Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid en
vermijdt u schade aan uw toestel.
f Bediening van de kookzones
g AAN/UIT van het kookvlak
h Vergrendeling
j De tweede verwarmingskring mee
inschakelen
Controlelampjes voor:
i Vergrendeling
k Inschakelen tweede
verwarmingskring
4
Page 5
Beschrijving van de toestellen
Bediening en display van de kookzones
o
n
8.
m
p
l Symbool voor kookzone
m Display:
0= de kookzone is klaar voor gebruik
1 tot 9= ingesteld vermogen
H= resterende warmte
F= foutmelding (zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling")
n Controlelampje voor de automatische kookstart
o Tiptoetsen voor het instellen van het vermogen
Kookzones
KookzoneKM 415
Ø in cmVermogen in watt
y14,5 / 21 cm1000 / 2000 W
w14,5 cm1100 W
x12 / 18 cm700 / 1700 W
z14,5 cm1100 W
Totaal: 5900 W
Al de kookzones zijn uitgerust met automatische kookstart en veiligheidsuitscha
keling.
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Inbouw en aansluiting
Dit toestel mag u enkel door een
erkend vakman laten inbouwen en
aansluiten. Doe daartoe een beroep op
een elektricien die de vereiste voor
schriften kent en toepast. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die werd veroorzaakt door
schade bij het inbouwen of aansluiten
van dit toestel.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een volgens de voor
schriften geïnstalleerd aardsysteem
aansluit. Het is heel belangrijk dat deze
fundamentele beveiliging voorhanden
is. Laat bij twijfel uw installatie door een
vakman nakijken. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak.
-
-
Gebruik geen verlengsnoeren om
het toestel aan te sluiten. Die bie
den niet voldoende veiligheidsgaran
ties.
Bouw het kookvlak niet in boven
was-, droog-, afwasautomaten,
koelkasten en diepvriezers. De soms
wel intensieve hittestraling van het
kookvlak kan aan deze toestellen scha
de toebrengen. Bovendien is de venti
latie van het kookvlak dan niet meer ge
waarborgd.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
-
-
-
-
-
-
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundig gebruik
Lees aandachtig uw gebruiksaan
wijzing voor u dit toestel in gebruik
neemt. Zo beschermt u zichzelf en ver
mijdt u schade aan het toestel.
Gebruik uw toestel enkel in inge
bouwde toestand. Zo bent u zeker
dat u geen elektrische onderdelen kan
aanraken.
Dit toestel is geschikt voor gebruik
in het huishouden. Het is niet voor
industriële of professionele doeleinden
bestemd.
Gebruik dit toestel enkel om le-
vensmiddelen te bereiden. Andere
toepassingen zijn niet toegestaan. Ze
kunen ook risico’s inhouden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
-
Gebruik het kookvlak niet om het
-
-
vertrek te verwarmen. Door hoge
temperaturen aan de kookzones kun
nen licht ontvlambare voorwerpen in de
omgeving in brand schieten. Dat zou
bovendien de levensduur van uw toe
stel verminderen.
Als u het kookvlak lang intensief
gebruikt, kan het bedieningsvlak
gaan opwarmen. Dit is normaal, er is
geen sprake van storing.
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel tegen schade be
-
schermen
Vermijd dat er voorwerpen als
kookpannen bv. op het keramisch
oppervlak vallen. Zelfs zogezegd lichte
voorwerpen als zoutvaatjes kunnen in
een minder gunstig geval scheuren of
spleten veroorzaken.
Gebruik geen pannen met onge
slepen bodem (bv. van gietijzer) of
met graat. Daardoor kunnen er krassen
op het glazen oppervlak opduiken. Hou
er rekening mee dat ook zandkorreltjes
krassen kunnen veroorzaken.
Vermijd dat er suiker, in vaste of
vloeibare vorm, kunststof en aluminiumfolie op hete kookzones terechtkomen. Deze stoffen smelten en gaan
vastkleven. Ze kunnen bij het afkoelen
scheurtjes of spleten in het oppervlak
veroorzaken. Is dit toch eens gebeurd,
schakel het toestel dan uit. Verwijder de
resten dadelijk met een krabber zolang
de zone nog warm is.
Voorzichtig:
Daar de kookzones heet zijn, kan u zich
daaraan verbranden!
