Miele KM 5851, KM 5853, KM 5854, KM 5856, KM 5857, KM 5864 assembly instructions
Specifications and Main Features
Frequently Asked Questions
User Manual
Gebruiks- en montagehandleiding
Keramische kookplaten
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat
plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
d combineerbaar tot een grote braadzone (braadzone-plus)
fBedieningspaneel
5
Algemeen
KM 5856
ac Vario-kookzones
bd Gewone kookzones
eGewone kookzone, met
d combineerbaar tot een grote braadzone (braadzone-plus)
fBedieningspaneel
6
KM 5864
Algemeen
ad Gewone kookzones
bVario-kookzone
cVario-kookzone (3-voudig)
eGewone kookzone, met
d combineerbaar tot een grote braadzone (braadzone-plus)
fBedieningspaneel
7
Algemeen
h
Bedieningspaneel
m
k
h
b
l
b
0
0
12
12
88
j
f
g
0
12
5
3
6
4
8
7
5
3
9
6
4
0
12
9
8
7
5
3
6
4
9
8
7
e
b
d
5
3
6
4
9
8
7
c
a
i
0
12
5
3
6
4
9
8
7
b
8
Algemeen
Sensortoetsen
a Aan/Uit-toets kookplaat
b Instellen vermogensstand
c Vergrendeling
d Kookzonevergroting
e - Toetsen voor het instellen van de tijd
- Toetsen voor het instellen van de vermogensstand van de kookzone midden
achter, indien aanwezig
f Stop & Go
g - Toets voor het kiezen van de timer
- Voor het wisselen tussen de timerfuncties
- Voor het kiezen van een uitschakeltijd (zie "Kookzone automatisch uitschake-
len")
h Uurfunctie
Controlelampjes
i Vergrendeling
j Controlelampje toewijzing kookzone, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
k Controlelampje voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minu-
ten
l Restwarmte-indicator
m Timerdisplay
00 t/m 99 = tijd in minuten
0.^ t/m 9^ = tijd in uren
PS= programmering (zie het betreffende hoofdstuk)
9
Algemeen
Kookzones
KookzoneKM 5851 / KM 5856KM 5853 / 5854 / 5857
C in cmVermogen in
Watt bij 230 V
y10,0 / 18,0600 / 180012,0 / 21,0750 / 2200
w14,5120014,51200
b12,0 / 21,0750 / 220014,5 / 23,01500 / 3200
x18,0180018,01800
z18,0180018,01800
z + x18,0 x 41,0400018,0 x 41,03900
Totaal: 9200Totaal: 10500
KookzoneKM 5864
C in cmVermogen in Watt bij 230 V
y14,51200
w12,0 / 21,0750 / 2200
b14,5 / 21,0 / 27,01050 / 2050 / 3200
x18,01800
z18,01800
C in cmVermogen in
Watt bij 230 V
z + x18,0 x 41,03900
Totaal: 10500
Speciale uitvoering
Kookplaten met het symbool < in de linker bovenhoek zijn voorbereid op
Miele|home (zie ook "Bij te bestellen accessoires").
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig
heid, gebruik en onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
-
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
~
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Gebruik het apparaat voor het bereiden en warmhouden van ge
~
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn
van de gevaren van een foutieve bediening.
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be
dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen.
~
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
~
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Het apparaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
~
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand,
totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen
verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verstikkingsgevaar!
~
Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal
wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken.
Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
-
-
-
Verbrandingsgevaar!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn in kast
jes boven of achter het apparaat. De kinderen klimmen anders mis
schien op het apparaat.
Verbrandingsgevaar!
~
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad
bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen
trekken. Bij de vakhandel is een speciaal rek verkrijgbaar dat dit ge
vaar verkleint.
12
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat
~
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa
~
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont
staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn
geautoriseerd.
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een beschadigd apparaat nooit in gebruik.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan.
Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen
komen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
-
-
-
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
~
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap
paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig
~
heid gewaarborgd is.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
-
-
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
~
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Open nooit de ommanteling van het apparaat.
De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus
~
wordt gerepareerd die door Miele is geautoriseerd.
Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan
~
de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door
originele onderdelen worden vervangen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe
~
schakelklok of een systeem dat op afstand werkt.
Het apparaat mag uitsluitend door een vakman op het net worden
~
aangesloten. Als een beschadigde kabel moet worden vervangen,
moet een speciale kabel worden gebruikt. Alleen een vakman mag
de kabel aansluiten (zie "Elektrische aansluiting").
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
~
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt.
Ga daarvoor als volgt te werk:
–
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit of
–
draai de zekeringen van de huisinstallatie er geheel uit of
–
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Is de kookplaat voorzien van een communicatiemodule, dan moet
~
bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de
kookplaat ook de communicatiemodule spanningsvrij worden ge
maakt.
