Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat
u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
hiermee onnodige schade aan het apparaat.M.-Nr. 04 508 220
T
Page 2
Symbolen van de verkorte handleiding
Aan de binnenkant van de ovendeur
staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar afgebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes
% - plaatkoek van gistdeeg
+- tulband
M- cake
! - biscuitgebak
k- brood
V- krans van gistdeeg
Z- rund
:- wild
Y- varken
(- lam
;- gevogelte
_- vis
Verwarmingssoorten
D- Hetelucht
A- Boven- en onderwarmte
E - Braadautomaat
Deze verwarmingssoort bestaat bij dit
apparaat niet. Kies in plaats daarvan
"Hetelucht
D".
Gebruiksmogelijkheden
<- inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
>- braden met vetfilter
=- braden zonder vetfilter
L- braden in de pan
K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen,
inschuifhoogtes en tijdsduur.
b Controlelampje voor de ovenverlichting
c Controlelampje voor de kookzones
d Functieschakelaar voor de oven
e Temperatuurschakelaar
f Digitale klok
g Kookzoneschakelaar: links voor
h Kookzoneschakelaar: links achter
i Kookzoneschakelaar: rechts achter
j Kookzoneschakelaar: rechts voor
k Bedieningspaneel
l Typeplaatje
m Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
n Aanzuigopening voor de ventilator
4
o Inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5
p Deurcontactschakelaar
q Ovendeur met ventilatierooster en
verkorte handleiding
Page 5
Algemeen
Accessoires
– Bakplaten
– Braadslede
De braadslede kan tevens als vetopvangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grilleren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "Hetelucht" of "Braadautomaat" en bij
"Grilleren met luchtcirculatie" aanbrengen.
Typeplaatje van de kookplaat
Het typeplaatje van de kookplaat is niet
meer te zien als de oven is ingebouwd.
Daarom wordt er een tweede typeplaatje meegeleverd.
Plak dit in de gebruiksaanwijzing onder
de rubriek "Technische Dienst". U heeft
de gegevens die op dit typeplaatje
staan vermeld nodig wanneer u contact opneemt met de Technische
Dienst.
De vetdruppels worden opgevangen
door het vetfilter. De binnenruimte
van de oven en de ruimte achter de
oven blijven hierdoor schoner.
5
Page 6
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op een geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
6
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
bestemd is, of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw oven /
fornuis voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat. Dat is veiliger voor
uzelf en voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit fornuis / deze oven is uitslui-
tend bestemd voor huishoudelijk
gebruik, en wel voor het bakken, braden, ontdooien, koken, inmaken, drogen en grilleren van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een
foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het fornuis / de oven aan-
sluit, dient u de aansluitgegevens
(spanning en frequentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegarandeerd als het is aangesloten op een
aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïn-
stalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische
schok).
Gebruik het fornuis / de oven al-
leen als deze is ingebouwd. Dit om
te voorkomen dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer onderdelen die onder stroom staan aangeraakt worden of als elektrische of
mechanische delen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Dit kan er ook toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden, alsmede ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
De fabrikant kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatieen onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat,
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huisinstallatie
is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd.
Oven
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u de binnenkant van de
oven aanraakt.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijv. de grill gebruikt, worden de bovenste verwarmingselementen en de afschermplaat zeer heet. U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het verwarmingselement afkoelen voordat u
het naar beneden laat zakken. Anders
kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag,
want daardoor kan het beschadigen.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer,
anders beschadigt u de oppervlakte
van de bodem
Gebruik
Pas op! Verbrandingsgevaar! De
oven / het fornuis wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is.
Niet alleen de kookzones worden
warm, maar ook bijv. de ovendeur, het
deel bij de afzuiging, de handgreep en
het bedieningspaneel.
8
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet
er ook geen zware voorwerpen op;
u kunt het apparaat hiermee beschadigen. 10 kg is het maximum gewicht dat
de deur kan dragen.
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het
vocht uit de gerechten kan corrosie veroorzaken. Bovendien voorkomt u door
het afdekken dat de gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te
houden, of als u gebruik wilt maken
van de restwarmte, stel dan de laagste
temperatuur in. Laat de functieschakelaar op de gekozen verwarmingssoort
staan.
Schakel het apparaat in geen geval uit.
De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe
dat het bedieningspaneel beslaat, dat
zich onder het werkblad druppels vormen of dat het meubelfront beslaat.
Door condens kan de kastombouw /
het werkblad beschadigen en kan er
corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of
de braadslede om ze te verwarmen of
te koken. De bakplaat kan zodanig
krom trekken, dat deze niet meer uit de
oven gehaald kan worden als hij heet
is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat
weer krom. Gebruik daarom het rooster
en leg daar bakpapier op.
Keramische kookplaat
De kookzones worden heet zodra
ze worden ingeschakeld. De restwarmte-aanduiding geeft aan of een
kookzone heet is.
Schakel de kookplaat onmiddellijk
uit als deze scheurtjes e.d. vertoont. Door de scheuren kunnen etensresten en overgekookt vocht bij elektrische delen geraken, waardoor
kortsluiting ontstaat.
Trek de stekker uit de contactdoos of
schakel de zekering uit. Waarschuw de
Technische Dienst van Miele Nederland
B.V.
Gebruik de kookplaat niet als werk-
blad. Leg er dus geen voorwerpen
op, want als er nog restwarmte is, of
als er nog een kookzone aanstaat, kan
er brand ontstaan.
Laat geen voorwerpen op de kera-
mische plaat vallen. Zelfs een licht
voorwerp als een zoutvaatje kan, als
het verkeerd terecht komt, scheuren of
barsten in de plaat veroorzaken.
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voorkom dat er suiker in vaste of
vloeibare vorm, kunststof en aluminiumfolie op warme kookzones terechtkomen. Dit kan bij afkoeling scheuren
en barsten in de keramische plaat veroorzaken. Komt er per ongeluk toch
iets op een hete kookzone terecht,
schakel deze dan uit en verwijder de
resten onmiddellijk met een schraper
zolang de kookzone nog warm is. Let
daarbij op dat u uw handen niet brandt.
Gebruik op de keramische kook-
plaat geen pannen of schalen met
een scherpe rand aan de bodem. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te
verwijderen zijn.
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van de
oven, het fornuis en de kookplaat
nooit een stoomreiniger. Stoom kan in
aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo
kortsluiting veroorzaken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik in geen geval aluminiumfo-
lie of serviesgoed dat van kunststof is vervaardigd, omdat dit bij hoge
temperaturen smelt.
Bij de keramische kookplaat bestaat tevens het gevaar dat de keramische
plaat wordt beschadigd.
Gebruik het fornuis niet om een
ruimte te verwarmen. Door de
hoge temperatuurontwikkeling in de
ovenruimte kunnen licht ontvlambare
voorwerpen, die zich in de buurt van
de oven bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van de oven gebruikt, let er dan op
dat de aansluitkabel van de oven niet
tussen de hete ovendeur beklemd
raakt. De aansluitkabel kan beschadigen en u loopt zo het risico een elektrische schok te krijgen.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende verwarmd wordt. De tijd
die daarvoor nodig is hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de oven wordt
gezet, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is en lang genoeg wordt aangehouden.
Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende verwarmd is, kies dan liever
een iets langere tijd.
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en bovendien hoog genoeg is. Roer de gerechten daartoe regelmatig door of draai ze om.
Gebruik van accessoires
Schuif na het gebruik van de schra-
per altijd het mes weer naar binnen, anders bestaat er gevaar voor verwondingen!
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
Hiermee voorkomt u dat de oven verkeerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd kan de fabrikant
niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
11
Page 12
Voor het eerste gebruik
Digitale klok
Na het aansluiten van het apparaat verschijnen "0
in het display.
Dagtijd instellen
(24-uurs weergave)
Druk de toetsen "g" en "r" tegelijkertijd in.
In het display knipperen "0
"AUTO" verder.
•00"en "AUTO" knipperend
•00"en
Oven
Neem de ovenruimte af met warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de ovenruimte daarna met een
schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is.
Was de accessoires af.
Voer de dagtijd met de +/- toets in
minuten)
•
(uren
Zodra de +/- toets wordt ingedrukt, verschijnt "@ " in het display.
Na het invoeren loopt de dagtijd per minuut af.
12
Plaats de meegeleverde geleide-
rails in de oven.
Page 13
Voor het eerste gebruik
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd
een onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Door een hoge
temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur
aan:
Draai de functieschakelaar op "Hetelucht D".
Stel met de temperatuurschakelaar
de hoogste temperatuur in.
U kunt dit ook m.b.v. de digitale klok
automatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht
kan worden toegevoerd als de oven
aanstaat.
Keramische kookplaat
Reinig de keramische kookplaat eerst
eenmaal grondig en daarna regelmatig. Reinig de plaat alleen als deze
handwarm of koud is.
Bij het eerste gebruik kan er even een
geur vrijkomen; het water in de isolering verdampt.
13
Page 14
Kookzones - schakelknoppen
De kookzones worden m.b.v. energieschakelaars bestuurd.
Draai de kookzoneschakelaars alleen rechtsom en maximaal tot aan
de aanslag.
De schakelaars gaan anders kapot.
Zodra een schakelaar op een bepaalde stand wordt gedraaid, begint het
controlelampje voor de kookzones te
branden. Dit lampje gaat uit zodra de
schakelaar op "0" wordt gedraaid.
Zo gebruikt u de keramische
kookplaat
Kies een hoge stand voor het aan de
kook brengen of aanbraden van een
gerecht.
Zodra er stoom onder de rand van
de pan vandaan komt, moet de kookzoneschakelaar teruggedraaid worden op een lagere stand.
Als u de schakelaar op tijd terugdraait
– voorkomt u dat gerechten overkoken;
– voorkomt u dat gerechten aanbran-
den;
– bespaart u energie.
Tabel voor het instellen van de
kookzoneschakelaars
stand
boter smelten
chocolade smelten
gelatine oplossen
yoghurt maken
gerechten warm houden
kleine hoeveelheden
opwarmen
saus maken
diepvriesprodukten ontdooien
groente/fruit blancheren
vis stoven
bouillon trekken
vlees/vis/groente koken
aardappels/eenpansgerechten/
soep koken
jam maken
vlees braden
eieren bakken
pannekoeken bakken
biefstuk bakken
frituren in vet
De getallen in deze tabel zijn richtlijnen. Ze
hebben betrekking op normale porties voor 4
personen. Als u hogere pannen gebruikt, zonder deksel kookt of grotere hoeveelheden bereidt, moet een hogere stand worden ingesteld. Als u kleinere hoeveelheden bereidt,
moet een lagere stand worden ingesteld.
1 - 2
1 - 3
3 - 5
4 - 6
7 - 10
9 - 12
14
Page 15
Kookzones - algemeen
Keramische kookplaat
Doorsnede kookzones
De kookzones zijn duidelijk zichtbaar in
de kookplaat aangebracht.
Alleen de ingeschakelde kookzone
wordt verwarmd. de rest van het oppervlak blijft relatief koud.
Restwarmte-indicator
Iedere kookzone heeft een controlelampje voor de restwarmte. Wanneer de
kookzone na het inschakelen een bepaalde temperatuur heeft bereikt, gaat
dit lampje branden.
Het lampje gaat weer uit als de kookzone niet meer warm is.
Kookzone-vergroting n
De vergroting van de kookzone links
voor wordt met de betreffende kookzoneschakelaar ingeschakeld.
Draai de schakelaar alleen rechtsom tot aan de aanslag.
De schakelaar gaat anders kapot..
Draai de schakelaar rechtsom - door
stand 12 heen - op het symbool "n".
Stel vervolgens de gewenste stand
in.
Als de kookzoneschakelaar vervolgens
op "0" wordt gedraaid, gaan zowel de
kookzone als de vergroting ervan uit.
Deze functie is gekoppeld aan een controlelampje in het display. Dit lampje
gaat branden zodra de vergroting van
de kookzone is ingeschakeld.
15
Page 16
Kookzones - gebruik
De juiste pannen
Als u de volgende adviezen opvolgt
– bespaart u zoveel mogelijk energie;
– voorkomt u dat overkokend vocht in-
brandt.
De bodem van de pan
De pannen moeten een stabiele onderkant hebben die iets naar binnen buigt.
Als de bodem heet wordt, staat deze
vlak op de kookzone. Gebruik pannen
die geschikt zijn voor koken op een keramische kookplaat.
De grootte van de pan
De doorsnede van de pan moet iets
groter zijn dan die van de kookzone.
Het deksel
Een deksel op de pan voorkomt dat de
warmte ontsnapt.
16
Page 17
Kookzones - gebruik
Let op het volgende
Om onnodig energieverbruik te voorkomen moet u altijd een pan op de kookzone zetten voordat u deze inschakelt.
Zowel de kookzone als de pan moet
schoon en droog zijn. Hierdoor hoeft u
na het koken minder schoon te maken.
Zorg ervoor dat er geen zand op de
kookzones ligt.
Als er zand tussen pan en kookzone
komt, kan dit krassen veroorzaken.
De bodem van de pan mag geen
scherpe randen hebben.
Als u een pan met scherpe randen verschuift, ontstaan er krassen op de keramische kookplaat.
Schuif niet met bakplaten of
braadsledes over de kookplaat.
Pannen van aluminium en pannen
van roestvrij staal met een aluminium bodem kunnen parelmoerachtige vlekken op de kookplaat veroorzaken.
Deze vlekken kunt u het beste onmiddellijk verwijderen met een speciaal reinigingsmiddel (zie de rubriek "Reiniging en onderhoud").
Hierdoor ontstaan krassen!
17
Page 18
Kookzones - gebruik
Laat op warme kookzones geen suiker in vaste of vloeibare vorm terechtkomen en leg er geen kunststof of aluminiumfolie op.
Dit kan bij afkoeling scheuren en barsten in de keramische plaat veroorzaken. Komt er toch per ongeluk iets op
een hete kookzone terecht, schakel
deze dan uit en verwijder de resten onmiddellijk met een schraper zolang de
kookzone nog warm is. Let daarbij op
dat u uw handen niet brandt.
