Miele H 5050, H 5051, H 5060, H 5061, H 5360 Aanwijzingen voor het gebruik [nl]

...
Gebruikstips
Bakken, braden, grillen, inmaken, ontdooien, garen
Automatische programma's
Lees absoluut de gebruiks­en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 220 050
Inhoud
Automatische programma's .........................................5
Automatische programma's gebruiken ..................................6
Gebruikstips.......................................................6
Spijzenthermometer ...............................................7
Werkwijze.........................................................7
Gebruiksmogelijkheden..............................................7
Belangrijke opmerkingen over het gebruik ...............................8
Spijzenthermometer gebruiken ........................................8
Benutting van restwarmte ..........................................9
Tips voor het bakken ..............................................10
Bakvorm.........................................................10
Bakpapier .....................................................10
De universele plaat ..............................................10
Rechthoekige bakvorm...........................................10
Opmerkingen over de gegevens in de tabel.............................11
Temperatuur, baktijd.............................................11
Inschuifniveau..................................................11
Diepvriesproducten ................................................11
Baktabellen......................................................12
"Hetelucht plus" ...................................................12
"Boven-onderwarmte" ..............................................13
"Intensief bakken"..................................................14
Tips voor het braden ..............................................15
Tips ............................................................16
Bruinering .....................................................16
Even laten staan ................................................16
Gevogelte braden...............................................16
Diepgevroren vlees bakken .......................................16
Braadtabel ......................................................17
"Garen op lage temperatuur" .......................................18
"Garen op lage temperatuur" gebruiken ................................18
Tips voor het grillen...............................................20
Voedsel voorbereiden ..............................................22
Grillen op het rooster ...............................................22
Tips ............................................................22
Grilltabel ........................................................23
Ontdooien .......................................................24
2
Inhoud
Inmaken ........................................................25
Het bereiden van kant-en-klaargerechten .............................26
Taart ...........................................................27
Appeltaartje ......................................................27
Appeltaart, fijn ....................................................28
Appeltaart, afgedekt ...............................................29
Appeltaart met krokante kruimels .....................................30
Boterkoek........................................................31
Guglhupf (Oostenrijk) ..............................................32
Gistkoek .........................................................33
Gistdeeg ........................................................34
Marmercake......................................................35
Fruittaart met kruimels ..............................................36
Fruitgratin (Zwitserland).............................................37
Zandtaart ........................................................38
Kruimeltaart ......................................................39
Gebak ..........................................................40
Duitse kerstkoekjes ................................................40
Chocolademuffins met kersen ........................................41
Walnootmuffins ...................................................42
Zandkoekjes .....................................................43
Chocoladedessert (Frankrijk) ........................................44
Chocoladegebakjes (Oostenrijk) ......................................45
Brood ..........................................................46
Gekruid witbrood ..................................................46
Roggebrood......................................................47
Zoet brood .......................................................48
Wit brood zonder bakvorm ..........................................49
Bakmixen voor brood .............................................50
Tips voor de automatische programma's ...............................50
Broodjes ........................................................51
Gistbroodjes .....................................................51
Croissants .......................................................51
Pizza ...........................................................52
Vlees ...........................................................54
Tips voor de automatische programma's ...............................54
3
Inhoud
Gevogelte .......................................................55
Tips voor de automatische programma's ...............................55
Vis .............................................................56
Tips voor de automatische programma's ...............................56
Ovenschotels/gratins .............................................57
Aardappelgratin in mosterdsaus ......................................57
Aardappelgratin met kaas ...........................................58
Lasagne .........................................................59
4
Automatische programma's
Uw toestel beschikt over talrijke automatische programma's waarmee u telkens weer gemakkelijk optimale kookresultaten bereikt. De elektronische sturing bevat specifieke bereidingsfuncties, temperaturen en tijden voor de afzonderlijke programma's die tijdens uitgebreide bereidingstests vastgelegd zijn.
Daardoor hoeft u bijv. alleen maar in te voeren of u hetgeen u bereidt liever normaal of donker gebruind hebt.
