Miele H 233 E, H 233 B User manual

Gebruiksaanwijzing
Combi-fornuis H 233 E Combi-oven H 233 B
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. M.-Nr. 04 508 230
T
Aan de binnenkant van de ovendeur staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar af­gebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes % - plaatkoek van gistdeeg M - cake + - tulband ! - biscuitgebak V - krans van gistdeeg k - brood Z - rund : - wild Y - varken ( - lam ; - gevogelte _ - vis
Verwarmingssoorten
D - Hetelucht A - Boven- en onderwarmte E - Braadautomaat
Gebruiksmogelijkheden
< - inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
= - braden zonder vetfilter > - braden met vetfilter L - braden in de pan K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen, inschuifhoogtes en tijdsduur.
Kies gewoonlijk de gemiddelde tempe-
ratuur. Test na afloop van de kortste berei-
dingstijd of het gerecht gaar is.
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-10
Veiligheidsvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Bediening
Oven
– Verwarmingssoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13-14
– Bedieningsknoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
– Oven voorverwarmen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
– Rooster met beveiliging tegen uittrekken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Gebruiksmogelijkheden
– Bakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18-19
– Tabel voor het bakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20-21
– Braden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22-23
– Tabel voor het braden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
– Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
– Koken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
– Inmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
– Grilleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28-29
– Tabel voor het gebruik van de grill. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Geteste gerechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Reiniging en onderhoud
– Front, bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
– Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
– Binnenruimte van de oven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33-38
Nuttige tips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39-41
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Extra accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Voor de installateur / elektricien
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44-45
Inbouwinstructies
- Fornuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46-47
- Oven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Algemeen
H 233 E
Bedieningspaneel
b Functieschakelaar voor de oven c Controlelampje voor de ovenverwarming
Temperatuurschakelaar voor de oven
d e Display voor de kinderbeveiliging f Kookzoneschakelaars
4
Binnenruimte van de oven
g Typeplaatje h Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
i Klepje voor het verwisselen van de halo-
geenlamp
j Aanzuigopening voor de ventilator k Inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5 l
Deurcontactschakelaar
m Ovendeur met ventilatierooster en
verkorte handleiding
Algemeen
Accessoires
BakplatenBraadslede
De braadslede kan tevens als vetop­vangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grille­ren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "He­telucht" of "Braadautomaat" en bij "Grilleren met luchtcirculatie" aan­brengen.
Bediening en inbouw van de kookplaat.
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwij­zing die met de kookplaat meegeleverd wordt.
De vetdruppels worden opgevangen door het vetfilter. De binnenruimte van de oven en de ruimte achter de oven blijven hierdoor schoner.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateri­aal remt de afvalproductie en het ge­bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge­meente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen de onderdelen vaak nog waardevol zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude apparaat via de dealer of via de ge­meente gerecycled kan worden (zorgt u ervoor dat het afgedankte apparaat tot die tijd buiten het bereik van kinde­ren wordt opgeslagen). U kunt hierover meer informatie vinden in de rubriek "Veiligheidsinstructies en waarschuwin­gen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsbepalingen. Als het apparaat echter niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd, of als het op een ver­keerde manier wordt bediend, kun­nen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks­aanwijzing door voordat u het appa­raat voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies voor het inbouwen, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel voor het bakken, braden, ontdooien, ko­ken, inmaken, drogen en grilleren van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is voor eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroor­zaakt door gebruik voor andere doelein­den dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (span­ning en frequentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteits­net te vergelijken. Deze gegevens moe­ten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegaran­deerd als deze op een volgens de gel­dende veiligheidsbepalingen geïnstal- leerd aardingssysteem is aangesloten. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elek­trische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorko­men dat u per ongeluk elektrische on­derdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer on­derdelen die onder stroom staan wor­den aangeraakt of als elektrische of mechanische delen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Dit kan tevens storingen van het appa­raat veroorzaken.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamhe­den, alsmede ondeskundig uitgevoer­de reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. De fabrikant kan daarvoor niet aanspra­kelijk worden gesteld. Laat installatie­en onderhoudswerkzaamheden en re­paraties uitsluitend uitvoeren door er­kende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat, als aan één van de volgende voorwaar­den is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Met verlengsnoe­ren kan een veilig gebruik van het ap­paraat niet worden gewaarborgd (bijv. beveiliging tegen oververhitting).
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit haalt, of als u de binnenkant van de oven aanraakt. Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of bijv. de grill gebruikt, worden de boven­ste verwarmingselementen en de be­schermplaat zeer heet. U kunt zich hier­aan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het ver­warmingselement afkoelen voordat u het naar beneden laat zakken. Anders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag, want daardoor kan het beschadigen.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken. Deze kunnen door overdruk uit elkaar springen en de oven beschadigen.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer, anders beschadigt u de oppervlakte van de bodem. U kunt het apparaat hiermee beschadigen.
Gebruik
Oven
Pas op! Verbrandingsgevaar! Het fornuis wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in wer­king is. De oven wordt niet alleen bij de ovenruit in de deur warm, maar ook bijv. bij de wasemlijst, de handgreep en het bedieningspaneel.
8
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet er ook geen zware voorwerpen op; 10 kg is het maximum gewicht dat de deur kan dragen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het vocht uit de gerechten kan corrosie in het apparaat veroorzaken. Bovendien voorkomt u door het afdekken dat de gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te houden, of als u gebruik wilt maken van de restwarmte, stel dan de laagste temperatuur in. Laat de functieschake­laar op de gekozen verwarmingssoort staan. Schakel het apparaat in geen geval uit. De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe dat het bedieningspaneel beslaat, dat zich onder het werkblad druppels vor­men of dat het meubelfront beslaat. Door condens kan de kastombouw / het werkblad beschadigen en kan er corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of de braadslede om ze te verwarmen of te koken. De bakplaat kan zodanig krom trekken, dat deze niet meer uit de oven gehaald kan worden als hij heet is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat weer krom. Gebruik daarom het rooster en leg daar bakpapier op.