Als de bevuilde kookzone afkoelt zonder dat deze van tevoren is gereinigd,
ontstaan er kraterachtige gaten in de
keramische plaat.
18
Page 19
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een
hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt
de lucht uit de oven, leidt deze langs
het ringvormige verwarmingselement
en blaast de verwarmde lucht door de
openingen in de achterwand weer terug.
Omdat de gerechten direct worden verwarmd is voorverwarmen van de oven
niet nodig.
Uitzondering: voor het braden van rosbief of filet moet de oven wel worden
voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er
op verschillende niveaus tegelijk worden gebakken en gebraden. Door de
hete luchtstroom kan er bij deze verwarmingssoort met lagere temperaturen
worden gewerkt dan bij "Boven- en onderwarmte".
Ontdooien i
Er wordt zonder verwarming ontdooid.
De ventilator aan de achterkant zorgt
voor constante circulatie van de koude
lucht.
19
Page 20
Verwarmingssoorten
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmingssoort wordt het gerecht van boven en
van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen
nodig
– voor het bakken van gebak met een
korte baktijd;
– voor het braden van rosbief / filet.
Grilleren ,
Het binnenste gedeelte van het verwarmingselement voor Bovenwarmte wordt
gebruikt voor het grilleren. Enkele minuten na inschakeling wordt het roodgloeiend en zorgt voor de infrarood straling,
die voor het grilleren nodig is.
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten
voor. Houd hierbij de deur gesloten.
20
Page 21
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft twee bedieningsknoppen: de functieschakelaar en de temperatuurschakelaar.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de gewenste verwarmingssoort.
– Verlichting H
Om de ovenverlichting apart in te schakelen.
– Hetelucht D
Voor bakken en koken op meerdere niveaus tegelijk.
– Boven- en onderwarmte A
Voor het bakken en braden van traditionele gerechten, soufflé.
– Bovenwarmte C
Voor het gratineren van gerechten.
– Onderwarmte B
Aan het einde van de baktijd kiezen als
een taart aan de onderkant bruiner
moet worden.
– Ontdooien G
Om diepvriesprodukten behoedzaam
te ontdooien.
– Grilleren ,
Voor het grilleren van vlees, zoals karbonade, biefstuk, gevogelte, saté.
De schakelaar kan zowel links- als
rechtsom gedraaid worden.
21
Page 22
Bediening van de oven
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u
de temperatuur voor de bereiding in.
Draai de temperatuurschakelaar alleen rechtsom tot aan de aanslag
en weer terug.
De schakelaar gaat anders kapot.
Ontdooien G:
Stel bij deze verwarmingssoort
geen temperatuur in.
De temperatuur kan traploos worden ingesteld.
De oven kan alleen met de schakelaar worden ingeschakeld als het
symbool "@ " in het display te
zien is.
Druk hiertoe de toets "i" in.
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele gevallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht D":
– voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte A":
– voor het bakken van taart met een
korte baktijd;.
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de gewenste stand.
Stel met de temperatuurschakelaar
de juiste temperatuur in.
Plaats de gerechten in de oven zodra het controlelampje voor de eerste keer uitgaat.
Zodra er een temperatuur is ingesteld,
brandt het controlelampje boven de
temperatuurschakelaar. Dit lampje
brandt altijd als de verwarming is ingeschakeld.
Als de ingestelde temperatuur is bereikt, wordt de verwarming automatisch
uitgeschakeld. Zodra de temperatuur
onder de ingestelde waarde daalt,
wordt de verwarming weer ingeschakeld.
22
Page 23
Bediening van de oven
Rooster met beveiliging tegen
uittrekken
Deze beveiliging voorkomt dat het rooster helemaal uit de oven glijdt, terwijl hij
er slechts gedeeltelijk uitgetrokken had
moeten worden.
Let er daarom bij het inschuiven altijd op dat de beveiliging tegen uittrekken aan de achterkant zit.
Het rooster kan nu alleen uit de oven
worden gehaald als het wordt opgetild.
23
Page 24
Bediening van de digitale klok
Symbolen in het display
De volgende symbolen verschijnen in
het display:
l
– als er een kookwekkertijd is inge-
AUTO
– als een bereiding is voorgeprogram-
– (knipperend) als de bereidingstijd is
De digitale klok kan
– de dagtijd aangeven;
– de oven automatisch uitschakelen of
in- en uitschakelen.
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u
AUTO en @
– als de bereiding wordt uitgevoerd;
@
– als de oven onafhankelijk van de di-
steld;
meerd;
afgelopen;
gitale klok kan worden ingeschakeld.
l
– een kookwekkertijd instellen;
g
– de duur van een bereiding instellen;
)
– het einde van een bereiding instel-
len;
i
– een ingestelde bereiding wissen;
+/-
– de tijden instellen / veranderen.
24
Page 25
Bediening van de digitale klok
Dagtijd
(24-uurs weergave)
Na het aansluiten van het apparaat
of nadat de stroom is uitgevallen
•
verschijnen "0
rend in het display.
Dagtijd instellen
Druk de toetsen "g" en "r" tegelijkertijd in.
In het display knipperen "0
"AUTO" verder.
Voer de dagtijd met de +/- toets in
•minuten).
(uren
Zodra de +/- toets wordt ingedrukt, verschijnt "@ " in het display.
Na het invoeren loopt de dagtijd per minuut af.
Dagtijd veranderen
Het veranderen van de dagtijd geschiedt net zo als het instellen ervan:
00" en "AUTO" knippe-
•00" en
Kookwekker
U kunt een kookwekkertijd instellen
voor externe bereidingen, zoals het koken van eieren.
De kookwekkertijd kan onafhankelijk
van de ingestelde bereiding worden ingesteld.
Kookwekkertijd instellen
Druk de toets "l" in.
Stel de gewenste tijd met de + toets
in (uren
In het display verschijnt "l" .
Na afloop van de kookwekkertijd
– klinkt ca. 7 minuten lang een akoes-
tisch signaal.
Dit akoestische signaal kan door het indrukken van de toets "l" voortijdig worden beëindigd.
•minuten).
Druk de toetsen "g" en "r" tegelijkertijd in.
Verander de dagtijd met de +/- toets
•minuten).
(uren
Als er een bereiding was ingesteld,
dan wordt deze door het veranderen
van de dagtijd gewist.
25
Page 26
Bediening van de digitale klok
Bereiding automatisch
uitschakelen
Draai de functieschakelaar en de
temperatuurschakelaar op de gewenste stand.
Druk de toets "g" in.
•
In het display verschijnt "0
00".
Stel met de + toets de gewenste tijd
in (uren
•minuten).
In het display brandt "AUTO".
Bereiding voorprogrammeren
Draai de functieschakelaar en de
temperatuurschakelaar op de gewenste stand.
Stel eerst de bereidingsduur in:
Druk de toets "g" in.
•
In het display verschijnt "0
Stel met de + toets de gewenste tijd
in (uren
•minuten).
In het display brandt "AUTO".
Stel nu de eindtijd in:
00".
Let op het volgende
Als u een taart of brood wilt bakken,
kunt u de bereiding beter niet al te lang
van tevoren programmeren.
Het deeg kan uitdrogen en de werking
van het rijsmiddel kan minder worden.
