-
27
Page 28
Timer en memory-functie
Timer
U kunt de timer op twee manieren ge bruiken:
als kookwekker
voor het automatisch uitschakelen
van de kookzones.
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (01)en9 worden via een punt naast het cijfer weergegeven. Bij een tijd van meer dan 99 minuten (99), wordt de tijd in stappen van een half uur ingesteld.
Met de sensortoets - verlaagt u de tijd tot een waarde tussen 9.^ en 00. Met de sensortoets + verhoogt u de tijd tot een waarde tussen 00 en 9^. Bij 2 uur en 99 minuten worden het instellen stopgezet. Om het instellen verder te zetten, laat u de sensortoets even los en raakt u ze vervolgens opnieuw aan.
Bij alle functies verschijnt na afloop van de tijd gedurende enkele seconden 00 op het timer-/memory-display. Tegelijk klinkt er een geluidssignaal. Raak de sensortoets m aan als u het signaal voortijdig wilt uitzetten.
1
/2uur (9.^). De halve uren
-
Kookwekker instellen
U kunt de kookwekker gebruiken als het kookvlak is ingeschakeld, maar ook als het is uitgeschakeld.
Raak de sensortoets m, - of + aan.
^
Op het timer-/memory-display ver schijnt 00.
Raak de sensortoets - of + aan tot de
^
gewenste tijd wordt weergegeven, bijv. 15 minuten.
De ingestelde tijd wordt in stappen van een minuut afgeteld. U kunt de reste­rende tijd op het display aflezen en op elk moment veranderen met de toets ­of +.
Kookwekkertijd wissen
^
Raak tegelijk de sensortoetsen - en + aan.
-
28
Page 29
Timer en memory-functie
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen, waarna een door u gekozen kookzone automatisch moet worden uitgeschakeld. U kunt een kookzone alleen automatisch laten uit schakelen als u voor die kookzone een vermogensstand hebt ingesteld. De functie "automatisch uitschakelen" kan voor alle kookzones tegelijk worden ge programmeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegelaten ge bruiksduur, wordt de kookzone na af loop van de tijd van de uitschakelbe­veiliging (zie gelijknamige rubriek) uitgeschakeld.
^ Stel voor de betreffende kookzone,
bijv. achteraan rechts, op de ge­bruikelijke manier een vermogens­stand in.
^ Raak de sensortoets m aan tot het
controlelampje voor deze kookzone knippert.
-
-
-
aflezen en op elk moment veranderen met de toets - of +.
Als u ook een andere kookzone auto matisch wilt laten uitschakelen, gaat u te werk zoals reeds beschreven.
Als verschillende uitschakeltijden ge programmeerd zijn, wordt de kortste
­resterende tijd weergegeven. Het con trolelampje van de betreffende kookzo ne knippert. De andere controlelampjes branden continu. Wilt u de resterende tijden laten weergeven die op de ach tergrond aflopen, raak dan de sensor­toets m zo vaak aan totdat het ge­wenste controlelampje knippert.
-
-
-
-
-
Als verschillende kookzones ingescha keld zijn, verschijnen hun controlelamp jes in wijzerzin, te beginnen vanaf vooraan links.
^
Raak de sensortoets - of + aan tot de gewenste tijd wordt weergegeven, bijv. 15 minuten.
De ingestelde tijd wordt in stappen van een minuut afgeteld. U kunt de reste rende tijd op het timer-/memory-display
-
-
-
29
Page 30
Timer en memory-functie
Memory-functie
U kunt de instellingen van een kookzo ne (van het inschakelen tot het uitscha kelen) als memory-programma opslaan. U kunt maximaal 5 frequent gebruikte bereidingen opslaan. U kunt slechts één programma tegelijk opslaan of ge bruiken. U kunt voor alle kookzones memory-programma's opslaan. U kunt ook meerdere programma's voor één kookzone opslaan.
Gedefinieerde programma's worden met een punt achter het cijfer aange duid. Voorbeeld: P1 Er is geen programma gedefini­eerd P1. Er is een programma gedefinieerd
Als u een nieuwe bereiding wilt pro­grammeren, terwijl alle 5 geheugenplaatsen bezet zijn, moet u eerst een programma wissen.
-
-
-
Memory-programma opslaan
Kies een geheugenplaats (memory-programma) en bedien de
­kookzone zoals gebruikelijk.
De maximale registratieduur bedraagt 99 minuten met maximaal 10 wijzi gingen in de vermogensstand.
Schakel het kookvlak in.
^
Raak de sensortoets M aan.
^
P1verschijnt op het timer-/memory-display.
Raak de sensortoets + aan tot het ge
^
wenste programmanummer wordt weergegeven.
^ Raak de sensortoets M aan tot u een
lang geluidssignaal hoort.
^ Schakel de gewenste kookzone bin-
nen de 10 seconden in.
De registratie begint.
