Miele H 232 E, H 232 B User manual

Gebruiksaanwijzing
Combi-fornuis H 232 E Combi-oven H 232 B
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. M.-Nr. 04 508 220
T
Aan de binnenkant van de ovendeur staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar af­gebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes % - plaatkoek van gistdeeg + - tulband M - cake ! - biscuitgebak k - brood V - krans van gistdeeg Z - rund : - wild Y - varken ( - lam ; - gevogelte _ - vis
Verwarmingssoorten
D - Hetelucht A - Boven- en onderwarmte E - Braadautomaat
Deze verwarmingssoort bestaat bij dit apparaat niet. Kies in plaats daarvan "Hetelucht
D".
Gebruiksmogelijkheden
< - inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
> - braden met vetfilter = - braden zonder vetfilter L - braden in de pan K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen, inschuifhoogtes en tijdsduur.
Kies gewoonlijk de gemiddelde tempe-
ratuur. Test na afloop van de kortste berei-
dingstijd of het gerecht gaar is.
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-11
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12-13
Kookzones
Schakelknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16-18
Oven
Verwarmingssoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19-20
Bediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21-23
Bediening van de digitale klok. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24-27
Gebruiksmogelijkheden
– Bakken, Tabel voor het bakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28-31
– Braden, Tabel voor het braden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32-34
– Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
– Koken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
– Inmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
– Grilleren, Tabel voor het gebruik van de grill . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38-40
Geteste gerechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Reiniging en onderhoud
– Keramische kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42-43
– Front, bedieningspaneel, accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
– Binnenruimte van de oven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45-50
Nuttige tips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51-53
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Extra accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Voor de installateur / elektricien
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Inbouwinstructies
– Keramische kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56-57
– Fornuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
– Oven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Algemeen
H 232 E
b Controlelampje voor de ovenverlichting c Controlelampje voor de kookzones d Functieschakelaar voor de oven e Temperatuurschakelaar f Digitale klok
g Kookzoneschakelaar: links voor h Kookzoneschakelaar: links achter i Kookzoneschakelaar: rechts achter j Kookzoneschakelaar: rechts voor
k Bedieningspaneel l Typeplaatje m Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
n Aanzuigopening voor de ventilator
4
o Inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5 p Deurcontactschakelaar q Ovendeur met ventilatierooster en
verkorte handleiding
Algemeen
Accessoires
BakplatenBraadslede
De braadslede kan tevens als vetop­vangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grille­ren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "He­telucht" of "Braadautomaat" en bij "Grilleren met luchtcirculatie" aan­brengen.
Typeplaatje van de kookplaat
Het typeplaatje van de kookplaat is niet meer te zien als de oven is ingebouwd. Daarom wordt er een tweede typeplaat­je meegeleverd. Plak dit in de gebruiksaanwijzing onder de rubriek "Technische Dienst". U heeft de gegevens die op dit typeplaatje staan vermeld nodig wanneer u con­tact opneemt met de Technische Dienst.
De vetdruppels worden opgevangen door het vetfilter. De binnenruimte van de oven en de ruimte achter de oven blijven hierdoor schoner.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateri­aal remt de afvalproductie en het ge­bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge­meente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen de onderdelen vaak nog waardevol zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude apparaat via de dealer of via de ge­meente gerecycled kan worden (zorgt u ervoor dat het afgedankte apparaat tot die tijd buiten het bereik van kinde­ren wordt opgeslagen). U kunt hierover meer informatie vinden in de rubriek "Veiligheidsinstructies en waarschuwin­gen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsbepalingen. Als het apparaat echter niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor het bestemd is, of als het op een ver­keerde manier wordt bediend, kun­nen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks­aanwijzing door voordat u uw oven / fornuis voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies voor het inbouwen, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit fornuis / deze oven is uitslui-
tend bestemd voor huishoudelijk gebruik, en wel voor het bakken, bra­den, ontdooien, koken, inmaken, dro­gen en grilleren van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is voor eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroor­zaakt door gebruik voor andere doelein­den dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het fornuis / de oven aan-
sluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het type­plaatje met de waarden van het elektri­citeitsnet te vergelijken. Deze gege­vens moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegaran­deerd als het is aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de gel­dende veiligheidsbepalingen is geïn- stalleerd. Laat de huisinstallatie bij twij­fel door een vakman inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of bescha­digde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Gebruik het fornuis / de oven al-
leen als deze is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektri­sche onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer on­derdelen die onder stroom staan aan­geraakt worden of als elektrische of mechanische delen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Dit kan er ook toe leiden dat het appa­raat niet meer goed functioneert.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamhe­den, alsmede ondeskundig uitgevoer­de reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. De fabrikant kan daarvoor niet aanspra­kelijk worden gesteld. Laat installatie­en onderhoudswerkzaamheden en re­paraties uitsluitend uitvoeren door er­kende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat, als aan één van de volgende voorwaar­den is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huisinstallatie
is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Met verlengsnoe­ren kan een veilig gebruik van het ap­paraat niet worden gewaarborgd.
