Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor
u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 054 930
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ..........................11
Beschrijving van het toestel ........................................12
H 5981 BP .......................................................12
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. Miele
Deze oven voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Lees deze gebruiksaanwijzing en
montagehandleiding daarom eerst
aandachtig door voordat u deze
oven in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen
omtrent uw veiligheid, de installatie,
het gebruik en het onderhoud van
uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
montagehandleiding en geef ze
door aan wie het toestel eventueel
na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze oven is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige om
gevingen zoals
–
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
–
op boerderijen
–
door klanten in hotels, motels, bedand-breakfasts en andere typische
woonomgevingen.
Gebruik de oven uitsluitend in het
~
huishouden om levensmiddelen te bak
ken, braden, grillen, bruineren, ontdooi
en, inmaken en het drogen van etens
waren.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
-
is niet verantwoordelijk voor schade die
wordt veroorzaakt door een ander ge
bruik dan wat hier wordt vermeld of
door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om de oven vei
lig te bedienen, mogen dit toestel al
leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Let op kinderen die in de buurt van
~
de oven komen. Laat kinderen nooit
met het toestel spelen.
Kinderen mogen de oven alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het
toestel veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van
een foutieve bediening kunnen beseffen.
-
-
-
-
Voorkom dat kinderen tijdens de
~
werking de oven aanraken. De glas
plaat van de deur, het bedieningspa
neel en de openingen voor de uitvoer
van de lucht van de ovenruimte worden
warm. De huid van kinderen reageert
gevoeliger op hoge temperaturen dan
de huid van volwassenen. Anders kunt
u zich verbranden!
Tijdens de pyrolysereiniging warmt
~
de voorzijde van het toestel meer op
dan bij normaal gebruik van de oven.
Voorkom dat kinderen tijdens de pyroly
sereiniging het toestel aanraken. An
ders kunt u zich verbranden!
-
-
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Installatiewerken, onderhouds
~
werken en reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de ge
bruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
Controleer vóórdat de oven wordt
~
geïnstalleerd of het toestel zichtbaar
beschadigd is. Is dat het geval, neem
het dan in geen geval in gebruik. Een
oven die beschadigd is kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van deze
~
oven wordt enkel gewaarborgd als het
toestel op een aardsysteem aangesloten is dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de
elektrische installatie in uw woning bij
twijfel door een elektricien controleren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak. Er zijn elektrische schok
ken mogelijk.
-
Vergelijk zeker eerst de aansluitge
~
gevens (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van uw huisinstalla
tie. Sluit daarna pas de oven aan.
Deze gegevens dienen absoluut over
een te stemmen. Anders treedt er scha
de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verleng
snoeren om de oven aan te sluiten. Die
bieden niet voldoende veiligheidsga
ranties. Er bestaat onder meer gevaar
voor oververhitting.
Gebruik de oven enkel in inge-
~
bouwde toestand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd.
Open in geen geval de ommanteling
~
van de oven.
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan dat
voor u gevaar opleveren. Het kan ook
tot storingen in de werking van het toestel leiden.
Laat u de oven tijdens de garantie
~
periode herstellen, dan mag dat enkel
gebeuren door een technicus die door
-
de fabrikant erkend is. Anders is er bij
schade achteraf geen aanspraak meer
op waarborg.
-
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet de oven van het
stroomnet losgekoppeld zijn. Het toe
stel is pas stroomloos als aan een van
deze voorwaarden is voldaan:
De zekeringen op uw elektrische in
–
stallatie zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen op uw elek
–
trische installatie zijn helemaal uitge
draaid.
De stekker is uit het stopcontact ge
–
trokken.
Trek bij toestellen met stekker niet
aan het snoer maar aan de stekker
om het toestel los te koppelen van
het elektriciteitsnet.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Mielewisselstukken. Enkel dan bent u zeker
dat ze ten volle voldoen aan de eisen
die Miele qua veiligheid stelt.
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
~
moet een door de fabrikant erkende
vakman een speciaal aansluitsnoer in
stalleren.
Als u de oven niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
Efficiënt gebruik
Waarschuwing! U kunt zich verbran
den!
Rond de oven treden zeer hoge
temperaturen op!
-
Gebruik ovenhandschoenen om
~
heet voedsel in te schuiven of uit te ne
men en als u met uw handen in de hete
ovenruimte moet komen. Pas vooral op
met het verwarmingselement voor bo
venwarmte/de grill. Anders kunt u zich
verbranden!
Hou de oven in de gaten als u olie of
~
vet gebruikt. Olie en vet kunnen door
oververhitting ontvlammen. Brandgevaar!
Volg de aanbevolen grilltijden wan-
~
neer u de bereidingsfuncties "Grill
groot" / "Grill klein" en "Circulatiegrill"
gebruikt. Bij te lange grilltijden kunnen
de gerechten uitdrogen en zelfs ontvlammen. Brandgevaar!
-
Gebruik de functies "Grill groot",
~
"Grill klein" en "Circulatiegrill" niet om
broodjes of brood op te warmen. Ge
bruik deze functies ook niet om
bloemen of kruiden te drogen. Brand
gevaar!
Gebruik hiervoor "Hetelucht plus" of
"Boven-onderwarmte".
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Om voedingsmiddelen in de oven te
~
bereiden, wordt vaak gebruikgemaakt
van alcoholhoudende dranken.
Door de hoge temperaturen verdampt
de alcohol.
Hou ermee rekening dat de damp in
ongunstige omstandigheden kan ont
vlammen op de hete verwarmingsele
menten. Brandgevaar!
Dek gerechten altijd af als u ze in de
~
oven bewaart. Het vocht van de ge
rechten kan corrosie in het toestel ver
oorzaken. Bovendien vermijdt u zo dat
het voedsel uitdroogt.
Schakel de oven niet uit als u de
~
resterende warmte wenst te gebruiken
om gerechten warm te houden.
Laat de gekozen functie ingeschakeld
en stel de laagste temperatuur in.
Schakel het toestel in geen geval uit.
Anders stijgt de luchtvochtigheid in de
ovenruimte. Door condensvorming
– kan er corrosie in de ovenruimte op-
treden.
–
kunnen het bedieningspaneel, het
werkblad of de inbouwkast bescha
digd raken.
Bedek de bodem van de ovenruimte
~
nooit met aluminiumfolie bij de
bereidingsfuncties "Bovenonderwarmte"/"Onderwarmte"/"Intensief
bakken".
Door de warmteophoping zou het email
kunnen barsten of afspringen.
Plaats geen pannen, potten en bakpla
ten op de bodem van de ovenruimte.
-
-
-
-
-
Als u een bakplaat van een ander merk
inschuift, dient u erop te letten dat de
afstand tussen de onderzijde van de
bakplaat en de bodem van de oven
ruimte minstens 6 cm bedraagt.
Giet nooit koud water rechtstreeks
~
op de universele plaat of in de oven
ruimte zolang de oppervlakken nog
heet zijn. De daardoor veroorzaakte
waterdamp kan ernstige brandwonden
veroorzaken. Door de
temperatuurschok kan het email ook
beschadigd raken.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol
~
doende wordt opgewarmd.
Eventuele bacteriën in het eten worden
alleen gedood wanneer de temperatuur
hoog genoeg is (ü 70 °C) en lang genoeg wordt aangehouden (ü 10 min.).
Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende verwarmd is, kies dan liever
een iets langere tijd.
Het is bovendien belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld. Roer de gerechten
daartoe regelmatig door of draai ze om.
Gebruik alleen kookgerei uit
~
ovenbestendige kunststof.
Ander kunststof kookgerei smelt bij ho
gere temperaturen. De oven kan be
schadigd raken.
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik bij het inmaken geen blik
~
ken en gebruik de oven niet om blikken
met voedsel te verwarmen. Er ontstaat
namelijk overdruk. De blikken kunnen
ontploffen. U kunt zich verwonden en er
kan schade ontstaan.
Schuif voorwerpen, zoals potten en
~
pannen, niet heen en weer op de bo
dem van de ovenruimte. Het
bodemoppervlak zou beschadigd kun
nen raken.
Ga niet op de geopende deur staan
~
of zitten en plaats er geen zware voor
werpen op. Zorg ervoor dat er niets
vastgeklemd raakt tussen de deur en
de ovenruimte. De oven kan beschadigd raken.
De deur kan maximaal 15 kg dragen.
Gebruik het toestel niet om het ver-
~
trek te verwarmen. Door de hoge temperaturen kunnen licht ontvlambare
voorwerpen in de omgeving in brand
schieten.
-
-
-
Haal al het toebehoren uit de oven
~
ruimte voordat u de pyrolysereiniging
start. Dit geldt ook voor de uitschuifba
re FlexiClip-rails en voor mits toeslag
verkrijgbaar toebehoren.
Door de hoge temperaturen tijdens de
pyrolysereiniging zou het toebehoren
beschadigd raken.
Gebruik alleen de speciale spijzen
~
thermometer van Miele.
Als de spijzenthermometer aan
vervanging toe is, moet u deze
vervangen door een originele spijzen
thermometer van Miele. Die vindt u bij
uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
-
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden
gemonteerd of ingebouwd. Worden er
andere onderdelen gemonteerd of in
gebouwd, dan vervalt het recht op
waarborg en/of productaansprakelijk
heid.
10
-
-
-
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone afval.
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
-
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
11
Beschrijving van het toestel
H 5981 BP
a Schuin geplaatst bedieningspaneel
b Deurvergrendeling voor de pyrolysereiniging
c Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill
d Openingen voor de stoomtoevoer bij "Profi"
e Achterwand met aanzuigopeningen voor de ventilator en met
ontvangstantenne voor de draadloze spijzenthermometer
f Steunroosters met drie inschuifniveaus
g Aanzuigbuisje voor het verdampingssysteem
h Bewaarkoker voor de draadloze spijzenthermometer
i Deur
12
Uitrusting
Ovenelektronica
Met de ovenelektronica kunt u de ver
schillende functies gebruiken om te
bakken, braden en grillen. U kunt deze
ook gebruiken
als klok.
–
als kookwekker.
–
voor het programmeren van de be
–
reidingstijden (automatische uitscha
keling).
om "Eigen programma's" in te stellen.
–
voor automatische programma's.
–
voor het programmeren van eigen in
–
stellingen.
Autosensor
Deze sensor beheert
– de bereidingstijden bij automatische
programma's. De nodige informatie
verschijnt op het display.
– de naloop van de koelventilator.
– de duur van de pyrolysereiniging.
-
-
Veiligheidsvoorzieningen
Blokkering
De blokkering 0 beveiligt de oven te
gen ongewenst gebruik (zie rubriek "In
stellingen - Veiligheid").
Vergrendeling in gebruik (of een
gelijkaardige functie)
U kunt instellen dat de sensortoetsen
minder snel reageren wanneer u ze
aanraakt. Zo voorkomt u dat het toestel
per ongeluk wordt ingeschakeld (zie ru
briek "Instellingen - Veiligheid").
-
Veiligheidsuitschakeling
De veiligheidsuitschakeling wordt ge
activeerd wanneer het toestel geduren
de een ongewoon lange tijd wordt ge
bruikt. Deze tijdsduur is afhankelijk van
de geselecteerde functie.
Koelventilator
Bij elke bereiding wordt automatisch de
koelventilator ingeschakeld. Hierdoor
wordt de hete lucht uit de ovenruimte
gemengd met koude kamerlucht en af
gekoeld, voor de lucht tussen de deur
en het bedieningspaneel ontsnapt.
Om te voorkomen dat er luchtvochtigheid neerslaat in de ovenruimte, op het
bedieningspaneel of in de inbouwkast,
blijft de koelventilator na een bereiding
nog enige tijd ingeschakeld.
Geventileerde deur
De deur bestaat uit een open systeem
met glasplaten die een gedeeltelijk
warmtereflecterende coating hebben.
Tijdens de werking wordt koellucht door
de deur gevoerd, zodat de buitenste
glasplaat koel blijft.
De deur kan uit elkaar worden geno
men om ze te reinigen.
Deurvergrendeling voor pyrolyse
reiniging
Aan het begin van de pyrolysereiniging
wordt de deur om veiligheidsredenen
vergrendeld. Deze vergrendeling wordt
opgeheven wanneer de temperatuur in
de ovenruimte na de pyrolysereiniging
onder 280 °C gezakt is.
-
-
-
-
-
-
13
Uitrusting
Energiebesparingsvoorzieningen
Verlichting
De ovenverlichting is in de fabriek zo
ingesteld dat ze bij een lopend berei
dingsproces na 15 seconden wordt uit
geschakeld (zie rubriek "Instellingen Verlichting").
Deurcontactschakelaar
Als u tijdens een bereiding de toestel
deur opent, schakelt de deurcontact
schakelaar automatisch de verwar
mingselementen uit en afhankelijk van
de gekozen bereidingsfunctie ook de
heteluchtventilator. Daardoor wordt het
warmteverlies in de ovenruimte verminderd als een gebraad bijv. wordt
overgoten.
Tegelijkertijd gaat ook de ovenverlichting aan.
Benutting van de resterende warmte
De ovenverwarming wordt kort voor het
einde van een bereiding met automa
tische uitschakeling of met de spijzen
thermometer automatisch uitgeschakeld.
De energiebesparende functie wordt
geactiveerd, waardoor de resterende
warmte wordt gebruikt. De warmte in
de oven is dan voldoende om de berei
ding af te ronden.
Op het display verschijnt "Energiebe
sparende fase".
-
-
-
-
-
-
-
Energiebesparende modus
Als u de oven niet verder bedient na af
loop van een automatisch programma
of na een bereiding met automatische
uitschakeling, wordt de oven na een
bepaalde tijd automatisch uitgescha
keld (om energie te besparen).
Deze tijd is afhankelijk van de
geselecteerde instellingen
(bereidingsfunctie, temperatuur en
duur).
De dagtijd wordt weergegeven of het
display gaat uit. Zie rubriek "Instellingen
- Dagtijd - Weergave".
Gebruikstips
Dit boekje is meegeleverd bij de gebruiksaanwijzing en montagehandleiding van uw toestel. Hierin vindt u gedetailleerde informatie over de volgende onderwerpen:
– Automatische programma's
– Bakken
–
Braden
–
Garen op lage temperatuur
–
Grillen
–
Ontdooien
–
Inmaken
–
Kant-en-klaargerechten bereiden
–
Recepten voor automatische pro
gramma's
-
-
-
De koelventilator en, afhankelijk van de
bereidingsfunctie, ook de heteluchtven
tilator blijven ingeschakeld.
14
-
Uitrusting
Profi
Deze functie stelt u in staat de berei
ding van voedingsmiddelen als brood
en vlees te optimaliseren via
vochtregeling.
Bereiding met vochtregeling is beschik
baar in de automatische programma's
en als afzonderlijke bereidingsfunctie
("Profi").
Receptenboekje "Profi"
In dit boekje, dat wordt meegeleverd bij
de gebruiksaanwijzing en montage
handleiding van uw toestel, vindt u informatie over het gebruik van automatische programma's met vochtregeling,
het gebruik van de bereidingsfunctie
"Profi" en recepten.
-
-
Speedlight-verlichting
Met PerfectClean veredelde
oppervlakken
De volgende onderdelen zijn met
PerfectClean veredeld:
Steunroosters
–
Universele bakplaat
–
Rooster
–
De antiaanbakeigenschappen van
deze oppervlakveredeling vermijden
dat het voedsel aankoekt, zodat de
oven gemakkelijker te reinigen is.
Ook de uitschuifbare FlexiClip-rails
zijn met PerfectClean veredeld. Door
de veredeling heeft het materiaal een
glanzende uitstraling.
Neem de aanwijzingen in de rubriek
"Reiniging en onderhoud" in acht.
Pyrolysereinigingsfunctie
De ovenruimte van uw toestel kan worden gereinigd met de functie "Pyrolyse".
Tijdens de pyrolysereiniging wordt de
ovenruimte opgewarmd tot meer dan
400 °C. Het aanwezige vuil wordt door
de hoge temperaturen afgebroken tot
as.
De speedlight-verlichting onder het be
dieningspaneel
–
is geel wanneer de oven uitgescha
keld is.
–
wisselt tijdens de opwarmfase van
kleur. Wanneer de speedlightverlichting rood is, betekent dit dat
de ingestelde temperatuur is bereikt.
Deze fabrieksinstellingen kunt u wijzi
gen. Meer informatie hierover vindt u in
de rubriek "Instellingen - Speedlight".
