inbouwfornuizen
inbouwovens
H 250, H 251,
H 260, H 261
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u uw toestel installeert en
in gebruik neemt
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat. M.-Nr. 04 945 980
c
d controlelampje ovenverwarming
e schakelklok *
f knop voor de kookzone / kookplaat *
g controlelampje voor de kookplaten of
kookzones *
4
Ovenruimte
h verwarmingselement voor boven-
warmte en grilleren
i aanzuigopening voor de ventilator
j steunrooster met de niveaus 1, 2, 3,
4 en 5
k ovendeur met wasemafvoer
* naar gelang van het model
Page 5
Beschrijving van het toestel
Toebehoren
Elk model is uitgerust met een
– bakplaat
–afdruipschaal
– rooster
– vetfilter
Beschrijving van het toestel
Kookvlak
De inbouwfornuizen kan u combineren
met volgende kookvlakken:
KM 200
KM 213
KM 215
Naar gelang van het model is uw toestel ook nog voorzien van een
– schakelklok
Typeplaatje van het kookvlak
Dit typeplaatje is na de inbouw van het
kookvlak niet meer zichtbaar. Daarom
wordt er een tweede typeplaatje bijgevoegd. Kleef dit plaatje in de rubriek
,,Nav erk oop die nst “.
Bij een eventuele herstelling dient de
technicus het type en het nummer van
het toestel te kennen.
5
Page 6
Beschrijving van het toestel
Beschrijving van het toestel
Keramisch kookvlak KM 215
b vario-kookzone: 14,5 cm / 21 cm C
c kookzone: 14,5 cm C
d kookzone/ovale zone: 17 cm C / 17 cm x 26 cm*
kookzone: 14,5 cm C
e
f display van het kookvlak, aanduiding resterende warmte
KM 213
* Kookzone: 18 cm C
6
Page 7
Beschrijving van het toestel
Kookvlak met platen KM 200
Beschrijving van het toestel
b kookplaat: 18 cm C
kookplaat: 14,5 cm C
c
d kookplaat: 18 cm C
e kookplaat: 14,5 cm C
f knop voor de kookplaat vooraan links
f knop voor de kookplaat achteraan links
f knop voor de kookplaat achteraan rechts
f knop voor de kookplaat vooraan rechts
7
Page 8
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking recycleren
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan een autowrak- of
schrootverwerkend bedrijf. Die weten
vast hoe die stoffen opnieuw te gebruiken zijn.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard. Hou
dus rekening met de gelijknamige rubriek ‘Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan er
schade optreden aan het toestel en
kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voordat u uw oven of fornuis in
gebruik neemt.
U vindt er belangrijke wenken omtrent de inbouw, de veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het
toestel. Zo beschermt u zichzelf en
vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Deze oven / dit fornuis is enkel
voor huishoudelijk gebruik bestemd. U mag er enkel levensmiddelen
mee bakken, braden, ontdooien, inmaken, drogen en grilleren.
Elke andere toepassing is misschien
gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit daarna pas uw fornuis /
uw oven aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel.
Vraag in geval van twijfel inlichtingen
aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardingssysteem is
aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is.
In geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman te laten nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding
onderbroken was of gewoon ontbrak.
(Er zijn elektrische schokken mogelijk).
Gebruik uw fornuis / uw oven enkel
in ingebouwde toestand. Zo bent u
zeker dat u geen elektrische onderdelen kan aanraken.
Maak in geen geval de ommante-
ling van uw toestel open.
Raakt u eventueel aansluitingen aan,
die onder spanning staan, of wijzigt u
de elektrische en mechanische structuur, dan loopt u het gevaar een elektrische schok te krijgen. De werking van
het toestel kan dan ook in het gedrang
komen.
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen mag u enkel door een erkend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige installatieof reparatiewerkzaamheden kunnen er
niet te onderschatten risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Het toestel is pas stroomloos in-
dien aan een van deze voorwaarden werd voldaan:
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld,
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker, om het toestel stroomloos te
maken.
Het toestel mag niet met behulp
van een verlengsnoer op het net
worden aangesloten.
Verlengsnoeren zijn geen voldoende
waarborg voor de veiligheid van het
toestel. Er is bv. gevaar voor oververhitting.
De oven is voorzien voor inbouw in
een kolomkast. Wenst u hem in
een onderkast in te bouwen? Vervang
dan de roestvrijstalen rail boven het
bedieningspaneel door een dichtingsprofiel. Dit profiel beschermt de oven
ook tegen vloeistof die eventueel van
het werkblad afloopt. Het is in de Mielenaverkoopdienst verkrijgbaar.
Gebruik
Voorzichtig! U kan zich verbranden!
In en rond de oven / het kookvlak
loopt de temperatuur hoog op!
Verbied kleine kinderen het toestel
tijdens de werking aan te raken.
Niet alleen het kookvlak wordt heet,
maar ook het ovenvenster, de wasemafvoer aan de greeplijst en het bedieningspaneel. Kinderen kunnen zich
echter ook verbranden door kookpannen naar zich toe te trekken.
Opdat het ovenvenster nog minder
warmte afgeeft, kunt u een afschermplaat voor het bovenste verwarmingselement laten inbouwen. Dat verdient
aanbeveling als u wil vermijden dat kleine kinderen zich verbranden.
Deze plaat is in de Miele-naverkoopdienst verkrijgbaar.
De oven
Trek ovenwanten aan als u gebak,
gebraad of grillgerechten in of uit
de oven schuift of iets aan het klaar te
maken gerecht toevoegt.
Hebt u boven- en onderwarmte of de
grill ingeschakeld, dan worden het bovenste verwarmingselement en de beschermplaat erg heet. U kan zich daaraan verbranden!
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Wenst u de bovenste ovenplaat
schoon te maken? Laat het verwarmingselement dan pas zakken als u
geen risico meer loopt u te verbranden.
Duw het verwarmingselement niet
met geweld naar beneden. Door
geweld te gebruiken kan het element
schade oplopen.
Gebruik geen kunststof vaatwerk.
Dat smelt bij hoge temperaturen.
Bovendien kan de oven schade oplopen.
Maak geen blikjes in de oven in. Er
ontstaat overdruk. De blikjes ontploffen. U kan zich kwetsen en de oven
kan schade oplopen.
Schuif op de bodem van de oven
geen voorwerpen als bv. kookpannen heen en weer. Anders wordt het bodemoppervlak beschadigd.
De ovendeur kan een gewicht dra-
gen van hoogstens 10 kg. Ga niet
op de open ovendeur staan of zitten.
Zet er evenmin zware voorwerpen op
neer. Het toestel kan anders schade oplopen.
Wenst u het gerecht na het kook-
proces nog in de oven warm te
houden? Of wenst u de resterende
warmte te benutten? Stel dan de laagste temperatuur in. Laat de functiekiezer op de gekozen werkwijze staan.
Schakel de oven in geen geval uit. De
luchtvochtigheid neemt toe. Het bedieningspaneel beslaat. Er worden druppels gevormd onder het werkblad en/of
op de voorzijde van het inbouwmeubel.
Door condenswater kan
– het inbouwmeubel / het werkblad
schade oplopen,
– er corrosie in het toestel optreden.
Leg geen diepvrieswaar als bv. piz-
za op de bakplaat of de afdruipschaal.
Deze platen kunnen zo erg vervormen
dat u ze niet uit de oven kan nemen terwijl ze nog heet zijn. Bij elk gebruik van
de platen gaan ze nog erger vervormen.
Gebruik dus liever het rooster met bakpapier.
Dek de spijzen steeds af als u ze
in de oven laat staan. Door het
vocht van de spijzen kan er in het toestel corrosie optreden. Zo vermijdt u
ook dat die spijzen uitdrogen.
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Keramisch kookvlak
De kookzones worden na het in-
schakelen heet. Door een verklikkerlampje wordt aangeduid of er nog
een kookzone heet is.
Zodra er barsten of spleten in het
keramisch kookvlak ontstaan, dient
u het kookvlak dadelijk uit te schakelen. Eventueel overkokende spijzen
kunnen via deze defecte plaatsen terechtkomen op kookvlakonderdelen die
onder spanning staan. Er kan kortsluiting optreden. Trek de stekker uit het
stopcontact of schakel de smeltstoppen uit. Verwittig dan meteen de
naverkoopdienst.
Gebruik het kookvlak niet om er ob-
jecten op te zetten of te leggen.
Als u het kookvlak inschakelt, kunnen
die smelten of in brand raken. Dat risico bestaat ook na een kookproces.
Gebruik geen kunststof vaatwerk
noch aluminiumfolie. Dat smelt bij
hoge temperaturen. Bovendien kan het
keramisch oppervlak schade oplopen.
Vermijd dat er suiker, in vaste of
vloeibare vorm, alsook kunststof
en aluminiumfolie op hete kookzones terechtkomen.
Bij het afkoelen kunnen er scheurtjes of
spleten in het keramisch oppervlak opduiken. Is dat toch gebeurd, schakel
de zone dan uit! Schraap de resten
met een schraapmesje dadelijk weg.
