Miele H 5961 B How to use

Aanwijzingen voor het gebruik
Bakken, braden, grilleren, inmaken, ontdooien, koken
Automatische programma's
Lees beslist de gebruiks- en montage­handleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 09 062 710
2
Inhoud
Automatische programma's .........................................6
Het gebruik van de automatische programma's ...........................6
Aanwijzingen voor het gebruik ......................................7
Overzicht automatische programma's.................................8
Aanwijzingen voor het bakken ......................................10
Bakvormen.......................................................10
Bakpapier .....................................................10
Universele bakplaat .............................................10
Bakvorm ......................................................10
Tabelgegevens ...................................................11
Temperatuur, bereidingstijd .......................................11
Niveau........................................................11
Diepvriesproducten ................................................11
Tabel bakken ....................................................12
Aanwijzingen voor het braden ......................................14
Instellingen.......................................................14
Tips ............................................................15
Bruinering .....................................................15
Rusten........................................................15
Gevogelte braden...............................................15
Diepgevroren vlees braden .......................................15
Tabel braden.....................................................16
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur) ........................17
Koken op lage temperatuur gebruiken .................................17
Koken op lage temperatuur zonder automatisch programma ...............19
Aanwijzingen voor het grilleren .....................................20
Instellingen.......................................................20
Vlees voorbereiden ................................................22
Grilleren .........................................................22
Tips ............................................................23
Tabel grilleren ...................................................24
Ontdooien .......................................................25
Inmaken ........................................................26
Het bereiden van kant-en-klaargerechten .............................27
3
Inhoud
Ovenschotels/gratins .............................................28
Kaassoufflé (Frankrijk) .............................................28
Ovenschotel met aardappelen in mosterdsaus...........................29
Gegratineerde aardappelen met kaas .................................30
Knoflooksoep (Spanje, Sopa Castellana) ...............................31
Lasagne .........................................................32
Pasta (ovenschotel) ................................................33
Janssons Verleiding (Zweden) .......................................34
Moussaka met aubergines ..........................................35
Spinazie in bladerdeeg (Spanakopita) .................................36
Ratatouille .......................................................37
Broodmixen .....................................................38
Aanwijzingen voor de automatische programma's ........................38
Dessert .........................................................39
Chocoladegebak (Oostenrijk) ........................................39
Karamelpudding (Noorwegen) .......................................40
Flan (Spanje) .....................................................41
Chocoladedessert (Frankrijk) ........................................42
Vis .............................................................43
Stokvisfilet in groene saus (Spanje, Merluza en salsa verde) ................43
Zeebarbeel en papillote.............................................44
Stokvisbrandade ..................................................45
Vlees ...........................................................46
Aanwijzingen voor de automatische programma's ........................46
Gehakt (Noorwegen) ...............................................47
Kerstham (Zweden) ................................................48
Varkensfilet in bladerdeeg...........................................49
Gebak ..........................................................50
Uitsteekkoekjes ...................................................50
Chocolademuffins met kersen ........................................51
Walnootmuffins ...................................................52
Spritsen .........................................................53
Vanillekipferl......................................................54
Soezen ..........................................................55
4
Inhoud
Gevogelte .......................................................56
Aanwijzingen voor de automatische programma's ........................56
Eend à l'orange ...................................................57
Taart/cake .......................................................58
Appeltaartje ......................................................58
Appeltaart, fijn ....................................................59
Appeltaart, afgedekt ...............................................60
Appeltaart met krokante kruimels .....................................61
Biscuittaart .......................................................62
Boterkoek........................................................64
Guglhupf (tulband) ................................................65
Gistkoek .........................................................66
Gistdeeg ........................................................67
Amandeltaart (Spanje, Tarta de santiago)...............................68
Marmercake......................................................69
Kruimeltaart ......................................................70
Obstwähe (Zwitserland).............................................71
Zandtaart ........................................................72
Kruimelkoek ......................................................73
Suikerkoek .......................................................74
Pizza ...........................................................75
Sabbatprogramma ................................................77
5
Automatische programma's
Uw apparaat heeft tal van automatische programma's die comfortabel en veilig een optimaal bereidingsresultaat ople veren. In de elektronische besturing zijn voor de afzonderlijke programma's ovenfuncties, temperaturen en tijden in gesteld die op basis van uitgebreide tests zijn vastgesteld.
Hierdoor is het soms al voldoende aan te geven of u bijvoorbeeld uw rosbief rood, medium of doorbakken wilt heb ben of dat bakwaren normaal of extra bruin moeten worden.
Achter in het boekje vindt u voor­beelden van recepten voor diverse automatische programma's.