Maak de kookzones verder schoon zo
dra ze afgekoeld zijn.
-
Om te vermijden dat resten gaan
inbranden, verwijdert u het vuil zo
vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let
er dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
Gebruik om het toestel schoon te
maken geen hogedrukreiniger. De
vloeistof kan het oppervlak en onderde
len van het toestel beschadigen, die
door de fabrikant niet worden vergoed.
Gebruik geen vaatwerk met een te
dunne bodem. Verwarm nooit leeg
vaatwerk tenzij de vaatwerkfabrikant
deze toepassing uitdrukkelijk toelaat.
Als u hiermee geen rekening houdt, kan
het kookvlak schade oplopen.
Zet in geen geval hete kookpannen
vlakbij de bedieningszone. De
elektronische elementen kunnen immers schade oplopen.
-
-
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bescherm u tegen verbran
-
dingen
Het toestel is tijdens de werking
heet en dat blijft het ook nog enige
tijd na het uitschakelen. Pas zodra het
lampje voor de resterende warmte is
uitgegaan, is het gevaar om u te ver
branden geweken.
Let vooral op kinderen!
Leg geen spullen die aantrekkelijk
zijn voor kleine kinderen, vlak ach
ter of boven het kookvlak. Anders wor
den ze ertoe verleid op het toestel te
klauteren. Ze kunnen zich verbranden!
Bescherm uw handen telkens als u
aan of bij het hete toestel werkt.
Gebruik pannenlappen, hitte-isolerende
handschoenen e.d. Let erop dat die
niet nat of vochtig zijn. Daardoor wordt
de hitte beter geleid en kan u zich verbranden.
Zorg ervoor dat kinderen geen
hete pannen naar zich toe kunnen
trekken. Ze kunnen zich verbranden!
In de handel is er ter bescherming van
kleine kinderen een speciaal rooster
verkrijgbaar.
-
-
Gebruik het toestel niet om er voor
werpen op neer te zetten. Als u het
onverhoeds inschakelt of als het nog
warm is van een kookproces, bestaat
het risico dat het materiaal verhit. U kan
zich daaraan verbranden. Het materiaal
zelf kan ook smelten of vlam vatten.
Dek het toestel nooit met een doek
of folie af. Als u het onverhoeds in
schakelt, bestaat er brandgevaar.
-
Hou het toestel onder toezicht als u
heet vet of olie gebruikt. Oververhit
vet of olie kan ontvlammen. Daardoor
kan ook de wasemkap in brand gera
ken. Brandgevaar!
Als het vet of de olie toch eens zou
ontvlammen, probeer het dan niet
met water te blussen! Doe het vuur
stikken, bv. met een deken of met het
schuim van een brandblusser.
Flambeer nooit spijzen onder een
wasemkap. De ventilator zuigt de
vlammen aan zodat de wasemkap in
brand kan geraken.
-
-
-
Verwarm geen gesloten reci
piënten, bv. conservenblikjes, met
dit toestel. Door de opduikende over
druk kunnen de recipiënten of blikjes
springen. Er is dan risico van verbran
dingen en ander lichamelijk letsel!
-
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij een defect
Stelt u aan uw toestel een defect
vast, schakel dan eerst het toestel
en daarna ook de smeltveiligheden uit.
Doe vervolgens een beroep op de
technische dienst.
Zorg ervoor dat de smeltveiligheden in
geen geval opnieuw worden ingescha
keld voor de reparatie achter de rug is.
Hou er rekening mee dat ook
barsten en spleten in de glaskera
miek defecten zijn. Schakel het toestel
dan eveneens uit. Anders bestaat het
risico dat u elektrische schokken op
loopt.
-
Herstellingen mogen enkel door
een erkend elektricien worden uit
gevoerd. Door ondeskundige reparaties
kunnen er voor u als gebruiker grote
risico’s opduiken. Het toestel kan even
eens schade oplopen. Maak de om
manteling van het toestel in geen geval
open.
Laat u het kookvlak tijdens de ga
rantieperiode herstellen, dan mag
dat enkel gebeuren door een technicus
die door de fabrikant erkend is. Anders
is er bij schade achteraf geen aan
spraak meer op waarborg.