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met de­len van het apparaat die onder span­ning staan en zo kortsluiting veroorza­ken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt. Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte te verwarmen. Door de hoge temperatuurontwikkeling in de ovenruimte kunnen licht ontvlambare voorwerpen, die zich in de buurt van het apparaat bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er dan op dat de aansluitkabel niet tussen de hete ovendeur beklemd raakt. De aansluitkabel kan beschadigen en u loopt zo het risico een elektrische schok te krijgen.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd die daarvoor nodig is, hangt af van ver­schillende factoren, zoals de tempera­tuur van de ingrediënten op het mo­ment dat het gerecht in de oven wordt gezet, de hoeveelheid, het soort voed­sel, de kwaliteit ervan en eventuele wij­zigingen in het recept. Eventuele bacte­riën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (> 70°C) en lang genoeg wordt aan­gehouden (> 10 min.). Wanneer u twij­felt of een gerecht voldoende ver­warmd is, kies dan liever een iets langere tijd.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en bovendien hoog ge­noeg is. Roer de gerechten daartoe re­gelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aan­sluitkabel onbruikbaar. Hiermee voorkomt u dat het fornuis ver­keerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fabri­kant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
10
Veiligheidsvoorziening
Kinderbeveiliging oven en kookzones
De kinderbeveiliging voorkomt dat de oven en de kookzones ongewild wor­den ingeschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
Open de deur helemaal.
Onder het bedieningspaneel bevindt zich in het midden een hendeltje.
Druk dit hendeltje naar achteren.
Let op het display voor de kinderbeveili­ging "a".
De oven en de kookzones kunnen nu niet meer worden ingeschakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer op:
Open de deur helemaal. Trek het hendeltje naar voren.
11
Voor het eerste gebruik
Oven
Neem de ovenruimte af met warm water en een mild reinigingsmiddel. Wrijf de ovenruimte daarna met een schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de binnenruimte droog is.
Was de accessoires af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een onaangename geur als deze voor het eerst worden gebruikt. Door een hoge temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur aan:
Draai de functieschakelaar op "Hete­lucht".
Stel met de temperatuurschakelaar de hoogste temperatuur in.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht kan worden toegevoerd als de oven aanstaat.
Plaats de geleiderails.
12
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt de lucht uit de oven, leidt deze langs het ringvormige verwarmingselement en blaast de verwarmde lucht door de openingen in de achterwand weer te­rug.
Omdat de gerechten direct worden ver­warmd is voorverwarmen van de oven niet nodig. Uitzondering: voor het braden van ros­bief of filet moet de oven wèl worden voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er op verschillende niveaus tegelijk wor­den gebakken en gebraden.
Door de hete luchtstroom kan er bij deze verwarmingssoort met lagere tem­peraturen gewerkt worden dan bij "Bo­ven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst automatisch met een hoge temperatuur werken, zodat het vlees snel dicht­schroeit. De automaat schakelt dan zelf terug naar de geprogrammeerde tem­peratuur.
13
Verwarmingssoorten
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmings­soort wordt het gerecht van boven en van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen nodig – voor het bakken van gebak met een
korte baktijd;
– voor het braden van rosbief / filet.
Ontdooien G
Er wordt zonder verwarming ontdooid. De ventilator aan de achterwand zorgt voor constante circulatie van de koude lucht.
Grilleren ,
Het binnenste gedeelte van het grillele­ment wordt gebruikt voor het grilleren. Enkele minuten na inschakeling wordt het roodgloeiend en zorgt voor de infra­roodstraling die voor het grilleren nodig is. Verwarm het grillelement ca. 5 minuten voor. Houd hierbij de ovendeur geslo­ten.
14
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedie­ningsknoppen, namelijk de functiescha­kelaar en de temperatuurschakelaar.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de ver­warmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als rechtsom draaien.
– Hetelucht D Voor bakken en koken op meerdere ni­veaus tegelijk.
– Braadautomaat E Voor automatisch aanbraden en door­bakken. Niet geschikt voor bakken. Uitzondering: het bakken van zuur­desembrood (geen bakmengsels).
– Bovenwarmte C Voor het gratineren van gerechten.
– Boven- en onderwarmteA Voor het bakken en braden van traditio­nele recepten, soufflé.
– Onderwarmte B Aan het einde van de baktijd kiezen als de taart aan de onderkant bruiner moet worden.
– Ontdooien G Om diepvriesproducten behoedzaam te ontdooien.
– Grilleren , Voor het grilleren van gerechten zoals karbonade, biefstuk, gevogelte etc. De ovendeur moet hierbij gesloten blij­ven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar voor:
– Verlichting H Om de verlichting in de oven apart in te schakelen.
15
Bediening van de oven
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u de temperatuur voor de bereiding in.
Draai de temperatuurschakelaar al­leen rechtsom tot aan de aanslag en weer terug.
Ontdooien: Stel bij deze verwarmingssoort geen temperatuur in.
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele ge­vallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht ": – voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte": – voor het bakken van taart met een
korte baktijd;.
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de ge­wenste stand.
Stel met de temperatuurschakelaar de juiste temperatuur in.
Plaats de gerechten in de oven zo­dra het controlelampje voor de eer­ste keer uitgaat.
Zodra er een temperatuur is ingesteld, brandt het controlelampje boven de temperatuurschakelaar. Dit lampje brandt altijd als de verwarming is inge­schakeld.
