Lees absoluut de gebruiks-en montageaanwijzing voor u het toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 10 199 310nl-BE
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................17
Overzicht van het fornuis ..........................................18
Overzicht van de oven.............................................19
Bedieningselementen van de oven ..................................20
De opmerkingen omtrent de veiligheid gelden voor fornuizen én
ovens, ook wanneer in de tekst doorgaans alleen de term "oven"
wordt gebruikt.
Deze oven voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u de
oven in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid,
gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan de oven.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Deze oven is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Deze oven is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik de oven uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bakken, braden, grillen, bereiden, ontdooien, inmaken en drogen
van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
de oven veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden.
Deze personen mogen de oven zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat
ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van
een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de oven
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de oven zonder toezicht bedie
~
nen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitge
legd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele
risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen de oven niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Let op kinderen die in de buurt van de oven komen. Laat kin-
~
deren nooit met de oven spelen.
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken
en daardoor stikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsmateriaal.
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verbranding!
~
De huid van kinderen reageert gevoeliger op hoge temperaturen
dan de huid van volwassenen. De glasplaat van de deur, het bedie
ningspaneel en de openingen voor de uitvoer van de lucht van de
ovenruimte worden warm. Voorkom dat kinderen tijdens de werking
de oven aanraken.
Bij fornuizen worden ook de kookzones van het kookvlak heet tijdens
de werking. Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over
het werkblad. Zo voorkomt u dat kinderen zich verbranden door
kookpotten en pannen van het kookvlak te trekken.
Gevaar voor verwonding!
~
De deur kan maximaal 15 kg dragen. Kinderen kunnen zich verwonden aan de geopende deur.
Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of
eraan gaan hangen.
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
~
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Controleer voordat de oven wordt geplaatst, of hij zichtbaar be
~
schadigd is. Een beschadigde oven mag niet worden geplaatst en
niet in gebruik worden genomen.
De betrouwbare en zekere werking van de oven is enkel gega-
~
randeerd wanneer de oven aan het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de oven is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische
installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van de oven moeten absoluut overeenstemmen met deze van het
elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw oven. Deze moeten
beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar
voor oververhitting.
Gebruik de oven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een
~
veilige werking gegarandeerd.
-
Deze oven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de oven lei
den.
Open nooit de behuizing van de oven.
Het recht op garantie vervalt wanneer de oven door een klanten
~
dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo
gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Als de oven zonder aansluitkabel wordt geleverd of als een be-
~
schadigde aansluitkabel moet worden vervangen, moet een speciale aansluitkabel worden geïnstalleerd door een vakman of vakvrouw
die door Miele erkend is (zie rubriek "Elektrische aansluiting").
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet de
~
oven van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn, bijv. als de ovenverlichting defect is (zie rubriek "Wat gedaan als ...?").
Daarvoor moet u het volgende doen
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
-
-
-
-
–
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
–
trek de stekker (indien voorhanden) uit de contactdoos.
Trek daartoe niet aan de draad, wel aan de stekker.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Voor een goede werking heeft de oven voldoende luchttoevoer
~
nodig. Zorg ervoor dat de toevoer van koele lucht niet wordt belem
merd (bijv. door de inbouw van warmte-isolatielijsten in de ombouw
kast). Bovendien mag de vereiste koellucht niet door andere warm
tebronnen (bijv. vaste brandstofoven) overdreven worden verwarmd.
Als de oven achter een meubelfront (bijv. een deur) is geplaatst,
~
sluit deze nooit terwijl de oven in werking is. Achter een gesloten
meubeldeur wordt warmte en vocht opgestuwd. Daardoor kunnen
oven, ombouwkast en vloer worden beschadigd. Sluit een meubel
deur pas als de oven volledig afgekoeld is.
-
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Gevaar voor verbranding!
,
De oven wordt heet terwijl deze in werking is.
U kunt zich verbranden aan verwarmingselementen, de oven
ruimte, gerechten en toebehoren.
Trek ovenwanten aan om hete gerechten in te schuiven of uit te
nemen en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet
komen.
Voorwerpen in de omgeving van de ingeschakelde oven kunnen
~
in brand vliegen door de hoge temperaturen.
Gebruik de oven nooit om het vertrek te verwarmen.
Voorwerpen die op het kookvlak worden gelegd, kunnen smelten
~
of in brand vliegen als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het
nog warm is van een bereiding.
Gebruik bij fornuizen het kookvlak nooit om er voorwerpen op neer
te leggen.
-
Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Laat de oven
~
nooit zonder toezicht achter als u olie of vet gebruikt.
Brand door olie of vet mag u nooit met water blussen. Schakel de
oven uit en bij fornuizen ook het kookvlak.
Verstik vlammen in de ovenruimte door de deur gesloten te laten.
Verstik vlammen op het kookvlak voorzichtig met een deksel of een
blusdeken.
Bij het grillen van levensmiddelen kunnen te lange grilltijden ertoe
~
leiden dat de gerechten uitdrogen en mogelijk ontvlammen.
Neem de aanbevolen grilltijden in acht.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bepaalde levensmiddelen drogen snel uit en kunnen door hoge
~
grilltemperaturen zelfs in brand vliegen. Gebruik nooit de
grillfuncties om broodjes of brood af te bakken. Gebruik de
grillfuncties ook nooit om bloemen of kruiden te drogen. Gebruik de
ovenfunctie "Hetelucht plus U" of "Boven-onderwarmte V".
Gebruikt u bij het bereiden van levensmiddelen alcoholische
~
dranken, dan moet u ermee rekening houden dat alcohol bij hoge
temperaturen verdampt. Deze damp kan ontvlammen op de hete
verwarmingselementen.
Als u de resterende warmte benut om gerechten warm te houden,
~
kan er door de hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie optreden in de oven. Ook het bedieningspaneel, het werkblad of de inbouwkast kunnen beschadigd raken.
Schakel de oven nooit uit maar laat de gekozen functie ingeschakeld en stel de laagste temperatuur in. De koelventilator blijft dan
automatisch ingeschakeld.
Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
~
waard, kunnen uitdrogen en de vrijgekomen vochtigheid kan leiden
tot corrosie in de oven. Dek de gerechten daarom af.
Het email op de bodem van de ovenruimte kan door warmteop
~
hoping barsten of afspringen.
Bedek de bodem van de ovenruimte nooit met aluminiumfolie, be
schermfolie voor ovens of iets anders. Plaats geen braadpannen,
pannen, kookpotten of bakplaten rechtstreeks op de bodem van de
ovenruimte.
Het email op de bodem van de ovenruimte zou door het heen en
~
weer schuiven van de voorwerpen beschadigd kunnen raken.
Wanneer u in de ovenruimte kookpotten of pannen bewaart, mag u
deze niet op de bodem van de ovenruimte schuiven.
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer een koude vloeistof op een heet oppervlak wordt gego
~
ten, ontstaat er damp. Deze kan ernstige brandwonden veroorza
ken. Bovendien kunnen hete geëmailleerde oppervlakken bescha
digd raken door de plotse temperatuurschok.
Giet nooit direct koude vloeistoffen op hete geëmailleerde opper
vlakken.
Het is belangrijk dat de temperatuur zich gelijkmatig verdeelt in
~
het gerecht en dat de temperatuur hoog genoeg is. Roer de ge
rechten regelmatig om of keer ze regelmatig om ervoor te zorgen
dat ze gelijkmatig worden verwarmd.
Kunststof kookgerei dat niet ovenbestendig is, smelt bij hoge
~
temperaturen. Dergelijk kookgerei kan de oven beschadigen of kan
in brand vliegen.
Gebruik alleen kunststof kookgerei dat ovenbestendig is. Hou rekening met de informatie van de producent van het kookgerei.
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver-
~
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen.
Gebruik de oven nooit voor het inmaken en verwarmen van conservenblikken.
-
-
-
-
-
U kunt zich verwonden aan de geopende deur van de oven of
~
zich eraan stoten.
Laat de deur niet onnodig openstaan.
De deur kan maximaal 15 kg dragen.
~
Ga niet op de geopende deur staan of zitten en plaats er geen zwa
re voorwerpen op. Zorg er ook voor dat er niets vastgeklemd raakt
tussen de deur en de ovenruimte. De oven kan beschadigd raken.
14
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de oven nooit een stoomreiniger.
Door krassen kan het glas van de glasplaten van de deur breken.
~
Gebruik voor het reinigen van de glasplaten van de deur geen
schuurmiddelen, geen harde sponsen of borstels en geen scherpe
metalen schrapers.
De steunroosters kunt u verwijderen om deze te reinigen (zie ru
~
briek "Reiniging en onderhoud").
Plaats deze correct terug. Gebruik de oven nooit terwijl de steunroosters verwijderd zijn.
De katalytisch geëmailleerde achterwand kunt u verwijderen om
~
deze te reinigen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
Plaats deze correct terug. Gebruik de oven nooit terwijl de achterwand verwijderd is.
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
De Miele-fornuizen mogen alleen met de door Miele vermelde
~
kookvlakken worden gecombineerd (zie rubriek "Elektrische aan
sluiting") .
-
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
-
16
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd voor milieu
vriendelijk en recycleerbaar verpak
kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen.
Uw handelaar neemt de verpakking te
rug.
-
-
Wat met een afgedankt toe
stel?
Oude elektrische en elektronische toe
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
-
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
-
restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be
rokkenen aan de menselijke gezond
heid en het milieu. Geef uw oude toe
stel dus niet mee met het gewone huis
vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark.
Vraag meer informatie aan uw Mielehandelaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat het toestel kindveilig
wordt bewaard voor u het wegbrengt.
17
Overzicht van het fornuis
a Bedieningselementen van de oven, regelknoppen voor de kookzones van het
kookvlak
b Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill
c Katalytisch geëmailleerde achterwand
d Aanzuigopening voor de ventilator met daarachter het ringverwarmingselement
e Steunroosters met 4 niveaus
f Bodem van de ovenruimte met daaronder het verwarmingselement voor onder
warmte
g Frame van het front met het typeplaatje
h Deur
18
-
a Bedieningselementen van de oven
Overzicht van de oven
b Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill
c Katalytisch geëmailleerde achterwand
d Aanzuigopening voor de ventilator met daarachter het ringverwarmingselement
e Steunroosters met 4 niveaus
f Bodem van de ovenruimte met daaronder het verwarmingselement voor onder
warmte
g Frame van het front met het typeplaatje
h Deur
-
19
Bedieningselementen van de oven
a Ovenfunctiekiezer
b Schakelklok
c Temperatuurkiezer
d Temperatuurcontrole
Ovenfunctiekiezer
Met de ovenfunctiekiezer kiest u de
ovenfuncties en schakelt u de ovenver
lichting afzonderlijk in.
U kunt deze naar rechts en naar links
draaien.
Wanneer deze op de stand 0 staat,
kunt u deze verzinken door erop te
drukken.
20
Ovenfuncties
TVerlichting
-
VBoven-onderwarmte
XOnderwarmte
YGrill
POntdooien
SSnel opwarmen
UHetelucht plus
OIntensief bakken
\Circulatiegrill
KBruineren
Bedieningselementen van de oven
Schakelklok
U bedient de schakelklok via het dis
play en de toetsen V,OKenW.
Display
Op het display worden de dagtijd of uw
instellingen weergegeven.
Wanneer u geen instellingen instelt,
wordt het display snel donkerder.
Meer informatie vindt u in de rubriek
"Schakelklok".
Toetsen
De modellen hebben druktoetsen.
-
Temperatuurkiezer
Met de temperatuurkiezer kiest u de
temperaturen voor de bereidingen.
U kunt deze naar rechts draaien (tot
aan de aanslag) en weer terug.
Wanneer deze op de stand ß staat,
kunt u deze verzinken door erop te
drukken.
De temperatuurschaal vindt u op de
temperatuurkiezer en bij ovens ook op
het bedieningspaneel.
Temperatuurcontrole 6
Het temperatuurcontrolesymbool 6
brandt telkens als de ovenverwarming
ingeschakeld is.
Zodra de gekozen temperatuur bereikt
is,
– wordt de ovenverwarming uitgescha-
keld,
– dooft het
temperatuurcontrolesymbool.
De temperatuurregeling zorgt ervoor
dat de ovenverwarming en de tempera
tuurcontrole weer worden ingeschakeld
zodra de temperatuur in de ovenruimte
onder de ingestelde waarde daalt.
21
-
Uitrusting
Toesteltype
H2x6x-1EFornuis = oven + regel
knoppen voor de kookzo
nes van het kookvlak
H2x6x-1BOven
De beschrijving van de ovenfuncties
geldt voor fornuizen en ovens, ook
wanneer in de tekst doorgaans alleen
de term "oven" wordt gebruikt.