Oven
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit haalt, of als u de binnenkant van de oven aanraakt. Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of bijv. de grill gebruikt, worden de boven­ste verwarmingselementen en de af­schermplaat zeer heet. U kunt zich hier­aan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het ver­warmingselement afkoelen voordat u het naar beneden laat zakken. Anders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag, want daardoor kan het beschadigen.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken. Deze kunnen door overdruk uit elkaar springen en de oven beschadigen.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer, anders beschadigt u de oppervlakte van de bodem
Gebruik
Pas op! Verbrandingsgevaar! De oven / het fornuis wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in wer­king is. Niet alleen de kookzones worden warm, maar ook bijv. de ovendeur, het deel bij de afzuiging, de handgreep en het bedieningspaneel.
8
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet er ook geen zware voorwerpen op; u kunt het apparaat hiermee beschadi­gen. 10 kg is het maximum gewicht dat de deur kan dragen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het vocht uit de gerechten kan corrosie ver­oorzaken. Bovendien voorkomt u door het afdekken dat de gerechten uitdro­gen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te houden, of als u gebruik wilt maken van de restwarmte, stel dan de laagste temperatuur in. Laat de functieschake­laar op de gekozen verwarmingssoort staan. Schakel het apparaat in geen geval uit. De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe dat het bedieningspaneel beslaat, dat zich onder het werkblad druppels vor­men of dat het meubelfront beslaat. Door condens kan de kastombouw / het werkblad beschadigen en kan er corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of de braadslede om ze te verwarmen of te koken. De bakplaat kan zodanig krom trekken, dat deze niet meer uit de oven gehaald kan worden als hij heet is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat weer krom. Gebruik daarom het rooster en leg daar bakpapier op.
Keramische kookplaat
De kookzones worden heet zodra
ze worden ingeschakeld. De rest­warmte-aanduiding geeft aan of een kookzone heet is.
Schakel de kookplaat onmiddellijk
uit als deze scheurtjes e.d. ver­toont. Door de scheuren kunnen etens­resten en overgekookt vocht bij elektri­sche delen geraken, waardoor kortsluiting ontstaat. Trek de stekker uit de contactdoos of schakel de zekering uit. Waarschuw de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Gebruik de kookplaat niet als werk-
blad. Leg er dus geen voorwerpen op, want als er nog restwarmte is, of als er nog een kookzone aanstaat, kan er brand ontstaan.
Laat geen voorwerpen op de kera-
mische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp als een zoutvaatje kan, als het verkeerd terecht komt, scheuren of barsten in de plaat veroorzaken.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voorkom dat er suiker in vaste of
vloeibare vorm, kunststof en alumi­niumfolie op warme kookzones terecht­komen. Dit kan bij afkoeling scheuren en barsten in de keramische plaat ver­oorzaken. Komt er per ongeluk toch iets op een hete kookzone terecht, schakel deze dan uit en verwijder de resten onmiddellijk met een schraper zolang de kookzone nog warm is. Let daarbij op dat u uw handen niet brandt.
Gebruik op de keramische kook-
plaat geen pannen of schalen met een scherpe rand aan de bodem. Daar­door ontstaan krassen die niet meer te verwijderen zijn.
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van de
oven, het fornuis en de kookplaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het ap­paraat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt. Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik in geen geval aluminiumfo-
lie of serviesgoed dat van kunst­stof is vervaardigd, omdat dit bij hoge temperaturen smelt. Bij de keramische kookplaat bestaat te­vens het gevaar dat de keramische plaat wordt beschadigd.