Als de ingestelde temperatuur is be­reikt, wordt de verwarming automatisch uitgeschakeld. Zodra de temperatuur onder de ingestelde waarde daalt, wordt de verwarming weer ingescha­keld.
16
Bediening van de oven
Rooster met beveiliging tegen uittrekken
Deze beveiliging voorkomt dat het roos­ter helemaal uit de oven glijdt, terwijl hij er slechts gedeeltelijk uitgetrokken had moeten worden.
Let er daarom bij het inschuiven al­tijd op dat de beveiliging tegen uit­trekken aan de achterkant zit.
Het rooster kan nu alleen uit de oven worden gehaald als het wordt opgetild.
17
Bakken in de oven
Voor het bakken bevelen wij de volgen­de verwarmingssoorten aan:
HeteluchtBoven- en onderwarmte
Zo bakt u met "Hetelucht"
U kunt alle hittebestendige bakvormen gebruiken, ook als ze van lichte dunne materialen zijn vervaardigd.
U kunt op meerdere niveaus tegelijk bakken. Wij raden het volgende aan:
e
1 bakplaat . . . . . . . . 1
2 bakplaten . . . 1 3 bakplaten 1
e
e
, 2e en 5e inschuifhoogte
Als u vochtig gebak, taart of brood bakt, gebruik dan niet meer dan 2 bakplaten tegelijk.
Bij "Hetelucht" ligt de baktemperatuur lager dan bij "Boven- en onderwarmte". Let op de "Tabel voor het bakken".
inschuifhoogte
en 3e inschuifhoogte
Zo bakt u met "Boven- en onderwarmte"
In de volgende bakvormen wordt het gebak regelmatig gebruind: matte en donkergekleurde bakvormen; hittebestendige glazen of kunststof bak­vormen.
Gebruik geen lichte, dunne bakvor­men. Hierin wordt het gebak niet ge­lijkmatig gebruind.
Voorverwarmen van de oven: alleen voor het bakken van taart/gebak met een korte baktijd.
Kies de inschuifhoogte afhankelijk van hetgeen u wilt bakken:
e
hoog gebak . . . 1
plat gebak . . . . 2
of 2e inschuifhoogte
e
of 3e inschuifhoogte
18
Bakken in de oven
Let op het volgende
Plaats een cakeblik of een langwerpi- ge bakvorm dwars in de oven.
Bak diepvriesproducten zoals pizza’s e.d. op het rooster met daarop bakpa­pier.
Let op de temperaturen, inschuif­hoogtes en baktijden in de tabel op de volgende pagina’s.
Het gebak wordt regelmatig gebruind als
– de gemiddelde temperatuur wordt
aangehouden; Vaak wordt er voor het bakken een te
hoge temperatuur ingesteld. Het ge­bak is dan weliswaar sneller klaar, maar het is niet mooi regelmatig ge­bruind.
– de inschuifhoogte wordt aangepast
aan het soort gebak en de verwar­mingssoort;
– na afloop van de kortste baktijd
wordt getest of het gebak gaar is. Prik met een breinaald in het deeg. Als
er niets aan de breinaald blijft kle­ven, is het gebak gaar.
19
Bakken in de oven
Tabel voor het bakken
Hetelucht
temperatuur
in °C
aanbevolen
inschuifhoogte
tijd
in min.
cakebeslag
zandtaart tulband notencake taartbodem cakejes
biscuitdeeg
taart taartbodem biscuitrol
1)
1)
1)
1)
1)
150-170 150-170 150-170 150-170 150-170
160-180 160-180 160-180
1 1 1 1
1, 2, 5
1 1 1
50-60 70-80 60-70 25-30 20-25
25-30 20-25 15-20
kneeddeeg
taartbodem kruimeltaart koekjes
1)
kwarktaart appeltaart
150-170 150-170 150-170
1)
150-170 150-170
1 1
1, 2, 5
1 1
20-25 40-50 15-25 75-85 50-60
gistdeeg
kruimeltaart kerststol witbrood bruinbrood pizza
2)3)
1)
appelflappen
soezendeeg
1)
150-170 150-170 160-180 190-210 170-190 150-170
1 1 1 1 1
1, 3
35-45 45-65 40-50 60-70 40-50 25-30
roomsoezen 160-180 1, 3 30-40
bladerdeeg
eiwitgebak
1)
1)
170-190 1, 3 20-25
bitterkoekjes 120-140 1, 2, 5 30-50
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
1) Verwarm de oven bij "Boven- en onderwarmte" voor.
2) Verwarm de oven bij "Hetelucht" en bij "Boven- en onderwarmte" voor.
3) Kies voor het bakken met "Hetelucht" de verwarmingssoort "Braadautomaat", verwarm de oven bij "Braadautomaat" en "Boven- en onderwarmte" voor.
20
temperatuur
in °C
Boven- en onderwarmte
aanbevolen
inschuifhoogte
Bakken in de oven
tijd
in min.
160-180 160-180 160-180 180-200 180-200
180-200 180-200 190-210
180-200 180-200 180-200 180-200 180-200
180-200 170-190 190-210 210-230 190-210 170-190
190-210 1 of 2 20-25
200-220 1 of 2 15-20
1 1 1
1 of 2
2
1 1
1 of 2
1 of 2 1 of 2
2 1 1
1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2
50-60 70-80 60-70 15-20 15-20
20-30 15-20 12-15
15-20 40-50 10-15 75-85 45-55
35-45 45-65 40-50 60-70 40-50 20-25
130-150 2 30-50
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
21
Braden in de oven
Voor het braden bevelen wij de volgen­de verwarmingssoorten aan:
BraadautomaatBoven- en onderwarmte
Braadautomaat: Plaats voordat u op het rooster gaat braden altijd het vetfilter voor de aanzuigopening van de ventilator.
