Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 04 990 991
T
Inhoud
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een geringe belasting van het
milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of de gemeente
gerecycled kan worden (zorg dat het
afgedankte apparaat tot die tijd buiten
het bereik van kinderen wordt opgeslagen).
U kunt hierover meer informatie vinden
in het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen".
Typeplaatje
Omdat het typeplaatje niet meer zichtbaar is als de kookplaat is ingebouwd,
is een tweede typeplaatje bijgevoegd.
Plak dit typeplaatje op de aangegeven
plaats achter in de gebruiksaanwijzing
onder de rubriek "Technische Dienst".
U heeft de gegevens nodig als u de
Technische Dienst raadpleegt.
3
Het apparaat in één oogopslag
Het apparaat in één oogopslag
KM 425
b Kookzone: 14,5 cm Ø
c Kookzone: 21 cm Ø
d Kookzone: 14,5 cm Ø
e Kookzone: 18 cm Ø
Bedieningspaneel
h Sensortoetsen en info-display links achter
i Sensortoetsen en info-display rechts achter
j Sensortoetsen en info-display rechtsvoor
k Sensortoetsen en info-display links voor
l Vergrendelingstoets
m Sensortoets Aan/Uit, veiligheidsvoorziening
4
et apparaat in één oogopslag
KM 426
b Vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø
c Kookzone: 14,5 cm Ø
d Kookzone: 18 cm Ø
e Kookzone: 14,5 cm Ø
Het apparaat in één oogopslag
Bedieningspaneel
f Sensortoets voor de vario-kookzone
h Sensortoetsen en info-display links achter
i Sensortoetsen en info-display rechts achter
j Sensortoetsen en info-display rechtsvoor
k Sensortoetsen en info-display links voor
l Vergrendelingstoets
m Sensortoets Aan/Uit, veiligheidsvoorziening
5
Het apparaat in één oogopslag
KM 428
b Vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø
c Kookzone: 14,5 cm Ø
d Kookzone / braadzone: 17 cm Ø / 17 cm x 26,5 cm
e Kookzone: 18 cm Ø
Bedieningspaneel
f Sensortoets voor de vario-kookzone
g Sensortoets voor de braadzone
h Sensortoetsen en info-display links achter
i Sensortoetsen en info-display rechts achter
j Sensortoetsen en info-display rechts voor
k Sensortoetsen en info-display links voor
l Vergrendelingstoets
m Sensortoets Aan/Uit, veiligheidsvoorziening
6
KM 441-1
b Vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø
c Kookzone: 14,5 cm Ø
d Kookzone: 18 cm Ø
e Kookzone: 14,5 cm Ø
Het apparaat in één oogopslag
Bedieningspaneel
f Sensortoets voor de vario-kookzone
h Sensortoetsen en info-display links achter
i Sensortoetsen en info-display rechts achter
j Sensortoetsen en info-display rechts voor
k Sensortoetsen en info-display links voor
l Vergrendelingstoets
m Sensortoets Aan/Uit, veiligheidsvoorziening
7
Het apparaat in één oogopslag
KM 443-1
b Vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø
c Kookzone: 14,5 cm Ø
d Kookzone / braadzone: 17 cm Ø / 17 cm x 26,5 cm
e Kookzone: 18 cm Ø
Bedieningspaneel
f Sensortoets voor de vario-kookzone
g Sensortoets voor de braadzone
h Sensortoetsen en info-display links achter
i Sensortoetsen en info-display rechts achter
j Sensortoetsen en info-display rechts voor
k Sensortoetsen en info-display links voor
l Vergrendelingstoets
m Sensortoets Aan/Uit, veiligheidsvoorziening
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsbepalingen. Als het
apparaat niet wordt gebruikt voor
het doel waarvoor het is bestemd,
of als het op een verkeerde manier
wordt bediend, kunnen personen
letsel oplopen en kan er materiële
schade ontstaan.