Tijdens de registratie knippert op het timer-/memory-display het controle lampje van de gekozen kookzone en het programmanummer brandt.
-
-
-
30
De gegevens worden automatisch op geslagen bij het uitschakelen van de kookzone of als u de toets M aanraakt totdat er een lang signaal klinkt. Na het opslaan wordt het programmaverloop weergegeven.
Op het display worden alle tijden op hele minuten afgerond. Bij gebruik wordt de bereiding op de seconde nauwkeurig uitgevoerd.
-
Page 31
Timer en memory-functie
Memory-programma gebruiken
Als u bij een memory-programma het zelfde resultaat wilt bereiken als tijdens de registratie, moet u hetzelfde kookge rei gebruiken. Ook de hoeveelheid en de afmetingen van het gerecht moeten gelijk zijn.
Schakel het kookvlak in.
^
Raak de sensortoets M aan.
^
P1verschijnt op het timer-/memory-display.
Raak de sensortoets + aan totdat het
^
gewenste programmanummer ver­schijnt.
^ Raak de sensortoets M aan tot u een
lang geluidssignaal hoort.
De toegewezen kookzone wordt inge­schakeld en na afloop van het pro­gramma uitgeschakeld. Tijdens het pro­grammaverloop knippert op het timer-/memory-display het controle­lampje van de kookzone. Het program­manummer wordt afwisselend met de resterende tijd weergegeven.
-
Memory-programma controleren
Schakel het kookvlak in.
^
Raak de sensortoets M aan.
^
-
Raak de sensortoets + aan totdat het
^
gewenste programmanummer ver schijnt.
Op het betreffende kookzonedisplay verschijnt de ingestelde vermogens stand. Op het timer-/memory-display knippert het controlelampje van de toe gewezen kookzone en verschijnt de tijd die bij die vermogensstand hoort. Op het display worden de tijden op hele minuten afgerond. Bij gebruik wordt de bereiding op de seconde nauwkeurig uitgevoerd.
Memory-programma wissen
^ Schakel het kookvlak in.
^ Raak de sensortoets M aan.
^ Raak de sensortoets - of + aan tot het
gewenste programmanummer wordt weergegeven.
Raak tegelijk de sensortoetsen - en + aan. Druk zo lang op de sensortoetsen tot u een lang geluidssignaal hoort en de punt achter het cijfer verdwijnt.
-
-
-
31
Page 32
Timer en memory-functie
Combinatiegebruik
U wilt ook de kookwekker gebruiken: Raak de sensortoets m zo vaak aan totdat de controlelampjes van de ge programmeerde kookzones continu branden en op het timer-/memory-display 00 verschijnt.
U wilt ook een of meer uitschakeltijden programmeren: Raak de sensortoets m zo vaak aan totdat het controlelampje van de ge wenste kookzone begint te knipperen.
U wilt ook de memory-functie ge bruiken: Ga te werk zoals beschreven in de ru­briek "Memory-functie".
Kort na het invoeren van de laatste waarde schakelt het timer-/memory-display naar de functie met de kortste resterende tijd. Uitzon­dering: Bij het registreren van een memory-programma lopen alle inge­voerde tijden (kookwekker, automa­tische uitschakeling) op de achtergrond af. In het display verschijnt alleen kort 00 als de tijden volledig zijn afgelopen.
-
-
-
U kunt functies en resterende tijden la ten weergeven die op de achtergrond aflopen. Raak de sensortoets m zo vaak aan totdat
- het gewenste controlelampje knippert
(memory-functie of automatisch uitschakelen).
- de controlelampjes constant branden
(kookwekker).
Uitgaande van de kortste resterende tijd worden nu met de wijzers van de klok mee alle ingeschakelde kookzones en de kookwekker geselecteerd (behal ve bij het registreren van een memory-programma).
-
-
32
Page 33
Vergrendeling / inschakelblokkering
Om te vermijden dat iemand het kook vlak en de kookzones per vergissing in schakelt of instellingen wijzigt, is uw toestel uitgerust met een vergrendeling (inschakelblokkering).
De vergrendeling kan worden geacti veerd als het kookvlak is ingeschakeld. Als de vergrendeling geactiveerd is, kan het kookvlak alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kook
zones en de instellingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
– De kookzones en het kookvlak kun-
nen wel worden uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden ingescha­keld.
De inschakelblokkering kan worden geactiveerd als het kookvlak is uitge­schakeld. Als de inschakelblokkering geactiveerd is, kan het toestel niet wor den ingeschakeld en kan de timer niet worden bediend.
Veiligheidsvoorzieningen
Hou ermee rekening dat de vergren
-
-
deling en de inschakelblokkering worden gedeactiveerd bij een
­stroomonderbreking.
Activeren
Raak de sensortoets $ zo lang aan
^
tot het bijhorende controlelampje aangaat.
Kort daarna gaat het controlelampje uit.