-
Neem de aanwijzingen in de rubriek
"Reiniging en onderhoud" in acht.
-
15
Uitrusting
Toebehoren
Het volgende toebehoren wordt bij het
toestel meegeleverd.
Ander toebehoren is verkrijgbaar bij uw
Miele-handelaar of via de Service After
Sales van Miele (zie rubriek "Mits toe
slag verkrijgbaar toebehoren").
Universele bakplaat en rooster met
uittrekbeveiliging
De universele bakplaat en het rooster
worden tussen de steunen van een inschuifniveau in de steunroosters geschoven.
De bakplaat en het rooster zijn voorzien
van een uittrekbeveiliging, die voorkomt
dat deze onderdelen uit de steunroos
ters glijden als ze slechts gedeeltelijk
moeten worden uitgetrokken.
-
-
Hou er bij het inschuiven rekening
mee dat de uittrekbeveiliging zich
achteraan bevindt.
Alleen door ze op te tillen kunnen de
bakplaat en het rooster worden uitge
nomen.
-
16
Als u de bakplaat gebruikt met daarop
het rooster, wordt de bakplaat tussen
de steunen van een inschuifniveau ge
schoven en het rooster automatisch er
boven.
-
-
Uitrusting
Uitschuifbare FlexiClip-rails
De uitschuifbare FlexiClip-rails kunnen
op elk inschuifniveau worden bevestigd
en kunnen volledig uit de ovenruimte
worden getrokken.
Schuif de uitschuifbare rails volledig
in voordat u de bakplaat of het rooster plaatst.
Om te voorkomen dat de bakplaat of
het rooster per ongeluk omlaag glijdt,
moet u ervoor zorgen dat de onderdelen altijd tussen de voorste en achterste
nokken van de uitschuifbare rails worden geplaatst:
Uitschuifbare FlexiClip-rails
monteren
De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
Er is gevaar voor verbranding!
De uitschuifbare rails worden tussen
beide steunen van een inschuifniveau
bevestigd.
De uitschuifbare rail met het Miele-logo
moet rechts worden gemonteerd.
Trek de uitschuifbare rails bij het
monteren niet uit elkaar.
^ Plaats de uitschuifbare rail vooraan
tussen de steunen van een inschuifniveau (1.) en schuif hem vervolgens
in de ovenruimte (2.).
De uitschuifbare rails kunnen maximaal
15 kg dragen.
^
Zorg ervoor dat de uitschuifbare rail
op de onderste steun van het in
schuifniveau (3.) vergrendelt.
Als de uitschuifbare rails na het
monteren geblokkeerd zitten, dient u
ze één keer krachtig uit te trekken.
-
17
Uitrusting
Uitschuifbare FlexiClip-rails
verplaatsen
De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
Er is gevaar voor verbranding!
Wilt u de uitschuifbare FlexiClip-rails
verwijderen om ze op een ander in
schuifniveau te plaatsen?
^ Til ze vooraan omhoog en trek ze
langs de steun van het steunrooster
uit.
^ Plaats ze vervolgens op een ander
inschuifniveau. Zie rubriek "Uitrusting
- Uitschuifbare FlexiClip-rails monteren".
-
In de rubriek "Spijzenthermometer"
vindt u meer informatie over het gebruik
ervan.
Draaispit
Gerechten die moeten worden gegrild,
zoals rollades of gevogelte, kunt u op
het draaispit bereiden. Door de draai
beweging bruint het voedsel gelijkmatig
aan alle zijden.
Meer informatie over het gebruik vindt u
in de rubriek "Tips voor het grillen" in
het boekje "Gebruikstips".
Opener
-
Spijzenthermometer
Uw toestel is uitgerust met een
draadloze spijzenthermometer.
De spijzenthermometer wordt in de
deur bewaard.
Plaats hem na elk gebruik terug in
de bewaarkoker. Zorg ervoor dat de
spijzenthermometer volledig in de
koker wordt geschoven. Anders kan
de deur beschadigd raken wanneer
u ze sluit.
18
Met de opener kunt u de afdekking van
de verlichting opzij afnemen.
Ontkalkingstabletten, kunststofslang
met houder
Dit toebehoren hebt u nodig om het
toestel te ontkalken.
Miele|home
In het Miele|home-systeem sturen de huishoudtoestellen met
communicatiemogelijkheden via het elektriciteitsnet c informatie over hun status
en instructies voor het programmaverloop naar een displaytoestel d / e.
In deze gebruiksaanwijzing wordt een
oven met communicatiemogelijkheden b
beschreven die via een mits toeslag verkrijgbare montageset en communicatiemodule a met het Miele|home-systeem
kan worden verbonden.
De noodzakelijke montageset
Miele@home wordt door de Mielenaverkoopdienst ingebouwd.
Informatie weergeven
–
SuperVision-huishoudtoestel d
Op het display van enkele huishoudtoestellen met communicatiemogelijkheden kan de status van de andere huis
houdtoestellen worden weergegeven.
–
InfoControl XIC 2100 e
Met het mits toeslag verkrijgbare mo
biele displaytoestel kan de informatie
van de huishoudtoestellen op afstand
worden weergegeven (in de
onmiddellijke omgeving van het huis).
Dit via geluidssignalen en visuele mel
dingen.
-
-
U kunt beide displaytoestellen tegelijkertijd gebruiken.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
– Vereist: montageset Miele|home +
communicatiemodule XKM 2000 SV a
– Optioneel: mobiel displaytoestel Info-
Control XIC 2100 e
Bij het toebehoren worden afzonderlijke
installatiehandleidingen en gebruiks
aanwijzingen meegeleverd.
Toekomstgericht
Het Miele|home-systeem kan worden
uitgebreid. Zo kunnen de
huishoudtoestellen met
communicatiemogelijkheden b bijvoor
beeld via een pc of een gsm worden
gecontroleerd en bediend.
Meer informatie
Meer informatie over Miele|home,
SuperVision en uitbreidingsmogelijkheden
vindt u op www.miele.be.
-
-
19
Bedieningselementen
Het toestel wordt bediend via het display a en de elektronische sensortoetsen die
u naast en onder het display vindt. Ze reageren op het contact met uw vingers.
Elk contact wordt met een geluidssignaal bevestigd. U kunt het volume van het
toetsgeluid wijzigen of uitschakelen (zie rubriek "Instellingen - Volume Toetsgeluid").
Sensortoetsen
Betekenis
bC Sensortoetsen
Als het toestel ingeschakeld is, verschijnen de functies van deze sensortoetsen op het display.
De sensortoetsen die u tijdens een bereiding kunt bedienen zijn verlicht.
cKAan-uit sensortoets
Met deze sensortoets kunt u het toestel in- en uitschakelen.
dUSensortoets Clear
Met deze sensortoets kunt u uw laatste instelling of invoer wissen.
eNSensortoets voor de kookwekker (eierwekker)
Om de kookwekker in te stellen, bijv. voor het koken van een ei.
20
Bedieningselementen
Display
Hier wordt informatie weergegeven
over de bereidingsfuncties, de tempe
ratuur, de bereidingstijden, de automa
tische programma's en de instellingen.
Na het inschakelen van het toestel met
de sensortoets K wordt het hoofdmenu
weergegeven met een lijst van
selecteerbare menupunten.
U kunt een menupunt
de verlichte sensortoets C naast het
menupunt aan te raken.
! selecteren door
-
Hoofdmenu
Hetelucht plus
ß
Boven-onderwarmte
ß
-
Grill groot
ß
Pyrolyse
ß
Ontdooien
ß
Verlichting
ß
Grill klein
ß
Hetelucht
ß
Profi
ß
ß Intensief bakken
ß Bovenwarmte
ß Braadautomaat
ß Circulatiegrill
ß Onderwarmte
ß Ontkalken
ß Automatic
ß
Garen op lage temperatuur
ß
Eigen programma's
ß
Instellingen J
21
Bedieningselementen
Symbolen
Naast tekst worden ook symbolen weergegeven op het display:
Symbool Betekenis
!Dit geeft aan bij welke sensortoets C een menupunt hoort. Het
menupunt kan worden geselecteerd.
Als een lijst meer dan drie menupunten bevat, worden rechts op het
p
ZZZZZZZBij het bladeren in een lijst verschijnt aan het einde een streepjeslijn.
+ / -Om de tijden of temperaturen die verlicht worden weergegeven op het
Terug # Als u dit selecteert en bevestigt met "OK" keert het display terug naar
(Dit geeft de momenteel geselecteerde instelling weer. Naast dit sym-
:Dit geeft extra informatie over de bediening weer.
0
1
NEr is een kookwekkertijd ingesteld.
display pijltjes weergegeven.
Via de sensortoetsen kunt u in de lijst naar boven
( bladeren.
% of naar onderen
Daarna wordt weer het begin van de lijst weergegeven.
display te wijzigen (hoger of lager).
de vorige lijst.
bool wordt geen "
!" weergegeven.
Deze informatievensters kunt u sluiten door met "OK" te bevestigen.
Blokkering is toegelaten. Zie rubriek "Instellingen - Veiligheid":
Aan = De bediening is geblokkeerd.
Uit = Bediening is mogelijk.
22
Bedieningselementen
Wanneer u een bereidingsfunctie selecteert, kunnen afhankelijk van de instelling
voorts ook de volgende symbolen verschijnen:
Symbool Betekenis
TDuur
SEinde
RStarttijd
OProgramma afgerond
RSnelopwarmfase, snelaanbraadfase
3Opwarmfase, aanbraadfase
QKerntemperatuur bij het gebruik van de spijzenthermometer
UHetelucht plus, Hetelucht
OIntensief bakken
dProfi
[Braadautomaat
VBoven-onderwarmte
WBovenwarmte
XOnderwarmte
POntdooien
YGrill groot
ZGrill klein
\Circulatiegrill
cAutomatisch programma, Garen op lage temperatuur
TVerlichting
^Pyrolyse
23
Bereidingsfuncties
U kunt kiezen uit een brede waaier aan bereidingsfuncties.
Uw toestel beschikt over een:
a Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill (onder het plafond van de
ovenruimte)
b Verwarmingselement voor onderwarmte (onder de bodem van de ovenruimte)
c Ringverwarmingselement (achter de aanzuigopening voor de ventilator)
d Ventilator (achter de aanzuigopening voor de ventilator)
e Verdampingssysteem
Afhankelijk van de bereidingsfuncties worden deze onderdelen gecombineerd of
afzonderlijk gebruikt. Zie informatie tussen [ ].
Bereidingsfunctie Opmerkingen
Hetelucht plus
[c + d]
Hetelucht
[a + b + d]
Intensief bakken
[b + c + d]
Profi
[c + d + e]
Braadautomaat
[c + d]
Ontdooien
[c + d]
Om te bakken en te braden.
–
– Er kan op meerdere inschuifniveaus tegelijk een gerecht
worden bereid.
– De ingestelde temperatuur is lager dan bij "Boven-
onderwarmte". Via de luchtstroom komt de warmte onmiddellijk bij de gerechten.
– Om te bakken en te braden op één inschuifniveau.
– Om taarten met vochtig beleg te bakken.
– Niet geschikt om plat gebak te bakken. Ook niet om te bra-
den, want de braadfond wordt te donker.
–
Om te bakken en te braden met vochtregeling.
–
Om te braden.
Tijdens de aanbraadfase wordt de oven eerst op een hoge
aanbraadtemperatuur (230 °C) opgewarmd.
Zodra deze temperatuur bereikt is, gaat het toestel automa
tisch naar de ingestelde bereidingstemperatuur (door
braadtemperatuur).
–
Om diepgevroren producten voorzichtig te ontdooien.
-
-
24
BereidingsfunctieOpmerkingen
Boven-onderwarmte
[a + b]
Bovenwarmte
[a]
Onderwarmte
[b]
Grill groot
[a]
Grill klein
[a]
Circulatiegrill
[a + d]
Automatic
[afhankelijk van het
programma]
Garen op lage
temperatuur
[a + b]
Om klassieke recepten te bakken of te braden.
–
Om soufflés te bereiden.
–
Bij de bereiding van oudere recepten stelt u voor een
–
optimaal gebruik van uw toestel de temperatuur bij voor
keur 10 °C lager in dan de in het recept vermelde tem
peratuur.
De bereidingstijd hoeft niet te worden gewijzigd.
Selecteer deze bereidingsfunctie aan het einde van de
–
bereidingstijd, als de taart/cake, het gebak of het ge
recht aan de bovenzijde bruiner moet worden.
Selecteer deze bereidingsfunctie aan het einde van de
–
bereidingstijd, als de taart/cake, het gebak of het ge
recht aan de onderzijde bruiner moet worden.
– Het volledige verwarmingselement is ingeschakeld en
wordt roodgloeiend om de vereiste infraroodstraling te
produceren.
– Voor het grillen van grotere hoeveelheden platte ge-
rechten (bijv. steaks).
– Voor het gratineren in grote vormen.
– Alleen het binnenste gedeelte van het verwarmingsele-
ment is ingeschakeld en wordt roodgloeiend om de vereiste infraroodstraling te produceren.
–
Voor het grillen van kleinere hoeveelheden platte ge
rechten (bijv. steaks).
–
Voor het gratineren in kleine vormen.
–
Om dikke gerechten te grillen, bijv. rollades en kip.
–
De ingestelde temperatuur is lager dan bij "Grill groot"/
"Grill klein". Via de luchtstroom komt de warmte onmid
dellijk bij de gerechten.
–
De lijst met beschikbare automatische programma's
wordt opgeroepen.
–
Om vlees zachtjes te garen.
Bereidingsfuncties
-
-
-
-
-
-
25
Toestel in gebruik nemen
Basisinstellingen instellen
Zodra het toestel is aangesloten op het
elektriciteitsnet, wordt het automatisch
ingeschakeld.
Welkomstscherm
Eerst verschijnt een welkomstscherm.
Vervolgens moet u enkele basisinstel
lingen instellen, die voor de ingebruik
neming van het toestel nodig zijn.
Volg de instructies op het display.
Taal instellen
Stel eerst uw taal in.
^ Blader met de sensortoets rechts van
de pijltjes
% / ( in de lijst tot de ge-
wenste taal wordt weergegeven.
^ Raak de sensortoets aan links van de
taal.
Uw keuze wordt met een vinkje L
gemarkeerd.
-
-
Dagtijd instellen
Stel vervolgens de dagtijd in. De uren
zijn geselecteerd.
Stel met de sensortoets naast
^
+ de
uren in, bevestig de instelling met
"OK" en stel vervolgens ook de minu
ten in.
Weergave van de dagtijd
Vervolgens stelt u in of de dagtijd moet
worden weergegeven wanneer het toe
stel uitgeschakeld is:
ß Aan
De dagtijd wordt altijd weergegeven
op het display.
ß 60 seconden aan
De dagtijd wordt na het uitschakelen
nog 60 seconden weergegeven.
ß Geen weergave
De dagtijd wordt alleen weergegeven wanneer u het toestel gebruikt.
-
-
^ Bevestig uw instelling met de sensor-
toets naast "OK".
Tijdformaat
Er wordt u gevraagd het tijdformaat in
te stellen. In de fabriek werd de dagtijd
met een 24-uurs-formaat ingesteld.
^
Raak de sensortoets aan links van
het gewenste tijdformaat.
Uw keuze wordt met een vinkje L
gemarkeerd.
^
Bevestig met "OK".
26
^ Raak de sensortoets aan links van de
gewenste instelling.
Na bevestiging met "OK" verschijnt
–
de melding dat uw toestel is voorbe
reid op het Miele|home-systeem.
–
de melding dat de ingebruikneming
succesvol is afgesloten.
Na bevestiging van de laatste melding
met "OK" is het toestel klaar voor ge
-
bruik.
Hebt u per vergissing een taal gese
lecteerd die u niet begrijpt? Ga dan
te werk zoals beschreven in de ru
-
briek "Instellingen - Taal".
-
Toestel reinigen en voor het
eerst aanzetten
Verwijder
-eventuele stickers.
-eventuele beschermfolie van het front van het toestel.
Neem de aanwijzingen in de rubriek
"Reiniging en onderhoud" in acht.
Voordat u de oven gebruikt, dient u
het toebehoren uit de ovenruimte te
–
halen en te reinigen.
– het toestel één keer leeg aan te zet-
ten, zodat onaangename geuren die
bij het eerste gebruik kunnen ontstaan, sneller verdwijnen.
^ Voor u het toestel aanzet, dient u met
een vochtige doek eventueel stof en
verpakkingsresten uit de ovenruimte
te verwijderen.
