Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor
u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan het toestel.
Uw toestel beschikt over talrijke
automatische programma's waarmee u
telkens weer gemakkelijk optimale
kookresultaten bereikt. De
elektronische sturing bevat specifieke
bereidingsfuncties, temperaturen en
tijden voor de afzonderlijke
programma's die tijdens uitgebreide
bereidingstests vastgelegd zijn.
Daardoor hoeft u bijv. alleen maar in te
voeren of u hetgeen u bereidt liever
normaal of donker gebruind hebt.
Dit zijn de beschikbare rubrieken:
Braadautomaat (bereidingsfunctie,
–
afhankelijk van het model)
Garen op een lage temperatuur
–
Taart/cake
–
Gebak
–
Brood
–
Bakmixen voor brood
–
Broodjes
–
Pizza
–
– Vlees
– Gevogelte
– Vis
– Ovenschotels/gratins
– Diepvriesgerechten
Achteraan vindt u voorbeelden van
recepten voor de verschillende
automatische programma's.
5
Automatische programma's
Automatische programma's
gebruiken
Selecteer "c".
^
Blader met de sensortoets ; of ? in
^
de selectielijst, totdat de gewenste
rubriek geselecteerd is.
Selecteer de rubriek (bijv. "Taart/
^
cake") met de sensortoets "OK".
Er wordt een selectielijst met
verschillende taarten/cakes
weergegeven.
Selecteer het correcte item voor uw
^
bereiding (bijv. "Appeltaartje").
^ In de volgende stap stelt u de
bereidingswaarden in. Volg de
instructies op het display.
De gaarheid, bruinering enz. worden
via een balk met zeven segmenten
weergegeven. De gemiddelde instelling
wordt door een gevuld segment in het
midden weergegeven.
NH H H TTTTT H H HN
Selecteer de gewenste instelling door
het gevulde segment naar rechts of
links te verschuiven met de sensortoets
; of ?.
gaar genoeg is, kunt u de
bereidingstijd verlengen.
Gebruikstips
De bijgeleverde recepten zullen u
–
helpen bij het gebruik van de
automatische programma's.
Met de programma's kunt u ook
gelijkaardige recepten met
afwijkende ingrediënten bereiden.
Laat het toestel na een bereiding
–
eerst tot op kamertemperatuur
afkoelen voor u een automatisch
programma start.
– Bij sommige programma's moet u
tijdens de bereiding vocht
toevoegen. Op het display wordt u
hieraan herinnerd via een melding
met een tijdsaanduiding (bijv. "Vocht
toevoegen om...").
– Bij sommige programma's moet u
wachten tot de oven voorverwarmd is
alvorens het gerecht in de oven te
plaatsen. In dat geval wordt op het
display een melding met een
tijdsaanduiding weergegeven.
–
Bij diepvriesgerechten volgt u de
instructies op het display.
U kunt de starttijd verschuiven in het
menu, via "later starten".
De instellingen worden aangegeven op
het display.
Om een automatisch programma
vroegtijdig te beëindigen, dient u het
toestel uit te schakelen.
Als u vindt dat hetgeen u bereidt na
afloop van een automatisch programma
nog onvoldoende gebakken of niet
6
Met de spijzenthermometer kunt u de
temperatuur tijdens een
bereidingsproces nauwkeurig
controleren.
Spijzenthermometer
Gebruiksmogelijkheden
Behalve voor de automatische
programma's kunt u de
spijzenthermometer ook gebruiken voor
de volgende bereidingsfuncties:
De metalen punt van de
spijzenthermometer wordt in het
gerecht gestoken. De punt bevat een
temperatuursensor. Deze meet tijdens
de bereiding de zogenaamde
kerntemperatuur binnenin het gerecht.
Aan de hand van de stijging van de
kerntemperatuur controleert u of het
gerecht gaar genoeg is.
Afhankelijk van of u een gebraad
medium of doorbakken wilt, stelt u een
lagere of hogere kerntemperatuur in.