Het is handig om in een pan te braden: – er blijft genoeg fond over om een
saus van te maken;
– de oven blijft schoner dan bij braden
op het rooster.
Plaats het servies op het rooster. Het vlees moet in de oven gezet wor-
den als deze nog koud is. Uitzondering: voor het braden van ros­bief/filet moet de oven voorverwarmd worden op de temperatuur die in het re­cept wordt vermeld.
e
Kies voor het braden de 1
inschuif-
hoogte.
Uitzondering: kies voor het braden van gevogelte tot 1 kg, rosbief, filet of vis
e
inschuifhoogte.
de 2 Bij het gebruik van de Braadautomaat
moet de temperatuur ca. 40 °C lager zijn dan bij "Boven- en onderwarmte".
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de temperatuur. Stel de temperatuur vanaf 3 kg. ca. 10 °C lager in dan aangege­ven in de tabel voor het braden. Het braden duurt dan weliswaar iets langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en de korst wordt niet te dik.
U kunt het volgende serviesgoed ge- bruiken: braadpan, braadslede, vuurvaste schaal, römertopf.
De handgrepen van het servies­goed moeten hittebestendig zijn.
22
Bij het braden op het rooster K moet de temperatuur ca. 20 °C lager ingesteld worden dan bij het braden in de pan L.
De bereidingstijd wordt bepaald door het soort vlees, de grootte en de dikte van het vlees.
Braden in de oven
Zo kunt u de bereidingstijd bereke­nen:
Hoogte van het vlees x de tijd per cm voor de betreffende vleessoort.
vleessoort
rund/wild varken/kalf/lam rosbief/filet
tijd per cm
hoogte
15-18 min. 12-15 min.
8-10 min.
Voorbeeld: rundvlees, 8 cm hoog 8 x 15 min. per cm = 120 min. berei­dingstijd.
Let op het volgende
Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het vlees wordt dan wel bruin, maar niet gaar.
Het vlees wordt aan het einde van de bereidingstijd bruin. Het vlees wordt extra bruin als u op de helft van de braadtijd het deksel van de schaal af­haalt.
Na afloop van de bereiding
Haal het vlees uit de oven, wikkel het in aluminiumfolie en laat het ca. 10 minu­ten staan. Op deze manier loopt er bij het aansnijden van het vlees minder vocht weg.
Tips voor de bereiding
Braden in de pan L
Kruid het vlees en leg het in de pan. Leg er kleine stukjes boter of margari­ne op of giet er olie overheen. Voeg aan grote magere stukken vlees (2 tot 3 kg.) en vet gevogelte ongeveer 1/8 liter water toe.
Braden op het rooster K
Kruid het vlees en leg het op het roos­ter of in de braadslede. Leg er kleine stukjes boter of margarine op en laat het vlees gaar worden. Giet tijdens het braden wat vocht (water, bouillon, room) over het vlees.
Gevogelte braden
Het vel wordt knapperig als u het gevo­gelte 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd bestrijkt met licht gezou­ten water.
Diepgevroren vlees braden
Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het van tevoren te ontdooien. De berei­dingstijd wordt per kilo ca. 20 minuten langer.
23
Braden in de oven
Tabel voor het braden
aanbe-
Braadautomaat
volen
inschuif-
hoogte
temperatuur
in °C
2)
rundvlees (ca. 1 kg) 1 180-200 100-120 220-240 100-120
runderfilet, rosbief
3)
(ca. 1 kg) 1
4)
190-210 35-45 220-240 35-45
wild (ca. 1 kg) 1 180-200 90-120 220-240 90-120
varkensvlees, nekstuk (ca. 1 kg) 1 170-190 100-120 210-230 100-120
varkensfilet, karbonade (ca. 1 kg) 1 170-190 60-80 200-220 60-80
casseler rib(ca. 1 kg) 1 170-190 60-70 210-230 60-70
gehaktbrood 1 170-190 50-60 200-220 50-60
kalfsvlees (ca. 1 kg) 1 170-190 100-120 210-230 100-120
lamsbout (ca. 1,5 kg) 1 170-190 90-120 210-230 90-120
gevogelte (0,8-1 kg) 1
4)
170-190 50-60 200-220 50-60
1)
tijd
in min.
Boven- en
onderwarmte
temperatuur
in °C
2)
tijd
in min.
gevogelte (ca. 2 kg) 1 170-190 120-150 200-220 120-150
gevogelte (ca. 4 kg) 1 160-180 150-180 190-210 150-180
moot vis (ca. 1,5 kg) 1
4)
160-180 35-55 200-220 35-55
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
1) Plaats het vetfilter bij het gebruik van "Braadautomaat".
2) Braden in de pan L. Als het vlees op het rooster K wordt bereid: temperatuur 20 °C lager instellen.
3) Verwarm de oven voor als u "Braadautomaat" of "Boven- en onderwarmte" gebruikt.
e
4) 2
inschuifhoogte bij "Boven- en onderwarmte".
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
24
Ontdooien in de oven
Draai de functieschakelaar op "Ontdooien".
Stel voor het ontdooien geen tempe­ratuur in.
– Haal het diepgevroren product uit de
verpakking en leg het op een schaal of bakplaat.
– Voor het ontdooien van gevogelte is
het aan te bevelen om het rooster te gebruiken en daaronder een schaal te plaatsen. Zo komt het gevogelte niet in het vocht te liggen.
Let bij het ontdooien van gevogelte extra op de hygiëne. Gebruik het vocht dat bij het ontdooien vrijkomt niet. De kans op bacteriën is groot!
Vlees, gevogelte en vis hoeven niet helemaal ontdooid te zijn voor verde­re bereiding. Het is voldoende als de buitenlaag zo zacht is geworden, dat de kruiden goed worden opgeno­men.