Zorg ervoor dat u intussen uw handen
niet verbrandt.
Vermijd dat er voorwerpen op het
kookvlak vallen.
Zelfs zogezegd lichte voorwerpen als
zoutvaatjes kunnen in een minder gunstig geval scheuren of spleten veroorzaken.
Gebruik op het keramisch kook-
vlak geen pannen met een bodem
met een rand of braam. Er kunnen krassen ontstaan.
Maak de voeg tussen de omran-
ding van het kookvlak en het werkblad ofwel tussen de omranding en het
keramisch oppervlak nooit met puntige
voorwerpen schoon. U kan daarmee
de dichting beschadigen.
12
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Kookvlak met platen
De kookplaten worden na het inschakelen heet.
Laat geen gezouten spijs of drank
op het roestvrijstalen kookvlak terechtkomen.
Zo dat onverhoeds toch gebeurde, verwijder die spijs en drank dan meteen
grondig. Anders kan er corrosie optreden.
Gebruik liever geen kookplatendek-
sels.
Als u een afgedekte kookplaat inschakelt, kan die kromtrekken.
Er kan eveneens corrosie optreden
– als die afgedekt worden terwijl ze
nog vochtig zijn of
– als er vocht en damp onder het dek-
sel geraakt.
Gebruik geen kunststof vaatwerk
noch aluminiumfolie. Dat smelt bij
hoge temperaturen. Bovendien kan het
kookvlak schade oplopen.
Algemeen
Hou het fornuis / de oven onder
toezicht als u vet of olie gebruikt.
Vet of olie kan vlam vatten. Er bestaat
dan ook brandgevaar!
Gebruik uw toestel niet om het
vertrek te verwarmen. Door hoge
temperaturen in de oven of aan het
kookvlak kunnen licht ontvlambare
voorwerpen in de omgeving in brand
schieten.
Zorg ervoor dat de spijzen steeds
voldoende worden opgewarmd.
De nodige programmaduur hangt van
heel wat factoren af. Bv. van de aanvankelijke temperatuur, de hoeveelheid, de
soort en de kwaliteit van de spijzen.
Wellicht werd ook van het recept
afgeweken.
Zo er in de spijzen eventueel kiemen
aanwezig zijn, worden die enkel bij een
toereikende temperatuur (> 70°C) en
bij een voldoende lange programmaduur (> 10 min.) vernietigd. Twijfelt u
eraan of de spijzen voldoende worden
opgewarmd, kies dan liever een ietwat
langere tijd.
Het is eveneens van belang dat de temperatuur in de spijzen gelijkmatig wordt
verdeeld. Dit bereikt u bv. door in de
spijzen te roeren of ze om te draaien.
13
Page 14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruikt u soms een stopcontact
in de omgeving van de oven / het
fornuis? Dan mag het snoer van het
apparaat niet tussen de hete ovendeur
geklemd geraken. Laat het snoer evenmin op het kookvlak rusten. De isolatie
van het snoer kan schade oplopen. Er
is risico op elektrische schokken!
Gebruik om de oven / het kookvlak
schoon te maken in geen geval
een toestel dat met stoom onder druk
werkt.
De stoom kan onderdelen van het toestel aanraken, die onder spanning
staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
Gebruikt u om in de oven te bak-
ken of te braden alcohol als bv.
rum, cognac, wijn e.d.?
Hou er rekening mee dat alcohol bij
hoge temperatuur verdampt. Onder
minder gunstige omstandigheden kan
die damp tegen hete verwarmingselementen ontvlammen.
Berging van uw oud toestel
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het
stopcontact. Maak daarna snoer en
stekker onbruikbaar. Zo vermijdt u dat
uw toestel voor verkeerde doeleinden
wordt gebruikt.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die
ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden
genomen.
Gebruik van het toebehoren
Schuif het schraapmesje na gebruik weer dicht. Anders kan u
zich daaraan kwetsen!
14
Page 15
Voor het eerste gebruik
Schakelklok
Sommige modellen zijn uitgerust met
een schakelklok.
Voor het eerste gebruik
Het toestel schoonmaken
De oven
Maak de oven schoon met warm
water met een zacht reinigingsmiddel erin. Wrijf hem daarna met een
zuiver doek droog.
Laat de ovendeur open tot de oven
droog is.
Was het toebehoren af.
Nieuwetoestellen geven in het begin
wat reuk af. Door hoge temperaturen
verdwijnt die reuk sneller.
Na het aansluiten van het toestel knip-
•
peren in het leesvenstertje ,,0
00“ en
,,AU TO “.
Instellen hoe laat het is
(24 uur)
Druk tegelijk op de toetsen ,,g“ en
,,)“.
In het leesvenstertje knipperen nog
•
steeds ,,0
00“ en ,,AUTO“.
Voer met behulp van de toets ‘+’ of
‘–’ de juiste tijd in uren
•minuten in.
Na het invoerproces wordt de tijd
minuut per minuut aangeduid.
Het symbool ‘@’ in de display duidt
aan dat u de oven onafhankelijk van de
schakelklok kan gebruiken.
Laat de oven daarom minstens 1 uur
werken:
Draai de functiekiezer op
,,Hete lucht D“.
Stel met de temperatuurkiezer de
hoogste temperatuur in.
Dit proces kunt u - naar gelang van het
model - met de schakelklok automatisch stopzetten.
Zorg er intussen voor dat het vertrek voldoende wordt verlucht.
15
Page 16
Voor het eerste gebruik
Keramisch kookvlak
Maak het keramisch kookvlak voor het
eerste gebruik grondig schoon. Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud’.
Bij het eerste gebruik kan er wat reuk
worden ontwikkeld. Dat komt doordat
het water in de isolatie verdampt.
Kookvlak met platen
De eerste keren dat de kookplaten worden gebruikt, ontstaat er reuk.
Laat de kookplaten ca. 5 minuten op
hun hoogste stand en zonder kookpan erop verwarmen.
De beschermende laag die roestvorming tegengaat, wordt verstevigd. Intussen wordt er rook gevormd.
16
Page 17
Beschrijving van het kookvlak
Beschrijving van het kookvlak
Keramisch kookvlak
Diameter van de kookzone
De kookzones zijn duidelijk op het kookvlak gemarkeerd.
Enkel de ingeschakelde zone wordt verwarmd. De rest van het kookvlak blijft
betrekkelijk koud.
Waarschuwingslampje voor hoge
temperaturen
Bij elke kookzone hoort zo’n waarschuwingslampje. Zodra er een kookzone
wordt ingeschakeld, gaat er telkens
een lampje aan.
Dit verklikkerlichtje gaat pas uit na het
uitschakelen en als de temperatuur
laag genoeg gezakt is om de zone aan
te raken.
Draai de knop enkel naar rechts tot
aan de aanslag.
Anders gaat de knop stuk.
Draai de knop enkel naar rechts op
het symbool ,,n“.
Draai hem daarna terug op de
gewenste stand.
Door de knop terug te draaien op ,,0“,
schakelt u
– de kookzone uit.
– de kookzone-uitbreiding uit.
Kookvlakken met platen
Alle kookvlakken zijn uitgerust met 4
kookplaten met 2 verschillende formaten en vermogens.
Raak de zones niet aan en leg er
geen voorwerpen op, die geen
hoge temperaturen verdragen.
U kan zich verbranden!
De kookzone vergroten
Deze functie kunt u enkel gebruiken zo
uw kookvlak uitgerust is met variozones
of met een ronde zone die u ook als
ovale zone kan inschakelen.
De kookzone-uitbreiding kiest u erbij
met de overeenstemmende regelknop.
17
Page 18
Gebruik van het kookvlak
Gebruik van het kookvlak
Regelknoppen
Het kookvlak wordt bediend door energieregelaars.
Draai de knoppen enkel naar
rechts. Draai tot aan de aanslag en
vandaar terug.
Anders maakt u de knop stuk.
Zodra u de knop op een getal instelt,
gaat het controlelampje voor het kookvlak aan. Dit lampje gaat uit nadat u de
knop weer op ,,0“ hebt gedraaid.
Het kookvlak gebruiken
Voor het begin van een kook- of
braadproces kiest u een hoog getal.
Zodra er damp aan de rand van het
deksel verschijnt, schakelt u terug
op de stand om verder te koken.
Als u tijdig overschakelt,
– vermijdt u dat de spijzen overkoken
of aanbranden,
– spaart u energie.
Tabel voor het instellen van de bedieningsknoppen
Getal
om boter, chocolade enz. te laten
smelten
om gelatine op te lossen
om yoghurt klaar te maken
om spijzen warm te houden
om kleine hoeveelheden vaste
of vloeibare spijzen op te warmen
om room en saus aan te maken
om een omelet te bakken
om diepvries te ontdooien
om deegwaren, rijst– en havermoutpap gaar te laten koken
om groente, fruit en vis te stoven
om bouillon en peulvruchten klaar
te maken
om vlees, vis en groente klaar te
maken
om aardappelen, eenpansgerechten en soep te koken
om gelei, jam en vruchtenmoes
te bereiden
om koteletten, lever, worst,
vis en spiegeleieren te braden of
te bakken
om pannekoeken te bakken
om biefstuk te braden
om te frituren
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze
zijn van toepassing op normale porties voor 4
personen. Zo de kookpan hoger is, er zonder
deksel wordt gekookt en er meer spijzen worden
klaargemaakt, stel de knop dan op een hogere
stand in. Worden er minder spijzen klaargemaakt, stel dan een lagere stand in.
