vrijstaande koelkasten
K 3114 S
K 3211 S
K 3214 S
K 3512 S
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.M.-Nr. 05 233 011
b Knop aan/uit en temperatuurregeling
c Binnenverlichting
d Legplaten (roosters of glazen platen)
e Flessenrek (naar gelang van het
model)
f Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
g Fruit- en groentebakken
4
h Boter- en kaasvak
i Eierrekje
j Deurrekken
k Flessenhouder (volgens het model)
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo wordt vermeden dat er koelmiddel uit het koelcircuit of olie uit de
compressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard.
Hou bij het afdanken van uw oud toestel ook rekening met de ‘Opmerkingen
omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de
gebruiker gevaar lopen en het
toestel beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden om levensmiddelen te
koelen en te bewaren.
Alle andere toepassingen zijn ongeoorloofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
Technische veiligheid
Dit toestel bevat het koelmiddel iso-
butaan R600a. Dat is een natuurlijk
gas dat heel weinig milieubelastend is.
Het is evenwel brandbaar. Het brengt
echter geen schade toe aan de ozonlaag. Het vergroot evenmin het broeikaseffect.
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel
toe te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze gevolgen zijn jammer genoeg niet te vermijden. Ze beïnvloeden echter niet het vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
– vermijd dan open vuur of vonken,
– trek de stekker uit het stopcontact,
– laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
– en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar gasluchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgegevens op het typeplaatje met de gegevens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut overeenstemmen om schade aan uw toestel te vermijden. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw installateur.
3
ruim te zijn. Hoeveel
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aangesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw
installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiksaanwijzing monteert en aansluit.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een <M>schip, laat dit karwei dan
enkel uitvoeren door vakmensen. Die
moeten ervoor zorgen dat u het toestel
veilig kan gebruiken.
Installatiewerk en herstellingen
mag u enkel door erkende vakmensen laten uitvoeren. Door ondeskundige installaties of reparaties kunnen er
niet te onderschatten risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt. Daarvoor
is de fabrikant niet aansprakelijk.
Het toestel is pas stroomloos in-
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
– u hebt de stekker van het toestel uit
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
– u hebt de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen verlengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
Gebruik
Bewaar in uw toestel geen explo-
sieve stoffen. Zodra de thermostaat inschakelt, kunnen er dan vonken
ontstaan. Die kunnen bepaalde vonkgevoelige mengelingen doen ontploffen.
Alcohol met hoog gehalte mag u
enkel goed afgesloten en rechtop
in het koelzone bewaren. Er is anders
explosiegevaar!
Zo u te lang bewaarde levensmid-
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat factoren af. Onder meer van de mate waarin de levensmiddelen vers en degelijk
zijn, maar ook van de bewaartemperatuur. Hou de bewaartips en de opgegeven bewaarduur van de voedselfabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en
raakt het toestel volledig defect.
Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toe-
stel. Anders gaat de kunststof stuk.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af. Anders is er geen
onberispelijke luchttoevoer meer gewaarborgd. Het stroomverbruik stijgt en
er kan schade optreden aan bepaalde
onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daardoor kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooi-
en en schoon te maken in geen geval een toestel met stoom onder druk.
De stoom kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot van uw oude koel-
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
– de koelmiddelkanaaltjes van de ver-
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen niet in acht werden genomen.
8
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebehoren schoon. Gebruik daar lauw water voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Het toestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
trek de stekker uit het stopcontact,
Het toestel inschakelen
Draai de knop aan/uit met een geldstuk naar rechts van de stand ‘0’ weg.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u hem stuk.
Het toestel begint te koelen en het licht
in de koelruimte gaat aan telkens als
de toesteldeur opengaat.
Het toestel uitschakelen
Draai de knop aan/uit met een geldstuk naar links in de stand ‘0’.
De koeling en de verlichting worden uitgeschakeld.
maak het toestel schoon,
laat de toesteldeur op een kier om
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwezigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo’n geval is er
risico op schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
9
De juiste temperatuur
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste temperatuur in te stellen. Door micro-organismen bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft invloed op de snelheid waarmee de
micro-organismen aangroeien. Hoe
lager de temperatuur, hoe trager dat
proces. Daarom bevelen wij een koel-
temperatuur van 5 °C in het midden
van het toestel aan.
De temperatuur instellen
De temperatuur kan u met de temperatuurregelknop instellen.
Draai de temperatuurregelknop met
een geldstuk naar rechts in een bepaalde stand.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
– u de toesteldeur vaker opent en lan-
ger laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u hem stuk.
Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur in het toestel.
Aanbevolen wordt een stand ergens in
het midden.
