Miele H 232 E, H 232 B User manual

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Combi-fornuis H 232 E Combi-oven H 232 B
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. M.-Nr. 04 508 220
T
Page 2
Aan de binnenkant van de ovendeur staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar af­gebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes % - plaatkoek van gistdeeg + - tulband M - cake ! - biscuitgebak k - brood V - krans van gistdeeg Z - rund : - wild Y - varken ( - lam ; - gevogelte _ - vis
Verwarmingssoorten
D - Hetelucht A - Boven- en onderwarmte E - Braadautomaat
Deze verwarmingssoort bestaat bij dit apparaat niet. Kies in plaats daarvan "Hetelucht
D".
Gebruiksmogelijkheden
< - inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
> - braden met vetfilter = - braden zonder vetfilter L - braden in de pan K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen, inschuifhoogtes en tijdsduur.
Kies gewoonlijk de gemiddelde tempe-
ratuur. Test na afloop van de kortste berei-
dingstijd of het gerecht gaar is.
Page 3
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-11
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12-13
Kookzones
Schakelknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16-18
Oven
Verwarmingssoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19-20
Bediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21-23
Bediening van de digitale klok. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24-27
Gebruiksmogelijkheden
– Bakken, Tabel voor het bakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28-31
– Braden, Tabel voor het braden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32-34
– Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
– Koken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
– Inmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
– Grilleren, Tabel voor het gebruik van de grill . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38-40
Geteste gerechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Reiniging en onderhoud
– Keramische kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42-43
– Front, bedieningspaneel, accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
– Binnenruimte van de oven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45-50
Nuttige tips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51-53
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Extra accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Voor de installateur / elektricien
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Inbouwinstructies
– Keramische kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56-57
– Fornuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
– Oven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Page 4
Algemeen
H 232 E
b Controlelampje voor de ovenverlichting c Controlelampje voor de kookzones d Functieschakelaar voor de oven e Temperatuurschakelaar f Digitale klok
g Kookzoneschakelaar: links voor h Kookzoneschakelaar: links achter i Kookzoneschakelaar: rechts achter j Kookzoneschakelaar: rechts voor
k Bedieningspaneel l Typeplaatje m Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
n Aanzuigopening voor de ventilator
4
o Inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5 p Deurcontactschakelaar q Ovendeur met ventilatierooster en
verkorte handleiding
Page 5
Algemeen
Accessoires
BakplatenBraadslede
De braadslede kan tevens als vetop­vangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grille­ren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "He­telucht" of "Braadautomaat" en bij "Grilleren met luchtcirculatie" aan­brengen.
Typeplaatje van de kookplaat
Het typeplaatje van de kookplaat is niet meer te zien als de oven is ingebouwd. Daarom wordt er een tweede typeplaat­je meegeleverd. Plak dit in de gebruiksaanwijzing onder de rubriek "Technische Dienst". U heeft de gegevens die op dit typeplaatje staan vermeld nodig wanneer u con­tact opneemt met de Technische Dienst.
De vetdruppels worden opgevangen door het vetfilter. De binnenruimte van de oven en de ruimte achter de oven blijven hierdoor schoner.
5
Page 6
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateri­aal remt de afvalproductie en het ge­bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge­meente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen de onderdelen vaak nog waardevol zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude apparaat via de dealer of via de ge­meente gerecycled kan worden (zorgt u ervoor dat het afgedankte apparaat tot die tijd buiten het bereik van kinde­ren wordt opgeslagen). U kunt hierover meer informatie vinden in de rubriek "Veiligheidsinstructies en waarschuwin­gen".
6
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsbepalingen. Als het apparaat echter niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor het bestemd is, of als het op een ver­keerde manier wordt bediend, kun­nen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks­aanwijzing door voordat u uw oven / fornuis voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies voor het inbouwen, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit fornuis / deze oven is uitslui-
tend bestemd voor huishoudelijk gebruik, en wel voor het bakken, bra­den, ontdooien, koken, inmaken, dro­gen en grilleren van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is voor eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroor­zaakt door gebruik voor andere doelein­den dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het fornuis / de oven aan-
sluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het type­plaatje met de waarden van het elektri­citeitsnet te vergelijken. Deze gege­vens moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegaran­deerd als het is aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de gel­dende veiligheidsbepalingen is geïn- stalleerd. Laat de huisinstallatie bij twij­fel door een vakman inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of bescha­digde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Gebruik het fornuis / de oven al-
leen als deze is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektri­sche onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer on­derdelen die onder stroom staan aan­geraakt worden of als elektrische of mechanische delen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Dit kan er ook toe leiden dat het appa­raat niet meer goed functioneert.
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamhe­den, alsmede ondeskundig uitgevoer­de reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. De fabrikant kan daarvoor niet aanspra­kelijk worden gesteld. Laat installatie­en onderhoudswerkzaamheden en re­paraties uitsluitend uitvoeren door er­kende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat, als aan één van de volgende voorwaar­den is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huisinstallatie
is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Met verlengsnoe­ren kan een veilig gebruik van het ap­paraat niet worden gewaarborgd.
Oven
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit haalt, of als u de binnenkant van de oven aanraakt. Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of bijv. de grill gebruikt, worden de boven­ste verwarmingselementen en de af­schermplaat zeer heet. U kunt zich hier­aan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het ver­warmingselement afkoelen voordat u het naar beneden laat zakken. Anders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag, want daardoor kan het beschadigen.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken. Deze kunnen door overdruk uit elkaar springen en de oven beschadigen.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer, anders beschadigt u de oppervlakte van de bodem
Gebruik
Pas op! Verbrandingsgevaar! De oven / het fornuis wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in wer­king is. Niet alleen de kookzones worden warm, maar ook bijv. de ovendeur, het deel bij de afzuiging, de handgreep en het bedieningspaneel.
8
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet er ook geen zware voorwerpen op; u kunt het apparaat hiermee beschadi­gen. 10 kg is het maximum gewicht dat de deur kan dragen.
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het vocht uit de gerechten kan corrosie ver­oorzaken. Bovendien voorkomt u door het afdekken dat de gerechten uitdro­gen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te houden, of als u gebruik wilt maken van de restwarmte, stel dan de laagste temperatuur in. Laat de functieschake­laar op de gekozen verwarmingssoort staan. Schakel het apparaat in geen geval uit. De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe dat het bedieningspaneel beslaat, dat zich onder het werkblad druppels vor­men of dat het meubelfront beslaat. Door condens kan de kastombouw / het werkblad beschadigen en kan er corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of de braadslede om ze te verwarmen of te koken. De bakplaat kan zodanig krom trekken, dat deze niet meer uit de oven gehaald kan worden als hij heet is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat weer krom. Gebruik daarom het rooster en leg daar bakpapier op.
Keramische kookplaat
De kookzones worden heet zodra
ze worden ingeschakeld. De rest­warmte-aanduiding geeft aan of een kookzone heet is.
Schakel de kookplaat onmiddellijk
uit als deze scheurtjes e.d. ver­toont. Door de scheuren kunnen etens­resten en overgekookt vocht bij elektri­sche delen geraken, waardoor kortsluiting ontstaat. Trek de stekker uit de contactdoos of schakel de zekering uit. Waarschuw de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Gebruik de kookplaat niet als werk-
blad. Leg er dus geen voorwerpen op, want als er nog restwarmte is, of als er nog een kookzone aanstaat, kan er brand ontstaan.
Laat geen voorwerpen op de kera-
mische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp als een zoutvaatje kan, als het verkeerd terecht komt, scheuren of barsten in de plaat veroorzaken.
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voorkom dat er suiker in vaste of
vloeibare vorm, kunststof en alumi­niumfolie op warme kookzones terecht­komen. Dit kan bij afkoeling scheuren en barsten in de keramische plaat ver­oorzaken. Komt er per ongeluk toch iets op een hete kookzone terecht, schakel deze dan uit en verwijder de resten onmiddellijk met een schraper zolang de kookzone nog warm is. Let daarbij op dat u uw handen niet brandt.
