Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat
u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
hiermee onnodige schade aan het apparaat.M.-Nr. 04 508 230
T
Symbolen van de verkorte handleiding
Aan de binnenkant van de ovendeur
staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar afgebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes
% - plaatkoek van gistdeeg
M- cake
+- tulband
! - biscuitgebak
V- krans van gistdeeg
k- brood
Z- rund
:- wild
Y- varken
(- lam
;- gevogelte
_- vis
Verwarmingssoorten
D- Hetelucht
A- Boven- en onderwarmte
E - Braadautomaat
Gebruiksmogelijkheden
<- inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
=- braden zonder vetfilter
>- braden met vetfilter
L- braden in de pan
K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen,
inschuifhoogtes en tijdsduur.
b Functieschakelaar voor de oven
c Controlelampje voor de ovenverwarming
Temperatuurschakelaar voor de oven
d
e Display voor de kinderbeveiliging
f Kookzoneschakelaars
4
Binnenruimte van de oven
g Typeplaatje
h Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
i Klepje voor het verwisselen van de halo-
geenlamp
j Aanzuigopening voor de ventilator
k Inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5
l
Deurcontactschakelaar
m Ovendeur met ventilatierooster en
verkorte handleiding
Algemeen
Accessoires
– Bakplaten
– Braadslede
De braadslede kan tevens als vetopvangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grilleren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "Hetelucht" of "Braadautomaat" en bij
"Grilleren met luchtcirculatie" aanbrengen.
Bediening en inbouw van de
kookplaat.
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing die met de kookplaat meegeleverd
wordt.
De vetdruppels worden opgevangen
door het vetfilter. De binnenruimte
van de oven en de ruimte achter de
oven blijven hierdoor schoner.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op een geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd, of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat. Dat is veiliger voor
uzelf en voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel
voor het bakken, braden, ontdooien, koken, inmaken, drogen en grilleren van
levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een
foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegarandeerd als deze op een volgens de geldende veiligheidsbepalingen geïnstal-
leerd aardingssysteem is aangesloten.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer onderdelen die onder stroom staan worden aangeraakt of als elektrische of
mechanische delen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Dit kan tevens storingen van het apparaat veroorzaken.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden, alsmede ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
De fabrikant kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatieen onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat,
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd (bijv.
beveiliging tegen oververhitting).
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u de binnenkant van de
oven aanraakt.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijv. de grill gebruikt, worden de bovenste verwarmingselementen en de beschermplaat zeer heet. U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het verwarmingselement afkoelen voordat u
het naar beneden laat zakken. Anders
kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag,
want daardoor kan het beschadigen.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer,
anders beschadigt u de oppervlakte
van de bodem. U kunt het apparaat
hiermee beschadigen.
Gebruik
Oven
Pas op! Verbrandingsgevaar! Het
fornuis wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is. De oven wordt niet alleen bij de
ovenruit in de deur warm, maar ook
bijv. bij de wasemlijst, de handgreep en
het bedieningspaneel.
8
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet
er ook geen zware voorwerpen op;
10 kg is het maximum gewicht dat de
deur kan dragen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het
vocht uit de gerechten kan corrosie in
het apparaat veroorzaken. Bovendien
voorkomt u door het afdekken dat de
gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te
houden, of als u gebruik wilt maken
van de restwarmte, stel dan de laagste
temperatuur in. Laat de functieschakelaar op de gekozen verwarmingssoort
staan.
Schakel het apparaat in geen geval uit.
De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe
dat het bedieningspaneel beslaat, dat
zich onder het werkblad druppels vormen of dat het meubelfront beslaat.
Door condens kan de kastombouw /
het werkblad beschadigen en kan er
corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of
de braadslede om ze te verwarmen of
te koken. De bakplaat kan zodanig
krom trekken, dat deze niet meer uit de
oven gehaald kan worden als hij heet
is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat
weer krom. Gebruik daarom het rooster
en leg daar bakpapier op.
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte te verwarmen. Door de
hoge temperatuurontwikkeling in de
ovenruimte kunnen licht ontvlambare
voorwerpen, die zich in de buurt van
het apparaat bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er
dan op dat de aansluitkabel niet tussen
de hete ovendeur beklemd raakt. De
aansluitkabel kan beschadigen en u
loopt zo het risico een elektrische
schok te krijgen.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de oven wordt
gezet, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is (> 70°C) en lang genoeg wordt aangehouden (> 10 min.). Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende verwarmd is, kies dan liever een iets
langere tijd.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en bovendien hoog genoeg is. Roer de gerechten daartoe regelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
Hiermee voorkomt u dat het fornuis verkeerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
10
Veiligheidsvoorziening
Kinderbeveiliging oven en
kookzones
De kinderbeveiliging voorkomt dat de
oven en de kookzones ongewild worden ingeschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
Open de deur helemaal.
Onder het bedieningspaneel bevindt
zich in het midden een hendeltje.
Druk dit hendeltje naar achteren.
Let op het display voor de kinderbeveiliging "a".
De oven en de kookzones kunnen nu
niet meer worden ingeschakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer
op:
Open de deur helemaal.
Trek het hendeltje naar voren.