Toestel in gebruik nemen
Zorg gedurende die tijd voor een
goede ventilatie van de keuken.
Zorg ervoor dat de geuren niet naar
andere kamers trekken.
Het programma kan ook automatisch
worden uitgeschakeld. Zie rubriek "Au
tomatische uitschakeling gebruiken".
Wacht na het uitschakelen tot het toe
^
stel weer afgekoeld is tot kamertem
peratuur.
Reinig de ovenruimte daarna met
^
warm water waaraan u een zacht rei
nigingsmiddel hebt toegevoegd.
Droog alles vervolgens af met een
schone doek.
Sluit de deur pas als de ovenruimte
weer droog is.
-
-
-
-
^ Raak de sensortoets K aan.
Het toestel wordt ingeschakeld en het
hoofdmenu verschijnt op het display.
^
Raak de sensortoets naast "Hetelucht
plus" aan.
De voorgeprogrammeerde temperatuur
van 160 °C wordt verlicht weergege
ven.
^
Stel met de sensortoets naast
hoogste temperatuur (250 °C) in.
^
Raak de sensortoets naast "OK" aan.
^
Verwarm de lege oven gedurende
minstens één uur.
-
+ de
27
Automatische programma's
Uw toestel beschikt over talrijke auto
matische programma's, waarmee u
telkens weer gemakkelijk optimale
kookresultaten bereikt voor een
waaier aan gerechten.
Selecteer gewoon het programma
dat past bij het gerecht dat u wilt be
reiden en volg de instructies op het
display.
De automatische programma's vindt u
onder het menupunt "Automatic" van
het hoofdmenu.
De afzonderlijke stappen tot de start
van een automatisch programma wor
den overzichtelijk weergegeven op het
display.
Afhankelijk van het programma worden
instructies weergegeven over
de braad- of bakvorm.
–
het inschuifniveau.
–
het gebruik van de spijzenthermome
–
ter.
– de benodigde hoeveelheid water bij
programma's met vochtregeling.
– de bereidingstijd.
Volg de instructies.
In het boekje "Gebruikstips" en in het
receptenboekje "Profi" vindt u meer
informatie over de automatische pro
gramma's en een selectie recepten.
-
-
-
28
Eenvoudige handmatige bediening
U schakelt het toestel in, selecteert
een bereidingsfunctie, stelt een tem
peratuur in en schakelt het toestel uit
na afloop van de bereiding.
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Schakel het toestel in met de sensor
^
toets K.
Het hoofdmenu wordt weergegeven en
de begroetingsmelodie weerklinkt, als
deze optie is ingesteld (zie rubriek "In
stellingen - Begroetingsmelodie").
^ Selecteer de bereidingsfunctie.
Het submenu van de geselecteerde
bereidingsfunctie wordt weergegeven
en de voorgeprogrammeerde temperatuur wordt verlicht weergegeven.
^ Wijzig indien gewenst de weergege-
ven temperatuur.
De verwarming en de koelventilator
worden ingeschakeld.
-
-
Door "Wijzigen" te selecteren, ziet u op
nieuw alle menupunten, die u tijdens
het verloop van het programma kunt
wijzigen (bijv. de temperatuur).
Schakel na afloop van de bereiding
^
het toestel uit met de sensortoets K
en haal het gerecht uit de oven.
De koelventilator blijft ingeschakeld, zo
dat er geen luchtvochtigheid kan
neerslaan in de ovenruimte, op het be
dieningspaneel of op de ombouwkast.
De ventilator wordt sensorgestuurd uit
geschakeld.
Deze fabrieksinstelling kunt u wijzigen.
Zie rubriek "Instellingen - Naloop ventilator".
-
-
-
-
Op het display kunt u het verloop van
de bereiding volgen.
Naast de bereidingsfunctie en de tem
peratuur wordt ook "Opwarmfase" of
"Snelopwarmfase" weergegeven totdat
de ingestelde temperatuur is bereikt.
Zodra de ingestelde temperatuur is be
reikt weerklinkt een geluidssignaal, als
deze functie actief is (zie de rubriek "In
stellingen - Volume - Geluidssignalen").
Vervolgens verschijnt "Programma is
actief".
-
-
-
29
Uitgebreide handmatige bediening
Temperatuur wijzigen
In plaats van te kiezen voor eenvou
dige handmatige bediening kunt u
opteren voor uitgebreide bediening.
U kunt instellen wanneer het toestel
moet worden uitgeschakeld.
Bovendien kunt u de opwarmfase en
de vochtigheid in de oven regelen.
Een bereidingsfunctie
selecteren
Schakel het toestel in.
^
Selecteer de bereidingsfunctie.
^
Nadat u een bereidingsfunctie hebt geselecteerd, verschijnen nieuwe menupunten, die u voor uw bereiding kunt instellen of wijzigen:
ß Temperatuur
ß Kerntemp.--°C
(Kerntemperatuur. Dit menupunt verschijnt als de spijzenthermometer
wordt gebruikt. Zie de rubriek "Spijzenthermometer").
ß
Duur
ß
Starttijd
ß
Einde
ß
Opwarmfase
(verschijnt alleen bij "Hetelucht plus",
"Braadautomaat", "Bovenonderwarmte")
ß
Grillmotor
(wordt alleen weergegeven bij "Grill
klein", "Grill groot", "Circulatiegrill")
ß
Vochtigheid verminderen
ß
Functie wijzigen
Zodra u een bereidingsfunctie hebt ge
selecteerd, verschijnt de voorgepro
grammeerde temperatuur op het dis
play. Tussen haakjes ziet u het bereik
waarbinnen u de temperatuur kunt wij
zigen.
In de fabriek zijn de volgende voorge
programmeerde temperaturen inge
steld:
Hetelucht plus...............160°C
Hetelucht ..................160°C
Braadautomaat* .............160°C
Profi.......................160°C
Intensief bakken .............170°C
Boven-onderwarmte ..........180°C
Bovenwarmte ...............190°C
Onderwarmte ...............190°C
Circulatiegrill................200°C
Grill klein...................240°C
Grill groot ..................240°C
Ontdooien...................25°C
* Aanbraadtemperatuur ca. 230 °C,
doorbraadtemperatuur 160 °C
Als de voorgeprogrammeerde tempera
tuur overeenkomt met de gegevens in
uw recept, bevestigt u ze met "OK".
Komt de voorgeprogrammeerde tem
peratuur niet overeen met de tempera
tuur uit uw recept, dan kunt u die wijzi
gen voor deze bereiding.
U kunt de voorgeprogrammeerde tem
peratuur permanent aan uw
persoonlijke kookgewoonten aanpas
sen. Zie daartoe de rubriek "Instellingen
- Voorgeprogrammeerde temperatu
ren".
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
30
Uitgebreide handmatige bediening
Speedlight-verlichting tijdens
de opwarmfase
In de fabriek is de speedlightverlichting zo ingesteld dat deze inge
schakeld is wanneer de oven in gebruik
is.
Zodra tijdens een bereiding de ovenverwarming start, licht de speedlightverlichting geel op. Naarmate de temperatuur stijgt, wordt de gele
speedlight-verlichting oranje en vervolgens rood. Zo kunt u de opwarmfase
volgen.
Wanneer de speedlight-verlichting rood
is, betekent dit dat de ingestelde temperatuur is bereikt. Zodra de tempera
tuur echter onder de ingestelde waarde
zakt, wijzigt de kleur van de verlichting
opnieuw.
U kunt de speedlight-verlichting ook uit
schakelen. Zie rubriek "Instellingen Speedlight - In gebruik".
-
-
Duur/starttijd/einde
(automatische uitschakeling)
Als u de duur, de starttijd of het einde
instelt, kunnen bereidingen automatisch
worden uitgeschakeld of in- en uitge
schakeld.
Duur
ß
Hier stelt u de tijd in die voor de be
reiding van het gerecht vereist is.
Zodra die tijd verstreken is, wordt de
ovenverwarming automatisch uitge
schakeld.
De maximale duur die u kunt instel
len, is 12 uur.
"Duur" kan niet worden ingesteld
wanneer de spijzenthermometer
wordt gebruikt. In dit geval is de duur
van de bereiding afhankelijk van het
tijdstip waarop de kerntemperatuur
wordt bereikt.
ß Starttijd
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop de bereiding moet starten. De
ovenverwarming wordt op dat tijdstip
automatisch ingeschakeld.
"Starttijd" kan alleen in combinatie
met "Duur" of "Einde" worden ge
bruikt, tenzij de spijzenthermometer
wordt gebruikt.
ß
Einde
Hiermee bepaalt u het tijdstip waar
op de bereiding ten einde moet zijn.
De ovenverwarming wordt op dat
tijdstip automatisch uitgeschakeld.
"Einde" kan niet worden ingesteld
wanneer de spijzenthermometer
wordt gebruikt. In dit geval is het
einde van de bereiding afhankelijk
van het tijdstip waarop de kerntem
peratuur wordt bereikt.
-
-
-
-
-
-
-
31
Uitgebreide handmatige bediening
Automatische uitschakeling
gebruiken
Om een bereiding automatisch te la
ten uitschakelen selecteert u "Duur" of
"Einde" en stelt u de gewenste tijd in.
Voorbeeld:
Het is 11.45 uur. Uw gerecht moet
30 minuten in de oven en u wilt dat het
klaar is om 12.15 uur .
Selecteer "Duur" en stel 0:30 uur in of
selecteer "Einde" en stel 12:15 in.
Na het verstrijken van deze duur of zo
dra het zo laat is is de bereiding ten
einde.
Automatische uitschakeling in
combinatie met startuitstel gebruiken
-
Vooral voor het braden is automa
tisch in- en uitschakelen ideaal.
Als u een taart of brood wilt bakken,
kunt u de bereiding beter niet te
lang vooraf programmeren. Het
deeg kan uitdrogen en de werking
van het rijsmiddel kan afnemen.
Om een bereiding automatisch te laten in- en uitschakelen, kunt u op ver
schillende manieren de tijden instellen:
"Duur" en "Einde"
–
– "Starttijd" en "Duur"
– "Starttijd" en "Einde"
Voorbeeld:
Het is 11.30 uur. Uw gerecht moet
30 minuten in de oven en u wilt dat het
klaar is om 12.30 uur.
Selecteer "Duur" en stel 0:30 uur in.
Selecteer vervolgens "Einde" en stel
12:30 uur in.
-
-
-
32
"Starttijd" wordt automatisch berekend.
Op het display verschijnt "Start (om)
12:00".
Zodra het zo laat is, wordt de bereiding
gestart.
Uitgebreide handmatige bediening
Verloop van een bereiding met
automatische uitschakeling
Tot de start
worden de bereidingsfunctie en de
–
ingestelde temperatuur weergege
ven.
wordt "Start (om)" in combinatie met
–
de starttijd weergegeven.
Na de start
kunt u de opwarmfase volgen op het
–
display totdat de ingestelde tempe
ratuur is bereikt.
wordt de stijgende temperatuur aan
–
gegeven door de speedlightverlichting, die eerst felgeel, vervolgens oranje en ten slotte rood is, als
deze optie is ingesteld (zie rubriek
"Instellingen - Speedlight - In gebruik").
Na de opwarmfase
– wordt de resterende "Resttijd" weer-
gegeven.
– kunt u het verloop van de bereiding
volgen.
Kort voor het einde
–
wordt de ovenverwarming uitgescha
keld.
–
wordt de resterende warmte ge
bruikt. De warmte in de oven is dan
voldoende om de bereiding af te
ronden.
–
wordt "Energiebesparende fase"
weergegeven.
–
blijven de koelventilator en, afhanke
lijk van de bereidingsfunctie, ook de
heteluchtventilator ingeschakeld.
Wanneer de bereiding ten einde is
–
wordt afhankelijk van de
bereidingsfunctie de heteluchtventi
lator uitgeschakeld.
-
-
wordt "Programma afgerond" weer
–
gegeven, alsook het symbool
weerklinkt een geluidssignaal, als
–
deze functie actief is (zie de rubriek
"Instellingen - Volume Geluidssignalen").
Na het einde
blijft de koelventilator ingeschakeld,
–
zodat er geen luchtvochtigheid kan
neerslaan in de ovenruimte, op het
-
bedieningspaneel of op de inbouw
kast.
-
De ventilator wordt sensorgestuurd
uitgeschakeld. Deze fabrieksinstel
ling kunt u wijzigen. Meer informatie
hierover vindt u in de rubriek "Instellingen - Naloop ventilator".
– wordt de oven (om energie te bespa-
ren) na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld als u de oven
niet verder bedient.
Deze tijd is afhankelijk van de
geselecteerde instellingen
(bereidingsfunctie, temperatuur en
duur).
-
Ingestelde bereidingstijden wijzigen
of wissen
Door "Wijzigen" te selecteren, ziet u op
nieuw alle menupunten die u kunt wijzi
gen.
^
Selecteer het gewenste punt en wij
zig het.
Ingestelde tijden wist u met de sensor
toets U.
In geval van een stroomonderbreking
worden alle ingestelde waarden gewist.
-
-
O.
-
-
-
-
-
-
33
Uitgebreide handmatige bediening
Opwarmfase wijzigen
Bij "Hetelucht plus", "Braadautomaat" en
"Boven-onderwarmte" wordt het menu
punt "Opwarmfase" weergegeven als
instelbare functie. U kunt kiezen uit:
Snel
ß
(fabrieksinstelling)
Het verwarmingselement voor boven
warmte/de grill, het
ringverwarmingselement en de venti
lator worden gelijktijdig ingescha
keld, zodat het toestel zo snel moge
lijk de gewenste temperatuur bereikt.
Het symbool
R verschijnt.
ß Normaal
Alleen de verwarmingselementen die
bij de bereidingsfunctie horen, worden ingeschakeld. Zie rubriek
"Bereidingsfuncties".
Het symbool
3 verschijnt.
De snelopwarmfase moet bij sommige soorten gebak (biscuit, klein gebak, pizza) worden uitgeschakeld,
omdat het gebak anders bovenaan
te snel bruin wordt.
-
-
Ovenruimte voorverwarmen
De meeste gerechten kunt u direct in
de koude ovenruimte plaatsen om zo
ook de warmte tijdens de opwarmfase
te gebruiken.
Slechts in enkele gevallen dient u de
ovenruimte voor te verwarmen.
-
Bij "Hetelucht plus" om
donker brooddeeg te bakken,
–
rosbief en filets te braden.
–
Bij "Boven-onderwarmte" om
taart en gebak met een korte baktijd
–
(tot ca. 30 minuten) te bakken,
– delicaat deeg (biscuit) te bakken,
– donker brooddeeg te bakken,
– rosbief en filets te braden.
Schakel bij pizza en delicaat deeg
zoals biscuit of klein gebak de
snelopwarmfase uit tijdens het voorverwarmen. Dergelijk voedsel zou
anders bovenaan te snel bruin worden.
Ga als volgt te werk om voor te verwar
men:
-
Snelopwarming uitschakelen
–
voor één bereiding:
selecteer het menupunt "Opwarmfa
se" en selecteer "Normaal".
De snelopwarming wordt ook uitge
schakeld wanneer u een temperatuur
van minder dan 100 °C instelt.
–
voor alle bereidingen:
zie de rubriek "Instellingen - Op
warmfase".
34
^
Selecteer een bereidingsfunctie en
stel een temperatuur in.
-
^
Wacht totdat de opwarmfase achter
de rug is.
-
Zodra de ingestelde temperatuur is
bereikt weerklinkt een geluidssignaal,
als deze functie actief is (zie de ru
briek "Instellingen - Volume Geluidssignalen").
-
^
Plaats vervolgens het gerecht in de
ovenruimte.
Uitgebreide handmatige bediening
Vochtigheid verminderen
Deze functie is interessant om vochtige
gerechten te bereiden die knapperig
moeten zijn aan de buitenkant (bijv.
diepvriesfrieten of -kroketten, of ge
braad met een korst).
Ook voor taarten met vochtig beleg
(bijv. pruimen- of appeltaarten) is deze
functie geschikt.
De functie "Vochtigheid vermin
deren" kan bij elke bereidingsfunctie
worden gebruikt.
De functie "Vochtigheid verminderen" moet voor elke bereiding afzonderlijk worden geactiveerd.
De functie werkt het best als u ze
aan het begin van een bereiding activeert.
^ Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^ Schakel het toestel in met de sensor-
toets K.
-
-
Functie wijzigen
Met het menupunt "Functie wijzigen"
kunt u de geselecteerde
bereidingsfunctie wijzigen.