Gebruik op de keramische kook-
plaat geen pannen of schalen met een scherpe rand aan de bodem. Daar­door ontstaan krassen die niet meer te verwijderen zijn.
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van de
oven, het fornuis en de kookplaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het ap­paraat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt. Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik in geen geval aluminiumfo-
lie of serviesgoed dat van kunst­stof is vervaardigd, omdat dit bij hoge temperaturen smelt. Bij de keramische kookplaat bestaat te­vens het gevaar dat de keramische plaat wordt beschadigd.
Gebruik het fornuis niet om een
ruimte te verwarmen. Door de hoge temperatuurontwikkeling in de ovenruimte kunnen licht ontvlambare voorwerpen, die zich in de buurt van de oven bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van de oven gebruikt, let er dan op dat de aansluitkabel van de oven niet tussen de hete ovendeur beklemd raakt. De aansluitkabel kan beschadi­gen en u loopt zo het risico een elektri­sche schok te krijgen.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende verwarmd wordt. De tijd die daarvoor nodig is hangt af van ver­schillende factoren, zoals de tempera­tuur van de ingrediënten op het mo­ment dat het gerecht in de oven wordt gezet, de hoeveelheid, het soort voed­sel, de kwaliteit ervan en eventuele wij­zigingen in het recept. Eventuele bacte­riën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is en lang genoeg wordt aangehouden. Wanneer u twijfelt of een gerecht vol­doende verwarmd is, kies dan liever een iets langere tijd.
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en bovendien hoog ge­noeg is. Roer de gerechten daartoe re­gelmatig door of draai ze om.
Gebruik van accessoires
Schuif na het gebruik van de schra-
per altijd het mes weer naar bin­nen, anders bestaat er gevaar voor ver­wondingen!
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aan­sluitkabel onbruikbaar. Hiermee voorkomt u dat de oven ver­keerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden ge­steld voor schade die daar eventu­eel het gevolg van is.
11
Page 12
Voor het eerste gebruik
Digitale klok
Na het aansluiten van het apparaat ver­schijnen "0 in het display.
Dagtijd instellen
(24-uurs weergave)
Druk de toetsen "g" en "r" tegelij­kertijd in.
In het display knipperen "0 "AUTO" verder.
00" en "AUTO" knipperend
00" en
Oven
Neem de ovenruimte af met warm water en een mild reinigingsmiddel. Wrijf de ovenruimte daarna met een schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de binnenruimte droog is.
Was de accessoires af.
Voer de dagtijd met de +/- toets in
minuten)
(uren
Zodra de +/- toets wordt ingedrukt, ver­schijnt "@ " in het display.
Na het invoeren loopt de dagtijd per mi­nuut af.
12
Plaats de meegeleverde geleide-
rails in de oven.
Page 13
Voor het eerste gebruik
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een onaangename geur als ze voor het eerst worden gebruikt. Door een hoge temperatuur verdwijnt deze geur snel­ler.
Zet de oven daarom minstens één uur aan:
Draai de functieschakelaar op "Hete­lucht D".
Stel met de temperatuurschakelaar de hoogste temperatuur in.
U kunt dit ook m.b.v. de digitale klok automatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht kan worden toegevoerd als de oven aanstaat.
Keramische kookplaat
Reinig de keramische kookplaat eerst eenmaal grondig en daarna regelma­tig. Reinig de plaat alleen als deze handwarm of koud is.
Bij het eerste gebruik kan er even een geur vrijkomen; het water in de isole­ring verdampt.
13
Page 14
Kookzones - schakelknoppen
De kookzones worden m.b.v. energie­schakelaars bestuurd.
Draai de kookzoneschakelaars al­leen rechtsom en maximaal tot aan de aanslag. De schakelaars gaan anders kapot.
Zodra een schakelaar op een bepaal­de stand wordt gedraaid, begint het controlelampje voor de kookzones te branden. Dit lampje gaat uit zodra de schakelaar op "0" wordt gedraaid.
Zo gebruikt u de keramische kookplaat
Kies een hoge stand voor het aan de kook brengen of aanbraden van een gerecht.
Zodra er stoom onder de rand van de pan vandaan komt, moet de kook­zoneschakelaar teruggedraaid wor­den op een lagere stand.
Als u de schakelaar op tijd terugdraait
voorkomt u dat gerechten overkoken;voorkomt u dat gerechten aanbran-
den;
– bespaart u energie.
Tabel voor het instellen van de kookzoneschakelaars
stand
boter smelten chocolade smelten gelatine oplossen yoghurt maken
gerechten warm houden kleine hoeveelheden opwarmen saus maken
diepvriesprodukten ontdooien groente/fruit blancheren vis stoven bouillon trekken
vlees/vis/groente koken aardappels/eenpansgerechten/ soep koken jam maken
vlees braden eieren bakken
pannekoeken bakken biefstuk bakken frituren in vet
De getallen in deze tabel zijn richtlijnen. Ze hebben betrekking op normale porties voor 4 personen. Als u hogere pannen gebruikt, zon­der deksel kookt of grotere hoeveelheden be­reidt, moet een hogere stand worden inge­steld. Als u kleinere hoeveelheden bereidt, moet een lagere stand worden ingesteld.
1 - 2
1 - 3
3 - 5
4 - 6
7 - 10
9 - 12
14
Page 15
Kookzones - algemeen
Keramische kookplaat
Doorsnede kookzones
De kookzones zijn duidelijk zichtbaar in de kookplaat aangebracht.
Alleen de ingeschakelde kookzone wordt verwarmd. de rest van het opper­vlak blijft relatief koud.
Restwarmte-indicator
Iedere kookzone heeft een controlelam­pje voor de restwarmte. Wanneer de kookzone na het inschakelen een be­paalde temperatuur heeft bereikt, gaat dit lampje branden.
Het lampje gaat weer uit als de kookzo­ne niet meer warm is.
Kookzone-vergroting n
De vergroting van de kookzone links voor wordt met de betreffende kookzo­neschakelaar ingeschakeld.
Draai de schakelaar alleen rechts­om tot aan de aanslag. De schakelaar gaat anders kapot..
Draai de schakelaar rechtsom - door stand 12 heen - op het symbool "n".
Stel vervolgens de gewenste stand in.
Als de kookzoneschakelaar vervolgens op "0" wordt gedraaid, gaan zowel de kookzone als de vergroting ervan uit.
Deze functie is gekoppeld aan een con­trolelampje in het display. Dit lampje gaat branden zodra de vergroting van de kookzone is ingeschakeld.
15
Page 16
Kookzones - gebruik
De juiste pannen
Als u de volgende adviezen opvolgt
bespaart u zoveel mogelijk energie;voorkomt u dat overkokend vocht in-
brandt.
De bodem van de pan
De pannen moeten een stabiele onder­kant hebben die iets naar binnen buigt.
Als de bodem heet wordt, staat deze vlak op de kookzone. Gebruik pannen die geschikt zijn voor koken op een ke­ramische kookplaat.
De grootte van de pan
De doorsnede van de pan moet iets groter zijn dan die van de kookzone.
Het deksel
Een deksel op de pan voorkomt dat de warmte ontsnapt.
16
Page 17
Kookzones - gebruik
Let op het volgende
Om onnodig energieverbruik te voorko­men moet u altijd een pan op de kook­zone zetten voordat u deze inschakelt.
Zowel de kookzone als de pan moet schoon en droog zijn. Hierdoor hoeft u na het koken minder schoon te maken.
Zorg ervoor dat er geen zand op de kookzones ligt.
Als er zand tussen pan en kookzone komt, kan dit krassen veroorzaken.
De bodem van de pan mag geen scherpe randen hebben.
Als u een pan met scherpe randen ver­schuift, ontstaan er krassen op de kera­mische kookplaat.
Schuif niet met bakplaten of braadsledes over de kookplaat.
Pannen van aluminium en pannen van roestvrij staal met een alumini­um bodem kunnen parelmoerachti­ge vlekken op de kookplaat veroor­zaken.
Deze vlekken kunt u het beste onmid­dellijk verwijderen met een speciaal rei­nigingsmiddel (zie de rubriek "Reini­ging en onderhoud").
Hierdoor ontstaan krassen!