Technische veiligheid
Voordat u de kookplaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
te vergelijken met de waarden van het
elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg
in geval van twijfel een elektricien.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een
eventuele volgende eigenaar van
het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel
voor het bakken, braden, koken, verwarmen en inmaken van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is
voor eigen risico en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere
doeleinden dan hier aangegeven of
door foutieve bediening.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen gewaarborgd
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd
aardingssysteem. Het is belangrijk dat
u dit controleert en in geval van twijfel
de huisinstallatie door een vakman laat
controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
die is ontstaan door een ontbrekende
of beschadigde aarddraad (bijv. een
elektrische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder
stroom staan of wanneer elektrische of
mechanische onderdelen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden
dat het apparaat niet meer goed functioneert.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Laat installatie-, onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden uitsluitend
door erkende vakmensen uitvoeren.
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden leveren grote risico’s op voor de
gebruiker. De fabrikant kan hiervoor
niet verantwoordelijk worden gesteld.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– de zekering van de huisinstallatie is
uitgeschakeld.
– de hoofdschakelaar van de huisin-
stallatie is uitgeschakeld.
– de stekker van het apparaat is uit het
stopcontact getrokken. Trek daarbij
aan de stekker, niet aan de aansluitkabel.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd (kans
op bijvoorbeeld oververhitting).
Gebruik
Pas op! De kookzones worden zeer
heet. U kunt zich eraan branden!
Zorg dat kinderen uit de buurt blij-
ven wanneer de kookplaat in gebruik is. Ze kunnen zich eraan branden!
Kinderen kunnen ook verbrandin-
gen oplopen als zij pannen van de
kookplaat trekken. Bij de vakhandelaar
is een speciaal rek verkrijgbaar dat ervoor zorgt dat kinderen niet meer bij de
kookplaat kunnen komen.
Keramische kookzones
Wanneer u de kookzones aanzet,
worden deze heet. De restwarmteindicator geeft aan of een kookzone
nog heet is.
Schakel de kookplaat onmiddellijk
uit als deze scheurtjes e.d. vertoont. Door scheuren kunnen etensresten of overkokend vocht in aanraking
komen met onderdelen die onder spanning staan. Er kan dan kortsluiting optreden. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit.
Waarschuw de Technische Dienst van
Miele.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik de keramische kookplaat
niet als werkblad. Leg er dus geen
voorwerpen op. Als de kookplaat per
ongeluk wordt ingeschakeld of als
deze nog heet is, zouden deze voorwerpen kunnen gaan smelten of vlam
vatten.
Laat geen voorwerpen op de kera-
mische plaat vallen. Zelfs een licht
voorwerp als een zoutvaatje kan, als
het verkeerd terechtkomt, scheuren of
barsten veroorzaken.
Voorkom dat suiker in vaste of
vloeibare vorm, kunststof en aluminiumfolie op hete kookzones terechtkomen. Deze stoffen smelten, kleven vast
en kunnen bij afkoeling scheuren, barsten en andere beschadigingen aan de
keramische plaat veroorzaken. Komt
per ongeluk toch iets op een hete kookzone terecht, vermeng de suikerhoudende stoffen dan onmiddellijk met
water. Schakel vervolgens de kookzone uit en verwijder de resten met een
schraper, zolang de plaat nog heet is.
Let op dat u daarbij uw handen niet
brandt. Reinig de plaat verder als deze
is afgekoeld. Gebruik daarvoor een
speciaal reinigingsmiddel voor kookplaten.
Trek altijd ovenwanten aan of ge-
bruik pannenlappen als u met hete
pannen aan het werk bent.
Dek de kookplaat nooit af met een
doek of iets dergelijks. Als de kookplaat per ongeluk wordt ingeschakeld,
bestaat brandgevaar.
de kookzones geen vuil op het bedieningspaneel achterblijft. Als iets op de
sensortoetsen wordt gezet of als er vuil
op komt, kan onbedoeld een functie
worden geactiveerd.
Maak de voegen tussen de rand-
lijst en het werkblad en tussen de
randlijst en de keramische plaat nooit
schoon met een spits voorwerp, anders
beschadigt u de afdichting.
Gebruik op de keramische kook-
plaat geen pannen of schalen met
een scherpe rand aan de bodem. Gebruik ook geen pannen met een emaillaag die niet goed is afgewerkt. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te
verwijderen zijn.
Gebruik geen serviesgoed van
kunststof of aluminiumfolie, want
dat smelt bij hoge temperaturen. Bovendien kan de kookplaat hierdoor beschadigd raken.