10
De levensmiddelen zinvol schikken
De levensmiddelen zinvol schikken
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelzone verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen
bij het schikken van levensmiddelen!
De koudste zones bevinden zich aan
achterwand en boven de groentebakken. Benut deze laatste zone voor eetwaar die makkelijk bederft. Bv. vlees,
worst en vis.
De warmste zone vindt u helemaal boven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leggen zodat het aroma wordt bewaard.
Aanbevolen schikking
Plaats op de legroosters / legplaten
van boven naar onder:
gebak, kant-en-klaargerechten, zuivel, vlees, vis en worst.
In de groentebakken schikt u sla,
groente en fruit.
Sommige fruit- en groentesoorten
bewaart u beter niet samen in dezelfde bak. Door uitwasemingen
van natuurlijk gas wordt de houdbaarheid van andere levensmiddelen immers beïnvloed. Voorbeelden
daarvan vindt u onder ‘Koelen en
bewaren’.
In de toesteldeur legt u van boven
naar onder:
boter, kaas, blikjes, flesjes, tubes,
grote flessen, kartonnetjes fruitsap
en melk.
Bewaar tafelolie liever niet in de
deur van de koelkast. Eventueel gemorste olie kan op den duur scheurtjes veroorzaken in de kunststof.
11
De binnenruimte aanpassen
De binnenruimte aanpassen
De legroosters / legplaten
verplaatsen
De legroosters en -platen kan u volgens de hoogte van de recipiënten verplaatsen.
Trek het rooster / de plaat tot aan de
aanslag naar voren en til het/hem
vooraan op om het/hem uit te nemen.
Zet het legrooster / legplaat er met
de achterste opstaande rand naar
boven toe op de gewenste plaats
weer in.
Die opstaande rand dient naar boven te wijzen opdat de eetwaar de
rugwand niet aanraakt noch eraan
vastvriest.
Legrooster / -plaat in 2 delen
(naar gelang van het model)
Deur- en flessenrekken
verplaatsen
Schuif het rek naar boven toe en
neem het er naar voren uit.
Zet het rek er naar believen weer ergens in. Druk het juist en stevig op
de nokken.
De flessenhouder verschuiven
De flessenhouder kan u naar links of
rechts verschuiven. Daardoor hebben
de flessen bij het openen en sluiten
van de toesteldeur meer houvast.
Glazen legplaat
Om hoge recipiënten te plaatsen, is er
een legplaat in 2 delen. Daarvan kan u
het voorste deel uitnemen. Zo kan u op
de legplaat eronder hogere recipiënten
plaatsen.
Legrooster
Om hoge recipiënten te plaatsen, is er
een legrooster waarbij u een klein gedeelte opzij kan opklappen.
12
Levensmiddelen koelen en bewaren
Levensmiddelen koelen en bewaren
Belangrijke tips
Benut steeds de temperatuurverschillen bij het bewaren van eetwaar. Hou de aanbevelingen omtrent de schikking in acht!
– De eetwaar mag de rugwand niet
aanraken. Die kan eraan vastvriezen.
– Bewaar geen explosieve stoffen
noch producten met brandbaar drijfbas (bv. slagroom- en spraybussen)
in de koelkast. Ontploffingsgevaar!
Levensmiddelen die niet geschikt
zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
– fruit dat nog moet narijpen.
– aardappelen
– harde kaas (parmezaan)
– Alcohol met een hoog gehalte mag u
enkel rechtop en goed dicht in het
toestel plaatsen.
– Laat warme spijs en drank eerst af-
koelen voor u ze in het toestel zet.
– Bewaar eetwaar enkel verpakt of met
een deksel erover. Zo vermijdt u reukoverdracht en uitdroging.
Groente en fruit kan u wel onverpakt
bewaren in de groentebakken.
– Leg de eetwaar niet te dicht bijeen.
Dan kan er lucht rond circuleren
– Doe de deur steeds maar eventjes
open. Dan dringt er geen warmte
naar binnen en spaart u stroom!
Sommige groentesoorten wasemen
een natuurlijk gas uit, dat het verouderingsproces versnelt. Sommige fruit- en
groentesoorten zijn daar erg gevoelig
aan. Daarom zou u sommige fruit- en
groentesoorten beter niet samen in de
groentebak bewaren.
Voorbeelden van fruit dat heel wat natuurlijke gassen verspreidt:
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koelzone rijm en waterdruppels vormen. Die
hoeft u niet te verwijderen. De koelzone
ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
14
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
‘schuurmiddelvrije’ schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terechtkomt in de elektronische bediening
noch in de verlichting.
Door het afvoergaatje voor het dooiwater mag u geen sop laten lopen.
Gebruik nooit stoomreinigers. De
stoom kan toestelonderdelen aanraken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
Voor het schoonmaken
Schakel het toestel uit door de knop
aan/uit op ‘0’ te draaien.