Op de achterzijde vindt u een opsom
ming van de H2x6x-1E-fornuizen en
H2x6x-1B-ovens die worden beschre
ven.
-
-
-
-
Typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar op het
frame van het front wanneer u de deur
opent.
Daarop vindt u het toesteltype van uw
oven, het serienummer en de aansluitgegevens (netspanning/frequentie/
maximale aansluitwaarde).
Hou deze informatie bij de hand wan
neer u vragen of problemen hebt, zodat
Miele u gericht kan helpen.
-
Wat is er meegeleverd?
Het volgende is meegeleverd:
de gebruiks- en montageaanwijzing
–
om de ovenfuncties te bedienen,
bij H2x6x-1E ook de afzonderlijke
–
gebruiks- en montageaanwijzing
voor het kookvlak,
schroeven om uw fornuis of oven te
–
bevestigen in de inbouwkast,
toebehoren.
–
Meegeleverd en mits toeslag
verkrijgbaar toebehoren
Uitrusting afhankelijk van het model!
In elk geval beschikt uw oven over
steunroosters, een universele bakplaat en een bak- en braadrooster
(kortweg: rooster).
Afhankelijk van uw model, is uw oven
daarnaast ook uitgerust met ander
toebehoren dat hier wordt vermeld.
Al het vermelde toebehoren, waaronder
reinigings- en onderhoudsmiddelen,
zijn afgestemd op de Miele-toestellen.
U kunt deze bestellen in de Miele
Online Shop op www.miele-shop.com
of via de dienst Onderdelen en toebe
horen van Miele. Ze zijn ook verkrijg
baar bij uw Miele-handelaar.
-
-
22
Geef bij het bestellen het toesteltype
van uw oven op en de naam of de aan
duiding van het gewenste toebehoren.
-
Uitrusting
Steunroosters
In de ovenruimte bevinden zich aan de
rechter- en linkerkant de steunroosters
met de niveaus µ om het toebehoren
in de oven te schuiven.
Elk niveau bestaat uit twee boven el
kaar liggende steunen:
Het toebehoren (bijv. de rooster)
–
schuift u tussen de steunen in de
oven,
de FlexiClip-geleiders (indien voor
–
handen) plaatst u op de bovenste
steun.
U kunt de steunroosters verwijderen om
deze te reinigen (zie rubriek "Reiniging
en onderhoud").
-
-
Bakplaat, universele bakplaat en
rooster met uittrekbeveiliging
Bakplaat HBB51:
Universele bakplaat HUBB51:
Rooster HBBR50:
Schuif dit toebehoren altijd tussen de
steunen van een niveau in de steunroosters.
Schuif de rooster altijd met het
bereidingsvlak naar onderen gericht in
de oven.
Dit toebehoren is aan de korte zijden
voorzien van een uittrekbeveiliging in
het midden.
Deze voorkomt dat het toebehoren uit
de steunroosters omlaagglijdt als u het
toebehoren slechts gedeeltelijk wilt uit
trekken.
Wanneer u de universele bakplaat ge
bruikt met daarop de rooster, wordt de
universele bakplaat tussen de steunen
van een niveau geschoven en de roos
ter vanzelf erboven.
Deze geëmailleerde onderdelen zijn
met PerfectClean veredeld.
-
-
-
23
Uitrusting
FlexiClip-geleiders HFC50
De FlexiClip-geleiders kunnen op de
drie onderste niveaus worden beves
tigd en kunnen volledig uit de oven
ruimte worden getrokken. Ze zorgen er
voor dat u een goed zicht hebt op het
gerecht.
-
-
-
Schuif de FlexiClip-geleiders volledig naar binnen voordat u het toebehoren erop plaatst.
Om te voorkomen dat het toebehoren
per ongeluk omlaagglijdt,
– moet u ervoor zorgen dat het toebe-
horen altijd tussen de voorste en
achterste nokken van de geleiders
wordt geplaatst,
– plaatst u de rooster altijd met het
bereidingsvlak naar onderen gericht
op de FlexiClip-geleiders.
De FlexiClip-geleiders kunnen maxi
maal 15 kg dragen.
-
24
Doordat de FlexiClip-geleiders op de
bovenste steun van een niveau wor
den geplaatst, verkleint de afstand
ten opzichte van het niveau erboven.
Bij een te kleine afstand wordt het
bereidingsresultaat beïnvloed.
Uitrusting
Wanneer u een universele bakplaat met
de rooster erop gebruikt, gaat u als
-
volgt te werk:
Wanneer u meerdere bakplaten, univer
sele bakplaten of roosters tegelijkertijd
gebruikt om te bereiden, gaat u als
volgt te werk:
^ Schuif een bakplaat, universele bak-
plaat of rooster op de FlexiClipgeleiders.
^ Hou bij het plaatsen van ander toe-
behoren minstens één niveau vrij bo
ven de FlexiClip-geleiders.
-
Schuif de universele bakplaat met de
^
rooster erop op de FlexiClipgeleiders. De rooster glijdt bij het in
schuiven automatisch tussen de
steunen van het niveau boven de
FlexiClip-geleiders.
^ Hou bij het plaatsen van ander toe-
behoren minstens één niveau vrij boven de FlexiClip-geleiders.
-
-
25
Uitrusting
FlexiClip-geleiders plaatsen
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten
uitgeschakeld zijn. De ovenruimte
moet afgekoeld zijn.
Een niveau bestaat uit twee steunen
van het steunrooster.
De FlexiClip-geleiders worden aan bei
de kanten geplaatst op de bovenste
steun van een niveau.
De FlexiClip-geleider met het Mielelogo moet aan de rechterkant worden
geplaatst.
Trek de FlexiClip-geleiders bij het
plaatsen of verwijderen niet uit
elkaar.
Als de FlexiClip-geleiders na het
plaatsen geblokkeerd zitten, moet u
ze één keer krachtig uittrekken.
Haak de FlexiClip-geleider vooraan
^
vast op de bovenste steun van een
niveau (1.) en zwenk deze naar het
midden van de ovenruimte (2.).
^ Schuif de FlexiClip-geleider in
schuine positie via de bovenste steun
naar achteren toe, totdat u de aanslag bereikt.
26
^
Zwenk de FlexiClip-geleider terug
naar de zijkant en klik deze vast op
de bovenste steun. U moet een dui
delijke klik horen.
-
Uitrusting
FlexiClip-geleiders verwijderen
Schuif de FlexiClip-geleider volledig
^
naar binnen.
Druk het lipje op de FlexiClip-
^
geleider omlaag (1.).
^ Zwenk de FlexiClip-geleider naar het
midden van de ovenruimte (2.) en
trek deze via de bovenste steun naar
buiten toe (3.).
^
Til de FlexiClip-geleider van de steun
en verwijder deze.
Grill- en braadplaat HGBB51
De grill- en braadplaat wordt tussen de
rooster en de universele bakplaat ge
legd.
Tijdens het grillen of braden voorkomt
deze dat de afdruipende vleesjus ver
brandt. Op die manier kan de jus wor
den gebruikt.
Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
Ronde bakvorm HBF 27-1
De ronde bakvorm is uitstekend geschikt om pizza's, platte taarten uit gistof roerdeeg, zoete en hartige gebakjes
en taartjes, gegratineerde desserts of
plat brood te bereiden, of om diepge
vroren taart/cake of pizza af te bakken.
-
-
-
-
Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
27
Uitrusting
Baksteen HBS 60
Met de baksteen verkrijgt u een opti
maal bakresultaat bij gerechten die een
krokant gebakken onderzijde moeten
hebben, zoals pizza's, quiches, brood,
broodjes, pikante gebakjes en derge
lijke.
De baksteen is een vuurvaste steen uit
keramiek die met glazuur bekleed is.
De steen wordt op de rooster gelegd.
Om er eten op te leggen en weer van te
nemen, is een houten spatel van onbehandeld hout meegeleverd bij de
baksteen.
Handgreep HEG
-
-
Braadpannen van de HUB-reeks en
deksels voor braadpannen van de
HBD-reeks
De braadpannen van Miele kunnen, in
tegenstelling tot andere braadpannen,
rechtstreeks in de steunroosters wor
den geschoven. Net zoals de rooster is
ook de braadpan voorzien van een uit
trekbeveiliging.
Het oppervlak van de braadpannen is
bekleed met een antiaanbaklaag.
De braadpannen zijn verkrijgbaar met
een diepte van 22 cm of 35 cm. De
breedte en hoogte zijn gelijk.
Bijpassende deksels zijn afzonderlijk
verkrijgbaar.
Vermeld bij het bestellen het type.
Diepte: 22 cmDiepte: 35 cm
HUB61-22
HUB62-22*
HUB61-35
-
-
Dankzij de handgreep kunt u de univer
sele bakplaat, de bakplaat en de roos
ter gemakkelijker uitnemen.
28
-
-
HBD 60-22HBD 60-35
* Geschikt voor inductiekookvlakken
Uitrusting
Katalytisch geëmailleerd toebehoren
Zijwanden
–
Deze worden achter de steunroos
ters geplaatst en beschermen de
wanden van de ovenruimte tegen
vuil.
Bovenwand
–
De bovenwand wordt boven het ver
warmingselement voor bovenwarmte/
de grill geplaatst en beschermt de
bovenzijde van de ovenruimte tegen
vuil.
Achterwand
–
Bestel een wisselstuk als het katalytische e-mail door onjuiste behandeling of zeer zware vervuiling zijn
zelfreinigende eigenschappen heeft
verloren.
Vermeld bij het bestellen het
toesteltype van uw oven.
-
Microvezeldoek van Miele
De microvezeldoek is ideaal om nor
maal vuil en vingerafdrukken te verwij
deren.
Ovenreiniger van Miele
De ovenreiniger is geschikt om zeer
-
hardnekkig vuil te verwijderen. De
ovenruimte hoeft niet te worden opge
warmd.
-
-
-
29
Uitrusting
Elektronische besturing van de
oven
Met de elektronische besturing van de
oven kunt u de verschillende ovenfunc
ties gebruiken om te bakken, braden en
grillen.
Ovens met een schakelklok bieden bo
vendien ook de volgende mogelijkhe
den:
weergave van de dagtijd,
–
een kookwekker,
–
bereidingsprocessen automatisch in-
–
en uitschakelen,
– eigen instellingen programmeren.
-
Veiligheidsvoorzieningen
Vergrendeling 0 van de oven
De vergrendeling beveiligt de oven tegen ongewenste bediening (zie rubriek
"Schakelklok - Instellingen wijzigen P3").
Wanneer de vergrendeling ingescha
keld is, verschijnt op het display 0.
-
Koelventilator
De koelventilator wordt automatisch in
geschakeld bij elk bereidingsproces.
Hierdoor wordt de hete lucht uit de
ovenruimte gemengd met koude ka
merlucht en afgekoeld, waarna de lucht
tussen de deur en het bedieningspa
neel wegstroomt.
Na een bereiding blijft de koelventilator
ingeschakeld, zodat er geen luchtvoch
tigheid kan neerslaan in de ovenruimte,
op het bedieningspaneel of op de in
bouwkast.
De koelventilator wordt automatisch uitgeschakeld.
Geventileerde deur
De deur bestaat uit glasplaten die een
gedeeltelijk warmtereflecterende coating hebben.
U kunt de deur verwijderen en uit elkaar
halen om deze te reinigen (zie rubriek
"Reiniging en onderhoud").
-
-
-
-
-
30
Uitrusting
Met PerfectClean veredelde
oppervlakken
Met PerfectClean veredelde oppervlak
ken kenmerken zich door uitstekende
antiaanbakeigenschappen en een bui
tengewoon eenvoudige reiniging.
U kunt het bereide gerecht altijd zonder
moeite losmaken. Na bak- of braadpro
cessen kunt u vuil gemakkelijk verwij
deren.
U kunt uw gerecht op met PerfectClean
veredelde oppervlakken snijden en ver
delen.
Gebruik geen keramische messen.
Deze kunnen immers krassen veroorzaken op met PerfectClean veredelde oppervlakken.
Met PerfectClean veredelde oppervlakken kunnen ongeveer zoals glas worden gereinigd.
Lees de opmerkingen in de rubriek
"Reiniging en onderhoud", zodat de
voordelen van de antiaanbakeigen
schappen en de buitengewoon eenvou
dige reiniging behouden blijven.