1 – 2
1 – 3
3 – 5
4 – 6
7 – 10
9 – 12
18
Page 19
Gebruik van het kookvlak
Eisen die aan het vaatwerk
worden gesteld
Als u met de volgende wenken rekening houdt,
– wordt er bij het koken of braden
geen energie verspild,
– kan wat overkookt, niet op de zone
of plaat druipen en erin vastbranden.
De bodem van het kookgerei
Kook- en braadpannen dienen van een
stabiele, heel lichtjes naar binnen verlopende bodem voorzien te zijn. Dan ligt
de bodem bij het verhitten mooi effen
op de kookplaat.
Vraag in de winkel naar kookgerei dat
voor elektrisch koken geschikt is.
Gebruik van het kookvlak
Het formaat van het kookgerei
De diameter van de kook- of braadpan
moet ietwat groter zijn dan de plaat of
zone.
Een deksel
Door een deksel op de kookpan te
plaatsen, kan de warmte niet ontsnappen.
19
Page 20
Gebruik van het kookvlak
Gebruik van het kookvlak
Belangrijke tips
Voordat u een kookplaat of -zone inschakelt, dient u daar een kookpan met
spijzen erin op te zetten. Anders wordt
er energie verspild. Bij kookplaten bestaat bovendien het risico dat die
scheeftrekken of zelfs uitgloeien.
Het kookvlak en de bodem van de
kookpan dienen droog en zuiver te zijn.
Zo wordt de schoonmaak na gebruik
van het kookvlak tot een minimum beperkt.
Speciaal voor keramische kookvlakken
Bij het begin van het kookproces
mag er geen zand op het keramisch kookvlak liggen.
Op in werking zijnde kookzones
mag u geen suiker, noch in vaste
noch in vloeibare vorm, geen kunststof voorwerpen en ook geen aluminiumfolie laten liggen.
Wanneer het keramisch kookvlak afkoelt, kunnen er anders barsten of spleten ontstaan. Is er toch wat op het kookvlak achtergebleven, schakel de zone
dan uit! Schraap de resten met een
schraapmesje grondig weg zolang het
kookvlak nog warm is. Zorg ervoor dat
u intussen uw handen niet verbrandt.
Koelt het kookvlak af zonder dat het
wordt gereinigd, dan vertoont het glas
grotere of kleinere kuiltjes. Het formaat
hangt af van hoeveel er werd gemorst.
Zo er zand onder de kookpan geraakt
en die wordt verschoven, worden er
krassen op het oppervlak veroorzaakt!
De panbodem mag geen randen
noch braam vertonen of onzuiver
geëmailleerd zijn.
Bij het verschuiven kan zo’n bodem
krassen maken op het keramisch vlak!
Aluminium vaatwerk of roestvrijstalen kookgerei met een aluminium
bodem kan op het keramisch kookvlak parelmoerkleurige vlekken achterlaten.
Deze vlekken verwijdert u bij voorkeur
onmiddellijk na het optreden. Zie rubriek ,,Reiniging en onderhoud“.
20
Bijkomende opmerkingen omtrent
kookplaten
Leg geen natte of vochtige voorwerpen op de kookplaat!
Als dat onverhoeds toch eens gebeurd
is, wis de kookplaat dan af en laat ze
drogen door ze even in te schakelen.
Anders kunnen de platenbeginnen te
roesten.
Page 21
Systemen in de oven
Hete lucht D
Dit systeem werkt met een hete luchtstroom.
Door de turbine in de ovenrugwand
wordt er lucht uit de ovenruimte aangezogen. Die wordt over een ringvormig
verwarmingselement gevoerd. De verwarmde lucht wordt tenslotte via de
openingen in de rugwand teruggeblazen.
Systemen in de oven
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele werkwijze wordt
de warmte van boven en van onder op
de gerechten overgebracht.
De oven hoeft u enkel te laten voorverwarmen
– bij taart of gebak met een korte bak-
tijd (tot ca. 30 minuten),
– bij het bakken van delicaat deeg,
De hitte bereikt de spijzen onmiddellijk.
U hoeft de oven dus niet te laten voorverwarmen.
Uitzondering: bij het braden van rosbief
en filet of bij het bakken van donker
brooddeeg dient u de oven te laten
voorverwarmen.
Bij hete lucht kan er op verschillende niveaus tegelijk worden gebakken of gebraden.
Wegens de luchtcirculatie liggen de
temperaturen bij deze werkwijze lager
dan bij boven- en onderwarmte.
– bij het bakken van donker brood-
deeg,
– bij het braden van rosbief of filet.
Ontdooien G
Het ontdooien gebeurt zonder verwarming.
De turbine in de ovenrugwand laat de
koude lucht (kamerlucht) voortdurend
circuleren.
Grill ,
Het binnenste gedeelte van het bovenste verwarmingselement dient om te
grilleren. Door het hoge verwarmingsvermogen wordt de weerstand enkele
minuten na het inschakelen roodgloeiend. De infrarode straling die voor het
grilleren vereist is, treedt in actie.
Laat de grill ca. 5 minuten voorverwarmen. De ovendeur blijft intussen dicht.
21
Page 22
Bediening van de oven
Bediening van de oven
Bedieningselementen
Als bedieningselementen voor de oven
fungeren de functiekiezer en de temperatuurkiezer.
Functiekiezer
(uitvoering naar gelang van het model)
Hiermee bepaalt u de gewenste werkwijze.
U kan deze knop zowel naar links als
naar rechts draaien.
– Verlichting H
Om de ovenverlichting apart in te
schakelen.
– Hete lucht D
Om op verschillende niveaus tegelijk
te bakken en te stoven.
– Boven- en onderwarmte A
Om traditionele gerechten te bakken
of te braden, om soufflés te bereiden.
– Bovenwarmte C
Wordt ingesteld om soufflés te bereiden, groente te gratineren en gerechten na te bruinen.
– Onderwarmte B
Wordt tegen het einde van de baktijd
gekozen om het gebak onderaan
bruiner te laten worden.
– Ontdooien G
Om diepvries behoedzaam te laten
ontdooien.
– Grill ,
Om grillgerechten als kotelet, biefstuk, pennetjesvlees en gevogelte te
grilleren. De ovendeur blijft intussen
dicht.
22
Page 23
Bediening van de oven
Temperatuurkiezer
(uitvoering naar gelang van het model)
Met de temperatuurkiezer stelt u de
temperatuur voor het recept in. De temperatuur kunt u traploos instellen.
Bediening van de oven
Draai de temperatuurkiezer enkel
naar rechts. Draai hem niet voorbij
de aanslag. Vandaar draait u hem
weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
Ontdooien G:
Om te ontdooien stelt u geen temperatuur in.
Het controlelampje boven de temperatuurkiezer gaat enkel aan wanneer de
knop op een temperatuur wordt ingesteld. Het lampje brandt terwijl de verwarming ingeschakeld is.
Zodra de ingestelde temperatuur bereikt is, wordt de verwarming uitgeschakeld. Zodra de temperatuur lager zakt
dan de ingestelde waarde, wordt de
verwarming opnieuw ingeschakeld.
23
Page 24
Bediening van de oven
De oven gebruiken
De oven kunt u enkel via de knoppen, m.a.w. onafhankelijk van de
schakelklok, inschakelen indien het
symbool ‘@’ in het display van de
schakelklok verlicht is.
Daartoe drukt u de toets ,,i“ in.
Zet het gebak, gebraad of grillgerecht in de oven.
Draai de functiekiezer op de gewenste verwarmingssoort.
Kies met de temperatuurkiezer de
nodige temperatuur.
De oven voorverwarmen
De oven dient maar in enkele gevallen te worden voorverwarmd.
Bij ‘Hete lucht D’
– om donker brooddeeg te bakken,
– om rosbief en filet te braden.
Bij ‘Boven- en onderwarmte A’
– taart of gebak met korte baktijd (tot
ca. 30 minuten),
– delicaat deeg,
– donker brooddeeg,
– om rosbief en filet te braden.
Voorverwarmen
Draai de functiekiezer op de gewenste werkwijze.
Stel met de temperatuurkiezer de nodige temperatuur in.
Zodra het controlelampje boven de
knop voor het eerst uitgaat, plaatst u
het te bakken of te braden gerecht in
de oven.
24
Page 25
Toebehoren
Bakplaat, afdruipschaal en
rooster
De uitschuifbeveiliging verhindert dat
de bakplaat, de afdruipschaal en het
rooster vallen als u ze maar gedeeltelijk
uittrekt.
Let er bij het inschuiven op dat de
uitschuifbeveiliging steeds achteraan zit.
Toebehoren
Vetfilter
Deze filter dient u te gebruiken bij het
braden op het rooster of in een pan
zonder deksel bij ‘Hete lucht D’. Breng
hem voor de aanzuigopening van de
turbine aan.