­U kunt de instelling voor de vergrende-
ling wijzigen van activering met één vin­ger in activering met drie vingers (zie rubriek "Programmering"). Kinderen kunnen dan minder gemakkelijk func­ties activeren.
Deactiveren
^ Raak de sensortoets $ aan tot het
controlelampje uitgaat.
-
-
Het toestel is zo geprogrammeerd dat de inschakelblokkering handmatig moet worden geactiveerd. In de programmeermodus kunt u instel len dat de inschakelblokkering 5 minu ten na het uitschakelen van het kook vlak automatisch wordt geactiveerd als het toestel niet handmatig wordt ver grendeld (zie rubriek "Programmering").
Als de vergrendeling of de bedieningsvergrendeling geactiveerd is, verschijnt het controlelampje wan neer u een sensortoets aanraakt.
-
-
-
-
-
33
Page 34
Veiligheidsvoorzieningen
Stop and Go
Uw toestel is uitgerust met een functie die bij het activeren ervan de vermo gensstand van al de ingeschakelde kookzones beperkt tot stand 1. Bij het deactiveren werken de kookzones ver der op de vermogensstand die u het laatst hebt ingesteld. Als de functie niet wordt gedeactiveerd, wordt het kookvlak na 1 uur uitgescha keld.
Als u deze functie wilt gebruiken, wijzigt u de fabrieksinstelling (zie rubriek "Pro grammering"). Dit hoeft u slechts één keer te doen.
Bij activering van "Stop and Go"
- wordt de afloop van een ingestelde tijd voor "automatisch uitschakelen" onderbroken. Zodra u deze functie deactiveert, loopt de tijd verder.
- loopt de kookwekker zonder onderbreking verder.
- wordt de registratie van een memory-programma geannuleerd.
-
-
-
Activeren
Raak de sensortoets $ zo lang aan
^
tot u twee kort op elkaar volgende geluidssignalen hoort. Let op dat u de sensortoets $ niet te lang aanraakt, anders activeert u de vergrendeling.
Het controlelampje van de vergrende lingsfunctie begint te knipperen. De vermogensstanden van de ingescha kelde kookzones worden tot vermo gensstand 1 beperkt. Op de betreffen de kookzonedisplays verschijnt een 1.
-
Deactiveren
^ Raak de sensortoets $ aan tot het
controlelampje uitgaat.
De kookzones werken nu op de vermo­gensstand die u het laatst hebt inge­steld.
-
-
-
-
34
Page 35
Veiligheidsvoorzieningen
Uitschakelbeveiliging
Uw kookvlak is uitgerust met een uit schakelbeveiliging.
Als een kookzone te lang aanstaat
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie tabel) op dezelfde vermogensstand in werking, dan wordt die kookzone auto matisch uitgeschakeld. De streepjes voor de resterende warmte worden weergegeven.
Wenst u de kookzone opnieuw te ge bruiken, schakel ze dan op de ge bruikelijke manier weer in.
Vermogensstand* Maximale
gebruiksduur in uur
h2
1/1. 10
2/2. 5
3/3. 5
4/4. 4
5/5. 4
64
6. 3
7/7. 3
8/8. 3
9/9. 2
10/10. 2
11/11. 2
12 1
* De vermogensstanden met een punt
zijn alleen beschikbaar als u het aan tal vermogensstanden hebt vergroot (zie rubriek "Programmering").
-
-
-
Als er iets op de sensortoetsen ligt
Het kookvlak wordt automatisch uitge schakeld als een of meer sensortoetsen langer dan 10 seconden bedekt zijn, bijvoorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of als er voor werpen op liggen. Tegelijk hoort u om de 30 seconden
­een geluidssignaal (gedurende maxi
maal 10 minuten) en knippert in de dis plays van de bedekte sensortoetsen een F:
^ Reinig het bedieningsveld of verwij-
der de voorwerpen.
Het geluidssignaal gaat uit en de F ver­dwijnt uit het display.
^ Schakel het kookvlak met de
aan-uitsensortoets s weer in. U kunt het toestel nu weer zoals gewoonlijk gebruiken.
-
-
-
-
-
35
Page 36
Veiligheidsvoorzieningen
Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en het koellichaam van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen of het koellichaam oververhit raken, zorgt de oververhit tingsbeveiliging bij de betreffende kookzone of het hele kookvlak voor een van de volgende reacties:
Als de boosterfunctie ingeschakeld
is, wordt die afgebroken.
Als een vermogensstand tussen 10
en 12 ingesteld is, wordt het vermin derd. De ingestelde en de verminderde vermogensstand knip­peren afwisselend. De verminderde vermogensstand wordt ook door het aantal segmenten in de verlichte ring weergeven.
– Als een inductiespoel oververhit is,
wordt de kookzone in kwestie auto­matisch uitgeschakeld. Op het dis­play van die kookzone wordt eerst een 0 weergegeven en dan de weergave van de resterende warmte.