De volgende onderdelen zijn met
PerfectClean veredeld:
–
ovenruimte,
–
universele bakplaat,
–
bakplaat,
–
grill- en braadplaat,
–
ronde bakvorm.
-
-
-
Katalytisch geëmailleerde
oppervlaken
De achterwand van de ovenruimte is
met katalytisch email bekleed, dat
zichzelf bij hoge temperaturen van vuil
door olie en vet reinigt.
Lees de opmerkingen in de rubriek
"Reiniging en onderhoud".
-
Bedieningselementen van het
Kookvlak
(uitrusting afhankelijk van het model)
De H2x6x-1E-modellen hebben ook regelknoppen waarmee u de kookzones
kunt bedienen van het kookvlak waarmee het toestel wordt gecombineerd.
De regelknoppen voor de kookzones
van het kookvlak kunt u verzinken wanneer deze op de stand ß staan.
De mogelijke instellingen zijn gedrukt
op het bedieningspaneel.
De regelknoppen zijn als volgt toegewe
zen aan de kookzones van het kookvlak:
De bediening van het kookvlak wordt
niet vergrendeld wanneer u de vergren
deling 0 van de oven inschakelt.
Lees de afzonderlijke gebruiks- en
montageaanwijzing voor het kookvlak.
Daarin vindt u alle overige informatie
over de bediening en de inbouw van
het kookvlak.
-
-
31
Eerste ingebruikname
Vóór de eerste ingebruikname
De oven mag enkel in inge
,
bouwde toestand worden gebruikt.
Duw op de ovenfunctie- en tempera
^
tuurkiezer als deze verzonken zijn om
deze tevoorschijn te laten komen.
U kunt de dagtijd alleen wijzigen
wanneer de ovenfunctiekiezer op de
stand 0 staat.
Stel bij ovens met een schakelklok de
^
dagtijd in.
-
Dagtijd voor het eerst instellen
De dagtijd wordt weergegeven in het
24-uurs-formaat.
-
i2:00
Na het aansluiten van het toestel op het
elektriciteitsnet knippert i2:00 op het
display.
U stelt de dagtijd in blokken in: eerst de
uren en vervolgens de minuten.
^ Druk op OK.
i2:00 brandt en + knippert.
^ Terwijl + knippert, drukt u op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^ Stel met V of W de uren in.
^ Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
32
^
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
De dagtijd wordt opgeslagen.
U kunt de dagtijd ook in het 12-uursformaat laten weergeven. Kies daartoe
bij de instelling P2de status i2 (zie ru
briek "Schakelklok - Instellingen wijzi
gen").
-
-
Oven voor het eerst opwarmen
Wanneer de oven voor het eerst op
warmt, kunnen er onaangename geu
ren ontstaan. U verwijdert deze door de
lege oven gedurende minstens één uur
op te warmen.
Zorg gedurende het opwarmproces
voor een goede verluchting van de
keuken.
Zorg ervoor dat de geuren niet naar
andere kamers trekken.
Verwijder eventuele stickers of
^
beschermfolies van de oven en het
toebehoren.
^ Neem het toebehoren uit de oven-
ruimte en reinig het (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
^ Reinig de ovenruimte voorafgaand
aan het opwarmen met een vochtige
doek om eventueel stof en
verpakkingsresten te verwijderen.
-
-
Eerste ingebruikname
Gevaar voor verbranding!
,
Laat de ovenruimte afkoelen voordat
u deze met de hand reinigt.
Reinig de ovenruimte met warm wa
^
ter, handafwasmiddel en een schone
sponsdoek. U kunt ook een schone,
vochtige microvezeldoek gebruiken.
Wrijf de oppervlakken droog met een
^
zachte doek.
Sluit de deur pas wanneer de oven
ruimte droog is.
-
-
^
Kies de ovenfunctie "Hetelucht
plus U".
De ovenverwarming, de verlichting en
de koelventilator worden ingeschakeld.
^
Kies de maximaal mogelijke tempera
tuur (250 °C).
^
Warm de oven gedurende minstens
één uur op.
^
Draai na afloop van het
opwarmproces de ovenfunctiekiezer
op de stand 0 en de temperatuurkie
zer op de stand ß.
-
-
33
Overzicht van de ovenfuncties
U kunt kiezen uit verschillende oven
functies voor het bereiden van ge
rechten.
Afhankelijk van de ovenfunctie worden
andere verwarmingselementen inge
schakeld, al dan niet in combinatie met
de ventilator (zie de informatie tussen
haakjes).
-
-
-
Boven-onderwarmte V
(verwarmingselement voor bovenwarm
te/de grill + verwarmingselement voor
onderwarmte)
Om traditionele recepten te bakken en
braden, om soufflés te bereiden en om
te garen op lage temperatuur.
Bij recepten uit oude kookboeken stelt
u de temperatuur 10 °C lager in dan
vermeld. De bereidingstijd hoeft niet te
worden gewijzigd.
Onderwarmte X
(verwarmingselement voor onderwarmte)
Kies deze ovenfunctie aan het einde
van de bereidingstijd, wanneer meer
bruining nodig is aan de onderzijde van
het gerecht.
Grill Y
(verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill)
-
34
Om platte gerechten te grillen (bijv.
steaks) en om te gratineren.
Ontdooien P
(ventilator)
Om diepgevroren producten behoed
zaam te ontdooien.
-
Overzicht van de ovenfuncties
Snel opwarmen S
(verwarmingselement voor bovenwarm
te/de grill + ringverwarmingselement +
ventilator)
Om de ovenruimte snel voor te verwar
men.
Schakel vervolgens over naar de oven
functie die u wilt gebruiken voor de be
reiding.
Hetelucht plus U
(ringverwarmingselement + ventilator)
Om te bakken en te braden. U kunt op
verschillende niveaus tegelijkertijd gerechten bereiden.
U kunt met lagere temperaturen bereiden dan bij "Boven-onderwarmte V".
De warmte wordt door de ventilator immers direct over het gerecht verdeeld.
Intensief bakken O
(ringverwarmingselement + ventilator +
verwarmingselement voor onderwarmte)
Circulatiegrill \
(verwarmingselement voor bovenwarm
te/de grill + ventilator)
Om dikke gerechten te grillen (bijv.
rollades, kip). U kunt met lagere tempe
raturen grillen dan bij de ovenfunctie
"Grill Y". De warmte wordt door de
ventilator immers direct over het ge
recht verdeeld.
Bruineren K
(ringvormig verwarmingselement + ven
tilator)
Voor het bereiden van vlees.
In deze ovenfunctie wordt de ovenverlichting niet ingeschakeld.
-
-
-
-
Om taarten/cakes met vochtig beleg te
bakken.
Gebruik deze ovenfunctie niet om plat
gebak te bakken. Gebruik deze ook
niet om te braden, want de braadfond
wordt te donker.
35
Tips om energie te besparen
Bereidingsprocessen
Haal alle accessoires uit de oven die
^
niet voor een bereiding nodig zijn.
Verwarm de oven alleen voor als dat
^
in het recept of de bereidingstabel
staat.
Open de deur niet onnodig tijdens
^
een bereiding.
Kies in het algemeen de laagste tem
^
peratuur uit het recept of de bereidingstabel en controleer het product
na de kortste tijd.
^ Gebruik bij voorkeur matte, donkere
bakvormen en ovenschalen van nietreflecterende materialen (geëmailleerd staal, hittebestendig glas, gegoten aluminium).). Blanke materialen zoals roestvrij staal of aluminium
reflecteren de warmte, zodat deze
het gerecht slechter bereikt. Bedek
de bodem van de ovenruimte of het
rooster ook nooit met warmtereflecterend aluminiumfolie.
Controleer de bereidingstijd om
^
energieverspilling bij het bereiden
van voedingsmiddelen te voorkomen.
Stel indien mogelijk een bereidings
tijd in of gebruik een spijzenthermo
meter.
Voor veel gerechten kunt u de oven
^
functie Hetelucht Plus U gebruiken.
U kunt daarmee met lagere tempera
-
turen werken dan bij Boven-Onderwarmte V, omdat de ventilator de
warmte meteen over het voedings
middel verdeelt. Daarnaast kunt u
meerdere niveaus gelijktijdig ge
bruiken.
^ Gebruik voor grillgerechten zoveel
mogelijk de ovenfunctie Circulatiegrill \. U grillt dan met lagere temperaturen dan bij andere grillfuncties
op maximale temperatuur.
^ Bereid zo mogelijk altijd meerdere
gerechten gelijktijdig. Plaats deze
naast elkaar of op meerdere niveaus.
^
Kook gerechten, die u niet gelijktijdig
kunt toebereiden, zo mogelijk direct
na elkaar, zodat u de al aanwezige
warmte gebruikt.
-
-
-
-
-
-
36
Benutting restwarmte
Bij bereiding met temperaturen bo
^
ven 140 °C en bereidingstijden van
langer dan 30 minuten kunt u de tem
peratuur ca. 5 minuten voor het
einde van de bereiding op de mini
maal instelbare temperatuur verla
gen. de aanwezige restwarmte is vol
doende om het gerecht gereed te ko
ken. Koelventilator en, afhankelijk van
de ovenfunctie, de heteluchtventilator
blijven ingeschakeld. Schakel de
oven echter in geen geval uit (zie
hoofdstuk "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid").
^ Wilt u de katalytisch geëmailleerde
delen reinigen? Start het reinigen dan
bij voorkeur direct na een bereiding.
De aanwezige restwarmte vermindert
het energieverbruik.
Tips om energie te besparen
-
-
-
-
-
-
37
Bediening van de oven
Eenvoudig gebruik
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Kies met de ovenfunctiekiezer de ge
^
wenste ovenfunctie.
De ovenverlichting en de koelventilator
worden ingeschakeld.
Kies met de temperatuurkiezer de
^
temperatuur.
De ovenverwarming wordt ingescha
keld.
Na afloop van de bereiding:
^ Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand 0 en de temperatuurkiezer op
de stand ß.
^ Neem het gerecht uit de ovenruimte.
-
Koelventilator
Na een bereiding blijft de koelventilator
ingeschakeld, zodat er geen luchtvoch
tigheid kan neerslaan in de ovenruimte,
op het bedieningspaneel of op de in
bouwkast.
De koelventilator wordt automatisch uit
geschakeld.
-
-
-
38
Bediening van de oven
Voorverwarmen
Het voorverwarmen van de ovenruimte
is slechts bij weinig bereidingen nodig.
U kunt de meeste gerechten in de kou
de ovenruimte plaatsen om ook de
warmte tijdens de opwarmfase te be
nutten.
Bij de volgende bereidingen en bij ge
bruik van de volgende ovenfuncties
hoeft u de ovenruimte niet voor te ver
warmen:
Hetelucht plus U
– donker brooddeeg,
– rosbief en filet.
Boven-onderwarmte V
– taart/cake en gebak met een korte
baktijd (tot ca. 30 minuten),
– delicaat deeg (bijv. biscuit),
– donker brooddeeg,
-
-
Snel opwarmen
Gebruik bij pizza en delicate deeg
soorten (bijv. biscuit en klein gebak/
-
koekjes) voor de opwarmfase niet
de ovenfunctie "Snel opwarmen S".
Dergelijke gerechten zouden anders
bovenaan te snel bruin worden.
Kies de ovenfunctie "Snel op-
^
warmen S".
Kies de temperatuur.
^
Schakel over naar de gewenste
^
ovenfunctie wanneer het
temperatuurcontrolesymbool 6 voor
het eerst dooft.
^ Plaats het gerecht in de ovenruimte.
-
– rosbief en filet.
39
Schakelklok
De schakelklok
geeft de dagtijd weer,
–
kan als kookwekker worden gebruikt,
–
kan bereidingsprocessen automa
–
tisch in- of uitschakelen,
kan worden gebruikt om verschil
–
lende instellingen P te wijzigen.
De schakelklok wordt bediend via het
display en de toetsen V,OKenW.
Er zijn symbolen toegewezen aan de
beschikbare functies.
-
-
Display
0:00
NTS +0
Symbolen op het display
Afhankelijk van de stand van de
ovenfunctiekiezer V en/of het feit of op
een toets wordt gedrukt, verschijnen de
volgende symbolen:
Symbool/functieV
N KookwekkerWillekeu
rig
T Bereidingstijd
S Einde van de berei
dingstijd
+ Dagtijd
P Instelling
SStatus van een instel
ling
0 Vergrendeling
-
-
Oven
functie
0
-
U kunt een functie alleen instellen of
wijzigen wanneer de ovenfunctiekiezer
op de stand staat die is toegewezen
aan de desbetreffende functie.