-
-
-
-
-
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Overige risico’s
Wees voorzichtig als u een stop
contact gebruikt dichtbij het kook
vlak. Het snoer van het toestel mag niet
met het kookvlak in aanraking komen.
De isolatie van de leiding kan bescha
digd worden. Er is risico van elektrische
schokken!
Verwarm de spijzen steeds vol
doende. Eventuele kiemen worden
enkel vernietigd indien de temperatuur
hoog genoeg en de programmaduur
lang genoeg is.
Gebruik geen kookgerei van kunst-
stof of aluminiumfolie. Dat gaat bij
hogere temperaturen smelten. Er is dan
ook brandgevaar!
Let vooral op kinderen. Hou ze van
het ingeschakelde toestel weg.
Geraakt een huisdier op het kook-
vlak, dan kan dat intussen een tiptoets aanraken zodat er een kookzone
wordt ingeschakeld. Hou huisdieren
dus van het toestel weg.
-
-
-
-
Is er onder het ingebouwde kook
vlak een lade aangebracht? Be
waar daarin dan geen ontvlambare
vloeistof noch brandbare voorwerpen
als bv. spraybussen. Is die lade met
een bestekinzet uitgerust, dan dient die
vervaardigd te zijn van tegen hitte be
stand materiaal.
-
-
-
11
Page 12
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild. Als u vra
gen heeft omtrent het afdanken van uw
oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard voor u
het laat wegbrengen.
-
12
Maak uw afgedankt toestel stroom
loos en verwijder al de elektrische
draden. Zo houden die bv. voor
spelende kinderen geen gevaar in.
-
Page 13
Voor het eerste gebruik
Informatie vooraf
Kleef het typeplaatje van uw toestel in
het daartoe voorziene vakje in de ru
briek "Typeplaatje"
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorg
vuldig en geef ze door aan wie het toe
stel eventueel na u gebruikt.
-
-
13
Page 14
Voor het eerste gebruik
Eerste schoonmaak en eerste
opwarming
Voor het eerste gebruik dient u het toe
stel met een vochtig doekje af te wissen
en daarna droog te wrijven.
Gebruik geen afwasmiddel. Daar
door kunnen er blauwige verkleu
ringen op het glas verschijnen.
-
-
De metalen onderdelen zijn beschermd
door een onderhoudsmiddel. Daarom
wordt er tijdelijk wat reuk gevormd als
-
het toestel voor het eerst opwarmt.
Die reuk en eventueel ook damp trek
ken gauw weg. Deze verschijnselen wij
zen niet op een verkeerde aansluiting
noch op een defect aan het toestel.
-
-
14
Page 15
Bediening
Sensortoetsen
Het bedieningsvlak van uw keramisch
kookvlak is uitgerust met elektronische
sensortoetsen. Zulke tiptoetsen reage
ren op het contact met uw vingers.
Door met een vinger de gewenste toet
sen aan te raken, bedient u de kookzo
nes. Bij elke reactie van de schakeltoet
sen hoort u een akoestisch signaal.
Let erop dat u telkens maar een en
kele sensortoets aanraakt (behalve
bij het uitschakelen van een kookzo
ne). Hou het bedieningsvlak ook vrij
van vuil. Leg er geen voorwerpen
op. Anders reageren de schakeltoetsen niet. Er kunnen eveneens verkeerde instellingen worden veroorzaakt. Eventueel wordt het kookvlak
dan automatisch uitgeschakeld. Zie
rubriek "Veiligheidsuitschakeling".
Zet in geen geval hete kookpannen
op het schakelvlak. De elektronica
die eronder zit, kan schade oplopen.
-
Inschakelen
Schakel eerst het kookvlak in en daarna
de gewenste kookzone.
-
Zo schakelt u het kookvlak in:
Raak het schakelvlakje AAN/UIT s
^
aan.
In de displays van al de kookzones ver
schijnt een 0. Stelt u verder niets in,
dan wordt het kookvlak ter wille van de
veiligheid na enkele seconden weer uit
-
geschakeld.
Zo schakelt u een kookzone in:
^ Stel, door de schakeltoets - of + aan
te raken, het gewenste vermogen in
tussen 1 en 9.
Zo u met - begint, kiest u voor koken
met automatische kookstart; zie rubriek
"Automatische kookstart". Zo u met +
begint, kiest u voor koken zonder automatische kookstart.
