Gaskookplaten
KM 2010 / 2011 / 2012 / 2013
KM 2030 / 2032 / 2033
KM 2050 / 2051
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 07 231 810
M Het apparaat is ook toegelaten voor gebruik in andere landen dan de landen
die op het apparaat vermeld staan. De specifieke uitvoering en de aansluitwijze
zijn van groot belang voor het goed en veilig functioneren. Neem daarom
contact op met de service-organisatie van de fabrikant in uw land als u het ap
paraat in een land wilt gebruiken dat niet op het apparaat vermeld staat.
D Das Gerät ist auch für den Gebrauch in anderen als auf dem Gerät
angegebenen Bestimmungsländer zugelassen. Die landesspezifische
Ausführung und die Anschlussart des Gerätes haben wesentlichen Einfluss auf
den einwandfreien und sicheren Betrieb. Für den Betrieb in einem anderen als
auf dem Gerät angegebenen Bestimmungsland wenden Sie sich bitte an den
für das Land zuständigen Kundendienst.
E El aparato está autorizado para el uso en países diferentes a los países de
destino indicados. La ejecución específica para cada país y el tipo de
conexión del aparato influyen de forma decisiva en el funcionamiento correcto
y seguro. Para el funcionamiento en un país diferente al país de destino
indicado en el aparato, consulte al Servicio Post-venta autorizado para el país.
F Cet appareil est également homologué dans des pays différents de ceux
mentionnés sur l’appareil. Pour que l’appareil fonctionne parfaitement et en
toute sécurité, il est important de disposer de l’exécution spécifique au pays et
du type de raccordement approprié. Pour le fonctionnement dans un pays
autre que celui spécifié sur l’appareil, veuillez vous adresser au service
après-vente du pays où sera installé l’appareil.
-
G This appliance can be used in countries other than those specified on the
appliance. It is, however, set up for connection to the gas and electricity
supplies in the countries specified. For use in other countries please contact
the Miele spare parts or customer service department in your country.
I L’apparecchio può essere usato anche in paesi diversi da quello indicato
sull’apparecchio stesso. Tuttavia, le varianti specifiche di un determinato paese
e il tipo di allacciamento alla rete hanno un’importanza fondamentale per il suo
sicuro e corretto funzionamento. Per questo se si vuole usare l’apparecchio in
un paese diverso rivolgersi al servizio di assistenza tecnica Miele del paese in
cui si intende usarlo.
U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires) desgewenst ook na
bestellen (zie "Bij te bestellen accessoires").
Wokring
Met de bijgeleverde wokring staat het kookgerei extra stevig op de brander. Dit
geldt met name voor woks met een ronde bodem.
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Dit apparaat voldoet aan de gelden
de veiligheidsvoorschriften. Onjuist
gebruik echter kan persoonlijk letsel
of beschadiging van het apparaat
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en mon
tagehandleiding aandachtig door,
voordat u het apparaat in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u be
langrijke instructies met betrekking
tot inbouw, veiligheid, gebruik en
onderhoud.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar!
-
-
-
Het apparaat is uitsluitend voor huis
~
houdelijk gebruik. Gebruik het alleen
voor de toepassingen die in deze ge
bruiksaanwijzing worden beschreven.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroor
zaakt door gebruik voor andere doel
einden dan hier aangegeven of door
foutieve bediening.
Dit apparaat mag alleen worden ge
~
bruikt door personen die in staat zijn
het apparaat veilig te bedienen en die
volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
-
-
-
-
-
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Houd kinderen in de gaten wanneer
~
deze zich in de buurt van het apparaat
bevinden. Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen.
Kinderen mogen het apparaat alleen
~
zonder toezicht gebruiken als ze weten
hoe ze het apparaat veilig moeten be
dienen. De kinderen moeten zich be
wust zijn van de gevaren van een fou
tieve bediening.
Het apparaat wordt tijdens het ge
~
bruik heet en blijft dat ook nog enige
tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd
kinderen op een afstand, totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er
geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
Bewaar geen voorwerpen die voor
~
kinderen interessant zijn in kastjes boven of achter het apparaat. De kinderen
klimmen anders misschien op het apparaat en kunnen zich er dan aan
branden.
-
-
-
-
Verpakkingsmateriaal (zoals folies
~
en piepschuim) kan gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Bewaar
het verpakkingsmateriaal dan ook bui
ten het bereik van kinderen en zorg dat
het zo snel mogelijk wordt afgevoerd.
-
Kinderen kunnen ook verbrandingen
~
oplopen als zij pannen van het appa
raat trekken. Bij de vakhandelaar is een
speciaal rek verkrijgbaar dat ervoor
zorgt dat kinderen niet meer bij het ap
paraat kunnen komen.
-
-
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Laat installatie-, onderhouds- en re
~
paratiewerkzaamheden uitsluitend door
vakmensen uitvoeren die door de fabri
kant zijn geautoriseerd. Ondeskundig
uitgevoerde werkzaamheden leveren
grote risico's op voor de gebruiker. De
fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk
worden gesteld.
Controleer het apparaat voor de in
~
bouw op zichtbare schade. Neem een
beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Een beschadigd apparaat kan uw vei
ligheid in gevaar brengen.