Toetsen
ToetsGebruik
V
W
OK– Functies oproepen
Uren, minuten of seconden stelt u in
met V of W in stappen van 1.
Wanneer u uw vinger op een toets
houdt, lopen de cijfers sneller.
-
Functies markeren
–
Tijden verlagen
–
Instellingen P oproepen
–
Status S van een instelling P
–
wijzigen
Functies markeren
–
– Tijden verhogen
– Status S van een instelling P
wijzigen
– Ingestelde tijden en gewij-
zigde instellingen opslaan
– Ingestelde tijden oproepen
40
Schakelklok
Principe van het instellen van
tijden
U stelt tijden altijd in blokken in:
bij de dagtijd en bereidingstijden
–
stelt u eerst de uren in en vervolgens
de minuten,
bij een kookwekkertijd stelt u eerst
–
de minuten in en vervolgens de se
conden.
Druk op OK.
^
De functies die zijn toegewezen aan de
stand van de ovenfunctiekiezer (N, T,
S of +) verschijnen.
^ Markeer met V of W de gewenste
functie.
Het desbetreffende symbool knippert
gedurende ca. 15 seconden.
^ Druk op OK zolang het symbool knip-
pert.
De functie wordt opgeroepen en het
linkercijferblok knippert.
-
Tijden weergeven
Wanneer u tijden hebt ingesteld, geven
de symbolen N en T of S deze aan.
Wanneer u de functies "Kookwekker N",
"Bereidingstijd T" en "Einde van de be
reidingstijd S" tegelijkertijd gebruikt,
wordt eerst de tijd weergegeven die u
het laatst hebt ingesteld.
Wanneer u een bereidingstijd hebt in
gesteld, kan de dagtijd niet worden
weergegeven.
Na afloop van tijden
– knippert het desbetreffende sym-
bool,
– weerklinkt een signaal, als het
geluidssignaal ingeschakeld is (zie
rubriek "Schakelklok - Instellingen
wijzigen").
^ Druk op OK.
Het akoestische en optische signaal
worden uitgeschakeld.
-
-
Zolang het cijferblok knippert, kunt u
de tijd instellen. Na het verstrijken
van die tijd moet u de functie op
nieuw oproepen.
^
Stel met V of W de gewenste waarde
in.
^
Druk op OK.
Het rechtercijferblok knippert.
^
Stel met V of W de gewenste waarde
in.
^
Druk op OK.
Uw ingestelde tijd wordt opgeslagen.
-
41
Schakelklok
Kookwekker N gebruiken
De kookwekker kunt u onder andere
gebruiken als u iets buiten de oven be
reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt de kookwekker ook gebruiken
terwijl u tijden hebt ingesteld voor het
automatisch in- of uitschakelen van een
bereidingsproces (bijv. om u eraan te
herinneren dat u na het verstrijken van
een deel van de bereidingstijd kruiden
moet toevoegen of het vlees moet over
gieten).
U kunt een kookwekkertijd van maxi
maal 99 minuten en 59 seconden instellen.
Kookwekkertijd instellen
Voorbeeld:
U wilt eieren koken en stelt een kookwekkertijd van 6 minuten en 20 seconden in.
-
Wanneer u één keer drukt op V, ver
schijnen twee streepjes. Drukt u er
nogmaals op, dan verschijnt de maxi
male instelbare waarde voor het
cijferblok voor de minuten (99).
-
06:00
N
Stel met V of W de minuten in.
^
^ Druk op OK.
De minuten worden opgeslagen en het
cijferblok voor de seconden knippert.
06:20
N
^ Stel met V of W de seconden in.
-
-
0:00
N
^
Druk zo vaak op V totdat N knippert.
^
Druk op OK.
00:00
N
00:00 verschijnt en het cijferblok voor
de minuten knippert.
42
^
Druk op OK.
6:20
N
De kookwekkertijd wordt opgeslagen
en wordt in seconden afgeteld.
Het symbool N geeft de kookwekkertijd
aan.
Schakelklok
Na afloop van de kookwekkertijd
knippert N,
–
verspringt de tijd naar boven,
–
weerklinkt gedurende ca. 7 minuten
–
een signaal, als het geluidssignaal
ingeschakeld is (zie rubriek "Schakel
klok - Instellingen wijzigen").
Druk op OK.
^
Het akoestische en optische signaal
worden uitgeschakeld.
Wanneer geen bereidingstijden inge
steld zijn, verschijnt de dagtijd.
Kookwekkertijd wijzigen
^ Druk zo vaak op V totdat N knippert.
De ingestelde kookwekkertijd verschijnt.
^ Druk op OK.
Het cijferblok voor de minuten knippert.
^
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
Het cijferblok voor de seconden knip
pert.
^
Stel met V of W de seconden in.
-
-
Kookwekkertijd wissen
Druk zo vaak op V totdat N knippert.
^
Druk op OK.
^
Het cijferblok voor de minuten knippert.
-
Verlaag de minuten met V tot 00 of
^
verhoog deze met W tot 99.
Wanneer u nogmaals op de desbetref
fende toets drukt, verschijnen twee
streepjes in plaats van het cijferblok
voor de minuten:
-.-:00
N
^ Druk op OK.
Er verschijnen vier streepjes:
-.-:-.-
N
^
Druk op OK.
De kookwekkertijd wordt gewist.
Wanneer geen bereidingstijden inge
steld zijn, verschijnt de dagtijd.
-
-
^
Druk op OK.
De gewijzigde kookwekkertijd wordt op
geslagen en wordt in seconden afge
teld.
-
-
43
Schakelklok
Bereidingsprocessen
automatisch in- en
uitschakelen
Bereidingsprocessen kunt u automa
tisch laten uitschakelen of in- en uit
schakelen.
Daartoe stelt u na het kiezen van de
ovenfunctie en de temperatuur de be
reidingstijd in of de bereidingstijd en
het einde van de bereidingstijd.
U kunt voor een bereiding een berei
dingstijd van maximaal 11 uur en
59 minuten instellen.
Vooral voor braden is het automatisch
in- en uitschakelen van een bereidingsproces ideaal.
Als u een taart/cake of brood wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te
lang vooraf programmeren. Het deeg
kan uitdrogen en de werking van het
rijsmiddel kan afnemen.
-
-
-
-
Bereidingstijd instellen
Voorbeeld:
Een taart/cake heeft een baktijd van
1 uur en 5 minuten nodig.
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Kies de ovenfunctie en de tempera
^
tuur.
De ovenverwarming, de verlichting en
de koelventilator worden ingeschakeld.
Druk zo vaak op W totdat T knippert.
^
0:00
NTS
0:00 verschijnt.
^ Druk op OK.
00:00
T
00:00 verschijnt en het cijferblok voor
de uren knippert.
-
44
Wanneer u één keer drukt op V, ver
schijnen twee streepjes. Drukt u er
nogmaals op, dan verschijnt de maxi
male instelbare waarde voor het
cijferblok voor de uren (ii).
-
-
0i:00
T
Stel met V of W de uren in.
^
Druk op OK.
^
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
0i:05
T
^ Stel met V of W de minuten in.
Schakelklok
Na afloop van de bereidingstijd
verschijnt 0:00,
–
knippert T,
–
wordt de ovenverwarming automa
–
tisch uitgeschakeld,
blijft de koelventilator ingeschakeld,
–
weerklinkt gedurende ca. 7 minuten
–
een signaal, als het geluidssignaal
ingeschakeld is (zie rubriek "Schakel
klok - Instellingen wijzigen").
Druk op OK.
^
Zodra u op OK drukt,
– worden het akoestische en optische
signaal uitgeschakeld,
-
-
^ Druk op OK.
i:05
T
De bereidingstijd wordt opgeslagen en
wordt afgeteld in minuten. De laatste
minuut wordt afgeteld in seconden.
Het symbool T geeft de bereidingstijd
aan.
– verschijnt de dagtijd,
– wordt de ovenverwarming weer inge-
schakeld.
^ Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand 0 en de temperatuurkiezer op
de stand ß.
^
Neem het gerecht uit de ovenruimte.
45
Schakelklok
Bereidingstijd en einde van de
bereidingstijd instellen
U kunt de bereidingstijd en het einde
van de bereidingstijd instellen om een
bereidingsproces automatisch in en uit
te schakelen.
Voorbeeld:
De actuele dagtijd is 11.15 uur.
Een stuk vlees kan in 90 minuten wor
den bereid. Het vlees moet om
13.30 uur klaar zijn.
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Kies de ovenfunctie en de tempera
^
tuur.
De ovenverwarming, de verlichting en
de koelventilator worden ingeschakeld.
Stel eerst de bereidingstijd in:
^ Druk zo vaak op W totdat T knippert.
^ Druk op OK.
00:00 verschijnt en het cijferblok voor
de uren knippert.
-
-
i:30
T
Het symbool T geeft de bereidingstijd
aan.
Stel vervolgens het einde van de be
reidingstijd in:
Druk zo vaak op W totdat S knippert.
^
i2:45
S
Op het display verschijnt i2:45 (= actuele dagtijd + bereidingstijd = ii:i5 +
i:30).
^ Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
-
^
Stel met V of W de uren in.
^
Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
^
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
De bereidingstijd wordt opgeslagen.
46
i3:45
S
^
Stel met V of W de uren in.
^
Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
Schakelklok
Bereidingstijd wijzigen
Druk zo vaak op W totdat T knippert.
^
i3:30
S
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
^
Het einde van de bereidingstijd S
wordt opgeslagen.
De ovenverwarming, de verlichting en
de koelventilator worden uitgeschakeld.
Het ingestelde einde van de bereidingstijd verschijnt op het display.
Zodra het starttijdstip (i3:30 i:30 = i2:00) bereikt is, worden de ovenverwarming, de verlichting en de koelventilator ingeschakeld.
De ingestelde bereidingstijd T verschijnt en wordt afgeteld in minuten. De
laatste minuut wordt afgeteld in seconden.
De resterende bereidingstijd verschijnt.
Druk op OK.
^
Het cijferblok voor de uren knippert.
Stel met V of W de uren in.
^
Druk op OK.
^
Het cijferblok voor de minuten knippert.
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
^
De gewijzigde bereidingstijd wordt opgeslagen.
47
Schakelklok
Bereidingstijd wissen
Druk zo vaak op V of W totdat T
^
knippert.
Druk op OK.
^
Het cijferblok voor de uren knippert.
Druk zo vaak op V of W totdat twee
^
streepjes verschijnen:
-.-:45
T
^ Druk op OK.
Er verschijnen vier streepjes:
-.-:-.-
T
^ Druk op OK.
De bereidingstijd en het eventueel ingestelde einde van de bereidingstijd
worden gewist.
De dagtijd verschijnt wanneer geen
kookwekkertijd ingesteld is.
De ovenverwarming, de verlichting en
de koelventilator worden ingeschakeld.
Einde van de bereidingstijd wissen
Druk zo vaak op V of W totdat S
^
knippert.
Druk op OK.
^
Het cijferblok voor de uren knippert.
Druk zo vaak op V of W totdat twee
^
streepjes verschijnen.
Druk op OK.
^
Er verschijnen vier streepjes.
Druk op OK.
^
Het symbool T verschijnt en de inge
stelde bereidingstijd wordt afgeteld in
minuten. De laatste minuut wordt afgeteld in seconden.
Als u het bereidingsproces wilt afronden:
^ Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand 0 en de temperatuurkiezer op
de stand ß.
^ Neem het gerecht uit de ovenruimte.
Wanneer u de ovenfunctiekiezer op
de stand 0 draait, worden de instel
lingen voor de bereidingstijd en het
einde van de bereidingstijd gewist.
-
-
Als u het bereidingsproces wilt afron
den:
^
Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand 0 en de temperatuurkiezer op
de stand ß.
^
Neem het gerecht uit de ovenruimte.
48
-
Dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen
wanneer de ovenfunctiekiezer op de
stand 0 staat.
Draai de ovenfunctiekiezer op de
^
stand 0.
Druk zo vaak op W totdat + knippert.
^
Druk op OK.
^
Het cijferblok voor de uren knippert.
Stel met V of W de uren in.
^
^ Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
^ Stel met V of W de minuten in.
^ Druk op OK.
De dagtijd wordt opgeslagen.
Schakelklok
Na een stroomonderbreking moet de
dagtijd opnieuw worden ingesteld.
49
Schakelklok
Instellingen wijzigen
In de fabriek zijn bepaalde instellingen
van de elektronische besturing van de
oven vooraf geprogrammeerd (zie ru
briek "Overzicht van de instellingen").
U wijzigt een instelling P door de status
S te wijzigen.
Draai de ovenfunctiekiezer op de
^
stand 0.