-
-
Het gebruik van de automatische programma's
Kies "Automatic".
^
Kies het gewenste submenu (bijvoor
^
-
beeld "Taart/cake").
Er verschijnt een lijst van diverse taar ten en cakes.
Kies het gewenste punt (bijvoorbeeld
^
"Appeltaartje").
Voer eventuele verdere gegevens in.
^
Volg daarbij de aanwijzingen in het display.
De gaarheid, de bruinering, etc. stelt u in aan de hand van een balkje met 7 segmenten. Bij een gemiddelde instel­ling staat de markering in het midden.
NH H H TTTTT H H HN
Kies de gewenste instelling door het segmentje naar rechts of links te ver­schuiven.
-
-
De starttijd kunt u via het menupunt "La­ter starten" opschuiven.
De instellingen verschijnen in het dis play.
Als u een automatisch programma voortijdig wilt beëindigen, moet u het apparaat uitschakelen.
Als het gerecht na een automatisch programma nog niet naar wens is, kunt u de bereiding nog verlengen. Kies dan het weergegeven menupunt "Nakoken", "Nabakken" of "Naverwarmen".
6
-
Automatische programma's
Aanwijzingen voor het gebruik
Bij gebruik van de automatische pro
gramma's dienen de volgende re cepten als oriëntatiehulpmiddel. Met een bepaald programma kunt u ook soortgelijke recepten met afwij kende hoeveelheden bereiden.
Laat het apparaat na een bereiding
eerst tot kamertemperatuur afkoelen, voordat u een automatisch program ma start.
Bij de start van een automatisch pro
gramma is de aangegeven berei dingstijd een schatting. Afhankelijk van het verloop van de bereiding kan de werkelijke tijd iets korter of iets langer zijn. Vooral bij gebruik van de Bratometer is de bereidingstijd af­hankelijk van het bereiken van de kerntemperatuur. Alleen de uitgangs­temperatuur van het gerecht kan al tijdafwijkingen tot gevolg hebben.
– Bij sommige programma's moet na
een deel van de bereidingstijd vocht worden toegevoegd. In het display verschijnt dan een betreffende aan wijzing met tijdsaanduiding.
-
Bij sommige programma's moet de
oven worden voorverwarmd voordat
-
-
-
-
u het gerecht in de oven kunt zetten. Een betreffende aanwijzing met tijds aanduiding verschijnt in het display.
Het automatische programma "Ver
warmen" is voor het verwarmen van bordmaaltijden ontwikkeld. Volg de aanwijzingen op het display.
Volg bij diepvriesproducten de aan
­wijzingen op het display.
Automatische programma's kunt u
­ook als "Eigen programma" opslaan en in het hoofdmenu opnemen. Het betreffende menupunt "Opslaan als" verschijnt na afloop van het program­ma in het display.
-
-
-
Bij sensorgestuurde programma's is het belangrijk dat u de deur tijdens de bereiding niet opent. De sensor functioneert anders niet meer goed en het bereidingsresultaat wordt slechter. Let op de aanwijzingen in het dis play.
-
7
Overzicht automatische programma's
Taart/cake
ß
Appeltaartje
ß
Appeltaart
ß
Fijn
Afgedekt
Met kruimels
– Biscuittaart
ß
Boterkoek
ß
Guglhupf (tulband)
ß
Gistdeeg *
ß
15 minuten rijzen
30 minuten rijzen
45 minuten rijzen
– Gistkoek
ß
Amandeltaart
ß ß Marmercake ß Kruimeltaart
– Gistdeeg – Kwark-oliedeeg
ß Obstwähe ß Zandtaart ß Kruimelkoek ß Suikerkoek
ß Gebak
ß Uitsteekkoekjes
ß
Muffins –
Met fruit
Zonder fruit
ß
Spritsen
ß
Vanillekipferl
ß
Soezen
ß
Brood
ß
Stokbrood *
ß
Plat brood *
ß
Blikbrood *
ß
Gemengd brood *
ß
Olijvenbrood *
ß
Roggebrood **
ß
Vloerbrood, wit *
Broodmixen
ß
Boerenbrood **
ß
Speltbrood *
ß
Blikbrood **
ß
Meergranenbrood **
ß
Volkorenbrood *
ß
Broodjes
ß
Croissants *
ß
Gistbroodjes **
ß
Kaas-sesam-broodjes **
ß
Pizza
ß
Vers
ß
Gistdeeg
Kwark-oliedeeg