U kunt een kerntemperatuur instellen
van 30 tot 99 °C. In de braadtabel vindt
u informatie over gerechten en de
bijhorende kerntemperaturen.
De tijd voor braden met
temperatuurcontrole is vergelijkbaar
met die bij een tijdsafhankelijk
braadproces.
ß "Circulatiegrill"
7
Spijzenthermometer
Belangrijke opmerkingen over
het gebruik
Hou rekening met het volgende:
U kunt het vlees in een pan leggen of
–
op het rooster met daaronder de
universele plaat.
De metalen punt van de
–
spijzenthermometer moet volledig in
het gerecht gestoken zijn, ongeveer
tot aan de kern van het gerecht.
Bij gevogelte steekt u de metalen
–
punt het best in de dikste plaats van
de borst.
– De metalen punt mag niet in
aanraking komen met been en mag
niet in een plaats met veel vet
worden gestoken. Het is mogelijk dat
de spijzenthermometer in dat geval
vroegtijdig wordt uitgeschakeld ten
gevolge van vetweefsels en been.
– Kies bij sterk gemarmerd, doorregen
vlees de hogere waarde van het
kerntemperatuurbereik uit de
braadtabel.
–
Wanneer u een braadzak of
aluminiumfolie gebruikt, steekt u de
spijzenthermometer door de folie
heen in het gerecht, tot aan de kern
van het gerecht. U kunt de
thermometer ook samen met het
vlees in de folie doen. Hou hierbij
ook rekening met de instructies van
de producent van de folie.
Spijzenthermometer gebruiken
Steek de metalen punt van de
^
spijzenthermometer volledig in het
gerecht.
Doe het gerecht in de oven.
^
^ Steek de stekker van de
spijzenthermometer in de aansluitbus
en zorg ervoor dat hij goed vastzit.
^ Sluit de deur.
^ Selecteer een bereidingsfunctie of
een automatisch programma.
^
Wijzig eventueel de
voorgeprogrammeerde temperatuur.
8
Spijzenthermometer
Wijzig indien nodig de
^
voorgeprogrammeerde
kerntemperatuur van 60 °C.
Bij automatische programma's
worden de kerntemperatuurwaarden
automatisch ingesteld.
U kunt een bereidingsproces ook op
een later tijdstip laten starten
(startuitstel). Kies daarvoor in het menu
"Starttijd" of bij automatische
programma's "Later starten". De duur
van een bereiding met de
spijzenthermometer stemt ongeveer
overeen met de duur voor een
bereiding zonder
kerntemperatuurcontrole.
Zodra de ingestelde kerntemperatuur
bereikt is,
– schakelt het toestel automatisch uit.
– wordt "Programma afgerond"
weergegeven.
Benutting van restwarmte
Vlak voor het einde van de bereiding
wordt de ovenverwarming
uitgeschakeld. De warmte in de oven is
dan voldoende om de bereiding af te
ronden.
Door deze automatische benutting van
de restwarmte bespaart u energie.
Op het display verschijnt de melding
"Energiebesparende fase" ("Benutting
van de restwarmte"). De gemeten
kerntemperatuur wordt dan niet meer
weergegeven.
De koelventilator en, afhankelijk van de
bereidingsfunctie, ook de
heteluchtventilator blijven
ingeschakeld.
– weerklinkt een signaal.
Als het vlees nog niet naar wens gaar
is, steekt u de spijzenthermometer op
een andere plaats in het gerecht en
herhaalt u het programma.
9
Tips voor het bakken
Houd rekening met de
temperatuurbereiken, de
inschuifniveaus en de tijdsbereiken
vermeld in de baktabellen. Die zijn
afgestemd op de verschillende
bakvormen, deeghoeveelheden en
bakgewoonten.
Het is belangrijk voor uw
gezondheid dat u behoedzaam
omgaat met levensmiddelen.
Taart, pizza, frieten en dergelijke
mogen slechts goudgeel worden
gebruind en niet donkerbruin
worden gebakken.