Laat het apparaat gedurende de
garantieperiode uitsluitend door
een Miele-vakman repareren, anders
vervalt de aanspraak op garantie.
Zet geen hete pannen of schalen
op of in de buurt van het bedieningspaneel. Hierdoor kunnen de elektronische onderdelen onder het paneel
beschadigd raken.
Flambeer nooit gerechten onder
een afzuigkap. Door de vlammen
kan de afzuigkap in brand vliegen.
Houd het bedieningspaneel
schoon en leg er geen voorwerpen
op. Zorg dat bij het schoonmaken van
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Algemeen
Houd de kookplaat goed in de ga-
ten wanneer u met olie of vetten
werkt. Olie en vet kunnen in brand raken. Brandgevaar!
Gebruik de kookplaat niet om er
een ruimte mee te verwarmen.
Door de temperatuurontwikkeling bij de
kookzones kunnen licht ontvlambare
voorwerpen in de buurt van de kookplaat gaan branden.
Als u een stopcontact in de buurt
van de kookplaat gebruikt, voorkom dan dat de aansluitkabels van de
desbetreffende apparaten in aanraking
komen met hete kookzones. De isolatie
van de kabels kan anders beschadigd
raken, waardoor u het risico loopt een
elektrische schok te krijgen.
Zorg dat het voedsel altijd voldoen-
de wordt verwarmd. De tijd die
daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de begintemperatuur van de ingrediënten, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit
ervan en eventuele wijzigingen in het recept.
Eventuele bacteriën in het voedsel worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (> 70°C) en lang
genoeg (> 10 min.) wordt aangehouden. Wanneer u twijfelt of een gerecht
voldoende is verwarmd, kies dan liever
een iets langere tijd. Verder is het belangrijk dat de temperatuur goed over
het gerecht wordt verdeeld. Schep het
gerecht daarom af en toe door.
Gebruik voor het reinigen van de
kookplaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Is de kookplaat zonder tussenbo-
dem boven een schuiflade ingebouwd, dan mogen geen brandbare
voorwerpen (zoals spuitbussen) in de
lade worden bewaard. Zit er een bestekbak in de lade, controleer dan of
deze van hittebestendig materiaal is.
Accessoire
Schuif het mesje van de schraper
na gebruik weer naar binnen. U
loopt anders het risico zich te verwonden.
Het afdanken van het oude apparaat
Als u uw oude of defecte apparaat
wegdoet, trek dan de stekker uit
het stopcontact en knip de aansluitkabel door. Wanneer uw apparaat een
vaste aansluiting heeft, laat deze dan
door een vakman loskoppelen. Hiermee voorkomt u dat het apparaat gevaar oplevert, bijvoorbeeld voor spelende kinderen.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
12
Gebruik
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel van uw keramische kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze toetsen
reageren op een lichte aanraking. U bedient de kookzones door de desbetreffende sensortoetsen aan te tippen.
Raak niet meer dan één toets tegelijk
aan. Wanneer twee of meer toetsen tegelijk worden bediend, reageert de
kookplaat niet.
Houd het bedieningspaneel altijd
vrij en schoon. Als iets op de sensortoetsen wordt gezet of als er vuil
op komt, kan onbedoeld een functie
worden geactiveerd.
Gebruik
Kookzone inschakelen
Tip de toets "s" van de gewenste
kookzone aan.
In het display van deze kookzone verschijnt het getal "0". De kookzone is ingeschakeld, maar wordt pas heet als
u een vermogensstand instelt.
Een vermogensstand instellen
De kookplaat heeft 9 vermogensstanden (zie "Tabel voor het kiezen van de
juiste stand"). U kunt de stand van een
kookzone met behulp van de -/+ toetsen instellen.
Tip de -/+ toetsen van de kookzone
aan totdat de gewenste stand is bereikt.
Kookplaat inschakelen
Als de kookplaat niet is ingeschakeld,
wordt in de displays van de kookzones
niets weergegeven.
Houd uw vinger circa 2 seconden op
de Aan/Uit-toets "
In de vier displays van de kookzones
verschijnt een "–" teken.
U kunt nu een kookzone inschakelen.
Wordt geen kookzone ingeschakeld,
dan gaat de kookplaat na korte tijd automatisch weer uit. Wilt u alsnog een
kookzone aanzetten, dan moet u eerst
de kookplaat weer inschakelen.
s".