Wenst u nog een andere kookzone in
te schakelen, waarvoor de 0 reeds is
uitgegaan, raak dan eerst even - of +
aan. De 0 verschijnt en u kan, met of
zonder automatische kookstart, een
vermogen kiezen.
-
-
15
Page 16
Bediening
Instellingen
De instellingen zijn bij al de kookzones dezelfde:
saus aanmaken enkel met eigeel en boter
kleine hoeveelheden vloeibare spijzen opwarmen
gerechten die makkelijk aanbranden, warm houden
rijst laten zwellen
vloeibare en half vaste gerechten opwarmen
room en saus maken, bv. Hollandse saus
melkpap koken
een omelet of spiegelei zonder korst bakken
fruit stoven
diepvries ontdooien
groente en vis stoven
deegwaren, peulvruchten gaar koken
spijzen in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en
verder laten koken
vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten
braden en bakken zonder dat het vet oververhit wordt
pannenkoeken, flensjes e.d. bakken7 - 8
1 - 2
1 - 3
2 - 4
3 - 5
5
6 - 7
grote hoeveelheden water aan de kook brengen8 - 9
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale por
ties voor 4 personen. Zo de kookpan groter is, u zonder deksel kookt en meer spij
zen klaarmaakt, stel dan een hogere stand in. Maakt u minder klaar, stel dan een
lagere stand in.
16
-
-
Page 17
Bediening
Automatische kookstart
Is de automatische kookstart actief,
dan wordt de kookzone automatisch op
het hoogste vermogen opgewarmd.
Daarna wordt dat vermogen terugge
schakeld op de door u gekozen voort
kookstand. De kookstart hangt af van
de gekozen voortkookstand. Raad
pleeg de tabel.
Er worden hoge voortkookstanden aan
bevolen om te braden. Daarom zijn er
maar tamelijk korte kookstarttijden ver
eist om het vaatwerk op te warmen.
VoortkookstandKookstart in
minuten en
seconden (ca.)
11 : 20
22 : 45
34 : 05
45 : 30
-
-
-
Zo activeert u de automatische kook
start:
Zolang een 0 in het display van de
^
kookzone wordt verlicht, raakt u de
schakeltoets - aan tot de gewenste
voortkookstand verschijnt, bv. 6.
6.
-
-
Tijdens de kookstart wordt rechts naast
de voortkookstand een puntje verlicht.
Na afloop van de kookstarttijd gaat dit
lampje uit.
Tijdens de kookstart kan u de voortkookstand nog steeds met + of - verhogen of verlagen. De duur van de kookstart wordt dan overeenkomstig gewijzigd.
-
56 : 50
61 : 20
72 : 45
82 : 45
9-
17
Page 18
Bediening
De tweede verwarmingskring
mee inschakelen
Zo u gebruik maakt van grote kookpan
nen, kan u de kookzone vergroten bij
zones met twee cirkels.
Schakel de kookzone in en kies een
^
vermogen door - of + aan te raken.
Daarna raakt u het schakelvlakje n
^
aan om de tweede verwarmingskring
mee in te schakelen.
Zo er in het display van de kookzone
een 0 wordt verlicht, dan kan u ook
eerst het schakelvlakje n aanraken en
daarna een vermogen kiezen.
Dat de extra verwarmingskring inge
schakeld is, wordt aangeduid door het
overeenstemmende controlelampje.
-
5
n
De tweede verwarmingskring schakelt
u weer uit door nog eens het schakel
vlakje n aan te raken of door het dis
play van de kookzone weer op 0 te zet
ten.
-
-
-
-
18
Page 19
Bediening
Uitschakelen en aanduiding
resterende warmte
Zo schakelt u een kookzone uit:
Raak tegelijkertijd de schakelvlakjes
^
- en + van de uit te schakelen kook
zone aan.
In het display wordt enkele seconden
een 0 verlicht. Is de kookzone nog heet,
dan wordt daarna de resterende warm
te aangeduid.
-
h
Zo schakelt u het kookvlak uit:
^ Raak het schakelvlakje AAN-/UIT s
aan.
Daarmee zijn al de kookzones zijn uitgeschakeld. In de displays van de
kookzones die nog te heet zijn om ze
aan te raken, ziet u de aanduiding voor
resterende warmte.