14
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,
~
scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa
raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt anders
een elektrische schok krijgen!
Veilig gebruik
-
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa
~
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt.
Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat
uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een
blusdeken.
Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de af-
~
zuigkap in brand vliegen.
Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-
~
len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten
daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele
bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
Verhit kookgerei nooit leeg.
~
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
~
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik
ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
Dek het apparaat nooit af met een afdekplaat, een doek, folie of
~
iets dergelijks. Als het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld of
nog heet is, kan het betreffende materiaal vlam vatten, barsten of
smelten.
-
-
Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in aanraking
komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabel zou bescha
digd kunnen raken.
-
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik geen serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie. Der
~
gelijke materialen smelten bij hoge temperaturen.
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag u het
~
alleen gebruiken als de deur geopend is.
Sluit de meubeldeur pas als de restwarmte-indicatie is gedoofd.
Wanneer u het apparaat gebruikt, wordt het zeer heet. Ook na het
~
uitschakelen blijft het dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator
geeft aan of het apparaat nog heet is.
U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijd
~
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaat
werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of
vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoomvorming
verbrandingen veroorzaken.
Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt ingeschakeld
~
of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op het apparaat heet
worden.
Andere materialen kunnen smelten of vlam vatten.
Vochtige pandeksels kunnen zich vastzuigen.
Gebruik het apparaat niet als werkblad.
Schakel de kookzones na gebruik uit!
-
Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op
~
een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk:
Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel
vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schra
per, zolang de plaat nog heet is. Als u de stoffen eerst laat afkoelen,
kan de keramische plaat beschadigd raken. Draag tijdens de reini
ging ovenhandschoenen.
Reinig de kookplaat met een reinigingsmiddel voor keramische pla
ten, zodra de plaat is afgekoeld.
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat bescha
~
digd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
16
-
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
~
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken
~
door wrijving en krassen.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
~
krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera
mische plaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kookgerei
op het apparaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
~
licht voorwerp (zoals een zoutvaatje) kan scheuren of barsten veroorzaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
~
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sensortoetsen en de displays.
Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde apparaat kunnen
~
door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het apparaat nooit
om er een ruimte mee te verwarmen.
-
Het bedieningspaneel en de lijst c.q. de rand (bij kookplaten met
~
een facetrand) kunnen onder invloed van de volgende factoren heet
worden: lange bedrijfsduur, hoge vermogensstanden, grote pannen
en het aantal kookzones dat in gebruik is.
Pannen van aluminium of met een aluminium bodem kunnen
~
glimmende vlekken veroorzaken. Dergelijke vlekken kunt u met het
reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal verwijde
ren (zie "Reiniging en onderhoud").
Om te voorkomen dat verontreinigingen inbranden, moet u deze
~
zo snel mogelijk verwijderen. Zorg dat ook de bodem van een te ge
bruiken pan schoon, vetvrij en droog is.
-
-
17
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
-
18
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal remt de afvalproductie en het ge
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw hande
laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
-
19
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak
dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw ge
bruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.
^
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een voch
^
tige doek en wrijf het apparaat daarna weer droog.
Vóór gebruik
Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand):
Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar
zijn tussen de kookplaat en het werkblad. Deze spleet zal
door het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheid
van het apparaat is echter altijd gewaarborgd.
De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een
speciaal beschermlaagje, waardoor bij het eerste gebruik
geurtjes kunnen ontstaan.
-
-
20
Als er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet dat het
apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. De geurtjes en
de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Principe van de kookzones
De gewone kookzones hebben één verwarmingsspiraal. De
vario-kookzones en de braadzones hebben twee
verwarmingsspiralen. Afhankelijk van het model kunnen de
spiralen door een ring gescheiden zijn.
Alle kookzones hebben een oververhittingsbeveiliging
(temperatuurbegrenzer) die voorkomt dat de keramische
plaat oververhit raakt (zie ook de rubriek "Oververhittingsbe
veiliging").
-
Gewone kookzone
Vario-kookzone
Als u een vermogensstand instelt, wordt de verwarming inge
schakeld en kunt u de verwarmingsspiraal door de kera
mische plaat heen zien.
Het vermogen van de kookzones is afhankelijk van de inge
stelde vermogensstand en wordt elektronisch geregeld. De
verwarming wordt daarbij regelmatig in- en uitgeschakeld.
a Oververhittingsbeveiliging
b Verwarmingsspiraal
a Technisch onvermijdelijk, geen defect
b Oververhittingsbeveiliging
-
-
-
c Buitenste verwarmingsspiraal
d Isolatiering
e Binnenste verwarmingsspiraal
21
Bediening
Principe van de bediening
De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen.
Deze reageren op vingercontact.