17
Page 18
Kookzones - gebruik
Laat op warme kookzones geen sui­ker in vaste of vloeibare vorm te­rechtkomen en leg er geen kunst­stof of aluminiumfolie op.
Dit kan bij afkoeling scheuren en bar­sten in de keramische plaat veroorza­ken. Komt er toch per ongeluk iets op een hete kookzone terecht, schakel deze dan uit en verwijder de resten on­middellijk met een schraper zolang de kookzone nog warm is. Let daarbij op dat u uw handen niet brandt.
Als de bevuilde kookzone afkoelt zon­der dat deze van tevoren is gereinigd, ontstaan er kraterachtige gaten in de keramische plaat.
18
Page 19
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt de lucht uit de oven, leidt deze langs het ringvormige verwarmingselement en blaast de verwarmde lucht door de openingen in de achterwand weer te­rug.
Omdat de gerechten direct worden ver­warmd is voorverwarmen van de oven niet nodig. Uitzondering: voor het braden van ros­bief of filet moet de oven wel worden voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er op verschillende niveaus tegelijk wor­den gebakken en gebraden. Door de hete luchtstroom kan er bij deze verwar­mingssoort met lagere temperaturen worden gewerkt dan bij "Boven- en on­derwarmte".
Ontdooien i
Er wordt zonder verwarming ontdooid. De ventilator aan de achterkant zorgt voor constante circulatie van de koude lucht.
19
Page 20
Verwarmingssoorten
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmings­soort wordt het gerecht van boven en van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen nodig – voor het bakken van gebak met een
korte baktijd;
– voor het braden van rosbief / filet.
Grilleren ,
Het binnenste gedeelte van het verwar­mingselement voor Bovenwarmte wordt gebruikt voor het grilleren. Enkele minu­ten na inschakeling wordt het roodgloei­end en zorgt voor de infrarood straling, die voor het grilleren nodig is.
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten voor. Houd hierbij de deur gesloten.
20
Page 21
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft twee bedieningsknop­pen: de functieschakelaar en de tempe­ratuurschakelaar.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de ge­wenste verwarmingssoort.
– Verlichting H Om de ovenverlichting apart in te scha­kelen.
– Hetelucht D Voor bakken en koken op meerdere ni­veaus tegelijk.
– Boven- en onderwarmte A Voor het bakken en braden van traditio­nele gerechten, soufflé.
– Bovenwarmte C Voor het gratineren van gerechten.
– Onderwarmte B Aan het einde van de baktijd kiezen als een taart aan de onderkant bruiner moet worden.
– Ontdooien G Om diepvriesprodukten behoedzaam te ontdooien.
– Grilleren , Voor het grilleren van vlees, zoals kar­bonade, biefstuk, gevogelte, saté.
De schakelaar kan zowel links- als rechtsom gedraaid worden.
21
Page 22
Bediening van de oven
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u de temperatuur voor de bereiding in.
Draai de temperatuurschakelaar al­leen rechtsom tot aan de aanslag en weer terug. De schakelaar gaat anders kapot.
Ontdooien G: Stel bij deze verwarmingssoort geen temperatuur in.
De temperatuur kan traploos worden in­gesteld.
De oven kan alleen met de schake­laar worden ingeschakeld als het symbool "@ " in het display te zien is. Druk hiertoe de toets "i" in.
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele ge­vallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht D": – voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte A": – voor het bakken van taart met een
korte baktijd;.
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de ge­wenste stand.
Stel met de temperatuurschakelaar de juiste temperatuur in.
Plaats de gerechten in de oven zo­dra het controlelampje voor de eer­ste keer uitgaat.
Zodra er een temperatuur is ingesteld, brandt het controlelampje boven de temperatuurschakelaar. Dit lampje brandt altijd als de verwarming is inge­schakeld. Als de ingestelde temperatuur is be­reikt, wordt de verwarming automatisch uitgeschakeld. Zodra de temperatuur onder de ingestelde waarde daalt, wordt de verwarming weer ingescha­keld.
22
Page 23
Bediening van de oven
Rooster met beveiliging tegen uittrekken
Deze beveiliging voorkomt dat het roos­ter helemaal uit de oven glijdt, terwijl hij er slechts gedeeltelijk uitgetrokken had moeten worden.
Let er daarom bij het inschuiven al­tijd op dat de beveiliging tegen uit­trekken aan de achterkant zit.
Het rooster kan nu alleen uit de oven worden gehaald als het wordt opgetild.
23
Page 24
Bediening van de digitale klok
Symbolen in het display
De volgende symbolen verschijnen in het display:
l
– als er een kookwekkertijd is inge-
AUTO
als een bereiding is voorgeprogram-
(knipperend) als de bereidingstijd is
De digitale klok kan
de dagtijd aangeven;de oven automatisch uitschakelen of
in- en uitschakelen.
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u
AUTO en @ – als de bereiding wordt uitgevoerd;
@
– als de oven onafhankelijk van de di-
steld;
meerd;
afgelopen;
gitale klok kan worden ingeschakeld.
l
een kookwekkertijd instellen;
g
de duur van een bereiding instellen;
)
– het einde van een bereiding instel-
len;
i
– een ingestelde bereiding wissen; +/-
– de tijden instellen / veranderen.
24
Page 25
Bediening van de digitale klok
Dagtijd
(24-uurs weergave)
Na het aansluiten van het apparaat of nadat de stroom is uitgevallen
verschijnen "0 rend in het display.
Dagtijd instellen
Druk de toetsen "g" en "r" tegelij­kertijd in.
In het display knipperen "0 "AUTO" verder.
Voer de dagtijd met de +/- toets in
minuten).
(uren
Zodra de +/- toets wordt ingedrukt, ver­schijnt "@ " in het display.
Na het invoeren loopt de dagtijd per mi­nuut af.
Dagtijd veranderen
Het veranderen van de dagtijd ge­schiedt net zo als het instellen ervan:
00" en "AUTO" knippe-
00" en
Kookwekker
U kunt een kookwekkertijd instellen voor externe bereidingen, zoals het ko­ken van eieren.
De kookwekkertijd kan onafhankelijk van de ingestelde bereiding worden in­gesteld.
Kookwekkertijd instellen
Druk de toets "l" in. Stel de gewenste tijd met de + toets
in (uren
In het display verschijnt "l" .
Na afloop van de kookwekkertijd
– klinkt ca. 7 minuten lang een akoes-
tisch signaal.
Dit akoestische signaal kan door het in­drukken van de toets "l" voortijdig wor­den beëindigd.
minuten).
Druk de toetsen "g" en "r" tegelij­kertijd in.
Verander de dagtijd met de +/- toets
minuten).
(uren
Als er een bereiding was ingesteld, dan wordt deze door het veranderen van de dagtijd gewist.
25
Page 26
Bediening van de digitale klok
Bereiding automatisch uitschakelen
Draai de functieschakelaar en de temperatuurschakelaar op de gewen­ste stand.
Druk de toets "g" in.
In het display verschijnt "0
00".
Stel met de + toets de gewenste tijd in (uren
minuten).
In het display brandt "AUTO".
Bereiding voorprogrammeren
Draai de functieschakelaar en de temperatuurschakelaar op de gewen­ste stand.
Stel eerst de bereidingsduur in:
Druk de toets "g" in.
In het display verschijnt "0
Stel met de + toets de gewenste tijd in (uren
minuten).
In het display brandt "AUTO". Stel nu de eindtijd in:
00".
Let op het volgende
Als u een taart of brood wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet al te lang van tevoren programmeren. Het deeg kan uitdrogen en de werking van het rijsmiddel kan minder worden.
Einde van een bereiding
Na afloop van een ingestelde bereiding
– wordt de ovenverwarming automa-
tisch uitgeschakeld;
– klinkt ca. 7 minuten lang een akoes-
tisch signaal;
– knippert "AUTO".
Druk de toets "i" in.
Het optische en het akoestische sig­naal worden uitgeschakeld.
Zodra de toets "i " wordt inge­drukt, gaat de ovenverwarming weer aan. Schakel het apparaat daarom altijd uit.