Einde van een bereiding
Na afloop van een ingestelde bereiding
– wordt de ovenverwarming automa-
tisch uitgeschakeld;
– klinkt ca. 7 minuten lang een akoes-
tisch signaal;
– knippert "AUTO".
Druk de toets "i" in.
Het optische en het akoestische signaal worden uitgeschakeld.
Zodra de toets "i " wordt ingedrukt, gaat de ovenverwarming
weer aan. Schakel het apparaat
daarom altijd uit.
Draai de functieschakelaar en de
temperatuurschakelaar op "0".
Druk de toets ")" in.
In het display verschijnen nu de dagtijd
en de ingestelde bereidingsduur.
Stel met de + toets de eindtijd in.
De oven wordt uitgeschakeld en in het
display verschijnt "AUTO".
26
Page 27
Bediening van de digitale klok
Controleren en veranderen
van de ingestelde tijden
De tijden die voor een bepaalde bereiding zijn ingesteld en de kookwekkertijd kunnen op elk gewenst moment gecontroleerd of veranderd worden.
Controleren
Druk de toets in waarvan u de tijd
wilt controleren.
"g"
De ingestelde bereidingstijd of de resterende tijd van een bereidingsproces
dat bezig is, wordt weergegeven.
")"
De eindtijd van de bereiding wordt
weergegeven.
"l"
De resterende kookwekkertijd wordt
weergegeven.
Veranderen
Automatisch proces wissen
Druk de toets "i" in.
Let op:
Zodra het bereidingsproces is gewist,
gaan de verwarming en de verlichting
van de oven aan.
Akoestisch signaal veranderen
U kunt kiezen uit drie verschillende
akoestische signalen.
Druk de - toets in.
Bij elke druk op de - toets klinkt een ander akoestisch signaal.
Verander het akoestische signaal alleen als de oven is uitgeschakeld.
Druk op de toets waarvan u de tijd
wilt veranderen.
Stel met de +/- toets de gewenste
tijd in.
27
Page 28
Bakken in de oven
Voor het bakken bevelen wij de volgende verwarmingssoorten aan:
– Hetelucht D
– Boven- en onderwarmte A
Zo bakt u met "Hetelucht D"
U kunt alle hittebestendige bakvormen
gebruiken, ook als ze van lichte dunne
materialen zijn vervaardigd.
U kunt op meerdere niveaus tegelijkertijd bakken. Wij raden het volgende
aan:
e
1 bakplaat . . . . . . . . 1
2 bakplaten . . . 1
3 bakplaten 1
e
e
, 2e en 5e inschuifhoogte
Als u vochtig gebak, taart of brood
bakt, gebruik dan niet meer dan 2
bakplaten tegelijk.
Bij "Hetelucht D" ligt de baktempera-tuur lager dan bij "Boven- en onderwarmte A".
inschuifhoogte
en 3e inschuifhoogte
Zo bakt u met "Boven- en
onderwarmte A"
In de volgende bakvormen wordt het
gebak regelmatig gebruind:
matte en donkergekleurde bakvormen;
hittebestendige glazen of kunststof bakvormen.
Gebruik geen lichte, dunne bakvormen. Hierin wordt het gebak niet gelijkmatig gebruind.
Voorverwarmen van de oven:
alleen voor het bakken van taart/gebak
met een korte baktijd.
Kies de inschuifhoogte afhankelijk
van hetgeen u wilt bakken:
e
hoog gebak . . . 1
plat gebak . . . . 2
of 2e inschuifhoogte
e
of 3e inschuifhoogte
28
Page 29
Bakken in de oven
Let op het volgende
Plaats een cakeblik of een langwerpi-
ge bakvorm dwars in de oven.
Bak diepvriesproducten zoals pizza’s
e.d. op het rooster met daarop bakpapier.
Let op de temperaturen, inschuifhoogtes en baktijden in de tabel op
de volgende pagina’s.
Het gebak wordt regelmatig gebruind
als
– de gemiddelde temperatuur wordt
aangehouden;
Het komt vaak voor dat men voor het
bakken een te hoge temperatuur instelt. Het gebak is dan weliswaar
sneller klaar, maar het is niet mooi regelmatig gebruind.
– de inschuifhoogte wordt aangepast
aan het soort gebak en de verwarmingssoort;
– na afloop van de kortste baktijd
wordt getest of het gebak gaar is.
Prik met een breinaald in het deeg. Als
er niets aan de breinaald blijft kleven, is het gebak gaar.
29
Page 30
Bakken in de oven
Hetelucht D
temperatuur
in °C
aanbevolen
inschuifhoogte
tijd
in min.
cakebeslag
zandtaart
tulband
notencake
taartbodem
1)
cakejes
biscuitdeeg
1)
taart
taartbodem
biscuitrol
1)
150-170
150-170
1)
150-170
150-170
150-170
1)
160-180
160-180
160-180
1
1
1
1
1, 2, 5
1
1
1
50-60
70-80
60-70
25-30
20-25
25-30
20-25
20-25
kneeddeeg
taartbodem
kruimeltaart
koekjes
1)
kwarktaart
appeltaart
hartige taart
1)
150-170
150-170
150-170
150-170
150-170
170-190
1
1
1, 2, 5
1
1
1
20-25
40-50
15-25
75-85
50-60
60-70
gistdeeg
kruimeltaart
kerststol
witbrood
bruinbrood
1)
pizza
uienbrood
1)
appelflappen
soezendeeg
150-170
150-170
2)
160-180
190-210
170-190
150-170
150-170
1)
1
1
1
1
1
1
1, 3
35-45
45-65
40-50
60-70
40-50
35-45
25-30
roomsoezen160-1801, 330-40
bladerdeeg
eiwitgebak
1)
1)
170-1901, 320-25
bitterkoekjes120-1401, 2, 530-50
De tijden gelden voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde oven zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
1) Verwarm de oven bij "Boven- en onderwarmte A" voor.
2) Verwarm de oven bij "Hetelucht D" en "Boven- en onderwarmte A" voor.
De tijden gelden voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde oven zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
1) Verwarm de oven bij "Boven- en onderwarmte A" voor.
2) Verwarm de oven bij "Hetelucht D" en "Boven- en onderwarmte A" voor.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
+
31
Page 32
Braden in de oven
Voor het braden bevelen wij de volgende verwarmingssoorten aan:
– Hetelucht D
– Boven- en onderwarmte A
Hetelucht D:
Plaats voordat u gaat braden op het
rooster altijd het vetfilter voor de
aanzuigopening van de ventilator.
Het is handig om in een pan te braden:
– er blijft genoeg fond over om een
saus van te maken;
– de oven blijft schoner dan bij braden
op het rooster.
Plaats het servies op het rooster.
Het vlees moet in de oven gezet wor-
den als deze nog koud is.
Uitzondering: voor het braden van rosbief/filet moet de oven voorverwarmd
worden op de temperatuur die in het recept wordt vermeld.
e
Kies voor het braden de 1
inschuif-
hoogte.
Uitzondering: kies voor het braden van
gevogelte tot 1 kg, rosbief, filet of vis
e
inschuifhoogte.
de 2
Bij "Hetelucht D" moet de temperatuur
ca. 40 °C lager zijn dan bij "Boven- en
onderwarmte A".