De displays ter aanduiding van reste
rende warmte gaan pas uit zodra u de
kookzones zonder enig risico kan aan
raken.
Raak de kookzones niet aan zolang
de displays voor resterende warmte
worden verlicht. Leg er ook geen
voorwerpen op, die geen hitte kun
nen verdragen. Die kunnen ontvlam
men en u loopt het risico u te ver
branden!
Denk erom dat de displays voor res
terende warmte na een stroomonderbreking niet aangaan zelfs als de
kookzones nog heet zijn.
-
-
-
-
-
-
19
Page 20
Bediening
Kookgerei kiezen
Gebruik kook- en braadpannen met
–
een stabiele bodem die zich in kou
de toestand lichtjes naar binnen
welft. Als de bodem heet wordt, ligt
die dan mooi effen op de kookzone.
Oneffen panbodems vertragen het
kookproces.
koudheet
– Let erop dat de panbodem met het
formaat van de kookzone overeenstemt of iets groter is. Anders verspilt
u nodeloos warmte.
Hou ermee rekening dat bij pannen
vaak de maximumdiameter bovenaan wordt opgegeven. Wat telt, is
echter de meestal kleinere diameter
van de bodem.
Tips om stroom te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op
–
-
de pan. Zo vermijdt u dat er warmte
ontsnapt.
zonder dekselmet deksel
– Schakel de kookzone bij lange kook-
tijden reeds 5 à 10 minuten voor het
einde van die kooktijd uit. Zo benut u
de resterende warmte.
te kleingepast
20
Page 21
Beveiligingen
Vergrendelfunctie
Om te vermijden dat uw kookvlak en de
kookzones onverhoeds worden inge
schakeld of de instellingen ervan gewij
zigd, is uw toestel met een vergrendel
functie uitgerust.
De vergrendeling kan u zowel bij uitge
schakeld als ingeschakeld kookvlak ac
tiveren.
Activeert u de vergrendeling bij uitgeschakeld kookvlak, dan kan het kook
vlak niet meer worden ingeschakeld.
Zet u de vergrendelfunctie tijdens dewerking aan, dan kan u het toestel nog
enkel in beperkte mate bedienen:
– De vermogensstand van de kookzo-
nes kan u niet meer wijzigen.
– De kookzones en het kookvlak kan u
enkel nog uitschakelen, daarna echter niet meer inschakelen.
-
-
Zo zet u de vergrendeling aan:
Raak de tiptoets voor de vergrende
^
ling a zo lang aan tot het controle
lampje erboven aangaat.
-
Even later gaat dit lampje uit.
Het gaat weer aan, als teken voor ge
activeerde vergrendeling, indien u
de tiptoets voor de vergrendeling a
–
aanraakt.
iets wenst in te stellen.
–
-
Zo zet u de vergrendeling uit:
^ Raak het schakelvlakje voor de ver-
grendeling a zo lang aan tot het
controlelampje uitgaat.
Hou er rekening mee dat de vergrendeling door een stroomonderbreking uitgeschakeld wordt.
-
-
-
21
Page 22
Beveiligingen
Veiligheidsuitschakeling
Bij te lange werking
Uw kookvlak is ter wille van uw veilig
heid uitgerust met een uitschakelauto
matisme. Dit kan zijn nut bewijzen in
dien u bv. vergeet het kookvlak uit te
schakelen.
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie
tabel) op hetzelfde vermogen in wer
king? Dan wordt het kookvlak automa
tisch uitgeschakeld. De aanduiding
voor de resterende warmte wordt zicht
baar.
^ Wenst u de kookzone opnieuw te ge-
bruiken? Schakel die dan als gewoonlijk weer in.
-
-
-
-
-
VermogenMaximumtijd
werking in uren
110
25
35
44
53
62
-
72
82
91
22
Page 23
Beveiligingen
Bij bedekte sensortoetsen
Blijven een of meer schakeltoetsen
langer dan zowat 10 seconden bedekt
- bv. door uw vingers, overgekookte
spijzen, voorwerpen -, dan wordt het
kookvlak automatisch uitgeschakeld.