11
Voor het eerste gebruik
Oven
Neem de ovenruimte af met warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de ovenruimte daarna met een
schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is.
Was de accessoires af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd
een onaangename geur als deze voor
het eerst worden gebruikt. Door een
hoge temperatuur verdwijnt deze geur
sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur
aan:
Draai de functieschakelaar op "Hetelucht".
Stel met de temperatuurschakelaar
de hoogste temperatuur in.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht
kan worden toegevoerd als de oven
aanstaat.
Plaats de geleiderails.
12
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een
hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt
de lucht uit de oven, leidt deze langs
het ringvormige verwarmingselement
en blaast de verwarmde lucht door de
openingen in de achterwand weer terug.
Omdat de gerechten direct worden verwarmd is voorverwarmen van de oven
niet nodig.
Uitzondering: voor het braden van rosbief of filet moet de oven wèl worden
voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er
op verschillende niveaus tegelijk worden gebakken en gebraden.
Door de hete luchtstroom kan er bij
deze verwarmingssoort met lagere temperaturen gewerkt worden dan bij "Boven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst
automatisch met een hoge temperatuur
werken, zodat het vlees snel dichtschroeit. De automaat schakelt dan zelf
terug naar de geprogrammeerde temperatuur.
13
Verwarmingssoorten
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmingssoort wordt het gerecht van boven en
van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen
nodig
– voor het bakken van gebak met een
korte baktijd;
– voor het braden van rosbief / filet.
Ontdooien G
Er wordt zonder verwarming ontdooid.
De ventilator aan de achterwand zorgt
voor constante circulatie van de koude
lucht.
Grilleren ,
Het binnenste gedeelte van het grillelement wordt gebruikt voor het grilleren.
Enkele minuten na inschakeling wordt
het roodgloeiend en zorgt voor de infraroodstraling die voor het grilleren nodig
is.
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten
voor. Houd hierbij de ovendeur gesloten.
14
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedieningsknoppen, namelijk de functieschakelaar en de temperatuurschakelaar.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de verwarmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als
rechtsom draaien.
– Hetelucht D
Voor bakken en koken op meerdere niveaus tegelijk.
– Braadautomaat E
Voor automatisch aanbraden en doorbakken.
Niet geschikt voor bakken.
Uitzondering: het bakken van zuurdesembrood (geen bakmengsels).
– Bovenwarmte C
Voor het gratineren van gerechten.
– Boven- en onderwarmteA
Voor het bakken en braden van traditionele recepten, soufflé.
– Onderwarmte B
Aan het einde van de baktijd kiezen als
de taart aan de onderkant bruiner moet
worden.
– Ontdooien G
Om diepvriesproducten behoedzaam
te ontdooien.
– Grilleren ,
Voor het grilleren van gerechten zoals
karbonade, biefstuk, gevogelte etc.
De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar
voor:
– Verlichting H
Om de verlichting in de oven apart in te
schakelen.
15
Bediening van de oven
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u
de temperatuur voor de bereiding in.
Draai de temperatuurschakelaar alleen rechtsom tot aan de aanslag
en weer terug.
Ontdooien:
Stel bij deze verwarmingssoort
geen temperatuur in.
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele gevallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht ":
– voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte":
– voor het bakken van taart met een
korte baktijd;.
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de gewenste stand.
Stel met de temperatuurschakelaar
de juiste temperatuur in.
Plaats de gerechten in de oven zodra het controlelampje voor de eerste keer uitgaat.
Zodra er een temperatuur is ingesteld,
brandt het controlelampje boven de
temperatuurschakelaar. Dit lampje
brandt altijd als de verwarming is ingeschakeld.
Als de ingestelde temperatuur is bereikt, wordt de verwarming automatisch
uitgeschakeld. Zodra de temperatuur
onder de ingestelde waarde daalt,
wordt de verwarming weer ingeschakeld.
16
Bediening van de oven
Rooster met beveiliging tegen
uittrekken
Deze beveiliging voorkomt dat het rooster helemaal uit de oven glijdt, terwijl hij
er slechts gedeeltelijk uitgetrokken had
moeten worden.
Let er daarom bij het inschuiven altijd op dat de beveiliging tegen uittrekken aan de achterkant zit.
Het rooster kan nu alleen uit de oven
worden gehaald als het wordt opgetild.
17
Bakken in de oven
Voor het bakken bevelen wij de volgende verwarmingssoorten aan:
– Hetelucht
– Boven- en onderwarmte
Zo bakt u met "Hetelucht"
U kunt alle hittebestendige bakvormen
gebruiken, ook als ze van lichte dunne
materialen zijn vervaardigd.
U kunt op meerdere niveaus tegelijk
bakken. Wij raden het volgende aan:
e
1 bakplaat . . . . . . . . 1
2 bakplaten . . . 1
3 bakplaten 1
e
e
, 2e en 5e inschuifhoogte
Als u vochtig gebak, taart of brood
bakt, gebruik dan niet meer dan 2
bakplaten tegelijk.
Bij "Hetelucht" ligt de baktemperatuur
lager dan bij "Boven- en onderwarmte".