-
-
er leeg kookgerei wordt verwarmd.
er vet of olie op een hoge vermo
gensstand wordt verwarmd.
de onderzijde van het toestel onvol
doende wordt geventileerd.
Als na het verhelpen van de oorzaken de oververhittingsbeveiliging opnieuw reageert, dient u de Technische Dienst van Miele te verwittigen.
-
-
Zodra de kookzone voldoende is afge koeld, kunt u die gewoon weer in ge bruik nemen.
Als een koellichaam oververhit is, worden alle kookzones automatisch uitgeschakeld en knippert op de dis plays afwisselend een 0 en de inge stelde vermogensstand.
Zodra het koellichaam voldoende afge koeld is, werken de kookzones automa tisch verder op de oorspronkelijk inge stelde vermogensstand.
De oververhittingsbeveiliging reageert, wanneer
36
-
-
-
-
-
-
-
Page 37
Gebruik in geen geval een
,
stoomreiniger om het toestel te reini gen. De stoom kan op stroomvoerende onderdelen terecht komen en een kortsluiting veroorza ken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoelen. Wrijf het toestel na elke vochtige reini ging droog. Zo voorkomt u kalkafzet ting.
Reiniging en onderhoud
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid
-
delen niet worden gebruikt om de op pervlakken te reinigen:
-
-
-
-
reinigingsmiddelen die soda, alkali,
ammoniak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
vlek- en roestverwijderaars,
schurende reinigingsproducten, zo
als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– reinigingsmiddelen voor de afwasau-
tomaat,
– grill- en ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde borstels en spons-
jes (bijv. schuursponsjes), of ge­bruikte sponsjes die nog resten van een schuurmiddel bevatten,
-
-
-
scherpe voorwerpen (om te vermijden dat de dichtingen tussen de randlijst en het werkblad beschadigd raken).
37
Page 38
Reiniging en onderhoud
Glaskeramiek
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aangekoekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met speciaal reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebe horen"). Gebruik daartoe wat keukenrolpapier of een schone doek. Breng het reinigingsmiddel niet op een warm kookveld aan. Hierdoor kunnen er vlekken ontstaan. Hou rekening met de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Vervolgens gaat u met een vochtige doek over het kookvlak. Tot slot wrijft u het kookvlak droog. Zorg ervoor dat u alle reinigingsmiddelresten verwijdert. Bij volgende bereidingen zouden even­tuele resten zich inbranden en de glas­keramiek beschadigen.
Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten (metaalachtig glinsterende vlekken) kunt u met het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen.
Is er suiker, kunststof of aluminium folie op het hete kookvlak terechtgeko men? Schakel het toestel uit. Verwijder
-
de resten dadelijk grondig met een glaskrabber zolang de zone nog heet is. Let op dat u zich niet verbrandt! Maak de kookzones verder schoon zo dra ze afgekoeld zijn, zoals eerder be schreven.
-
-
-
-
38
Page 39
Programmering
U kunt de programmering van uw toe stel wijzigen (zie tabel).
Zo gaat u te werk:
Het kookvlak moet uitgeschakeld zijn.
^
Raak vervolgens tegelijk de aan-uitsensortoets van het kookvlak s en de vergrendelingstoets $ aan tot het controlelampje van de ver grendelingsfunctie begint te knippe ren.
Op het kookzonedisplay verschijnen een P (programma) en een S (status) met telkens een getal erbij. Hiermee wordt de huidige instelling van de pro­grammering weergegeven.
^ Door de sensortoets + of - van de
kookzone vooraan links aan te ra­ken, stelt u eerst het gewenste pro- gramma in. Door daarna de sensor­toets + of - van de kookzone vooraan rechts aan te raken, stelt u de ge­wenste status in (zie tabel). Zo kunt u verschillende programma's na el­kaar wijzigen.
-
Om de nieuwe instellingen op te slaan,
-
raakt u de aan-uitsensortoets s van het kookvlak aan tot de weergaven ver dwijnen. Als u de wijzigingen niet wenst op te slaan, raakt u de vergrendelingstoets $ aan tot de weergaven verdwijnen.
-
-
39
Page 40
Programmering
Programma* Status** Instelling
P0Demonstratiestand en fa
brieksinstellingen
P1Stop and Go S0 Uit
P2Aantal vermogensstanden S0 12 vermogensstanden
P3Geluidssignaal als er geen
kookgerei of ongeschikt kookgerei is geplaatst
P4Geluidssignaal bij het aan
raken van de sensortoet sen
S 0 Demonstratiestand aan
-
S1 Demonstratiestand uit
S 9 Terug naar de
fabrieksinstellingen
S 1 Aan
(1, 2, 3 ... tot 12)
S 1 23 vermogensstanden
(1, 1., 2, 2., 3 ... tot 12) Let op! De kookstartfunctie is nu te her­kennen aan een A die afwisselend met de voortkookstand verschijnt.
