Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat
u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
hiermee onnodige schade aan het apparaat.M.-Nr. 04 508 220
T
Symbolen van de verkorte handleiding
Aan de binnenkant van de ovendeur
staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar afgebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes
% - plaatkoek van gistdeeg
+- tulband
M- cake
! - biscuitgebak
k- brood
V- krans van gistdeeg
Z- rund
:- wild
Y- varken
(- lam
;- gevogelte
_- vis
Verwarmingssoorten
D- Hetelucht
A- Boven- en onderwarmte
E - Braadautomaat
Deze verwarmingssoort bestaat bij dit
apparaat niet. Kies in plaats daarvan
"Hetelucht
D".
Gebruiksmogelijkheden
<- inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
>- braden met vetfilter
=- braden zonder vetfilter
L- braden in de pan
K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen,
inschuifhoogtes en tijdsduur.
b Controlelampje voor de ovenverlichting
c Controlelampje voor de kookzones
d Functieschakelaar voor de oven
e Temperatuurschakelaar
f Digitale klok
g Kookzoneschakelaar: links voor
h Kookzoneschakelaar: links achter
i Kookzoneschakelaar: rechts achter
j Kookzoneschakelaar: rechts voor
k Bedieningspaneel
l Typeplaatje
m Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
n Aanzuigopening voor de ventilator
4
o Inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5
p Deurcontactschakelaar
q Ovendeur met ventilatierooster en
verkorte handleiding
Algemeen
Accessoires
– Bakplaten
– Braadslede
De braadslede kan tevens als vetopvangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grilleren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "Hetelucht" of "Braadautomaat" en bij
"Grilleren met luchtcirculatie" aanbrengen.
Typeplaatje van de kookplaat
Het typeplaatje van de kookplaat is niet
meer te zien als de oven is ingebouwd.
Daarom wordt er een tweede typeplaatje meegeleverd.
Plak dit in de gebruiksaanwijzing onder
de rubriek "Technische Dienst". U heeft
de gegevens die op dit typeplaatje
staan vermeld nodig wanneer u contact opneemt met de Technische
Dienst.
De vetdruppels worden opgevangen
door het vetfilter. De binnenruimte
van de oven en de ruimte achter de
oven blijven hierdoor schoner.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op een geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
bestemd is, of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw oven /
fornuis voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat. Dat is veiliger voor
uzelf en voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit fornuis / deze oven is uitslui-
tend bestemd voor huishoudelijk
gebruik, en wel voor het bakken, braden, ontdooien, koken, inmaken, drogen en grilleren van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een
foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het fornuis / de oven aan-
sluit, dient u de aansluitgegevens
(spanning en frequentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegarandeerd als het is aangesloten op een
aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïn-
stalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische
schok).
Gebruik het fornuis / de oven al-
leen als deze is ingebouwd. Dit om
te voorkomen dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer onderdelen die onder stroom staan aangeraakt worden of als elektrische of
mechanische delen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Dit kan er ook toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden, alsmede ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
De fabrikant kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatieen onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat,
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huisinstallatie
is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd.
Oven
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u de binnenkant van de
oven aanraakt.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijv. de grill gebruikt, worden de bovenste verwarmingselementen en de afschermplaat zeer heet. U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het verwarmingselement afkoelen voordat u
het naar beneden laat zakken. Anders
kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag,
want daardoor kan het beschadigen.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer,
anders beschadigt u de oppervlakte
van de bodem
Gebruik
Pas op! Verbrandingsgevaar! De
oven / het fornuis wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is.
Niet alleen de kookzones worden
warm, maar ook bijv. de ovendeur, het
deel bij de afzuiging, de handgreep en
het bedieningspaneel.
8
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet
er ook geen zware voorwerpen op;
u kunt het apparaat hiermee beschadigen. 10 kg is het maximum gewicht dat
de deur kan dragen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het
vocht uit de gerechten kan corrosie veroorzaken. Bovendien voorkomt u door
het afdekken dat de gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te
houden, of als u gebruik wilt maken
van de restwarmte, stel dan de laagste
temperatuur in. Laat de functieschakelaar op de gekozen verwarmingssoort
staan.
Schakel het apparaat in geen geval uit.
De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe
dat het bedieningspaneel beslaat, dat
zich onder het werkblad druppels vormen of dat het meubelfront beslaat.
Door condens kan de kastombouw /
het werkblad beschadigen en kan er
corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of
de braadslede om ze te verwarmen of
te koken. De bakplaat kan zodanig
krom trekken, dat deze niet meer uit de
oven gehaald kan worden als hij heet
is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat
weer krom. Gebruik daarom het rooster
en leg daar bakpapier op.
Keramische kookplaat
De kookzones worden heet zodra
ze worden ingeschakeld. De restwarmte-aanduiding geeft aan of een
kookzone heet is.