De ingestelde tijden blijven behouden.
^
Selecteer een bereidingsfunctie en
stel een temperatuur in.
^
Raak de sensortoets "OK" aan.
De lijst wordt weergegeven.
^
Selecteer het punt "Vochtigheid ver
minderen" en bevestig "Aan".
-
35
Eigen programma's
U kunt maximaal 25 vaak gebruikte
recepten onder een eigen program
manaam opslaan en via "Eigen pro
gramma's" weer oproepen.
Gebruik daarvoor
na afloop van een automatisch pro
–
gramma het menupunt "Opslaanals" en geef een programmanaam
op.
het menu "Eigen programma's".
–
U kunt tot 4 bereidingsstappen com
bineren en onder een eigen pro
grammanaam opslaan.
Menu "Eigen programma's"
-
-
-
Als al eigen programma's zijn opgesla
gen, wordt de volgende lijst weergege
ven:
Kiezen
ß
Hiermee selecteert u uw eigen pro
-
gramma en geeft u op of het meteen
of later moet starten.
Samenstellen
ß
Hiermee stelt u eigen programma's
samen.
-
Wijzigen
ß
Hiermee kunt u bestaande program
ma's weergeven en wijzigen.
ß Wissen
Hiermee kunt u een bestaand programma wissen.
U kunt ook alle eigen programma's
tegelijk wissen. Zie rubriek "Instellingen - Fabrieksinstellingen - Eigen
programma's".
-
-
-
-
36
ß Naar het hoofdmenu
U kunt tot 3 eigen programma's aan
het hoofdmenu toevoegen.
U kunt dit ongedaan maken. Zie ru
briek "Instellingen - Fabrieksinstel
lingen - Hoofdmenu".
-
-
Eigen programma's
Eigen programma's
samenstellen
Als er al eigen programma's zijn op
geslagen, moet u eerst het menupunt
"Samenstellen" selecteren om de
bereidingsstappen te kunnen instel
len.
Vervolgens volgt u de onderstaande
aanwijzingen.
Selecteer het menu "Eigen program
^
ma's".
Selecteer en bevestig de gewenste
^
bereidingsfunctie.
^ Wijzig indien nodig de voorgepro-
grammeerde temperatuur.
^ Stel een duur in, of bij gebruik van de
spijzenthermometer een kerntemperatuur, en bevestig uw instelling.
^ Kijk na wat u hebt ingesteld en be-
vestig dan met "Verder".
^ U kunt extra bereidingsstappen toe-
voegen.
Bijvoorbeeld, wanneer er na de eerste
bereidingsfunctie nog een tweede
moet worden gebruikt.
U gaat dan te werk zoals hierboven
beschreven.
-
-
-
Na de bevestiging met "Verder" kunt u
de voorgeprogrammeerde programma
namen selecteren of een eigen programmanaam opgeven. Ga hiertoe als
volgt te werk:
Selecteer de cijfers en letters door de
^
sensortoetsen naast de pijltjes
aan te raken.
Zodra het gewenste teken geselec
^
teerd is, bevestigt u met "Teken kie
zen". Het teken verschijnt dan op de
bovenste regel na "Naam".
Selecteer vervolgens de andere te
^
kens.
Met "Teken wissen" kunt u fouten corrigeren.
Met "Spatie" voert u spaties in.
^ Bevestig de programmanaam met
"OK".
-
) *
-
-
-
Eigen programma's oproepen
^
Kies in het hoofdmenu het menupunt
"Eigen programma's - Kiezen".*
-
^
Daarna kunt u het gewenste inschuifni
veau bepalen.
-
37
Spijzenthermometer
Met de draadloze spijzenthermometer
kunt u de temperatuur tijdens een be
reiding nauwkeurig controleren.
-
Hoe werkt het?
De metalen punt van de spijzenthermo
meter wordt in het gerecht gestoken.
De punt bevat een
temperatuursensor. Deze meet tijdens
de bereiding de zogenaamde kerntemperatuur binnenin het gerecht. Aan de
hand van de stijging van de kerntemperatuur controleert u of het gerecht gaar
genoeg is.
Afhankelijk van of u een gebraad medium of doorbakken wilt, stelt u een lagere of hogere kerntemperatuur in.
U kunt een kerntemperatuur instellen
van 30 tot 99 °C. In de braadtabel in
het bijgeleverde boekje "Gebruikstips"
vindt u informatie over gerechten en de
bijhorende kerntemperaturen.
Voor automatische programma's wordt
de kerntemperatuur vermeld.
Tijdens de bereiding kan de stijging
van de kerntemperatuur op het display
worden gevolgd, zodra deze hoger is
dan 15 °C en de opwarmfase voltooid
is.
De bereiding wordt automatisch beëin
digd wanneer de door u ingestelde
kerntemperatuur bereikt is binnenin het
gerecht. Of de bereiding nu met of zon
der spijzenthermometer wordt uitge
voerd, de duur is ongeveer dezelfde.
-
De overdracht van de kerntemperatuurwaarden naar de ovenelektroni
ca verloopt via radiosignalen tussen de
zender in de handgreep van de spij
zenthermometer en de ontvangst
antenne, die zich bevindt in de achter
wand, zodra het gerecht met spijzen
thermometer in de oven geplaatst
wordt.
Voor een correcte overdracht van de
radiosignalen moet de deur gesloten
zijn.
Als tijdens een bereiding de deur wordt
-
geopend om bijv. het gebraad te
begieten, wordt de overdracht van de
radiosignalen onderbroken. Pas wanneer u de deur weer hebt gesloten,
wordt deze voortgezet. In dat geval
duurt het enkele seconden voordat de
actuele kerntemperatuur opnieuw wordt
weergegeven op het display.
Als de spijzenthermometer niet
wordt gebruikt, mag u deze tijdens
een bereiding niet in de oven laten
liggen. Bij temperaturen boven
100 °C raakt de temperatuursensor
onherstelbaar beschadigd.
Steek de spijzenthermometer daar
om na elk gebruik weer in de
bewaarkoker van de deur.
Als de punt in het gerecht zit, kan
deze niet beschadigd raken. Het
instelbereik voor de kerntemperatuur
ligt immers tussen 30 °C en 99 °C.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
38
Spijzenthermometer
Gebruiksmogelijkheden
U kunt de spijzenthermometer ge
bruiken voor de automatische program
ma's en de volgende
bereidingsfuncties:
Braadautomaat
ß
Hetelucht plus
ß
Profi
ß
Boven-onderwarmte
ß
Circulatiegrill
ß
Garen op lage temperatuur
ß
-
Belangrijke opmerkingen over
het gebruik
Om een optimale werking te ga-
,
randeren, dient u in elk geval de onderstaande opmerkingen in acht te
nemen.
Vermijd
–
hoge en smalle metalen
bereidingsrecipiënten te gebruiken.
Die kunnen de radiosignalen
verzwakken.
dat de handgreep van de spijzen
–
thermometer in de
bereidingsvloeistof ligt of rust op het
gerecht of de rand van de
bereidingsrecipiënt.
Gebruik de spijzenthermometer niet
om gerechten te transporteren. De
spijzenthermometer zou breken!
Let ook op het volgende:
– De metalen punt van de spijzenther-
mometer moet volledig in het gerecht
gestoken zijn, ongeveer tot aan de
kern van het gerecht. De handgreep
moet daarbij schuin naar boven wijzen en mag niet horizontaal in de
richting van de hoeken of de deur
wijzen.
-
–
metalen voorwerpen boven de spij
zenthermometer te plaatsen. Denk
hierbij aan een braadpandeksel, alu
miniumfolie, of het rooster en de uni
versele bakplaat op de
bovenliggende inschuifniveaus.
Een glazen deksel kan wel worden
gebruikt.
–
tegelijkertijd een andere, metalen
spijzenthermometer te gebruiken die
in de handel verkrijgbaar is.
–
Bij gevogelte steekt u de metalen
-
-
punt het best in de dikste plaats van
de borst.
–
De metalen punt mag niet in aanra
king komen met been en mag niet in
een plaats met veel vet worden ge
stoken. Het is mogelijk dat de spij
zenthermometer in dat geval
vroegtijdig wordt uitgeschakeld ten
gevolge van vetweefsels en been.
-
-
-
39
Spijzenthermometer
Kies bij sterk gemarmerd, doorregen
–
vlees de hogere waarde van het
kerntemperatuurbereik uit de braad
tabel (zie boekje "Gebruikstips").
Wanneer u een braadzak gebruikt,
–
steekt u de spijzenthermometer door
de folie heen in het gerecht, tot aan
de kern. U kunt de thermometer ook
samen met het vlees in de folie doen.
Hou hierbij ook rekening met de in
structies van de producent van de
folie.
Hebt u het vlees in aluminiumfolie
–
gewikkeld, dan moet de spijzenther
mometer door de folie heen in het
gerecht worden gestoken, tot aan de
kern van het gerecht.
– De spijzenthermometer is niet ge-
schikt voor zeer platte gerechten, zoals vis.
Als een foutmelding wordt weergegeven die aangeeft dat er geen con
tact is tussen de zender en de ont
vanger, steekt u de spijzenthermo
meter op een andere plaats in het
gerecht.
Spijzenthermometer gebruiken
Als u een automatisch programma
gebruikt, volgt u gewoon de instruc
ties op het display. Het programma
vermeldt een temperatuur en kern
temperatuur.
Bereid het gerecht voor.
^
Neem de spijzenthermometer uit de
^
bewaarkoker van de deur.
Steek de metalen punt van de spij
^
zenthermometer volledig in het ge
recht. De handgreep moet schuin
naar boven wijzen.
^ Schuif het gerecht in de oven en sluit
de deur.
^ Selecteer de bereidingsfunctie.
Op het display wordt eerst de voorgeprogrammeerde temperatuur verlicht.
^ Wijzig indien gewenst de voorgepro-
grammeerde temperatuur.
-
^
-
-
Selecteer "Kerntemp. - - °C".
De voorgeprogrammeerde kerntempe
ratuur van 60 °C wordt weergegeven.
^
Wijzig indien nodig de voorgepro
grammeerde kerntemperatuur.
-
-
-
-
-
-
40
U kunt een bereiding ook op een later
tijdstip laten starten (startuitstel). Selec
teer hiertoe het menupunt "Starttijd".
-
Spijzenthermometer
Het tijdstip voor het einde kunt u onge
veer inschatten. De duur van een berei
ding met de spijzenthermometer stemt
ongeveer overeen met de duur voor
een bereiding zonder spijzenthermo
-
meter.
"Duur" en "Einde" kunt u niet instellen,
aangezien de totale tijd afhankelijk is
van de kerntemperatuur.
Weergave van de resttijd
Na enige tijd wordt op het display de
geschatte resterende duur van de be
-
reiding weergegeven, de zogenaamde
Resttijd.
De gemeten kerntemperatuur is nu niet
meer te zien en kan ook niet meer worden opgevraagd.
De resttijd wordt berekend op basis
van de ingestelde oventemperatuur, de
ingestelde kerntemperatuur en het verloop van de stijging van de kerntemperatuur.
De weergegeven resttijd is eerst een
geschatte waarde. Doordat de resttijd
tijdens het verloop van de bereiding
steeds opnieuw wordt berekend, wordt
de weergegeven resttijd voortdurend
gecorrigeerd en steeds nauwkeuriger.
Als tijdens de weergave van de resttijd
–
de oven- of kerntemperatuur wijzigt,
–
een andere bereidingsfunctie wordt
geselecteerd,
–
de deur gedurende enige tijd wordt
geopend,
weer weergegeven. Pas na enige tijd
-
verschijnt de resttijd weer.
-
Als de deur tijdens een automatisch
programma wordt geopend, wordt de
resttijd verder weergegeven.
Gebruik van resterende warmte,
energiebesparende fase
Vlak voor het einde van de bereiding
wordt de ovenverwarming uitgescha
keld. De warmte in de oven is dan vol
doende om de bereiding af te ronden.
Door deze automatische benutting van
de resterende warmte bespaart u energie.
Op het display verschijnt de melding
"Energiebesparende fase". De resttijd
wordt verder weergegeven.
De koelventilator en, afhankelijk van de
bereidingsfunctie, ook de heteluchtventilator blijven ingeschakeld.
Zodra de ingestelde kerntemperatuur
bereikt is,
–
wordt het toestel automatisch uitge
schakeld.
–
wordt "Programma afgerond" weer
gegeven, alsook het symbool
–
weerklinkt een signaal.
Als het vlees nog niet naar wens gaar
is, steekt u de spijzenthermometer op
een andere plaats in het gerecht en
herhaalt u het programma.
-
-
-
-
O.
gaat alle resttijdinformatie verloren en
wordt de gemeten kerntemperatuur
41
Profi
Met de functie "Profi" worden gerechten
bereid met vochtregeling. Hiertoe be
schikt uw toestel over een verdam
pingssysteem.
-
-
In het boekje "Profi" vindt u
voorbeeldrecepten en meer informa
tie.
-
Bij "Profi" zuigt het verdampingssys
teem water op via een vulbuisje. Dit
buisje bevindt zich linksonder van het
bedieningspaneel. Het water wordt
tijdens de bereiding als stoom in de
ovenruimte verspreid.
De openingen voor de stoomtoevoer
bevinden zich in de linkerbovenhoek
achteraan.
Gebruik alleen water voor berei-
,
dingen met vochtregeling!
Als u andere vloeistoffen gebruikt,
zal het toestel beschadigd raken.
Bij het bakken, braden of garen met
"Profi" garanderen de optimale stoomtoevoer en luchtcirculatie een gelijkmatige gaarheid en bruining.
Resultaat? Heerlijk ruikend, luchtig
brood met een glanzende, knapperige
korst; broodjes en croissants alsof ze
van de bakker komen; mals en sappig
vlees met een mooi bruin korstje; per
fect bereide ovenschotels; overheerlijke
soufflés en nog veel meer.
-
-
Bereiden met vochtregeling is niet ge
schikt voor deegsoorten die zeer veel
vocht bevatten (bijv. meringue en soe
zendeeg). In deze gevallen moet
tijdens het bakken een droogfase wor
den ingelast.
Om gerechten te bereiden met
vochtregeling kunt u automatische pro
gramma's gebruiken of de speciaal
daarvoor ontwikkelde bereidingsfunctie
"Profi".
Voordat u een automatisch pro-
,
gramma met vochtregeling of de
bereidingsfunctie "Profi" voor het
eerst gebruikt, moet u het verdampingssysteem laten doorspoelen.
Laat het lege toestel hiertoe 1 keer
gedurende ca. 30 minuten werken
met de volgende instellingen: "Profi 160 °C - Automatische stoomstoot".
-
-
-
-
42
Profi
Automatische programma's
Bij de automatische programma's met
vochtregeling worden de optimale tem
peratuurinstellingen en
klimaatomstandigheden automatisch in
gesteld, alsook de optimale duur.
Aan het begin van de bereiding wordt u
gevraagd een bepaalde hoeveelheid
water klaar te zetten en die te laten op
zuigen.
De gevraagde hoeveelheid water is ho
ger dan de hoeveelheid die daadwer
kelijk nodig is. Hierdoor blijft er wat wa
ter in de recipiënt over.
Het aantal stoomstoten en het tijdstip
ervan worden geregeld door het programma.
-
's Nachts bakken
Enkele automatische programma's voor
brood en broodjes bieden u bovendien
ook de mogelijkheid om het toestel 's
nachts te laten werken, zodat het brood
of de broodjes 's ochtends klaar zijn
voor het ontbijt.
Dit kunt u direct na het selecteren van
het programma instellen via het menu
punt "Einde".
Als u "Einde" selecteert, wordt afhanke
lijk van het programma het eindtijdstip
weergegeven. Om dit te berekenen
wordt 5 of 6 uur opgeteld bij de bereidingstijd. U kunt het eindtijdstip verschuiven naar het door u gewenste tijdstip.
Volg vervolgens de instructies op het
display.
-
-
43
Profi
Bereidingsfunctie "Profi"
Voor de bereidingsfunctie "Profi" moet u
de temperatuur (minstens 130 °C) en
het aantal stoomstoten instellen.
Daarnaast kan de bereidingstijd wor
den geprogrammeerd of kan de spij
zenthermometer worden gebruikt.
Aantal stoomstoten en tijdstip van de
stoomstoten
Het aantal stoomstoten en het tijdstip
ervan is afhankelijk van het voedings
middel:
– Gistdeeg zal beter rijzen met
stoomstoten aan het begin van de
bereiding.