Dit zijn de beschikbare rubrieken:
Braadautomaat (bereidingsfunctie,
afhankelijk van het model)
Garen op een lage temperatuur
Taart/cake
Gebak
Brood
Bakmixen voor brood
Broodjes
Pizza
– Vlees
– Gevogelte
– Vis
– Ovenschotels/gratins
– Diepvriesgerechten
Achteraan vindt u voorbeelden van recepten voor de verschillende automatische programma's.
5
Automatische programma's
Automatische programma's gebruiken
Selecteer "c".
^
Blader met de sensortoets ; of ? in
^
de selectielijst, totdat de gewenste rubriek geselecteerd is.
Selecteer de rubriek (bijv. "Taart/
^
cake") met de sensortoets "OK".
Er wordt een selectielijst met verschillende taarten/cakes weergegeven.
Selecteer het correcte item voor uw
^
bereiding (bijv. "Appeltaartje").
^ In de volgende stap stelt u de
bereidingswaarden in. Volg de instructies op het display.
De gaarheid, bruinering enz. worden via een balk met zeven segmenten weergegeven. De gemiddelde instelling wordt door een gevuld segment in het midden weergegeven.
NH H H TTTTT H H HN
Selecteer de gewenste instelling door het gevulde segment naar rechts of links te verschuiven met de sensortoets ; of ?.
gaar genoeg is, kunt u de bereidingstijd verlengen.
Gebruikstips
De bijgeleverde recepten zullen u
helpen bij het gebruik van de automatische programma's. Met de programma's kunt u ook gelijkaardige recepten met afwijkende ingrediënten bereiden.
Laat het toestel na een bereiding
eerst tot op kamertemperatuur afkoelen voor u een automatisch programma start.
– Bij sommige programma's moet u
tijdens de bereiding vocht toevoegen. Op het display wordt u hieraan herinnerd via een melding met een tijdsaanduiding (bijv. "Vocht toevoegen om...").
– Bij sommige programma's moet u
wachten tot de oven voorverwarmd is alvorens het gerecht in de oven te plaatsen. In dat geval wordt op het display een melding met een tijdsaanduiding weergegeven.
Bij diepvriesgerechten volgt u de instructies op het display.
U kunt de starttijd verschuiven in het menu, via "later starten".
De instellingen worden aangegeven op het display.
Om een automatisch programma vroegtijdig te beëindigen, dient u het toestel uit te schakelen.
Als u vindt dat hetgeen u bereidt na afloop van een automatisch programma nog onvoldoende gebakken of niet
6
Met de spijzenthermometer kunt u de temperatuur tijdens een bereidingsproces nauwkeurig controleren.
Spijzenthermometer
Gebruiksmogelijkheden
Behalve voor de automatische programma's kunt u de spijzenthermometer ook gebruiken voor de volgende bereidingsfuncties:
ß "Braadautomaat" ß "Hetelucht plus" ß "Boven-onderwarmte"
Werkwijze
De metalen punt van de spijzenthermometer wordt in het gerecht gestoken. De punt bevat een temperatuursensor. Deze meet tijdens de bereiding de zogenaamde kerntemperatuur binnenin het gerecht. Aan de hand van de stijging van de kerntemperatuur controleert u of het gerecht gaar genoeg is. Afhankelijk van of u een gebraad medium of doorbakken wilt, stelt u een lagere of hogere kerntemperatuur in.
U kunt een kerntemperatuur instellen van 30 tot 99 °C. In de braadtabel vindt u informatie over gerechten en de bijhorende kerntemperaturen.
De tijd voor braden met temperatuurcontrole is vergelijkbaar met die bij een tijdsafhankelijk braadproces.
ß "Circulatiegrill"
7
Spijzenthermometer
Belangrijke opmerkingen over het gebruik
Hou rekening met het volgende:
U kunt het vlees in een pan leggen of
op het rooster met daaronder de universele plaat.
De metalen punt van de
spijzenthermometer moet volledig in het gerecht gestoken zijn, ongeveer tot aan de kern van het gerecht.
Bij gevogelte steekt u de metalen
punt het best in de dikste plaats van de borst.