Bakvorm
Let bij het selecteren van de
bereidingsfunctie op het materiaal van
de bakvorm:
Bakpapier
De bakplaat en de universele plaat
moeten wegens de
antiaanbakeigenschappen van hun met
PerfectClean veredeld oppervlak voor
het bakken niet worden ingevet. U
dient ook geen bakpapier te
gebruiken.
U kunt het bereide product altijd zonder
moeite losmaken.
Gebruik alleen bakpapier voor
zout gebak (bijv. krakelingen e.d.),
–
omdat de natronloog die tijdens de
deegbereiding wordt gebruikt, het
met PerfectClean veredelde
oppervlak kan beschadigen.
– deegsoorten die wegens hun hoge
eiwitgehalte gemakkelijk
vastkleven, zoals deeg voor biscuit,
schuimgebak of makarons.
"Hetelucht plus" U, "Intensief
bakken" \
Elk temperatuurbestendig materiaal kan
worden gebruikt.
"Boven-onderwarmte" V
Gebruik hiervoor matte, donker
gekleurde bakvormen, bijvoorbeeld
vormen van donker blik, donker email,
donker gemaakt blik, mat aluminium,
hittebestendig glas of vormen met een
antiaanbaklaag.
Met lichtgekleurde vormen uit
glimmend materiaal wordt het gerecht
in de vorm ongelijkmatig of nauwelijks
bruin, en in ongunstige
omstandigheden wordt het gerecht ook
onvoldoende gaar.
10
De universele plaat
Bak fruittaarten en hoge taarten op de
universele plaat; daardoor blijft de
ovenruimte schoner.
Rechthoekige bakvorm
Als u taarten, cakes en dergelijke in
rechthoekige vormen bakt, moet u deze
dwars in de ovenruimte plaatsen. Zo is
de warmteverdeling in de vorm
optimaal en bereikt u een gelijkmatig
bakresultaat.
Opmerkingen over de
gegevens in de tabel
Tips voor het bakken
BakplatenInschuifniveau
De gegevens tussen rechte haakjes
zijn voor toestellen met drie
inschuifhoogtes.
Temperatuur, baktijd
Een behoedzame bereiding en een
gelijkmatige bruinering van taart en
gebak is mogelijk als u
de laagste temperatuur in de tabel
–
kiest.
Stel de temperatuur niet hoger in dan
aangegeven is. Een hoge
temperatuur verkort weliswaar de
baktijd, maar het gebak wordt vaak
niet gelijkmatig bruin en onder
ongunstige omstandigheden ook niet
gaar.
– na afloop van de kortste baktijd
controleert of het gebak gaar is.
Prik daartoe met een houten stokje
(bijvoorbeeld een satéstokje) in het
deeg.
Als niets aan het stokje blijft kleven,
is het gebak gaar.
Inschuifniveau
De inschuifniveaus worden van
onderen af geteld.
In toestellen met drie inschuifhoogtes
kunt u maximaal twee platen
tegelijkertijd gebruiken.
U12
21en3[1en2]
31,3en5*
O11 of 2
V11 of 2
* Gebruik niet meer dan 2 bakplaten
tegelijk, als u vochtig gebak, taart of
brood bakt.
Diepvriesproducten
Selecteer voor het bakken van
diepvriestaarten, -pizza's en stokbroden de laagste temperatuur die
op de verpakking vermeld staat. Bak
dergelijke producten op het rooster
waarop u bakpapier heeft gelegd.
Gebruik niet de bakplaat of de
universele plaat. Die kunnen bij
diepvriesproducten kromtrekken zodat
u ze niet meer uit de oven kunt halen
als ze heet zijn. Bij elk volgend gebruik
trekken ze weer krom.
Voor diepvriesproducten zoals frieten,
kroketten en dergelijke kunt u de
bakplaat of universele plaat wel
gebruiken. Leg deze producten op
bakpapier en stel de laagste
temperatuur in die op de verpakking
vermeld staat. Keer de producten
regelmatig om.