De door de luchtcirculatie meegenomen vetdruppels worden in de vetfilter
opgevangen. Daardoor worden de
oven en de ruimte achter de ovenrugwand merkelijk minder vuil.
Til de bakplaat, de afdruipschaal en
het rooster op om ze uit de oven te nemen.
25
Page 26
Bediening van de schakelklok
Bediening van de schakelklok
Naar gelang van het model is uw toestel voorzien van een schakelklok.
Symbolen in het display
De volgende symbolen verschijnen:
Functies
De schakelklok kan
– aanduiden hoe laat het is,
– de oven automatisch uitschakelen.
Ofwel in- en uitschakelen.
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u
l
– een aparte tijd invoeren,
l
– wordt verlicht wanneer er een aparte
tijd ingesteld is.
AUTO
– wordt verlicht wanneer er een kook-
proces op voorhand is gekozen.
– knippert wanneer het einde van de
kooktijd is bereikt.
AUTO en @
– worden verlicht tijdens het verloop
van de kooktijd.
@
– wordt verlicht wanneer de oven onaf-
hankelijk van de klok kan worden ingeschakeld (handbediening).
g
– de duur van een kookproces invoe-
ren,
)
– het einde van een kookproces invoe-
ren.
i
– het ingevoerde kookproceswissen,
– de oven op handbediening om-
schakelen (in het display wordt
’@’ verlicht).
–/+
– de tijden invoeren / wijzigen.
26
Page 27
Bediening van de schakelklok
Instellen hoe laat het is
(24 uur aangeduid)
Na het aansluiten van het toestel of
na een stroomonderbreking begin-
•
nen in het display ,,0
te knipperen.
Druk tegelijk op de toetsen ,,g“ en
,,)“
In het display knipperen nog steeds
•
00“ en ,,AUTO“.
,,0
Voer met de toets ‘+’ of ‘–’ de kloktijd
•
in uren
minuten in.
00“ en ,,AUTO“
Bediening van de schakelklok
Een aparte tijd invoeren
U kan een aparte tijd instellen als u bv.
eieren kookt.
De aparte tijd wordt onafhankelijk van
het ingebrachte proces ingesteld.
U kan een aparte tijd instellen voor een
duur van 1 min. tot 23 uur en 59 min.
De aparte tijd invoeren
Druk op de toets ,,l“.
Voer de gewenste tijd in met de
•
toets ‘+’. Dat gebeurt in uren
ten.
minu-
Zodra u op de toets ‘+’ of ‘–’ drukt, blijft
,,@“ in het display constant branden.
Na het invoeren verloopt de kloktijd per
minuut.
Indien u reeds een kookproces had ingevoerd, wordt dat daarbij gewist.
Hou ook hiermee rekening:
De kloktijd kan u ook na het indrukken
van de toets ‘i’ via de toets ‘+’ of ‘–’
wijzigen.
In het display verschijnt ,,l“.Na afloop van de aparte tijd weer-
klinkt ca. 7 minuten lang een signaal.
Door op de toets ,,l“ te drukken, kunt
u daar een eind aan stellen.
27
Page 28
Bediening van de schakelklok
Bediening van de schakelklok
Het kookproces automatisch
uitschakelen
Draai de functie- en temperatuurkiezer in de gewenste stand.
Druk op de toets ,,g“.
•
In het display verschijnt ,,0
00“.
Voer met de toets ‘+’ de gewenste
tijd in uren
•
minuten in (hoogstens
10 uur).
In het display wordt ,,AUTO“ verlicht.
Het kookproces op een later
tijdstip van start laten gaan
Draai de functie- en temperatuurkiezer in de gewenste stand.
Voer eerst de kookduur in:
Druk op de toets ,,g“.
•
In het display verschijnt ,,0
Voer met de toets ‘+’ de gewenste
•
tijd in uren
minuten in (hoogstens
10 uur).
Nu schuift u het einde van de kooktijd
op.
00“.
Gelieve hiermee rekening te houden
Een bakproces kiest u liever niet te
lang op voorhand.
Het deeg droogt namelijk uit en de gist
vervult zijn functie niet.
Einde van de kooktijd
Zodra het einde van de kooktijd is
bereikt,
– wordt de ovenverwarming automa-
– weerklinkt ca. 7 minuten lang een
– knippert ,,AUTO“.
De akoestische en optische signalen
worden gewist.
tisch uitgeschakeld,
signaal,
Druk op de toets ,,i“.
Zodra u op de toets ,,i“ drukt,
gaat de ovenverwarming weer aan.
Schakel de oven dus in elk geval uit.
Draai de functie- en temperatuurkiezer op "0".
Druk op de toets ,,)“.
In het display verschijnt de kloktijd
waarbij de ingevoerde kooktijd wordt
opgeteld.
Verschuif met de toets ‘+’ het einde
van de kooktijd.
De oven gaat uit en in het display wordt
,,AU TO “ verlicht.
28
Page 29
Bediening van de schakelklok
De ingevoerde tijden controleren en wijzigen
Ingevoerde kooktijden kunt u steeds
controleren of wijzigen. Dat geldt ook
voor de aparte tijd.
Controleren
Druk op de toets van de tijd die u
wenst te controleren.
g
De ingevoerde kooktijd of de resterende tijd van een aflopend kookproces
wordt aangeduid.
Bediening van de schakelklok
Het akoestisch signaal
wijzigen
U heeft de keus uit 3 signaalsoorten.
Druk op de toets ‘–’.
Het ingestelde signaal weerklinkt.
Druk binnen de 7 seconden nog eens
op de toets ‘–’. Bij elke druk op de
toets ‘–’ weerklinkt een ander akoestisch signaal.
Na afloop van de 7 seconden wordt het
signaal dat u het laatst hoorde, opgeslagen.
)
Het einde van een kookproces verschijnt.
l
De resterende aparte tijd wordt aangeduid.
Wijzigen
Druk op de overeenstemmende
toets.
Voer met de toets ‘+’ of ‘–’ de gewenste tijd in.
Een automatisch proces
wissen
Druk op de toets ,,i“.
Zodra u dit proces hebt gewist,
gaat de ovenverwarming van start
en gaat het licht in de oven aan.
Schakel dus in ieder geval de oven
uit indien u hem niet meteen weer
gebruikt.
Wijzig het signaal enkel wanneer de
oven uitgeschakeld is.
29
Page 30
Bakken in de oven
Bakken in de oven
Om te bakken bevelen wij u deze werkwijzen aan:
– hete lucht D
– boven- en onderwarmte A
Hete lucht D
U kan op verschillende niveaus tegelijk
bakken. Het verdient aanbeveling de
volgende niveaus te kiezen bij:
Bakvormen
Let bij de keus van de werkwijze op het
materiaal waarvan de bakvorm gemaakt is. Dit kan het bakresultaat ten
goede komen.
– ‘Hete lucht D’
Als bakvorm is om het even welk materiaal geschikt. Het moet wel hoge
temperaturen kunnen verdragen.
– ‘Boven- en onderwarmteA’
Gebruik bij voorkeur matte en donkere vormen van zwarte plaat, bruin
email, donker gemaakte witte plaat
en mat aluminium. Ook vormen van
tegen hitte bestand glas en kunststof
of die met een speciale laag.
Gebruik geen heldere bakvormen
van spiegelblank materiaal. Daardoor verloopt het bruinen immers ongelijkmatig of zwakjes.
Om te braden kunt u volgende werkwijzen gebruiken:
– hete lucht D
– boven- en onderwarmte A
Hete lucht D:
Als u een gebraad op het rooster of
in een pan zonder deksel braadt,
breng dan steeds de vetfilter voor
de aanzuigopening van de turbine
aan.
Het verdient aanbeveling in een gesloten braadpan L te braden:
– er blijft voldoende vleesjus om een
saus aan te maken,
– de oven blijft zuiverder dan bij het
braden op het rooster.
Zet het vaatwerk op het rooster. Het
vlees wordt in de koude oven geplaatst.
Uitzondering: om filet of rosbief te braden, dient u de oven voor te verwarmen. Neem de in het recept
opgegeven temperatuur in acht.
Maak om te braden gebruik van
niveau 1.
Uitzonderingen: om gevogelte met een
gewicht tot 1 kg, rosbief, filet of vis te
braden, kiest u bij gebruik van ,,Bovenen onderwarmte A“ beter niveau 2.
Bij ,,Hete lucht D“ volstaat een zowat
40°C lagere braadtemperatuur dan bij
,,Boven- en onderwarmte A“.
Hoe omvangrijker het gebraad, hoe lager de temperatuur die u moet kiezen.
Stel vanaf 3 kg de temperatuur ca.
10°C lager in dan die in de braadtabel.
Het braden duurt dan weliswaar iets
langer, maar het vlees wordt gelijkmatig
gaar en er wordt niet zo’n dikke korst
gevormd.
U kan volgend vaatwerk gebruiken:
braadpannen, vormen uit vuurvast
glas, Römertopf, braadfolie.
Het vaatwerk moet handvatten hebben, die tegen hitte bestand zijn.