– De metalen punt mag niet in
aanraking komen met been en mag niet in een plaats met veel vet worden gestoken. Het is mogelijk dat de spijzenthermometer in dat geval vroegtijdig wordt uitgeschakeld ten gevolge van vetweefsels en been.
– Kies bij sterk gemarmerd, doorregen
vlees de hogere waarde van het kerntemperatuurbereik uit de braadtabel.
Wanneer u een braadzak of aluminiumfolie gebruikt, steekt u de spijzenthermometer door de folie heen in het gerecht, tot aan de kern van het gerecht. U kunt de thermometer ook samen met het vlees in de folie doen. Hou hierbij ook rekening met de instructies van de producent van de folie.
Spijzenthermometer gebruiken
Steek de metalen punt van de
^
spijzenthermometer volledig in het gerecht.
Doe het gerecht in de oven.
^
^ Steek de stekker van de
spijzenthermometer in de aansluitbus en zorg ervoor dat hij goed vastzit.
^ Sluit de deur. ^ Selecteer een bereidingsfunctie of
een automatisch programma.
^
Wijzig eventueel de voorgeprogrammeerde temperatuur.
8
Spijzenthermometer
Wijzig indien nodig de
^
voorgeprogrammeerde kerntemperatuur van 60 °C.
Bij automatische programma's worden de kerntemperatuurwaarden automatisch ingesteld.
U kunt een bereidingsproces ook op een later tijdstip laten starten (startuitstel). Kies daarvoor in het menu "Starttijd" of bij automatische programma's "Later starten". De duur van een bereiding met de spijzenthermometer stemt ongeveer overeen met de duur voor een bereiding zonder kerntemperatuurcontrole.
Zodra de ingestelde kerntemperatuur bereikt is,
– schakelt het toestel automatisch uit.
– wordt "Programma afgerond"
weergegeven.
Benutting van restwarmte
Vlak voor het einde van de bereiding wordt de ovenverwarming uitgeschakeld. De warmte in de oven is dan voldoende om de bereiding af te ronden.
Door deze automatische benutting van de restwarmte bespaart u energie.
Op het display verschijnt de melding "Energiebesparende fase" ("Benutting van de restwarmte"). De gemeten kerntemperatuur wordt dan niet meer weergegeven.
De koelventilator en, afhankelijk van de bereidingsfunctie, ook de heteluchtventilator blijven ingeschakeld.
– weerklinkt een signaal.
Als het vlees nog niet naar wens gaar is, steekt u de spijzenthermometer op een andere plaats in het gerecht en herhaalt u het programma.
9
Tips voor het bakken
Houd rekening met de temperatuurbereiken, de inschuifniveaus en de tijdsbereiken vermeld in de baktabellen. Die zijn afgestemd op de verschillende bakvormen, deeghoeveelheden en bakgewoonten.
Het is belangrijk voor uw gezondheid dat u behoedzaam omgaat met levensmiddelen.
Taart, pizza, frieten en dergelijke mogen slechts goudgeel worden gebruind en niet donkerbruin worden gebakken.
Bakvorm
Let bij het selecteren van de bereidingsfunctie op het materiaal van de bakvorm:
Bakpapier
De bakplaat en de universele plaat moeten wegens de antiaanbakeigenschappen van hun met PerfectClean veredeld oppervlak voor het bakken niet worden ingevet. U
dient ook geen bakpapier te gebruiken.
U kunt het bereide product altijd zonder moeite losmaken.
Gebruik alleen bakpapier voor
zout gebak (bijv. krakelingen e.d.),
omdat de natronloog die tijdens de deegbereiding wordt gebruikt, het met PerfectClean veredelde oppervlak kan beschadigen.
deegsoorten die wegens hun hoge
eiwitgehalte gemakkelijk vastkleven, zoals deeg voor biscuit,
schuimgebak of makarons.
"Hetelucht plus" U, "Intensief bakken" \
Elk temperatuurbestendig materiaal kan worden gebruikt.