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar die op een koele plaats.
Neem alle onderdelen die u kan uitnemen, uit om ze schoon te maken.
Schoonmaken
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser. Het botervlootje
kan u wel in de afwasautomaat zetten.
Maak de koelzone minstens eens
per maand schoon.
Maak het geultje voor het dooiwater
alsook het afvoerbuisje vaker schoon
met een staafje. Zo kan het dooiwater steeds ongehinderd weglopen.
Spoel de buitenwanden, binnenruimten en het toebehoren daarna met
helder water af. Wrijf alles met een
doek droog. Laat de toesteldeur
even openstaan.
Ventilatieroosters
Maak de ventilatieroosters geregeld
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na verloop van tijd poreus.
Maak de deurdichting geregeld met
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
15
Schoonmaken
Achterzijde - metalen rooster
Stof het metalen rooster op de rugzijde van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van
het metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen aftrekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in het
toestel.
Schakel het toestel in met de knop
aan/uit.
Leg de levensmiddelen weer in het
toestel en sluit de toesteldeur.
16
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toestellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kunnen er ernstige risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . er na het inschakelen van het toestel, vooral na het eerste gebruik, ongewone geluiden waar te nemen zijn?
Schakel het toestel eerst uit om na te
gaan wat volgt:
Staat het toestel stevig en waterpas ?
Gaan de meubels naast het toestel
niet trillen als de compressor draait?
Kunnen alle onderdelen aan de ach-
terzijde van het toestel vrij bewegen?
Hebt u de snoerhouder van de rugzij-
de verwijderd? Die kan anders trilgeluiden teweegbrengen.
Wat gedaan als ...?
. . . het toestel niet koelt?
Zie na of de temperatuurregelknop
op een andere stand staat als ‘0’.
Zit de stekker van het toestel wel stevig in het stopcontact?
Zijn de smeltstoppen van uw huisinstallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
. . . de temperatuur in de koelzone te
koud is?
Zet de temperatuurregelknop op een
kleiner getal.
. . . de compressor vaker en langer
ingeschakeld wordt?
Zijn de ventilatieroosters niet geblokkeerd of zitten ze niet onder het stof?
Zit het metalen rooster (warmtewisselaar) op de rugzijde van het toestel
niet onder het stof?
De toesteldeur werd vaak geopend.
Kan de toesteldeur wel goed dicht?
Zitten de uitneembare onderdelen
juist in het toestel?
Kunnen flessen of recipiënten elkaar
niet raken?
Bedenk wel dat motor- en stromingslawaai in het koudecircuit niet te vermijden valt.
17
Wat gedaan als ...?
. . . de binnenverlichting in de koelzone niet meer werkt?
Staat de temperatuurregelknop op
een andere stand dan ‘0’?
Zo ja, dan is het lampje defect.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de overeenkomstige smeltstoppen uit.
Druk het lampdeksel samen zodat
het los raakt. Haak het achteraan uit.
Draai het lampje uit en vervang het.
Gegevens:
220 – 240 V, max. 25 W, fitting E 14
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken? Doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeur bij voorkeur
niet open tot de storing werd verholpen. Zo beperkt u koudeverlies.
Draai de nieuwe lamp in. Zorg ervoor dat de dichting goed zit.
Haak het lampdeksel achteraan en
opzij weer in.
. . . de bodem van de koelzone nat
is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is
verstopt.
Maak het afvoergeultje en -buisje
voor het dooiwater schoon.
18
Technische dienst
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
of
de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het typeplaatje binnen in het toestel.
19
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom 220240 V, 50 Hz. Dit toestel mag enkel op
een degelijk geaard stopcontact worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk
te zijn.
Gebruik om het toestel op het stroomnet aan te sluiten, geen verlengsnoeren. Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
Dient het aansluitsnoer te worden vervangen, dan mag dat enkel worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
20
Opstellen
Zet boven op het toestel geen
apparaten die warmte afgeven, bv.
broodroosters of microgolfovens. Er
wordt dan meer stroom verbruikt!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis, een radiator of bij een venster
vlak in de zon. Hoe hoger de kamertemperatuur oploopt, hoe langer de compressor draait en hoe meer stroom er
wordt verbruikt. Geschikt is een droog,
goed verlucht vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die temperatuur
dient binnen zekere grenzen te blijven.
De klimaatklasse vindt u terug op het
typeplaatje binnen in het toestel.
Opstellen
Transportbeveiliging van het
deurhandvat
Als u de toesteldeur voor het eerst
opent, hoort u een knak. Dat betekent
dat de handgreep van de transport- in
de gebruiksstand valt. Nu staat het
handvat wat verder van het toestel weg
als tevoren.