Als de kookplaat uit is, ziet u alleen de symbolen van de sen
sortoetsen "Aan/Uit" en "Vergrendeling". Als u de kookplaat in
schakelt, lichten ook de andere sensortoetsen op. Van de cij
fers op het bedieningspaneel lichten de nullen feller op dan
de andere cijfers.
U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen
aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een
akoestisch signaal.
Houd het bedieningspaneel altijd vrij en schoon, anders
reageren de toetsen niet of u activeert onbedoeld functies.
Ook kan de kookplaat automatisch worden uitgeschakeld
(zie de rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
Zet nooit hete pannen op de toetsen om beschadiging
van de elektronische onderdelen te voorkomen.
-
-
-
22
Inschakelen
Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de
kookplaat inschakelen.
Kookplaat inschakelen
^
Bediening
Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is!
Druk op de toets s.
Alle toetsen lichten op. Van de cijfers op het bedieningspa
neel lichten de nullen feller op dan de andere cijfers. Voert u
daarna geen waarden in, dan wordt de kookplaat om veilig
heidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen
Een kookzone is niet ingeschakeld als op het bedieningspaneel de bijbehorende "0" oplicht. Druk op de "0" om de kookzone in te schakelen. Alle vermogensstanden lichten op.
Vermogensstand instellen
Vermogensstanden af fabriek
^ Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel van
de te gebruiken kookzone.
Als u bijvoorbeeld vermogensstand 7 instelt, lichten de cijfers
0 - 7 feller op dan de overige cijfers.
Extra vermogensstanden
(zie "Tabel vermogensstanden")
^
Druk tussen twee vermogensstanden als u een
tussenstand wilt kiezen.
Als u bijvoorbeeld vermogensstand 7+ instelt, lichten de cij
fers 7 en 8 feller op dan de overige cijfers.
-
-
-
Vermogensstand wijzigen
^
Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel van
de te gebruiken kookzone.
23
Bediening
Tabel vermogensstanden
Het apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermo
gensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie het hoofdstuk "Pro
-
grammering").
BereidingsprocesVermogensstand*
instelling af fa
briek
(9 vermogens
standen)
Boter, chocolade, etc. smelten
Gelatine oplossen
Yoghurt maken
Saus maken van eigeel en boter
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Gerechten warmhouden die snel aankoeken
Rijst wellen
Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of
sauce hollandaise
Rijstepap, havermoutpap maken
Omelet, eieren zonder korstje bakken
Fruit blancheren
Diepvriesproducten ontdooien
Groente, vis stoven
Deegwaren, noten wellen
Graan wellen
Aankoken en doorkoken van grote hoeveelheden55+
Vis, schnitzel, braadworst, eieren, etc. behoedzaam bakken
(zonder oververhitting van het vet)
Pannenkoeken, rösti, etc. bakken7 tot 87 tot 8+
Grote hoeveelheden water koken
Aankoken
1 tot 21 tot 2+
1 tot 31 tot 3+
2 tot 42 tot 4+
3 tot 53 tot 5+
6 tot 76 tot 7+
8 tot 98+ tot 9
gewijzigde
instelling
(17 vermogens-
standen)
-
* De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen. Ze hebben betrekking op normale
porties voor 4 personen. Als u extra hoge pannen gebruikt, zonder deksel kookt of grotere
hoeveelheden bereidt, moet een hogere stand worden ingesteld. Kies een lagere stand, als
u kleinere hoeveelheden bereidt.
24
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende
kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen inge
schakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand
(doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af
van de ingestelde doorkookstand (zie tabel).
Bij een hoge doorkookstand is de aankooktijd relatief kort,
omdat bij deze vermogensstanden meestal leeg serviesgoed
voor het aanbraden wordt verhit.
Activeren
^
Gedurende de aankooktijd (zie tabel) knippert de ingestelde
doorkookstand.
Als u de doorkookstand wijzigt, wordt de aankookautomaat
uitgeschakeld.
Als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie het
hoofdstuk "Programmering") en u een tussenstand heeft gekozen, knipperen de vermogensstanden voor en na de
tussenstand.
Bediening
-
Druk zo lang op het cijfer van de gewenste doorkookstand
totdat u een signaal hoort en de ingestelde doorkookstand
begint te knipperen.
Deactiveren
U kunt de aankookautomaat voortijdig uitschakelen.
^
Druk zo lang op de ingestelde doorkookstand totdat de
weergave continu brandt. Maar u kunt ook een andere ver
mogensstand instellen.
-
25
Bediening
Doorkookstand*Aankooktijd in
minuten en
seconden (ca.)
11:20
1+2:00
22:45
2+3:25
34:05
3+4:45
45:30
4+6:10
56:50
5+7:10
61:20
6+2:00
26
72:45
7+2:45
82:45
8+2:45
9-
* De doorkookstanden 1+, etc. zijn alleen beschikbaar als
u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie het
hoofdstuk "Programmering").
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.