ß Diepgevroren
– Niet voorgebakken – Voorgebakken – Amerikaans
ß Vlees
ß Kalf
– Braadvlees (kalf) * – Kalfsschenkel
ß Lam
– Lamsbout met bot –
Lamsrug met bot
ß
Rund –
Runderfilet *
Rosbief *
ß
Varken –
Filet in deeg
Gehakt
Casselerrib zonder bot *
Voorgekookte braadworsten
Varkensvlees met zwoerd *
Varkensfricandeau
Beenham
Kerstham
8
Overzicht automatische programma's
Wild
ß
Hazenbout
ß
Hazenrug
ß
Hertenrug
ß
Konijn
ß
Reebout
ß
Reerug *
ß
Gevogelte
ß
Eend
ß
Eend à l'orange
ß
Gans
ß
Haantje/kip
ß
Kalkoen
ß
Kalkoenbout met bot *
ß
ß Vis
ß Forel ß Karper ß Zalmfilet ß Zalmforel ß Schol ß Zeebarbeel en papillote ß Stokvisfilet in groene saus ß Zeetong ß Stokvisbrandade
Diepvriesgerechten
ß
Stokbrood met beleg
ß
Vissticks
ß
Aardappelkroketten
ß
Kroketten
ß
Patates frites
ß
Filet (gepaneerd)
ß
Verwarmen
ß
Braadvlees met groente *
ß
Braadvlees met aardappelen *
ß
Braadvlees met knoedels *
ß
Braadvlees met pasta *
ß
Vis met groente *
ß
Vis met aardappelen *
ß ß Groenteschotel * ß Pastaschotel * ß Pastagerechten met saus * ß Pizza * ß Ragout/fricassee met saus *
ß Dessert
ß Flan ß Karamelpudding ß Chocoladedessert ß Chocoladegebak
ß
Ovenschotels/gratins
ß
Janssons Verleiding
ß
Aardappelgratin –
Aardappelen, rauw
Aardappelen, gekookt
ß
Kaassoufflé
ß
Knoflooksoep
ß
Lasagne –
5-7 bladen
8-19 bladen
20-29 bladen
ß
Moussaka
ß
Pastaschotel
ß
Ratatouille
ß
Spinazie in bladerdeeg
ß
Tonijnpaté
ß
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
ß
Kalfsfilet
ß
Kalfsrug zonder bot
ß
Casselerrib zonder bot
ß
Lamsrug zonder bot
ß
Runderfilet
ß
Rosbief
ß
Varkensfilet
ß
Sabbatprogramma
Toelichting: * Programma met vochtregeling ** Programma met vochtregeling
en "'s nachts bakken" mogelijk
9
Aanwijzingen voor het bakken
Bakpapier
Voor een gezonde voeding dienen de voedingsmiddelen zo behoed zaam mogelijk te worden bereid.
Bak taarten, pizza's, patat en derge lijke dan ook goudgeel en niet don kerbruin.
-
De universele bakplaat is PerfectClean-veredeld. Deze coating heeft uitstekende anti­aanbakeigenschappen. Hierdoor hoeft
-
u de plaat voor het bakken niet in te
-
vetten of met bakpapier te bedekken.
U kunt het bereide product altijd zonder moeite loshalen.
Bakvormen
Houd bij de keuze van de ovenfunctie rekening met het materiaal van de bak vorm.
Hetelucht plus U, Intensief bakken O
U kunt alle hittebestendige materialen gebruiken.
Boven-Onderwarmte V
Gebruik hiervoor matte, donker ge­kleurde bakvormen, bijvoorbeeld vor­men van donker blik, donker email, mat aluminium, hittebestendig glas of vor men met een anti-aanbaklaag.
Bij lichte vormen van blank materiaal wordt het gerecht in de vorm ongelijk matig of nauwelijks bruin. Onder on gunstige omstandigheden wordt het ook niet gaar.
-
-
-
Gebruik alleen bakpapier voor
gebak waarbij tijdens de deegberei
ding natronloog is toegepast (harde
­krakelingen en dergelijke). Natron
loog kan het PerfectClean-veredelde oppervlak aantasten.
deegsoorten die vanwege hun
hoge eiwitgehalte gemakkelijk vastkleven, zoals deeg voor biscuit,
schuimgebak of makronen.
Universele bakplaat
Als u plaatkoek wilt bereiden: Gebruik de dubbele hoeveelheid in grediënten als in recepten voor ge wone bakplaten wordt aangegeven.
Bakvorm
Als u cakes en dergelijke in langwer pige vormen bakt, plaats deze dan dwars in de ovenruimte. De warmtever deling in de vorm is dan optimaal en u bereikt een gelijkmatig bakresultaat.
-
-
-
-
-
-
10
Aanwijzingen voor het bakken
Tabelgegevens
Neem de gegevens uit de tabel in acht.