11
Baktabellen
"Hetelucht plus"
Taart/gebak
Temperatuur
in °C
Aanbevolen
inschuifniveau
1)
Roerdeeg
Zandtaart, kerststronk
Tulband
Cake (bakplaat)
Marmercake, notentaart (bakvorm)
Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat)
Fruittaart (bakplaat)
Fruittaart (bakvorm)
Taartbodem
Klein gebak4)(koekjes)
1) De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes (als ze afwijken).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
3) Oven voorverwarmen.
4) Tijdens de opwarmfase de bereidingsfunctie "Snel opwarmen" niet gebruiken (opwarmfase - normaal).
5) Haal de bakplaat uit de oven, zodra het gebak/de taart
voldoende bruin is, ook als de baktijd nog niet verstreken is.
6) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats de recipiënt op het rooster.
1) De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes (als ze afwijken).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
3) Oven voorverwarmen.
4) Tijdens de opwarmfase de bereidingsfunctie "Snel opwarmen" niet gebruiken (opwarmfase - normaal).
5) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats de recipiënt op het rooster.
6) Inschuifniveau voor gistdeeg, bij kwark-oliedeeg inschuifniveau 3 gebruiken.
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste
tijd.
13
Baktabellen
"Intensief bakken"
Ideaal voor
taarten met vochtig beleg (bijv. pruimentaarten), quiche lorraine.
–
taarten met glazuur zonder voorgebakken bodem (bijv. eierstruif).
–
Taart/gebak
Roerdeeg
Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat)150 - 1702 [1]30 - 35
Kneeddeeg
Kwarktaart
Appeltaart, afgedekt
Abrikozentaart met glazuur
Fruitgratin
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Pizza (bakplaat)
Uientaart
1) De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes (als ze afwijken).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
3) Tijdens de opwarmfase de bereidingsfunctie "Snel opwarmen" niet gebruiken (opwarmfase - normaal).
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste tijd.
3)
Temperatuur
in °C
150 - 170
150 - 170
150 - 170
190 - 210
170 - 190
170 - 190
Aanbevolen
inschuifniveau
2
2
2 [1]
1of2
2
2
1)
Tijd
in min.
65-75
50-60
50-60
25-30
40-50
25-35
2)
14
Tips voor het braden
RaadgevingenOpmerkingen
Bereidingsfunctie
"Braadautomaat" [ U kunt ook "Boven-onderwarmte V" gebruiken.
Kookgerei
Elk hittebestendig
kookgerei is
geschikt.
Inschuifniveau
2 van onderen af
Voorverwarmen
niet nodig
Temperatuur
Zie braadtabel
Bereidingstijd
Zie braadtabel
Braadplan, braadpot, vuurvaste glazen vorm, braadzakken,
römertopf, universele plaat, rooster op de universele plaat
Het is aan te raden in een pan te braden omdat
er dan voldoende braadfond overblijft om een saus te
–
bereiden.
de ovenruimte schoner blijft dan als u op het rooster
–
braadt.
Gebruik afhankelijk van de hoogte van het gerecht de
inschuifniveau 1 of 2 bij toestellen met drie inschuifhoogtes.
Het kookgerei wordt in de koude ovenruimte op het rooster
geplaatst.
Uitzondering: Bereiding van rosbief en filets.
– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het
vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
– Stel bij "Braadautomaat [" de temperatuur ca. 20 °C
lager in dan bij "Boven-onderwarmte V".
– Stel bij gebraad vanaf 3 kg een ca. 10 °C lagere
temperatuur in dan vermeld in de braadtabel.
Daardoor duurt het braadproces weliswaar wat langer,
maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te
dikke korst.
–
Om te braden op het rooster, stelt u een temperatuur in
die 20 °C lager ligt dan wanneer u braadt in een pan.
Bereidingstijd berekenen: De bereidingstijd kunt u
berekenen door de dikte van het vlees te vermenigvuldigen
met de tijd per cm die hieronder is aangegeven:
–
rund/wild: 15 - 18 minuten/cm
–
varken/kalf/lam: 12 - 15 minuten/cm
–
rosbief/filet:8-10minuten/cm
15
Tips voor het braden
Tips
Bruinering
Het vlees wordt pas aan het einde van
de bereidingstijd bruin. Het wordt extra
bruin als u halverwege de
bereidingstijd het deksel van het
kookgerei haalt.