Voordat u het apparaat aansluit,
~
dient u de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje te vergelijken met de waarden van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen om beschadiging
van het apparaat te voorkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het ap-
~
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als
het wordt aangesloten op een aar
dingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan. Laat bij
twijfel de huisinstallatie door een vak
man inspecteren. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die wordt veroorzaakt door een
ontbrekende of beschadigde aard
draad (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
-
-
-
-
-
-
-
-
Alleen een erkend vakman mag het
~
apparaat plaatsen en aansluiten op het
gas- en elektriciteitsnet. Een vakman
kent de landelijke voorschriften en de
voorschriften van het energiebedrijf en
houdt zich daar strikt aan. Wanneer er
bij het inbouwen en aansluiten van het
apparaat fouten worden gemaakt, kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel
het gevolg van is.
Gebruik het apparaat alleen als het
~
is ingebouwd, zodat de veiligheid ge
waarborgd is.
Open in geen geval de ommanteling
~
van het apparaat. Wanneer onderdelen
worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
-
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als de aansluitkabel beschadigd is,
~
moet deze door een speciale kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) wor
den vervangen. Een dergelijke kabel is
verkrijgbaar bij Miele.
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor
den vervangen. Alleen van die onder
delen kan Miele garanderen dat zij aan
de veiligheidseisen voldoen.
Bij installatie-, onderhouds- en repa
~
ratiewerkzaamheden dient het apparaat
spanningsvrij te worden gemaakt. Het
apparaat is alleen dan spanningsvrij als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
– als de zekering van de huisinstallatie
er geheel is uitgedraaid.
– als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Het apparaat mag niet via een
~
verdeelstekker of verlengsnoer op het
elektriciteitsnet worden aangesloten.
Hiermee kan een veilig gebruik van het
apparaat niet worden gewaarborgd. Er
kan bijvoorbeeld oververhitting ont
staan.
-
-
-
-
Veilig gebruik
Het apparaat wordt bij gebruik erg
~
heet en blijft dat ook nog enige tijd na
het uitschakelen. Raak het apparaat
daarom niet aan, zolang het nog heet
is.
Trek altijd ovenwanten aan of ge
~
bruik pannenlappen als u met het hete
apparaat werkt. Zorg dat deze niet te
dicht bij de vlammen komen. Gebruik
dan ook geen al te grote pannenlap
pen, theedoeken of iets dergelijks. De
pannenlappen en dergelijke mogen niet
nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte
dan beter geleiden. U kunt zich
branden!
Verwarm geen dichte blikken en
~
dergelijke op de kookplaat. Er ontstaat
anders overdruk waardoor de blikken
uiteenspatten. U kunt zich dan branden
en letsel oplopen.
Gebruik dit apparaat niet om er een
~
ruimte mee te verwarmen. Door de
hoge temperaturen kunnen brandbare
voorwerpen in de buurt van het appa
raat vlam vatten. Bovendien wordt hier
door de levensduur van het apparaat
verkort.
Het apparaat mag niet in de open
~
lucht worden geplaatst en gebruikt.
Zorg dat alle branderdelen op de
~
juiste wijze zijn gemonteerd, voordat u
een brander ontsteekt.
-
-
-
-
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik op gaskookplaten alleen
~
pannen waarvan de bodemdiameter
niet groter of kleiner is dan in de ge
bruiksaanwijzing staat aangegeven (zie
ook de rubriek "De juiste pannen"). Als
de diameter te klein is, staat de pan
niet stevig genoeg. Is de diameter te
groot, dan worden de hete verbran
dingsgassen te ver naar de zijkant ge
voerd en kunnen het werkblad, een niet
hittebestendige wand of onderdelen
van de kookplaat beschadigd raken.
Voor schade die op deze wijze is ont
staan, kan de fabrikant niet aansprake
lijk worden gesteld.
Gebruik geen braadpannen, pannen
~
of grillstenen die zo groot zijn dat zij
meerdere branders bedekken. De
warmteophoping die hierdoor zou ontstaan, kan het apparaat beschadigen.
Zorg dat de vlammen van de
~
brander niet onder de pan vandaan komen.
-
-
-
-
Bewaar geen licht ontvlambare
~
voorwerpen in de buurt van het appa
raat.
Gebruik het apparaat niet als werk
~
blad. Als het apparaat per ongeluk
wordt ingeschakeld of als het nog heet
is, kunnen voorwerpen - afhankelijk van
het materiaal - heet worden, smelten of
vlam vatten.
Dek het apparaat nooit af met een
~
doek of iets dergelijks. Als het apparaat
nog heet is of wordt ingeschakeld, be
staat er brandgevaar.
-
Verwijder vetspatten en andere
~
brandbare verontreinigingen zo spoedig mogelijk van de kookplaat, anders
bestaat er brandgevaar.
Houd het apparaat goed in de gaten
~
wanneer u met olie of vetten werkt.
Oververhit vet en oververhitte olie kunnen vlam vatten. Daarbij kan ook de afzuigkap in brand raken. Brandgevaar!
-
-
-
Zorg dat op een ontstoken brander
~
altijd een pan staat. Een erboven ge
plaatste afzuigkap kan anders bescha
digd raken of vlam vatten.
Gebruik geen serviesgoed van
~
kunststof of aluminiumfolie, want dat
smelt bij hoge temperaturen. Brandge
vaar!
Plaats altijd de bijgeleverde pannen
~
drager. Het kookgerei mag niet recht
streeks op een brander worden gezet.
16
-
Mocht het vet of de olie vlam vatten,
~
gebruik dan nooit water voor het blus
sen! Doof de vlammen met een ge
schikte deksel, een vochtige doek of
iets dergelijks.
Flambeer nooit onder een afzuig
~
kap. Door de vlammen kan de afzuig
kap in brand vliegen.