Let op de "Tabel voor het bakken".
inschuifhoogte
en 3e inschuifhoogte
Zo bakt u met "Boven- en
onderwarmte"
In de volgende bakvormen wordt het
gebak regelmatig gebruind:
matte en donkergekleurde bakvormen;
hittebestendige glazen of kunststof bakvormen.
Gebruik geen lichte, dunne bakvormen. Hierin wordt het gebak niet gelijkmatig gebruind.
Voorverwarmen van de oven:
alleen voor het bakken van taart/gebak
met een korte baktijd.
Kies de inschuifhoogte afhankelijk
van hetgeen u wilt bakken:
e
hoog gebak . . . 1
plat gebak . . . . 2
of 2e inschuifhoogte
e
of 3e inschuifhoogte
18
Bakken in de oven
Let op het volgende
Plaats een cakeblik of een langwerpi-
ge bakvorm dwars in de oven.
Bak diepvriesproducten zoals pizza’s
e.d. op het rooster met daarop bakpapier.
Let op de temperaturen, inschuifhoogtes en baktijden in de tabel op
de volgende pagina’s.
Het gebak wordt regelmatig gebruind
als
– de gemiddelde temperatuur wordt
aangehouden;
Vaak wordt er voor het bakken een te
hoge temperatuur ingesteld. Het gebak is dan weliswaar sneller klaar,
maar het is niet mooi regelmatig gebruind.
– de inschuifhoogte wordt aangepast
aan het soort gebak en de verwarmingssoort;
– na afloop van de kortste baktijd
wordt getest of het gebak gaar is.
Prik met een breinaald in het deeg. Als
er niets aan de breinaald blijft kleven, is het gebak gaar.
19
Bakken in de oven
Tabel voor het bakken
Hetelucht
temperatuur
in °C
aanbevolen
inschuifhoogte
tijd
in min.
cakebeslag
zandtaart
tulband
notencake
taartbodem
cakejes
biscuitdeeg
taart
taartbodem
biscuitrol
1)
1)
1)
1)
1)
150-170
150-170
150-170
150-170
150-170
160-180
160-180
160-180
1
1
1
1
1, 2, 5
1
1
1
50-60
70-80
60-70
25-30
20-25
25-30
20-25
15-20
kneeddeeg
taartbodem
kruimeltaart
koekjes
1)
kwarktaart
appeltaart
150-170
150-170
150-170
1)
150-170
150-170
1
1
1, 2, 5
1
1
20-25
40-50
15-25
75-85
50-60
gistdeeg
kruimeltaart
kerststol
witbrood
bruinbrood
pizza
2)3)
1)
appelflappen
soezendeeg
1)
150-170
150-170
160-180
190-210
170-190
150-170
1
1
1
1
1
1, 3
35-45
45-65
40-50
60-70
40-50
25-30
roomsoezen160-1801, 330-40
bladerdeeg
eiwitgebak
1)
1)
170-1901, 320-25
bitterkoekjes120-1401, 2, 530-50
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde oven zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
1) Verwarm de oven bij "Boven- en onderwarmte" voor.
2) Verwarm de oven bij "Hetelucht" en bij "Boven- en onderwarmte" voor.
3) Kies voor het bakken met "Hetelucht" de verwarmingssoort "Braadautomaat",
verwarm de oven bij "Braadautomaat" en "Boven- en onderwarmte" voor.
20
temperatuur
in °C
Boven- en onderwarmte
aanbevolen
inschuifhoogte
Bakken in de oven
tijd
in min.
160-180
160-180
160-180
180-200
180-200
180-200
180-200
190-210
180-200
180-200
180-200
180-200
180-200
180-200
170-190
190-210
210-230
190-210
170-190
190-2101 of 220-25
200-2201 of 215-20
1
1
1
1 of 2
2
1
1
1 of 2
1 of 2
1 of 2
2
1
1
1 of 2
1 of 2
1 of 2
1 of 2
1 of 2
1 of 2
50-60
70-80
60-70
15-20
15-20
20-30
15-20
12-15
15-20
40-50
10-15
75-85
45-55
35-45
45-65
40-50
60-70
40-50
20-25
130-150230-50
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
21
Braden in de oven
Voor het braden bevelen wij de volgende verwarmingssoorten aan:
– Braadautomaat
– Boven- en onderwarmte
Braadautomaat:
Plaats voordat u op het rooster gaat
braden altijd het vetfilter voor de
aanzuigopening van de ventilator.
Het is handig om in een pan te braden:
– er blijft genoeg fond over om een
saus van te maken;
– de oven blijft schoner dan bij braden
op het rooster.
Plaats het servies op het rooster.
Het vlees moet in de oven gezet wor-
den als deze nog koud is.
Uitzondering: voor het braden van rosbief/filet moet de oven voorverwarmd
worden op de temperatuur die in het recept wordt vermeld.
e
Kies voor het braden de 1
inschuif-
hoogte.
Uitzondering: kies voor het braden van
gevogelte tot 1 kg, rosbief, filet of vis
e
inschuifhoogte.
de 2
Bij het gebruik van de Braadautomaat
moet de temperatuur ca. 40 °C lager
zijn dan bij "Boven- en onderwarmte".
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de
temperatuur. Stel de temperatuur vanaf
3 kg. ca. 10 °C lager in dan aangegeven in de tabel voor het braden.