Draai de functieschakelaar en de temperatuurschakelaar op "0".
Druk de toets ")" in.
In het display verschijnen nu de dagtijd en de ingestelde bereidingsduur.
Stel met de + toets de eindtijd in.
De oven wordt uitgeschakeld en in het display verschijnt "AUTO".
26
Page 27
Bediening van de digitale klok
Controleren en veranderen van de ingestelde tijden
De tijden die voor een bepaalde berei­ding zijn ingesteld en de kookwekker­tijd kunnen op elk gewenst moment ge­controleerd of veranderd worden.
Controleren
Druk de toets in waarvan u de tijd wilt controleren.
"g" De ingestelde bereidingstijd of de reste­rende tijd van een bereidingsproces dat bezig is, wordt weergegeven.
")" De eindtijd van de bereiding wordt weergegeven.
"l" De resterende kookwekkertijd wordt weergegeven.
Veranderen
Automatisch proces wissen
Druk de toets "i" in.
Let op:
Zodra het bereidingsproces is gewist, gaan de verwarming en de verlichting van de oven aan.
Akoestisch signaal veranderen
U kunt kiezen uit drie verschillende akoestische signalen.
Druk de - toets in.
Bij elke druk op de - toets klinkt een an­der akoestisch signaal.
Verander het akoestische signaal al­leen als de oven is uitgeschakeld.
Druk op de toets waarvan u de tijd wilt veranderen.
Stel met de +/- toets de gewenste tijd in.
27
Page 28
Bakken in de oven
Voor het bakken bevelen wij de volgen­de verwarmingssoorten aan:
Hetelucht DBoven- en onderwarmte A
Zo bakt u met "Hetelucht D"
U kunt alle hittebestendige bakvormen gebruiken, ook als ze van lichte dunne materialen zijn vervaardigd.
U kunt op meerdere niveaus tegelijker­tijd bakken. Wij raden het volgende aan:
e
1 bakplaat . . . . . . . . 1
2 bakplaten . . . 1 3 bakplaten 1
e
e
, 2e en 5e inschuifhoogte
Als u vochtig gebak, taart of brood bakt, gebruik dan niet meer dan 2 bakplaten tegelijk.
Bij "Hetelucht D" ligt de baktempera- tuur lager dan bij "Boven- en onder­warmte A".
inschuifhoogte
en 3e inschuifhoogte
Zo bakt u met "Boven- en onderwarmte A"
In de volgende bakvormen wordt het gebak regelmatig gebruind: matte en donkergekleurde bakvormen; hittebestendige glazen of kunststof bak­vormen.
Gebruik geen lichte, dunne bakvor­men. Hierin wordt het gebak niet ge­lijkmatig gebruind.
Voorverwarmen van de oven: alleen voor het bakken van taart/gebak met een korte baktijd.
Kies de inschuifhoogte afhankelijk van hetgeen u wilt bakken:
e
hoog gebak . . . 1
plat gebak . . . . 2
of 2e inschuifhoogte
e
of 3e inschuifhoogte
28
Page 29
Bakken in de oven
Let op het volgende
Plaats een cakeblik of een langwerpi- ge bakvorm dwars in de oven.
Bak diepvriesproducten zoals pizza’s e.d. op het rooster met daarop bakpa­pier.
Let op de temperaturen, inschuif­hoogtes en baktijden in de tabel op de volgende pagina’s.
Het gebak wordt regelmatig gebruind als
– de gemiddelde temperatuur wordt
aangehouden; Het komt vaak voor dat men voor het
bakken een te hoge temperatuur in­stelt. Het gebak is dan weliswaar sneller klaar, maar het is niet mooi re­gelmatig gebruind.
– de inschuifhoogte wordt aangepast
aan het soort gebak en de verwar­mingssoort;
– na afloop van de kortste baktijd
wordt getest of het gebak gaar is. Prik met een breinaald in het deeg. Als
er niets aan de breinaald blijft kle­ven, is het gebak gaar.
29
Page 30
Bakken in de oven
Hetelucht D
temperatuur
in °C
aanbevolen
inschuifhoogte
tijd
in min.
cakebeslag
zandtaart tulband notencake taartbodem
1)
cakejes
biscuitdeeg
1)
taart taartbodem biscuitrol
1)
150-170 150-170
1)
150-170 150-170 150-170
1)
160-180 160-180 160-180
1 1 1 1
1, 2, 5
1 1 1
50-60 70-80 60-70 25-30 20-25
25-30 20-25 20-25
kneeddeeg
taartbodem kruimeltaart koekjes
1)
kwarktaart appeltaart hartige taart
1)
150-170 150-170 150-170 150-170 150-170 170-190
1 1
1, 2, 5
1 1 1
20-25 40-50 15-25 75-85 50-60 60-70
gistdeeg
kruimeltaart kerststol witbrood bruinbrood
1)
pizza uienbrood
1)
appelflappen
soezendeeg
150-170 150-170
2)
160-180 190-210 170-190 150-170 150-170
1)
1 1 1 1 1 1
1, 3
35-45 45-65 40-50 60-70 40-50 35-45 25-30
roomsoezen 160-180 1, 3 30-40
bladerdeeg
eiwitgebak
1)
1)
170-190 1, 3 20-25
bitterkoekjes 120-140 1, 2, 5 30-50
De tijden gelden voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
1) Verwarm de oven bij "Boven- en onderwarmte A" voor.
2) Verwarm de oven bij "Hetelucht D" en "Boven- en onderwarmte A" voor.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
30
Page 31
Bakken in de oven
Boven- en onderwarmte A
temperatuur
in °C
cakebeslag
zandtaart tulband notencake taartbodem cakejes
biscuitdeeg
taart taartbodem biscuitrol
1)
1)
1)
1)
1)
160-180 160-180 160-180 180-200 180-200
180-200 180-200 190-210
kneeddeeg
taartbodem kruimeltaart koekjes
1)
kwarktaart appeltaart hartige taart
1)
180-200 180-200 180-200 180-200 180-200 190-200
gistdeeg
kruimeltaart kerststol witbrood bruinbrood
1)
pizza uienbrood
1)
appelflappen
soezendeeg
2)
1)
180-200 170-190 190-210 210-230 190-210 190-210 170-190
roomsoezen 190-210 1 of 2 20-25
bladerdeeg
eiwitgebak
bitterkoekjes
1)
1)
200-220 1 of 2 15-20
130-150
aanbevolen
inschuifhoogte
1 1 1
1 of 2
2
1 1
1 of 2
1 of 2 1 of 2
2 1 1 1
1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2
2 30-50
tijd
in min.
50-60 70-80 60-70 15-20 12-15
20-30 15-20 15-20
15-20 40-50 10-15 75-85 45-55 60-70
35-45 45-65 40-50 60-70 40-50 35-45 20-25
De tijden gelden voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
1) Verwarm de oven bij "Boven- en onderwarmte A" voor.
2) Verwarm de oven bij "Hetelucht D" en "Boven- en onderwarmte A" voor.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
+
31
Page 32
Braden in de oven
Voor het braden bevelen wij de volgen­de verwarmingssoorten aan:
Hetelucht DBoven- en onderwarmte A
Hetelucht D: Plaats voordat u gaat braden op het rooster altijd het vetfilter voor de aanzuigopening van de ventilator.
Het is handig om in een pan te braden: – er blijft genoeg fond over om een
saus van te maken;
– de oven blijft schoner dan bij braden
op het rooster.
Plaats het servies op het rooster. Het vlees moet in de oven gezet wor-
den als deze nog koud is. Uitzondering: voor het braden van ros­bief/filet moet de oven voorverwarmd worden op de temperatuur die in het re­cept wordt vermeld.
e
Kies voor het braden de 1
inschuif-
hoogte.
Uitzondering: kies voor het braden van gevogelte tot 1 kg, rosbief, filet of vis
e
inschuifhoogte.
de 2 Bij "Hetelucht D" moet de temperatuur
ca. 40 °C lager zijn dan bij "Boven- en onderwarmte A".
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de temperatuur. Stel de temperatuur vanaf 3 kg. ca. 10 °C lager in dan aangege­ven in de tabel voor het braden. Het braden duurt dan weliswaar iets langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en de korst wordt niet te dik.