Gebruik geen kookgerei met een te
-
~
dunne bodem. Verhit kookgerei nooit
leeg, tenzij de fabrikant van het kook
gerei een dergelijk gebruik uitdrukkelijk
toestaat. Het apparaat kan anders be
schadigd raken!
-
-
-
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voorkom dat zouthoudende ge
~
rechten of vloeistoffen op de kookplaat
terechtkomen. Gebeurt dat toch, dan
moeten deze stoffen meteen grondig
worden verwijderd, anders kan er cor
rosie optreden.
Plaats de pannendragers van boven
~
op de kookplaat, zodat er geen krassen
kunnen ontstaan.
Bij gebruik van een gaskookplaat
~
ontstaan warmte en vocht. Zorg daar
om voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat staat opge
steld. Open een buitenraam of zorg
voor mechanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).
Als u het apparaat lang en intensief
~
gebruikt, is het aan te raden de ruimte
extra te ventileren, bijvoorbeeld door
een buitenraam te openen of door de
afzuigkap op een hoge stand in te
schakelen.
Als u een stopcontact in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mogen de
aansluitkabels van de betreffende ap
paraten niet in aanraking komen met
het hete apparaat. De isolatie van de
kabels kan beschadigd raken, waar
door u een elektrische schok kunt krij
gen.
Zorg ervoor dat gerechten altijd vol
~
doende worden verhit. Eventuele bac
teriën in het eten worden alleen ge
dood, wanneer de temperatuur hoog
genoeg is (> 70 °C) en lang genoeg
wordt aangehouden (> 10 min.).
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Wanneer zich onder het apparaat
~
een schuiflade bevindt, zonder tussen
bodem, mogen daarin geen licht ont
vlambare stoffen of brandbare voor
werpen zoals spuitbussen worden be
waard. Een eventuele bestekbak moet
van hittebestendig materiaal zijn.
Gebruik voor het reinigen nooit een
~
stoomreiniger. De stoom kan in aanra
king komen met delen die onder span
ning staan en zo kortsluiting veroorza
ken.
Als het apparaat gedurende een on
~
gebruikelijk lange tijd niet is gebruikt, is
het aan te bevelen het apparaat grondig te reinigen voordat u het weer in
gebruik neemt. Laat de correcte werking van het apparaat zo nodig door
een vakman controleren.
Als dit apparaat binnen de garantie-
~
periode defect raakt, mag het alleen
door Miele worden gerepareerd, anders vervalt de garantie.
Als de "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen" niet worden opge
volgd, kan de fabrikant niet aanspra
kelijk worden gesteld voor schade
die daarvan het gevolg is.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal remt de afvalproductie en het ge
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw hande
laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
-
18
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
-
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede ty
peplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje
op de aangegeven plaats achter in uw
gebruiksaanwijzing.
-
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige
^
beschermfolies.
Reinig de afneembare delen van de
^
brander met een sponsdoekje, af
wasmiddel en warm water. Droog de
delen daarna weer af en zet de
brander vervolgens weer in elkaar
(zie het hoofdstuk "Reiniging en on
derhoud").
^ Neem het roestvrijstalen lekblad met
een vochtige doek af en maak het
vervolgens weer droog.
De metalen delen van het apparaat
zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje, waardoor bij het
eerste gebruik geurtjes kunnen ontstaan. Wanneer er geurtjes en damp
vrijkomen, betekent dat niet dat het
apparaat defect is of verkeerd is aan
gesloten. Ze verdwijnen na korte tijd.
-
-
-
19
Bediening
Met de bedieningsknop ontsteekt u het
gas en stelt u de gewenste stand in.
ß de gastoevoer is afgesloten
& grote vlam
/ kleine vlam
Schakel de branders uitsluitend in
door de knop in te drukken en naar
links te draaien. U schakelt de
branders uit door de knop naar
rechts te draaien.
Onderdelen van het apparaat kunnen beschadigd raken als u:
-de branders inschakelt zonder
te drukken,
-de branders inschakelt door de
knop naar rechts te draaien,
-de brander uitschakelt door
de knop naar links te draaien.
Voor schade als gevolg van een ver
keerde bediening kan de fabrikant
niet aansprakelijk worden gesteld.
Inschakelen
Ontsteek het gas door de betreffende
^
bedieningsknop in te drukken en
naar links op het grote vlamsymbool
te draaien.
Wanneer er een vlam te zien is, moet
^
u de bedieningsknop nog8-10se
conden ingedrukt houden. Laat de
knop vervolgens los.
Mocht de vlam weer uitgaan, zet de
^
bedieningsknop dan op "ß". Wacht
minstens 1 minuut voordat u opnieuw
probeert de brander te ontsteken.
Houd de bedieningsknop eventueel
iets langer ingedrukt.
^ Mocht de brander ook na een tweede
poging niet aangaan, zet de knop
dan op "ß" en zie het hoofdstuk "Nuttige tips".
Inschakelen bij een stroomstoring
Wanneer de stroom uitvalt, kunt u de
gasbrander met een lucifer aansteken.
^
Druk de bedieningsknop in en draai
deze naar links op het grote vlam
symbool.
^
Houd de knop ingedrukt en steek het
gas met een lucifer aan.
^
-
Houd de knop nog ca.8-10secon
den ingedrukt en laat hem dan los.
-
-
-
20
Bediening
Instellen
U kunt de branders traploos instellen
op een stand tussen de grootste en de
kleinste vlam.
Stel de brander zo in dat de vlammen
niet onder de pan vandaan komen.