– Brood en broodjes rijzen beter met
toevoeging van vocht aan het begin
van de bereiding. De korst krijgt een
mooie glans als er op het einde van
de bereiding nog een stoomstoot is.
– Bij het braden van vetrijk vlees
zorgt de toevoeging van vocht ervoor
dat het vet beter uitbraadt. Het vocht
wordt toegevoegd aan het begin van
de bereiding.
Gebruik de voorbeeldrecepten in
het boekje "Profi" als houvast.
-
-
-
Als u de bereidingsfunctie "Profi" selec
teert, moet u het aantal stoomstoten in
stellen. U hebt de keuze uit:
Automatisch
ß
Hier moet een bepaalde hoeveelheid
water voor één stoomstoot worden
klaargezet. Het toestel activeert de
stoomstoot automatisch na de op
warmfase.
De stoomstoot duurt ongeveer
5 minuten.
1 stoomstoot
ß
2 stoomstoten
ß
3 stoomstoten
ß
Ook hier moet afhankelijk van het
aantal stoomstoten een bepaalde
hoeveelheid water worden
klaargezet.
De stoomstoten kunnen ten vroegste
na de opwarmfase worden geactiveerd.
Een stoomstoot duurt ongeveer
5 minuten.
Het is aangewezen de kookwekker te
gebruiken om u eraan te herinneren
de stoomstoten op het gewenste tijd
stip te activeren.
Het is normaal dat tijdens een
stoomstoot vocht neerslaat op de
binnenste glasplaat van de deur.
Deze neerslag verdampt tijdens de
bereiding.
-
-
-
-
44
Profi
Bereidingsfunctie "Profi" gebruiken
Bereid het voedsel voor en plaats het
^
in de oven.
Selecteer de bereidingsfunctie "Profi".
^
Kies de temperatuur.
^
Selecteer voor de stoomtoevoer "Au
^
tomatisch" of stel het aantal
stoomstoten handmatig in.
Zet de gevraagde hoeveelheid water
^
klaar.
Automatisch/
1 stoomstoot: ca. 100 ml
2 stoomstoten: ca. 150 ml
3 stoomstoten: ca. 250 ml
^ Klap het vulbuisje linksonder van het
bedieningspaneel uit.
De benodigde hoeveelheid water wordt
opgezogen. Via de balk met seg
menten kunt u de voortgang van het
proces volgen.
De gevraagde hoeveelheid water is ho
ger dan de hoeveelheid die daadwer
kelijk nodig is. Hierdoor blijft er wat wa
ter in de recipiënt over.
Wanneer u de deur sluit, maakt de
pomp nogmaals even lawaai.
Automatische stoomstoot
–
Na de opwarmfase wordt de
^
stoomstoot automatisch geactiveerd
en verdampt het water in de ovenruimte.
Na de stoomtoevoer laat u het voedsel
gaar worden.
– Handmatig geactiveerde
stoomstoten
Na de opwarmfase kunnen stoomstoten
worden geactiveerd volgens de tijden
die in het recept vermeld staan.
Gebruik de kookwekker N om u eraan
te herinneren.
-
-
-
-
^
Hou de recipiënt met de gevraagde
hoeveelheid water onder het
vulbuisje en start het opzuigproces
via "OK".
Hiertoe moet u op het gewenste tijdstip
^
het menupunt "Stoomstoot activeren"
selecteren.
Het water verdampt in de ovenruimte.
Wilt u meer stoomstoten, ga dan op de
zelfde manier te werk.
Na de stoomtoevoer laat u het voedsel
gaar worden.
-
45
Profi
Resterend water automatisch
laten verdampen
Bevindt zich op het einde van een be
reiding of bij het afbreken ervan nog
water in het verdampingssysteem, dan
wordt u gevraagd dit resterende water
te laten verdampen.
Deze instructie verschijnt
wanneer u het toestel inschakelt,
–
wanneer u de bereidingsfunctie
–
"Profi" selecteert.
wanneer u een automatisch pro
–
gramma met vochtregeling selec
teert.
U hebt telkens de keuze uit "Afbreken"
(om de verdamping af te breken) en
"OK" (om de verdamping te starten).
We raden aan de verdamping van
het resterende water meteen te
starten, zodat bij de volgende bereiding uitsluitend vers water wordt gebruikt voor de stoomtoevoer.
-
-
Verloop van de verdamping van het
resterende water
Bij de verdamping van het resterende
water wordt het toestel verwarmd tot
ca. 150 °C en wordt het resterende wa
ter in de ovenruimte verdampt.
De duur van de verdamping van het
resterende water kan tot 30 minuten du
ren.
Tijdens de verdamping van het res
terende water slaat vochtigheid neer
in de ovenruimte en op de deur.
Verwijder deze vochtigheid nadat de
ovenruimte is afgekoeld.
Verdamping van het resterende water
meteen starten
^ Bevestig de instructie "Resterend wa-
ter verdampen" met "OK".
De verdamping van het resterende water start onmiddellijk.
Op het display wordt de resttijd bij be
nadering weergegeven.
-
-
-
-
46
Profi
Verdamping van het resterende water
afbreken
Wanneer u het toestel inschakelt
wordt u op het display gevraagd het
resterende water te laten verdampen.
Raak de sensortoets naast "Afbreken"
^
aan.
U kunt nu alle bereidingsfuncties (be
halve "Profi") en alle automatische pro
gramma's zonder vochtregeling meteen
gebruiken.
Als u toch de bereidingsfunctie
"Profi" of een automatisch programma met vochtregeling selecteert,
wordt u opnieuw op het display gevraagd het resterende water te laten
verdampen.
^ Als u de verdamping van het reste-
rende water niet wilt uitvoeren, raakt
u de sensortoets "Afbreken" minstens
3 seconden aan.
-
-
Ontkalken
Afhankelijk van het aantal bereidingen
met vochtregeling en de opgezogen
hoeveelheid water moet het toestel
vroeger of later worden ontkalkt. U
wordt hieraan herinnerd op het display.
Het verdampingssysteem moet afhan
kelijk van de waterhardheid regelmatig
worden ontkalkt.
U kunt het ontkalkingsprogramma op
elk moment starten via het punt "Ont
kalken" in het hoofdmenu.
Als u het ontkalkingsprogramma niet
uitvoert wanneer u hierom wordt gevraagd, kunt u alleen de
bereidingsfuncties en automatische
programma's zonder vochtregeling gebruiken.
Meer informatie over het ontkalkingsprogramma vindt u in de rubriek "Reiniging en onderhoud".
-
-
^
Vervolgens kunt u een bereiding
starten.
,
We raden aan de instructie voor
de verdamping van het resterende
water niet te vaak af te breken, om
dat het verdampingssysteem in het
slechtste geval kan overlopen in de
ovenruimte wanneer er opnieuw wa
ter wordt opgezogen.
-
-
47
Kookwekker (eierwekker) N
De kookwekker kunt u onder andere
gebruiken als u iets buiten de oven be
reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt een kookwekkertijd van maxi
maal 9 uur, 59 minuten en 59 seconden
instellen.
Als u tijden voor een bereiding hebt in
gesteld, kunt u nog steeds een kook
wekkertijd instellen, bijv. om u eraan te
herinneren dat u na een deel van de
bereidingstijd kruiden moet toevoegen
of het gerecht moet overgieten.
Tip voor de bereidingsfunctie
"Profi d":
Gebruik de kookwekker om u eraan
te herinneren wanneer u handmatig
de stoomstoten moet activeren.
-
-
Kookwekkertijd instellen
^ Raak de sensortoets N aan.
Op het display verschijnt "0 : 00 : 00".
^ Ga als volgt te werk als u de kook-
wekkertijd met de sensortoetsen
- wilt instellen:
Stel eerst de uren in, vervolgens de
minuten en ten slotte de seconden.
Elk blok moet met de sensortoets
"OK" worden bevestigd.
+ of
Na afloop van de kookwekkertijd
-
-
knippert het symbool N.
–
weerklinkt een geluidssignaal, als
–
deze functie actief is (zie de rubriek
"Instellingen - Volume Geluidssignalen").
verspringt de tijd naar boven.
–
Raak om af te sluiten de sensortoets
^
N aan.
Kookwekkertijd wijzigen
Raak de sensortoets N aan.
^
^ Zet de kookwekkertijd met de sensor-
toets U op "0 : 00 : 00" en stel een
nieuwe kookwekkertijd in.
^ Bevestig uw invoer met de sensor-
toets "OK".
Kookwekkertijd wissen
^
Raak de sensortoets N 2 keer aan.
U kunt de aflopende kookwekkertijd
volgen op het display.
48
Instellingen
In de fabriek zijn bepaalde instellingen
van uw toestel vooraf geprogram
meerd.
Ga als volgt te werk om deze te wijzi
gen:
Selecteer "InstellingenJ".
^
De lijst wordt weergegeven.
Taal J
ß
Dagtijd
ß
Verlichting
ß
Hoofdmenu
ß
ß Katalysator
ß Naloop ventilator
ß Pyrolyse
ß Opwarmfase
ß Starten
ß Voorgeprogrammeerde temperatu-
ren
-
-
De momenteel ingestelde instellingen
worden aangeduid met "L" en weerge
geven zonder "
Instellingen kunnen alleen worden
gewijzigd als er geen bereidingspro
ces bezig is.
!"!
Taal J
U kunt uw eigen taal instellen voor het
display.
Na het instellen en bevestigen ver
schijnt op het display onmiddellijk de
gewenste taal.
Hebt u per vergissing een taal gekozen die u niet begrijpt? Zoek dan het
symbool J om weer naar het submenu "Taal J" te gaan.
-
-
-
ß
Display
ß
Volume
ß
Speedlight
ß
Veiligheid
ß
Eenheden
ß
Handelaar
ß
Fabrieksinstellingen
^
Selecteer de instelling die u wilt wijzi
gen.
Als u na het selecteren van een in
stelling geen keuze maakt binnen
korte tijd, wordt de lijst "Instellingen"
weergegeven.
Dagtijd
U hebt de keuze uit:
ß
Weergave
ß
Tijdformaat
ß
Instellen
Na een stroomonderbreking ver
schijnt opnieuw de actuele dagtijd.
Het toestel bewaart deze informatie
gedurende ca. 200 uur. Daarna
wordt, zoals bij de eerste ingebruik
neming, "12:00" weergegeven.
-
-
-
49
Instellingen
Weergave
U kunt instellen of de dagtijd moet wor
den weergegeven wanneer het toestel
uitgeschakeld is:
Aan
ß
(fabrieksinstelling)
De dagtijd wordt altijd weergegeven.
60 seconden aan
ß
De dagtijd wordt slechts 60 secon
den weergegeven wanneer u het
toestel in- en uitschakelt.
Geen weergave
ß
De dagtijd wordt alleen weergege
ven wanneer u het toestel inschakelt.
Tijdformaat
U kunt het tijdformaat van de dagtijd
selecteren:
ß 12 uur: weergave in het 12-uurs-
formaat
ß 24 uur: weergave in het 24-uurs-
formaat
(fabrieksinstelling)
Instellen
U kunt de dagtijd met de sensortoetsen
+ en - instellen:
Stel eerst de uren in en bevestig deze
met "OK". Stel vervolgens de minuten
in.
-
-
Verlichting
Aan
-
ß
De ovenruimte blijft tijdens de hele
bereiding verlicht.
15 seconden aan
ß
(fabrieksinstelling)
De ovenverlichting wordt tijdens een
bereiding na 15 seconden uitge
schakeld.
Als u een verlichte sensortoets naast
het display aanraakt, schakelt u de
verlichting weer voor 15 seconden
in.
Bij automatische programma's raakt
u 2 keer de sensortoets N aan, aangezien in dit geval geen verlichte
sensortoetsen naast het display worden weergegeven.
Hoofdmenu
U kunt de volgorde van de menupunten
in het hoofdmenu wijzigen: u kunt tot
3 menupunten (behalve het menupunt
"Instellingen") vooraan in het hoofdmenu plaatsen.
Als u dit menupunt selecteert, wordt
achtereenvolgens gevraagd welke
functies u op de posities 1, 2 en 3 wilt.
Voor elke positie kunt u kiezen uit de
bereidingsfuncties en de menupunten
"Automatic" en "Eigen programma's".
Maak uw keuze. Vervolgens wordt over
geschakeld naar de volgende positie.
Tot slot wordt opnieuw de lijst met in
stellingen weergegeven.
Als u al eigen programma's hebt vast
gelegd vooraan in het hoofdmenu (zie
rubriek "Eigen programma's - Naar het
hoofdmenu"), worden de nu
geselecteerde menupunten eraan toe
gevoegd.
-
-
-
-
-
50
Katalysator
Aan
ß
(fabrieksinstelling)
De katalysator is altijd ingeschakeld.
Een keer uit
ß
De katalysator is uitgeschakeld
tijdens de volgende bereiding.
Naloop ventilator
Na een bereiding blijft de koelventilator
ingeschakeld, zodat er geen luchtvoch
tigheid kan neerslaan in de ovenruimte,
op het bedieningspaneel of op de inbouwkast.
ß Sensorgestuurd
(fabrieksinstelling)
De koelventilator wordt uitgeschakeld door de automatische sensor.
ß Temperatuurgestuurd
De koelventilator wordt uitgeschakeld wanneer de oventemperatuur
lager is dan ca. 70 °C.
ß
Tijdgestuurd
De koelventilator wordt uitgescha
keld na ca. 25 minuten.
In de ovenruimte mogen geen ge
rechten worden warmgehouden
wanneer de ventilator tijdgestuurd
wordt uitgeschakeld.
De luchtvochtigheid zou stijgen,
waardoor het bedieningspaneel zou
beslaan, er druppels zouden wor
den gevormd onder het werkblad en
het front zou beslaan.
-
-
-
Instellingen
Door condenswater kan
-de ombouwkast/het werk-
blad beschadigd raken.
-er corrosie in het toestel
ontstaan.
Pyrolyse
Met advies
ß
Er wordt advies weergegeven voor
het uitvoeren van een pyrolysereini
ging.
Zonder advies
ß
(fabrieksinstelling)
Er wordt geen advies weergegeven
voor het uitvoeren van een pyrolysereiniging.
Opwarmfase
De opwarmfase van de
bereidingsfuncties "Hetelucht plus",
"Boven-onderwarmte" en "Braadautomaat" kan altijd worden gewijzigd.
ß
Snel
(fabrieksinstelling)
Alle verwarmingselementen worden
ingeschakeld. Zo wordt zo snel mo
gelijk de gewenste temperatuur be
reikt.
Op het display wordt weergegeven
in combinatie met "Snelopwarmfase"
of "Snelaanbraadfase".
ß
Normaal
Alleen de verwarmingselementen
van de geselecteerde
bereidingsfunctie worden ingescha
keld.
Op het display wordt weergegeven
in combinatie met "Opwarmfase" of
"Aanbraadfase".
-
-
-
-
51
Instellingen
Starten
Automatisch
ß
(fabrieksinstelling)
Een bereiding wordt ca. 20 secon
den na uw laatste invoer/instelling
"automatisch" gestart.
Handmatig
ß
Als u kiest voor "Handmatig", ver
schijnt bij elke bereiding "Starten" en
dient u de start te bevestigen.
-
-
Voorgeprogrammeerde
temperaturen
Het is zinvol de voorgeprogrammeerde
temperaturen te wijzigen als u vaak met
afwijkende temperaturen werkt.
Naast de bereidingsfuncties worden de
voorgeprogrammeerde temperaturen
weergegeven die momenteel zijn ingesteld.
Display
Contrast
Het contrast wordt via een balk met
7 segmenten weergegeven.
P P P P G G GM
Fabrieksinstelling: 4 gevulde seg
menten.
Raak "Minder" of "Hoger" aan als u het
contrast wilt wijzigen.
Lichtsterkte
De lichtsterkte wordt via een balk met
7 segmenten weergegeven.
P P P P P P GM
Fabrieksinstelling: 6 gevulde segmenten.
Raak "Donker" of "Licht" aan als u de
lichtsterkte wilt wijzigen.
-
Als u een bereidingsfunctie selecteert,
wordt de voorgeprogrammeerde tem
peratuur verlicht weergegeven.
Tegelijkertijd wordt het bereik weerge
geven waarbinnen u deze kunt wijzi
gen.
52
-
-
Volume
-
Geluidssignalen
Het volume wordt via een balk met
7 segmenten weergegeven.
P P P G G G GM
Fabrieksinstelling: 3 gevulde seg
menten.