"Boven-onderwarmte" V
Gebruik hiervoor matte, donker gekleurde bakvormen, bijvoorbeeld vormen van donker blik, donker email, donker gemaakt blik, mat aluminium, hittebestendig glas of vormen met een antiaanbaklaag.
Met lichtgekleurde vormen uit glimmend materiaal wordt het gerecht in de vorm ongelijkmatig of nauwelijks bruin, en in ongunstige omstandigheden wordt het gerecht ook onvoldoende gaar.
10
De universele plaat
Bak fruittaarten en hoge taarten op de universele plaat; daardoor blijft de ovenruimte schoner.
Rechthoekige bakvorm
Als u taarten, cakes en dergelijke in rechthoekige vormen bakt, moet u deze dwars in de ovenruimte plaatsen. Zo is de warmteverdeling in de vorm optimaal en bereikt u een gelijkmatig bakresultaat.
Opmerkingen over de gegevens in de tabel
Tips voor het bakken
BakplatenInschuifniveau
De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes.
Temperatuur, baktijd
Een behoedzame bereiding en een gelijkmatige bruinering van taart en gebak is mogelijk als u
de laagste temperatuur in de tabel
kiest. Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven is. Een hoge temperatuur verkort weliswaar de baktijd, maar het gebak wordt vaak niet gelijkmatig bruin en onder ongunstige omstandigheden ook niet gaar.
– na afloop van de kortste baktijd
controleert of het gebak gaar is. Prik daartoe met een houten stokje (bijvoorbeeld een satéstokje) in het deeg. Als niets aan het stokje blijft kleven, is het gebak gaar.
Inschuifniveau
De inschuifniveaus worden van onderen af geteld.
In toestellen met drie inschuifhoogtes kunt u maximaal twee platen tegelijkertijd gebruiken.
U 12
2 1en3[1en2]
3 1,3en5*
O 1 1 of 2
V 1 1 of 2
* Gebruik niet meer dan 2 bakplaten
tegelijk, als u vochtig gebak, taart of brood bakt.
Diepvriesproducten
Selecteer voor het bakken van
diepvriestaarten, -pizza's en ­stokbroden de laagste temperatuur die
op de verpakking vermeld staat. Bak dergelijke producten op het rooster waarop u bakpapier heeft gelegd. Gebruik niet de bakplaat of de universele plaat. Die kunnen bij diepvriesproducten kromtrekken zodat u ze niet meer uit de oven kunt halen als ze heet zijn. Bij elk volgend gebruik trekken ze weer krom.
Voor diepvriesproducten zoals frieten, kroketten en dergelijke kunt u de bakplaat of universele plaat wel gebruiken. Leg deze producten op bakpapier en stel de laagste temperatuur in die op de verpakking vermeld staat. Keer de producten regelmatig om.
11
Baktabellen
"Hetelucht plus"
Taart/gebak
Temperatuur
in °C
Aanbevolen
inschuifniveau
1)
Roerdeeg
Zandtaart, kerststronk Tulband Cake (bakplaat) Marmercake, notentaart (bakvorm) Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat) Fruittaart (bakplaat) Fruittaart (bakvorm) Taartbodem Klein gebak4)(koekjes)
Biscuitdeeg
Taart (3 tot 6 eieren) Taartbodem (2 eieren)
3)
Rol
4)
4)
4)
4)
150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170
160 - 180 160 - 180 160 - 180
2 2 2 2 2 2 2 2
1, 3 [1, 2]
2 2 2
5)
Kneeddeeg
Taartbodem Kruimelgebak Klein gebak
4)
(koekjes) Kwarktaart Appeltaart, afgedekt Abrikozentaart met glazuur Fruitgratin
3)
150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 190 - 210
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Gistdeeg laten rijzen Guglhupf Kruimelgebak Fruittaart (bakplaat) Witbrood Volkorenbrood Pizza (bakplaat)
3)
4)
Uientaart Appelflappen
30-50 150 - 170 150 - 170 160 - 180 160 - 180 170 - 190 170 - 190 170 - 190 150 - 170
Ovenruimtebodem
Soezendeeg4), soezen 160 - 180 1, 3 [1, 2] Bladerdeeg 170 - 190 1, 3 [1, 2] Merengue, makarons 120 - 140 1, 3 [1, 2]
2 2
1, 3 [1, 2]
2 2 2 2
2 [2]
2 2 2 2 2 2
1, 3 [1, 2]
5)
6)
5)
5)
5)
5)
1) De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes (als ze afwijken).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
3) Oven voorverwarmen.