34
Om op het rooster K te braden,
mag de temperatuur 20°C lager liggen
dan in een gesloten pan L.
Schuif bij het braden op het rooster
steeds rooster en afdruipschaal samen
in de oven.
De duur van het braden hangt af van
de vleessoort, van de omvang en dikte
van het gebraad.
Page 35
Braden in de oven
U kan de braadduur als volgt berekenen:
vleesdikte x de tijd die er voor die vleessoort per cm nodig is, zie tabel.
Voorbeeld:
Rundgebraad, 8 cm dik:
8 x 15 = 120 minuten braadtijd.
Let op het volgende
Stel de braadtemperatuur niet hoger
in dan wordt opgegeven. Het vlees
wordt dan wel bruin, maar niet gaar.
Het vlees wordt pas op het einde vanhet braden bruin. Het bruint nog intensiever als u zowat halverwege het deksel van de braadpan neemt.
Braden
Braden in een braadpan L
Het vlees kruiden en in de recipiënt leggen. Leg er vlokjes boter of margarine
over. Of giet er olie of spijsvet over. Bij
omvangrijk mager gebraad (2 à 3 kg)
en vet gevogelte voegt u ca. 1/8 liter
water toe.
Braden op het rooster K
Kruid het vlees en leg het op het rooster of in de afdruipschaal. Leg er een
vlokje boter of margarine op en laat het
vlees braden. Giet er tijdens het braden een beetje vloeistof (water, room,
bouillon) over
Braden van gevogelte
Bestrijk het gevogelte 10 minuten voor
het einde van de braadtijd met licht gezouten water. Zo wordt het vel knapperig.
Na afloop van de braadtijd
neemt u het gebraad uit de oven. Wikkel het in aluminiumfolie en laat het nog
ca. 10 minuten rusten.
Bij het aansnijden gaat er dan minder
vleesjus verloren.
Braden van diepgevroren vlees
Een stuk diepgevroren vlees van ca.
1,5 kg kunt u braden zonder te ontdooien. Dan verlengt de braadtijd met ca.
20 minuten per kg.
120 - 150’
Gevogelte (ca. 4 kg)1160 - 180 °C150 - 180’190 - 210 °C150 - 180’
Vis in zijn geheel
(ca. 1,5 kg)1
4)
160 - 180 °C35 - 55’200 - 220 °C35 - 55’
Zo niet anders vermeld, gelden deze tijden voor niet voorverwarmde ovens.
1) Bij ,,Hete lucht D“ de vetfilter plaatsen.
2) Stel de temperatuur 20°C lager in als het gebraad op het rooster K wordt bereid.
3) De oven bij ,,Hete lucht D“ en ,,Boven- en onderwarmte A“ voorverwarmen.
4) Niveau 2 bij ,,Boven- en onderwarmte A“.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
36
Page 37
Ontdooien
Draai de functiekiezer op
,,Ontdooien G“.
Stel om te ontdooien geen temperatuur in.
– De diepvrieswaar uit de verpakking
nemen en in een schotel doen.
– Gebruik om gevogelte te ontdooien
het rooster en de afdruipschaal. Dan
ligt het niet in de ontdooivloeistof.
Ga bijzonder hygiënisch te werk bij
het ontdooien van gevogelte. Maak
geen gebruik van de vloeistof die
bij het ontdooien vrijkomt. Er bestaat risico op salmonellavergiftiging!
– Vlees, gevogelte of vis dient niet vol-
ledig te worden ontdooid indien die
gerechten meteen worden bereid.
Het volstaat reeds als die eventjes
ontdooid zijn. Het oppervlak is dan
zacht genoeg om kruiden op te nemen.
Ontdooien
Ontdooitijden
(op kamertemperatuur)
Deze tijden zijn afhankelijk van de soort
en het gewicht van de diepvrieswaar:
800 g kip . . . . . . . . . . . . . 90 –120 min.
500 g vlees . . . . . . . . . . . 60 – 90 min.
1000 g vlees . . . . . . . . . . . 90 –120 min.
500 g braadworst . . . . . . 30 – 50 min.
1000 g vis . . . . . . . . . . . . . 60 – 90 min.
300 g aardbeien . . . . . . . 30 – 45 min.
500 g vlak gebak. . . . . . . 20 – 30 min.
500 g brood. . . . . . . . . . . 30 – 40 min.
37
Page 38
Stoven in de oven
Stoven in de oven
Om te stoven kunt u de volgende werkwijzen gebruiken:
– Hete lucht D
– Boven- en onderwarmte A
Geschikt is volgend vaatwerk:
vormen van vuurvast glas en porselein,
Römertopf, kookgerei met tegen hitte
bestande handvatten.
Schuif het rooster in niveau 1 en zet
het vaatwerk erop.
bij spijzen die u wenst te stoven of te
laten sudderen als bv. aardappelen
of groenten.
Daardoor vermijdt u dat de spijzen
uitdrogen. Hebt u geen deksel voor
de recipiënt bij de hand? Dan kunt u
ook aluminiumfolie of nat perkamentpapier gebruiken.
– Stoof de levensmiddelen zonder
deksel indien u een croquant korstje
verkiest, bv. op vlees of gratin.
– Om te stoven kunt u het vaatwerk
ook boven elkaar plaatsen. Leg het
deksel van de onderste recipiënt
dan omgekeerd.
Spijzen die moeten bruinen, plaatst
u dan bovenaan.
38
Page 39
Inmaken in de oven
Om in te maken gebruikt u bij voorkeur
"Hete lucht D".
Geschikt zijn deze recipiënten:
– weckbokalen;
– bokalen met schroefsluiting;
gebruik enkel speciale bokalen die
voor het inmaken geschikt zijn.
Inmaken in de oven
Nadat er luchtbelletjes zijn gevormd
Verlaag tijdig de temperatuur. Zo
vermijdt u dat de levensmiddelen
overkoken.
– bij fruit en augurken
Schakel de oven uit.
Blikjes zijn niet geschikt!
Schuif de afdruipschaal in niveau 1
en zet er de bokalen in.
U kunt hoogstens 6 bokalen tegelijk inmaken.
Giet daar zowat 1 liter water bij.
Stel een temperatuur in: 150-170 °C.
Deze temperatuurinstelling geldt tot bij
het borrelen. Dus tot wanneer er in alle
bokalen gelijkmatig luchtbellen opstijgen.
De bokalen nog 25 à 30 minuten verder
in de oven laten inmaken.
Laat de bokalen daarna nog 25 à 30 minuten verder in de oven inmaken.
Na het inmaken
Neem de bokalen uit de oven. Laat ze
nog ongeveer 24 uur, met een doek erover, op een tochtvrije plaats staan.
Maak de klemmen los en controleer of
alle bokalen goed dicht zijn.
39
Page 40
Grilleren
Grilleren
Voordat u grilleert, dient u de grillweerstand ca. 5 minuten voor te verwarmen. Laat de ovendeur intussen
dicht.
Sluit de ovendeur tijdens het grilleren. Daarmee spaart u stroom en
wordt er minder reuk verspreid.
Het grillgerecht voorbereiden
Spoel het vlees snel onder koud stromend water af en droog het goed af.
Lapjes vlees voor het grilleren niet zouten. Anders gaat de jus verloren.
Grilleren op het rooster
Schuif de afdruipschaal onder het
rooster.
Leg het grillgerecht op het rooster.
Mager vlees kunt u met olie bestrijken.
Andere vetsoorten worden vlug te donker of beginnen te roken. Kip kunt u
ook met boter bestrijken.
Platte vis en vislapjes schoonmaken. U
kunt ze eventueel zouten en eventjes
met citroen besprenkelen.
Draai de functiekiezer op ,,Grill ,“
Stel de temperatuur in:
GerechtTemperatuur
vlak
als kotelet, steak275°C
van grotere omvang
als gevogelte, rollade240°C
Soms is het oppervlak van grotere stukken vlees reeds sterk gebruind en de
kern nog niet gaar. Zet het grilleren dan
voort met een lagere temperatuurinstelling.
40
Page 41
Grilleren in de oven
Laat de grillweerstand ca. 5 minuten
met gesloten ovendeur voorverwarmen.
Schuif het grillgerecht in de oven.
Het niveau van de grillinrichting hangt
af van de dikte van het te grilleren gerecht:
voor vlakke grillgerechten =
niveau 3, 4 of 5,
voor grillgerechten met grotere
diameter = niveau 1 of 2.
Grilltijd
Die bedraagt bij
– vlakke stukken vlees en vis ca. 5 à 6
minuten per kant,
– dikkere stukken een ietwat langere
grilltijd.
– rollade: per cm diameter ca. 10 minu-
ten.
Grilleren
Grilltips
Grilleer bij voorkeur gelijkmatig dikke
sneetjes tegelijk. Dan verschillen de
grilltijden niet te erg.
Draai het gerecht na de helft van de
grilltijd om.
Wenst u na te gaan hoe gaar het vlees
reeds is? Druk dan met een lepel op
het vlees:
– Is het nog erg elastisch?
Dan is het van binnen nog rood =
‘op z’n Engels’.