Omdat de vlam aan de buitenkant heter
is dan in de kern moeten de punten van
de vlam de panbodem raken. De hitte
wordt anders aan de lucht afgegeven.
Bovendien kunnen de pangrepen be
schadigd raken en neemt de kans op
verbrandingen toe.
-
Uitschakelen
^ Draai de knop naar rechts op het
symbool "ß".
De gastoevoer wordt afgesloten en de
vlam gaat uit.
Wokring
Als u de bijgeleverde wokring gebruikt,
staat het kookgerei extra stevig. Dit
geldt met name voor woks met een ron
de bodem.
De wokring moet correct worden ge
plaatst, zodat de ring stabiel ligt en niet
kan verschuiven (zie ook de afbeel
ding).
-
-
-
21
De juiste pannen
BranderMinimale diameter
panbodem in cm
Sudderbrander10
Normaalbrander
Sterkbrander14
Wokbrander14
Maximale diameter
bovenkant pan in
Sudderbrander22
Normaalbrander
Sterkbrander24
Wokbrander24
– Gebruik een pan die qua diameter bij
de brander past. Algemene regel:
grote diameter = grote brander,
kleine diameter = kleine brander.
–
Plaats altijd de bijgeleverde pannen
drager. Het kookgerei mag niet
rechtstreeks op de brander worden
gezet.
12
cm
22
Gebruik bij voorkeur pannen met een
–
dikke bodem, omdat de warmtever
deling dan beter is. Bij pannen met
een dunne bodem bestaat het ge
vaar dat de gerechten plaatselijk
oververhit raken. Roer de gerechten
dan ook regelmatig om.
Voor gas zijn geen speciale pannen
–
nodig. Het materiaal moet alleen hit
tebestendig zijn.
Houdt u er rekening mee dat pan
–
nenfabrikanten vaak de diameter aan
de bovenkant vermelden. Van be
lang is echter alleen de bodemdia
meter.
– Gebruik alleen pannen waarvan de
diameter niet groter of kleiner is dan
in de tabel staat aangegeven. Als de
bodemdiameter te klein is, staat de
pan niet stevig genoeg. Is de
bovendiameter te groot, dan worden
de hete verbrandingsgassen te ver
naar de zijkant gevoerd en kunnen
het werkblad, een niet hittebestendige wand of onderdelen van de
kookplaat beschadigd raken. Voor
schade die op deze wijze is ont
staan, kan de fabrikant niet aanspra
kelijk worden gesteld.
-
-
-
-
-
-
-
-
–
Gebruik liever brede, lage pannen
dan smalle, hoge pannen. De inhoud
wordt dan sneller verhit.
22
–
Kook bij voorkeur met een deksel op
de pan. Op die manier voorkomt u
dat er onnodig warmte ontsnapt.
De juiste pannen
Wok
Een wok is een bijzondere pan met een
kleine bodemdiameter en een grote
bovendiameter (meestal 35 - 40 cm).
De wokbrander is ideaal voor dergelijke
pannen. De bodem van de wok mag
niet met de brander in aanraking ko
men. De afstand tot de brander moet
minstens 1 cm zijn.
-
Wokring
Als u de bijgeleverde wokring gebruikt,
staat het kookgerei extra stevig. Dit
geldt met name voor woks met een ron
de bodem.
De wokring moet correct worden ge
plaatst, zodat de ring stabiel ligt en niet
kan verschuiven (zie ook de afbeel
ding).
-
-
-
23
Veiligheidsuitschakeling
De thermo-elektrische vlambeveiliging
zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt
afgesloten, als de vlam uitgaat, bijvoor
beeld omdat deze uitwaait of omdat
een gerecht overkookt.
Om de brander weer in gebruik te
^
nemen, draait u de knop naar rechts
op "ß". Schakel de brander daarna
weer op de gewone manier in.
De vlambeveiliging functioneert los van
de stroomvoorziening. De beveiliging is
dus ook actief als u het apparaat tij
dens een stroomstoring gebruikt.
-
-
24
Reiniging en onderhoud
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van
,
het apparaat nooit een stoomreini
ger. Stoom kan in aanraking komen
met delen die onder spanning staan
en zo kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele apparaat na elk ge
bruik. Laat het apparaat eerst afkoelen.
Wrijf het apparaat na elke vochtige rei
niging droog. U voorkomt zo kalkafzet
ting.
Voorkom dat er zouthoudende ge
rechten of vloeistoffen op het lekblad
terechtkomen. Gebeurt dat toch, dan
moet u het lekblad meteen grondig reinigen om aantasting van het materiaal
te voorkomen.
-
-
-
Om beschadigingen aan de opper
vlakken te voorkomen, mogen de vol
gende middelen niet worden ge
bruikt:
soda-, ammoniak-, zuur- of chloride
–
houdende reinigingsmiddelen.
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
–
vlekken- en roestverwijderaars.
–
-
-
schurende reinigingsmiddelen, zoals
–
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid
del en reinigingssteen.
oplosmiddelhoudende reinigingsmid
–
delen.
– reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
– grill- en ovensprays.
– glasreinigers.
– schurende harde sponzen en
borstels, bijvoorbeeld pannensponsjes.
-
-
-
-
-
-
–
puntige voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen de lijst
en het werkblad niet beschadigd ra
ken).
-
25
Reiniging en onderhoud
Roestvrijstalen lekblad
Reinig het roestvrijstalen lekblad met
een sponsdoekje, een beetje afwasmid
del en warm water. Aangekoekte ver
ontreinigingen kunt u eerst laten inwe
ken.