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de
temperatuur. Stel de temperatuur vanaf
3 kg. ca. 10 °C lager in dan aangegeven in de tabel voor het braden.
Het braden duurt dan weliswaar iets
langer, maar het vlees wordt gelijkmatig
gaar en de korst wordt niet te dik.
U kunt het volgende serviesgoed ge-
bruiken:
braadpan, braadslee, vuurvaste
schaal, römertopf.
De handgrepen van het serviesgoed moeten hittebestendig zijn.
32
Bij het braden op het rooster K
moet de temperatuur ca. 20 °C lager
ingesteld worden dan bij het braden in
de pan L.
De bereidingstijd wordt bepaald door
het soort vlees, de grootte en de dikte
van het vlees.
Page 33
Braden in de oven
Zo kunt u de bereidingstijd berekenen:
Hoogte van het vlees x de tijd per cm
voor de betreffende vleessoort.
vleessoort
rund/wild
varken/kalf/lam
rosbief/filet
tijd per cm
hoogte
15-18 min.
12-15 min.
8-10 min.
Voorbeeld:
rundvlees, 8 cm hoog
8 x 15 min. per cm = 120 min. bereidingstijd.
Let op het volgende
Stel de temperatuur niet hoger in dan
aangegeven. Het vlees wordt dan wel
bruin, maar niet gaar.
Het vlees wordt aan het einde van de
bereidingstijd bruin. Het vlees wordt
extra bruin als u op de helft van de
braadtijd het deksel van de schaal afhaalt.
Na afloop van de bereiding
Haal het vlees uit de oven, wikkel het in
aluminiumfolie en laat het ca. 10 minuten staan. Op deze manier loopt er bij
het aansnijden van het vlees minder
vocht weg.
Tips voor de bereiding
Braden in de pan L
Kruid het vlees en leg het in de pan.
Leg er kleine stukjes boter of margarine op of giet er olie overheen. Voeg
aan grote magere stukken vlees (2 tot 3
kg.) en vet gevogelte ongeveer 1/8 liter
water toe.
Braden op het rooster K
Kruid het vlees en leg het op het rooster of in de braadslede. Leg er kleine
stukjes boter of margarine op en laat
het vlees gaar worden. Giet tijdens het
braden wat vocht (water, bouillon,
room) over het vlees.
Gevogelte braden
Het vel wordt knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de
bereidingstijd bestrijkt met licht gezouten water.
Diepgevroren vlees braden
Diepgevroren vlees met een gewicht
tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het
van tevoren te ontdooien. De bereidingstijd wordt per kilo ca. 20 minuten
langer.
Daardoor voorkomt u dat het gerecht
uitdroogt. Als u geen geschikt deksel
heeft, gebruik dan bijv. aluminiumfolie.
Dek de gerechten niet af
als ze een korstje moeten krijgen.
Tip voor het koken
Het is mogelijk om pannen of schalen
op elkaar te zetten. Leg dan het deksel
van de onderste pan/schaal op de kop.
Zet de gerechten die bruin moeten worden bovenop.
36
Page 37
Inmaken in de oven
Voor het inmaken in de oven bevelen
wij de verwarmingssoort "Hetelucht D"
aan.
De volgende potten zijn geschikt voor
het inmaken:
– weckpotten (bereid deze op de ge-
wone manier voor);
– glazen potten met schroefdeksel (ge-
bruik alleen die potten die speciaal
voor inmaken geschikt zijn; deze zijn
verkrijgbaar in de speciaalzaak).
Gebruik geen conservenblikken!
Schuif de braadslede op de 1e inschuifhoogte in de oven en plaats
de potten/glazen er op.
Er kunnen maximaal 6 potten/glazen
tegelijk in de oven.
Als de inhoud begint de borrelen
– fruit en komkommer
Draai de temperatuurschakelaar op
"0°C" en laat de functieschakelaar op
"Hetelucht D" staan.
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan.
– groente
Stel de temperatuur in op 100°C.
Laat de groente verder koken:
asperges, worteltjes . . . 60-90 minuten
erwten, bonen . . . . . . . 90-120 minuten
Draai de temperatuurschakelaar op
"0°C" en laat de functieschakelaar op
"Hetelucht D" staan.
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan.
Na het inmaken
Haal de potten/glazen uit de oven en
laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije
plaats staan.
Verwijder de klemmen en controleer of
alle potten/glazen goed gesloten zijn.
Giet ongeveer 1 liter water op de
braadslede.
Stel de temperatuur in op 150-170°C.
Deze temperatuur is nodig totdat de inhoud gaat borrelen (gelijkmatig opstijgen van luchtbelletjes).
37
Page 38
Grilleren in de oven
Verwarm het grillelement ongeveer
5 minuten voor. Laat hierbij de ovendeur dicht.
Tijdens het grilleren moet de ovendeur gesloten blijven. Dit bespaart
energie en vermindert het ontsnappen van geuren.
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees af met koud water en
droog het goed af. Zout het vlees niet
voor het grilleren, anders verliest het
zijn vocht.
Bestrijk mager vlees met een beetje
olie. Andere soorten vet worden snel te
donker of zorgen voor rookontwikkeling. Kip kan met boter bestreken worden.
Platte vissen en moten vis kunt u zouten en met een beetje citroensap besprenkelen.
Grilleren op het rooster
Zet de grillinrichting in elkaar zoals
op de afbeelding hierboven.
Leg het vlees op het rooster.
Draai de functieschakelaar op
"Grilleren , ".
Stel de temperatuur in:
soort vlees
plat
bijv. karbonade, biefstuk275°C
dik
temperatuur
38
gevogelte, rollade240°C
Als tijdens de bereiding van grotere
stukken vlees de buitenkant al behoorlijk bruin is geworden en de binnenkant
is nog niet gaar, dan kunt u op een lagere temperatuur verder grilleren.
Page 39
Grilleren in de oven
De inschuifhoogte wordt bepaald
door de hoogte van het vlees:
e
plat vlees . . . . . 4
dik vlees. . . . . . 1
of 5e inschuifhoogte
e
of 2e inschuifhoogte
Tijden voor het grilleren
plat vlees/vis. . . . . . . . 5-6 min. per kant
dikkere stukken . . . . . . . . . . iets langer
rollade etc. . . . . . . 10 min per cm dikte
Tips voor het grilleren
Als u wilt vaststellen in hoeverre het
vlees al gaar is, druk dan met een lepel
op het vlees.
– Als het nog veerkrachtig aanvoelt,
dan is het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, dan is
het vlees van binnen roze
("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, dan is
het door en door gaar
("doorbakken").
Grillkwast
Om het vlees gemakkelijk in te kunnen
vetten is er een grillkwast verkrijgbaar
bij de Miele vakhandel of rechtstreeks
bij Miele Nederland B.V.
U kunt het beste ongeveer even grote
stukken vlees tegelijk grilleren, zodat
de bereidingstijden niet teveel uiteenlopen.
Draai het vlees halverwege de bereidingstijd om.