Raak "Zachter" of "Harder" aan als u het
volume wilt wijzigen.
Als alle segmenten zijn gevuld, is het
maximumvolume ingesteld.
Als er geen segment is gevuld, is het
geluidssignaal uitgeschakeld.
-
Instellingen
Toetsgeluid
Het volume van het toetsgeluid, dat bij
het aanraken van een sensortoets
weerklinkt, wordt via een balk met
7 segmenten weergegeven.
P P P G G G GM
Fabrieksinstelling: 3 gevulde seg
menten.
Raak "Zachter" of "Harder" aan als u het
volume wilt wijzigen.
Als alle segmenten zijn gevuld, is het
maximumvolume ingesteld.
Als er geen segment is gevuld, is het
geluid uitgeschakeld.
Begroetingsmelodie
ß Aan
(fabrieksinstelling)
Wanneer u het toestel inschakelt,
weerklinkt een melodie.
ß Uit
Wanneer u het toestel inschakelt,
weerklinkt geen melodie.
-
Speedlight
U hebt de keuze uit:
ß
In gebruik
ß
Stand-by
ß
Kleur bij stand-by
In gebruik
Aan
ß
(fabrieksinstelling)
De speedlight-verlichting onder het
bedieningspaneel is ingeschakeld
wanneer het toestel in gebruik is.
Uit
ß
De speedlight-verlichting onder het
bedieningspaneel is uitgeschakeld
wanneer het toestel in gebruik is.
Stand-by
Aan
ß
De speedlight-verlichting onder het
bedieningspaneel blijft ingeschakeld
wanneer u het toestel uitschakelt.
ß Uit
(fabrieksinstelling)
De speedlight-verlichting onder het
bedieningspaneel wordt uitgeschakeld wanneer u het toestel uitschakelt.
Kleur bij stand-by
De kleur die de speedlight-verlichting
heeft wanneer het toestel uitgeschakeld
is, kan worden gewijzigd.
P P P P G G GM
Fabrieksinstelling: 4 gevulde seg
menten.
U wijzigt de kleur van de speedlightverlichting door de sensortoets naast
"Geel" of "Rood" aan te raken.
-
Als alle segmenten zijn gevuld, is de
speedlight-verlichting rood.
Als één segment gevuld is, is deze
geel.
53
Instellingen
Veiligheid
U hebt de keuze uit:
Blokkering
ß
Vergrendeling in gebruik (of een
ß
gelijkaardige functie)
De kookwekkerfunctie blijft beschik
baar.
De blokkering blijft na een stroom
storing actief.
-
-
Blokkering
0
De blokkering voorkomt dat het toestel
per ongeluk wordt ingeschakeld.
U kunt de blokkering pas gebruiken na
dat u ze hebt geactiveerd door
"Toelaten" te selecteren.
Toelaten
ß
De blokkering wordt geactiveerd.
Het symbool
1 wordt weergegeven
op het display, zodra het toestel
wordt uitgeschakeld. U kunt nu de
blokkering gebruiken.
ß Niet toelaten
(fabrieksinstelling)
De blokkering is gedeactiveerd.
Blokkering in- en uitschakelen
^
Raak de sensortoets aan naast het
symbool
1.
U kunt kiezen uit:
ß
Aan
Het toestel wordt vergrendeld en de
bediening is geblokkeerd.
Op het display wordt
0 weergege
ven.
Vergrendeling in gebruik (of een
gelijkaardige functie)
-
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat
een bereiding per ongeluk wordt uitge
schakeld of gewijzigd.
Wanneer de vergrendelingsfunctie actief is, vergrendelt het toestel enkele seconden na het starten van een bereiding.
^ Selecteer "Aan" om de vergrendeling
te activeren.
ß Aan
Als een bereiding bezig is, moet u
een sensortoets minstens 5 seconden aanraken voordat deze reageert.
ß
Uit
(fabrieksinstelling)
De sensortoetsen reageren onmid
dellijk wanneer u deze aanraakt.
-
-
-
ß
Uit
Het toestel wordt ontgrendeld en be
diening is mogelijk.
Op het display wordt
1 weergege
ven.
54
-
-
Instellingen
Eenheden
Temperatuur
°C
ß
(fabrieksinstelling)
°F
ß
Handelaar
Uit
ß
(fabrieksinstelling)
Demo-functie
ß
ß Demo instelling
ß Demo-mode
Met deze menupunten kan de handelaar het toestel zonder verwarming
presenteren.
Voor privégebruik is deze instelling
overbodig.
Als u per vergissing een van de menupunten hebt ingeschakeld, kunt u het
als volgt weer uitschakelen:
Fabrieksinstellingen
Alle instellingen
ß
Alle gewijzigde toestelinstellingen
worden weer op de fabrieksinstel
lingen ingesteld.
Eigen programma's
ß
Enkel alle eigen programma's wor
den gewist.
Hoofdmenu
ß
Enkel het hoofdmenu wordt terugge
zet op de fabrieksinstellingen.
Voorgeprogrammeerde temperatu
ß
ren
Enkel de gewijzigde voorgeprogrammeerde temperaturen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
-
-
-
-
–
Demo-functie
Selecteer het menupunt "Uit" en volg
de instructies op het display.
–
Demo instelling
–
Demo-mode
Raak een sensortoets naast het dis
play aan en volg de instructies op
het display.
-
55
Gegevens voor testinstellingen
Controlegerechten volgens EN 60350
GerechtUniversele plaat,
vorm
Bereidingsfunc
tie
Inschuif
niveau
(van on
-
-
deren af)
Spritsgebak
1 universele plaat"Hetelucht plus"2140
2 universele platen1)"Hetelucht plus"1, 3140
1 universele plaat"Boven-
2160
onderwarmte"
Kleine
cakes
(32 stuks
per plaat)
1 universele plaat"Hetelucht plus"2160
2 universele platen"Hetelucht plus"1, 2160
1 universele plaat"Boven-
2160
onderwarmte"
Waterbiscuittaart
Afgedekte
appeltaart
Springvorm, donker
C 26 cm
Springvorm, donker
C 26 cm
Springvorm, donker
C 20 cm
Springvorm, donker
"Hetelucht plus"1170
"Boven-
1180
onderwarmte"
"Hetelucht plus"1160
"Hetelucht"1160
C 20 cm
Toast
Springvorm, donker
C 20 cm
Springvorm, donker
C 20 cm
Rooster"Grill"22753,5-4,5Ja, 5
"Intensief bakken"
"Bovenonderwarmte"
1160
1170
bruineren
Grillen van
steaks
Rooster op universele
plaat
"Grill"22751e kant:
(21 stuks)
1) Haal de universele plaat uit de oven, zodra het gerecht
voldoende bruin is, ook als de bereidingstijd nog niet verstreken is.
2) Tijdens de opwarmfase geen snelopwarming gebruiken; zie rubriek
"Instellingen - Opwarmfase - Normaal".
Temperatuur
in °C
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
Berei
dingstijd
in min.
Toestel
voorver
warmen
40-47Nee
42-49Nee
22-28Nee
28-32Nee
29-34Nee
22-26Ja
28-34Nee
24-28Ja
80-90Nee
75-85Nee
75-85Nee
70-80Nee
minuten
Ja, 5
9-13
minuten
2e kant:
8-10
-
56
Overige controlegerechten
Gegevens voor testinstellingen
GerechtUniversele plaat /
Gistplaatkoek met kruimels
Cake"Hetelucht plus"Rechthoekige
Eend,
ca. 2000 g
Varkensgebraad,
ca. 1500 g
Opbakken van
diepvriespizza
1) Tijdens de opwarmfase geen snelopwarming gebruiken; zie rubriek
"Instellingen - Opwarmfase - Normaal".
vorm
"Hetelucht plus"1 universele plaat21701)50-60
"Boven-onderwarmte" 1 universele plaat21801)45-55
"Boven-onderwarmte" Rechthoekige
"Automatic\
Gevogelte\Eend"
"Automatic\Vlees\
Varkensvlees\
Varkensgebraad"
"Automatic \ Pizza \
Diepgevroren \
Voorgebakken"
Bereidingsfunctie /
programma
bakvorm
bakvorm
Inschuifni
veau (van
onderen af)
Volg de instructies
op het display.
Volg de instructies
op het display.
Volg de instructies
op het display.
Tempe
ratuur
in °C
11601)50-60
11701)50-60
Berei
dingstijd
in min.
-
Energie-efficiëntieklasse volgens EN 50304
Voor de toestellen werd overeenkomstig EN 50304 de energie-efficiëntieklasse B
vastgesteld.
De meetgegevens hebben betrekking op de bereidingsfunctie "Hetelucht plus U"
zonder ingebouwde uitschuifbare FlexiClip-rails. De katalysator moet uitgeschakeld
zijn tijdens de test; zie rubriek "Instellingen - Katalysator - Een keer uit".
57
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een
,
stoomreiniger om het toestel te reini
gen.
De stoom kan op stroomvoerende
onderdelen terechtkomen en een
kortsluiting veroorzaken.
-
Front van het toestel
Vuil op het front van het toestel ver
wijdert u het best zo vlug mogelijk.
Als het vuil er langere tijd op inwerkt,
kan het soms niet meer worden verwijderd en kunnen de oppervlakken
verkleuren of wijzigingen ondergaan.
Reinig het front van het toestel met een
schone sponsdoek, handafwasmiddel
en warm water. U kunt ook een schone,
vochtige microvezeldoek gebruiken.
Wrijf daarna alles droog met een zachte
doek.
-
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
krassen. Krassen in oppervlakken uit
glas kunnen soms ertoe leiden dat
het breekt.
Alle oppervlakken kunnen verkleu
ren of wijzigingen ondergaan wan
neer ze in contact komen met onge
schikte reinigingsmiddelen.
Voorkom schade aan de oppervlak
ken! Gebruik bij het reinigen geen
reinigingsmiddelen die soda, ammo
–
niak, zuur of chloor bevatten.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen.
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen.
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel.
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal.
– reinigingsmiddelen voor de afwasau-
tomaat.
–
ovensprays.
-
-
-
-
-
58
–
glasreinigers.
–
schurende harde sponsen en bor
stels (bijv. schuursponsen).
–
speciale "wondersponsen".
–
scherpe metaalschrapers.
-
Reiniging en onderhoud
Toebehoren
Haal al het toebehoren uit de oven
ruimte voordat u de pyrolysereini
ging start. Dit geldt ook voor de uit
schuifbare FlexiClip-rails en voor
mits toeslag verkrijgbaar toebeho
ren.
Door de hoge temperaturen tijdens
de pyrolysereiniging zou het toebe
horen beschadigd raken.
Universele plaat
Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
Neem de reinigings- en onderhoudsinstructies in de rubriek "Met
PerfectClean veredeld email" in acht.
Rooster, steunroosters
Het verchroomde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
Voor het rooster en de steunroosters
gelden bijgevolg dezelfde reinigingsen onderhoudsinstructies als voor met
PerfectClean veredeld email (zie gelijk
namige rubriek).
Spijzenthermometer
De spijzenthermometer kan in de af
wasautomaat worden gereinigd.
Draaigrillinrichting
Reinig deze in heet water met afwas
middel.
Vast vuil kunt u met een niet-schurend
reinigingsmiddel voor roestvrij staal ver
wijderen.
-
-
-
-
-
-
-
Uitschuifbare FlexiClip-rails
De uitschuifbare FlexiClip-rails mo
gen niet in de afwasautomaat wor
den gereinigd. Het speciale vet van
de uitschuifbare rails zou daardoor
immers worden weggespoeld.
Gebruik bij het reinigen geen
schurende reinigingsproducten, zo
–
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
reinigingsmiddelen voor roestvrij
–
staal,
– schurende harde sponzen en bor-
stels (bijv. schuursponzen).
Let erop dat het speciale vet tijdens
het reinigen niet uit de uitschuifbare
rails wordt weggespoeld.
Vermijd herhaaldelijk
– inweken in warm water waaraan u af-
wasmiddel hebt toegevoegd,
–
reinigen met ovenspray,
–
reinigen van het kogellager.
-
De uitschuifbare FlexiClip-rails reinigt u
het best na elke bereiding.
Zo kan het vuil niet aankoeken of
tijdens verder gebruik vastbranden.
Bij herhaaldelijk gebruik zonder tussen
tijdse reiniging is vuil moeilijker te ver
wijderen.
-
-
-
-
-
-
59
Reiniging en onderhoud
Normaal vuil
Reinig de oppervlakken van het toestel
bij voorkeur met een schone, vochtige
(microvezel)doek. U kunt ook warm
water, handafwasmiddel en een schone
sponsdoek of een afwasspons ge
bruiken.
Verwijder resten van reinigingsmiddel
grondig.
Hardnekkig vuil
Indien nodig kunt u ook de harde zijde
van de afwasspons gebruiken. Het rei
nigen verloopt eenvoudiger als u het
water met afwasmiddel enkele minuten
laat inwerken op de vuilresten.
Indien nodig kunt u de uitschuifbare
rails kort (ca. 10 minuten) laten inweken
in warm water waaraan u afwasmiddel
hebt toegevoegd.
Het is mogelijk dat de uitschuifbare
rails na het reinigen verkleuren en
bijvoorbeeld een lichtere kleur krij
gen. Dit heeft echter geen invloed
op de goede werking ervan.
-
-
-
Let ook op het volgende:
Als u taarten met zeer vochtig beleg
bakt (bijv. pruimentaarten), kan er soms
vruchtensap overlopen en aan de uit
schuifbare rails blijven kleven, zodat ze
nog moeilijk of helemaal niet meer kun
nen worden uitgetrokken.
Gebruik voor het reinigen alleen de be
schreven hulpmiddelen. Voor het reini
gen van het kogellager gebruikt u een
zachte borstel.
Uitschuifbare rails bijsmeren
Als de werking van het speciale vet in
de uitschuifbare rails vermindert, kunt u
de rails bijsmeren, zodat ze weer vlot
kunnen worden uitgetrokken.
Het speciale vet is verkrijgbaar bij uw
Miele-handelaar of bij de Technische
Dienst van Miele.
Gebruik enkel dit speciale vet, want
het is afgestemd op de hoge temperaturen in de ovenruimte.
Andere soorten vet kunnen door op
warming verharsen en de uitschuif
bare rails blokkeren.
-
-
-
-
-
-
60
Reiniging en onderhoud
Met PerfectClean veredeld
email
Het geëmailleerde oppervlak van de
universele plaat is dankzij een nieuw
procédé veredeld met PerfectClean.
Oppervlakken die met PerfectClean
veredeld zijn, vertonen een uitstekend
antiaanbakeffect en kunnen uiterst
eenvoudig worden gereinigd in verge
lijking met het email dat normaal in
ovens wordt gebruikt.
Bereid voedsel kan nog gemakkelijker
worden losgemaakt, vuil dat achterblijft
na bak- of braadprocessen kan nog gemakkelijker worden verwijderd.
Om gedurende vele jaren te kunnen
genieten van de voordelen van de
antiaanbaklaag en de eenvoudige reiniging, dient u de volgende onder-houdsinstructies op te volgen.
Oppervlakken die met PerfectClean
veredeld zijn kunnen ongeveer zoals
glas worden gereinigd.
U kunt uw voedsel op PerfectClean
snijden en verdelen, zoals u dat ge
woon bent met de klassieke geëmail
leerde bakplaten.
Laat de ovenruimte afkoelen voor u
die reinigt. Anders kunt u zich ver
branden!
-
-
-
Bij normale vervuiling reinigt u
PerfectClean-oppervlakken best met
een bestekspons, heet water en afwas
middel.
Indien nodig kunt u ook de harde zijde
van de afwasspons gebruiken.
Het reinigen van de plaat verloopt een
voudiger als u de resten enkele minu
ten laat weken in een sopje met afwas
middel.
-
Spoel de onderdelen daarna goed af
met schoon water. Afwasmiddelen kun
nen het antiaanbakeffect negatief beïn
vloeden.
Als de oppervlakken erg vuil zijn, kan
meer werk vereist zijn.
Laat de te reinigen oppervlakken afkoelen tot kamertemperatuur. Breng daarna ovenspray aan en laat het product
enkele minuten (ca. 10 minuten) inwerken. Indien nodig kunt u na deze inwerktijd, terwijl de ovenspray dus nog
aangebracht is, de harde zijde van een
bestekspons gebruiken.
Indien nodig herhaalt u deze procedu
re.
Als u ovenspray hebt gebruikt, dient u
de oppervlakken daarna met water te
reinigen en af te drogen.