Druk zo lang op V totdat PIver
^
schijnt.
-
-
Pi
^ Wanneer u een andere instelling wilt
wijzigen, drukt u zo vaak op V of W
totdat het desbetreffende cijfer verschijnt.
^ Druk op OK.
Ga als volgt te werk om de status te wij
zigen:
Druk zo vaak op V of W totdat de ge
^
wenste status wordt weergegeven.
Druk op OK.
^
De gekozen status wordt opgeslagen
en op het display verschijnt weer de in
stelling P.
Wanneer u andere instellingen wilt wijzi
gen, gaat u te werk zoals beschreven.
Ga als volgt te werk wanneer u geen
andere instellingen wilt wijzigen:
^ Wacht ca. 15 seconden totdat de
dagtijd verschijnt.
Na een stroomonderbreking blijven
de instellingen behouden.
-
-
-
-
S0
De instelling wordt opgeroepen en de
actuele status S verschijnt, bijv. 0.
50
Overzicht van de instellingen
InstellingStatus
PI
Volume van de
geluidssignalen
P2
Tijdsformaat van
de dagtijd
P3
Vergrendeling
van de oven
* Fabrieksinstelling
S0
SItot
S30*
24*De dagtijd verschijnt in het 24-uurs-formaat.
I2De dagtijd verschijnt in het 12-uurs-formaat.
S0*De vergrendeling is uitgeschakeld.
SIDe vergrendeling is ingeschakeld. Op het display
Schakelklok
Het geluidssignaal is uitgeschakeld.
Het geluidssignaal is ingeschakeld.
U kunt het volume wijzigen. Wanneer u een status
kiest, weerklinkt het geluidssignaal dat is toegewe
zen aan deze combinatie.
Wanneer u na 13.00 uur overschakelt van het 12uurs-formaat op het 24-uurs-formaat, moet u het
cijferblok voor de uren van de dagtijd aanpassen.
verschijnt 0.
De vergrendeling beveiligt de oven tegen ongewenste bediening.
Deze blijft ook na een stroomonderbreking ingeschakeld.
-
51
Bakken
Als u behoedzaam omgaat met le
vensmiddelen, komt dat uw gezond
heid ten goede.
Taart, pizza, frieten en dergelijke
mogen slechts goudgeel worden
gebakken, niet donkerbruin.
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding, kunt u
"Hetelucht plus U", "Intensief bak
ken O" of "Boven-onderwarmte V"
gebruiken.
Bakvorm
Welke bakvorm u het best kiest, is afhankelijk van de ovenfunctie en de bereiding.
– Hetelucht plus U, Intensief bak -
ken O:
bakplaat, universele bakplaat, bakvormen van om het even welk
ovenbestendig materiaal.
–
Boven-onderwarmte V:
matte en donkere bakvormen van
onvertind blik, donker email, donker
gemaakt vertind blik of mat alumini
um; hittebestendige glazen bak
vormen; bakvormen met een
antiaanbaklaag.
Vermijd lichtgekleurde bakvormen
van glanzend materiaal. Daarmee
wordt het gerecht in de bakvorm on
gelijkmatig of nauwelijks bruin, en
onder ongunstige omstandigheden
wordt het gerecht ook niet gaar.
-
-
-
Plaats bakvormen altijd op de roos
–
ter.
-
-
-
Rechthoekige of langwerpige bak
vormen plaatst u het best dwars op
de rooster. Zo zorgt u voor een opti
male warmteverdeling in de bakvorm
en bereikt u een gelijkmatig bakre
sultaat.
Bak fruittaarten/-cakes en hoge
–
plaatkoeken op de universele bak
plaat.
Bakpapier, invetten
Al het toebehoren van Miele, zoals de
bakplaat, de universele bakplaat of de
ronde bakvorm, zijn veredeld met
PerfectClean.
Doorgaans hoeven met PerfectClean
veredelde oppervlakken niet te worden
ingevet en hoeft u er geen bakpapier
op te leggen.
Bakpapier is alleen vereist bij
– zout gebak, omdat de natronloog die
tijdens de deegbereiding wordt ge
bruikt, het met PerfectClean vere
delde oppervlak kan beschadigen,
–
deeg dat wegens zijn hoge
eiwitgehalte gemakkelijk vastkleeft
(bijv. biscuit, schuimgebak,
macarons).
–
het bereiden van diepgevroren pro
ducten op de rooster.
-
-
-
-
-
-
-
-
52
Bakken
Opmerkingen omtrent de
baktabel
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere
temperatuur.
Als u hogere temperaturen kiest dan de
temperatuur die wordt vermeld, verkort
u weliswaar de baktijd maar het risico
bestaat dan dat het gerecht zeer onge
lijkmatig bruin wordt en onder bepaalde
omstandigheden niet gaar is.
Baktijd +
Doorgaans controleert u het best na het
verstrijken van de kortere tijd of het gerecht al gaar is.
Prik met een houten stokje in het deeg.
Als er geen vochtig deeg aan het stokje
blijft kleven, is het gerecht gaar.
Niveau µ
Het niveau waarop u het gerecht in de
oven plaatst, kiest u op basis van de
ovenfunctie en het aantal bakplaten.
Hetelucht plus U
–
1 bakplaat: niveau 1
2 bakplaten: niveau 1+3
3 bakplaten: niveau 1+2+4
Wanneer u de universele bakplaat en
de bakplaat tegelijkertijd op verschil
lende niveaus gebruikt om te bak
ken, moet u de universele bakplaat
op een lager niveau dan de bakplaat
plaatsen.
Bak vochtig gebak en vochtige taart/
cake maximaal op twee niveaus tegelijkertijd.
– Intensief bakken O
1 bakplaat: niveau 1
– Boven-onderwarmte V
1 bakplaat: niveau 1 of 2
-
-
53
Bakken
Baktabel
Taart/cake/gebak
6
[°C]
U
µ+
[min]
Roerdeeg
Zandtaart140–160160–70
Tulbandcake140–160165–80
4)
Muffins (1 [2] bakpla(a)t(en))140–1601 [1+3
Kleine cakes (1 bakplaat)
Kleine cakes (2 bakplaten)
1) 2)
1) 2)
150125–40
1501+325–40
]30–50
Cake (bakplaat)140–160125–40
Marmercake, notentaart (bakvorm)140–160160–80
Vruchtentaart met baiser/glazuur (bakplaat)140–160145–50
Vruchtentaart (bakplaat)140–160135–45
Vruchtentaart (bakvorm)140–160155–65
Taartbodem
1)
Klein gebak/koekjes
1)
(1 [2] bakpla(a)t(en))140–1601 [1+34)]20–25
140–160125–30
Kneeddeeg
Taartbodem140–160120–25
Kruimelkoek140–160145–55
1)
Klein gebak
Zandkoekjes
(1 [2] bakpla(a)t(en))140–1601 [1+34)]15–25
1) 2)
(1 [2] bakpla(a)t(en))1401 [1+34)]25–40
Kwarktaart140–160170–90
Appeltaart (bakvorm C 20 cm)
Appeltaart, afgedekt
1)
1) 2)
150195–110
150–170150–70
Abrikozentaart met glazuur (bakvorm)140–160155–75
Zwitserse quiche/quiche–––
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voor
verwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het
verstrijken van de kortere tijd.
54
-
Bakken
VO
6
[°C]
140–160160–70–––
160–180165–80–––
150–170225–45–––
3) 5)
140
––––––
160–180225–40–––
140–160160–80–––
160–180245–50140–160130–35
160–180235–45–––
150–170155–65–––
160–180120–25–––
160–180
160–180215–20–––
160–180245–55–––
160–180210–20–––
160–180170–90140–160165–75
160–180145–65140–160150–60
160–180155–75140–160150–60
210–230
U Hetelucht plus / V Boven-onderwarmte / O Intensief bakken
6Temperatuur / µ Niveau / +Baktijd
1) Kies tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snel opwarmen S".
2) De instellingen gelden ook voor de richtlijnen volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Neem de bakplaat uit het toestel zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de ver
melde baktijd nog niet verstreken is.
5) Zonder dat er FlexiClip-geleiders geplaatst zijn.
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voor
verwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het
verstrijken van de kortere tijd.
56
-
6
[°C]
Bakken
VO
µ+
[min]
6
[°C]
µ+
[min]
50
3)
3)
3)
3)
115–20–––
120–35–––
120–45–––
112–16–––
5)
15–30––
160–180
160–180
140–170
170–190
150–170150–60––
140–160255–65––
170–190235–45––
160–180
1)
240–50–––
170–190140–50–––
180–200
3)
250–60–––
180–200130–40160–180140–50
170–190125–35160–180125–35
150–170225–30–––
170–190
180–200
120–140
3)
3)
3)
225–35–––
215–25–––
225–50–––
U Hetelucht plus / V Boven-onderwarmte / O Intensief bakken
6Temperatuur / µ Niveau / +Baktijd
1) Kies tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snel opwarmen S".
2) De instellingen gelden ook voor de richtlijnen volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Neem de bakplaat uit het toestel zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de ver
-
melde baktijd nog niet verstreken is.
5) Plaats de rooster op de bodem van de ovenruimte en plaats de recipiënt op de rooster.
57
Braden
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding, kunt u
"Hetelucht plus U" of "Bovenonderwarmte V" gebruiken.
Kookgerei
U kunt om het even welk
ovenbestendig kookgerei gebruiken:
braadpan, braadpot, hittebestendige
glazen vorm, braadzakken, römertopf,
universele bakplaat, universele bak
plaat met daarop de rooster en/of de
grill- en braadplaat (indien voor
handen).
Wij raden aan te braden in de braadpan, zodat er voldoende braadfond
overblijft om een saus te bereiden.
Bovendien blijft de ovenruimte schoner
dan wanneer u op de rooster braadt.
-
-
Opmerkingen omtrent de
braadtabel
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere
temperatuur.
Als u hogere temperaturen kiest dan de
temperatuur die wordt vermeld, wordt
het vlees wel bruin maar niet gaar.
Kies bij "Hetelucht plus U" een ca.
20 °C lagere temperatuur dan bij
"Boven-onderwarmte V".
Kies bij stukken vlees die meer dan
3 kg wegen, een temperatuur die ca.
10 °C lager is dan de temperatuur die
wordt vermeld in de braadtabel.
Daardoor duurt het braadproces wat
langer, maar het vlees wordt gelijkmatig
gaar en krijgt geen te dikke korst.
Wanneer u braadt op de rooster, kiest u
een temperatuur die 10 °C lager ligt
dan wanneer u braadt in de braadpan.
58
Voorverwarmen
Voorverwarmen is doorgaans niet no
dig. Het is alleen vereist bij het berei
den van rosbief en filets.
-
-
Braden
Braadtijd +
U kunt de braadtijd bepalen door de
hoogte van het gebraad [cm] te verme
nigvuldigen met de tijd per cm hoogte
[min/cm] voor het desbetreffende soort
vlees:
rund/wild: .............15-18 min/cm
varken/kalf/lam: ........12-15 min/cm
rosbief/filet: ............8-10 min/cm
Bij diepgevroren vlees neemt de braad
tijd per kg met ca. 20 minuten toe.
Diepgevroren vlees met een gewicht tot
ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het
eerst te ontdooien.
Doorgaans controleert u het best na het
verstrijken van de kortere tijd of het gerecht al gaar is.
Niveau µ
Doorgaans gebruikt u het best het niveau 1.
Tips
Bruining
Het vlees wordt pas aan het einde van
de braadtijd bruin. Het vlees wordt ex
tra bruin als u na het verstrijken van on
geveer de helft van de braadtijd het
deksel van het kookgerei verwijdert.
Even laten staan
Na afloop van het braadproces neemt u
het vlees uit de ovenruimte, wikkelt u
het in aluminiumfolie en laat u het
ca. 10 minuten staan. Zo loopt er bij het
aansnijden minder vleessap uit.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het
gevogelte 10 minuten voor het einde
van de braadtijd met licht gezouten water bestrijkt.
-
-
59
Braden
Braadtabel
Vlees/vis
Rundergebraad, ca. 1 kg
Runderfilet/rosbief, ca. 1 kg
Wildbraad, ca. 1 kg
Varkensgebraad/rollade, ca. 1 kg
Varkensgebraad met zwoerd, ca. 2 kg
Casselerrib, ca. 1 kg
Vleesbrood, ca. 1 kg
Kalfsgebraad, ca. 1,5 kg
Lamsbout, ca. 1,5 kg
1)
2)
3)
3)
3)
3)
3)
3)
2)
Lamsrug, ca. 1,5 kg
Gevogelte, 0,8-1 kg
Gevogelte, ca. 2 kg
Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg
Gevogelte, ca. 4 kg
Vis, stuk, ca. 1,5 kg
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte.