39
Page 40
Grilleren in de oven
Tabel voor het grilleren
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten voor; laat hierbij de ovendeur dicht.
gerechten
platte gerechten
biefstuk3 of 427510-16
schaschlik3 of 427512-16
schnitzel3 of 427512-18
lever3 of 42758-12
braadworst3 of 42756-10
visfilet3 of 427512-16
forel3 of 427516-20
tosti4 of 52752-4
tosti Hawaii3 of 42754-6
tomaten3 of 42756-8
dikke gerechten
kip (ca. 1 kg)1 of 224050-60
rollade, Ø 7 cm (ca. 1 kg)124070-80
inschuifhoogte
grillinrichting
temperatuur
in °C
totale bereidingstijd
in min. *
* Draai het gerecht op de helft van de tijd om.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
40
Page 41
Gerechten getest volgens DIN 44 547
Geteste gerechten
gebakbakvorm /
sprits1 bakplaatHetelucht115028-32
zacht
biscuitdeeg
bakplaat
aantal
2 bakplatenHetelucht1, 315030-34
3 bakplatenHetelucht1, 2, 515032-36
1 bakplaatBoven- en
springvormHetelucht117025-30
springvormBoven- en
verwarmingssoort
onderwarmte
onderwarmte
inschuifhoogte van
onderen
2180
2190
temperatuurinstelling
in °C
voorverwarmd
voorverwarmd
bereidingstijd
in min.
16-20
+ voorverwarmen
20-25
+ voorverwarmen
Andere geteste gerechten
gerechtbakvorm /
cakecakeblikHetelucht116050-60
eend
1700 g
bakplaat
aantal
rooster op
braadslede
verwarmingssoort
Boven- en
onderwarmte117055-65
Hetelucht1160100-120
Boven- en
onderwarmte1200100-120
inschuifhoogte van
onderen
temperatuurinstelling
in °C
bereidingstijd
in min.
varkensvlees
1500 g
toastroosterGrilleren5275Voorverwar-
rooster op
braadslede
Hetelucht1160100-120
Boven- en
onderwarmte1200100-120
men: 20 min.
Grilleren:
max. 90 sec.
41
Page 42
Reiniging en onderhoud
Keramische kookplaat
Voor het reinigen van een keramische
kookplaat gelden in principe dezelfde
richtlijnen als voor het reinigen van een
glazen oppervlak.
Gebruik in geen geval schurende of
agressieve middelen zoals grill- en
ovensprays, roestverwijderaars,
schuurmiddelen of schuursponsjes.
Reinig de kookplaat na ieder gebruik
Lichte, niet vastgekoekte vervuiling verwijdert u met een vochtige doek of
zachte spons zonder reinigingsmiddel.
U kunt ook niet-schurende reinigingsmiddelen gebruiken.
Als u voor het reinigen afwasmiddel gebruikt, kunnen hardnekkige blauwe
vlekken ontstaan die zelfs met een speciaal reinigingsmiddel moeilijk te verwijderen zijn.
Vastgekoekte vervuiling verwijdert u
met een schraper.
Behandel het oppervlak vervolgens
met een vochtige doek of een zachte
spons.
Vlekken verwijderen
Lichte parelmoerkleurige vlekken
(aluminiumvlekken) verwijdert u met
een speciaal reinigingsmiddel, zodra
de kookzone is afgekoeld.
42
Kalkafzetting
(veroorzaakt door overgekookt water of
nat serviesgoed) verwijdert u met azijn
of een speciaal reinigingsmiddel.
Komt er per ongeluk toch iets op
een hete kookzone terecht, schakel
deze dan uit en verwijder de resten
onmiddellijk met een schraper zolang de kookzone nog warm is. Let
daarbij op dat u uw handen niet
brandt.
Reinig de afgekoelde kookzone met
een speciaal reinigingsmiddel.
Reinigingsmiddel
Gebruik alleen speciale reinigingsmiddelen die geschikt zijn voor keramische
kookplaten.
Wanneer u een reinigingsmiddel gebruikt, let dan op de aanwijzingen
van de fabrikant.
Gebruik geen reinigingsmiddel op
hete kookzones.
In de speciaalzaak zijn reinigingsmiddelen verkrijgbaar die een beschermend siliconenlaagje op de keramische plaat vormen. Hierdoor oogt de
kookplaat gladder en wordt enigszins
water- en vuilafstotend.
Dit siliconenlaagje is echter niet bestand tegen hoge temperaturen en
moet daarom steeds opnieuw worden
aangebracht.
Wanneer u de kookplaat met een speciaal reinigingsmiddel reinigt, voorkomt
u schade door suiker, suikerhoudend
voedsel en aluminiumfolie.
Verwijder de resten van het reinigingsmiddel altijd met een vochtige
doek van de kookplaat.
Als de resten warm worden kunnen
deze irritatie veroorzaken.
43
Page 44
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningspaneel
Neem het front en het bedieningspaneel met een mild reinigingsmiddel of
met een beetje afwasmiddel in water
af.
Wrijf ze daarna met een zachte doek
droog.
Gebruik geen schuurmiddelen,
want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij een apparaat met een wit front na ieder gebruik
de handgreep van de deur van het apparaat met een mild vetoplossend reinigingsmiddel zoals afwasmiddel af te
nemen. Zo voorkomt u dat vet of andere resten inbranden.
Roestvrijstalen front
Gebruik nooit schurende middelen
of middelen die soda, zuren of chloriden bevatten!
Deze middelen tasten het oppervlak
aan.
Accessoires
Geleiderail
in warm water met afwasmiddel of met
een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal reinigen.
Bakplaat, braadslede, rooster
na elk gebruik afspoelen en afdrogen.
Moeilijk afwasbare resten verwijdert u
– van roestvrij staal:
met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal;
– van email:
met een zachte borstel nadat u het
in warm water heeft laten weken.
Vetfilter
in warm water met afwasmiddel of in
de afwasautomaat reinigen.
Voor het onderhoud van het front kunt u
een niet-schurend reinigingsmiddel
voor roestvrij staal gebruiken.
U kunt het front extra tegen vervuiling
beschermen door het in te wrijven met
een speciaal onderhoudsmiddel (bijv.
Neoblank, te verkrijgen bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.,
bestelnr. 4565110).
Smeer een kleine hoeveelheid van het
middel met een zachte doek gelijkmatig over het gehele oppervlak uit.
44
Page 45
Reiniging en onderhoud
Binnenruimte
De ovenruimte is bekleed met
b Clean Email
en
c katalytisch email.
Reinig de oven elke keer nadat u
hem gebruikt heeft. Als u te lang
wacht met schoonmaken, wordt het
moeilijker en kunt u sommige vlekken misschien helemaal niet meer
verwijderen.
b Clean Email
Dit is een bijzonder hard soort email
met een extra glad oppervlak.
Daardoor kunnen de meeste voedselresten met een spons, warm water en
afwasmiddel verwijderd worden.
Aangekoekte resten kunt u met een
schraper verwijderen. Reinig het email
vervolgens nog met een sponsje met
niet-schurend reinigingsmiddel of met
een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal.
vruchtensap en deeg kunt u het best
verwijderen als de oven nog warm is.
vruchtensap kan verkleuring veroorzaken. Ook kunnen na het braden doffe
plekken op de braadslede ontstaan.