U kunt zowel met de "+" als met de
"-" een stand instellen. Met de
"+" toets gaat de stand van 0 tot 9
omhoog en met de "-" toets van 9 tot
0 omlaag.
Een andere stand instellen
Tip de -/+ toetsen van de desbetreffende kookzone aan totdat de gewenste stand in het display verschijnt.
13
Gebruik
Gebruik
Tabel voor het kiezen van de juiste stand
stand
boter smelten;
chocolade smelten;
gelatine oplossen;
yoghurt maken
gerechten warm houden;
kleine hoeveelheden
opwarmen;
saus maken;
omelet bakken
Tip de toets "s" van de desbetreffende kookzone aan.
In het display verschijnt een "–" teken
als u de kookzone zonder gevaar
kunt aanraken. Als de kookzone nog
heet is, knippert de letter "H" in het
display (zie "Restwarmte-indicator").
Als u geen andere kookzone heeft ingeschakeld, wordt de kookplaat na
korte tijd automatisch uitgeschakeld.
Restwarmte-indicator
Als een kookzone nog heet is, nadat
deze is uitgeschakeld, knippert de letter "H" in het display.
Raak deze kookzone niet aan en
zet er geen voorwerpen op die niet
hittebestendig zijn. Er bestaat gevaar voor verbrandingen!
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
Ze hebben betrekking op normale porties voor 4 personen. Als u hogere pannen gebruikt, zonder deksel kookt of
grotere hoeveelheden bereidt, moet
een hogere stand worden ingesteld.
Als u kleinere hoeveelheden bereidt,
moet een lagere stand worden ingesteld.
14
Gebruik
Bediening
Vergrendelingstoets
De vergrendeling voorkomt dat kookzone-instellingen onbedoeld worden gewijzigd. De kookzones blijven op de ingestelde stand staan.
Om te voorkomen dat kinderen of huisdieren de kookzones bedienen, kunt u
de kookzones het beste vergrendelen.
Houd uw vinger op de vergrendelingstoets "a" totdat het controlelampje boven de toets gaat branden.
Ontgrendeling
Houd uw vinger op de toets "a" totdat het controlelampje boven de
toets uitgaat.
Veiligheidsvoorziening
Als een kookzone veel langer dan normaal is ingeschakeld, wordt deze automatisch uitgeschakeld. De veiligheidsvoorziening wordt binnen 1 - 10 uur
geactiveerd, afhankelijk van de gekozen vermogensstand. Hoe hoger de ingestelde stand, des te eerder wordt de
kookzone uitgeschakeld.
U kunt alle kookzones tegelijk uitzetten,
ook als deze vergrendeld zijn.
Houd uw vinger op de Aan/Uit-toets
"
s" van de kookplaat totdat de kook-
plaat is uitgeschakeld.
Bescherming van het bedieningspaneel
Leg geen keukengerei, zoals deksels,
bestek of theedoeken op het bedieningspaneel.
Houd het bedieningspaneel altijd
vrij en schoon.
Verwijder vuil en overgekookte
etenswaren onmiddellijk.
Als iets op de sensortoetsen wordt
gezet of als er vuil op komt, kan onbedoeld een functie worden geactiveerd.
Daarnaast is elke kookzone voorzien
van een beveiliging die de kookzone
automatisch uitschakelt als de keramische plaat oververhit dreigt te raken.
15
Gebruik
Bediening
Aankookautomaat
Iedere kookzone is voorzien van een
aankookautomaat die, indien gewenst,
kan worden geactiveerd.
Als de aankookautomaat is geactiveerd, wordt het gerecht eerst op vol
vermogen aan de kook gebracht. Daarna wordt automatisch teruggeschakeld
naar de doorkookstand (u hoeft de
kookzone dus niet meer handmatig op
een lagere stand te zetten).
De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand.
Als de aankookautomaat geactiveerd
is, is achter de ingestelde stand een
punt (
.) te zien
Aankookautomaat activeren
Schakel de kookplaat in door circa 2
seconden op de Aan/Uit-toets "
drukken.