Tijden voor het ontdooien
op kamertemperatuur De tijden hangen af van soort en ge-
wicht van het voedsel dat wordt ont­dooid.
1000 g vis . . . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
1000 g gevogelte . . . . . . . 90-120 min.
500 g vlees . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
1000 g vlees . . . . . . . . . . . 90-120 min.
300 g fruit . . . . . . . . . . . . . 30-45 min.
500 g brood. . . . . . . . . . . . 30-40 min.
25
Koken in de oven
Voor het koken in de oven zijn de vol­gende verwarmingssoorten aan te be­velen:
HeteluchtBoven- en onderwarmte
U kunt het volgende serviesgoed ge- bruiken: vuurvaste glazen schaal, porseleinen serviesgoed, römertopf, pan met hitte­bestendige handvatten.
Schuif het rooster op de 1e inschuif­hoogte in de oven en plaats het ser­viesgoed er op.
Stel de verwarmingssoort en de temperatuur in.
Hetelucht . . . . . . . . . . . . . . . 170-190°C
Boven- en onderwarmte. . . . 190-210°C
Tijden voor het koken
menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70-90 min.
ovenschotel . . . . . . . . . . . . . 40-60 min.
Let op het volgende
Dek de gerechten af
als ze gesmoord of geblancheerd moe­ten worden.
Daardoor voorkomt u dat het gerecht uitdroogt. Als u geen geschikt deksel heeft, gebruik dan bijv. aluminiumfolie.
Dek de gerechten niet af
als ze een korstje moeten krijgen.
Tip voor het koken
Het is mogelijk om pannen of schalen op elkaar te zetten. Leg dan het deksel van de onderste pan/schaal kop.
Zet de gerechten die bruin moeten wor­den bovenop.
26
Inmaken in de oven
Voor het inmaken in de oven bevelen wij de verwarmingssoort "Hetelucht" aan.
De volgende potten zijn geschikt voor het inmaken: – weckpotten (bereid deze op de ge-
wone manier voor);
– glazen potten met schroefdeksel (ge-
bruik alleen die potten die speciaal voor inmaken geschikt zijn; deze zijn verkrijgbaar in de speciaalzaak).
Gebruik geen conservenblikken!
Schuif de braadslede op de 1e in­schuifhoogte in de oven en plaats de potten/glazen er op.
Als de inhoud begint de borrelen
– fruit en komkommer
Draai de temperatuurschakelaar op "0°C" en laat de functieschakelaar op "Hetelucht" staan.
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in de oven staan.
– groente
Stel de temperatuur in op 100°C.
Laat de groente verder koken: asperges, worteltjes . . . 60-90 minuten
erwten, bonen . . . . . . . 90-120 minuten
Draai de temperatuurschakelaar op "0°C" en laat de functieschakelaar op "Hetelucht" staan.
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in de oven staan.
Na het inmaken
Haal de potten/glazen uit de oven en laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije plaats staan. Verwijder de klemmen en controleer of alle potten/glazen goed gesloten zijn.
Er kunnen maximaal 6 potten/glazen tegelijk in de oven.
Giet ongeveer 1 liter water op de braadslede.
Stel de temperatuur in op 150- 170°C.
Deze temperatuur is nodig totdat de in­houd gaat borrelen (gelijkmatig opstij­gen van luchtbelletjes).
27
Grilleren in de oven
Verwarm het grillelement ongeveer 5 minuten voor. Laat hierbij de oven­deur dicht.
Tijdens het grilleren moet de oven­deur ook gesloten blijven. Dit be­spaart energie en vermindert het ontsnappen van geuren.
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees af met koud water en droog het goed af. Zout het vlees niet voor het grilleren, anders verliest het zijn vocht.
Bestrijk mager vlees met een beetje olie. Andere soorten vet worden snel te donker of zorgen voor rookontwikke­ling. Kip kan met boter bestreken wor­den.
Platte vissen en moten vis kunt u zou­ten en met een beetje citroensap be­sprenkelen.
Grilleren op het rooster
Zet de grillinrichting in elkaar zoals op de afbeelding hierboven.
Leg het vlees op het rooster. Draai de functieschakelaar op
"Grilleren". Stel de temperatuur in:
soort vlees
plat
bijv. karbonade, biefstuk 275°C
dik
gevogelte, rollade 240°C
temperatuur
28
Als tijdens de bereiding van grotere stukken vlees de buitenkant al behoor­lijk bruin is geworden en de binnenkant is nog niet gaar, dan kunt u op een la­gere temperatuur verder grilleren.
Grilleren in de oven
De inschuifhoogte wordt bepaald door de hoogte van het vlees:
e
plat vlees . . . . . 4
dik vlees. . . . . . 1
of 5e inschuifhoogte
e
of 2e inschuifhoogte
Tijden voor het grilleren
plat vlees/vis. . . . . . . . 5-6 min. per kant
dikkere stukken . . . . . . . . . . iets langer
rollade etc. . . . . . . 10 min. per cm dikte
Let op het volgende
U kunt het beste stukken vlees die on­geveer even groot zijn tegelijk grilleren, zodat de bereidingstijden niet teveel uiteenlopen.
Draai het vlees halverwege de berei­dingstijd om.
Tips voor het grilleren
Als u wilt vaststellen in hoeverre het vlees al gaar is, druk dan met een lepel op het vlees.
– Als het nog veerkrachtig aanvoelt,
dan is het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, dan is
het vlees van binnen roze ("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, dan is
het door en door gaar ("doorbakken").
Grillkwast
Om het vlees gemakkelijk in te kunnen vetten is er een grillkwast verkrijgbaar bij de Miele vakhandel of rechtstreeks bij Miele Nederland B.V.