4) Tijdens de opwarmfase de bereidingsfunctie "Snel opwarmen" niet gebruiken (opwarmfase - normaal).
5) Haal de bakplaat uit de oven, zodra het gebak/de taart voldoende bruin is, ook als de baktijd nog niet verstreken is.
6) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats de recipiënt op het rooster.
Tijd
in min.
60-70 65-80 25-40 60-80 45-50 35-55 55-65 25-30 20-25
25-35 20-25 20-25
20-25 45-55 15-25 70-90 50-70 55-75 25-35
15-30 50-60 35-45 40-50 40-50 50-60 35-45 35-45 25-30
30-40 20-25 25-50
2)
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste tijd.
12
Baktabellen
"Boven-onderwarmte"
Taart/gebak
Temperatuur
in °C
Aanbevolen
inschuifniveau
1)
Roerdeeg
Zandtaart, kerststronk Tulband Cake (bakplaat)
3)
Marmercake, notentaart (bakvorm) Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat) Fruittaart (bakplaat) Fruittaart (bakvorm) Taartbodem Klein gebak
Biscuitdeeg
Taart (3 tot 6 eieren) Taartbodem (2 eieren)
3) 4)
Rol
3) 4)
3) 4)
3) 4)
(koekjes)
3) 4)
3) 4)
150 - 170 170 - 190 170 - 190 150 - 170 170 - 190 170 - 190 160 - 180 170 - 190 170 - 190
170 - 190 170 - 190 180 - 200
2 2 2 2 2 2 2 2
3 [2]
3 [2] 3 [2] 3 [1]
Kneeddeeg
Taartbodem Kruimelgebak Klein gebak Kwarktaart Appeltaart, afgedekt Abrikozentaart met glazuur Fruitgratin
3)
3) 4)
(koekjes)
3)
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Gistdeeg laten rijzen Guglhupf Kruimelgebak Fruittaart (bakplaat) Witbrood Volkorenbrood Pizza (bakplaat) Uientaart Appelflappen
Soezendeeg Bladerdeeg
3)
3) 4)
3)
3) 4)
, soezen 180 - 200 3 [2] 35 - 45
3)
170 - 190 170 - 190 160 - 180 170 - 190
3)
170 - 190 170 - 190 220 - 240
30-50
Ovenruimtebodem 160 - 180 170 - 190 180 - 200 160 - 180 190 - 210 190 - 210 180 - 200 160 - 180
190 - 210 2 15 - 25
2 2
3 [2]
2 2 2
1 [2]
1[1of2]
6)
2
6)
2
1 [2]
2
1 [2]
2 2
5)
Merengue3), makarons 120 - 140 2 25 - 50
1) De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes (als ze afwijken).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
3) Oven voorverwarmen.
4) Tijdens de opwarmfase de bereidingsfunctie "Snel opwarmen" niet gebruiken (opwarmfase - normaal).
5) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats de recipiënt op het rooster.
6) Inschuifniveau voor gistdeeg, bij kwark-oliedeeg inschuifniveau 3 gebruiken.
Tijd
in min.
60-70 65-80 25-40 60-80 45-50 35-55 55-65 20-25 15-25
20-35 15-20 12-16
15-20 45-55 15-25 70-90 45-65 55-75 25-35
15-30 50-60 35-45 40-50 50-60 50-60 30-40 25-35 25-30
2)
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste tijd.
13
Baktabellen
"Intensief bakken"
Ideaal voor
taarten met vochtig beleg (bijv. pruimentaarten), quiche lorraine.
taarten met glazuur zonder voorgebakken bodem (bijv. eierstruif).