U kunt het volgende serviesgoed ge- bruiken: braadpan, braadslee, vuurvaste schaal, römertopf.
De handgrepen van het servies­goed moeten hittebestendig zijn.
32
Bij het braden op het rooster K moet de temperatuur ca. 20 °C lager ingesteld worden dan bij het braden in de pan L.
De bereidingstijd wordt bepaald door het soort vlees, de grootte en de dikte van het vlees.
Page 33
Braden in de oven
Zo kunt u de bereidingstijd bereke­nen:
Hoogte van het vlees x de tijd per cm voor de betreffende vleessoort.
vleessoort
rund/wild varken/kalf/lam rosbief/filet
tijd per cm
hoogte
15-18 min. 12-15 min.
8-10 min.
Voorbeeld: rundvlees, 8 cm hoog 8 x 15 min. per cm = 120 min. berei­dingstijd.
Let op het volgende
Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het vlees wordt dan wel bruin, maar niet gaar.
Het vlees wordt aan het einde van de bereidingstijd bruin. Het vlees wordt extra bruin als u op de helft van de braadtijd het deksel van de schaal af­haalt.
Na afloop van de bereiding
Haal het vlees uit de oven, wikkel het in aluminiumfolie en laat het ca. 10 minu­ten staan. Op deze manier loopt er bij het aansnijden van het vlees minder vocht weg.
Tips voor de bereiding
Braden in de pan L
Kruid het vlees en leg het in de pan. Leg er kleine stukjes boter of margari­ne op of giet er olie overheen. Voeg aan grote magere stukken vlees (2 tot 3 kg.) en vet gevogelte ongeveer 1/8 liter water toe.
Braden op het rooster K
Kruid het vlees en leg het op het roos­ter of in de braadslede. Leg er kleine stukjes boter of margarine op en laat het vlees gaar worden. Giet tijdens het braden wat vocht (water, bouillon, room) over het vlees.
Gevogelte braden
Het vel wordt knapperig als u het gevo­gelte 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd bestrijkt met licht gezou­ten water.
Diepgevroren vlees braden
Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het van tevoren te ontdooien. De berei­dingstijd wordt per kilo ca. 20 minuten langer.
33
Page 34
Braden in de oven
Tabel voor het braden
Hetelucht D
aanbe-
volen
inschuif-
hoogte
temperatuur
in °C
in de braad-
panL
2)
rundvlees ca. 1 kg 1 180-200 100-120 220-240 100-120
runderfilet, rosbief
2)
ca. 1 kg 1
4)
190-210 35-45 220-240 35-45
wild ca. 1 kg 1 180-200 90-120 220-240 90-120
varkensvlees, nekstuk ca. 1 kg 1 170-190 100-120 210-230 100-120
varkensfilet, karbonade ca. 1 kg 1 170-190 60-80 200-220 60-80
casselerrib ca. 1 kg 1 170-190 60-70 210-230 60-70
gehaktbrood ca. 1 kg 1 170-190 50-60 200-220 50-60
kalfsvlees ca. 1 kg 1 170-190 100-120 210-230 100-120
lamsbout ca. 1,5 kg 1 170-190 90-120 210-230 90-120
gevogelte 0,8-1 kg 1
4)
170-190 50-60 200-220 50-60
1)
tijd
in min.
Boven- en
onderwarmte
temperatuur
in °C
in de braad-
panL
2)
A
tijd
in min.
gevogelte ca. 2 kg 1 170-190 120-150 200-220 120-150
gevogelte ca. 4 kg 1 160-180 150-180 190-210 150-180
moot vis ca. 1,5 kg 1
4)
160-180 35-55 200-220 35-55
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
1) Plaats het vetfilter bij gebruik van "Hetelucht D".
2) Als het vlees op het rooster K wordt bereid: temperatuur 20 °C lager instellen.
3) Verwarm de oven voor als u "Hetelucht D" of "Boven- en onderwarmte A" gebruikt.
e
4) 2
inschuifhoogte bij "Boven- en onderwarmte A".
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
34
Page 35
Ontdooien in de oven
Draai de functieschakelaar op "Ontdooien G".
Stel voor het ontdooien geen tempe­ratuur in.
– Haal het diepgevroren product uit de
verpakking en leg het op een schaal of bakplaat.
– Voor het ontdooien van gevogelte is
het aan te bevelen om het rooster te gebruiken en daaronder een schaal te plaatsen. Zo komt het gevogelte niet in het vocht te liggen.
Let bij het ontdooien van gevogelte extra op de hygiëne. Gebruik het vocht dat bij het ontdooien vrijkomt niet. De kans op bacteriën is groot!
– Vlees, gevogelte en vis hoeven niet
helemaal ontdooid te zijn voor verde­re bereiding. Het is voldoende als de buitenlaag zo zacht is geworden, dat de kruiden goed worden opgeno­men.
Tijden voor het ontdooien
op kamertemperatuur De tijden hangen af van soort en ge-
wicht van het voedsel dat wordt ont­dooid.
1000 g vis . . . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
1000 g gevogelte . . . . . . . 90-120 min.
500 g vlees . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
1000 g vlees . . . . . . . . . . . 90-120 min.
300 g fruit . . . . . . . . . . . . . 30-45 min.
500 g brood. . . . . . . . . . . . 30-40 min.
35
Page 36
Koken in de oven
Voor het koken in de oven zijn de vol­gende verwarmingssoorten aan te be­velen:
Hetelucht DBoven- en onderwarmte A
U kunt het volgende serviesgoed ge- bruiken: vuurvaste glazen schaal, porseleinen serviesgoed, römertopf, pan met hitte­bestendige handvatten.
Schuif het rooster op de 1e inschuif­hoogte in de oven en plaats het ser­viesgoed er op.
Stel de verwarmingssoort en de temperatuur in.
Hetelucht D. . . . . . . . . . . . . 170-190°C
Boven- en onderwarmte A . 190-210°C
Tijden voor het koken
menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70-90 min.
ovenschotel . . . . . . . . . . . . . 40-60 min.
Let op het volgende
Dek de gerechten af
als ze gesmoord of geblancheerd moe­ten worden.
Daardoor voorkomt u dat het gerecht uitdroogt. Als u geen geschikt deksel heeft, gebruik dan bijv. aluminiumfolie.
Dek de gerechten niet af
als ze een korstje moeten krijgen.
Tip voor het koken
Het is mogelijk om pannen of schalen op elkaar te zetten. Leg dan het deksel van de onderste pan/schaal op de kop.
Zet de gerechten die bruin moeten wor­den bovenop.
36
Page 37
Inmaken in de oven
Voor het inmaken in de oven bevelen wij de verwarmingssoort "Hetelucht D" aan.
De volgende potten zijn geschikt voor het inmaken: – weckpotten (bereid deze op de ge-
wone manier voor);
– glazen potten met schroefdeksel (ge-
bruik alleen die potten die speciaal voor inmaken geschikt zijn; deze zijn verkrijgbaar in de speciaalzaak).
Gebruik geen conservenblikken!
Schuif de braadslede op de 1e in­schuifhoogte in de oven en plaats de potten/glazen er op.
Er kunnen maximaal 6 potten/glazen tegelijk in de oven.
Als de inhoud begint de borrelen
– fruit en komkommer
Draai de temperatuurschakelaar op "0°C" en laat de functieschakelaar op "Hetelucht D" staan.
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in de oven staan.
– groente
Stel de temperatuur in op 100°C.
Laat de groente verder koken: asperges, worteltjes . . . 60-90 minuten
erwten, bonen . . . . . . . 90-120 minuten
Draai de temperatuurschakelaar op "0°C" en laat de functieschakelaar op "Hetelucht D" staan.
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in de oven staan.
Na het inmaken
Haal de potten/glazen uit de oven en laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije plaats staan. Verwijder de klemmen en controleer of alle potten/glazen goed gesloten zijn.
Giet ongeveer 1 liter water op de braadslede.
Stel de temperatuur in op 150- 170°C.