Let bij het gebruik van ovenspray altijd op de aanwijzingen van de fabrikant.
Zorg ervoor dat er geen ovenspray
op het katalytische email kan komen! De spray kan het email beschadigen.
Verwijder eerst het vuil van het
Clean Email, reinig vervolgens het
katalytische email met de reinigingshulp zoals beschreven op de volgende pagina’s.
Behandel de emaillagen nooit met
harde borstels, schuursponsjes,
messen of schuurmiddelen. Deze
kunnen het email beschadigen!
45
Page 46
Reiniging en onderhoud
c Katalytisch email
Omdat door de luchtcirculatie met
name de achterwand met olie- en vetspatten wordt vervuild, is deze voorzien
van een laag katalytisch email.
Dit email is in staat om olie- en vetspatten bij temperaturen boven 200 °C te
verwijderen. Hoe hoger de temperatuur, des te beter werkt dit proces. Resten van kruiden en suiker worden niet
verwijderd door de katalyse.
Katalytisch email mag niet met harde borstels, schuursponsjes, messen of schuurmiddelen behandeld
worden. Gebruik ook geen ovenspray!
Wacht niet te lang met het schoonmaken, want elke keer dat de oven weer
wordt gebruikt, komen de olie-, vet- en
voedselresten vaster te zitten.
Het katalytische email kan bij normale
vervuiling zonder, en bij erge vervuiling
met reinigingshulp gereinigd worden.
Reinigen van het katalytische email
zonder de reinigingshulp
Laat de oven eerst afkoelen. Neem vervolgens de achterwand met een vochtige doek af. Gebruik daarvoor warm water met afwasmiddel en een doekje,
een sponsje of een zachte borstel.
Gebruik geen schuurmiddelen!
Reinig daarna de bovenkant, de zijwanden en de bodem van de ovenruimte.
46
Page 47
Reiniging en onderhoud
Reinigen van het katalytische email
met de reinigingshulp
Reinig vóór het inschakelen van de reinigingshulp het Clean Email.
Zo gebruikt u de reinigingshulp:
Draai de functieschakelaar op "Hetelucht D".
Stel met de temperatuurschakelaar
de hoogste temperatuur in.
Laat de oven ongeveer een uur aanstaan. De benodigde tijd hangt af van
de mate van vervuiling.
Stel voor dit reinigingsproces de
kookwekker in, zodat u niet vergeet de
oven op tijd uit te schakelen.
Reinig daarna de bovenkant, de zijwanden en de bodem van de ovenruimte.
Elke keer dat de oven met hoge temperaturen wordt gebruikt, verdwijnen
eventueel achtergebleven voedselresten.
Mocht de katalytische emaillaag
door onjuist onderhoud of door sterke vervuiling niet meer (goed) werken, dan kunt u bij de Miele vakhandelaar of rechtstreeks bij Miele
Nederland B.V. een nieuwe plaat
verkrijgen.
47
Page 48
Reiniging en onderhoud
Om de oven makkelijker te kunnen reinigen kunt u de ovendeur, de geleiderails en/of de achterwand verwijderen.
Het bovenste verwarmingselement kunt
u laten zakken.
Ovendeur verwijderen
Open de deur helemaal.
Klap de vergrendelingsbeugels van
de deurscharnieren naar beneden;
de scharnieren zijn nu geblokkeerd.
Ovendeur terugplaatsen
Steek de geblokkeerde scharnieren
in de openingen en klap de deur helemaal open.
Klap de vergrendelingsbeugels omhoog.
De vergrendelingsbeugels moeten
na het reinigen beslist omhoog geklapt worden, anders raken de
scharnieren weer los bij het sluiten
van de deur.
Doe de deur half dicht en trek hem
naar boven toe eruit.
48
Page 49
Reiniging en onderhoud
Geleiderails verwijderen
Draai de functieschakelaar op de
stand "Verlichting H".
De verwarmingselementen van de
oven moeten uitgeschakeld zijn. Anders bestaat er gevaar voor verbrandingen!
Trek de bevestigingsknop uit.
Achterwand verwijderen
Draai de schroeven in de achterwand los en verwijder de achterwand.
De oven mag niet gebruikt worden
als de achterwand niet is ingebouwd. Er bestaat anders een groot
gevaar voor verwondingen!
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Haal de geleiderails uit de oven.
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
49
Page 50
Reiniging en onderhoud
Bovenste verwarmingselement laten
zakken
Draai de functieschakelaar op de
stand "Verlichting H".
De verwarmingselementen van de
oven moeten uitgeschakeld zijn. Anders bestaat er gevaar voor verbrandingen!
Laat het verwarmingselement pas
zakken als het koud is. Anders bestaat er gevaar voor verbrandingen!
Haal de geleiderails uit de oven.
Laat het verwarmingselement zakken.
Druk het verwarmingselement niet
met geweld omlaag. U kunt het verwarmingselement anders beschadigen.
Trek de bevestigingsknop van het
verwarmingselement uit.
50
Afhankelijk van de mate van vervuiling
kan ook de beschermplaat verwijderd
worden.
Houd de beschermplaat vast en
draai de moertjes los.
Verwijder de beschermplaat.
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Page 51
Nuttige tips
Installatie en reparaties van elektrische apparaten mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd.
Ondeskundige installatie en/of reparaties kunnen een groot gevaar voor
de gebruiker veroorzaken.
De volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen:
Wat te doen als . . .
. . . de kookzones na het inschakelen
niet heet worden?
Controleer
of de zekering van de huisinstallatie
is doorgebrand. Waarschuw indien
nodig een elektricien of de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
. . . de oven niet heet wordt?
Controleer
. . . de ovenverwarming wel werkt,
maar de verlichting niet?
De gloeilamp is defect.
Zo kunt u de lamp vervangen:
Trek de stekker uit de contactdoos of
schakel de zekering van de huisinstallatie uit.
Verwijder het geleiderail.
of u een verwarmingssoort èn een
temperatuur heeft ingesteld;
of in het display van de digitale klok
"AUTO" brandt.
De oven kan alleen met de schakelknoppen onafhankelijk van de klok
worden ingeschakeld, als in het display "@ " brandt.
Druk hiertoe de toets "i" in.
of de zekering van de elektrische huisinstallatie is doorgebrand.
Waarschuw indien nodig een elektricien of de Technische Dienst van
Miele Nederland B.V.
Verwijder het kapje dat voor de lamp
zit.
Vervang de gloeilamp: 230 V, 25 W,
E 14, thermisch belastbaar tot
300 °C, kaarslampje.
Plaats het kapje en het geleiderail
weer terug.
51
Page 52
Nuttige tips
. . . de ovendeur tijdens de bereiding
wordt geopend en er geen geluid te
horen is?
Dit is geen storing!
Als de ovendeur tijdens de bereiding
geopend wordt, dan schakelt de deurcontactschakelaar de ovenverwarming
en, afhankelijk van de gekozen verwarmingssoort, de hetelucht-ventilator uit.
. . . na de bereiding een geluid te horen is?
Dit is geen storing!
De koudelucht-ventilator blijft nog een
tijdje lopen. Als de temperatuur beneden een bepaalde waarde komt, wordt
de ventilator automatisch uitgeschakeld.