29
Grilleren in de oven
Tabel voor het grilleren
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten voor; laat hierbij de ovendeur dicht.
gerechten
platte gerechten
biefstuk 3 of 4 275 10-16
schaschlik 3 of 4 275 12-16
schnitzel 3 of 4 275 12-18
lever 3 of 4 275 8-12
braadworst 3 of 4 275 6-10
visfilet 3 of 4 275 12-16
forel 3 of 4 275 16-20
tosti 4 of 5 275 2-4
tosti Hawaii 3 of 4 275 4-6
tomaten 3 of 4 275 6-8
dikke gerechten
kip (ca. 1 kg) 1 of 2 240 50-60
rollade, Ø 7 cm (ca. 1 kg) 1 240 70-80
inschuifhoogte
grillinrichting
temperatuur
in °C
totale bereidingstijd
in min. *
* Draai het gerecht op de helft van de tijd om.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
30
Gerechten getest volgens DIN 44 547
Geteste gerechten
gebak bakvorm /
sprits 1 bakplaat Hetelucht 1 150 28-32
zacht biscuitdeeg
bakplaat aantal
2 bakplaten Hetelucht 1, 3 150 30-34
3 bakplaten Hetelucht 1, 2, 5 150 32-36
1 bakplaat Boven- en
springvorm Hetelucht 1 170 25-30
springvorm Boven- en
verwarmings­soort
onderwarmte
onderwarmte
inschuif­hoogte van onderen
2180
2190
temperatuur­instelling in °C
voor­verwarmd
voor­verwarmd
bereidings­tijd in min.
16-20 + voor­verwarmen
20-25 + voor­verwarmen
Andere geteste gerechten
gerecht bakvorm /
bakplaat aantal
cake cakeblik Hetelucht 1 160 50-60
verwarmings­soort
Boven- en onderwarmte 1 170 55-65
inschuif­hoogte van onderen
temperatuur­instelling in °C
bereidings­tijd in min.
eend 1700 g
varkensvlees 1500 g
toast rooster Grilleren 5 275 Voorverwar-
rooster op braadslede
rooster op braadslede
Braad­automaat 1 160 100-120
Boven- en onderwarmte 1 200 100-120
Braad­automaat 1 160 100-120
Boven- en onderwarmte 1 200 100-120
men: 20 min. Grilleren: max. 90 sec.
31
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningspaneel
Neem het front en het bedieningspa­neel met een mild reinigingsmiddel of met een beetje afwasmiddel in water af. Wrijf deze daarna met een zachte doek droog.
Glazen front
Gebruik geen schuurmiddelen, want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij een appa­raat met een wit front na ieder gebruik de handgreep van de deur met een mild vetoplossend reinigingsmiddel zo­als afwasmiddel af te nemen. Zo voor­komt u dat vet of andere resten inbran­den.
Roestvrijstalen front
Gebruik nooit schurende middelen of middelen die soda, zuren of chlo­riden bevatten! Deze middelen tasten het oppervlak aan.
Accessoires
Geleiderail
in warm water met afwasmiddel of met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal reinigen.
Bakplaat, braadslede, rooster
na elk gebruik afspoelen en afdrogen. Moeilijk afwasbare resten verwijdert u – van roestvrij staal:
met een reinigingsmiddel voor roest­vrij staal;
– van email:
met een zachte borstel nadat u het in warm water heeft laten weken.
Vetfilter
in warm water met afwasmiddel of in de afwasautomaat reinigen.
Voor het onderhoud van het front kunt u een niet-schurend reinigingsmiddel voor roestvrij staal gebruiken.
U kunt het front extra tegen vervuiling beschermen door het in te wrijven met een speciaal onderhoudsmiddel (bijv. Neoblank, te verkrijgen bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V., bestelnr. 4565110). Smeer een kleine hoeveelheid van het middel met een zachte doek gelijkma­tig over het gehele oppervlak uit.
32
Reiniging en onderhoud
Binnenruimte
De ovenruimte is bekleed met
b Clean Email
en
c katalytisch email.
Reinig de oven elke keer nadat u hem gebruikt heeft. Als u te lang wacht met schoonmaken, wordt het moeilijker en kunt u sommige vlek­ken misschien helemaal niet meer verwijderen.
b Clean Email
Dit is een bijzonder hard soort email met een extra glad oppervlak.
Daardoor kunnen de meeste voedsel­resten met een spons, warm water en afwasmiddel worden verwijderd.
Aangekoekte resten kunt u met een schraper verwijderen. Reinig het email vervolgens nog met een sponsje met niet-schurend reinigingsmiddel of met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Vruchtensap en deeg kunt u het best verwijderen als de oven nog warm is.
Vruchtensap kan verkleuring veroorza­ken. Ook kunnen na het braden doffe plekken op de braadslede ontstaan.
Let bij het gebruik van ovenspray al­tijd op de aanwijzingen van de fabri­kant.
Zorg ervoor dat er geen ovenspray op het katalytische email kan ko­men! De spray kan het email be­schadigen.
Verwijder eerst het vuil van het Clean Email, reinig vervolgens het katalytische email met de reinigings­hulp zoals beschreven op de vol­gende pagina’s.
Behandel de emaillagen nooit met harde borstels, schuursponsjes, messen of schuurmiddelen. Deze kunnen het email beschadigen!
33
Reiniging en onderhoud
c Katalytisch email
Omdat door de luchtcirculatie met name de achterwand met olie- en vet­spatten vervuild wordt, is deze voorzien van een laag katalytisch email.
Dit email is in staat om olie- en vetspat­ten bij temperaturen boven 200 °C te verwijderen. Hoe hoger de tempera­tuur, des te beter werkt dit proces. Res­ten van kruiden en suiker worden niet verwijderd door de katalyse.