Het braden duurt dan weliswaar iets
langer, maar het vlees wordt gelijkmatig
gaar en de korst wordt niet te dik.
U kunt het volgende serviesgoed ge-
bruiken:
braadpan, braadslede, vuurvaste
schaal, römertopf.
De handgrepen van het serviesgoed moeten hittebestendig zijn.
22
Bij het braden op het rooster K
moet de temperatuur ca. 20 °C lager
ingesteld worden dan bij het braden in
de pan L.
De bereidingstijd wordt bepaald door
het soort vlees, de grootte en de dikte
van het vlees.
Braden in de oven
Zo kunt u de bereidingstijd berekenen:
Hoogte van het vlees x de tijd per cm
voor de betreffende vleessoort.
vleessoort
rund/wild
varken/kalf/lam
rosbief/filet
tijd per cm
hoogte
15-18 min.
12-15 min.
8-10 min.
Voorbeeld:
rundvlees, 8 cm hoog
8 x 15 min. per cm = 120 min. bereidingstijd.
Let op het volgende
Stel de temperatuur niet hoger in dan
aangegeven. Het vlees wordt dan wel
bruin, maar niet gaar.
Het vlees wordt aan het einde van de
bereidingstijd bruin. Het vlees wordt
extra bruin als u op de helft van de
braadtijd het deksel van de schaal afhaalt.
Na afloop van de bereiding
Haal het vlees uit de oven, wikkel het in
aluminiumfolie en laat het ca. 10 minuten staan. Op deze manier loopt er bij
het aansnijden van het vlees minder
vocht weg.
Tips voor de bereiding
Braden in de pan L
Kruid het vlees en leg het in de pan.
Leg er kleine stukjes boter of margarine op of giet er olie overheen. Voeg
aan grote magere stukken vlees (2 tot 3
kg.) en vet gevogelte ongeveer 1/8 liter
water toe.
Braden op het rooster K
Kruid het vlees en leg het op het rooster of in de braadslede. Leg er kleine
stukjes boter of margarine op en laat
het vlees gaar worden. Giet tijdens het
braden wat vocht (water, bouillon,
room) over het vlees.
Gevogelte braden
Het vel wordt knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de
bereidingstijd bestrijkt met licht gezouten water.
Diepgevroren vlees braden
Diepgevroren vlees met een gewicht
tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het
van tevoren te ontdooien. De bereidingstijd wordt per kilo ca. 20 minuten
langer.
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
1) Plaats het vetfilter bij het gebruik van "Braadautomaat".
2) Braden in de pan L.
Als het vlees op het rooster K wordt bereid: temperatuur 20 °C lager instellen.
3) Verwarm de oven voor als u "Braadautomaat" of "Boven- en onderwarmte" gebruikt.
e
4) 2
inschuifhoogte bij "Boven- en onderwarmte".
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
24
Ontdooien in de oven
Draai de functieschakelaar op
"Ontdooien".
Stel voor het ontdooien geen temperatuur in.
– Haal het diepgevroren product uit de
verpakking en leg het op een schaal
of bakplaat.
– Voor het ontdooien van gevogelte is
het aan te bevelen om het rooster te
gebruiken en daaronder een schaal
te plaatsen. Zo komt het gevogelte
niet in het vocht te liggen.
Let bij het ontdooien van gevogelte
extra op de hygiëne. Gebruik het
vocht dat bij het ontdooien vrijkomt
niet. De kans op bacteriën is groot!
Vlees, gevogelte en vis hoeven niet
helemaal ontdooid te zijn voor verdere bereiding. Het is voldoende als de
buitenlaag zo zacht is geworden, dat
de kruiden goed worden opgenomen.
Tijden voor het ontdooien
op kamertemperatuur
De tijden hangen af van soort en ge-
wicht van het voedsel dat wordt ontdooid.
1000 g vis . . . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
1000 g gevogelte . . . . . . . 90-120 min.
500 g vlees . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
1000 g vlees . . . . . . . . . . . 90-120 min.
300 g fruit . . . . . . . . . . . . . 30-45 min.
500 g brood. . . . . . . . . . . . 30-40 min.
25
Koken in de oven
Voor het koken in de oven zijn de volgende verwarmingssoorten aan te bevelen:
– Hetelucht
– Boven- en onderwarmte
U kunt het volgende serviesgoed ge-
bruiken:
vuurvaste glazen schaal, porseleinen
serviesgoed, römertopf, pan met hittebestendige handvatten.
Schuif het rooster op de 1e inschuifhoogte in de oven en plaats het serviesgoed er op.
Daardoor voorkomt u dat het gerecht
uitdroogt. Als u geen geschikt deksel
heeft, gebruik dan bijv. aluminiumfolie.
Dek de gerechten niet af
als ze een korstje moeten krijgen.
Tip voor het koken
Het is mogelijk om pannen of schalen
op elkaar te zetten. Leg dan het deksel
van de onderste pan/schaal kop.
Zet de gerechten die bruin moeten worden bovenop.
26
Inmaken in de oven
Voor het inmaken in de oven bevelen
wij de verwarmingssoort "Hetelucht"
aan.