S 0 Uit
S 1 Zacht
S2 Gemiddeld
S 3 Luid
-
S 0 Uit
­S 1 Zacht
S2 Gemiddeld
S 3 Luid
P5Geluidssignaal van de ti
mer
* Programma's/statussen die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn telkens vet gedrukt.
40
-
S 0 Uit
S 1 Zacht, 10 seconden aan
S2 Gemiddeld, 10 seconden aan
S 3 Luid, 10 seconden aan
Page 41
Programma* Status** Instelling
Programmering
P6 Controlelampje van de
vergrendelingsfunctie
P7 BedieningsvergrendelingS0 Handmatige activering van de
P8 Kookstartautomaat S 0 Uit
P10 Miele|home
(alleen bij toestellen met communicatiemogelijkhe den die achteraf zijn uit­gerust met een commu­nicatiemodule)
* Programma's die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn telkens vet gedrukt.
S0 1-vinger-activering door $ aan te
raken
S 1 3-vinger-activering door $ en +
van de twee kookzones rechts aan te raken
bedieningsvergrendeling
S 1 Automatische activering van de
bedieningsvergrendeling
S1 Aan
S0 Niet aanwezig
S 1 Afgemeld
S 2 Aangemeld
§ Aan- of afmelding in voortgang
(roterend licht)
41
Page 42
Wat gedaan als ...
Reparaties aan elektrische ap
,
paraten mogen alleen door vakmen sen worden uitgevoerd. Door ondes kundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risi co's voor de gebruiker ontstaan.
Wat gedaan als ...
... u het kookvlak of de kookzones niet kunt inschakelen?
Controleer of
– het kookgerei geschikt is.
– de vergrendeling niet ingeschakeld
is. Om die uit te schakelen, leest u het best de rubriek "Vergrendeling".
– de zekering op uw elektrische instal-
latie gesprongen is.
Als u het probleem hiermee niet kan verhelpen, maak het toestel dan ca. 1 minuut lang stroomloos. Daartoe
schakelt u de schakelaar van de be treffende zekering uit of draait u de betreffende smeltzekering volledig uit of
schakelt u de aardlekschakelaar (verliesstroomschakelaar) uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het toestel dan nog niet in gebruik ne men, neem dan contact op met een elektricien of met de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
-
... er de eerste keren dat u het kook vlak gebruikt geur en damp vrijko men?
­De geur en damp die eventueel ont
staan wijzen niet op een verkeerde aan sluiting noch op een defect aan het toe stel. Ze zijn niet schadelijk voor de ge zondheid.
... u het kookvlak kunt inschakelen en instellingen kunt wijzigen, maar de kookzones niet heet worden?
Controleer of het toestel zich niet in de demonstratiestand bevindt. Zie rubriek "Programmering".
... op het display van een kookzone een ß verschijnt?
Controleer of
– een lege kookzone per ongeluk is in-
geschakeld.
het geplaatste kookgerei geschikt is
-
voor inductie en groot genoeg is (zie rubriek "Kookgerei").
... een enkele kookzone of het volle dige kookvlak tijdens het gebruik au tomatisch wordt uitgeschakeld?
De uitschakelbeveiliging of de overver hittingsbeveiliging is geactiveerd (zie rubriek "Uitschakelbeveiliging ", "Over verhittingsbeveiliging").
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
42
Page 43
Wat gedaan als ...
... een van de volgende storingen op treedt:
De boosterfunctie wordt automatisch
te vroeg uitgeschakeld.
Op het kookzonedisplay knippert af
wisselend de ingestelde vermogens stand 10, 11 of 12 en een lagere ver mogensstand. De lagere vermogens stand wordt door het aantal seg menten in de verlichte ring weergeven.
De oververhittingsbeveiliging is geacti veerd zie rubriek "Oververhittingsbevei liging").
... de inhoud van het kookgerei niet begint te koken, hoewel u de kook­startautomaat hebt ingeschakeld?
Dat kan te wijten zijn aan het feit dat
– er grote hoeveelheden worden verhit.
– het kookgerei de warmte slecht ge-
leidt.
-
-
-
-
... op het timerdisplay getallen en in
­de kookzonedisplays A, F en getallen branden wanneer het kookvlak uitge schakeld is?
De gevoeligheid van de sensortoetsen is ontregeld en kon niet automatisch
­worden afgesteld. De afstelling moet
handmatig worden uitgevoerd (zie ru
­briek "Sensortoetsen afstellen").
Als het probleem zich daarna nog voor doet, neem dan contact op met de Technische Dienst van Miele.
-
... op het display van de linkerkookzones F, op het display van de rechter zones E en op het timerdisplay cijfers verschijnen?
Maak het kookvlak ca. 1 minuut lang stroomloos.