Tegelijk weerklinkt om de 30 seconden
een signaal. Dat duurt hoogstens 10
minuten. In het display van de bedekte
schakeltoetsen gaat een F knipperen:
Maak het bedieningsvlak schoon of
^
verwijder de voorwerpen die erop lig
gen.
Nu verstomt het signaal en wordt de F
gedoofd.
Schakel het kookvlak met de schakel
^
toets AAN/UIT s weer in. Daarna kan
u het weer gewoon gebruiken.
-
-
23
Page 24
Beveiligingen
Beveiliging tegen over
-
verhitting
Elke kookzone is voorzien van een
oververhittingsbeveiliging. Dat is een
onderdeel dat de interne temperatuur
beperkt. Het schakelt de verwarming
van de kookzone automatisch uit voor
dat de glaskeramiek oververhit geraakt.
Zodra de glaskeramiek afgekoeld is,
wordt de verwarming weer automatisch
ingeschakeld.
-
Het kan tot oververhitting komen als
de kookzone werd ingeschakeld zon
–
der kookpan erop,
er leeg vaatwerk wordt verwarmd,
–
de bodem van het vaatwerk niet
–
keurig effen op de kookzone ligt,
het vaatwerk de warmte slecht ge
–
leidt.
Dat de beveiliging gereageerd heeft,
merkt u aan het feit dat de verwarming,
zelfs in de hoogst mogelijke vermo
gensstand, in- en uitgeschakeld wordt.
-
-
-
24
Page 25
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een hoge
drukreiniger. De vloeistof kan het op
pervlak en onderdelen van het toe
stel beschadigen. Voor zulke scha
de is de fabrikant niet aansprakelijk.
Neem geen puntige voorwerpen om
de dichtingen tussen het glas en de
rand en / of tussen de rand en het
werkblad niet te beschadigen.
Gebruik nooit producten met een
schurend effect noch agressief reini
gingsmiddel als bv. grill- en oven
spray, vlek- en roestoplosmiddel,
schuurzand, krassende sponsjes.
Gebruik geen afwasmiddel. Daardoor kunnen er blijvende blauwige
verkleuringen op het glas verschijnen.
-
-
-
Neem bij toepassing van speciaal
reinigingsmiddel voor glaskeramiek
de opmerkingen van de fabrikant in
-
acht.
Als er nog resten van dat speciaal
reinigingsmiddel op het kookvlak
achtergebleven zijn, wis die dan met
een vochtige doek weg. Bij het op
warmen van de kookzones kunnen
die resten immers een bijtende wer
king hebben.
Wrijf het kookvlak na elke vochtige
schoonmaakbeurt goed droog.
Daarmee vermijdt u kalkresten.
Om te vermijden dat resten gaan inbranden, verwijdert u het vuil zo vlug
mogelijk. Als u een pan opzet, let er
dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
-
-
25
Page 26
Reiniging en onderhoud
Maak uw keramisch kookvlak geregeld
schoon, bij voorkeur na elk gebruik.
Laat het vlak daartoe afkoelen. Verwij
der al het grove vuil met een vochtige
doek. Vast eraan klevend vuil schraapt
u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig
schoon met enkele druppels speciaal
reinigingsmiddel voor glaskeramiek.
Gebruik daartoe wat keukenrol of een
zuivere doek. Zo verwijdert u ook kalk
resten, veroorzaakt door overgekookt
water, alsook metaalachtig glinsterende
vlekken (aluminiumresten).
Wis het vlak daarna vochtig af en wrijf
het ten slotte met een zuivere doek
droog.
Eventueel gebruikt u een reinigingsmiddel dat de glaskeramiek meteen ook
onderhoudt. Dat middel vormt een film
die water en vuil afstoot.
-
-
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kookvlak terechtgeko
men? Schakel de zone dan uit. Verwij
der de resten dadelijk grondig met een
glaskrabber zolang de zone nog heet
is. Ga voorzichtig te werk, u kan zich
daarbij verbranden.
Maak de kookzone verder schoon zo
dra die afgekoeld is. Zie hierboven.
-
-
-
-
26
Page 27
Herstellingen aan uw elektrische
toestellen mag u enkel door een er
kend elektricien laten uitvoeren.
Door ondeskundige reparatiewerk
zaamheden kunnen er voor de ge
bruiker grote risico’s opduiken.
Wat gedaan als . . .