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het
verstrijken van de kortere tijd.
De temperatuurgegevens gelden voor het bereiden in een onafgedekte braadpan.
Verlaag de temperatuur met 10 °C als u rechtstreeks op de universele bakplaat of
rechtstreeks op de rooster met de universele bakplaat braadt.
60
Braden
UV
6
[°C]
160–1801100–120180–2001100–120
180–200145–55190–210145–55
170–190190–120180–200190–120
140–1601100–120170–1901100–120
150–1701160–180180–2001120–150
160–180160–70190–210160–70
150–170170–80180–200170–80
170–1901100–120180–2001100–120
160–180190–120190–210190–120
160–180150–60180–200150–60
180–200160–70180–200260–70
160–180190–110180–200290–110
160–1801110–130180–2002110–130
150–1701150–180170–1901150–180
150–170135–55180–200135–55
U Hetelucht plus / V Boven-onderwarmte
6Temperatuur / µ Niveau / +Braadtijd
1) Bereid het gerecht eerst met het deksel. Verwijder het deksel na het verstrijken van de
helft van de tijd en voeg ca. 0,5 l vocht toe.
2) Verwarm de ovenruimte voor. Kies daarbij niet de ovenfunctie "Snel opwarmen S".
3) Voeg na het verstrijken van de helft van de tijd ca. 0,5 l vocht toe.
µ+
[min]
6
[°C]
µ+
[min]
61
Garen op lage temperatuur
Dit bereidingsproces is ideaal voor deli
cate stukken vlees van een rund, var
ken, kalf of lam die heel juist moeten
worden gegaard.
Braad het stuk vlees eerst korte tijd
langs alle kanten gelijkmatig aan op
een zeer hete temperatuur.
Vervolgens doet u het vlees in de voor
verwarmde ovenruimte. Daar wordt het
vlees bij een lage temperatuur en met
een lange bereidingstijd behoedzaam
en zachtjes gegaard totdat het klaar is.
Daarbij ontspant het vlees zich. Het sap
binnenin begint te circuleren en verdeelt zich gelijkmatig tot in de buitenste
lagen.
Het gaarresultaat is zeer mals en sappig.
-
Tips
-
Gebruik alleen goed bestorven, ma
–
ger vlees (zonder pezen en
vetrandjes). Het been moet vooraf uit
het vlees gesneden zijn
(uitgebeend).
Gebruik voor het aanbraden bijv.
–
-
boterolie of spijsolie die geschikt is
voor zeer hoge temperaturen.
Dek het vlees tijdens het garen niet
–
af.
De bereidingstijd bedraagt ca. 2-4 uur
en is afhankelijk van het gewicht en de
grootte van het stuk vlees en ook van
de gewenste gaarheid en bruining.
-
62
Zo gaat u te werk
Gebruik de universele bakplaat met
de rooster erop.
Gebruik voor het voorverwarmen niet
de ovenfunctie "Snel opwarmen S".
Schuif de universele bakplaat met de
^
rooster erop in de oven op niveau 1.
Kies de ovenfunctie "Boven-onder
^
warmte V" en een temperatuur van
130 °C.
Verwarm de ovenruimte ca. 15 minu
^
ten voor terwijl de universele bakplaat en de rooster zich in de oven
bevinden.
^ Terwijl de ovenruimte wordt voorver-
warmd, braadt u het stuk vlees langs
alle kanten krachtig aan op het kookvlak.
-
Garen op lage temperatuur
Gevaar voor verbranding!
,
Trek ovenwanten aan om hete ge
rechten in te schuiven of uit te ne
men en als u met uw handen in de
hete ovenruimte moet komen.
Leg het aangebraden vlees op de
^
rooster.
Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
^
Gaar het vlees totdat het klaar is.
^
Bij toestellen met een schakelklok kunt
u het bereidingsproces automatisch la
ten uitschakelen (zie rubriek "Schakel-
klok - Bereidingstijd instellen").
-
-
-
63
Garen op lage temperatuur
Na afloop van de bereiding
Aangezien de bereidings- en
kerntemperaturen zeer laag zijn,
kunt u het vlees direct aansnijden. U
–
hoeft het vlees niet eerst even te la
ten staan.
wordt het gaarresultaat niet negatief
–
beïnvloed wanneer het vlees na af
loop van de bereidingstijd nog in de
ovenruimte blijft. U kunt het zonder
problemen warmhouden totdat het
wordt geserveerd.
heeft het vlees een optimale
–
consumptietemperatuur. Serveer het
gerecht op voorverwarmde borden
en doe er zeer warme saus bij, zodat
het niet te snel afkoelt.
tuur te controleren, kunt u een spijzenthermometer gebruiken.
dings
tijd
[min]
60-90
120-150
180-240
-
Kerntem
pera
-
tuur**
[°C]
48
57
69
-
-
64
Gevaar voor verbranding!
,
Wanneer u grilt terwijl de deur open
staat, gaat de hete lucht uit de
ovenruimte niet meer automatisch
via de koelventilator en wordt deze
dus niet afgekoeld. De bedienings
elementen worden heet.
Sluit de deur tijdens het grillen.
-
Ovenfuncties
Grill Y
Om grote hoeveelheden platte ge
rechten te grillen en om te gratineren in
grote vormen.
Het hele verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill wordt roodgloeiend
om de vereiste warmtestraling te
produceren.
-
Grillen
Kookgerei
-
Gebruik de universele bakplaat met de
rooster of de grill- en braadplaat (indien
voorhanden) erop.
Deze voorkomt dat de afdruipende
vleesjus verbrandt, waardoor de jus
kan worden gebruikt.
Gebruik de bakplaat niet.
Circulatiegrill \
Om dikke gerechten te grillen, bijv. gevogelte.
Het verwarmingselement voor boven
warmte/de grill en de ventilator worden
ingeschakeld.
-
65
Grillen
Opmerkingen omtrent de
grilltabel
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere
temperatuur.
Als u hogere temperaturen kiest dan de
temperatuur die wordt vermeld, wordt
het vlees wel bruin maar niet gaar.
Voor platte gerechten kiest u door
gaans het best de instelling Y, voor
dikke gerechten een temperatuur van
maximaal 240 °C.
Voorverwarmen
Voorverwarmen is vereist bij grillen.
Verwarm het verwarmingselement voor
bovenwarmte/de grill ca. 5 minuten
voor, terwijl de deur gesloten is.
Niveau µ
-
Keer het gerecht indien mogelijk om
–
wanneer de helft van de grilltijd is
verstreken.
Test
Als u wilt controleren of het vlees al vol
doende gaar is, drukt u met een lepel
op het vlees:
Saignant:Als het vlees nog zeer
veerkrachtig aanvoelt, is
het vanbinnen nog rood.
Medium
(rosé, à
point):
Doorbakken (bien
cuit):
Doorgaans controleert u het best na het
verstrijken van de kortere tijd of het gerecht al gaar is.
Als het vlees een beetje
meegeeft, is het vanbinnen
roze.
Wanneer het vlees nauwelijks nog meegeeft, is het
doorbakken.
-
Kies het niveau op basis van de dikte
van het gerecht.
–
Platte gerechten: niveau 3/4
–
Dikke gerechten: niveau 2/3
Grilltijd +
–
Voor platte stukken vlees of vis hebt
u per kant ca. 6-8 minuten nodig.
Hogere stukken hebben per kant iets
meer tijd nodig.
Zorg ervoor dat de stukken ongeveer
even groot zijn, zodat de grilltijden
niet te veel uiteenlopen.
–
Voor rollade hebt u per cm diameter
ca. 10 minuten nodig.
66
Tip
Als tijdens het grillen van grotere stuk
ken vlees blijkt dat het vlees aan de
buitenkant al een korstje krijgt, terwijl
het vanbinnen nog niet gaar is, kunt u
het op een lager niveau of op een lage
re temperatuur verder grillen. Zo ver
mijdt u dat het vlees aan de buitenkant
een te donkere kleur krijgt.
-
-
-
Grillen
Gerecht in gereedheid brengen
voor het grillen
Spoel vlees snel af onder koud stro
mend water en dep het droog. Zout
stukken (lapjes) vlees niet voorafgaand
aan het grillen. Anders loopt de
vleesjus uit het vlees.
Mager vlees kunt u bestrijken met olie.
Gebruik geen andere soorten vet of bo
ter. Deze worden immers snel donker of
produceren rook.
Maak platte vissen en stukken vis
schoon en zout deze. U kunt deze ook
besprenkelen met citroensap.
-
Grillen
Leg de rooster op de universele bak
^
plaat. Leg de grill- en braadplaat (in
dien voorhanden) ertussen.
Plaats het gerecht erop.
^
Kies de ovenfunctie en de tempera
^
tuur.
Verwarm het verwarmingselement
^
voor bovenwarmte/de grill
ca. 5 minuten voor, terwijl de deur
gesloten is.
Gevaar voor verbranding!
,
Trek ovenwanten aan om hete gerechten in te schuiven of uit te nemen en als u met uw handen in de
hete ovenruimte moet komen.
^ Plaats het gerecht in de oven op het
desbetreffende niveau (zie grilltabel).
^ Sluit de deur.
^ Keer het gerecht indien mogelijk om
wanneer de helft van de grilltijd is
verstreken.
-
-
-
67
Grillen
Grilltabel
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
Tenzij anders aangegeven, verwarmt u het verwarmingselement voor bovenwarm
te/de grill ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
Keer het gerecht om wanneer de helft van de tijd is verstreken.
Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
In afgesloten conservenblikken ont
staat bij het verwarmen overdruk,
waardoor deze kunnen ontploffen.
Gebruik de oven nooit voor het in
maken en verwarmen van conser
venblikken.
Gebruik enkel speciale bokalen, die in
de vakhandel verkrijgbaar zijn:
inmaakbokalen,
–
bokalen met schroefsluiting.
–
Fruit en groenten inmaken
Wij raden hiervoor de ovenfunctie "Hetelucht plus U" aan.
De gegevens gelden voor 5 bokalen
met een inhoud van 1 l.
^ Schuif de universele bakplaat in de
oven op niveau 1 en plaats de
bokalen erop.
-
-
Fruit/augurken
Draai de ovenfunctiekiezer op "Ver
^
-
lichting T" zodra u ziet dat de vloei
stof in de bokalen begint te "borre
len". Laat de bokalen dan nog ca. 2530 minuten in de warme ovenruimte
staan.
Groenten
Verlaag de temperatuur tot 100 °C
^
zodra u ziet dat de vloeistof in de
bokalen begint te "borrelen".
Inmaaktijd
Asperges, wortels60-90
Erwten, bonen90-120
^ Draai na afloop van de inmaaktijd de
ovenfunctiekiezer op "Verlichting T"
en laat de bokalen nog ca. 2530 minuten in de warme ovenruimte
staan.
-
-
-
[min]
^
Kies de ovenfunctie "Hetelucht
plus U" en een temperatuur van
150-170 °C.
^
Wacht totdat de vloeistof in alle
bokalen begint te "borrelen", met an
dere woorden totdat er in de bokalen
gelijkmatig luchtbelletjes opstijgen.
Verlaag tijdig de temperatuur om
overkoken te vermijden.
70
Na het inmaken
,
Gevaar voor verbranding!
Trek ovenwanten aan wanneer u de
bokalen uit het toestel neemt.
-
^
Neem de bokalen uit de ovenruimte.
^
Leg een doek over de bokalen en
laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije
plaats staan.
^
Controleer vervolgens of alle bokalen
goed dicht zijn.
Drogen is een traditionele methode
voor het conserveren van fruit, be
paalde groenten en kruiden.
Het fruit en de groenten moeten vers en
voldoende rijp zijn en mogen geen
drukplekken hebben.
Bereid de producten goed voor.
^
Appels schilt u eventueel, ontdoet u
–
van het klokhuis en snijdt u in
ca. 0,5 cm dikke ringen.
Trek ovenwanten aan wanneer u de
producten uit het toestel neemt.
– Bananen schilt u en snijdt u in schijf-
jes.
– Champignons maakt u schoon en
halveert u of snijdt u in schijfjes.
– Peterselie of dille ontdoet u van dikke
stengels.
^ Verdeel de producten gelijkmatig
over de universele bakplaat.
^
Kies de ovenfunctie "Hetelucht
plus U" of "Bovenonderwarmte V".
^
Kies een temperatuur van 80-100 °C.