Als het probleem na het opnieuw in­schakelen van de stroom nog niet ver­holpen is, doe dan een beroep op de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
Kies de volgende keer een hogere voortkookstand of stel eerst de hoogste vermogensstand in en schakel daarna handmatig terug naar een lagere stand.
... de koelventilator na het uitscha kelen blijft draaien?
Dit is geen storing! De ventilator blijft draaien tot het toestel afgekoeld is, en schakelt dan automatisch uit.
-
43
Page 44
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
De toestellen van Miele zijn ontwikkeld om de best mogelijke resultaten te bieden en gebruikers zo lang mogelijk optimaal tevreden te stellen. Hiertoe moet alles perfect op elkaar afge stemd zijn. Daarom heeft Miele een breed assortiment aan toebehoren samengesteld dat optimaal geschikt is voor onze toestellen. De onderhoudsproducten zijn bijvoorbeeld speciaal ontwik keld voor de betreffende toestellen.
-
-
U kunt deze producten en een grote verscheidenheid aan an dere producten via het internet bestellen:
U kunt ze ook verkrijgen via de Technische Dienst van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Kook-/braadgerei
Pannen in verschillende formaten
Sauteerpan met deksel
Pan met een antiaanbaklaag
Wokpan
Braadpan
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
-
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en aluminiumresten (metaalachtig glinsterende vlekken).
Microvezeldoek voor universeel gebruik
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
44
Page 45
Miele|home-systeem
Toestellen met communicatiemogelijkheden gebruiken voor de communicatie met de Miele|home-displaytoestellen (bijv. SuperVision-huishoudtoestel, InfoControl-toestel) het eigen elektriciteitsnet van 230 volt als dataleiding (Powerline-techniek). Zo kunt u op elk moment informatie over uw huishoudtoestel opvragen via het displaytoestel (bijv. sta tus, foutmeldingen enz.).
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
-
XKM 2100 KM
InfoControl
Het Miele|home-systeem stelt u bovendien in staat een ver binding tot stand te brengen tussen bepaalde wasemkappen en kookvlakken (Con{ctivity). De wasemkap reageert dan automatisch op de instellingen van het kookvlak en de vermogensstand en de verlichting worden automatisch geregeld.
Om van deze mogelijkheden te kunnen gebruikmaken moet u uw toestel laten uitrusten met een communicatiemodule.
Meer informatie over het Miele|home-systeem vindt u op onze website: www.miele.be.
Communicatiemodule (incl. toebehoren voor het inbouwen)
Displaytoestel met een basisstation en een mobiel onderdeel
-
45
Page 46
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Zorg ervoor dat de aansluitkabel Dit toestel mag u enkel door een erkend
- vakman laten inbouwen
- installateur die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen laten aan sluiten.
~
van het kookvlak na de inbouw niet in aanraking komt met de bodemplaat en ook niet mechanisch belast wordt.
Neem de veiligheidsafstanden op
~
­de volgende bladzijden strikt in acht.
Om schade aan het toestel te ver mijden, mag u het pas inbouwen na dat de wandkasten en de dampkap gemonteerd zijn.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hitte­bestendig zijn.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Het kookvlak mag niet worden inge
~
bouwd boven koeltoestellen, afwasau tomaten, wasautomaten en droogauto maten.
Dit kookvlak mag niet boven een
~
oven of fornuis zonder ventilator wor den ingebouwd die voor de koeling van het betreffende toestel dient.
-
-
-
-
-
-
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
-
46
Page 47
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand boven het toestel
Hou tussen het toestel en een wasem kap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de wasemkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de wasem­kap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand min­stens 760 mm te bedragen.
Bij inbouw van verschillende toestellen (bijv. een wokbrander en een elektrisch kookvlak) naast elkaar onder een wa semkap, neemt u de grootste afstand die vermeld is in de gebruiksaanwijzing en montagehandleiding.
-
-
47
Page 48
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand naast en achter het toestel
Bij inbouw van een kookvlak mogen er zich aan een van de zijkanten en aan de achterzijde kasten of wanden van gelijk welke hoogte bevinden. Aan de andere zijkant mag er evenwel geen toestel of meubel hoger zijn dan het kookvlak. Zie afbeeldingen.
Niet toegestaan!
Neem minstens volgende afstanden in acht:
50 mm rechts of links van de uitspa
ring in het werkblad tot een meubel ernaast, bijv. een kolomkast.
– 50 mm van de uitsparing in het werk-
blad tot de achterzijde.
-
48
Zeker aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Page 49
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand onder het toestel
Om een optimale ventilatie van het toe stel te verzekeren dient tussen de on derkant van het toestel en een oven, tussenbodem of een lade een minimale veiligheidsafstand in acht te worden genomen.
De minimale veiligheidsafstand tussen de onderkant van het kookvlak en
de bovenkant van een oven moet
15 mm bedragen.
de bovenkant van een tussenbodem
moet 15 mm bedragen. Achteraan moet er een luchtspleet van 10 mm zijn om het netsnoer te kunnen doorlaten.