Wrijf het lekblad na afloop met een
zachte doek droog.
U kunt eventueel ook het reinigingsmid
del voor keramische platen en roestvrij
staal gebruiken (zie "Bij te bestellen ac
cessoires"). Gebruik het middel uitslui
tend in slijprichting.
Gebruik op delen met een opdruk
geen reinigingsmiddel voor roestvrij
staal. Dergelijke middelen kunnen
de opdruk beschadigen. Reinig de
betreffende delen uitsluitend met
een sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water.
-
-
Pannendrager,
bedieningsknop
-
Verwijder de pannendragers. Reinig de
pannendragers en de knoppen met een
sponsdoekje, afwasmiddel en warm
water. Laat vastzittende verontreini
gingen eerst inweken.
Wrijf alles na afloop met een schone
-
doek droog.
-
Reinig de pannendragers niet in de
-
afwasautomaat!
-
U kunt het oppervlak extra tegen vervuiling beschermen als u het met een
speciaal onderhoudsmiddel voor roest
vrij staal inwrijft (zie "Bij te bestellen ac
cessoires").
Verdeel een kleine hoeveelheid van het
middel met een zachte doek gelijkmatig
over het gehele oppervlak.
26
-
-
Reiniging en onderhoud
Brander
Reinig de onderdelen van de
brander niet in de afwasautomaat!
Verwijder alle losse delen van de
brander en reinig deze uitsluitend
handmatig met een sponsdoekje, af
wasmiddel en warm water.
Wis de niet afneembare onderdelen
van de brander met een vochtige doek
af.
Wis de ontstekingselektrode en het
thermo-element voorzichtig af met een
goed uitgewrongen vochtige doek.
De elektrode mag niet nat worden,
anders wordt er geen vonk afgegeven.
Maak daarna alles met een schone
doek droog.
Zorg dat ook de gleuven in de brander
goed droog zijn.
Het oppervlak van de branderdop
pen wordt met de tijd iets matter. Dit
is normaal en heeft geen gevolgen
voor het gebruik van de kookplaat.
-
-
Sudder-, normaal- en sterkbrander in
elkaar zetten
^ Plaats de branderkop c zodanig op
de brandervoet d dat het
thermo-element e, de ontstekingselektrode f en de bouten g door de
gaten van de branderkop heen steken.
^ Leg de branderdop b zodanig op de
branderkop c dat zich de uitsparin
gen boven de bouten bevinden.
Draai de branderdop iets naar links
of naar rechts om de dop te vergren
delen.
Als u de dop correct heeft geplaatst,
kunt u de dop niet verschuiven.
-
-
Zorg dat de branderdelen na het reini
gen in de juiste volgorde worden terug
geplaatst.
-
-
27
Reiniging en onderhoud
Wokbrander in elkaar zetten
Plaats de branderkop c zodanig op
^
de brandervoet d dat het
thermo-element e en de ontstekings
elektrode f door de gaten van de
branderkop heen steken.
Plaats de branderring a.
^
Plaats de branderdop b.
^
-
Zorg dat de branderdelen na het reini
gen in de juiste volgorde worden terug
geplaatst.
-
-
28
Reparaties aan elektrische ap
,
paraten en gasapparaten mogen uit
sluitend door vakmensen worden
uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoer
de reparaties leveren gevaar op
voor de gebruiker.
Wat moet u doen als...
... de brander na enkele pogingen
niet ontsteekt?
Controleer of
– de brander op de juiste wijze in el-
kaar is gezet.
Nuttige tips
... de gasvlam na het ontsteken weer
-
uitgaat?
De vlammen moeten het
thermo-element raken, zodat het ele
ment heet genoeg wordt.
Als de vlammen het thermo-element
niet raken, controleer dan of
de onderdelen van de brander goed
–
geplaatst zijn.
het thermo-element verontreinigd is.
–
Verwijder eventuele verontreini
gingen voorzichtig (zie het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud").
... de elektrische vonkontsteking van
de brander niet meer werkt?
Controleer of:
-
-
– de gaskraan geopend is.
– de brander schoon en droog is.
– de gleuven in de brander schoon en
droog zijn.
–
de zekeringen van de huisinstallatie
zijn doorgeslagen. Als dit het geval
is, moet u contact opnemen met een
elektricien of met Miele. U kunt het
gas wel met een lucifer aansteken
(zie de rubriek "Inschakelen bij een
stroomstoring").
– de zekering van de huisinstallatie is
doorgeslagen. Waarschuw indien nodig een elektricien of Miele.
– zich verontreinigingen tussen de ont-
stekingselektrode en de branderdop
bevinden.
Verwijder eventuele verontreini
gingen voorzichtig (zie het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud").
–
het thermo-element verontreinigd is.
Verwijder eventuele verontreini
gingen voorzichtig (zie het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud").
... het vlammenbeeld van de brander
plotseling is veranderd?
Controleer of de branderdelen op de
juiste wijze in elkaar zijn gezet.
-
-
29
Bij te bestellen accessoires
Het Miele-assortiment omvat ook reinigings- en onderhouds
middelen die speciaal op de apparaten zijn afgestemd.
U kunt deze producten via internet bestellen.
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en
bij uw Miele-vakhandelaar.
Reinigingsmiddel voor keramische platen
en roestvrij staal 250 ml
Voor het verwijderen van grovere verontreinigingen, kalkvlek
ken en lichte verkleuringen
Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal 250 ml
Voor het eenvoudig verwijderen van waterstrepen, vlekken en
vingerafdrukken.