– Kan het een beetje worden inge-
drukt? Dan is het van binnen roze =
‘medium’.
– En als het nauwelijks meegeeft, is
het volledig gegrilleerd = ‘well done’.
41
Page 42
Tabel voor het gebruik van de grill
Tabel voor het gebruik van de grill
Laat de grillweerstand eerst ca. 5 minuten bij gesloten ovendeur voorverwarmen.
GrillgerechtenInschuifniveau
voor het rooster
Vlakke grillgerechten
Rundersteaks (4 stuks)3 of 4275 °C10 - 16’
Brochetten1240 °C25 - 30’
Varkenslapjes (4 stuks)3 of 4275 °C12 - 18’
Lever (4 sneetjes)3 of 4275 °C8 - 12’
Hamburger (4 stuks)3 of 4275 °C14 - 20’
Braadworst3 of 4275 °C6 - 10’
Visfilet3 of 4275 °C12 - 16’
Forel (4 stuks)3 of 4275 °C16 - 20’
Toost4 of 5275 °C2 - 4’
Hawaïaanse toost (4 stuks)3 of 4275 °C3 - 5’
Tomaten (8 kleine)3 of 4275 °C6 - 8’
Perziken (8 halve)2 of 3275 °C7 - 10’
Grillgerechten met grotere diameter
Kip (ca. 1 kg) 1 of 2240 °C50 - 60’
Rollade, Ø 7 cm (ca. 1 kg)1240 °C70 - 80’
* Draai het grillgerecht halverwege om.
De in de tabel vermelde getallen zijn richtwaarden.
Eigenlijk kunt u het keramisch kookvlak
net zo onderhouden als andere glazen
oppervlakken.
Gebruik in geen geval producten
met een schurend effect noch
agressieve reinigingsmiddelen als
bv. grill- en ovensprays, vlek- en
roestoplosmiddelen, schuurzand,
sponsjes die krassen maken.
Maak de voeg tussen de omranding
van het kookvlak en het werkblad ofwel tussen de omranding en het keramisch oppervlak nooit met puntige voorwerpen schoon. U kan
daarmee de dichting beschadigen.
Vast eraan klevende bevuilingen kunt
u met een schraapmesje verwijderen.
Wis het kookvlak daarna met een vochtig doek of afwassponsje af.
Schoonmaken na elk gebruik
Licht, niet vast ingebrand vuil kunt u
met een vochtig doek zonder reinigingsmiddel wegwissen. U kunt ook gebruik maken van niet schurende reinigingscrème.
Indien u om te reinigen bv. afwasmiddel gebruikt, kunnen er blauwige vlekken opduiken. Deze hardnekkige vlekken kunnen niet altijd dadelijk bij de
eerste reinigingsbeurt worden weggewerkt, ook niet met een speciaal reinigingsmiddel.
Schakel het kookvlak uit zodra er
schade aan het licht komt. Schraap
de resten dadelijk met een schraapmesje weg zolang het kookvlak nog
warm is. Zorg ervoor dat u intussen
uw handen niet verbrandt.
Nadat de resten verwijderd zijn, laat u
het kookvlak afkoelen. Maak het achteraf nog beter schoon met behulp van
een speciaal reinigingsmiddel.
Reinigings- en onderhoudsmiddelen
Speciale reinigingsmiddelen die ter-
dege geschikt zijn:
– Sidol reinigingsmiddel voor roestvrij
staal,
– Vitro-Lin,
– Collo profi.
Reiniging en onderhoud
Onderhoudende eigenschappen bieden:
– ,,Vi tro- Li n“,
– ,,Collo profi“.
Als u deze middelen gebruikt, wordt er
een siliconenlaagje op het keramisch
oppervlak aangebracht. Dit laagje beschermt het oppervlak. Hierdoor wordt
het kookvlak nog ,,gladder“ en stoot het
nog beter water en vuil af.
Deze siliconenlaag blijft echter niet bestand tegen de hoge temperaturen in
de kookzones. U moet ze dus telkens
opnieuw aanbrengen.
Als u het kookvlak telkens met een van
deze speciale middelen schoonmaakt,
voorkomt u schade door suiker, gezoete spijzen of aluminiumfolie.
Hou absoluut rekening met de onderhoudsvoorschriften van de fabrikant.
Breng het reinigingsmiddel niet aan
op hete kookvlakken.
Als er nog reinigingsmiddelresten
achtergebleven zijn, wis die dan
met een vochtig doek weg.
Als het kookvlak weer opwarmt, kunnen die immers een bijtende werking hebben.
45
Page 46
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Kookvlak met platen
Het lekblad
De platen
Vuile kookplaten kunt u met een goed
uitgewrongen doek afwissen. Eventueel
overgelopen spijzen afschrapen of afschuren.
Let erop dat er geen vuil noch vocht
in de binnenzijde van de plaat terechtkomt.
Schuurmiddel mag niet met de kookplatenrand in contact komen. Het gebruik
ervan is niet schadelijk voor de platen.
Vochtige kookplaten dient u telkens
te drogen door ze even in te schakelen. Anders kunnen ze beginnen te
roesten!
Zo nu en dan kunt u na het schoonmaken van de kookplaten een speciaal onderhoudsmiddel of een dun laagje olie
aanbrengen.
De kookplatenrand
Die kunt u met een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal onderhouden.
Gebruik in geen geval schuurmiddelen die bv. zand bevatten.
Verwijder spijsresten die zout bevatten, meteen grondig van het kookvlak. Anders kan er corrosie opduiken.
Als spijsresten aangedroogd zijn, kunt
u die eerst met warm water losweken.
Dat vergemakkelijkt de schoonmaak ervan.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, schuurmiddelen, messen, harde borstels. Anders ontstaan er krassen.
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat
zand, soda of chloride bevat! Dat
tast namelijk het oppervlak aan.
Het lekblad kunt u onderhouden met
warm water met een afwasmiddel erin.
U kan ook een niet schurend reinigingsmiddel voor roestvrij staal gebruiken.
bv. sidol.
Om te vermijden dat het lekblad gauw
weer vuil wordt, kunt u een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal gebruiken.
bv. Neoblank, dat in de Miele naverkoopdienst verkrijgbaar is onder het
nummer 4 565 110.
Breng het middel met een zacht doek
spaarzaam aan en verdeel het gelijkmatig over het oppervlak.
46
Page 47
Reiniging en onderhoud
Voorzijde van het toestel,
bedieningselementen
Die kunt u met een zacht reinigingsmiddel of met een scheutje afwasmiddel in
water schoonmaken. Wrijf de oppervlakken daarna met een zachte doek droog.
Reiniging en onderhoud
Toebehoren
Steunroosters
Maak die in heet water met afwasmiddel erin ofwel met een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal schoon.
Glazen voorzijde
Gebruik nooit schurende middelen.
Dat maakt krassen op het oppervlak.
Bij een toestel met witte voorzijde verdient het aanbeveling na elk gebruik
– de handgreep van de ovendeur
– het bedieningspaneel
met behulp van een zacht, vetoplossend reinigingsmiddel (bv. afwasmiddel) af te wassen. Daarmee verhindert
u dat vet of andere afzettingen op de
duur inbranden.
Roestvrijstalen voorzijde
Gebruik nooit reinigingsmiddelen
die zand, soda, zuur of chloride
bevatten!
Die tasten het oppervlak aan.
Om de voorzijde schoon te maken is
een niet schurend reinigingsmiddel
voor roestvrij staal geschikt. bv. sidol.
De bakplaat, de afdruipschaal, het
rooster
na elk gebruik afwassen en afdrogen.
Verwijder niet afwasbare bevuilingen
– van roestvrijstaal:
met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal,
– van email:
week het vuil met water los. Maak de
delen verder schoon met een zachte
borstel ofwel een vaatsponsje.
De vetfilter
maakt u in heet water met afwasmiddel
erin schoon. Ofwel laat u hem in de afwasautomaat mee afwassen.
Om te vermijden dat het oppervlak
gauw weer vuil wordt, kunt u een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal gebruiken. bv. Neoblank, dat in de Miele naverkoopdienst verkrijgbaar is onder het
nummer 4 565 110.
Breng het middel met een zacht doek
spaarzaam aan en verdeel het gelijkmatig over het oppervlak.
47
Page 48
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
De binnenruimte van de oven
De ovenwanden zijn voorzien van een
bekleding die de schoonmaak vergemakkelijkt.
De bodem, de bovenplaat en de zijwanden hebben een bekleding van cleanemail.
Bij gebruik van ovenspray dient u
absoluut rekening te houden met de
aanwijzingen van de fabrikant.
Ovensprays mogen niet op het katalytisch email terechtkomen!
Anders loopt het email schade op.
De achterwand is met katalytisch
email bekleed.
Clean email
Dit is een bijzonder gehard email met
een uiterst glad oppervlak.
Daarom kunnen de meeste bak- en
braadresten moeiteloos worden verwijderd. Gebruik daarvoor een vaatdoekje, wat afwasmiddel en wat warm water.