Gebruik het fornuis niet om een
ruimte te verwarmen. Door de hoge temperatuurontwikkeling in de ovenruimte kunnen licht ontvlambare voorwerpen, die zich in de buurt van de oven bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van de oven gebruikt, let er dan op dat de aansluitkabel van de oven niet tussen de hete ovendeur beklemd raakt. De aansluitkabel kan beschadi­gen en u loopt zo het risico een elektri­sche schok te krijgen.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende verwarmd wordt. De tijd die daarvoor nodig is hangt af van ver­schillende factoren, zoals de tempera­tuur van de ingrediënten op het mo­ment dat het gerecht in de oven wordt gezet, de hoeveelheid, het soort voed­sel, de kwaliteit ervan en eventuele wij­zigingen in het recept. Eventuele bacte­riën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is en lang genoeg wordt aangehouden. Wanneer u twijfelt of een gerecht vol­doende verwarmd is, kies dan liever een iets langere tijd.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en bovendien hoog ge­noeg is. Roer de gerechten daartoe re­gelmatig door of draai ze om.
Gebruik van accessoires
Schuif na het gebruik van de schra-
per altijd het mes weer naar bin­nen, anders bestaat er gevaar voor ver­wondingen!
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aan­sluitkabel onbruikbaar. Hiermee voorkomt u dat de oven ver­keerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden ge­steld voor schade die daar eventu­eel het gevolg van is.
11
Voor het eerste gebruik
Digitale klok
Na het aansluiten van het apparaat ver­schijnen "0 in het display.
Dagtijd instellen
(24-uurs weergave)
Druk de toetsen "g" en "r" tegelij­kertijd in.
In het display knipperen "0 "AUTO" verder.
00" en "AUTO" knipperend
00" en
Oven
Neem de ovenruimte af met warm water en een mild reinigingsmiddel. Wrijf de ovenruimte daarna met een schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de binnenruimte droog is.
Was de accessoires af.
Voer de dagtijd met de +/- toets in
minuten)
(uren
Zodra de +/- toets wordt ingedrukt, ver­schijnt "@ " in het display.
Na het invoeren loopt de dagtijd per mi­nuut af.
12
Plaats de meegeleverde geleide-
rails in de oven.
Voor het eerste gebruik
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een onaangename geur als ze voor het eerst worden gebruikt. Door een hoge temperatuur verdwijnt deze geur snel­ler.
Zet de oven daarom minstens één uur aan:
Draai de functieschakelaar op "Hete­lucht D".
Stel met de temperatuurschakelaar de hoogste temperatuur in.
U kunt dit ook m.b.v. de digitale klok automatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht kan worden toegevoerd als de oven aanstaat.
Keramische kookplaat
Reinig de keramische kookplaat eerst eenmaal grondig en daarna regelma­tig. Reinig de plaat alleen als deze handwarm of koud is.
Bij het eerste gebruik kan er even een geur vrijkomen; het water in de isole­ring verdampt.
13
Kookzones - schakelknoppen
De kookzones worden m.b.v. energie­schakelaars bestuurd.
Draai de kookzoneschakelaars al­leen rechtsom en maximaal tot aan de aanslag. De schakelaars gaan anders kapot.
Zodra een schakelaar op een bepaal­de stand wordt gedraaid, begint het controlelampje voor de kookzones te branden. Dit lampje gaat uit zodra de schakelaar op "0" wordt gedraaid.
Zo gebruikt u de keramische kookplaat
Kies een hoge stand voor het aan de kook brengen of aanbraden van een gerecht.
Zodra er stoom onder de rand van de pan vandaan komt, moet de kook­zoneschakelaar teruggedraaid wor­den op een lagere stand.
Als u de schakelaar op tijd terugdraait
voorkomt u dat gerechten overkoken;voorkomt u dat gerechten aanbran-
den;
– bespaart u energie.