Temperatuur, bereidingstijd
Voor een behoedzame bereiding en een gelijkmatige bruinering van cake en gebak gaat u als volgt te werk:
Houd in principe de laagste tempe
ratuur uit de tabel aan. Kies geen hogere temperatuur dan in de tabel staat aangegeven. Een hoge temperatuur verkort weliswaar de baktijd, maar het gebak wordt vaak niet gelijkmatig bruin en onder ongunstige omstandigheden ook niet gaar.
– Controleer na afloop van de kortste
baktijd of het gebak gaar is. Prik daartoe met een houten stokje (bij­voorbeeld een satéstokje) in het deeg. Als niets aan het stokje blijft kleven, is het gebak gaar.
Niveau
De niveaus worden vanaf de onderkant geteld.
U kunt maximaal twee bakplaten tege lijk gebruiken.
Bakpla
U 11
O 1 1 of 2
V 1 1 of 2
d 11
-
* Gebruik bij vochtig gebak, cake en
brood niet meer dan 1 bakplaat.
-
ten
2 1en3*
Niveau
Diepvriesproducten
Stel voor het bakken van
diepvriestaarten, -pizza's en ­stokbroden de laagste temperatuur in
die op de verpakking vermeld staat. Bak dergelijke producten op het rooster waarop u bakpapier heeft gelegd. Ge­bruik niet de universele bakplaat. De bakplaat kan anders kromtrekken en niet meer uit de oven worden gehaald als de plaat heet is. Bij elk volgend ge bruik trekt de plaat weer krom.
Voor diepvriesproducten zoals patat, kroketten en dergelijke kunt u de bak
-
plaat wel gebruiken. Leg deze produc ten op bakpapier en stel de laagste temperatuur in die op de verpakking vermeld staat. Keer de producten re gelmatig om.
-
-
-
-
11
Tabel bakken
Roerdeeg
Zandtaart, chocolade-/amandelcake Tulband Muffins Marmercake (vorm) Vruchtentaart met schuim of couverture (plaat) Vruchtentaart (plaat) Vruchtentaart (vorm) Taartbodem Koeken/koekjes
Biscuitdeeg
3)
Taart Taartbodem (2 eieren) Biscuitrol
3)
Kneeddeeg
Taartbodem
3)
Kruimeltaart (plaat) Koeken/koekjes Kwarktaart Appeltaart (afgedekt) Abrikozentaart met couverture Hartige taart
Gistdeeg / kwark-olie-deeg
Kruimelkoek (plaat) Vruchtentaart (plaat) Guglhupf Stol Witbrood Volkorenbrood Pizza (plaat) Uienbrood (plaat) Appelflappen
Soezendeeg, roomsoezen
Bladerdeeg
Eiwitgebak, makronen
3)
3)
3)
3)
3)
2), 3)
2), 3)
3)
3)
3)
3)
3)
3)
Hetelucht plus
Temperatuur
in °C
140 – 160 150 – 170
150 – 170
150 – 170 150 – 170 150 – 170 150 – 170 150 – 170 150 – 170
160 – 180 160 – 180 160 – 180
150 – 170 150 – 170 150 – 170
150 – 170 150 – 170 150 – 170 180 – 200
150 – 170 150 – 170 140 – 160 150 – 170 160 – 180 170 – 190
170 – 190 150 – 170
150 – 170
Aanbevolen ni
veau
1 1
1, 3
1 1 1 1 1
1, 3
1 1 1
1 1
1, 3
1 1 1 1
1 1 1 1 1 1
1 1
1, 3
­in min.
65–75 65–80
25–50
60–75 45–50 35–45 45–65 25–30 20–35
30–40 22–26 20–30
20–25 45–55 18–28
65–80 60–70 50–60 25–40
50–60 55–65 45–65 55–65 45–55 50–60
35–45 35–45
25–30
160 – 180 1, 3 30 – 50
170 – 190 1 20 – 30
120 – 140 1, 3 25 – 50
Tijd
1)
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voor verwarmde oven zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
1) Afhankelijk van het recept.
2) Verwarm het apparaat voor bij "Hetelucht plus", gebruik niet het snelopwarmsysteem (opwarmfase - normaal).
3) Verwarm het apparaat voor bij "Boven-Onderwarmte", gebruik niet het snelopwarmsysteem (opwarmfase - normaal).
12
-
Temperatuur
in °C
Tabel bakken
Boven-Onderwarmte Intensief bakken
Aanbevolen ni
veau
-
Tijd
in min.
1)
Temperatuur
in °C
Aanbevolen
niveau
Tijd
in min.