De volgende potten zijn geschikt voor
het inmaken:
– weckpotten (bereid deze op de ge-
wone manier voor);
– glazen potten met schroefdeksel (ge-
bruik alleen die potten die speciaal
voor inmaken geschikt zijn; deze zijn
verkrijgbaar in de speciaalzaak).
Gebruik geen conservenblikken!
Schuif de braadslede op de 1e inschuifhoogte in de oven en plaats
de potten/glazen er op.
Als de inhoud begint de borrelen
– fruit en komkommer
Draai de temperatuurschakelaar op
"0°C" en laat de functieschakelaar op
"Hetelucht" staan.
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan.
– groente
Stel de temperatuur in op 100°C.
Laat de groente verder koken:
asperges, worteltjes . . . 60-90 minuten
erwten, bonen . . . . . . . 90-120 minuten
Draai de temperatuurschakelaar op
"0°C" en laat de functieschakelaar op
"Hetelucht" staan.
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan.
Na het inmaken
Haal de potten/glazen uit de oven en
laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije
plaats staan.
Verwijder de klemmen en controleer of
alle potten/glazen goed gesloten zijn.
Er kunnen maximaal 6 potten/glazen
tegelijk in de oven.
Giet ongeveer 1 liter water op de
braadslede.
Stel de temperatuur in op 150-170°C.
Deze temperatuur is nodig totdat de inhoud gaat borrelen (gelijkmatig opstijgen van luchtbelletjes).
27
Grilleren in de oven
Verwarm het grillelement ongeveer
5 minuten voor. Laat hierbij de ovendeur dicht.
Tijdens het grilleren moet de ovendeur ook gesloten blijven. Dit bespaart energie en vermindert het
ontsnappen van geuren.
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees af met koud water en
droog het goed af. Zout het vlees niet
voor het grilleren, anders verliest het
zijn vocht.
Bestrijk mager vlees met een beetje
olie. Andere soorten vet worden snel te
donker of zorgen voor rookontwikkeling. Kip kan met boter bestreken worden.
Platte vissen en moten vis kunt u zouten en met een beetje citroensap besprenkelen.
Grilleren op het rooster
Zet de grillinrichting in elkaar zoals
op de afbeelding hierboven.
Leg het vlees op het rooster.
Draai de functieschakelaar op
"Grilleren".
Stel de temperatuur in:
soort vlees
plat
bijv. karbonade, biefstuk275°C
dik
gevogelte, rollade240°C
temperatuur
28
Als tijdens de bereiding van grotere
stukken vlees de buitenkant al behoorlijk bruin is geworden en de binnenkant
is nog niet gaar, dan kunt u op een lagere temperatuur verder grilleren.
Grilleren in de oven
De inschuifhoogte wordt bepaald
door de hoogte van het vlees:
e
plat vlees . . . . . 4
dik vlees. . . . . . 1
of 5e inschuifhoogte
e
of 2e inschuifhoogte
Tijden voor het grilleren
plat vlees/vis. . . . . . . . 5-6 min. per kant
dikkere stukken . . . . . . . . . . iets langer
rollade etc. . . . . . . 10 min. per cm dikte
Let op het volgende
U kunt het beste stukken vlees die ongeveer even groot zijn tegelijk grilleren,
zodat de bereidingstijden niet teveel
uiteenlopen.
Draai het vlees halverwege de bereidingstijd om.
Tips voor het grilleren
Als u wilt vaststellen in hoeverre het
vlees al gaar is, druk dan met een lepel
op het vlees.
– Als het nog veerkrachtig aanvoelt,
dan is het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, dan is
het vlees van binnen roze
("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, dan is
het door en door gaar
("doorbakken").
Grillkwast
Om het vlees gemakkelijk in te kunnen
vetten is er een grillkwast verkrijgbaar
bij de Miele vakhandel of rechtstreeks
bij Miele Nederland B.V.
29
Grilleren in de oven
Tabel voor het grilleren
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten voor; laat hierbij de ovendeur dicht.
gerechten
platte gerechten
biefstuk3 of 427510-16
schaschlik3 of 427512-16
schnitzel3 of 427512-18
lever3 of 42758-12
braadworst3 of 42756-10
visfilet3 of 427512-16
forel3 of 427516-20
tosti4 of 52752-4
tosti Hawaii3 of 42754-6
tomaten3 of 42756-8
dikke gerechten
kip (ca. 1 kg)1 of 224050-60
rollade, Ø 7 cm (ca. 1 kg)124070-80
inschuifhoogte
grillinrichting
temperatuur
in °C
totale bereidingstijd
in min. *
* Draai het gerecht op de helft van de tijd om.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
30
Gerechten getest volgens DIN 44 547
Geteste gerechten
gebakbakvorm /
sprits1 bakplaatHetelucht115028-32
zacht
biscuitdeeg
bakplaat
aantal
2 bakplatenHetelucht1, 315030-34
3 bakplatenHetelucht1, 2, 515032-36
1 bakplaatBoven- en
springvormHetelucht117025-30
springvormBoven- en
verwarmingssoort
onderwarmte
onderwarmte
inschuifhoogte
van
onderen
2180
2190
temperatuurinstelling
in °C
voorverwarmd
voorverwarmd
bereidingstijd
in min.