Deze temperatuur is nodig totdat de in­houd gaat borrelen (gelijkmatig opstij­gen van luchtbelletjes).
37
Page 38
Grilleren in de oven
Verwarm het grillelement ongeveer 5 minuten voor. Laat hierbij de oven­deur dicht.
Tijdens het grilleren moet de oven­deur gesloten blijven. Dit bespaart energie en vermindert het ontsnap­pen van geuren.
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees af met koud water en droog het goed af. Zout het vlees niet voor het grilleren, anders verliest het zijn vocht.
Bestrijk mager vlees met een beetje olie. Andere soorten vet worden snel te donker of zorgen voor rookontwikke­ling. Kip kan met boter bestreken wor­den.
Platte vissen en moten vis kunt u zou­ten en met een beetje citroensap be­sprenkelen.
Grilleren op het rooster
Zet de grillinrichting in elkaar zoals op de afbeelding hierboven.
Leg het vlees op het rooster. Draai de functieschakelaar op
"Grilleren , ". Stel de temperatuur in:
soort vlees
plat
bijv. karbonade, biefstuk 275°C
dik
temperatuur
38
gevogelte, rollade 240°C
Als tijdens de bereiding van grotere stukken vlees de buitenkant al behoor­lijk bruin is geworden en de binnenkant is nog niet gaar, dan kunt u op een la­gere temperatuur verder grilleren.
Page 39
Grilleren in de oven
De inschuifhoogte wordt bepaald door de hoogte van het vlees:
e
plat vlees . . . . . 4
dik vlees. . . . . . 1
of 5e inschuifhoogte
e
of 2e inschuifhoogte
Tijden voor het grilleren
plat vlees/vis. . . . . . . . 5-6 min. per kant
dikkere stukken . . . . . . . . . . iets langer
rollade etc. . . . . . . 10 min per cm dikte
Tips voor het grilleren
Als u wilt vaststellen in hoeverre het vlees al gaar is, druk dan met een lepel op het vlees.
– Als het nog veerkrachtig aanvoelt,
dan is het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, dan is
het vlees van binnen roze ("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, dan is
het door en door gaar ("doorbakken").
Grillkwast
Om het vlees gemakkelijk in te kunnen vetten is er een grillkwast verkrijgbaar bij de Miele vakhandel of rechtstreeks bij Miele Nederland B.V.
U kunt het beste ongeveer even grote stukken vlees tegelijk grilleren, zodat de bereidingstijden niet teveel uiteen­lopen.
Draai het vlees halverwege de berei­dingstijd om.
39
Page 40
Grilleren in de oven
Tabel voor het grilleren
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten voor; laat hierbij de ovendeur dicht.
gerechten
platte gerechten
biefstuk 3 of 4 275 10-16
schaschlik 3 of 4 275 12-16
schnitzel 3 of 4 275 12-18
lever 3 of 4 275 8-12
braadworst 3 of 4 275 6-10
visfilet 3 of 4 275 12-16
forel 3 of 4 275 16-20
tosti 4 of 5 275 2-4
tosti Hawaii 3 of 4 275 4-6
tomaten 3 of 4 275 6-8
dikke gerechten
kip (ca. 1 kg) 1 of 2 240 50-60
rollade, Ø 7 cm (ca. 1 kg) 1 240 70-80
inschuifhoogte
grillinrichting
temperatuur
in °C
totale bereidingstijd
in min. *
* Draai het gerecht op de helft van de tijd om.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
40
Page 41
Gerechten getest volgens DIN 44 547
Geteste gerechten
gebak bakvorm /
sprits 1 bakplaat Hetelucht 1 150 28-32
zacht biscuitdeeg
bakplaat aantal
2 bakplaten Hetelucht 1, 3 150 30-34
3 bakplaten Hetelucht 1, 2, 5 150 32-36
1 bakplaat Boven- en
springvorm Hetelucht 1 170 25-30
springvorm Boven- en
verwarmings­soort
onderwarmte
onderwarmte
inschuif­hoogte van onderen
2180
2190
temperatuur­instelling in °C
voor­verwarmd
voor­verwarmd
bereidings­tijd in min.
16-20 + voor­verwarmen
20-25 + voor­verwarmen
Andere geteste gerechten
gerecht bakvorm /
cake cakeblik Hetelucht 1 160 50-60
eend 1700 g
bakplaat aantal
rooster op braadslede
verwarmings­soort
Boven- en onderwarmte 1 170 55-65
Hetelucht 1 160 100-120
Boven- en onderwarmte 1 200 100-120
inschuif­hoogte van onderen
temperatuur­instelling in °C
bereidings­tijd in min.
varkensvlees 1500 g
toast rooster Grilleren 5 275 Voorverwar-
rooster op braadslede
Hetelucht 1 160 100-120
Boven- en onderwarmte 1 200 100-120
men: 20 min. Grilleren: max. 90 sec.
41
Page 42
Reiniging en onderhoud
Keramische kookplaat
Voor het reinigen van een keramische kookplaat gelden in principe dezelfde richtlijnen als voor het reinigen van een glazen oppervlak.
Gebruik in geen geval schurende of agressieve middelen zoals grill- en ovensprays, roestverwijderaars, schuurmiddelen of schuursponsjes.
Reinig de kookplaat na ieder gebruik
Lichte, niet vastgekoekte vervuiling ver­wijdert u met een vochtige doek of zachte spons zonder reinigingsmiddel. U kunt ook niet-schurende reinigings­middelen gebruiken.
Als u voor het reinigen afwasmiddel ge­bruikt, kunnen hardnekkige blauwe vlekken ontstaan die zelfs met een spe­ciaal reinigingsmiddel moeilijk te verwij­deren zijn.
Vastgekoekte vervuiling verwijdert u met een schraper.
Behandel het oppervlak vervolgens met een vochtige doek of een zachte spons.
Vlekken verwijderen
Lichte parelmoerkleurige vlekken (aluminiumvlekken) verwijdert u met een speciaal reinigingsmiddel, zodra de kookzone is afgekoeld.
42
Kalkafzetting (veroorzaakt door overgekookt water of nat serviesgoed) verwijdert u met azijn of een speciaal reinigingsmiddel.
Page 43
Reiniging en onderhoud
Suiker, suikerhoudend voedsel, kunst­stof, aluminiumfolie verwijderen
Komt er per ongeluk toch iets op een hete kookzone terecht, schakel deze dan uit en verwijder de resten onmiddellijk met een schraper zo­lang de kookzone nog warm is. Let daarbij op dat u uw handen niet brandt.
Reinig de afgekoelde kookzone met een speciaal reinigingsmiddel.
Reinigingsmiddel
Gebruik alleen speciale reinigingsmid­delen die geschikt zijn voor keramische kookplaten.
Wanneer u een reinigingsmiddel ge­bruikt, let dan op de aanwijzingen van de fabrikant.
Gebruik geen reinigingsmiddel op hete kookzones.
In de speciaalzaak zijn reinigingsmid­delen verkrijgbaar die een bescher­mend siliconenlaagje op de kerami­sche plaat vormen. Hierdoor oogt de kookplaat gladder en wordt enigszins water- en vuilafstotend.
Dit siliconenlaagje is echter niet be­stand tegen hoge temperaturen en moet daarom steeds opnieuw worden aangebracht.
Wanneer u de kookplaat met een spe­ciaal reinigingsmiddel reinigt, voorkomt u schade door suiker, suikerhoudend voedsel en aluminiumfolie.
Verwijder de resten van het reini­gingsmiddel altijd met een vochtige doek van de kookplaat. Als de resten warm worden kunnen deze irritatie veroorzaken.
43
Page 44
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningspaneel
Neem het front en het bedieningspa­neel met een mild reinigingsmiddel of met een beetje afwasmiddel in water af. Wrijf ze daarna met een zachte doek droog.
Gebruik geen schuurmiddelen, want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij een appa­raat met een wit front na ieder gebruik de handgreep van de deur van het ap­paraat met een mild vetoplossend reini­gingsmiddel zoals afwasmiddel af te nemen. Zo voorkomt u dat vet of ande­re resten inbranden.