Katalytisch email mag niet met har­de borstels, schuursponsjes, mes­sen of schuurmiddelen behandeld worden. Gebruik ook geen oven­spray!
Wacht niet te lang met het schoonma­ken, want elke keer dat de oven weer gebruikt wordt, komen de olie-, vet- en voedselresten vaster te zitten.
Het katalytische email kan bij normale vervuiling zonder, en bij erge vervuiling met reinigingshulp gereinigd worden.
Reinigen van het katalytische email zonder de reinigingshulp
Laat de oven eerst afkoelen. Neem ver­volgens de achterwand met een vochti­ge doek af. Gebruik daarvoor warm wa­ter met afwasmiddel en een doekje, een sponsje of een zachte borstel.
Gebruik geen schuurmiddelen!
Reinig daarna de bovenkant, de zijwan­den en de bodem van de ovenruimte.
34
Reiniging en onderhoud
Reinigen van het katalytische email met de reinigingshulp
Reinig vóór het inschakelen van de rei­nigingshulp het Clean Email.
Zo gebruikt u de reinigingshulp:
Draai de functieschakelaar op "Hete­lucht".
Stel met de temperatuurschakelaar de hoogste temperatuur in.
Laat de oven ongeveer een uur aan­staan. De benodigde tijd hangt af van de mate van vervuiling.
Stel voor dit reinigingsproces de kookwekker in, zodat u niet vergeet de oven op tijd uit te schakelen.
Reinig daarna de bovenkant, de zijwan­den en de bodem van de ovenruimte.
Elke keer dat de oven met hoge tempe­raturen wordt gebruikt, verdwijnen eventueel achtergebleven voedselres­ten.
Mocht de katalytische emaillaag door onjuist onderhoud of door ster­ke vervuiling niet meer (goed) wer­ken, dan kunt u bij de Miele vakhan­delaar of rechtstreeks bij Miele Nederland B.V. een nieuwe plaat verkrijgen.
35
Reiniging en onderhoud
Om de oven makkelijker te kunnen reini­gen kunt u de ovendeur, de geleide­rails en/of de achterwand verwijderen. Het bovenste verwarmingselement kunt u laten zakken.
Ovendeur verwijderen
Open de deur helemaal.
Klap de vergrendelingsbeugels van de deurscharnieren naar beneden; de scharnieren zijn nu geblokkeerd.
Ovendeur terugplaatsen
Steek de geblokkeerde scharnieren in de openingen en klap de deur he­lemaal open.
Klap de vergrendelingsbeugels om­hoog.
De vergrendelingsbeugels moeten na het reinigen beslist omhoog ge­klapt worden, anders raken de scharnieren weer los bij het sluiten van de deur.
Doe de deur half dicht en trek hem naar boven toe eruit.
36
Reiniging en onderhoud
Geleiderails verwijderen
Draai de functieschakelaar op de stand "Verlichting".
De verwarmingselementen van de oven moeten uitgeschakeld zijn. An­ders bestaat er gevaar voor verbran­dingen!
Trek de bevestigingsknop uit.
Achterwand verwijderen
Draai de schroeven in de achter­wand los en verwijder de achter­wand.
De oven mag niet gebruikt worden als de achterwand niet is inge­bouwd. Er bestaat anders een groot gevaar voor verwondingen!
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Haal de geleiderails uit de oven.
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
37
Reiniging en onderhoud
Bovenste verwarmingselement laten zakken
Draai de functieschakelaar op de stand "Verlichting".
De verwarmingselementen van de oven moeten uitgeschakeld zijn. An­ders bestaat er gevaar voor verbran­dingen!
Laat het verwarmingselement pas zakken als het koud is. Anders be­staat er gevaar voor verbrandingen!
Haal de geleiderails uit de oven.
Laat het verwarmingselement zak­ken.
Druk het verwarmingselement niet met geweld omlaag. U kunt het ver­warmingselement anders beschadi­gen.
Trek de bevestigingsknop van het verwarmingselement uit.
38
Afhankelijk van de mate van vervuiling kan ook de beschermplaat worden ver­wijderd.
Houd de beschermplaat vast en draai de moertjes los.
Verwijder de beschermplaat.
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Nuttige tips
Installatie en reparaties van elektri­sche apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundige installatie en/of repa­raties kunnen een groot gevaar voor de gebruiker veroorzaken.
De volgende storingen kunt u echter zelf verhelpen:
Wat te doen als . . .
. . . de oven niet heet wordt?
Controleer
of u een verwarmingssoort én een temperatuur heeft ingesteld;
of de kinderbeveiliging is ingescha­keld;
of de zekering van de elektrische hui­sinstallatie is doorgebrand.
Waarschuw indien nodig een elektri­cien of de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
. . . de ovenverwarming wel werkt, maar de verlichting niet?
De halogeenlamp is defect. Zo kunt u de lamp vervangen:
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering van de huisin­stallatie uit.
In de rechter wasemlijst bevindt zich een klepje.
Schuif dit klepje omhoog.
39
Nuttige tips
Haal het metalen beugeltje uit de wa­semlijst.
Verwijder het halogeenlampje: 12 V, 20 W, thermisch belastbaar tot 300°C, fitting G4, Fa. Osram, type
64428.
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
. . . na de bereiding een geluid te ho­ren is?
Dit is geen storing! De koudelucht-ventilator blijft nog een tijdje lopen. Als de temperatuur bene­den een bepaalde waarde komt, wordt de ventilator automatisch uitgescha­keld.
. . . het gerecht na de ingestelde be­reidingstijd nog niet gaar is?