In de displays verschijnt een "–" teken.
s" te
Stel een doorkookstand in door de
"–" toets aan te tippen totdat de gewenste stand in het display verschijnt. Achter de ingestelde stand is
nog steeds een punt te zien. Deze
verdwijnt pas als de aankooktijd is afgelopen en de gewenste doorkookstand is bereikt.
Schakel de gewenste kookzone in
door de toets "
aan te tippen.
In het display verschijnt het getal "0".
Stel stand 9 in door 1 x de "–" toets
van de kookzone aan te tippen.
In het display verschijnt het getal "9".
Tip 1 x de "+" toets van de kookzone
aan.
In het display verschijnt nu "9
U kunt nu binnen 10 seconden de doorkookstand instellen. Wacht u langer,
dan verdwijnt de punt achter het getal
weer en moet u de aankookautomaat
opnieuw activeren.
16
s" van de kookzone
.".
Kookzonevergroting
(alleen bij de KM 428 en KM 443-1)
De kookzones zijn duidelijk zichtbaar
op de kookplaat aangebracht. Van de
vario-kookzone links voor en de braadzone rechts achter kan de kookzonevergroting worden ingeschakeld.
De kookzonevergroting kan alleen worden ingesteld als de desbetreffende
kookzone is ingeschakeld.
Gebruik
Vario-kookzone
(niet bij de KM 425)
Als u gebruik wilt maken van de vergrote kookzone, tip dan de bijbehorende toets "
Het controlelampje boven de toets
gaat branden.
Braadzone x
(alleen bij de KM 428 en 443-1)
Als u gebruik wilt maken van de
braadzone, tip dan de bijbehorende
toets "
x" aan.
Het controlelampje boven de toets
gaat branden.
n
n" aan.
17
Gebruik
Gebruik
De juiste pannen
Als u zich houdt aan de onderstaande
adviezen,
– wordt voor het bereidingsproces niet
meer energie verbruikt dan nodig is;
– kunnen er geen etenswaren op de
kookzone terechtkomen en inbranden.
De bodem van de pan
De grootte van de pan
De doorsnede van de pan moet iets
groter zijn dan die van de kookzone.
Het deksel
De pannen moeten een stabiele onderkant hebben die iets naar binnen buigt.
Als de bodem heet wordt, staat deze
vlak op de kookzone. Koop alleen pannen die geschikt zijn voor keramische
kookplaten.
18
Kook bij voorkeur met een deksel op
de pan. Op die manier voorkomt u dat
er onnodig warmte ontsnapt.
Gebruik
Let op het volgende
Zet een pan op de kookzone vóórdat u
deze inschakelt. Zo voorkomt u onnodig energieverbruik.
Zowel de kookzone als de pan moeten
schoon en droog zijn. U hoeft dan na
het koken minder schoon te maken.
Zorg dat er geen zand op de keramische plaat ligt als u gaat koken.
Als er zand tussen een pan en een
kookzone komt, kan dit krassen veroorzaken.
De bodem van de pan mag geen
scherpe randen hebben.
Als u een pan met scherpe randen verschuift, ontstaan er krassen op de keramische plaat.
Gebruik
Pannen van aluminium en roestvrijstalen pannen met een aluminium
bodem kunnen parelmoerachtige
vlekken op de kookplaat veroorzaken.
Deze vlekken kunt u het beste onmiddellijk verwijderen met een speciaal reinigingsmiddel (zie het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
Schuif bakplaten, braadsledes en
dergelijke niet over de keramische
plaat, anders ontstaan er krassen.
19
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Voor het reinigen van een keramische
kookplaat gelden in principe dezelfde
richtlijnen als voor het reinigen van een
glazen oppervlak.
Gebruik in geen geval schurende of
agressieve middelen zoals grill- en
ovensprays, roestverwijderaars,
schuurmiddelen of schuursponsjes.
Maak de voegen tussen de randlijst
en het werkblad en tussen de randlijst en de keramische plaat nooit
schoon met een spits voorwerp, anders beschadigt u de afdichting.
Reinig de kookplaat na ieder gebruik
Houd het bedieningspaneel schoon
en leg er geen voorwerpen op. Zorg
dat bij het schoonmaken van de
kookzones geen vuil op het bedieningspaneel achterblijft. Als iets op
de sensortoetsen wordt gezet of als
er vuil op komt, kan onbedoeld een
functie worden geactiveerd.