1)
150 – 170 160 – 180
160 – 180
160 – 180 160 – 180 170 – 190 160 – 180 170 – 190 160 – 180
160 – 180 160 – 180 160 – 180
170 – 190 160 – 180 160 – 180
160 – 180
160 – 180 160 – 180 190 – 210
160 – 180 170 – 190 140 – 160 150 – 170 160 – 180 180 – 200 190 – 210 180 – 200 160 – 180
180 – 200 2 35 – 45
190 – 210 2 15 – 25
120 – 140 2 25 – 50
1 1
2
1 2 2 1 1 2
1 1 2
1 2 2
1
1 1 1
2 2 1 2 1 1 2 2 2
60–70 65–80
25–50
60–75 40–50 35–45 45–65 20–25 15–30
30–40 20–25 15–20
15–20 45–55 15–25
65–80
60–70 50–60 25–40
50–60 55–65 45–65 55–65 50–60 50–60 30–40 25–40 25–30
– – – – – – – – –
– – –
– – –
150 – 170
150 – 170 150 – 170 170 – 190
– – – – – –
170 – 190 170 – 190
– – – – – – – – –
– – –
– – – 1
1 1
1
– – – – – –
1 1
70–80
55–65 50–60 25–40
35–45 25–40
– – – – – – – – –
– – –
– – –
– – – – – –
Houdt u zich aan de aangegeven temperaturen, niveaus en tijden. Daarbij is rekening gehouden met diverse bakvormen, deeghoeveelheden en bakgewoonten.
Kies in het algemeen de gemiddelde temperatuur en controleer het product na de kortste tijd.
13
Aanwijzingen voor het braden
Instellingen
Opmerkingen
Ovenfunctie
Braadautomaat [ Professional d
Kookgerei
Hittebestendig ser viesgoed.
Niveau
1e van onderen.
Voorverwarmen
Niet vereist.
Temperatuur
Zie tabel.
Bereidingstijd
Zie tabel.
U kunt ook de ovenfunctie "Boven-Onderwarmte V"ge bruiken.
U kunt voor het braden ook de Bratometer gebruiken (zie de bijgevoegde gebruiksaanwijzing, hoofdstuk "Bratome ter"). De waarden voor de kerntemperatuur vindt u in de "Tabel braden".
Braadslede, braadpan, ovenvaste glazen schaal, braadfo lie/braadzakken, Römertopf, universele bakplaat, rooster
­op universele bakplaat.
Bij braden in een braadslede of braadpan – blijft er genoeg fond over voor een saus. – blijft de oven schoner dan bij braden op het rooster.
Gebruik afhankelijk van de hoogte van het gerecht niveau
1.
Plaats het servies op het rooster in de koude oven. Uitzondering: het braden van rosbief en filet.
– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het
vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
– Stel bij "Braadautomaat [" een ca. 20 °C lagere tempe-
ratuur in dan bij "Boven-Onderwarmte V".
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de temperatuur. Stel de temperatuur vanaf 3 kg ca. 10 °C lager in dan in de tabel is aangegeven. Het braden duurt dan weliswaar iets langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en de korst wordt niet te dik.
Bij braden op het rooster moet de temperatuur ca. 20 °C lager worden ingesteld dan bij braden in een braadslede/braadpan.
Bereidingstijd bepalen: vermenigvuldig de hoogte van het vlees met de tijd per cm:
rund/wild: 15 – 18 minuten/cm
varken/kalf/lam: 12 – 15 minuten/cm
rosbief/filet:8–10minuten/cm
-
-
-
14
Tips
Bruinering
Het vlees wordt pas aan het einde van de bereidingstijd bruin. Het wordt extra bruin als u halverwege de tijd het dek sel van de pan haalt.
Rusten
Haal het vlees na de bereiding uit de oven, wikkel het in aluminiumfolie en laat het ca. 10 minuten staan ("rusten"). Het vlees verliest dan minder vocht als u het snijdt.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de bereiding met licht gezouten water bestrijkt.
Aanwijzingen voor het braden
-
Diepgevroren vlees braden
Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien. De bereidingstijd neemt met ca. 20 minuten per kilo toe.
15
Tabel braden
Gebruik niveau 1.