Schakel de kookplaat onmiddellijk
uit als deze scheurtjes e.d. vertoont. Door de scheuren kunnen etensresten en overgekookt vocht bij elektrische delen geraken, waardoor
kortsluiting ontstaat.
Trek de stekker uit de contactdoos of
schakel de zekering uit. Waarschuw de
Technische Dienst van Miele Nederland
B.V.
Gebruik de kookplaat niet als werk-
blad. Leg er dus geen voorwerpen
op, want als er nog restwarmte is, of
als er nog een kookzone aanstaat, kan
er brand ontstaan.
Laat geen voorwerpen op de kera-
mische plaat vallen. Zelfs een licht
voorwerp als een zoutvaatje kan, als
het verkeerd terecht komt, scheuren of
barsten in de plaat veroorzaken.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voorkom dat er suiker in vaste of
vloeibare vorm, kunststof en aluminiumfolie op warme kookzones terechtkomen. Dit kan bij afkoeling scheuren
en barsten in de keramische plaat veroorzaken. Komt er per ongeluk toch
iets op een hete kookzone terecht,
schakel deze dan uit en verwijder de
resten onmiddellijk met een schraper
zolang de kookzone nog warm is. Let
daarbij op dat u uw handen niet brandt.
Gebruik op de keramische kook-
plaat geen pannen of schalen met
een scherpe rand aan de bodem. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te
verwijderen zijn.
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van de
oven, het fornuis en de kookplaat
nooit een stoomreiniger. Stoom kan in
aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo
kortsluiting veroorzaken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik in geen geval aluminiumfo-
lie of serviesgoed dat van kunststof is vervaardigd, omdat dit bij hoge
temperaturen smelt.
Bij de keramische kookplaat bestaat tevens het gevaar dat de keramische
plaat wordt beschadigd.
Gebruik het fornuis niet om een
ruimte te verwarmen. Door de
hoge temperatuurontwikkeling in de
ovenruimte kunnen licht ontvlambare
voorwerpen, die zich in de buurt van
de oven bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van de oven gebruikt, let er dan op
dat de aansluitkabel van de oven niet
tussen de hete ovendeur beklemd
raakt. De aansluitkabel kan beschadigen en u loopt zo het risico een elektrische schok te krijgen.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende verwarmd wordt. De tijd
die daarvoor nodig is hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de oven wordt
gezet, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is en lang genoeg wordt aangehouden.
Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende verwarmd is, kies dan liever
een iets langere tijd.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en bovendien hoog genoeg is. Roer de gerechten daartoe regelmatig door of draai ze om.
Gebruik van accessoires
Schuif na het gebruik van de schra-
per altijd het mes weer naar binnen, anders bestaat er gevaar voor verwondingen!
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
Hiermee voorkomt u dat de oven verkeerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd kan de fabrikant
niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
11
Voor het eerste gebruik
Digitale klok
Na het aansluiten van het apparaat verschijnen "0
in het display.
Dagtijd instellen
(24-uurs weergave)
Druk de toetsen "g" en "r" tegelijkertijd in.
In het display knipperen "0
"AUTO" verder.
•00"en "AUTO" knipperend
•00"en
Oven
Neem de ovenruimte af met warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de ovenruimte daarna met een
schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is.
Was de accessoires af.
Voer de dagtijd met de +/- toets in
minuten)
•
(uren
Zodra de +/- toets wordt ingedrukt, verschijnt "@ " in het display.
Na het invoeren loopt de dagtijd per minuut af.
12
Plaats de meegeleverde geleide-
rails in de oven.
Voor het eerste gebruik
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd
een onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Door een hoge
temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur
aan:
Draai de functieschakelaar op "Hetelucht D".
Stel met de temperatuurschakelaar
de hoogste temperatuur in.
U kunt dit ook m.b.v. de digitale klok
automatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht
kan worden toegevoerd als de oven
aanstaat.
Keramische kookplaat
Reinig de keramische kookplaat eerst
eenmaal grondig en daarna regelmatig. Reinig de plaat alleen als deze
handwarm of koud is.
Bij het eerste gebruik kan er even een
geur vrijkomen; het water in de isolering verdampt.
13
Kookzones - schakelknoppen
De kookzones worden m.b.v. energieschakelaars bestuurd.
Draai de kookzoneschakelaars alleen rechtsom en maximaal tot aan
de aanslag.
De schakelaars gaan anders kapot.
Zodra een schakelaar op een bepaalde stand wordt gedraaid, begint het
controlelampje voor de kookzones te
branden. Dit lampje gaat uit zodra de
schakelaar op "0" wordt gedraaid.
Zo gebruikt u de keramische
kookplaat
Kies een hoge stand voor het aan de
kook brengen of aanbraden van een
gerecht.