Lichte, niet vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een vochtige doek
of een zachte spons zonder reinigingsmiddel. U kunt ook niet-schurende reinigingsmiddelen gebruiken.
Als u voor het reinigen afwasmiddel
gebruikt, kunnen hardnekkige blauwe vlekken ontstaan die zelfs met
een speciaal reinigingsmiddel moeilijk te verwijderen zijn.
Vastgekoekte verontreinigingen
verwijdert u met een schraper.
Behandel het oppervlak vervolgens
met een vochtige doek of een zachte
spons.
(aluminiumvlekken) verwijdert u met
een speciaal reinigingsmiddel, zodra
de kookzone is afgekoeld.
20
Kalkafzettingen
(veroorzaakt door overgekookt water of
nat serviesgoed) verwijdert u met azijn
of met een speciaal reinigingsmiddel.
Reiniging en onderhoud
Komt suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op
een hete kookzone terecht, vermeng
de suikerhoudende stoffen dan onmid-dellijk met water. Schakel vervolgens
de kookzone uit en verwijder de resten
met een schraper, zolang de plaat nog
heet is. Let op dat u daarbij uw handen
niet brandt. Reinig de plaat verder als
deze is afgekoeld. Gebruik daarvoor
een speciaal reinigingsmiddel voor
kookplaten.
Reinigingsmiddel
Gebruik alleen speciale reinigingsmiddelen die geschikt zijn voor keramische
kookplaten.
Wanneer u een reinigingsmiddel gebruikt, let dan op de aanwijzingen
van de fabrikant.
Gebruik geen reinigingsmiddel op
hete kookzones.
Dit siliconenlaagje is echter niet bestand tegen hoge temperaturen en
moet daarom steeds opnieuw worden
aangebracht.
Wanneer u de kookplaat met een speciaal reinigingsmiddel reinigt, voorkomt u
schade door suiker, suikerhoudend
voedsel en aluminiumfolie.
Wis resten reinigingsmiddel altijd
met een vochtige doek van de kookplaat. Als de resten warm worden,
kunnen deze de kookplaat aantasten.
In de speciaalzaak zijn reinigingsmiddelen verkrijgbaar die een beschermend siliconenlaagje op de keramische plaat vormen. Hierdoor oogt de
kookplaat gladder en wordt enigszins
water- en vuilafstotend.
21
Nuttige tips
Nuttige tips
Elektrische apparaten mogen alleen
door vakmensen worden geïnstal-
leerd en gerepareerd.
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kunnen voor de gebruiker een groot gevaar opleveren.
De volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen:
Wat moet u doen als . . .
. . . bij de eerste ingebruikneming
van de kookplaat geurvorming optreedt?
Dit is geen storing!
Het water in de isolatie verdampt.
... de kookzones niet kunnen worden
ingeschakeld?
Controleer of
– de kookzones zijn vergrendeld.
– de zekering van de huisinstallatie is
doorgeslagen.
Waarschuw indien nodig de Technische Dienst van Miele Nederland
B.V.
... de kookzone tijdens het gebruik
automatisch wordt uitgeschakeld en
de letter "H" in het display knippert?
Dit is geen storing!
De kookzone is automatisch uitgeschakeld omdat deze te lang was ingeschakeld.
De veiligheidsvoorziening wordt binnen
1 - 10 uur geactiveerd, afhankelijk van
de gekozen vermogensstand. Hoe hoger de ingestelde stand, des te eerder
wordt de kookzone uitgeschakeld.
Schakel de kookzone in en stel opnieuw de gewenste stand in.
Als de letter "H" in een display knippert
betekent dit dus niet dat er een storing
is, maar dat deze kookzone nog te heet
is.
. . . de inhoud van de pan bij geactiveerde aankookautomaat nauwelijks
of helemaal niet begint te koken?
Controleer of
u een pan gebruikt waarvan de bodem de warmte vasthoudt.
De warmte wordt dan vertraagd doorgegeven aan de inhoud van de pan.
u een (te) grote pan gebruikt.
22
In beide gevallen moet een hogere
doorkookstand worden ingesteld. U
kunt het gerecht ook op stand 9 aan de
kook brengen en vervolgens op een lagere stand laten doorkoken.