Het oppervlak blijft langer schoon
-
-
Universeel microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontrei
nigingen
30
-
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Om te voorkomen dat het apparaat
beschadigd raakt, moet het pas na
de montage van de bovenkastjes en
de afzuigkap worden ingebouwd.
De ruimte waar het apparaat wordt
~
geplaatst, moet een inhoud hebben van
minimaal 20 m
een deur of buitenraam dat geopend
kan worden.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loslaten of vervormen. Ook de
wandafdichtstrip moet hittebestendig
zijn.
Dit apparaat mag uitsluitend door
~
een vakman op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld een boot of camper)
worden ingebouwd en aangesloten.
Hierbij moet aan alle voorwaarden voor
een veilig gebruik worden voldaan.
Vanwege het eventuele overslaan
~
van de vlammen mag een gaskook
plaat niet meteen naast een friteuse
worden ingebouwd. Houd tussen de
genoemde apparaten een afstand aan
van ten minste 300 mm.
3
en voorzien zijn van
-
-
Het is niet toegestaan de kookplaat
~
boven koelapparatuur, afwas-, was- en
droogautomaten in te bouwen.
Zorg dat na de inbouw de gasslang
~
en de aansluitkabel niet met hete on
derdelen in aanraking komen. Door te
hoge temperaturen kunnen de slang en
de kabel beschadigd raken.
De aansluitkabel en de flexibele
~
gasaansluiting moeten zodanig worden
geplaatst dat deze niet in aanraking
kunnen komen met bewegende
keukenelementen (zoals een lade) en
niet worden blootgesteld aan mechani
sche belastingen.
De op de volgende bladzijden aan-
~
gegeven veiligheidsafstanden dienen
nauwkeurig te worden aangehouden.
Gebruik geen voegenkit en
~
soortgelijke producten, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting
van het apparaat is toereikend als afdichting tussen plaat en werkblad (zie
ook "Algemene inbouwaanwijzing").
Alle maten zijn in mm aangegeven.
-
-
31
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand boven het appa
raat
Tussen het apparaat en een erboven
gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door
de fabrikant is aangegeven. Is de betreffende informatie niet beschikbaar,
bijvoorbeeld bij een keukenplank, dan
moet de afstand bij licht ontvlambare
materialen ten minste 760 mm bedragen.
-
Als in de gebruiksaanwijzing of monta
gehandleiding van verschillende appa
raten (bijvoorbeeld een gaskookplaat of
een elektrische kookplaat) verschillen
de veiligheidsafstanden worden ge
noemd voor plaatsing onder een af
zuigkap, kies dan de grootste afstand.
-
-
-
-
-
32
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Het apparaat mag slechts aan één zij
kant en aan de achterkant aansluiten
op meubels of wanden die hoger zijn
dan het apparaat zelf (zie de afbeel
dingen).
Houd minimaal de volgende veilig
heidsafstanden aan:
100 mm rechts of links van de uitspa
–
ring ten opzichte van een ernaast
geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld
een hoge kast).
50 mm tussen de uitsparing en de
–
achterwand.
-
-
-
-
Aan te bevelen!
Niet toegestaan!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
33
Afmetingen
KM 2010 / KM 2011 / KM 2012 / KM 2013
15
0 50
0 30
c
650
480 - 490
a
217
560
520
35
b
ß R4
+
1
-
d
54
75
196
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2" ISO 7-1 (DIN 2999)
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm
34
243
c
KM 2030
15
c
0 50
750
Afmetingen
520
35
b
ß R4
480 - 490
560
a
0 30
217
196
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2" ISO 7-1 (DIN 2999)
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm
c
1
+
-
d
54
75
243
35
Afmetingen
KM 2032 / KM 2033
15
c
0 50
750
520
35
b
ß R4
480 - 490
560
a
0 30
217
196
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2" ISO 7-1 (DIN 2999)
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm
c
1
+
-
d
54
75
243
36
KM 2050 / KM 2051
15
900
Afmetingen
520
35
b
a Voorkant
c
0 30
0 50
196
480 - 490
a
217
860
c
ß R4
1
+
-
d
54
25
393
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2" ISO 7-1 (DIN 2999)
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm
37
Inbouwen
Uitsparing werkblad maken
Maak de uitsparing in het werkblad
^
volgens de maatschets.
Neem de minimale afstand tot de
achterwand in acht en tot een even
tueel aanwezige zijwand (rechts of
links). Zie ook het hoofdstuk "Veilig
heidsinstructies voor het inbouwen".
De snijvlakken van houten werk
^
bladen moeten met speciale lak, sili
conenkit of giethars worden afge
werkt om te voorkomen dat het werk
blad door vocht wordt aangetast. De
gebruikte materialen moeten hittebe
stendig zijn.
Wordt bij het inbouwen geconstateerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius
(ß R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
Gaskookplaat bevestigen
-
-
-
-
-
-
-
^ Leid de aansluitkabel van het appa-
raat door de uitsparing naar beneden.
^ Leg het apparaat los in de uitsparing.
^ Sluit het apparaat op het elektrici-
teitsnet aan (zie "Elektrische aansluiting").
^ Sluit het apparaat op de
gasvoorziening aan (zie "Gasaansluiting").
38
^
Bevestig het apparaat met de bijge
voegde profielen.
-
Algemene inbouwaanwijzing
Werkblad met tegels
Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting
onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen plaat en
werkblad.