Controleer
of u de juiste temperatuur heeft inge­steld;
of u het recept heeft veranderd. Als het deeg vochtiger is door bijv. het toevoegen van eieren of melk, dan is een langere bereidingstijd nodig;
of het vetfilter is geplaatst bij het bak­ken met "Hetelucht". In dat geval moet de bereidingstijd ongeveer 10 à 15 minuten langer zijn.
. . . de ovendeur tijdens de bereiding wordt geopend en er geen geluid te horen is?
Dit is geen storing! Als de ovendeur tijdens de bereiding geopend wordt, dan schakelt de deur­contactschakelaar de ovenverwarming en, afhankelijk van de gekozen verwar­mingssoort, de hetelucht-ventilator uit.
40
Nuttige tips
. . . het gerecht niet overal even bruin is?
Een gerecht wordt nooit helemaal gelijk­matig gebruind. Als het verschil erg groot is, controleer dan
– bij het bakken met "Hetelucht"
of de ingestelde temperatuur niet te hoog is geweest;
of het vetfilter voor de ventilator is ge­plaatst;
– bij het bakken met "Boven- en onder-
warmte" van welk materiaal de bakvorm is
vervaardigd en welke kleur deze heeft. Bakvormen van licht, helder en dun materiaal zijn niet zo geschikt.
. . . zich op het katalytische email roestkleurige vlekken bevinden?
Bij het braden op het rooster worden deeltjes van kruiden door de lucht­stroom meegevoerd; deze blijven soms aan de binnenwanden vastkleven. Zul­ke vlekken worden door de katalyse niet verwijderd; u kunt ze met warm wa­ter met afwasmiddel en een zachte bor­stel verwijderen.
. . . u een kookzone-schakelaar heeft ingeschakeld en de verlichting daar­van niet gaat branden?
De gloeilamp is defect! Laat de lamp vervangen door uw Miele­vakhandelaar of door de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
41
Technische Dienst
Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar of – de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse af­delingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk type oven u heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op de type­plaatje dat zich rechts onder het bedie­ningspaneel bevindt.
Miele Service Verzekering Certificaat Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
42
Extra accessoires
De extra accessoires zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of rechtstreeks bij Miele Nederland B.V. te Vianen.
– Telescopische ovenwagen
De telescopische ovenwagen met 5 in­schuifhoogtes kan helemaal uit de oven worden getrokken. Hierdoor kunt u de gerechten goed bekijken.
43
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteit­snet worden aangesloten. Hierbij moeten de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatse­lijk energiebedrijf in acht genomen worden.
Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een huisinstallatie die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Aansluiting op een contactdoos is aan te bevelen, aangezien dit eventue­le werkzaamheden voor de Technische Dienst vergemakkelijkt.
Als de contactdoos voor de gebruiker niet meer bereikbaar is, of als er een vaste aansluiting is, dan dient ter plaatse een dubbelpolige schakelaar geïnstalleerd te worden, waarvan de contactopening bij uitgeschakelde toe­stand 3 mm moet bedragen. Hiertoe behoren zelf-uitschakelaars, zekerin­gen en relais (EN 60 335).
Voordat u de oven aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre­quentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteitsnet te ver­gelijken. Deze gegevens moeten be­slist overeenkomen.
Vermeld altijd het voltage en het type­en serienummer als u contact opneemt met Miele Nederland B.V.
Ter verhoging van de veiligheid moet de groep van de huisinstallatie waarop het apparaat wordt aangesloten voor­zien zijn van een aardlekschakelaar (30 mA).
44
Elektrische aansluiting
Inbouwfornuis
Het inbouwfornuis is uitgerust met een 5-aderige kabel van ca. 1,5 meter voor de aansluiting aan draaistroom (3N~400 V).
Bij aansluiting op wisselstroom moet u een speciale kabel bestellen bij Miele Nederland B.V.
Maximale aansluitwaarde: zie typeplaat­je.
Combinatiemogelijkheden
Het inbouwfornuis kan alleen met een van de onderstaande kookplaten en daarbij behorende besturingseenhe­den gecombineerd worden:
kookplaat
KM 232 KSE 200
KM 240 KM 243 KSE 202-1
KM 251 KSE 204-1
KM 260 KM 262 KM 263 KM 267 KM 290
besturingseenheid
KSE 203
45
Inbouwinstructies
Fornuis en besturingseenheid van de kookplaat
Haal de spanning van het elektrici­teitsnet.
Bouw de kookplaat in; zie hiertoe de aparte gebruiksaanwijzing van de kookplaat.
Sluit het fornuis op het elektriciteits­net aan.
Plaats het fornuis voor de onderkast.
46
Haal de schakelknoppen van de kookzones en de stekker van het for­nuis uit de houders.
Plaats de besturingseenheid.
Inbouwinstructies
De stekkers van het fornuis / de kookplaat en de koppelingen van de besturingseenheid die bij elkaar horen zijn steeds met dezelfde kleur gemarkeerd.
Steek de schakelknoppen in het be­dieningspaneel. Steek de stekkers van het fornuis in de koppelingen.
Schuif het inbouwfornuis tot aan de wasemlijst in de onderkast en stel het.
Steek vervolgens de stekkers van de kookplaat in de koppelingen.
Open de ovendeur en schroef het fornuis met 2 schroeven aan de zij­wanden van de onderkast vast.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het is ingebouwd.
47
Inbouwinstructies
Oven
Haal de spanning van het elektrici­teitsnet.
Sluit de oven op het elektriciteitsnet aan.
Schuif de oven tot aan de wasemlijst in de kast en stel de oven.
484950
Open de ovendeur en schroef de oven met 2 schroeven aan de zijwan­den van de kast vast.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het is ingebouwd.
51
Wijzigingen voorbehouden / 22 NL - 1197
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...