-
-
-
-
-
-
-
61
Reiniging en onderhoud
Voor aangekoekte resten kunt u ook
een glasschraper of een roestvrijstalen
spiraal (bijv. Spontex Spirinett) ge
bruiken.
Met de beschreven hulpmiddelen kun
nen de oppervlakken grondig worden
gereinigd.
Voor een optimaal resultaat is het be
langrijk dat de oppervlakken na elk ge
bruik worden gereinigd, zodat de voor
delen van de antiaanbaklaag behouden
blijven.
Het effect neemt af als het
PerfectClean-oppervlak bedekt is door
resten van een vorig gebruik.
Bij herhaaldelijk gebruik zonder tussentijdse reiniging is vuil moeilijker te verwijderen.
Om met PerfectClean veredelde oppervlakken niet onherstelbaar te beschadigen, dient u het volgende te
vermijden:
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurcrème,
poetsstenen.
-
-
-
reiniging met mechanische reini
–
gingsmiddelen.
Zelfs als het met PerfectClean
behandelde oppervlak toch bescha
digd zou raken door verkeerd gebruik,
dan blijven het antiaanbakeffect en de
eenvoudige reiniging behouden, in elk
geval minstens zo goed als bij onder
houdsvriendelijk email.
-
-
Let ook op het volgende:
Vuil zoals fruitsap en taartdeeg van
–
slecht sluitende bakvormen verwij
dert u het best terwijl de ovenruimte
nog iets warm is.
– Door gemorst fruitsap kunnen per-
manente kleurveranderingen ontstaan. Na een braadproces kunnen
er ook blijvende matte plekken op de
universele bakplaat ontstaan. Deze
hebben echter geen invloed op de
eigenschappen van de veredeling.
Probeer dergelijke vlekken niet koste
wat kost te verwijderen.
Gebruik enkel de beschreven hulp
middelen.
-
-
-
-
-
–
reinigingsmiddelen voor kookvlakken
van glaskeramiek.
–
staalwol.
–
schuursponsen, zoals
pannensponsen of gebruikte
sponsen waarin nog resten van
schuurmiddelen zitten.
–
ovenspray op met PerfectClean vere
delde oppervlakken bij een hoge
temperatuur of met een lange
inwerkingstijd.
–
reiniging in de afwasautomaat.
62
-
Reiniging en onderhoud
Ovenruimte
De ovenruimte is voorzien van een laag
donker pyrolyse-email.
Dit is een sterk gehard email met een
heel glad oppervlak, dat antiaanbakei
genschappen heeft.
Manuele reiniging van de ovenruimte
Laat de oven afkoelen voordat u
deze manueel reinigt.
Er is gevaar voor verbranding!
Reinig de ovenruimte en de binnen
kant van de deur bij voorkeur na elk
gebruik. Wacht niet te lang, want telkens als u de oven daarna gebruikt,
brandt het vuil verder in en wordt het
moeilijker de oven manueel schoon
te krijgen. In extreme gevallen kan
ernstige vervuiling de oppervlakken
beschadigen.
Rond de ovenruimte is een
glaszijdedichting aangebracht als
afdichting voor de glasplaten van de
deur.
Reinig deze dichting zo weinig mo
gelijk, want ze is gevoelig. Door wrij
ven of schuren kan ze beschadigd
raken.
-
-
-
Het meeste vuil kan probleemloos wor
den verwijderd met een sponsdoek,
zacht afwasmiddel en warm water.
Behandel de coating niet met harde
borstels en sponsen, staalwol* of an
dere schuurmiddelen. Het email zou
beschadigd raken!
Lees bij gebruik van ovenspray ab
soluut de richtlijnen van de fabrikant.
* Roestvrijstalen schuurspiralen, zoals
Spontex Spirinett, kunnen echter wel
worden gebruikt.
Om het reinigen te vergemakkelijken,
kunt u
– de deur verwijderen.
– de deur uit elkaar halen.
– de uitschuifbare FlexiClip-rails verwij-
deren.
– de steunroosters verwijderen.
– het verwarmingselement voor boven-
warmte/de grill omlaag brengen.
Meer informatie hierover vindt in de ge
lijknamige rubrieken op de volgende
pagina's.
Pyrolysereiniging van de ovenruimte
Voor u het reinigingsprogramma start,
dient u rekening te houden met het vol
gende:
-
-
-
-
-
63
Reiniging en onderhoud
Grof vuil verwijdert u het best uit de
ovenruimte voordat u de pyrolyserei
niging start.
Rond de ovenruimte is een
glaszijdedichting aangebracht als
afdichting voor de glasplaten van de
deur.
Reinig deze dichting zo weinig mo
gelijk, want ze is gevoelig. Door wrij
ven of schuren kan ze beschadigd
raken.
Haal al het toebehoren uit de oven
ruimte voordat u de pyrolysereiniging start. Dit geldt ook voor de uitschuifbare FlexiClip-rails en voor
mits toeslag verkrijgbaar toebehoren.
Door de hoge temperaturen tijdens
de pyrolysereiniging zou het toebehoren beschadigd raken.
Tijdens de pyrolysereiniging warmt
het front van het toestel meer op dan
bij normaal gebruik van de oven.
Voorkom dat kinderen tijdens de py
rolysereiniging het toestel aanraken.
Er is gevaar voor verbranding!
-
-
Deze deurvergrendeling wordt na af
loop van de pyrolysereiniging pas op
-
geheven als de temperatuur in de
ovenruimte onder 280 °C gedaald is.
Als u per vergissing de functie "Pyroly
se" start, of als het programma wordt
afgebroken, wordt de deurvergrende
ling
bij temperaturen onder ca. 280 °C
–
-
-
onmiddellijk opgeheven.
bij temperaturen boven 280 °C pas
–
opgeheven als de temperatuur in de
ovenruimte onder 280 °C gedaald is.
Pyrolysereiniging starten
^ Haal het toebehoren uit de ovenruim-
te.
^ Roep de functie "Pyrolyse" op.
^ Start het pyrolyseprogramma.
De deur wordt vergrendeld.
U kunt de start van hetpyrolyseprogramma uitstellen, bijv.
als u gebruik wenst te maken van het
goedkopere nachtstroomtarief. Ga als
volgt te werk:
^
Roep "Starttijd" op en stel de start uit.
-
-
-
-
Tijdens de pyrolysereiniging wordt de
ovenruimte opgewarmd tot meer dan
400 °C. Het aanwezige vuil wordt door
de hoge temperaturen afgebroken tot
as.
De duur van het reinigingsprogramma
is afhankelijk van de mate van vervui
ling van het toestel.
Aan het begin van een pyrolysereini
ging wordt de deur om veiligheidsre
denen automatisch vergrendeld.
64
-
-
Deze waarde kunt u tot aan het starttijd
stip nog altijd wijzigen.
Wanneer het pyrolyseprogramma ten
einde is weerklinkt een signaal en op
het display verschijnt "Programma afge
rond".
-
^
Schakel het toestel uit.
-
-
Reiniging en onderhoud
Na de pyrolysereiniging kunt u de
pyrolyseresten (bijv. as), die zich af
hankelijk van de mate van vervuiling
van de oven kunnen vormen, gemakke
lijk verwijderen.
Verwijder eventuele resten pas als
de oven afgekoeld is. Er is gevaar
voor verbranding!
Reinig de glaszijdedichting zo wei
nig mogelijk, want ze is gevoelig.
Door wrijven of schuren kan ze be
schadigd raken.
De meeste resten kunt u met een vochtige doek opnemen.
Afhankelijk van de mate van vervuiling
vormt er zich een zichtbare laag op de
toesteldeur. Deze laag kunt u verwijderen met een afwasspons of een
roestvrijstalen spiraal (bijv. Spontex
Spirinett) en wat afwasmiddel.
Door gemorst fruitsap kunnen permanente kleurveranderingen ont
staan. Deze hebben echter geen in
vloed op de eigenschappen van het
email. Probeer dergelijke vlekken
niet koste wat kost te verwijderen.
-
-
-
-
-
De pyrolysereiniging wordt afgebroken,
wanneer het toestel wordt uitgescha
–
keld.
wanneer tijdens de pyrolysereiniging
–
een andere functie wordt gekozen.
bij een stroomonderbreking.
–
Schakel het toestel uit in de twee
laatste gevallen.
Bij een ovenruimtetemperatuur van min
der dan 280 °C wordt de deurvergren
deling na korte tijd opgeheven en kan
de deur weer worden geopend.
Start de pyrolysereiniging daarna indien gewenst opnieuw.
-
-
-
-
65
Reiniging en onderhoud
De deur verwijderen
De deur weegt ongeveer 13,5 kg.
Hou hiermee rekening wanneer u de
deur verwijdert.
De ovendeur is via speciale houders
met de deurscharnieren verbonden.
Voordat u de deur van deze houders
kunt verwijderen, moet u eerst de vergrendelingsbeugels van de beide
scharnieren ontgrendelen.
^ Zet de deur volledig open.
Sluit de deur tot tegen de aanslag.
^
Trek de deur nooit in horizontale
stand van de houders. De houders
zouden namelijk terugslaan, waar
door het toestel beschadigd zou ra
ken. U zou zich kunnen verwonden.
-
-
^
Ontgrendel de vergrendelingsbeu
gels van de deurscharnieren met een
draaibeweging. Draai de vergrende
lingsbeugels tot aan de aanslag. Ze
staan dan schuin.
66
^
Pak de deur bij de zijkanten vast en
trek de deur naar boven toe van de
houders.
Trek de deur niet aan de deurgreep
omhoog. De greep zou kunnen af
breken en de glasplaten van de
deur zouden beschadigd kunnen ra
ken.
Pas op dat de deur bij het uitnemen
niet kantelt.
-
-
-
De deur uit elkaar halen
De deur bestaat uit vier glasplaten en
heeft bovenaan en onderaan ope
ningen.
Tijdens de werking wordt koellucht door
de deur gevoerd, zodat de buitenste
glasplaat koel blijft en zonder gevaar
kan worden aangeraakt.
Mocht er onverhoopt toch iets tussen
de glasplaten komen, dan kunt u de
ovendeur demonteren en de binnen
kanten van de glasplaten reinigen.
Hou bij de reiniging van de glasplaten rekening met de instructies voor
het reinigen van het toestelfront.
Gebruik geen schuurmiddelen, geen
harde sponsen of borstels en geen
scherpe metaalschrapers. Al deze
middelen kunnen krassen op het oppervlak veroorzaken. Krassen kunnen ertoe leiden dat het glas breekt.
-
-
Reiniging en onderhoud
Verwijder in elk geval eerst de oven
deur voordat u deze uit elkaar haalt.
Leg de buitenste glasplaat van de
^
deur op een zachte ondergrond (bij
voorbeeld een keukenhanddoek). Zo
verkomt u krassen. Leg de deur zo
dat de greep over de rand van de ta
fel ligt. De glasplaat ligt dan plat op
de ondergrond en zal tijdens het rei
nigen niet breken.
-
-
-
-
Gebruik geen ovenspray. Deze tasten het oppervlak van de aluminium
profielen aan.
Zorg ervoor dat u de glasplaten na
het reinigen weer op de juiste ma
nier terugzet. De beide kanten van
de glasplaten hebben namelijk een
verschillende coating. Aan de kant
van de ovenruimte is een warmtere
flecterende laag aangebracht.
Bewaar de gedemonteerde glaspla
ten op een geschikte plek, zodat ze
niet kunnen breken.
-
^ Open met een draaibeweging naar
-
-
-
buiten de vergrendelingen voor de
glasplaten van de deur.
67
Reiniging en onderhoud
Nu kunt u achtereenvolgens de binnen
ste glasplaat van de deur en de twee
middelste glasplaten uitnemen.
^ Til de binnenste glasplaat iets om-
hoog en trek deze uit de afdeklijst.
-
Til de bovenste van de twee middel
^
ste glasplaten iets op en neem ze uit.
-
^
Verwijder de glaszijdedichting.
68
^
Til de onderste van de twee middel
ste glasplaten iets op en neem ze uit.
-
Reinig de glasplaten en de andere
^
onderdelen.
Reinig de glaszijdedichting zo wei
nig mogelijk, want ze is gevoelig.
Door wrijven of schuren kan ze be
schadigd raken.
Gebruik voor de andere onderdelen
een schone sponsdoek, handafwas
middel en warm water. U kunt ook
een schone, vochtige
microvezeldoek gebruiken. Wrijf
daarna alles droog met een zachte
doek.
^ Zet de deur weer in elkaar:
De beide middelste glasplaten zijn
identiek. Om ervoor te zorgen dat ze
correct worden geplaatst, hebben
ze elk een andere hoek die
afgeschuind is.
Reiniging en onderhoud
Bij het plaatsen van de onderste
glasplaat moet de sterker
-
-
afgeschuinde hoek onderaan ter
hoogte van de linkervergrendeling
worden geplaatst.
-
^ Plaats de onderste van de twee mid-
delste glasplaten. De sterker
afgeschuinde hoek moet zich onderaan links bevinden.
Bij het plaatsen van de bovenste
glasplaat moet de sterker
afgeschuinde hoek zich bovenaan
links bevinden.
^
Plaats de bovenste van de twee mid
delste glasplaten met de sterker
afgeschuinde hoek bovenaan links.
-
69
Reiniging en onderhoud
Plaats de glaszijdedichting.
^
Sluit met een draaibeweging naar
^
binnen de vergrendelingen voor de
glasplaten voor de deur.
De deur terugplaatsen
^
Schuif de binnenste glasplaat van de
deur in de kunststoflijst en plaats ze
tussen de vergrendelingen.
70
^
Pak de deur bij de zijkanten vast en
plaats de deur op de houders van de
scharnieren.
Pas op dat de deur niet kantelt!
Reiniging en onderhoud
Zet de deur volledig open.
^
Draai de beide vergrendelingsbeu
^
gels weer terug. Ze staan dan hori
zontaal.
De vergrendelingsbeugels moeten
na het reinigen in elk geval opnieuw
worden vergrendeld. De deur kan
anders loskomen van de houders en
beschadigd raken.
De uitschuifbare FlexiClip-rails
verwijderen
Het verwarmingselement moet uitge
schakeld en afgekoeld zijn.
Er is gevaar voor verbranding!
-
-
^ Til de uitschuifbare FlexiClip-rails
vooraan op en trek ze langs de steun
eruit.
Voor de montage gaat u te werk zoals
beschreven in de rubriek "Uitrusting".
Zet de delen zorgvuldig weer in elkaar.
-
71
Reiniging en onderhoud
Steunroosters uitnemen
Het verwarmingselement moet uitge
schakeld en afgekoeld zijn.
Er is gevaar voor verbranding!
^ Trek de steunroosters vooraan uit de
bevestiging en verwijder ze.
De montage gebeurt in omgekeerde
volgorde. Zet de delen zorgvuldig weer
in elkaar.
Het verwarmingselement voor
bovenwarmte/de grill neerlaten
Het verwarmingselement moet uitge
schakeld en afgekoeld zijn.
Er is gevaar voor verbranding!
Haal de steunroosters uit de oven.
^
^ Draai de vleugelmoeren los en laat
het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill neer.
Duw het verwarmingselement niet
met geweld omlaag.
Let er bij het reinigen van het plafond van de ovenruimte op dat u de
ontvangstantenne voor de spijzen
thermometer in het midden van het
verwarmingselement niet bescha
digt.
-
-
-
72
De montage gebeurt in omgekeerde
volgorde. Zet de delen zorgvuldig weer
in elkaar.
Let erop dat u de vleugelmoeren
weer goed vastdraait.
Zet de delen zorgvuldig weer in elkaar.
Reiniging en onderhoud
Ontkalken
Gebruik voor het ontkalken uitslui
tend de meegeleverde ontkalkings
tabletten. Ze zijn speciaal ontwikkeld
om het ontkalken te optimaliseren. U
vindt deze tabletten bij uw Mielehandelaar of bij de Service After
Sales van Miele.
Als u andere middelen gebruikt,
raakt het toestel beschadigd.
Hou rekening met de mengverhou
ding van het ontkalkingsmiddel. Het
toestel kan anders schade oplopen.
Maak na het ontkalken de ovenruimte schoon. Zo vermijdt u dat er resten van het ontkalkingsmiddel overblijven.
Wanneer het ontkalkingsprogramma
uitvoeren?
U kunt op elk gewenst moment het ont
kalkingsprogramma uitvoeren.
Na een bepaald aantal bereidingen
wordt u wel gevraagd om het toestel te
ontkalken. Zo zorgt u ervoor dat het
toestel optimaal blijft werken.