Zodra er stoom onder de rand van
de pan vandaan komt, moet de kookzoneschakelaar teruggedraaid worden op een lagere stand.
Als u de schakelaar op tijd terugdraait
– voorkomt u dat gerechten overkoken;
– voorkomt u dat gerechten aanbran-
den;
– bespaart u energie.
Tabel voor het instellen van de
kookzoneschakelaars
stand
boter smelten
chocolade smelten
gelatine oplossen
yoghurt maken
gerechten warm houden
kleine hoeveelheden
opwarmen
saus maken
diepvriesprodukten ontdooien
groente/fruit blancheren
vis stoven
bouillon trekken
vlees/vis/groente koken
aardappels/eenpansgerechten/
soep koken
jam maken
vlees braden
eieren bakken
pannekoeken bakken
biefstuk bakken
frituren in vet
De getallen in deze tabel zijn richtlijnen. Ze
hebben betrekking op normale porties voor 4
personen. Als u hogere pannen gebruikt, zonder deksel kookt of grotere hoeveelheden bereidt, moet een hogere stand worden ingesteld. Als u kleinere hoeveelheden bereidt,
moet een lagere stand worden ingesteld.
1 - 2
1 - 3
3 - 5
4 - 6
7 - 10
9 - 12
14
Kookzones - algemeen
Keramische kookplaat
Doorsnede kookzones
De kookzones zijn duidelijk zichtbaar in
de kookplaat aangebracht.
Alleen de ingeschakelde kookzone
wordt verwarmd. de rest van het oppervlak blijft relatief koud.
Restwarmte-indicator
Iedere kookzone heeft een controlelampje voor de restwarmte. Wanneer de
kookzone na het inschakelen een bepaalde temperatuur heeft bereikt, gaat
dit lampje branden.
Het lampje gaat weer uit als de kookzone niet meer warm is.
Kookzone-vergroting n
De vergroting van de kookzone links
voor wordt met de betreffende kookzoneschakelaar ingeschakeld.
Draai de schakelaar alleen rechtsom tot aan de aanslag.
De schakelaar gaat anders kapot..
Draai de schakelaar rechtsom - door
stand 12 heen - op het symbool "n".
Stel vervolgens de gewenste stand
in.
Als de kookzoneschakelaar vervolgens
op "0" wordt gedraaid, gaan zowel de
kookzone als de vergroting ervan uit.
Deze functie is gekoppeld aan een controlelampje in het display. Dit lampje
gaat branden zodra de vergroting van
de kookzone is ingeschakeld.
15
Kookzones - gebruik
De juiste pannen
Als u de volgende adviezen opvolgt
– bespaart u zoveel mogelijk energie;
– voorkomt u dat overkokend vocht in-
brandt.
De bodem van de pan
De pannen moeten een stabiele onderkant hebben die iets naar binnen buigt.
Als de bodem heet wordt, staat deze
vlak op de kookzone. Gebruik pannen
die geschikt zijn voor koken op een keramische kookplaat.
De grootte van de pan
De doorsnede van de pan moet iets
groter zijn dan die van de kookzone.
Het deksel
Een deksel op de pan voorkomt dat de
warmte ontsnapt.
16
Kookzones - gebruik
Let op het volgende
Om onnodig energieverbruik te voorkomen moet u altijd een pan op de kookzone zetten voordat u deze inschakelt.
Zowel de kookzone als de pan moet
schoon en droog zijn. Hierdoor hoeft u
na het koken minder schoon te maken.
Zorg ervoor dat er geen zand op de
kookzones ligt.
Als er zand tussen pan en kookzone
komt, kan dit krassen veroorzaken.
De bodem van de pan mag geen
scherpe randen hebben.
Als u een pan met scherpe randen verschuift, ontstaan er krassen op de keramische kookplaat.
Schuif niet met bakplaten of
braadsledes over de kookplaat.
Pannen van aluminium en pannen
van roestvrij staal met een aluminium bodem kunnen parelmoerachtige vlekken op de kookplaat veroorzaken.
Deze vlekken kunt u het beste onmiddellijk verwijderen met een speciaal reinigingsmiddel (zie de rubriek "Reiniging en onderhoud").
Hierdoor ontstaan krassen!
17
Kookzones - gebruik
Laat op warme kookzones geen suiker in vaste of vloeibare vorm terechtkomen en leg er geen kunststof of aluminiumfolie op.
Dit kan bij afkoeling scheuren en barsten in de keramische plaat veroorzaken. Komt er toch per ongeluk iets op
een hete kookzone terecht, schakel
deze dan uit en verwijder de resten onmiddellijk met een schraper zolang de
kookzone nog warm is. Let daarbij op
dat u uw handen niet brandt.
Als de bevuilde kookzone afkoelt zonder dat deze van tevoren is gereinigd,
ontstaan er kraterachtige gaten in de
keramische plaat.
18
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.