Roestvrijstalen front
Gebruik nooit schurende middelen of middelen die soda, zuren of chlo­riden bevatten! Deze middelen tasten het oppervlak aan.
Accessoires
Geleiderail
in warm water met afwasmiddel of met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal reinigen.
Bakplaat, braadslede, rooster
na elk gebruik afspoelen en afdrogen. Moeilijk afwasbare resten verwijdert u – van roestvrij staal:
met een reinigingsmiddel voor roest­vrij staal;
– van email:
met een zachte borstel nadat u het in warm water heeft laten weken.
Vetfilter
in warm water met afwasmiddel of in de afwasautomaat reinigen.
Voor het onderhoud van het front kunt u een niet-schurend reinigingsmiddel voor roestvrij staal gebruiken.
U kunt het front extra tegen vervuiling beschermen door het in te wrijven met een speciaal onderhoudsmiddel (bijv. Neoblank, te verkrijgen bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V., bestelnr. 4565110).
Smeer een kleine hoeveelheid van het middel met een zachte doek gelijkma­tig over het gehele oppervlak uit.
44
Page 45
Reiniging en onderhoud
Binnenruimte
De ovenruimte is bekleed met
b Clean Email
en
c katalytisch email.
Reinig de oven elke keer nadat u hem gebruikt heeft. Als u te lang wacht met schoonmaken, wordt het moeilijker en kunt u sommige vlek­ken misschien helemaal niet meer verwijderen.
b Clean Email
Dit is een bijzonder hard soort email met een extra glad oppervlak.
Daardoor kunnen de meeste voedsel­resten met een spons, warm water en afwasmiddel verwijderd worden.
Aangekoekte resten kunt u met een schraper verwijderen. Reinig het email vervolgens nog met een sponsje met niet-schurend reinigingsmiddel of met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
vruchtensap en deeg kunt u het best verwijderen als de oven nog warm is.
vruchtensap kan verkleuring veroorza­ken. Ook kunnen na het braden doffe plekken op de braadslede ontstaan.
Let bij het gebruik van ovenspray al­tijd op de aanwijzingen van de fabri­kant.
Zorg ervoor dat er geen ovenspray op het katalytische email kan ko­men! De spray kan het email be­schadigen.
Verwijder eerst het vuil van het Clean Email, reinig vervolgens het katalytische email met de reinigings­hulp zoals beschreven op de vol­gende pagina’s.
Behandel de emaillagen nooit met harde borstels, schuursponsjes, messen of schuurmiddelen. Deze kunnen het email beschadigen!
45
Page 46
Reiniging en onderhoud
c Katalytisch email
Omdat door de luchtcirculatie met name de achterwand met olie- en vet­spatten wordt vervuild, is deze voorzien van een laag katalytisch email.
Dit email is in staat om olie- en vetspat­ten bij temperaturen boven 200 °C te verwijderen. Hoe hoger de tempera­tuur, des te beter werkt dit proces. Res­ten van kruiden en suiker worden niet verwijderd door de katalyse.
Katalytisch email mag niet met har­de borstels, schuursponsjes, mes­sen of schuurmiddelen behandeld worden. Gebruik ook geen oven­spray!
Wacht niet te lang met het schoonma­ken, want elke keer dat de oven weer wordt gebruikt, komen de olie-, vet- en voedselresten vaster te zitten.
Het katalytische email kan bij normale vervuiling zonder, en bij erge vervuiling met reinigingshulp gereinigd worden.
Reinigen van het katalytische email zonder de reinigingshulp
Laat de oven eerst afkoelen. Neem ver­volgens de achterwand met een vochti­ge doek af. Gebruik daarvoor warm wa­ter met afwasmiddel en een doekje, een sponsje of een zachte borstel.
Gebruik geen schuurmiddelen!
Reinig daarna de bovenkant, de zijwan­den en de bodem van de ovenruimte.
46
Page 47
Reiniging en onderhoud
Reinigen van het katalytische email met de reinigingshulp
Reinig vóór het inschakelen van de rei­nigingshulp het Clean Email.
Zo gebruikt u de reinigingshulp:
Draai de functieschakelaar op "Hete­lucht D".
Stel met de temperatuurschakelaar de hoogste temperatuur in.
Laat de oven ongeveer een uur aan­staan. De benodigde tijd hangt af van de mate van vervuiling.
Stel voor dit reinigingsproces de kookwekker in, zodat u niet vergeet de oven op tijd uit te schakelen.
Reinig daarna de bovenkant, de zijwan­den en de bodem van de ovenruimte.
Elke keer dat de oven met hoge tempe­raturen wordt gebruikt, verdwijnen eventueel achtergebleven voedselres­ten.
Mocht de katalytische emaillaag door onjuist onderhoud of door ster­ke vervuiling niet meer (goed) wer­ken, dan kunt u bij de Miele vakhan­delaar of rechtstreeks bij Miele Nederland B.V. een nieuwe plaat verkrijgen.
47
Page 48
Reiniging en onderhoud
Om de oven makkelijker te kunnen reini­gen kunt u de ovendeur, de geleide­rails en/of de achterwand verwijderen. Het bovenste verwarmingselement kunt u laten zakken.
Ovendeur verwijderen
Open de deur helemaal.
Klap de vergrendelingsbeugels van de deurscharnieren naar beneden; de scharnieren zijn nu geblokkeerd.
Ovendeur terugplaatsen
Steek de geblokkeerde scharnieren in de openingen en klap de deur he­lemaal open.
Klap de vergrendelingsbeugels om­hoog.
De vergrendelingsbeugels moeten na het reinigen beslist omhoog ge­klapt worden, anders raken de scharnieren weer los bij het sluiten van de deur.
Doe de deur half dicht en trek hem naar boven toe eruit.
48
Page 49
Reiniging en onderhoud
Geleiderails verwijderen
Draai de functieschakelaar op de stand "Verlichting H".
De verwarmingselementen van de oven moeten uitgeschakeld zijn. An­ders bestaat er gevaar voor verbran­dingen!
Trek de bevestigingsknop uit.
Achterwand verwijderen
Draai de schroeven in de achter­wand los en verwijder de achter­wand.
De oven mag niet gebruikt worden als de achterwand niet is inge­bouwd. Er bestaat anders een groot gevaar voor verwondingen!
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Haal de geleiderails uit de oven.
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
49
Page 50
Reiniging en onderhoud
Bovenste verwarmingselement laten zakken
Draai de functieschakelaar op de stand "Verlichting H".
De verwarmingselementen van de oven moeten uitgeschakeld zijn. An­ders bestaat er gevaar voor verbran­dingen!
Laat het verwarmingselement pas zakken als het koud is. Anders be­staat er gevaar voor verbrandingen!
Haal de geleiderails uit de oven.
Laat het verwarmingselement zak­ken.
Druk het verwarmingselement niet met geweld omlaag. U kunt het ver­warmingselement anders beschadi­gen.
Trek de bevestigingsknop van het verwarmingselement uit.
50
Afhankelijk van de mate van vervuiling kan ook de beschermplaat verwijderd worden.
Houd de beschermplaat vast en draai de moertjes los.
Verwijder de beschermplaat.
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Page 51
Nuttige tips
Installatie en reparaties van elektri­sche apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundige installatie en/of repa­raties kunnen een groot gevaar voor de gebruiker veroorzaken.
De volgende storingen kunt u echter zelf verhelpen:
Wat te doen als . . .
. . . de kookzones na het inschakelen niet heet worden?
Controleer
of de zekering van de huisinstallatie is doorgebrand. Waarschuw indien nodig een elektricien of de Techni­sche Dienst van Miele Nederland B.V.
. . . de oven niet heet wordt?
Controleer
. . . de ovenverwarming wel werkt, maar de verlichting niet?
De gloeilamp is defect. Zo kunt u de lamp vervangen:
Trek de stekker uit de contactdoos of schakel de zekering van de huisin­stallatie uit.
Verwijder het geleiderail.
of u een verwarmingssoort èn een temperatuur heeft ingesteld;
of in het display van de digitale klok "AUTO" brandt. De oven kan alleen met de schakel­knoppen onafhankelijk van de klok worden ingeschakeld, als in het dis­play "@ " brandt. Druk hiertoe de toets "i" in.
of de zekering van de elektrische hui­sinstallatie is doorgebrand. Waarschuw indien nodig een elektri­cien of de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Verwijder het kapje dat voor de lamp zit.