Gebruik nooit kit tussen de lijst van
het apparaat en het werkblad!
Anders kan het apparaat later - voor
servicedoeleinden - alleen nog met
moeite uit het werkblad worden ge
haald. Lijst en werkblad kunnen
daarbij beschadigd raken.
-
De voegen a en het gearceerde gedeelte onder de rand moeten glad en
vlak zijn, zodat de lijst gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van
het apparaat voldoende afdicht.
39
Elektrische aansluiting
Aansluiting op een geaard stopcontact
wordt aanbevolen, omdat dat eventuele
werkzaamheden van de technicus ge
makkelijker maakt. Het stopcontact
moet ook na het inbouwen toegankelijk
zijn.
-
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor directe of indi
recte schade als gevolg van ondes
kundig inbouwen of door een ver
keerde aansluiting.
-
-
-
Wordt de stekker verwijderd, dan mag
het apparaat uitsluitend door een er
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Deze is op de
hoogte van de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het plaatselijke
energiebedrijf. Het apparaat mag al
leen worden aangesloten op een huis
installatie die volgens alle geldende
voorschriften is geïnstalleerd.
Is het stopcontact niet toegankelijk of is
er sprake van een vaste aansluiting,
dan moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand
moet minimaal 3 mm bedragen. Geschikt zijn zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais (EN 60 335).
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre
quentie) op het typeplaatje te verge
lijken met de waarden van het elektrici
teitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
-
-
-
-
De fabrikant kan bovendien niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die wordt veroorzaakt door
een ontbrekende of beschadigde
aarddraad (bijvoorbeeld een elek
trische schok).
Na inbouw moet zijn gewaarborgd
dat onder spanning staande delen
niet kunnen worden aangeraakt.
Aansluitwaarde
zie typeplaatje
Aansluiting
AC230V/50Hz
Zekering: 10 A (type B of C)
-
Aardlekschakelaar
-
Voor extra veiligheid wordt in de
EU-voorschriften en -richtlijnen voor Ne
derland geadviseerd om de huisinstal
latie van een aardlekschakelaar te voor
zien (30 mA).
-
-
-
-
40
Elektrische aansluiting
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij wor
den gemaakt, ga dan, afhankelijk van
de situatie, als volgt te werk:
Bij zekeringen:
–
Draai de zekering los en haal deze
uit de houder.
Bij een zekeringsautomaat:
–
Druk op de testknop (rood) totdat
de middelste knop (zwart) eruitspringt.
Bij een inbouwzekeringsautomaat:
–
(zelfuitschakelaar, min. type B of C)
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit).
– Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingeschakeld.
Aansluitkabel vervangen
De aansluitkabel mag alleen door een
speciale kabel van het type H 05 VV-F
(PVC-isolatie) worden vervangen. Een
dergelijke kabel is verkrijgbaar bij
Miele.
De aansluitkabel mag alleen door
Miele, door een door Miele
geautoriseerde technicus of door een
erkend elektricien worden vervangen.
De aansluitwaarden vindt u op het type
plaatje.
-
41
Gasaansluiting
Alleen een erkend installateur mag
het apparaat aansluiten op gas. De
installateur is ervoor verantwoorde
lijk dat het apparaat op de plaats
van opstelling goed functioneert. Al
leen Miele mag het apparaat aan
passen aan een andere gassoort.
De gasaansluiting moet zo zijn ge
plaatst dat men het apparaat binnen
of buiten het keukenmeubel kan
aansluiten. De gaskraan moet zicht
baar en toegankelijk zijn, eventueel
na het openen van de deur van het
keukenmeubel.
Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf
welke gassoort u heeft. Vergelijk dit
met de gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat moet volgens alle geldende voorschriften en richtlijnen
worden aangesloten. Hierbij dient
ook rekening te worden gehouden
met voldoende ventilatie.
-
-
-
De gasaansluiting moet zodanig zijn
aangebracht dat deze niet wordt be
schadigd door de hitte die het appa
raat afgeeft als het aan staat. Met
-
-
name gasleidingen en de gaskraan
mogen niet in aanraking komen met
hete verbrandingsgassen.
De gasslang en het aansluitsnoer
mogen niet in aanraking komen met
onderdelen van het apparaat die bij
gebruik heet worden, omdat ze door
die hitte beschadigd kunnen raken.
Een flexibele aansluiting moet zodanig worden geplaatst dat deze niet
in aanraking kan komen met bewegende keukenelementen (zoals een
lade).
Na inbouw van het apparaat moet
het apparaat (zo nodig) op de
gassituatie ter plaatse worden ingesteld.
Controleer ten slotte de gasaanslui
ting op dichtheid.
-
-
-
42
Gasaansluiting
Het apparaat is geschikt voor aardgas
en vloeibaar gas.
Het apparaat voldoet aan de eisen van
categorie EN 30: NL II2L3
BP 25/28-30 mbar.
Het apparaat is in de fabriek ingesteld
op aardgas (zie de sticker op het appa
raat).
Voor omschakeling op vloeibaar gas
(butaan of propaan) worden de juiste
inspuiters bijgeleverd. De nominale
gasdruk voor vloeibaar gas moet liggen
tussen 28-30 mbar.
Als de benodigde inspuiters niet zijn
bijgevoegd, neem dan contact op met
uw vakhandelaar of met Miele.
Hoe het apparaat aan een andere gassoort kan worden aangepast, staat in
het hoofdstuk "Aanpassen aan een andere gassoort".