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouder van
de achterzijde van het toestel.
Zie na of alle onderdelen aan de achterzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voorzichtig van mekaar weg.
Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats.
Het toestel waterpas zetten
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Ligt de kamertemperatuur lager, dan
blijft de compressor langer stilstaan.
Daardoor kan de temperatuur in het toestel gaan stijgen.
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom mag u de
ventilatieroosters niet afdekken. Dan
blijft een onberispelijke ventilatie gewaarborgd.
Stof de ventilatieroosters ook geregeld af.
Zet het toestel aan de verstelbare
voetjes stevig waterpas. Gebruik
daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
21
De deurscharnieren verwisselen
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met scharnieren aan de rechterkant. Moet de
deur naar links opengaan, dan kan u
de scharnieren van kant verwisselen.
Maak de toesteldeur open.
Draai de bovenste scharniertap b
met de inbussleutel (deel van de bijgeleverde dopsleutel) uit. Draai de
tap aan de andere zijde van het toe-
Druk de sokkelplint b er met een
schroevendraaier uit en zwenk die
langs voren weg.
Druk het afdekplaatje c er met de
schroevendraaier uit. Doe de toesteldeur nu dicht.
Draai de schroef d uit.
Trek het scharnier e er met de
scharnierbout
zwenk het naar voren en neem het af.
f langs onder uit,
stel weer in.
Hef het afstandsstuk c met behulp
van een schroevendraaier uit. Zet alles terug aan de overkant.
Hef de dop d uit het gaatje voor de
scharniertap in de toesteldeur. Zet er
de dop aan de andere kant in.
Hang de toesteldeur in de scharniertap
ringetje
b, let intussen op het afstands-
e en sluit de toesteldeur.
Zet de toesteldeur open, kantel ze er
langs onderen uit en neem ze af.
22
De deurscharnieren verwisselen
Draai het scharnier c 180°, trek de
scharniertap
omgekeerd weer in.
b eruit en zet de tap er
Doe de toesteldeur open.
Laat de afdekplaatjes j vooraan uit-
springen en schuif ze opzij weg.
Schroef de handgreep van de deur
h af. Verwissel handgreep en dop-
jes
i van kant.
Schuif de afdekplaatjes j op. Druk
ze goed in hun uitsparing!
Monteer beide delen in de scharniersteun
g. Daartoe schuift u de tap b
door de steun g in het scharnier c.
Zwenk het scharnier naar binnen
toe, schuif het omhoog en monteer
het voorlopig met schroef
Hang de deur nu keurig op één lijn
met de ommanteling van het toestel.
Gebruik daartoe het langwerpige
gaatje in de scharniersteun
daarna schroef
Schuif de sokkelplint e op zijn
plaats en druk erop tot die vastzit.
Steek het afdekplaatje f bij open
deur vooraan in de sokkelplint en
druk het achteraan op zijn plaats.
d aan.
d.
g. Draai
23
Het toestel inbouwen
Het toestel inbouwen
U kan het toestel in elke keuken inbouwen. Om het toestel aan de hoogte van
de rij kasten aan te passen, kan u erboven een opzetkast
Ventilatie
Daartoe voorziet u aan de achterzijde
van het toestel een minstens 50 mm
diep luchtkanaal.
b aanbrengen.
Bij opstelling tussen standaardkeukenkasten (diepte max. 580 mm) kan u het
toestel vlak naast de keukenkast plaatsen. De toesteldeur springt dan opzij
34 mm en in het midden 51 mm naar
voren in vergelijking met de voorzijde
van de keukenkast. Zo kan u de toesteldeur onberispelijk openen en sluiten.
Stelt u het toestel naast een wand
op, dan is er aan de scharnierkant een
tussenafstand van ca. 36 mm vereist
om de toesteldeur - ter wille van het
handvat - volledig te kunnen openen.
Wenst u het toestel aan de keuken-
meubelen ernaast
afstandslijsten tussen toestel en wand
aan te brengen, let dan hierop:
Vergewis u ervan of de toesteldeur
na het bevestigen nog goed open
kan.
Bevestig het toestel met behulp van
plaatschroeven aan de keukenmeubelen. Draai de schroeven zeker
niet dieper dan 10 mm in het toestel!
e te bevestigen of
d
Laat tussen kasten en plafond een
spleet van minstens 50 mm. Zo kan de
warme lucht ongehinderd wegtrekken.
Anders moet de compressor meer
draaien en verhoogt het stroomverbruik.
Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Maak ze geregeld stofvrij.
242526
27
Wijzigingen voorbehouden / 44 / 003B - 1801
K 3114 S, K 3211 S, K 3214 S, K 3512 S
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.