^
Braadautomaat [
Gerecht
Rundvlees (ca. 1 kg)
Runderfilet, rosbief
(ca. 1 kg)
Wild, bout (ca. 1 kg)
Wild, rug (ca. 1 kg)
Varkensvlees(fricandeau, nekstuk; ca. 1 kg)
Varkensvlees met zwoerd (ca. 1 kg)
Casselerrib (ca. 1 kg) 170–190 60–70 200–220 60–70 75–85
Gehakt4)(ca. 1 kg) 160–180 80–90 170–190 80–90 75–80
Kalfsvlees (ca. 1 kg) 170–190 100–120 190–210 100–120 70–75
Lamsbout (ca. 2 kg) 170–190 90–120 200–220 90–120 80–85
Lamsrug
(ca. 2 kg)
Gevogelte (ca. 1 kg) 170–190 60–70 190–210 60–70 85–90
Gevogelte (ca. 2 kg) 170–190 90–110 190–210 90–110 85–90
Gevogelte (ca. 4 kg) 160–180 150–180 180–200 150–180 85–90
Moot vis (ca. 1,5 kg) 160–180 35–55 190–210 35–55 75–85
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
4)
4)
Professional d
Temperatuur
2)
in °C
170–190 100–120 190–210 100–120 80–90
190–210 45–55 200–220 45–55 40–70
180–200 90–120 190–210 90–120 80–90
180–200 60–90 190–210 60–90 80–90
170–190 100–120 200–220 100–120 80–90
150–170 160–180 180–200 120–150 80–90
170–190 50–60 190–210 50–60 70–75
Tijd
in min.
Boven-Onderwarmte V Kerntempe
Temperatuur
3)
in °C
2)
Tijd
in min.
3)
ratuur
in °C
-
1)
5)
1) Braden met de Bratometer in een open braadpan.
2) Temperatuur bij braden in de pan. Als het vlees op het rooster wordt bereid: temperatuur 20 °C lager instellen.
3) De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een niet voorverwarmde ovenruimte.
4) Oven voorverwarmen.
5) Rood: 40–45 °C, medium: 50–60 °C, doorbakken: 60–70 °C
Kies in het algemeen de gemiddelde temperatuur en controleer het product na de kortste tijd.
16
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
Koken op lage temperaturen is ideaal voor vleessoorten van rund, varken, kalf en lam die zeer behoedzaam bereid moeten worden.
Bij deze functie werkt de oven met een lage temperatuur en een lange berei dingstijd.
Eerst moet u het vlees in korte tijd op hoge temperatuur rondom en gelijkma tig aanbraden (op de kookplaat). Bij de aansluitende ovenbereiding op lage temperatuur ontspant het vlees zich weer. Het sap in het vlees begint te circuleren en verdeelt zich gelijkma tig tot in de buitenste lagen.
Hierdoor blijft het vlees zeer mals en heerlijk sappig.
Voor dit automatische programma zijn in de elektronische besturing een oven­functie, een temperatuur en een kern­temperatuur vastgelegd.
-
-
Koken op lage temperatuur gebruiken
^
Kies "Lage temperatuur" in het hoofd menu of in de lijst met automatische programma's.
Braad het vlees (tijdens het voorver
^
warmen van de oven) op een hoge stand op de kookplaat aan.
Leg het vlees op het rooster en steek
^
de Bratometer erin. De metalen punt van de voeler moet zich in de kern van het vlees bevinden.
Zie ook de gebruiks- en montage
­handleiding onder "Bratometer".
Schuif het rooster met de universele
^
bakplaat op het aangegeven niveau in de oven.
Het bovenwarmte-/grillelement is
,
heet! U kunt zich branden!
Na afloop van het programma ver­schijnt de melding "Programma afge­rond" en klinkt er een akoestisch sig­naal.
Als het vlees nog niet naar wens is, kunt u de bereiding nog verlengen. Kies hiervoor het menupunt "Nakoken".
Als u een gerecht na afloop van een bereiding niet uit de oven haalt, wordt het nog enige tijd warmgehouden. In
­het display verschijnt dan de melding "Warmhouden".
-
-
^
Volg de instructies en aanwijzingen totdat het programma start.
Laat bij het voorverwarmen het roos ter en de universele bakplaat in de oven.
-
17
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
Opmerkingen
Gebruik goed bestorven, mager vlees zonder pezen en vetrandjes. Verwijder vooraf eventuele botten.
Gebruik voor het aanbraden zeer hitte bestendig vet, bijvoorbeeld boterolie of spijsolie.
Dek het vlees tijdens de bereiding niet af.
De bereidingstijd wordt bepaald door de gaarheid, de bruinering, de hoeveel heid en de grootte van het vlees en be draagt ca. 2-4 uur.
Als u meerdere stukken vlees tegelijk wilt bereiden, gebruik dan stukken die ongeveer even dik zijn. Steek de Brato­meter in het dikste stuk.
U kunt het vlees meteen aansnijden. U hoeft voor het vlees geen rusttijd aan te houden.