. . . het gerecht na de ingestelde bereidingstijd nog niet gaar is?
Controleer
of u de juiste temperatuur heeft ingesteld;
of u het recept heeft veranderd. Als
het deeg vochtiger is door bijv. het
toevoegen van eieren of melk, dan is
een langere bereidingstijd nodig;
. . . het gerecht niet overal even bruin
is?
Een gerecht wordt nooit helemaal gelijkmatig gebruind. Als het verschil erg
groot is, controleer dan
– bij het bakken met "Hetelucht D"
of de ingestelde temperatuur niet te
hoog is geweest;
of het vetfilter voor de ventilator is geplaatst;
– bij het bakken met "Boven- en onder-
warmte A"
van welk materiaal de bakvorm is
vervaardigd en welke kleur deze
heeft. Bakvormen van licht, helder
en dun materiaal zijn niet zo geschikt.
. . . zich op het katalytische email
roestkleurige vlekken bevinden?
Bij het braden op het rooster worden
deeltjes van kruiden door de luchtstroom meegevoerd; deze blijven
soms aan de binnenwanden vastkleven. Zulke vlekken worden door de
katalyse niet verwijderd; u kunt ze
met warm water met afwasmiddel en
een zachte borstel verwijderen.
of het vetfilter is geplaatst bij het bakken met "Hetelucht D". In dat geval
moet de bereidingstijd ongeveer 10
à 15 minuten langer zijn.
52
Page 53
Nuttige tips Technische Dienst
. . . de stroom is uitgevallen en in het
display van de digitale klok in plaats
••
van de dagtijd "0
00" en "AUTO"
knipperen?
Alle ingestelde tijden zijn door het uitvallen van de stroom gewist.
Stel de dagtijd en de eventueel ingestelde bereidingstijden opnieuw in.
. . . bij het uitschakelen van het
••
akoestische signaal "0
00" in het dis-
play van de digitale klok verschijnt?
Dit is geen storing!
Na enige tijd verschijnt de dagtijd in
het display.
. . . in het display van de digitale
klok "AUTO" knippert?
Dit kan duiden op een fout bij het instellen
– als een bereidingsproces op onlogi-
sche manier is ingesteld;
– als de dagtijd is veranderd terwijl er
een bereidingsproces was voorgeprogrammeerd;
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar
of
– de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type oven / fornuis u
heeft en welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op de typeplaatje dat zich rechts onder het bedieningspaneel bevindt.
Miele Service Verzekering Certificaat
– Voor informatie over het Miele Ser-
vice Verzekering Certificaat kunt u
zich wenden tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
– als het akoestische signaal door het
indrukken van de toetsen "g" en
")" wordt uitgeschakeld.
53
Page 54
Extra accessoires
De extra accessoires zijn verkrijgbaar
bij de Miele-vakhandelaar of bij de
Technische Dienst van Miele Nederland
B.V.
– Telescopische ovenwagen
De telescopische ovenwagen met 5 inschuifhoogtes kan helemaal uit de
oven worden getrokken.
Hierdoor kunt u de gerechten in de
oven goed bekijken.
54
Page 55
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een
erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hierbij
moeten de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het plaatselijk energiebedrijf in acht genomen
worden.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een huisinstallatie die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Aansluiting op een contactdoos is
aan te bevelen, aangezien dit eventuele werkzaamheden voor de Technische
Dienst vergemakkelijkt.
Als de contactdoos voor de gebruiker
niet meer bereikbaar is, of als er een
vaste aansluiting is, dan dient ter
plaatse een dubbelpolige schakelaar
geïnstalleerd te worden, waarvan de
contactopening bij uitgeschakelde toestand 3 mm moet bedragen. Hiertoe
behoren zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais (EN 60 335).
Vermeld altijd het voltage en het typeen serienummer als u contact opneemt
met Miele Nederland B.V.
Inbouwfornuis
Het inbouwfornuis is uitgerust met een
5-aderige kabel van ca. 1,5 meter voor
de aansluiting aan draaistroom
(3N~400 V).
Bij aansluiting op wisselstroom
moet u een speciale kabel bestellen
bij Miele Nederland B.V.
Maximale aansluitwaarde: zie typeplaatje.
Combinatiemogelijkheden
Het inbouwfornuis kan alleen met de
kookplaat KM 212 worden gecombineerd.
Voordat u de oven aansluit, dient u de
aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met de
waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
Ter verhoging van de veiligheid moet
de groep van de huisinstallatie waarop
het apparaat wordt aangesloten voorzien zijn van een aardlekschakelaar (30
mA).
55
Page 56
Inbouwinstructies
Keramische kookplaat
Deze kookplaat behoort tot de warmtebeveiligingsklasse "Y", d.w.z. dat er tegen één van de zijkanten en aan de
achterkant meubels van willekeurige
hoogte geplaatst mogen worden. Aan
de andere zijkant mag geen meubel of
apparaat worden geplaatst dat hoger is
dan de kookplaat.
In verband met de warmte die de
kookplaat uitstraalt moet u de volgende afstanden aanhouden :
– minstens 40 mm tussen de kookplaat en een daarnaast geplaatste
hoge kast;
– minstens 50 mm tussen de kookplaat en de achterwand.
Inbouw
*Ruimte voor bevestiging en aansluitkabel
Maak de uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeelding.
1
3
4
2
5
b isolatieband
c kookplaat
d werkblad
e klemmen
f schroef
56
Page 57
Draai de schroeven f los.
Gebruik nooit voegmiddel tussen
de de kookplaat en het werkblad!
Dit bemoeilijkt onderhoudswerkzaamheden en reparaties. Bovendien kunnen het werkblad en het frame van
de kookplaat worden beschadigd.
Het isolatieband
van de kookplaat zorgt voor voldoende isolatie tussen de plaat en het
werkblad
d.
b onder de rand
Inbouwinstructies
Plaats de kookplaat c in de uitsparing in het werkblad. De naam "Miele" moet aan de voorkant te zien zijn.
Draai de klemmen e en draai de
schroeven
Controleer of de kookplaat c goed
aansluit.
f aan.
57
Page 58
Inbouwinstructies
Fornuis
Haal de spanning van het elektriciteitsnet.
Sluit het fornuis op het elektriciteitsnet aan.
Plaats het fornuis voor de onderkast.
Steek de stekker van de kookplaat in
de koppeling.
Schuif het inbouwfornuis tot aan de
wasemlijst in de onderkast en stel
het.
58
Open de ovendeur en schroef het
fornuis met 2 schroeven aan de zijwanden van de onderkast vast.
Het apparaat mag alleen worden
gebruikt als het is ingebouwd.
Page 59
Oven
Haal de spanning van het elektriciteitsnet.
Inbouwinstructies
Sluit de oven op het elektriciteitsnet
aan.
Schuif de oven tot aan de wasemlijst
in de kast en stel de oven.
Open de ovendeur en schroef de
oven met 2 schroeven aan de zijwanden van de kast vast.
Het apparaat mag alleen worden
gebruikt als het is ingebouwd.
59
Page 60
Wijzigingen voorbehouden / 22 NL - 1197
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.