Ontkalkingsprogramma (overzicht)
Het ontkalkingsprogramma duurt
ca. 90 minuten en bestaat uit verschil
lende fasen:
a Ontkalkingsprogramma voorbereiden
b Ontkalkingsvloeistof opzuigen
c Inwerkfase
d Spoelfase 1
e Spoelfase 2
f Spoelfase 3
g Resterend water verdampen
-
-
73
Reiniging en onderhoud
Ontkalkingsprogramma voorbereiden
Los 1 ontkalkingstablet op in
^
ca. 600 ml koud leidingwater.
Schuif de universele bakplaat in het
^
bovenste inschuifniveau om de
ontkalkingsvloeistof na afloop op te
vangen.
Bij uw toestel wordt een
kunststofslang met een houder
(zuignap) meegeleverd, zodat u de
recipiënt met de vloeistof niet onder
het aanzuigbuisje moet vasthouden.
^ Sluit een van de uiteinden van de
kunststofslang aan op het
aanzuigbuisje. Plaats het andere uit
einde in de ontkalkingsvloeistof. Zorg
ervoor dat het de bodem raakt. Be
vestig het met behulp van de houder
op de recipiënt.
^
Sluit de deur.
-
-
Ontkalkingsprogramma uitvoeren
Roep het menupunt "Ontkalken" op.
^
Start het opzuigproces met de sen
^
sortoets "OK".
Via de balk met segmenten kunt u de
voortgang van het proces volgen. De
pomp is tijdens het proces duidelijk te
horen.
De daadwerkelijke opgezogen hoeveel
heid vloeistof kan kleiner zijn dan de
gevraagde hoeveelheid, waardoor er
wat vloeistof in de recipiënt overblijft.
Giet toch ca. 300 ml water bij. Tijdens
de inwerkfase zuigt het systeem immers nog wat vloeistof op.
Na het opzuigen van de
ontkalkingsvloeistof
– wordt "Inwerkfase" weergegeven op
het display.
Deze duurt ca. 60 minuten.
– kunt u de resttijd van de inwerkfase
volgen op het display.
Om de 5 minuten zuigt het systeem wat
vloeistof op. Hierbij maakt de pomp tel
kens even lawaai.
Tijdens het hele programma blijven de
ovenverlichting en de koelventilator in
geschakeld.
-
-
-
-
74
Reiniging en onderhoud
Na afloop van het ontkalkingspro
gramma moet het verdampingssys
teem worden gereinigd om resten van
de ontkalkingsvloeistof te verwijderen.
U wordt hieraan herinnerd op het dis
play.
Om het verdampingssysteem te reini
gen wordt ongeveer 1 l leidingwater
erdoorheen gepompt. Het wordt vervol
gens opgevangen door de universele
bakplaat.
Haal de universele bakplaat met de
^
opgevangen ontkalkingsvloeistof uit
de oven, giet ze leeg en plaats ze terug op het bovenste inschuifniveau.
^ Haal de kunststofslang uit de reci-
piënt, vul de recipiënt met ca. 1 l vers
water, plaats de recipiënt in de ovenruimte en plaats de kunststofslang
opnieuw in de recipiënt.
^ Start de eerste spoelbeurt.
^ Herhaal de spoelbeurt nog 2 keer.
-
-
-
-
Na de derde spoelbeurt wordt het rest
water uit het verdampingssysteem ver
wijderd.
Haal de kunststofslang en de reci
piënt uit het toestel voordat het rest
water wordt verdampt.
Het toestel wordt verwarmd om het
restwater te laten verdampen. U kunt
de resttijd volgen op het display.
Laat de oven afkoelen voordat u
deze manueel reinigt.
Er is gevaar voor verbranding!
^ Verwijder de universele bakplaat met
de opgevangen vloeistof. Reinig vervolgens het toestel om eventueel
neergeslagen vocht en resten van
het ontkalkingsmiddel te verwijderen.
Sluit de deur pas als de ovenruimte
weer droog is.
-
-
-
-
Giet de universele bakplaat leeg
voordat u de tweede en derde
spoelbeurt uitvoert.
75
Storingen en problemen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen, kunt u zelf op
lossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen.
Slaagt u er niet in aan de hand van dit overzicht de oorzaak van een storing te
vinden of een probleem te verhelpen, neem dan contact op met de Service After
Sales (dienst Herstellingen aan huis) van Miele.
U mag in geen geval zelf de behuizing van het toestel openen!
,
Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen worden uitge
voerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken
kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabri
kant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
ProbleemOorzaak en oplossing
Het display is
donker.
De ovenruimte verwarmt niet.
Na een bereiding is
een werkingsgeluid
te horen.
De deur kan na een
pyrolysereiniging
niet worden geo
pend.
– Controleer of de weergave van de dagtijd zo is ingesteld
dat de dagtijd nooit wordt weergegeven (zie rubriek "Instellingen - Dagtijd - Weergave").
– Controleer of de betreffende zekering in uw zekeringkast
gesprongen is. Als dit niet het geval is, neemt u contact
op met een elektricien of de Service After Sales van
Miele.
– Controleer of de blokkering ingeschakeld is.
– Controleer of de demo-functie ingeschakeld is (zie ru-
briek "Instellingen - Handelaar").
–
Controleer of de betreffende zekering in uw zekeringkast
gesprongen is. Neem contact op met een elektricien of
de Service After Sales van Miele.
Na een bereiding blijft de koelventilator ingeschakeld (zie
rubriek "Instellingen - Naloop ventilator").
Schakel het toestel uit. Als de deurvergrendeling voor de
pyrolysereiniging niet wordt opgeheven, neemt u contact
-
op met de Service After Sales van Miele.
-
-
-
76
ProbleemOorzaak en oplossing
Maak het toestel stroomloos:
De ovenverlichting
bovenaan is defect.
De ovenverlichting
opzij is defect.
^
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de betref
fende zekering in uw zekeringkast uit.
Draai de lampafdekking los via een kwartslag naar links en
^
trek ze naar beneden toe uit de behuizing.
Vervang het halogeenlampje (Osram 66725 AM/A, 230 V,
^
25 W, G9).
Plaats de lampafdekking weer in de behuizing en bevesti
^
g ze via een kwartslag naar rechts.
Sluit het toestel weer aan op het elektriciteitsnet.
^
Maak het toestel stroomloos:
^
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de betreffende zekering in uw zekeringkast uit.
^ Neem de steunroosters uit.
^ Met de meegeleverde opener maakt u het lampglas los
uit de houder.
^ Vervang het halogeenlampje (Osram 66725 AM/A, 230 V,
25 W, G9).
Storingen en problemen
-
-
De taart/het gebak
is na de in de tabel
aangegeven baktijd
nog niet voldoende
gebakken.
De taart/het gebak
is niet overal even
bruin.
^ Druk de lampafdekking in de houder en plaats de steun-
roosters.
^
Sluit het toestel weer aan op het elektriciteitsnet.
–
Controleer of u de juiste temperatuur hebt ingesteld.
–
Controleer of u het recept hebt veranderd. Als het deeg
vochtiger is door bijvoorbeeld het toevoegen van eieren,
is een langere baktijd nodig.
Kleine verschillen zijn normaal. Als het verschil in kleur erg
groot is, controleert u of u de juiste temperatuur hebt inge
steld en het juiste inschuifniveau hebt gekozen.
Bij "Boven-onderwarmte V" spelen ook het materiaal en
de kleur van de bakvorm een rol. Bakvormen van licht, hel
der materiaal zijn minder geschikt.
-
-
77
Storingen en problemen
ProbleemOorzaak en oplossing
Op het display wordt
weergegeven dat de
maximale bedrijfs
duur of werkings
duur is bereikt.
Het toestel is na
een bereiding auto
matisch uitgescha
keld.
Op het display ver
schijnt een foutmel
ding: F + cijfers.
De veiligheidsuitschakeling werd geactiveerd.
Het toestel is meteen weer gebruiksklaar wanneer u het uiten weer inschakelt.
-
-
Als u het toestel niet verder bedient na afloop van een auto
matisch programma of na een bereiding met automatische
uitschakeling, wordt de oven na een bepaalde tijd automa
tisch uitgeschakeld (om energie te besparen).
Het toestel is meteen weer gebruiksklaar wanneer u het
weer inschakelt.
Bij de volgende foutcodes kunt u het probleem zelf oplos
sen:
– Fout 23: De pyrolysetemperatuur is niet bereikt.
Een reden hiervoor kan een te erge vervuiling van de
ovenruimte zijn.
Schakel het toestel uit en verwijder grof vuil uit de ovenruimte, voordat u de pyrolysereiniging opnieuw start.
Als de foutmelding opnieuw verschijnt, neemt u contact
op met de Service After Sales van Miele.
– Fout 32: De deurvergrendeling voor de pyrolysereiniging
wordt niet geactiveerd.
Schakel het toestel uit en start de pyrolysereiniging opnieuw.
Als de foutmelding opnieuw verschijnt, neemt u contact
op met de Service After Sales van Miele.
–
Fout 33: De deurvergrendeling voor de pyrolysereiniging
wordt niet opgeheven.
Breek de pyrolysereiniging af door het toestel uit te scha
kelen. Als de deur niet ontgrendelt, neemt u contact op
met de Service After Sales van Miele.
Als andere foutmeldingen verschijnen, neemt u contact op
met de Service After Sales van Miele.
-
-
-
-
78
Technische Dienst van Miele
Neem bij storingen die u zelf niet kunt
verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar
–
of
de Technische Dienst van Miele.
–
Het telefoonnummer van de Tech
nische Dienst van Miele vindt u op
de achterzijde van deze gebruiks
aanwijzing.
-
-
Wanneer u een beroep doet op de
Technische Dienst, geef dan altijd het
toesteltype en -nummer op.
Deze gegevens staan vermeld op het
typeplaatje. Het typeplaatje bevindt
zich achter de deur, op het frame van
de voorzijde.
79
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Het Miele-assortiment is afgestemd op uw toestel en omvat een brede waaier aan
handig toebehoren en reinigings- en onderhoudsmiddelen.
U kunt deze producten via het internet of de Service After Sales van Miele (zie
omslag) bestellen. Ze zijn ook verkrijgbaar bij uw Miele-handelaar.
Uitschuifbare FlexiClip-rails
Er zijn uitschuifbare FlexiClip-rails mee
geleverd, maar u kunt extra rails in de
ovenruimte monteren.
Bakplaat, universele bakplaat, rooster
Deze onderdelen zijn meegeleverd,
maar u kunt extra exemplaren bestellen.
Vermeld bij het bestellen in elk geval
het toesteltype.
Lekblad
Ovensteen
Met de ovensteen verkrijgt u een opti
maal bakresultaat bij gerechten die een
krokant gebakken onderzijde moeten
hebben, zoals pizza's, quiches, brood,
broodjes, kruidige gebakjes en dergelijke.
De ovensteen is een vuurvaste steen uit
keramiek die met glazuur bekleed is.
De ovensteen wordt op het rooster gelegd.
Om eten op de steen te leggen en weer
weg te nemen, wordt er een ovenpaal
in onbehandeld hout bijgeleverd.
Pizzavorm
-
Het lekblad wordt op de universele
bakplaat gelegd.
Tijdens het grillen of braden voorkomt
dit element dat de afdruipende vleesjus
aanbrandt. Op deze manier kan de jus
worden gebruikt.
Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
80
De ronde vorm is uitstekend geschikt
om pizza's, platte taarten uit gist- of
roerdeeg, gebakjes en taartjes, gegrati
neerde desserts of vla's te bereiden, of
om diepgevroren taart of pizza op te
bakken.
Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
-
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Braadpan
Het oppervlak van de braadpan is
bekleed met een antiaanbaklaag.
De braadpan is verkrijgbaar in twee
diepten.
Vermeld bij het bestellen de correcte
modelaanduiding:
HUB 61-22 (diepte: 22 cm)
–
– HUB 61-35 (diepte: 35 cm)
Braadpandeksels
Vergrendeling (kinderslot)
De vergrendeling wordt aan de onder
kant van het bedieningspaneel beves
tigd en zorgt ervoor dat de deur niet
kan worden geopend. De deur kan
weer worden geopend via de hendel.
Microvezeldoek
De microvezeldoek is ideaal om nor
maal vuil en vingerafdrukken te verwij
deren.
Ovenreinigingsmiddel
Het ovenreinigingsmiddel is geschikt
om zeer hardnekkig vuil te verwijderen.
De ovenruimte hoeft niet te worden opgewarmd.
-
-
-
-
Er zijn deksels verkrijgbaar voor de
braadpannen.
Vermeld bij het bestellen de diepte van
uw braadpan.
81
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw toestel op het
elektriciteitsnet kunt u het best aan
een gekwalificeerd elektricien toe
vertrouwen. Die dient de plaatselijke
reglementering te kennen en nauw
gezet te volgen.
De vereiste aansluitgegevens staan
vermeld op het typeplaatje. Het type
plaatje bevindt zich achter de deur, op
-
het frame van de voorzijde.
Deze gegevens moeten overeenstem
men met de gegevens van het elektrici
teitsnet.
-
-
-
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ont
staan waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk kan worden gesteld.
De aansluiting mag uitsluitend gebeuren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerde elektrische installatie
(VDE 0100).
Bij een vaste aansluiting moet in de installatie voor elke pool een stroomonderbreker voorhanden zijn.
Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Daartoe behoren LS-schakelaars,
zekeringen en contactsluiters
(EN 60 335).
-
Wanneer u een beroep doet op de
Technische Dienst van Miele, geef dan
altijd de spanning en het toesteltype en
-nummer op.
De oven is voorzien van een aansluit
snoer met een lengte van ca. 1,7 m en
moet zoals beschreven op het aansluitschema worden aangesloten.
Maximale aansluitwaarde: zie typeplaatje.
Wanneer de aansluiting wordt gewijzigd of het aansluitsnoer wordt
vervangen, moet een aansluitsnoer
worden gebruikt van het type
H 05 VV-F. Dit moet de juiste diame
ter hebben.
-
-
82
Elektrische aansluiting
Aansluiting 3N AC 230V
Aansluitschema
Aansluiting AC 230V
Deze oven is geschikt voor werking op
een elektriciteitsnet met een
systeemimpedantie Z
overgangspunt (huisaansluiting) van
maximaal 0,35 Ohm.
De gebruiker moet er zeker van zijn dat
de oven is aangesloten op een elektrici
teitsnet dat aan deze vereiste voldoet.
Indien nodig kan de
systeemimpedantie bij het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf worden opgevraagd.
Aansluitschema
max
op het
-
83
Maatschetsen voor de inbouw
De afmetingen zijn opgegeven in mm.
Afmetingen van het toestel en kastuitsparing
Inbouw in een onderkast
De aanpaslijst HAL 5900 is alleen voor de inbouw in een onderkast vereist.
Deze aanpaslijst is verkrijgbaar als mits toeslag verkrijgbaar toebehoren.
Bevestig de aanpaslijst HAL 5900 in de kastuitsparing onder het werkblad (zie
^
onderste deel van de afbeelding).
*Toestel met glazen voorzijde
**Toestel met metalen voorzijde
84
Inbouw in een kolomkast
Maatschetsen voor de inbouw
85
Maatschetsen voor de inbouw
Detailafmetingen van de voorzijde van het toestel
*Toestel met glazen voorzijde
**Toestel met metalen voorzijde
86
Oven inbouwen
Het toestel mag uitsluitend in ge
,
bruik worden genomen wanneer het
is ingebouwd.
De koeling van het toestel mag niet
worden belemmerd.
Zorg ervoor dat bij het inbouwen
– in de inbouwkast geen achter-
wand is ingebouwd.
– de tussenbodem waarop het
toestel wordt geplaatst, niet
tegen de wand komt.
– geen warmtewerende lijsten op
de zijwanden van de toestelnis
van de inbouwkast zijn gemonteerd.
Til het toestel tijdens het inbouwen
niet met de deurgreep op. De deur
kan beschadigd raken.
Haal de spanning van het aansluit
punt.
Verwijder de draagbeugels aan de
zijkanten!
Sluit de oven aan op het elektriciteits
^
net.
Schuif de oven in de inbouwkast en
^
plaats het toestel waterpas.
^
Open de ovendeur en schroef de
oven met 2 schroeven vast aan de
zijwanden van de kast.
-
-
87
Wijzigingen voorbehouden / 22 / 3511
(H 5981 BP)
M.-Nr. 09 054 930 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.