Aansluiting op het apparaat
Het apparaat heeft een conische
1/2"-aansluiting. Er zijn twee aansluit
mogelijkheden:
een vaste aansluitleiding
–
een flexibele aansluitleiding
–
die aan alle eisen en voorschriften
voldoet
-
Een flexibele leiding mag niet langer
zijn dan 2 m.
Om lekkage te voorkomen, moeten ge
schikte afdichtmiddelen worden ge
bruikt!
-
-
-
43
Brandervermogen
Nominale belasting bij alle gassoorten op de hoogste stand
BranderGassoortKM 2010 / KM 2011KM 2012 / KM 2013 /
KM 2030
kWg/hkWg/h
Sudderbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
WokAardgas
TotaalAardgas
BranderGassoortKM 2032 / KM 2033 / KM 2050 / KM 2051
Sudderbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
WokAardgas
TotaalAardgas
Aardgas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Vloeibaar gas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Vloeibaar gas
Vloeibaar gas
1,0
1,0
1,75
1,75
2,6
2,6
-
-
7,1
7,1
-
73
-
127
-
189
-
-
-
517
kWg/h
1,0
1,0
1,75
1,75
2,6
2,6
3,80
3,80
10,9
10,9
1,0
1,0
1,75
1,75
-
-
3,80
3,80
8,3
8,3
73
127
189
277
793
-
73
-
127
-
-
-
277
-
604
-
-
-
-
-
44
Brandervermogen
Nominale belasting op de laagste stand
BranderGassoortKM 2010 / KM 2011KM 2012 / KM 2013 /
KM 2030
kWkW
Sudderbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
WokAardgas
BranderGassoortKM 2032 / KM 2033 / KM 2050 / KM 2051
Sudderbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
WokAardgas
Aardgas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Aardgas
Vloeibaar gas
Vloeibaar gas
0,25
0,25
0,35
0,35
0,50
0,60
-
-
0,25
0,25
0,35
0,35
0,50
0,60
1,10
1,10
kW
0,25
0,25
0,35
0,35
0,50
0,60
1,10
1,10
45
Aanpassen aan een andere gassoort
De aanpassing aan een andere gassoort mag alleen door een technicus
,
van Miele worden uitgevoerd.
Tabel voor de inspuiters
Bij aanpassing aan een andere gassoort moeten de grote en de kleine inspui
ters van de brander worden vervangen.
Grote inspuiter ØKleine inspuiter Ø
Aardgas
Sudderbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
Wok
Vloeibaar gas
Sudderbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
Wok
De boringsdiameter van de inspuiters is in mm aangegeven.
0,73
0,98
1,16
1,43
0,50
0,65
0,78
0,98
0,39
0,42
0,54
0,80
0,27
0,32
0,40
0,54
-
46
Aanpassen aan een andere gassoort
Inspuiters vervangen
Maak de kookplaat spanningsvrij.
De grote inspuiters vervangen
Verwijder de branderdop b,de
^
branderring a (wok) en de brander
kop c.
Schroef met een sleutel de grote in
^
spuiter h los.
Plaats de juiste inspuiter (zie tabel)
^
en draai deze vast.
^ Verzegel de inspuiters daarna met
zegellak, om te voorkomen dat de inspuiters per ongeluk worden losgedraaid.
Sudder-, normaal- en sterkbrander
-
-
Wokbrander
47
Aanpassen aan een andere gassoort
De kleine inspuiters vervangen
(alle branders)
Om de kleine inspuiters te kunnen ver
vangen, moet de bovenkant van het ap
paraat worden verwijderd.
Draai de schroeven van de branders
^
los.
Trek de bedieningsknoppen van de
^
branders eraf (naar boven toe).
Verwijder de bovenkant van het ap
^
paraat.
Verwijder de ontstekingsschakelaar
^
a.
^ Draai de inspuiter b met een kleine
schroevendraaier los.
^ Verwijder de inspuiter met een punt-
tang.
^ Plaats de juiste inspuiter (zie tabel)
en draai deze vast.
^ Verzegel de inspuiters daarna met
zegellak, om te voorkomen dat de in
spuiters per ongeluk worden losge
draaid.
-
-
-
-
a
b
-
48
Aanpassen aan een andere gassoort
Na het aanpassen
Plaats alle branderdelen in omge
^
keerde volgorde terug.
Controleer alle gasleidingen op dicht
^
heid met lekzoekspray. Controleer de
correcte werking van de branders
door deze aan te steken (zonder de
bovenkant van het apparaat terug te
plaatsen). Steek de branders met
een lucifer aan.
Verwijder opnieuw de losse brander
^
delen.
Plaats de bovenkant van het appa
^
raat terug.
^ Schroef de brandervoeten vast en zet
de branders in elkaar. Let op de
juiste volgorde!
-
-
-
-
^ Plaats de bedieningsknoppen terug.
^ Controleer of de branders correct
functioneren.
Op de laagste stand mag de vlam niet
doven, ook niet wanneer u de knop snel
van de grote naar de kleine vlam draait.
Op de hoogste stand moet de brander
een duidelijk zichtbare kern hebben.
^
Plak de sticker die bij de inspuiters
wordt geleverd over de sticker op het
apparaat waarop de gassoort staat.
49
Klantcontacten / typeplaatje
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
–
de afdeling Klantcontacten van Miele.
–
De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten
welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt
u op het typeplaatje.
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wenden
tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwijzing.
50
51
Wijzigingen voorbehouden / 4808
M.-Nr. 07 231 810 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.