Vervang de gloeilamp: 230 V, 25 W, E 14, thermisch belastbaar tot 300 °C, kaarslampje.
Plaats het kapje en het geleiderail weer terug.
51
Page 52
Nuttige tips
. . . de ovendeur tijdens de bereiding wordt geopend en er geen geluid te horen is?
Dit is geen storing! Als de ovendeur tijdens de bereiding geopend wordt, dan schakelt de deur­contactschakelaar de ovenverwarming en, afhankelijk van de gekozen verwar­mingssoort, de hetelucht-ventilator uit.
. . . na de bereiding een geluid te ho­ren is?
Dit is geen storing! De koudelucht-ventilator blijft nog een tijdje lopen. Als de temperatuur bene­den een bepaalde waarde komt, wordt de ventilator automatisch uitgescha­keld.
. . . het gerecht na de ingestelde be­reidingstijd nog niet gaar is?
Controleer
of u de juiste temperatuur heeft inge­steld;
of u het recept heeft veranderd. Als het deeg vochtiger is door bijv. het toevoegen van eieren of melk, dan is een langere bereidingstijd nodig;
. . . het gerecht niet overal even bruin is?
Een gerecht wordt nooit helemaal gelijk­matig gebruind. Als het verschil erg groot is, controleer dan
– bij het bakken met "Hetelucht D"
of de ingestelde temperatuur niet te hoog is geweest;
of het vetfilter voor de ventilator is ge­plaatst;
– bij het bakken met "Boven- en onder-
warmte A" van welk materiaal de bakvorm is
vervaardigd en welke kleur deze heeft. Bakvormen van licht, helder en dun materiaal zijn niet zo geschikt.
. . . zich op het katalytische email roestkleurige vlekken bevinden?
Bij het braden op het rooster worden deeltjes van kruiden door de lucht­stroom meegevoerd; deze blijven soms aan de binnenwanden vastkle­ven. Zulke vlekken worden door de katalyse niet verwijderd; u kunt ze met warm water met afwasmiddel en een zachte borstel verwijderen.
of het vetfilter is geplaatst bij het bak­ken met "Hetelucht D". In dat geval moet de bereidingstijd ongeveer 10 à 15 minuten langer zijn.
52
Page 53
Nuttige tips Technische Dienst
. . . de stroom is uitgevallen en in het display van de digitale klok in plaats
••
van de dagtijd "0
00" en "AUTO"
knipperen?
Alle ingestelde tijden zijn door het uit­vallen van de stroom gewist.
Stel de dagtijd en de eventueel inge­stelde bereidingstijden opnieuw in.
. . . bij het uitschakelen van het
••
akoestische signaal "0
00" in het dis-
play van de digitale klok verschijnt?
Dit is geen storing! Na enige tijd verschijnt de dagtijd in het display.
. . . in het display van de digitale klok "AUTO" knippert?
Dit kan duiden op een fout bij het instel­len
– als een bereidingsproces op onlogi-
sche manier is ingesteld;
– als de dagtijd is veranderd terwijl er
een bereidingsproces was voorge­programmeerd;
Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar of – de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse af­delingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk type oven / fornuis u heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op de type­plaatje dat zich rechts onder het bedie­ningspaneel bevindt.
Miele Service Verzekering Certificaat
Voor informatie over het Miele Ser-
vice Verzekering Certificaat kunt u
zich wenden tot uw Miele-vakhande­laar of de bijgaande folder raadple­gen.
– als het akoestische signaal door het
indrukken van de toetsen "g" en ")" wordt uitgeschakeld.
53
Page 54
Extra accessoires
De extra accessoires zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandelaar of bij de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
– Telescopische ovenwagen
De telescopische ovenwagen met 5 in­schuifhoogtes kan helemaal uit de oven worden getrokken. Hierdoor kunt u de gerechten in de oven goed bekijken.
54
Page 55
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektrici­teitsnet worden aangesloten. Hierbij moeten de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatse­lijk energiebedrijf in acht genomen worden.
Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een huisinstallatie die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Aansluiting op een contactdoos is aan te bevelen, aangezien dit eventue­le werkzaamheden voor de Technische Dienst vergemakkelijkt.
Als de contactdoos voor de gebruiker niet meer bereikbaar is, of als er een vaste aansluiting is, dan dient ter plaatse een dubbelpolige schakelaar geïnstalleerd te worden, waarvan de contactopening bij uitgeschakelde toe­stand 3 mm moet bedragen. Hiertoe behoren zelf-uitschakelaars, zekerin­gen en relais (EN 60 335).
Vermeld altijd het voltage en het type­en serienummer als u contact opneemt met Miele Nederland B.V.
Inbouwfornuis
Het inbouwfornuis is uitgerust met een 5-aderige kabel van ca. 1,5 meter voor de aansluiting aan draaistroom (3N~400 V).
Bij aansluiting op wisselstroom moet u een speciale kabel bestellen bij Miele Nederland B.V.
Maximale aansluitwaarde: zie typeplaat­je.
Combinatiemogelijkheden
Het inbouwfornuis kan alleen met de kookplaat KM 212 worden gecombi­neerd.
Voordat u de oven aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre­quentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteitsnet te ver­gelijken. Deze gegevens moeten be­slist overeenkomen.
Ter verhoging van de veiligheid moet de groep van de huisinstallatie waarop het apparaat wordt aangesloten voor­zien zijn van een aardlekschakelaar (30 mA).
55
Page 56
Inbouwinstructies
Keramische kookplaat
Deze kookplaat behoort tot de warmte­beveiligingsklasse "Y", d.w.z. dat er te­gen één van de zijkanten en aan de achterkant meubels van willekeurige hoogte geplaatst mogen worden. Aan de andere zijkant mag geen meubel of apparaat worden geplaatst dat hoger is dan de kookplaat.
In verband met de warmte die de kookplaat uitstraalt moet u de vol­gende afstanden aanhouden : – minstens 40 mm tussen de kook­plaat en een daarnaast geplaatste hoge kast; – minstens 50 mm tussen de kook­plaat en de achterwand.
Inbouw
*Ruimte voor bevestiging en aansluitkabel
Maak de uitsparing in het werkblad zoals op de afbeelding.
1
3
4
2
5
b isolatieband c kookplaat d werkblad e klemmen f schroef
56
Page 57
Draai de schroeven f los.
Gebruik nooit voegmiddel tussen de de kookplaat en het werkblad!
Dit bemoeilijkt onderhoudswerkzaamhe­den en reparaties. Bovendien kun­nen het werkblad en het frame van de kookplaat worden beschadigd. Het isolatieband van de kookplaat zorgt voor voldoen­de isolatie tussen de plaat en het werkblad
d.
b onder de rand
Inbouwinstructies
Plaats de kookplaat c in de uitspa­ring in het werkblad. De naam "Mie­le" moet aan de voorkant te zien zijn.
Draai de klemmen e en draai de schroeven
Controleer of de kookplaat c goed aansluit.
f aan.
57
Page 58
Inbouwinstructies
Fornuis
Haal de spanning van het elektrici­teitsnet.
Sluit het fornuis op het elektrici­teitsnet aan.
Plaats het fornuis voor de onderkast. Steek de stekker van de kookplaat in
de koppeling. Schuif het inbouwfornuis tot aan de
wasemlijst in de onderkast en stel het.
58
Open de ovendeur en schroef het fornuis met 2 schroeven aan de zij­wanden van de onderkast vast.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het is ingebouwd.
Page 59
Oven
Haal de spanning van het elektrici­teitsnet.
Inbouwinstructies
Sluit de oven op het elektriciteitsnet aan.
Schuif de oven tot aan de wasemlijst in de kast en stel de oven.
Open de ovendeur en schroef de oven met 2 schroeven aan de zijwan­den van de kast vast.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het is ingebouwd.
59
Page 60
Wijzigingen voorbehouden / 22 NL - 1197
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...