– de bodem van een lade moet 75 mm
bedragen.
-
-
49
Page 50
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be dragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm 50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder randlijst Kookvlakken met
randlijst/facetrand
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
50
Page 51
Inbouwafmetingen
KM 5993
Kookplaten met randlijst/facetrand
514
930
8
44
b
ß
R4
0
50
1
+
500
+
1
-
-
916
a
e
49 (54)
30
0
80
a
c
53
b
44
48
56
148
132
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte aansluitsnoer
d Aansluitsnoer, L = 1440 mm
e Aansluiting voor Miele|home
(Inbouwhoogte met aansluitsnoer Miele|home = 54 mm)
80
50,5
d
51
Page 52
Kookplaten met randlijst/facetrand
Inbouw
Het werkblad voorbereiden
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Veiligheidsinstructies voor het in bouwen") in acht.
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak, siliconenrubber of giethars om op zwellen door vocht te verhinderen.
Zorg ervoor dat deze materialen niet in contact komen met het oppervlak van het werkblad.
Voor de inbouw van het toestel zijn geen klemveren vereist. De speciale afdichttape zorgt ervoor dat het kook­vlak stevig in de uitsparing ligt en niet verschuift. De spleet tussen de rand en het werkblad zal na verloop van tijd kleiner worden.
Het kookvlak plaatsen
Leid de aansluitkabel van het kook
^
vlak door de uitsparing in het werk blad naar beneden.
Plaats het kookvlak centraal in de uit
^
-
-
sparing. Let erop dat de dichting van het kookvlak op het werkblad rust. Enkel dan bent u zeker dat de in bouw langs alle zijden goed dicht is. Het kookvlak mag in geen geval met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht!
Wordt bij het inbouwen geconsta teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeer­zaag worden nabewerkt.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
-
-
-
-
-
52
Page 53
Kookplaten met randlijst/facetrand
Algemene inbouwaanwijzingen
Gebruik, tenzij dat uitdrukkelijk zo op­gegeven wordt, geen dichtingskit voor voegen. De dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toe­stel zorgt reeds voor voldoende afdich­ting met het werkblad.
Er mag in geen geval dichtingskit te­recht komen tussen enerzijds de omranding van het bovenste deel van het toestel en anderzijds het werkblad! Anders wordt het moeilijker om het toestel bij onderhouds- en reparatiewerken te demonteren. De omranding en het werkblad kunnen dan schade oplopen.
Betegeld werkblad
De voegen a en het aangeduide deel onder het draagvlak van het toestel moeten vlak en effen zijn, zodat het frame er gelijkmatig op ligt en de dich­tingsstrook onder de rand van het bo­venste deel van het toestel voldoende afdichting ten opzichte van het werk­blad garandeert.
53
Page 54
Kookvlakken zonder randlijst
Inbouwafmetingen
KM 5987
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte aansluitsnoer
d Getrapte freesrand voor natuurste
nen werkbladen
e Aansluitsnoer, L = 1440 mm
54
Afmetingen voor de uitsparing in het natuurstenen werkblad. Hou absoluut rekening met de detailtekeningen!
-
Page 55
KM 5997
Kookvlakken zonder randlijst
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte aansluitsnoer
d Getrapte freesrand voor natuurste
nen werkbladen
e Aansluitsnoer, L = 1440 mm
f Aansluiting voor Miele|home
(Inbouwhoogte met aansluitsnoer Miele|home = 61 mm)
Afmetingen voor de uitsparing in het
-
natuurstenen werkblad. Hou absoluut rekening met de detailtekeningen!
55
Page 56
Kookvlakken zonder randlijst
Inbouw
Een kookvlak zonder rand voor vlak ke inbouw is enkel geschikt voor in bouw in natuursteen (graniet, mar mer), massief hout en betegelde werkbladen. Bij werkbladen van andere materia len vraagt u de fabrikant of het werk blad geschikt is voor vlakke inbouw van een kookvlak zonder rand.
Voor de inbouw is een onderkast van 1000 mm breedte vereist, zodat het kookvalk na de inbouw vrij toe gankelijk is langs onderen en de on­derkast kan worden weggenomen voor onderhoudsdoeleinden. Als het kookvlak niet vrij toegankelijk is langs onderen, moet het voeg­dichtingsmiddel worden verwijderd om het kookvlak te kunnen verwij­deren voor onderhoudsdoeleinden.
Het kookvlak wordt
rechtstreeks in een correct
-
-
-
-
-
-
uitgefreesd werkblad uit natuursteen geplaatst.
in de uitsparing in massief houten /
betegelde werkbladen met houten lijsten bevestigd. Deze latten worden niet bij het toestel meegeleverd.