Taart/gebak Roerdeeg
Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat) 150 - 170 2 [1] 30 - 35
Kneeddeeg
Kwarktaart Appeltaart, afgedekt Abrikozentaart met glazuur Fruitgratin
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Pizza (bakplaat) Uientaart
1) De gegevens tussen rechte haakjes zijn voor toestellen met drie inschuifhoogtes (als ze afwijken).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
3) Tijdens de opwarmfase de bereidingsfunctie "Snel opwarmen" niet gebruiken (opwarmfase - normaal).
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste tijd.
3)
Temperatuur
in °C
150 - 170 150 - 170 150 - 170 190 - 210
170 - 190 170 - 190
Aanbevolen
inschuifniveau
2 2
2 [1]
1of2
2 2
1)
Tijd
in min.
65-75 50-60 50-60 25-30
40-50 25-35
2)
14
Tips voor het braden
Raadgevingen Opmerkingen
Bereidingsfunctie
"Braadautomaat" [ U kunt ook "Boven-onderwarmte V" gebruiken.
Kookgerei
Elk hittebestendig kookgerei is geschikt.
Inschuifniveau
2 van onderen af
Voorverwarmen
niet nodig
Temperatuur
Zie braadtabel
Bereidingstijd
Zie braadtabel
Braadplan, braadpot, vuurvaste glazen vorm, braadzakken, römertopf, universele plaat, rooster op de universele plaat
Het is aan te raden in een pan te braden omdat
er dan voldoende braadfond overblijft om een saus te
bereiden. de ovenruimte schoner blijft dan als u op het rooster
braadt.
Gebruik afhankelijk van de hoogte van het gerecht de inschuifniveau 1 of 2 bij toestellen met drie inschuifhoogtes.
Het kookgerei wordt in de koude ovenruimte op het rooster geplaatst.
Uitzondering: Bereiding van rosbief en filets.
– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het
vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
– Stel bij "Braadautomaat [" de temperatuur ca. 20 °C
lager in dan bij "Boven-onderwarmte V".
– Stel bij gebraad vanaf 3 kg een ca. 10 °C lagere
temperatuur in dan vermeld in de braadtabel. Daardoor duurt het braadproces weliswaar wat langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te dikke korst.
Om te braden op het rooster, stelt u een temperatuur in die 20 °C lager ligt dan wanneer u braadt in een pan.
Bereidingstijd berekenen: De bereidingstijd kunt u berekenen door de dikte van het vlees te vermenigvuldigen met de tijd per cm die hieronder is aangegeven:
rund/wild: 15 - 18 minuten/cm
varken/kalf/lam: 12 - 15 minuten/cm
rosbief/filet:8-10minuten/cm
15
Tips voor het braden
Tips
Bruinering
Het vlees wordt pas aan het einde van de bereidingstijd bruin. Het wordt extra bruin als u halverwege de bereidingstijd het deksel van het kookgerei haalt.
Even laten staan
Na afloop van de bereiding haalt u het vlees uit de ovenruimte, wikkelt u het in aluminiumfolie en laat u het ca. 10 minuten staan. Op deze manier loopt bij het aansnijden van het vlees minder vocht weg.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd met licht gezouten water bestrijkt.
Diepgevroren vlees bakken
Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien. De bereidingstijd neemt per kilo met ca. 20 minuten toe.
16
Braadtabel
Gebruik bij toestellen met vijf inschuifhoogtes inschuifniveau 2.
Gebruik afhankelijk van de hoogte van het gerecht inschuifniveau 1 of 2 bij toestellen met drie inschuifhoogtes.