Even laten staan
Na afloop van de bereiding haalt u het
vlees uit de ovenruimte, wikkelt u het in
aluminiumfolie en laat u het ca.
10 minuten staan. Op deze manier
loopt bij het aansnijden van het vlees
minder vocht weg.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het
gevogelte 10 minuten voor het einde
van de bereidingstijd met licht
gezouten water bestrijkt.
Diepgevroren vlees bakken
Diepgevroren vlees met een gewicht tot
ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het
eerst te ontdooien.
De bereidingstijd neemt per kilo met
ca. 20 minuten toe.
16
Braadtabel
Gebruik bij toestellen met vijf inschuifhoogtes inschuifniveau 2.
Gebruik afhankelijk van de hoogte van het gerecht inschuifniveau 1 of 2 bij
toestellen met drie inschuifhoogtes.
1) Om te braden bevelen wij "Braadautomaat [".
U kunt echter ook de functie "Boven-onderwarmte V" gebruiken.
2) Braden met de spijzenthermometer
3) Temperatuuraanduiding voor de bereiding in een afgedekte braadpan.
Verminder de temperatuur met 20 °C als u braadt op het rooster.
4) De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voorverwarmd.
5) Oven voorverwarmen.
6) Rood: 40 - 45 °C, medium: 50 - 60 °C, doorbakken: 60 - 70 °C
5)
5)
Temperatuur
3)
in °C
190-21045-55200-22045-5540-70
170 - 190100 - 120200 - 220100 - 12080 - 90
150 - 170160 - 180180 - 200120 - 15080 - 90
170-19050-60190-21050-6070-75
Tijd
in min.
4)
warmte" V
Temperatuur
in °C
3)
1)
Tijd
in min.
Kerntempera
tuurr in °C
4)
2)
6)
Doorgaans kiest u het best de middelste temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken
van de kortste tijd.
17
"Garen op lage temperatuur"
Dit bereidingsproces is ideaal voor
stukken vlees van een rund, varken,
kalf of lam, die heel juist moeten
worden gegaard.
Bij een lage temperatuur en met een
lange bereidingstijd wordt het vlees
behoedzaam en zachtjes gegaard.
Eerst wordt het stuk vlees na korte tijd
heel warm en langs alle kanten
gelijkmatig aangebraden.
Bij het daaropvolgende gaarproces op
een lage temperatuur "ontspant" het
vlees zich. Het sap binnenin begint te
circuleren en verdeelt zich gelijkmatig
tot in de buitenste lagen.
Daardoor verkrijgt u een zeer mals en
sappig resultaat.
Voor dit automatische programma is in
de elektronische besturing een
bereidingsfunctie, een temperatuur en
een kerntemperatuur geplaatst.
"Garen op lage temperatuur"
gebruiken
Selecteer "Garen op lage
^
temperatuur" in het hoofdmenu of in
de lijst met automatische
programma's.
Volg de instructies tot het programma
^
start.
Laat het rooster en de universele
plaat tijdens de voorverwarmfase in
de oven.
Tijdens het voorverwarmen braadt u
^
het stuk vlees krachtig aan op het
kookvlak.
^ Leg het vlees op het rooster en steek
de spijzenthermometer erin. Zorg
ervoor dat de punt er volledig in
steekt, tot in de kern van het vlees.
Volg de aanwijzingen in de rubriek
"Spijzenthermometer gebruiken" in
de bijgeleverde gebruiksaanwijzing.
18
^ Plaats het rooster samen met de
universele plaat op het genoemde
inschuifniveau.
,
De verwarmingselementen voor
bovenwarmte/de grill zijn heet.
Gevaar voor brandwonden!
Als het programma voltooid is,
verschijnt "Programma afgerond" en
weerklinkt het geluidssignaal.
Als u vindt dat het vlees nog niet gaar
genoeg is, kunt u de bereidingstijd
verlengen.
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.