Tips
Vanwege de lagere bereidings- en kerntemperaturen
kunt u het vlees zonder moeite warm
-
houden. U laat het gewoon in de oven, totdat het wordt opgediend. Het bereidingsresultaat wordt hier door niet beïnvloed.
heeft het vlees de juiste
eettemperatuur. Dien het vlees op voorverwarmde borden op en
­serveer het met zeer hete saus, zo
­dat het vlees niet zo snel afkoelt.
-
-
-
18
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
Koken op lage temperatuur zonder automatisch programma
Gebruik bij voorkeur het rooster en de universele bakplaat.
Kies de ovenfunctie "Boven-
^
Onderwarmte".
Verwarm de oven, het rooster en de
^
universele bakplaat voor (130 °C, ca. 15 minuten).
Braad alle kanten van het vlees (tij
^
dens het voorverwarmen van de oven) op een hoge stand op de kook­plaat aan.
^ Steek de Bratometer zo in het vlees
dat de metalen punt zich in de kern van het vlees bevindt.
^ Leg het vlees op het rooster.
Gerecht Tijd in mi
nuten
Rosbief
Rood
Medium
Doorbak
ken
Varkensfilet 120–150 63
Casselerrib* 150–210 68
Kalfsrug* 180–210 63
­Lamsrug* 90–120 60
* zonder bot
Na het bereiken van de kerntempera­tuur wordt de oven automatisch uitge­schakeld.
-
60–90 120–150 180–240
Kerntem
­peratuur in °C
-
48 57 69
^ Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
^ Stel de kerntemperatuur in.
19
Aanwijzingen voor het grilleren
Sluit de ovendeur tijdens het grilleren. Als u de deur niet sluit, wordt de
,
uitstromende hete lucht niet langs de koelventilator geleid en dus niet afge koeld. De bedieningselementen worden dan heet waardoor u zich kunt branden.
Instellingen
Ovenfuncties Opmerkingen
Grill groot Y: Voor het grilleren van grote hoeveelheden plat vlees en voor
bruineren (grote vormen). Het hele grillelement wordt roodgloeiend.
-
Grill klein Z: Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees en voor
bruineren (kleine vormen). Het binnenste gedeelte van het grillelement wordt roodgloei-
end.
Circulatiegrill \: Voor het grilleren van gerechten met een relatief grote door
snede, zoals een rollade of gevogelte.
20
-
Aanwijzingen voor het grilleren
Aanbevelingen Opmerkingen
Kookgerei
Rooster, universele bak plaat
Leg het rooster op de universele bakplaat en leg het
-
te grilleren product erop.
Draaigrilleerinrichting, universele bakplaat
Lekblad, universele bak­plaat
Niveau van onderen
Zie tabel.
Voorverwarmen
Is vereist.
Temperatuur
Zie tabel.
Tijden voor het grille ren
Zie tabel.
-
Afhankelijk van het type is het apparaat voorzien van
een grillmotor en een draaigrilleerinrichting. De grillmotor moet apart worden ingeschakeld.
Grote stukken vlees, zoals rollade of kip, kunt u aan
het spit grilleren.
– Bij te bestellen accessoires. – Leg het lekblad op de universele bakplaat en leg het
vlees erop.
– De plaat vangt het vleessap in de bakplaat op en
voorkomt dat het verbrandt. Zo kan het voor verdere bereiding worden gebruikt.
– Plat vlees op niveau 2 of 3. – Gerechten met een grotere doorsnede op niveau 1.
Verwarm het grillelement ongeveer 5 minuten voor. Laat hierbij de deur dicht.
Plat vlees (bijvoorbeeld karbonade en biefstuk): 275 °C.
Dikkere stukken (bijvoorbeeld gevogelte en rollade): 200–220 °C.
Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
Bij platte stukken vlees/vis per kant ca. 6–8 minuten. Voor hogere stukken is iets meer tijd nodig.
Rollade, etc.: ca. 10 minuten per cm dikte.
Draai het vlees halverwege de tijd om.
21
Aanwijzingen voor het grilleren
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees af (met koud water) en droog het goed af. Zout het vlees niet voor het grilleren, anders verliest het zijn vocht.
Bestrijk mager vlees met een beetje olie. Andere soorten vet worden snel te donker of leiden tot rookontwikkeling.
Platte vissen en moten vis kunt u zouten en met een beetje citroensap bespren kelen.
-
Grilleren
^ Kies de ovenfunctie en stel de tem-
peratuur in.
^ Verwarm het grillelement ongeveer 5
minuten voor. Laat hierbij de deur dicht.
^ Plaats het vlees in de oven en sluit de
deur.