16-20
+ voorverwarmen
20-25
+ voorverwarmen
Andere geteste gerechten
gerechtbakvorm /
bakplaat
aantal
cakecakeblikHetelucht116050-60
verwarmingssoort
Boven- en
onderwarmte117055-65
inschuifhoogte van
onderen
temperatuurinstelling
in °C
bereidingstijd
in min.
eend
1700 g
varkensvlees
1500 g
toastroosterGrilleren5275Voorverwar-
rooster op
braadslede
rooster op
braadslede
Braadautomaat1160100-120
Boven- en
onderwarmte1200100-120
Braadautomaat1160100-120
Boven- en
onderwarmte1200100-120
men: 20 min.
Grilleren:
max. 90 sec.
31
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningspaneel
Neem het front en het bedieningspaneel met een mild reinigingsmiddel of
met een beetje afwasmiddel in water
af. Wrijf deze daarna met een zachte
doek droog.
Glazen front
Gebruik geen schuurmiddelen,
want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij een apparaat met een wit front na ieder gebruik
de handgreep van de deur met een
mild vetoplossend reinigingsmiddel zoals afwasmiddel af te nemen. Zo voorkomt u dat vet of andere resten inbranden.
Roestvrijstalen front
Gebruik nooit schurende middelen
of middelen die soda, zuren of chloriden bevatten!
Deze middelen tasten het oppervlak
aan.
Accessoires
Geleiderail
in warm water met afwasmiddel of met
een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal reinigen.
Bakplaat, braadslede, rooster
na elk gebruik afspoelen en afdrogen.
Moeilijk afwasbare resten verwijdert u
– van roestvrij staal:
met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal;
– van email:
met een zachte borstel nadat u het
in warm water heeft laten weken.
Vetfilter
in warm water met afwasmiddel of in
de afwasautomaat reinigen.
Voor het onderhoud van het front kunt u
een niet-schurend reinigingsmiddel
voor roestvrij staal gebruiken.
U kunt het front extra tegen vervuiling
beschermen door het in te wrijven met
een speciaal onderhoudsmiddel (bijv.
Neoblank, te verkrijgen bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.,
bestelnr. 4565110).
Smeer een kleine hoeveelheid van het
middel met een zachte doek gelijkmatig over het gehele oppervlak uit.
32
Reiniging en onderhoud
Binnenruimte
De ovenruimte is bekleed met
b Clean Email
en
c katalytisch email.
Reinig de oven elke keer nadat u
hem gebruikt heeft. Als u te lang
wacht met schoonmaken, wordt het
moeilijker en kunt u sommige vlekken misschien helemaal niet meer
verwijderen.
b Clean Email
Dit is een bijzonder hard soort email
met een extra glad oppervlak.
Daardoor kunnen de meeste voedselresten met een spons, warm water en
afwasmiddel worden verwijderd.
Aangekoekte resten kunt u met een
schraper verwijderen. Reinig het email
vervolgens nog met een sponsje met
niet-schurend reinigingsmiddel of met
een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal.
Vruchtensap en deeg kunt u het best
verwijderen als de oven nog warm is.
Vruchtensap kan verkleuring veroorzaken. Ook kunnen na het braden doffe
plekken op de braadslede ontstaan.
Let bij het gebruik van ovenspray altijd op de aanwijzingen van de fabrikant.
Zorg ervoor dat er geen ovenspray
op het katalytische email kan komen! De spray kan het email beschadigen.
Verwijder eerst het vuil van het
Clean Email, reinig vervolgens het
katalytische email met de reinigingshulp zoals beschreven op de volgende pagina’s.
Behandel de emaillagen nooit met
harde borstels, schuursponsjes,
messen of schuurmiddelen. Deze
kunnen het email beschadigen!
33
Reiniging en onderhoud
c Katalytisch email
Omdat door de luchtcirculatie met
name de achterwand met olie- en vetspatten vervuild wordt, is deze voorzien
van een laag katalytisch email.
Dit email is in staat om olie- en vetspatten bij temperaturen boven 200 °C te
verwijderen. Hoe hoger de temperatuur, des te beter werkt dit proces. Resten van kruiden en suiker worden niet
verwijderd door de katalyse.
Katalytisch email mag niet met harde borstels, schuursponsjes, messen of schuurmiddelen behandeld
worden. Gebruik ook geen ovenspray!
Wacht niet te lang met het schoonmaken, want elke keer dat de oven weer
gebruikt wordt, komen de olie-, vet- en
voedselresten vaster te zitten.
Het katalytische email kan bij normale
vervuiling zonder, en bij erge vervuiling
met reinigingshulp gereinigd worden.
Reinigen van het katalytische email
zonder de reinigingshulp
Laat de oven eerst afkoelen. Neem vervolgens de achterwand met een vochtige doek af. Gebruik daarvoor warm water met afwasmiddel en een doekje,
een sponsje of een zachte borstel.
Gebruik geen schuurmiddelen!
Reinig daarna de bovenkant, de zijwanden en de bodem van de ovenruimte.
34
Reiniging en onderhoud
Reinigen van het katalytische email
met de reinigingshulp
Reinig vóór het inschakelen van de reinigingshulp het Clean Email.
Zo gebruikt u de reinigingshulp:
Draai de functieschakelaar op "Hetelucht".