56
Page 57
Kookvlakken zonder randlijst
De uitsparing in het werkblad aan brengen en het kookvlak plaatsen
Werkblad uit natuursteen
e Werkblad
f Kookvlak
g Voegbreedte
-
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de afbeeldingen.
Leid de aansluitkabel van het kook
^
vlak door de uitsparing naar bene den.
Plaats het kookvlak f in de uitspa
^
ring en centreer het.
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
Dicht de resterende voeg g af met
^
een temperatuurbestendige (min stens 160 °C) siliconenkit voor het dichten van voegen.
Gebruik uitsluitend een siliconenkit voor het dichten van voegen die ge­schikt is voor natuursteen en volg de instructies van de fabrikant van de kit.
-
-
-
-
Voor de glaskeramiekplaat en de uit sparing in het werkblad geldt een ze kere maattolerantie, zodat de voeg breedte g kan variëren (min. 1 mm).
-
-
-
57
Page 58
Kookvlakken zonder randlijst
Werkblad uit massief hout / betegeld werkblad
a Houten lijsten 7.5 mm
(niet bijgeleverd)
e Werkblad
f Kookvlak
g Voegbreedte
Voor de glaskeramiekplaat en de uit­sparing in het werkblad geldt een ze kere maattolerantie, zodat de voeg breedte g kan variëren (min. 1 mm).
-
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de afbeeldingen.
Bevestig de houten lijsten a 7mm
^
onder de bovenkant van het werk blad (zie afbeelding).
Leid de aansluitkabel van het kook
^
vlak door de uitsparing naar bene den.
Plaats het kookvlak f in de uitspa
^
ring en centreer het.
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
^ Dicht de resterende voeg g af met
een temperatuurbestendige (min­stens 160 °C) siliconenkit voor het dichten van voegen.
Hou rekening met de opmerkingen van de fabrikant van de siliconenkit voor het dichten van voegen.
Gebruik bij tegels uit natuursteen uitsluitend een siliconenkit voor het
­dichten van voegen die geschikt is
voor natuursteen.
-
-
-
-
58
Page 59
Het toestel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw worden aange sloten. Hij of zij kent de voorschriften die van toepassing zijn en houdt zich daar strikt aan. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van een ondes kundig uitgevoerde installatie of on deskundig uitgevoerde onderhouds werken of herstellingen.
-
-
Elektrische aansluiting
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
-
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moeten overeenstem men met de gegevens van het elektrici teitsnet.
­Elektrische aansluiting: AC 230V/50
Hz
-
-
Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding on­derbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaar­borgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aange­raakt.
-
Zie het aansluitschema voor de aan sluitmogelijkheden.
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garande­ren, wordt in de EU-voorschriften en richtlijnen voor België geadviseerd de elektrische installatie van een verlies­stroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
Voor Oostenrijk
Vanwege elektronische onderdelen kan bij defecten een lekstroom worden ver oorzaakt met een gelijkstroomaandeel van meer dan 6 mA of van meer dan 20 % van het totale stroomverlies. Daar om moet de installatie in elk geval voor zien zijn van gelijkstroomgevoelige verliesstroomschakelaars.
-
-
-
-
59
Page 60
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.Decon tactopening in uitgeschakelde toe stand moet ten minste 3mmbedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en verliesstroomscha kelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van het elektriciteitsnet dient te worden los gekoppeld, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen:
Neem de inzetstukken helemaal uit de schroefkappen.
Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de middelste knop (zwart) uit­springt. of:
Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min. type B of C): Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit). of:
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar) Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) of druk op de testtoets.
-
-
of:
Aansluitkabel
Het toestel moet overeenkomstig het aansluitschema worden aangesloten door middel van een aansluitkabel van
-
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) die een geschikte diameter heeft.
Zie het aansluitschema voor de aan sluitmogelijkheden.
De toegestane aansluitspanning en bij behorende waarden voor uw toestel vindt u op het typeplaatje.
-
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij Miele of via de Service After Sales. De aansluitkabel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw worden vervangen. Hij of zij is op de hoogte van de nationale voorschriften en de voorschriften van de plaatselijke elektri citeitsmaatschappij, en hij of zij neemt ze zorgvuldig in acht.
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje.
De aarddraad moet bevestigd wor den aan de aansluiting met het sym bool -.
-
-
-
-
-
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingescha keld.
60
-
Page 61
Aansluitschema
Elektrische aansluiting
61
Page 62
Technische Dienst van Miele, typeplaatje
Neem bij storingen die u zelf niet kunt oplossen contact op met:
uw Miele-handelaar of
de Technische Dienst van Miele
Het telefoonnummer van de Technische Dienst van Miele vindt u op de achter zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u een beroep doet op de Technische Dienst, geef dan altijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen­stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
-
62
Page 63
63
Page 64
Wijzigingen voorbehouden / 1610
M.-Nr. 07 248 021 / 04
Loading...