Blijft het een of andere restje wat vaster
kleven, dan verwijdert u dat met een
scheermesje. Maak het email daarna
met een spons, een niet schurende reinigingscrème of een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal schoon.
Fruitsap of gebakresten uit slecht sluitende bakvormen verdwijnen het vlotst
terwijl de oven nog warm is.
Door overgelopen fruitsap kan er ook
verkleuring optreden. Na een braadproces kunnen er in de afdruipschaal
eveneens matte vlekken opduiken.
Katalytisch email
Wegens de luchtcirculatie wordt de
rugwand erger door olie- en vetspatten
bevuild. Daarom is die ook voorzien
van een laag katalytisch email.
Dit email kan olie- en vetspatten boven
de 200 °C verwijderen. Hoe hoger de
temperatuur oploopt, hoe meer effect
dit proces heeft.
Restjes van kruiden, suikerspatten e.d.
worden door katalyse niet verwijderd.
Katalytisch email verdraagt geen
mechanische belasting noch ovensprays!
Wacht niet te lang met de schoonmaak.
In de daaropvolgende bak- of braadprocessen branden de olie- en vetspatten immers telkens hardnekkiger vast.
48
Page 49
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Het email reinigen
Laat de oven eerst afkoelen voordat
u hem schoonmaakt. U kunt zich
daaraan verbranden!
Maak de oven bij voorkeur na elk
gebruik schoon.
Als u er te lang mee wacht, wordt
de schoonmaak nodeloos bemoeilijkt. In extreme gevallen wordt die
zelfs onmogelijk.
Behandel de geëmailleerde delen
nooit met harde borstels, schuurborstels, ijzeren sponsjes, messen of
andere schuurmiddelen.
Anders wordt het email beschadigd!
Neem het toebehoren uit de ovenruimte.
Maak de delen die met clean email
bekleed zijn, schoon.
Wis de rugwand vochtig af. Gebruik
een warm sopje en een zachte borstel.
Achteraf kunt u, naar gelang van de
mate waarin de katalytische rugwand
vuil is, vet- en oliespatten daarvan verwijderen door de oven te verwarmen.
Draai de functiekiezer op
‘Hete lucht D’.
Stel de hoogste temperatuur in.
Laat de oven ca. 1 uur zo werken. De
duur hangt af van de mate waarin de
oven bevuild is.
Laat dit reinigingsproces bij voorkeur
via de schakelklok aflopen. Zo vergeet
u die niet uit te schakelen.
Door de oven weer bij hogere temperaturen te gebruiken, verdwijnt het resterend vuil geleidelijk.
Het komt voor dat de katalytische
laag van de rugwand zijn effect verliest. Bijvoorbeeld doordat die verkeerd werd behandeld of erg vuil is
geworden. In dat geval kunt u bij
uw Miele-handelaar of in de Mielenaverkoopdienst een nieuwe plaat
verkrijgen.
Gebruik geen schuurmiddel!
Katalytische email verdraagt geen
mechanische belasting noch ovenspray.
49
Page 50
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Om de oven gemakkelijker te reinigen,
kunt u
– de ovendeur afnemen,
– de steunroosters verwijderen,
– de rugwand uitnemen,
– het bovenste verwarmingselement in
de oven laten zakken.
De ovendeur afnemen
Zet de deur helemaal open.
Voordat u de deur kan afnemen,
dient u de deurscharnieren te blokkeren. Zo vermijdt u schade aan de
deur als u die uitneemt.
Doe de deur bijna dicht tot voorbij
het punt waar u weerstand ondervindt. Dan kunt u ze naar boven toe
uittrekken.
De ovendeur monteren
Steek de scharnieren tot aan de aanslag in de gleuven. Klap daarna de
deur helemaal open.
Klap de blokkeerbeugels aan beide
deurscharnieren naar omlaag.
De scharnieren zijn nu geblokkeerd.
50
Klap de blokkeerbeugels weer omhoog.
Klap de blokkeerbeugels na de
schoonmaak absoluut weer omhoog. Anders raken de scharnieren
bij het sluiten van de deur los uit de
gleuven. De deur kan dan schade
oplopen.
Page 51
Reiniging en onderhoud
De steunroosters uitnemen
Kies de werkwijze ,,Verlichting H“.
De verwarmingselementen van de
oven dienen uitgeschakeld te zijn.
Anders loopt u het risico u te verbranden!
Trek de bevestigingsknop naar voren.
Reiniging en onderhoud
De rugwand uitnemen
Schroef de schroeven in de rugwand
los en neem de rugwand weg.
De oven mag niet zonder rugwand
worden gebruikt.
Er bestaat een ernstig risico op letsels!
Ga in omgekeerde volgorde te werk om
de rugwand weer te monteren. Ga
daarbij zorgvuldig te werk.
Neem de steunroosters uit de oven.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om
die delen weer te monteren. Ga daarbij zorgvuldig te werk.
51
Page 52
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
De bovenste verwarmingsweerstand
laten zakken
Kies de werkwijze ,,Verlichting H“.
De verwarmingselementen van de
oven dienen uitgeschakeld te zijn.
Anders loopt u het risico u te verbranden!
Laat de weerstand pas zakken wanneer die koud staat. Anders loopt u
het risico u te verbranden!
Neem de steunroosters eruit.
Trek de bevestigingsknop aan het
verwarmingselement naar onderen.
Laat de weerstand zakken.
Duw de weerstand niet met geweld
naar beneden. Anders kan de weerstand schade oplopen.
52
Page 53
Wat gedaan als...?
De installatie, het onderhoud en de
herstelling van uw elektrische toestellen mag u enkel door een erkend vakman laten uitvoeren.
Door ondeskundige installatie- en
reparatiewerkzaamheden kunnen er
voor de gebruiker grote risico’s op-
duiken.
Wat gedaan als...?
. . . de ovenverwarming wel en de
ovenverlichting niet werkt?
De lamp is defect. Die kunt u als volgt
vervangen:
Maak het toestel eerst stroomloos:
trek de stekker van het toestel uit of
schakel de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uit.
Aan volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . de kookplaten of kookzones na
het inschakelen niet heet worden?
Ga na of
de smeltveiligheden van uw elektrische installatie niet zijn uitgesprongen. Doe dan een beroep op een
elektricien of op de Miele naverkoopdienst.
. . . de oven niet heet wordt?
Controleer of
er een werkwijze en een temperatuur
werden ingesteld,
het symbool ,,AUTO“ in het display
van de schakelklok wordt verlicht.
De oven kunt u enkel via de knoppen en onafhankelijk van de schakelklok inschakelen indien het symbool
,,@“ wordt verlicht.
Druk daartoe op toets ,,i“.
Neem de steunroosters uit de oven.
Til de lampafdekking uit haar steun.
Vervang de lamp:
230 V, 25 W, E 14, thermisch
belastbaar tot 300 °C, kaarsvorm.
Duw de lampafdekking weer in haar
steun. Plaats de steunroosters terug
in de oven.
de smeltveiligheden van uw elektrische installatie niet zijn uitgesprongen. Doe dan een beroep op een
elektricien of op de Miele naverkoopdienst.
53
Page 54
Wat gedaan als...?
Wat gedaan als...?
. . . er na een bak-, braad- of grillproces een geluid te horen is?
Dit is geen storing!
De koele-luchtventilator blijft nog een
tijdje draaien. Dit om te vermijden dat
er na het uitschakelen van de oven
vocht neerslaat in de oven, op het bedieningspaneel of op de inbouwkast.
Zodra de temperatuur in de oven tot op
een bepaalde waarde is gedaald,
wordt de koele-luchtventilator automatisch uitgeschakeld.
De temperatuur daalt vlotter als u de
ovendeur volledig of gedeeltelijk openzet.
. . . uw gebak schakeringen van
bruin vertoont?
Er is wel steeds een zeker verschil in
bruining. Daarom vindt u in de technische gegevens van een prospectus
over ovens en fornuizen ook informatie
over het verschil in bruinkleuring. Dat
wordt in percentages uitgedrukt. De
waarde die voor een bakplaat geldig is,
wordt volgens een genormaliseerd procédé gemeten.
Zo de schakeringen te groot zijn, kijk
dan eens na
– bij bakken met ,,Hete lucht D“:
. . . uw gebak na de in de baktabel opgegeven tijd nog niet gaar is?
Controleer de baktemperatuur.
Bent u soms van het recept afgewe-
ken? Misschien hebt u meer vloeistof
of eieren gebruikt. Dan is er wegens
het vochtiger deeg ook een langere
baktijd nodig.
Is de vetfilter bij het bakken met
,,Hete lucht D“ voor de turbine aangebracht? In dit geval verlengt de
baktijd met 10 à 15 minuten.
of de temperatuur niet te hoog werd
ingesteld,
of de vetfilter niet voor de turbine is
aangebracht,
– bij bakken met ,,Boven- en onder-
warmte A:
van welk materiaal en welke kleur de
bakvorm is.
Heldere, spiegelblanke vormen met
een dunne wand zijn niet zo goed
geschikt.
54
Page 55
Wat gedaan als...?
. . . er aan het katalytisch bekleed
email roestkleurige vlekken opduiken?