^
Schuif de universele bakplaat in de
oven op niveau 1.
Bij "Hetelucht plus U" kunt u ook te
gelijkertijd drogen op de niveaus 1
en 3.
^ Laat gedroogd fruit of gedroogde
groenten afkoelen.
Gedroogd fruit moet volledig droog
zijn maar zacht en veerkrachtig
aanvoelen. Bij het breken of snijden
mag er geen sap meer ontsnappen.
^ Bewaar de producten in goed afge-
sloten bokalen of conversenblikken.
-
71
Diepgevroren producten/kant-en-klaargerechten
Tips
Taart/cake, pizza, stokbroden
Diepgevroren producten zoals taart/
–
cake, pizza of stokbroden bedekken
een groot oppervlak van de bakplaat
of de universele bakplaat.
Door het temperatuurverschil dat ont
staat bij het bereiden van deze diep
gevroren producten, kan de bakplaat
of de universele bakplaat kromtrek
ken zodat u deze mogelijk niet meer
uit de ovenruimte kunt nemen terwijl
deze heet is. Elk verder gebruik ver
oorzaakt dan nog meer kromtrekking.
Bak deze diepgevroren producten
daarom op de rooster, waarop u bakpapier hebt gelegd.
– Kies de lagere temperatuur van de
temperaturen die worden aanbevolen op de verpakking.
Frieten, kroketten of dergelijke
– Dergelijke diepgevroren producten
kunt u op de bakplaat of de universele bakplaat bereiden.
Leg deze diepgevroren producten
op bakpapier om ze behoedzaam te
bereiden.
Bereiding
Als u behoedzaam omgaat met le
vensmiddelen, komt dat uw gezond
heid ten goede.
Taart, pizza, frieten en dergelijke
-
mogen slechts goudgeel worden
-
gebakken, niet donkerbruin.
-
-
Kies de ovenfunctie en temperatuur
^
die worden aanbevolen op de ver
pakking.
Verwarm de ovenruimte voor.
^
^ Zodra het
temperatuurcontrolesymbool 6 dooft,
plaatst u het gerecht op het niveau
dat op de verpakking wordt aanbevolen.
^ Controleer het gerecht na het
verstrijken van de kortere bereidingstijd die wordt aanbevolen op de verpakking.
-
-
-
–
Kies de lagere temperatuur van de
temperaturen die worden aanbevo
len op de verpakking.
–
Keer de producten regelmatig om.
72
-
De ovenfunctie Bruineren K is zeer
geschikt voor het bereiden van vlees.
Praktijkvoorbeelden:
Gerecht6
[°C]+[min]
Beenham, ca. 1,5 kg180 130–160
Runderstoofvlees,
ca. 1,5 kg
6 Temperatuur
+ Bereidingstijd
De tijden gelden voor een nietvoorverwarmde ovenruimte.
Gebruik afhankelijk van de dikte van
het vlees niveau 1 of 2.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de
kortste tijd.
Bereid het vlees eerst met deksel. Verwijder het deksel na drie vierde van de
tijd en voeg ca. 0,5 l vocht toe.
180 160–180
Bruineren
73
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor verbranding! De
,
verwarmingselementen moeten uit
geschakeld zijn. De ovenruimte
moet afgekoeld zijn.
Gevaar voor verwonding! De
,
stoom van een stoomreiniger kan te
rechtkomen op onderdelen die on
der spanning staan en zo een kort
sluiting veroorzaken. Gebruik voor
het reinigen van de oven nooit een
stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren of wijzigingen ondergaan wanneer u ongeschikte reinigingsmiddelen gebruikt.
Vooral het front van de oven raakt
beschadigd door ovenreiniger en
ontkalkingsmiddel.
Verwijder resten van reinigingsmiddelen direct.
-
Ongeschikte reinigings
middelen
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid
delen niet worden gebruikt om de op
pervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, ammo
–
-
-
niak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen
–
op het front van de oven,
schurende reinigingsmiddelen (bijv.
–
schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen),
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– glasreinigers,
– reinigingsmiddelen voor kookvlakken
van glaskeramiek,
-
-
-
-
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
krassen. Krassen in oppervlakken
uit glas kunnen ertoe leiden dat het
breekt.
74
–
schurende harde borstels en
sponsen (bijv. schuursponsen, ge
bruikte sponsen die nog resten van
een schuurmiddel bevatten),
–
speciale "wondersponsen",
–
scherpe metaalschrapers,
–
staalwol,
–
reiniging met mechanische reini
gingsmiddelen,
–
ovenreinigers*,
–
roestvrijstalen spiraalsponsen*.
* Toegelaten bij hardnekkig vuil op
met PerfectClean veredeld email
-
-
Als vuil langere tijd inwerkt op op
pervlakken, kan het onder bepaalde
omstandigheden niet meer worden
verwijderd.
Als u het toestel meerdere keren ge
bruikt zonder het tussendoor te rei
nigen, kan het zeer moeilijk zijn om
het toestel schoon te krijgen.
Vuil verwijdert u het best direct.
Het toebehoren is niet geschikt voor
reiniging in de afwasautomaat.
-
Tips
– Vuil zoals sap van fruit of taart-/
cakedeeg van slecht sluitende bakvormen kunt u gemakkelijker verwijderen terwijl de ovenruimte nog wat
warm is.
– Om de oppervlakken gemakkelijker
te kunnen reinigen, kunt u de deur
verwijderen en uit elkaar halen, de
steunroosters samen met de
FlexiClip-geleiders (indien aanwezig)
verwijderen, de katalytisch geëmail
leerde achterwand verwijderen en
het verwarmingselement voor boven
warmte/de grill neerlaten.
Reiniging en onderhoud
Normaal vuil
Raadpleeg de rubriek "Vuil op de ka
talytisch geëmailleerde achterwand"
voor opmerkingen omtrent de reini
ging van de achterwand.
-
-
-
Verwijder normaal vuil bij voorkeur di
^
rect met warm water, handafwasmid
del en een schone sponsdoek. U
kunt ook een schone, vochtige
microvezeldoek gebruiken.
Verwijder resten van reinigingsmid
^
delen grondig met schoon water. Dat
is heel belangrijk voor met
PerfectClean veredelde onderdelen.
Resten van reinigingsmiddelen kunnen immers een negatieve invloed
hebben op de antiaanbakeigenschappen.
^ Wrijf de oppervlakken vervolgens
droog met een zachte doek.
Dichting reinigen
Rond de ovenruimte bevindt zich een
dichting als afdichting voor de binnen
zijde van de deur.
De dichting kan door vetresten bros
worden en barsten.
-
-
-
-
-
-
^
Reinig de dichting bij voorkeur na
elke bereiding.
75
Reiniging en onderhoud
Hardnekkig vuil (op andere
oppervlakken dan op de
FlexiClip-geleiders)
Door overgelopen sap van fruit of
braadresten kunnen op geëmail
leerde oppervlakken permanente
kleurveranderingen of matte vlekken
ontstaan. Deze hebben geen nega
tieve invloed op de
gebruikseigenschappen. Probeer
dergelijke vlekken niet kost wat kost
te verwijderen. Gebruik enkel de be
schreven hulpmiddelen.
^ Verwijder de aangekoekte resten met
een glaskrabber of een roestvrijstalen
spiraalspons (bijv. Spontex Spirinett).
Het katalytische email raakt beschadigd door ovenreiniger. Verwijder de
katalytisch geëmailleerde onderdelen voordat u ovenreiniger gebruikt.
-
-
-
Bij zeer hardnekkig vuil op met
^
PerfectClean veredeld email brengt u
de ovenreiniger van Miele aan op de
desbetreffende oppervlakken wan
neer deze afgekoeld zijn. Laat deze
zo lang inwerken als beschreven op
de verpakking.
Ovenreinigers van andere producen
ten mag u alleen op afgekoelde op
pervlakken aanbrengen en maximaal
10 minuten laten inwerken.
U kunt na deze inwerktijd ook de har
^
de zijde van een afwasspons ge
bruiken.
^ Verwijder de resten van de
ovenreiniger grondig met schoon water en wrijf de oppervlakken droog.
-
-
-
-
-
76
Reiniging en onderhoud
Hardnekkig vuil op de
FlexiClip-geleiders
Het speciale vet van de FlexiClipgeleiders zou worden verwijderd bij
reiniging in de afwasautomaat.
Daarna zouden ze mogelijk moei
lijker uit te trekken zijn. De FlexiClipgeleiders mogen nooit in de afwas
automaat worden gereinigd.
In geval van hardnekkig vuil op de op
pervlakken of verkleuring van de
kogellagers door overgelopen sap van
fruit, gaat u als volgt te werk:
^ Laat de FlexiClip-geleiders kort
(ca. 10 minuten) inweken in heet water waaraan u afwasmiddel hebt toegevoegd. Indien nodig gebruikt u ook
de harde zijde van een afwasspons.
De kogellagers kunt u reinigen met
een zachte borstel.
Het is mogelijk dat de geleiders na
de reiniging een andere of lichtere
kleur hebben. Dat heeft geen nega
tieve invloed op hun goede werking.
-
-
-
Vuil op de katalytisch
geëmailleerde achterwand
Het katalytische email reinigt zichzelf bij
hoge temperaturen van vuil door olie en
vet.
Hoe hoger de temperatuur, des te beter
werkt het reinigingsproces.
Het katalytische email verliest zijn
zelfreinigende eigenschappen wan
-
neer schuurmiddelen, schurende
borstels en sponsen, en
ovenreinigers erop inwerken.
Verwijder de katalytisch geëmailleerde onderdelen voordat u
ovenreiniger gebruikt.
Vuil door kruiden, suiker en
dergelijke verwijderen
^ Verwijder de achterwand (zie rubriek
"Reiniging en onderhoud - Achterwand verwijderen").
^ Reinig deze met de hand. Gebruik
daarbij warm water, handafwasmid
del en een zachte borstel.
^
Spoel de achterwand grondig af.
Laat deze drogen voordat u deze te
rugplaatst.
-
-
-
77
Reiniging en onderhoud
Vuil door olie en vet verwijderen
Verwijder al het toebehoren (ook de
^
steunroosters) uit de ovenruimte.
Voordat u de katalytische reiniging
^
start, verwijdert u al het grove vuil
van de binnenzijde van de deur en
de met PerfectClean veredelde op
pervlakken. Zo voorkomt u dat het in
brandt.
Kies de ovenfunctie "Hetelucht plus
^
U" en 250 °C.
Warm de lege ovenruimte gedurende
^
minstens 1 uur op.
De duur hangt af van de mate van vervuiling.
Als het katalytische email erg vuil
was door olie of vet, kan er zich
tijdens het reinigingsproces een film
vormen in de ovenruimte.
-
Gevaar voor verbranding! Laat
,
de ovenruimte afkoelen voordat u
deze met de hand reinigt.
Reinig vervolgens de binnenzijde van
^
de deur en de ovenruimte met warm
water, handafwasmiddel en een
-
schone sponsdoek of een schone,
vochtige microvezeldoek.
Elke volgende keer dat de oven
wordt opgewarmd tot hoge tempera
turen, wordt vuil dat eventueel nog
aanwezig is, geleidelijk verwijderd.
-
78
Deur verwijderen
Reiniging en onderhoud
Trek de deur nooit horizontaal van
de houders. De houders springen
immers terug in de richting van de
oven.
Neem nooit de deurgreep vast om
de deur van de houders te trekken.
De deurgreep zou dan immers kun
nen afbreken.
Sluit de deur tot aan de aanslag.
^
-
De deur is via houders met de deur
scharnieren verbonden.
Voordat u de deur van deze houders
kunt trekken, moet u eerst de vergrendelingsbeugels van de beide deurscharnieren ontgrendelen.
^ Open de deur volledig.
^
Ontgrendel de vergrendelingsbeu
gels door deze te draaien tot aan de
aanslag.
-
-
^
Neem de deur vast aan de zijkanten
en trek deze naar boven toe van de
houders. Zorg ervoor dat de deur
daarbij niet kantelt.
79
Reiniging en onderhoud
Deur uit elkaar halen
De deur is aan alle kanten afgedicht,
zodat er geen lucht van de ovenruimte
kan binnendringen.
Gevaar voor verwonding!
,
Verwijder altijd eerst de deur voor
dat u deze uit elkaar haalt.
-
Als er onder ongunstige omstandighe
den toch vuil tussen de glasplaten van
de deur terechtkomt, kunt u de deur uit
elkaar halen om de binnenzijden te rei
nigen.
Door krassen kan het glas van de
glasplaten van de deur breken.