Stel met de temperatuurschakelaar
de hoogste temperatuur in.
Laat de oven ongeveer een uur aanstaan. De benodigde tijd hangt af van
de mate van vervuiling.
Stel voor dit reinigingsproces de
kookwekker in, zodat u niet vergeet de
oven op tijd uit te schakelen.
Reinig daarna de bovenkant, de zijwanden en de bodem van de ovenruimte.
Elke keer dat de oven met hoge temperaturen wordt gebruikt, verdwijnen
eventueel achtergebleven voedselresten.
Mocht de katalytische emaillaag
door onjuist onderhoud of door sterke vervuiling niet meer (goed) werken, dan kunt u bij de Miele vakhandelaar of rechtstreeks bij Miele
Nederland B.V. een nieuwe plaat
verkrijgen.
35
Reiniging en onderhoud
Om de oven makkelijker te kunnen reinigen kunt u de ovendeur, de geleiderails en/of de achterwand verwijderen.
Het bovenste verwarmingselement kunt
u laten zakken.
Ovendeur verwijderen
Open de deur helemaal.
Klap de vergrendelingsbeugels van
de deurscharnieren naar beneden;
de scharnieren zijn nu geblokkeerd.
Ovendeur terugplaatsen
Steek de geblokkeerde scharnieren
in de openingen en klap de deur helemaal open.
Klap de vergrendelingsbeugels omhoog.
De vergrendelingsbeugels moeten
na het reinigen beslist omhoog geklapt worden, anders raken de
scharnieren weer los bij het sluiten
van de deur.
Doe de deur half dicht en trek hem
naar boven toe eruit.
36
Reiniging en onderhoud
Geleiderails verwijderen
Draai de functieschakelaar op de
stand "Verlichting".
De verwarmingselementen van de
oven moeten uitgeschakeld zijn. Anders bestaat er gevaar voor verbrandingen!
Trek de bevestigingsknop uit.
Achterwand verwijderen
Draai de schroeven in de achterwand los en verwijder de achterwand.
De oven mag niet gebruikt worden
als de achterwand niet is ingebouwd. Er bestaat anders een groot
gevaar voor verwondingen!
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Haal de geleiderails uit de oven.
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
37
Reiniging en onderhoud
Bovenste verwarmingselement laten
zakken
Draai de functieschakelaar op de
stand "Verlichting".
De verwarmingselementen van de
oven moeten uitgeschakeld zijn. Anders bestaat er gevaar voor verbrandingen!
Laat het verwarmingselement pas
zakken als het koud is. Anders bestaat er gevaar voor verbrandingen!
Haal de geleiderails uit de oven.
Laat het verwarmingselement zakken.
Druk het verwarmingselement niet
met geweld omlaag. U kunt het verwarmingselement anders beschadigen.
Trek de bevestigingsknop van het
verwarmingselement uit.
38
Afhankelijk van de mate van vervuiling
kan ook de beschermplaat worden verwijderd.
Houd de beschermplaat vast en
draai de moertjes los.
Verwijder de beschermplaat.
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Nuttige tips
Installatie en reparaties van elektrische apparaten mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd.
Ondeskundige installatie en/of reparaties kunnen een groot gevaar voor
de gebruiker veroorzaken.
De volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen:
Wat te doen als . . .
. . . de oven niet heet wordt?
Controleer
of u een verwarmingssoort én een
temperatuur heeft ingesteld;
of de kinderbeveiliging is ingeschakeld;
of de zekering van de elektrische huisinstallatie is doorgebrand.
Waarschuw indien nodig een elektricien of de Technische Dienst van Miele
Nederland B.V.
. . . de ovenverwarming wel werkt,
maar de verlichting niet?
De halogeenlamp is defect.
Zo kunt u de lamp vervangen:
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering van de huisinstallatie uit.
In de rechter wasemlijst bevindt zich
een klepje.
Schuif dit klepje omhoog.
39
Nuttige tips
Haal het metalen beugeltje uit de wasemlijst.
Verwijder het halogeenlampje:
12 V, 20 W, thermisch belastbaar tot
300°C, fitting G4, Fa. Osram, type
64428.
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
. . . na de bereiding een geluid te horen is?
Dit is geen storing!
De koudelucht-ventilator blijft nog een
tijdje lopen. Als de temperatuur beneden een bepaalde waarde komt, wordt
de ventilator automatisch uitgeschakeld.
. . . het gerecht na de ingestelde bereidingstijd nog niet gaar is?
Controleer
of u de juiste temperatuur heeft ingesteld;
of u het recept heeft veranderd. Als
het deeg vochtiger is door bijv. het
toevoegen van eieren of melk, dan is
een langere bereidingstijd nodig;
of het vetfilter is geplaatst bij het bakken met "Hetelucht". In dat geval
moet de bereidingstijd ongeveer 10
à 15 minuten langer zijn.
. . . de ovendeur tijdens de bereiding
wordt geopend en er geen geluid te
horen is?
Dit is geen storing!
Als de ovendeur tijdens de bereiding
geopend wordt, dan schakelt de deurcontactschakelaar de ovenverwarming
en, afhankelijk van de gekozen verwarmingssoort, de hetelucht-ventilator uit.