Braadt u op het rooster, dan worden
door de luchtstroom zo nu en dan kruiden mee in circulatie gebracht. Die zetten zich dan af op de binnenwanden.
Zulke vlekken worden door katalyse
niet verwijderd. U kunt ze met een
warm sopje en een zachte borstel wegkrijgen.
. . . de stroom uitgevallen was en de
kloktijd in het display van de schakel-
•
klok wordt vervangen door ,,0
00“ en
,,Auto“ die knipperen?
Al de ingestelde tijden worden door
een stroomonderbreking gewist.
De tijdsaanduiding en de eventueel
vooraf ingestelde kooktijden dient u
opnieuw in te voeren.
. . . er in het display van de schakelklok ,,0
•
00“ verschijnt nadat u het signaal van de schakelklok hebt uitgeschakeld?
Dit is geen storing!
Na korte tijd verschijnt in het display
weer de tijdsaanduiding.
. . . ,,AUTO“ in het display van de
schakelklok knippert?
Dit kan op een invoerfout duiden
– bij een onlogische inbreng van een
kookproces,
– indien u de tijdsaanduiding invoert of
wijzigt terwijl er een kookproces op
voorhand was gekozen,
– wanneer u het signaal tot zwijgen
brengt door op de toetsen ,,g“ en
,,)“ te drukken.
55
Page 56
Naverkoopdienst
Naverkoopdienst
Neem in geval van storingen waaraan
u zelf niet kunt verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Miele-naverkoopdienst.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het machinetype
en -nummer op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Dat vindt u onder de ovenruimte wanneer de ovendeur openstaat.
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Geef ook het type en het nummer van
uw kookvlak op.
56
Page 57
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Dit toebehoren is bij uw Miele handelaar of in de Miele naverkoopdienst verkrijgbaar.
– Handgreep
– Telescopische slede
De telescopische slede heeft 5 inschuifniveaus. U kunt de slede volledig uit de
oven trekken.
Zo krijgt u een overzicht over wat u
bereidt.
om afdruipschaal, bakplaat of rooster
uit de oven te halen of erin te schuiven.
– Spatpan
om tijdens het grilleren in de afdruipschaal te leggen.
Via de spatpan wordt de afdruipende
braadjus in de afdruipschaal opgevangen. De spatpan zorgt ervoor dat de
jus niet verbrandt. De jus kan dan achteraf nog worden gebruikt.
– Katalysator
De katalysator wordt in het koele-luchtsysteem van uw fornuis of oven ingebouwd. Hij filtreert de vette dampen
(wasem) en beperkt de reuk die de spijzen afgeven.
57
Page 58
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op
het stroomnet kunt u het best aan
een bevoegd elektricien toevertrouwen. Die dient de plaatselijke reglementering te kennen en nauwgezet
te volgen.
Inbouwoven
De inbouwoven is uitgerust met een
3-polige kabel van ca. 1,50 m lang en
een stekker. De oven is klaar om te worden aangesloten op eenfasige stroom
220-230 V, 50 Hz.
Het verdient aanbeveling de aanslui-ting via een stopcontact uit te voeren.
Dit vergemakkelijkt immers eventuele
tussenkomsten van de naverkoopdienst.
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of is er een vas-te aansluiting voorzien, dan moet die
voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van
meer dan 3 mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en
contactsluiters.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
De vereiste gegevens over de aanslui-ting vindt u op het typeplaatje. Dat
vindt u onder de ovenruimte wanneer
de ovendeur openstaat. Ga na of deze
gegevens met die van het net overeenstemmen.
Ook indien u ons later inlichtingen
vraagt, geef dan a.u.b. de spanning
(voltage) en het type- en fabricagenummer op.
De smeltveiligheden bedragen 16 A.
Er mag enkel worden aangesloten op
een degelijk geïnstalleerd stopcontact
met aarding.
De aansluitwaarde vindt u op het typeplaatje. Dat vindt u onder de ovenruimte wanneer de ovendeur openstaat.
Inbouwfornuis
Het inbouwfornuis is uitgerust met een
5-polige kabel van ca. 1,50 m lang. Het
is voorzien voor aansluiting op driefasige stroom (380-400 V met N of
220-230 V).
Zo er wordt aangesloten op eenfasige stroom (220 V), dient u zich bij
de Miele naverkoopdienst een speciale kabel aan te schaffen.
De maximum aansluitwaarde vindt u op
het typeplaatje. Dat vindt u onder de
ovenruimte wanneer de ovendeur openstaat.
Combinatiemogelijkheden
Uw inbouwfornuis mag enkel worden
gecombineerd met een van deze kookvlakken:
KM 200
KM 213
KM 215
58
Page 59
Het keramisch kookvlak inbouwen
Het keramisch kookvlak inbouwen
Dit kookvlak behoort, wat de warmte-uitstraling betreft, tot beveiligingsklasse
,,Y“. Dit betekent dat er zich aan de achterzijde en aan een van de zijkanten
om het even hoe hoge kasten of muren
mogen bevinden. Aan de andere zijkant mag er evenwel geen meubel of
toestel hoger zijn dan het kookvlak.
Inbouw KM 213, KM 215
*Ruimte voor bevestigingselementen en toevoerleiding
Voer de uitsnijding in het werkblad
uit als op de schets.
Wegens de stralingswarmte dient u
met volgende minimumafstanden
rekening te houden:
– 40 mm van een kookvlakuitsnij-
ding tot een daarnaast staand
meubel (bv. een kolomkast),
– 50 mm van de achterwand tot
de kookvlakuitsnijding.
1
3
4
1
3
45
b dichtingsstrook
c kookvlak
d werkblad
e klembeugel
f
schroef
2
5
2
59
Page 60
Het keramisch kookvlak inbouwen
Draai de schroeven f los.
Er mag in geen geval dichtingsmiddel terechtkomen tussen de rand
van het bovenste deel van het kookvlak en het werkblad!
Anders wordt het demonteren van het
kookvlak bij onderhoudswerkzaamheden bemoeilijkt. De rand en het werkblad kunnen daardoor worden beschadigd. De dichtingsstrook
rand van het bovenste deel van het
kookvlak zorgt reeds voor voldoende afdichting met het werkblad
b onder de
d.
Monteer het kookvlak c juist in het
midden van de uitsnijding.
,,Mi el e“ moet van voren leesbaar zijn.
Zwenk de klembeugels e en draai
de schroeven
Kijk na of het kookvlak c goed horizontaal ligt en of het dicht aansluit.
60
f aan.
Page 61
Het kookvlak met platen inbouwen
Het kookvlak met platen inbouwen
Deze kookvlakken behoren, wat de
warmte-uitstraling betreft, tot beveiligingsklasse ,,Y“; dit betekent dat er
zich aan de achterzijde en aan een van
de zijkanten om het even hoe hoge kasten of muren mogen bevinden. Aan de
andere zijkant mag er evenwel geen
meubel of toestel hoger zijn dan het
kookvlak.
Wegens de stralingswarmte dient u
met volgende minimumafstanden
rekening te houden:
– 40 mm van een kookvlakuitsnij-
ding tot een daarnaast staand
meubel (bv. een kolomkast),
– 50 mm van de achterwand tot
de kookvlakuitsnijding.
Inbouw KM 200
*Inbouwhoogte
Voer de uitsnijding in het werkblad
uit als op de schets.
12
3
4
5
b dichtingsstrook
kookvlak
c
d werkblad
e klembeugel
f schroef
Draai de schroeven f los.
Monteer het kookvlak c juist in het
midden van de uitsnijding.
Draai de spanschroeven f naar
rechts totdat de klembeugels
stevig in het werkblad d zitten.
Kijk na of het kookvlak c goed horizontaal ligt en of het dicht aansluit.
e
61
Page 62
Het fornuis inbouwen
Het fornuis inbouwen
Maak het stopcontact stroomloos.
Sluit het fornuis elektrisch aan.
Plaats het fornuis voor de onderkast.
Steek de stekker van het kookvlak in
de koppeling.
Schuif het fornuis tot aan de wasem-
lijst in de onderkast. Zet het gelijk.
Doe de ovendeur open. Bevestig het
fornuis met 2 schroeven aan de zijkanten van de kast.
62
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand.
Page 63
De oven inbouwen
De oven is voorzien voor inbouw in
een kolomkast. Wenst u hem in een
onderkast in te bouwen? Vervang
dan de roestvrijstalen rail boven het
bedieningspaneel door een dichtingsprofiel. Dit profiel beschermt
de oven ook tegen vloeistof die
eventueel van het werkblad afloopt.
Het is in de Miele-naverkoopdienst
verkrijgbaar.
De oven inbouwen
Doe de ovendeur open. Bevestig de
oven met 2 schroeven aan de zijkanten van de kast.
Maak het stopcontact stroomloos.
Sluit de oven elektrisch aan.
Zet de oven tot aan de wasemlijst in
de inbouwkast. Zet hem gelijk.
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand.
63
Page 64
Wijzigingen voorbehouden / 22 / 002B – 2298
M.-Nr. 04 945 980 (H250-1, H 250, H 251, H 260, H 261)
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.