Technische Dienst
Technische Dienst
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar
of
– de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
is het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type kookplaat u heeft
en welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Miele-Service-Verzekering-Certificaat
Voor informatie over het Miele-Service-
Verzekering-Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgaande folder raadplegen.
Plak hier het extra typeplaatje van de kookplaat
Kookplaat
23
Inbouwinstructies
Inbouwinstructies
Inbouwen
De lijsten en randen van het werkblad
moeten met een hittebestendige lijm
(100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet
loslaten of vervormen.
Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Om te voorkomen dat de keramische kookplaat wordt beschadigd,
moet deze pas na het monteren van
de bovenkastjes worden ingebouwd.
Dit apparaat mag slechts aan één zijkant en aan de achterkant aansluiten
op meubels of wanden die hoger zijn
dan het apparaat zelf (zie de afbeeldingen).
aan te bevelen!
b
Alle maten in deze montagehandleiding worden aangegeven in mm.
24
b
toegestaan maar niet aan te bevelen
afstand tot de hoge kast:
b
minimaal 50 mm
niet toegestaan!
Inbouwinstructies
Veiligheidsafstand boven het
apparaat
Tussen de kookplaat en een erbo-
c
ven gemonteerde afzuigkap dient u de
veiligheidsafstand aan te houden die
door de fabrikant is aangegeven.
Is deze informatie niet beschikbaar,
bijvoorbeeld bij een keukenplank,
dan moet de afstand bij licht
ontvlambare materialen ten
minste 760 mm bedragen.
Als in de gebruiksaanwijzing of montagehandleiding van verschillende apparaten (bijvoorbeeld een wokbrander of
een elektrische kookplaat) ten aanzien
van de plaatsing onder een afzuigkap
verschillende veiligheidsafstanden worden genoemd, kies dan de grootste afstand.
Tips voor het inbouwen
De benodigde gegevens voor de aansluiting en de typeaanduiding vindt u
op het typeplaatje van de kookplaat.
Controleer of deze gegevens overeenkomen met de waarden van het elektriciteitsnet.
Ook wanneer u voor vragen contact opneemt met Miele Nederland B.V. dient
u altijd het voltage (de spanning) en
het type- en serienummer van uw apparaat bij de hand te hebben.
Wordt de kookzone boven een
oven ingebouwd, dan moet de aansluitkabel van de kookplaat zo worden
gelegd, dat de kabel niet in aanraking
komt met de ommanteling van de oven.
De aansluitkabel van de kookplaat
mag na het inbouwen niet aan mechanische belastingen worden blootgesteld (denk bijvoorbeeld aan een lade).
De kookplaat mag niet worden in-
gebouwd boven vaatwassers, wasen droogapparaten, alsmede koel- en
vriesapparatuur. De soms aanzienlijke
stralingswarmte van de kookplaat zou
de desbetreffende apparaten kunnen
beschadigen.
25
Afmetingen kookplaat / uitsparing in het werkblad
Afmetingen kookplaat / uitsparing in het werkblad
KM 425 / KM 426
Klemveren
b
Maak een uitsparing in het werkblad
volgens bovenstaande maatschets.
Houd een afstand van minstens 50
mm aan tussen de kookplaat en de
achterwand. Tussen de kookplaat en
een eventueel aanwezige zijwand
moet ook minstens 50 mm worden
vrijgelaten. Zie ook het hoofdstuk
“Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”.
De snijvlakken moeten met speciale
lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het
werkblad door vocht wordt aangetast. De gebruikte materialen moeten
hittebestendig zijn.
26
De inbouwdiepte, inclusief de
c
netaansluitdoos rechts achter,
is ca. 63 mm.
Afmetingen kookplaat / uitsparing in het werkblad
Inbouwinstru
KM 441-1
Klemveren
b
Maak een uitsparing in het werkblad
volgens bovenstaande maatschets.
Houd een afstand van minstens 50
mm aan tussen de kookplaat en de
achterwand. Tussen de kookplaat en
een eventueel aanwezige zijwand
moet ook minstens 50 mm worden
vrijgelaten. Zie ook het hoofdstuk
“Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”.
De snijvlakken moeten met speciale
lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het
werkblad door vocht wordt aangetast. De gebruikte materialen moeten
hittebestendig zijn.