"Braadautomaat" [ "Boven-onder-
Gerechten
Rundergebraad, ca. 1 kg 170 - 190 100 - 120 190 - 210 100 - 120 80 - 90
Runderfilet of rosbief, ca. 1 kg
Gebraden wild, ca. 1 kg 180 - 200 90 - 120 190 - 210 90 - 120 80 - 90
Varkensgebraad of varkensnek, ca. 1 kg
Varkensgebraad met zwoerd, ca. 2 kg
Casselerrib, ca. 1 kg 170 - 190 60 - 70 200 - 220 60 - 70 75 - 85
Gehakt, ca. 1 kg 160 - 180 70 - 80 190 - 210 70 - 80 75 - 80
Kalfsgebraad, ca. 1,5 kg 170 - 190 100 - 120 190 - 210 100 - 120 70 - 75
Lamsbout, ca. 1,5 kg 170 - 190 90 - 120 200 - 220 90 - 120 80 - 85
Lamsrug, ca. 1,5 kg
Gevogelte, 0,8-1kg 170-190 60-70 190-210 60-70 85-90
Gevogelte, ca. 2 kg 170 - 190 90 - 110 190 - 210 90 - 110 85 - 90
Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg 170 - 190 110 - 130 190 - 210 110 - 130 85 - 90
Gevogelte, ca. 4 kg 160 - 180 150 - 180 180 - 200 150 - 180 85 - 90
Vis, stuk, ca. 1,5 kg 160 - 180 35 - 55 190 - 210 35 - 55 75 - 85
1) Om te braden bevelen wij "Braadautomaat [". U kunt echter ook de functie "Boven-onderwarmte V" gebruiken.
2) Braden met de spijzenthermometer
3) Temperatuuraanduiding voor de bereiding in een afgedekte braadpan. Verminder de temperatuur met 20 °C als u braadt op het rooster.
4) De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voorverwarmd.
5) Oven voorverwarmen.
6) Rood: 40 - 45 °C, medium: 50 - 60 °C, doorbakken: 60 - 70 °C
5)
5)
Temperatuur
3)
in °C
190-210 45-55 200-220 45-55 40-70
170 - 190 100 - 120 200 - 220 100 - 120 80 - 90
150 - 170 160 - 180 180 - 200 120 - 150 80 - 90
170-190 50-60 190-210 50-60 70-75
Tijd
in min.
4)
warmte" V
Temperatuur
in °C
3)
1)
Tijd
in min.
Kerntempera
tuurr in °C
4)
2)
6)
Doorgaans kiest u het best de middelste temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortste tijd.
17
"Garen op lage temperatuur"
Dit bereidingsproces is ideaal voor stukken vlees van een rund, varken, kalf of lam, die heel juist moeten worden gegaard.
Bij een lage temperatuur en met een lange bereidingstijd wordt het vlees behoedzaam en zachtjes gegaard.
Eerst wordt het stuk vlees na korte tijd heel warm en langs alle kanten gelijkmatig aangebraden. Bij het daaropvolgende gaarproces op een lage temperatuur "ontspant" het vlees zich. Het sap binnenin begint te circuleren en verdeelt zich gelijkmatig tot in de buitenste lagen.
Daardoor verkrijgt u een zeer mals en sappig resultaat.
Voor dit automatische programma is in de elektronische besturing een bereidingsfunctie, een temperatuur en een kerntemperatuur geplaatst.
"Garen op lage temperatuur" gebruiken
Selecteer "Garen op lage
^
temperatuur" in het hoofdmenu of in de lijst met automatische programma's.
Volg de instructies tot het programma
^
start.
Laat het rooster en de universele plaat tijdens de voorverwarmfase in de oven.
Tijdens het voorverwarmen braadt u
^
het stuk vlees krachtig aan op het kookvlak.
^ Leg het vlees op het rooster en steek
de spijzenthermometer erin. Zorg ervoor dat de punt er volledig in steekt, tot in de kern van het vlees.
Volg de aanwijzingen in de rubriek "Spijzenthermometer gebruiken" in de bijgeleverde gebruiksaanwijzing.
18
^ Plaats het rooster samen met de
universele plaat op het genoemde inschuifniveau.
,
De verwarmingselementen voor bovenwarmte/de grill zijn heet. Gevaar voor brandwonden!
Als het programma voltooid is, verschijnt "Programma afgerond" en weerklinkt het geluidssignaal.
Als u vindt dat het vlees nog niet gaar genoeg is, kunt u de bereidingstijd verlengen.
Loading...
+ 42 hidden pages