Tabel voor het instellen van de kookzoneschakelaars
stand
boter smelten chocolade smelten gelatine oplossen yoghurt maken
gerechten warm houden kleine hoeveelheden opwarmen saus maken
diepvriesprodukten ontdooien groente/fruit blancheren vis stoven bouillon trekken
vlees/vis/groente koken aardappels/eenpansgerechten/ soep koken jam maken
vlees braden eieren bakken
pannekoeken bakken biefstuk bakken frituren in vet
De getallen in deze tabel zijn richtlijnen. Ze hebben betrekking op normale porties voor 4 personen. Als u hogere pannen gebruikt, zon­der deksel kookt of grotere hoeveelheden be­reidt, moet een hogere stand worden inge­steld. Als u kleinere hoeveelheden bereidt, moet een lagere stand worden ingesteld.
1 - 2
1 - 3
3 - 5
4 - 6
7 - 10
9 - 12
14
Kookzones - algemeen
Keramische kookplaat
Doorsnede kookzones
De kookzones zijn duidelijk zichtbaar in de kookplaat aangebracht.
Alleen de ingeschakelde kookzone wordt verwarmd. de rest van het opper­vlak blijft relatief koud.
Restwarmte-indicator
Iedere kookzone heeft een controlelam­pje voor de restwarmte. Wanneer de kookzone na het inschakelen een be­paalde temperatuur heeft bereikt, gaat dit lampje branden.
Het lampje gaat weer uit als de kookzo­ne niet meer warm is.
Kookzone-vergroting n
De vergroting van de kookzone links voor wordt met de betreffende kookzo­neschakelaar ingeschakeld.
Draai de schakelaar alleen rechts­om tot aan de aanslag. De schakelaar gaat anders kapot..
Draai de schakelaar rechtsom - door stand 12 heen - op het symbool "n".
Stel vervolgens de gewenste stand in.
Als de kookzoneschakelaar vervolgens op "0" wordt gedraaid, gaan zowel de kookzone als de vergroting ervan uit.
Deze functie is gekoppeld aan een con­trolelampje in het display. Dit lampje gaat branden zodra de vergroting van de kookzone is ingeschakeld.
15
Kookzones - gebruik
De juiste pannen
Als u de volgende adviezen opvolgt
bespaart u zoveel mogelijk energie;voorkomt u dat overkokend vocht in-
brandt.
De bodem van de pan
De pannen moeten een stabiele onder­kant hebben die iets naar binnen buigt.
Als de bodem heet wordt, staat deze vlak op de kookzone. Gebruik pannen die geschikt zijn voor koken op een ke­ramische kookplaat.
De grootte van de pan
De doorsnede van de pan moet iets groter zijn dan die van de kookzone.
Het deksel
Een deksel op de pan voorkomt dat de warmte ontsnapt.
16
Kookzones - gebruik
Let op het volgende
Om onnodig energieverbruik te voorko­men moet u altijd een pan op de kook­zone zetten voordat u deze inschakelt.
Zowel de kookzone als de pan moet schoon en droog zijn. Hierdoor hoeft u na het koken minder schoon te maken.
Zorg ervoor dat er geen zand op de kookzones ligt.
Als er zand tussen pan en kookzone komt, kan dit krassen veroorzaken.
De bodem van de pan mag geen scherpe randen hebben.
Als u een pan met scherpe randen ver­schuift, ontstaan er krassen op de kera­mische kookplaat.
Schuif niet met bakplaten of braadsledes over de kookplaat.
Pannen van aluminium en pannen van roestvrij staal met een alumini­um bodem kunnen parelmoerachti­ge vlekken op de kookplaat veroor­zaken.
Deze vlekken kunt u het beste onmid­dellijk verwijderen met een speciaal rei­nigingsmiddel (zie de rubriek "Reini­ging en onderhoud").
Hierdoor ontstaan krassen!
17
Kookzones - gebruik
Laat op warme kookzones geen sui­ker in vaste of vloeibare vorm te­rechtkomen en leg er geen kunst­stof of aluminiumfolie op.
Dit kan bij afkoeling scheuren en bar­sten in de keramische plaat veroorza­ken. Komt er toch per ongeluk iets op een hete kookzone terecht, schakel deze dan uit en verwijder de resten on­middellijk met een schraper zolang de kookzone nog warm is. Let daarbij op dat u uw handen niet brandt.
Als de bevuilde kookzone afkoelt zon­der dat deze van tevoren is gereinigd, ontstaan er kraterachtige gaten in de keramische plaat.
18
Loading...
+ 42 hidden pages