De inbouwdiepte, inclusief de
c
netaansluitdoos rechts achter,
is ca. 58 mm.
27
Afmetingen kookplaat / uitsparing in het werkblad
KM 428
Klemveren
b
Maak een uitsparing in het werkblad
volgens bovenstaande maatschets.
Houd een afstand van minstens 50
mm aan tussen de kookplaat en de
achterwand. Tussen de kookplaat en
een eventueel aanwezige zijwand
moet ook minstens 50 mm worden
vrijgelaten. Zie ook het hoofdstuk
“Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”.
De snijvlakken moeten met speciale
lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het
werkblad door vocht wordt aangetast. De gebruikte materialen moeten
hittebestendig zijn.
28
De inbouwdiepte, inclusief de
c
netaansluitdoos rechts achter,
is ca. 63 mm.
Afmetingen kookplaat / uitsparing in het werkblad
KM 443-1
Klemveren
b
Maak een uitsparing in het werkblad
volgens bovenstaande maatschets.
Houd een afstand van minstens 50
mm aan tussen de kookplaat en de
achterwand. Tussen de kookplaat en
een eventueel aanwezige zijwand
moet ook minstens 50 mm worden
vrijgelaten. Zie ook het hoofdstuk
“Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”.
De snijvlakken moeten met speciale
lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het
werkblad door vocht wordt aangetast. De gebruikte materialen moeten
hittebestendig zijn.
De inbouwdiepte, inclusief de
c
netaansluitdoos rechts achter,
is ca. 58 mm.
29
Montage
Montage
Het bevestigen van de klemveren
75
b
Bij een granieten werkblad
De klemveren
werkbladen met dubbelzijdig plakband
worden gepositioneerd en bevestigd.
Smeer de randen van de klemveren
daarna met siliconenkit aan.
De schroeven heeft u bij een granieten
werkblad niet nodig.
moeten bij granieten
b
Het inbouwen van de kookplaat
Leid de aansluitkabel door de uitsparing naar beneden en sluit de kookplaat op het elektriciteitsnet aan.
Breng de bijgeleverde klemveren
op de aangegeven plaatsen aan en
zet ze met de bijgeleverde schroeven 3,5 x 25 mm vast (zie afbeelding).
b
Druk de kookplaat bij de klemveren
gelijkmatig naar beneden, totdat
b
deze merkbaar vastklikt.
Zorg dat de dichting van de kookplaat overal goed op het werkblad
aansluit, zodat de plaat goed geïso-
leerd is.
De kookplaat kan alleen met speciaal
gereedschap weer uit de uitsparing
worden gehaald.
30
Montage
Gebruik beslist geen kit tussen
de lijst van de kookplaat en het
werkblad!
Anders kan de kookplaat later - voor
service-doeleinden - alleen nog met
moeite uit het werkblad worden gehaald. Lijst en werkblad kunnen daarbij beschadigd raken. De dichting
onder de rand van het apparaat is
toereikend als afdichting tussen
kookplaat en werkblad.
31
Instructies voor de elektrische aansluiting
Instructies voor de elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een
erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hierbij
moeten de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf in acht worden
genomen.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een huisinstallatie die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Ter verhoging van de veiligheid moet
de groep van de huisinstallatie waarop
het apparaat wordt aangesloten voorzien zijn van een aardlekschakelaar
(30 mA).
Als de contactdoos voor de gebruiker
niet meer bereikbaar is, of als er een
vaste aansluiting is, dient ter plaatse
een dubbelpolige schakelaar te worden geïnstalleerd, waarvan de contactopening bij uitgeschakelde toestand 3
mm moet bedragen. Hiertoe behoren
zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais (EN 60 335).
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre-
quentie) op het typeplaatje met de
waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
Vermeld altijd het voltage en het typeen serienummer als u contact opneemt
met Miele Nederland B.V.
Wordt de aansluiting veranderd of
de aansluitkabel vervangen, dan
moet een kabel van het type H 05
RR-F (rubberen isolatie) of H 05 VVF (PVC-isolatie) met voldoende
doorsnede worden gebruikt. De
aansluitkabel is verkrijgbaar bij de
Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
323334
35
Wijzigingen voorbehouden01/3500
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.