40
Nuttige tips
. . . het gerecht niet overal even bruin
is?
Een gerecht wordt nooit helemaal gelijkmatig gebruind. Als het verschil erg
groot is, controleer dan
– bij het bakken met "Hetelucht"
of de ingestelde temperatuur niet te
hoog is geweest;
of het vetfilter voor de ventilator is geplaatst;
– bij het bakken met "Boven- en onder-
warmte"
van welk materiaal de bakvorm is
vervaardigd en welke kleur deze
heeft. Bakvormen van licht, helder
en dun materiaal zijn niet zo geschikt.
. . . zich op het katalytische email
roestkleurige vlekken bevinden?
Bij het braden op het rooster worden
deeltjes van kruiden door de luchtstroom meegevoerd; deze blijven soms
aan de binnenwanden vastkleven. Zulke vlekken worden door de katalyse
niet verwijderd; u kunt ze met warm water met afwasmiddel en een zachte borstel verwijderen.
. . . u een kookzone-schakelaar heeft
ingeschakeld en de verlichting daarvan niet gaat branden?
De gloeilamp is defect!
Laat de lamp vervangen door uw Mielevakhandelaar of door de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V.
41
Technische Dienst
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar
of
– de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type oven u heeft en
welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op de typeplaatje dat zich rechts onder het bedieningspaneel bevindt.
Miele Service Verzekering Certificaat
Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgaande folder raadplegen.
42
Extra accessoires
De extra accessoires zijn verkrijgbaar
bij de Miele-vakhandel of rechtstreeks
bij Miele Nederland B.V. te Vianen.
– Telescopische ovenwagen
De telescopische ovenwagen met 5 inschuifhoogtes kan helemaal uit de
oven worden getrokken. Hierdoor kunt
u de gerechten goed bekijken.
43
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een
erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hierbij
moeten de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het plaatselijk energiebedrijf in acht genomen
worden.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een huisinstallatie die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Aansluiting op een contactdoos is
aan te bevelen, aangezien dit eventuele werkzaamheden voor de Technische
Dienst vergemakkelijkt.
Als de contactdoos voor de gebruiker
niet meer bereikbaar is, of als er een
vaste aansluiting is, dan dient ter
plaatse een dubbelpolige schakelaar
geïnstalleerd te worden, waarvan de
contactopening bij uitgeschakelde toestand 3 mm moet bedragen. Hiertoe
behoren zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais (EN 60 335).
Voordat u de oven aansluit, dient u de
aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met de
waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
Vermeld altijd het voltage en het typeen serienummer als u contact opneemt
met Miele Nederland B.V.
Ter verhoging van de veiligheid moet
de groep van de huisinstallatie waarop
het apparaat wordt aangesloten voorzien zijn van een aardlekschakelaar (30
mA).
44
Elektrische aansluiting
Inbouwfornuis
Het inbouwfornuis is uitgerust met een
5-aderige kabel van ca. 1,5 meter voor
de aansluiting aan draaistroom
(3N~400 V).
Bij aansluiting op wisselstroom
moet u een speciale kabel bestellen
bij Miele Nederland B.V.
Maximale aansluitwaarde: zie typeplaatje.
Combinatiemogelijkheden
Het inbouwfornuis kan alleen met een
van de onderstaande kookplaten en
daarbij behorende besturingseenheden gecombineerd worden:
kookplaat
KM 232KSE 200
KM 240
KM 243KSE 202-1
KM 251KSE 204-1
KM 260
KM 262
KM 263
KM 267
KM 290
besturingseenheid
KSE 203
45
Inbouwinstructies
Fornuis en besturingseenheid
van de kookplaat
Haal de spanning van het elektriciteitsnet.
Bouw de kookplaat in; zie hiertoe de
aparte gebruiksaanwijzing van de
kookplaat.
Sluit het fornuis op het elektriciteitsnet aan.
Plaats het fornuis voor de onderkast.
46
Haal de schakelknoppen van de
kookzones en de stekker van het fornuis uit de houders.
Plaats de besturingseenheid.
Inbouwinstructies
De stekkers van het fornuis / de
kookplaat en de koppelingen van
de besturingseenheid die bij elkaar
horen zijn steeds met dezelfde kleur
gemarkeerd.
Steek de schakelknoppen in het bedieningspaneel.
Steek de stekkers van het fornuis in
de koppelingen.
Schuif het inbouwfornuis tot aan de
wasemlijst in de onderkast en stel
het.
Steek vervolgens de stekkers van de
kookplaat in de koppelingen.
Open de ovendeur en schroef het
fornuis met 2 schroeven aan de zijwanden van de onderkast vast.
Het apparaat mag alleen worden
gebruikt als het is ingebouwd.
47
Inbouwinstructies
Oven
Haal de spanning van het elektriciteitsnet.
Sluit de oven op het elektriciteitsnet
aan.
Schuif de oven tot aan de wasemlijst
in de kast en stel de oven.
484950
Open de ovendeur en schroef de
oven met 2 schroeven aan de zijwanden van de kast vast.
Het apparaat mag alleen worden
gebruikt als het is ingebouwd.
51
Wijzigingen voorbehouden / 22 NL - 1197
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.