Wat gedaan als . . . ?
... het toestel tijdens de werking
wordt uitgeschakeld en u in het dis
-
play van minstens een kookzone de
aanduiding van resterende warmte of
-
een knipperende F ziet opduiken en
-
eventueel een signaal hoort?
Waarschijnlijk was de werkingsduur te
lang of waren de tiptoetsen bedekt. Zie
rubriek "Veiligheidsuitschakeling".
-
. . . u het kookvlak of de kookzones
niet kan inschakelen?
Kijk eens na of
– de vergrendeling niet ingeschakeld
is. Om die uit te schakelen, leest u
het best de rubriek "Vergrendeling".
– de smeltveiligheden van uw elek-
trische installatie niet zijn uitgesprongen.
Is dat niet het geval, maak het toestel
dan ca. 1 minuut lang stroomloos.
Daartoe:
–
de smeltveiligheden die voor het
kookvlak bedoeld zijn,
of
–
de verliesstroomschakelaar
uitschakelen.
Kan u het toestel niet opnieuw in wer
king stellen nadat u de smeltveilig
heden of de verliesstroomschakelaar
weer hebt ingeschakeld? Doe dan een
beroep op een elektricien of op de
Technische Dienst van Miele.
-
-
... de verwarming van een kookzone
bij het hoogste vermogen in- en uit
geschakeld wordt?
De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd; zie gelijknamige rubriek.
... de inhoud van de kookpan bij de
automatisch kookstart moeilijk of
helemaal niet begint te koken?
Dat kan te wijten zijn aan het feit dat
– het kookgerei de warmte slecht ge-
leidt,
–
er grote hoeveelheden levensmid
delen werden verwarmd.
Kies een hogere voortkookstand of
breng de spijzen bij een hoog vermo
gen aan de kook en schakel daarna
manueel op een lagere stand.
-
-
-
27
Page 28
Wat gedaan als . . . ?
... de tiptoetsen al te gevoelig of hele
maal niet gevoelig reageren?
De gevoeligheid van de tiptoetsen is
ontregeld. U kan die als volgt corrige
ren:
Zorg er eerst voor dat er geen
–
rechtstreeks licht (zon- of kunstlicht)
op het kookvlak valt. De omgeving
van het kookvlak mag ook niet te
donker zijn.
Zorg ervoor dat noch heel het kook
–
vlak noch de tiptoetsen bedekt zijn.
Verwijder kookgerei en maak het
kookvlak vrij van restjes.
– Schakel de stroom ca. 1 minuut lang
uit.
-
Zodra er weer stroom is, wordt de ge
-
voeligheid van de tiptoetsen door de
elektronische besturing opnieuw inge
steld.
Duikt het probleem daarna weer op,
doe dan een beroep op de Technische
Dienst van Miele.
-
-
-
28
Page 29
Techniek
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het
stroomnet kan u het best aan een elek
tricien toevertrouwen, die de plaatse
lijke reglementering kent en nauwgezet
volgt.
Het verdient aanbeveling de aansluiting
via een stopcontact uit te voeren, daar
dit eventuele tussenkomsten van de
naverkoopdienst vergemakkelijkt.
Indien er een vaste aansluiting is voor
zien, moet die voor elke fase met een
stroomonderbreker uitgerust zijn. Als
stroomonderbrekers kan u schakelaars
gebruiken met een contactopening van
meer dan 3 mm, zoals automatische
schakelaars, smeltveiligheden en contactsluiters.
De vereiste gegevens over de aanslui-ting vindt u op het typeplaatje. Ga na
of deze gegevens met de spanning van
het net overeenstemmen.
-
-
-
Technische gegevens
Totale aansluitwaarde:
zie typeplaatje.
Elektrische aansluiting / smeltstop
pen:
zie montagehandleiding.
-
Het toestel mag enkel aan twee zijden
door wanden of meubels omgeven zijn,
hoger dan het toestel. Zie bijgevoegde
montagehandleiding.
29
Page 30
Techniek
Technische Dienst
Neem in geval van storingen waaraan u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rug
zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Typeplaatje
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
30
Page 31
31
Page 32
Wijzigingen voorbehouden / 5002
M.-Nr. 05 409 950 / V04
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100% chloorvrij gebleekte celstof bestaat
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.