^ Draai het vlees halverwege de tijd
om.
Grilleren met de draaigrilleerin richting
(afhankelijk van het model)
Nadat u de ovenfunctie en de tempe ratuur heeft gekozen, moet u de grill motor apart inschakelen. Als u het systeem vervolgens op het eerste ni veau in de oven schuift, sluit het spit automatisch aan op de ingeschakelde grillmotor en begint te draaien. Bij ge bruik van het spit wordt het vlees aan alle kanten gelijkmatig bruin.
-
-
-
-
Schuif de houders voor het spit vanaf
^
de zijkanten op de bakplaat. De hou­ders moeten vastklikken (zie afbeel­ding).
^ Positioneer het vlees met de klem-
men midden op het spit.
-
^
Steek de punt van het spit in de ope ning (1.) en leg de andere kant met het geleidewieltje op de houder (2.) (zie afbeelding).
^
Kies de gewenste ovenfunctie.
-
22
Aanwijzingen voor het grilleren
Kies de temperatuur en bevestig uw
^
keuze met "OK".
"Blader" in de lijst van menupunten
^
totdat in het display "Grillmotor" ver schijnt.
Kies eerst het menupunt "Grillmotor",
^
dan het menupunt "Aan" en bevestig uw keuze met "OK".
Schuif de grilleerinrichting op niveau
^
1 in de oven.
De grilleerinrichting klikt automatisch in het aansluitpunt van de grillmotor in de achterwand van de oven.
Door de draaibeweging wordt het vlees aan alle kanten gelijkmatig bruin.
Voor het grilleren van schaschlik, gevo­gelte en dergelijke zijn bij de Miele-vak­handelaar of rechtstreeks bij Miele spe ciale accessoires verkrijgbaar.
-
Tips
Grilleer bij voorkeur stukken vlees die ongeveer even groot zijn, zodat de be reidingstijden niet teveel uiteenlopen.
Als tijdens het grilleren blijkt dat het vlees van buiten al een korstje krijgt, terwijl het van binnen nog niet gaar is, kunt u het vlees op een lager niveau in de oven plaatsen of op een lagere tem peratuur verder grilleren.
Als u wilt controleren of het vlees vol doende gaar is, druk dan met een lepel op het vlees.
– Als het nog veerkrachtig aanvoelt, is
het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, is het
vlees van binnen roze ("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, is het
door en door gaar ("doorbakken").
-
-
-
-
Grillmotor achteraf inschakelen
Als u "Wijzigen" kiest, worden u alle me nupunten aangeboden die u kunt ver anderen.
^
Kies het menupunt "Grillmotor", dan het menupunt "Aan" en bevestig uw keuze met "OK".
-
-
23
Tabel grilleren
Verwarm het grillelement ongeveer 5 minuten voor. Laat hierbij de deur dicht.
Gerechten Grill groot Y / Grill klein Z Circulatiegrill \
Aanbevolen
niveau
Tempera
tuur
in °C
-
Totale
bereidings-
tijd in min.
1)
Tempera
tuur
in °C
Platte gerechten
Runderbiefstuk 2 275 10 – 16 220 20 – 25
Schaschlik 2 of 3 240 25 – 30 220 16 – 20
Spies met gevogel
-
2of3 240 20–25 200 23–27
te
Schnitzel 2 of 3
Lever 2 of 3
Gehaktballen 2 of 3
Braadworst 2 of 3
Visfilet 2 of 3
Forel 2 of 3
Toast 2 of 3
Toast Hawaii 2 of 3
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
275 12 – 18 220 23 – 27
275 8 – 12 220 12 – 15
275 14 – 20 220 18 – 22
275 10 – 15 220 9 – 13
275 12 – 16 220 13 – 18
275 16 – 20 220 20 – 25
275 2 – 4 220 3 – 6
275 7 – 9 220 5 – 8
Tomaten 2 of 3 275 6 – 8 220 8 – 10
Perziken 2 of 3 275 6 – 8 220 15 – 20
Dikke gerechten
Kip
1 240 50 – 60 200 60 – 65
(ca. 1 kg)
Rollade
1 240 75 – 85 200 100 – 110
C 7 cm (ca. 1 kg)
Varkensschenkel
1 240 100 – 120 200 95 – 100
(ca. 1 kg)
Rosbief, runderfi
-
1 200-220 30 – 40
let, ca. 1 kg
1) Draai het gerecht halverwege de bereidingstijd om.
2) Houd bij het niveau rekening met de dikte van het gerecht.
Totale
­bereidings-
tijd in min.
1)
24
Loading...
+ 56 hidden pages