Gebruik voor het reinigen van de
glasplaten van de deur geen
schuurmiddelen, geen harde
sponsen of borstels en geen
scherpe metalen schrapers.
Neem bij de reiniging van de glasplaten van de deur ook de opmerkingen in acht die gelden voor het
front van de oven.
Het oppervlak van de aluminiumprofielen raakt beschadigd door
ovenreiniger. Reinig de onderdelen
alleen met warm water, handafwas
middel en een schone sponsdoek.
U kunt ook een schone, vochtige
microvezeldoek gebruiken.
Bewaar de verwijderde glasplaten
van de deur op een veilige plek, zo
dat ze niet kunnen breken.
-
-
-
Leg de buitenste glasplaat van de
^
deur op een zachte ondergrond (bijv.
een keukenhanddoek). Zo voorkomt
-
u krassen. Leg de deur zo dat de
greep over de rand van de tafel ligt.
Deze glasplaat van de deur ligt dan
plat op de ondergrond en zal tijdens
het reinigen niet breken.
^
Draai de Torx-schroeven uit en trek
de geleiders en de lijst met de dich
ting uit.
Nu kunt u de binnenste glasplaat van
de deur en de middelste glasplaat van
de deur verwijderen.
-
80
Til de binnenste glasplaat van de
^
deur een beetje op en trek deze uit
de kunststoflijst.
Reiniging en onderhoud
ter, handafwasmiddel en een schone
sponsdoek of een schone, vochtige
microvezeldoek.
Wrijf daarna alles droog met een
^
zachte doek.
Zet de deur vervolgens weer in elkaar.
Ga daarbij zorgvuldig te werk:
^
Trek de middelste glasplaat van de
deur uit.
Daarbij raken soms de dichtingspro
fielen los die boven op deze glasplaat
van de deur (rechts en links) zijn aan
gebracht. Deze profielen zorgen ervoor
dat de glasplaat van de deur niet kan
verschuiven in het frame.
^
Reinig de glasplaten van de deur en
de andere onderdelen met warm wa
-
-
^ Schuif de middelste glasplaat van de
deur een beetje in en steek de
dichtingprofielen op hun plaats.
Schuif daarna deze glasplaat van de
deur volledig in.
-
81
Reiniging en onderhoud
Plaats de zijdelingse dichtingen voor
^
de binnenste glasplaat van de deur
in de voorziene groeven.
^
Plaats de binnenste glasplaat van de
deur (met de mat bedrukte zijde naar
onderen gericht).
Let erop dat de zijdelingse dichtin
gen niet wegglijden en dat deze
glasplaat van de deur zo diep moge
lijk wordt ingeschoven.
^ Plaats de lijst met de dichting vóór de
glasplaten van de deur.
De juiste plaatsing van de dichting
garandeert dat er bij bereidingen
geen hete lucht van de ovenruimte
kan binnendringen in de deur.
-
Plaats de geleiders en schroef de lijst
weer vast.
82
Reiniging en onderhoud
Deur plaatsen
^ Neem de deur zijdelings vast en
steek ze op de houders van de
scharnieren.
Zorg ervoor dat de deur daarbij niet
kantelt.
Open de deur volledig.
^
U moet de vergrendelingsbeugels in
elk geval weer vergrendelen. De
deur kan anders loskomen van de
houders en beschadigd raken.
^ Vergrendel de vergrendelingsbeu-
gels weer door deze tot tegen de
aanslag in horizontale positie te
draaien.
83
Reiniging en onderhoud
Steunroosters met FlexiClipgeleiders verwijderen
Gevaar voor verwonding!
,
Gebruik de oven nooit zonder steun
roosters.
U kunt de steunroosters samen met de
FlexiClip-geleiders (indien aanwezig)
verwijderen.
-
Als u eerst de FlexiClip-geleiders afzon
derlijk wilt verwijderen, volgt u de op
merkingen in de rubriek "Uitrusting FlexiClip-geleiders plaatsen en verwij
deren".
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten
uitgeschakeld zijn. De ovenruimte
moet afgekoeld zijn.
-
-
-
Trek de steunroosters vooraan uit de
^
bevestiging (1.) en verwijder deze
(2.).
Het plaatsen gebeurt in omgekeerde
volgorde.
^ Plaats de onderdelen. Ga daarbij
zorgvuldig te werk.
84
Achterwand verwijderen
Gevaar voor verwonding!
,
Gebruik de oven nooit zonder ach
terwand.
U kunt de achterwand verwijderen om
deze te reinigen.
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten
uitgeschakeld zijn. De ovenruimte
moet afgekoeld zijn.
Ontkoppel het toestel van het elektri
^
citeitsnet. Trek daartoe de stekker uit
of schakel de desbetreffende zekering in uw zekeringkast uit.
^ Verwijder de steunroosters.
-
Reiniging en onderhoud
Draai de schroeven los en neem de
^
achterwand uit.
Reinig de achterwand (zie rubriek
^
-
"Vuil op de katalytisch geëmailleerde
achterwand").
Het plaatsen gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Plaats de onderdelen. Ga daarbij
zorgvuldig te werk.
^ Sluit de oven weer aan op het elektri-
citeitsnet.
85
Reiniging en onderhoud
Verwarmingselement voor
bovenwarmte/de grill neerlaten
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten
uitgeschakeld zijn. De ovenruimte
moet afgekoeld zijn.
Verwijder de steunroosters.
^
^ Draai de vleugelmoeren los.
Duw het verwarmingselement voor
bovenwarmte/de grill nooit met brute
kracht omlaag.
^
Laat het verwarmingselement voor
bovenwarmte/de grill voorzichtig
neer.
Nu kunt u de bovenzijde van de oven
ruimte reinigen.
^
Til het verwarmingselement voor bo
venwarmte/de grill omhoog en draai
de vleugelmoeren weer vast.
86
-
-
Wat gedaan als ...?
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u
zelf oplossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen.
Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele (zie omslag)
wanneer u er niet in slaagt de oorzaak van een probleem te vinden of een pro
bleem te verhelpen.
Gevaar voor verwonding!
,
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken
kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet
aansprakelijk kan worden gesteld.
Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen worden uitge
voerd door vakmensen die door Miele erkend zijn.
Open nooit zelf de behuizing van de oven.
ProbleemOorzaak en oplossing
Het display is donker.
De oven krijgt geen stroom.
^ Controleer of de zekering in uw zekeringkast
gesprongen is. Als dat het geval is, doet u een beroep
op een elektricien of de dienst Herstellingen aan huis
van Miele.
-
-
De ovenruimte verwarmt niet.
U hebt alleen een ovenfunctie of een temperatuur gekozen.
^ Kies een ovenfunctie én een temperatuur.
De vergrendeling 0 is ingeschakeld.
^
Schakel de vergrendeling uit (zie rubriek "Schakelklok Instellingen wijzigen").
De oven krijgt geen stroom.
^
Controleer of de zekering in uw zekeringkast
gesprongen is. Als dat het geval is, doet u een beroep
op een elektricien of de dienst Herstellingen aan huis
van Miele.
87
Wat gedaan als ...?
ProbleemOorzaak en oplossing
Bij ovens met een schakelklok knippert i2:00
op het display.
De stroom is uitgevallen.
^ Stel de dagtijd opnieuw in (zie rubriek "Eerste inge-
bruikname"). Ook tijden voor bereidingsprocessen
moeten opnieuw worden ingesteld.
0:00 verschijnt
onverwachts op het display en tegelijkertijd
knippert T. Mogelijk
weerklinkt er ook een
signaal.
Na een bereidingsproces is een
werkingsgeluid te horen.
Er zit roestkleurig vuil
op het katalytische
email.
De oven werd gedurende een ongewoon lange tijd gebruikt en de veiligheidsuitschakeling is geactiveerd.
^ Draai de ovenfunctiekiezer op de stand 0. Direct
daarna is de oven weer klaar voor gebruik.
De koelventilator is ingeschakeld.
De koelventilator wordt automatisch uitgeschakeld.
Vuil door kruiden, suiker en dergelijke wordt niet verwijderd door het katalytische reinigingsproces.
Verwijder de katalytisch geëmailleerde onderdelen en
verwijder dat vuil met warm water, handafwasmiddel en
een zachte borstel (zie rubriek "Vuil op de katalytisch
geëmailleerde achterwand").
88
ProbleemOorzaak en oplossing
De taart/cake of het ge
bak is na het verstrijken
van de in de baktabel
vermelde tijd nog niet
gaar.
De gekozen temperatuur wijkt af van het recept.
Kies de temperatuur die wordt vermeld in het recept.
^
De hoeveelheden van de ingrediënten wijken af van het
recept.
Controleer of u het recept hebt veranderd. Als u meer
^
vloeistof of meer eieren toevoegt, wordt het deeg
vochtiger en hebt u een langere baktijd nodig.
Wat gedaan als ...?
De taart/cake of het ge
bak is niet overal even
bruin.
De FlexiClip-geleiders
zijn moeilijk in te schuiven of uit te trekken.
Er is een verkeerde temperatuur of een verkeerd niveau
-
gekozen.
Kleine verschillen zijn normaal. Als het verschil in
^
kleur erg groot is, controleert u of u de juiste tempera
tuur hebt ingesteld en het juiste niveau hebt gekozen.
Het materiaal of de kleur van de bakvorm is niet afgestemd op de ovenfunctie.
^ Bij "Boven-onderwarmte V" zijn bakvormen van
glanzend of lichtgekleurd materiaal minder geschikt.
Gebruik matte, donkere bakvormen.
Er zit niet genoeg vet in de kogellagers van de
FlexiClip-geleiders.
^ Smeer de kogellagers bij met het speciale vet van
Miele.
Gebruik alleen het speciale vet van Miele, want het is
afgestemd op de hoge temperaturen in de ovenruim
te. Andere soorten vet kunnen door opwarming
verharsen en de FlexiClip-geleiders blokkeren.
Het speciale vet van Miele is verkrijgbaar bij uw
Miele-handelaar of via de dienst Onderdelen en toe
behoren van Miele.
-
-
-
89
Wat gedaan als ...?
ProbleemOorzaak en oplossing
De ovenverlichting
wordt niet ingescha
keld.
Bruineren K:
-
In deze ovenfunctie wordt de ovenverlichting niet inge
schakeld.
Het halogeenlampje is defect.
Gevaar voor verbranding!
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld
zijn. De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
Ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet. Trek
^
daartoe de stekker uit of schakel de desbetreffende
zekering in uw zekeringkast uit.
^ Draai de lampafdekking los via een kwartslag naar
links en trek deze samen met de dichtingsring naar
beneden toe uit de behuizing.
Plaats de lampafdekking samen met de dichtingsring
weer in de behuizing en bevestig deze via een kwart
slag naar rechts.
^
Sluit de oven weer aan op het elektriciteitsnet.
-
Dienst Herstellingen aan huis van Miele en garantie
Service After Sales
Neem bij storingen die u zelf niet kunt
verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar
–
of
de dienst Herstellingen aan huis van
–
Miele.
Het telefoonnummer van de dienst
Herstellingen aan huis van Miele
vindt u achter in deze gebruiks- en
montageaanwijzing.
Wanneer u een beroep doet op de
dienst Herstellingen aan huis van Miele,
geef dan altijd het toesteltype en het
serienummer op.
Deze informatie vindt u op het typeplaatje. Het typeplaatje is zichtbaar op
het frame van het front wanneer u de
deur opent.
Geef bij fornuizen ook het toesteltype
en serienummer van uw kookvlak op
(zie afzonderlijke gebruiks- en monta
geaanwijzing van het kookvlak).
-
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie vindt u in de meegele
verde garantievoorwaarden.
-
91
Elektrische aansluiting
Gevaar voor verwonding!
,
Het toestel mag uitsluitend door een
erkende vakman of vakvrouw die op
de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen, worden
aangesloten op het elektriciteitsnet.
Hij of zij is op de hoogte van de nati
onale voorschriften en de voor
schriften van de plaatselijke elektri
citeitsmaatschappij, en hij of zij
neemt deze zorgvuldig in acht.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor
de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
De aansluiting mag uitsluitend gebeuren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerde elektrische installatie
(conform VDE 0100).
Voer de aansluiting bij voorkeur viaeen stopcontact uit (conform
VDE 0701). Dat maakt het een stuk ge
makkelijker om het toestel los te kop
pelen van het elektriciteitsnet wanneer
u later eventueel een beroep doet op
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
-
-
-
hierbij bijvoorbeeld aan installatie
automaten en zekeringen (EN 60335).
Aansluitgegevens
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje. Het typeplaatje is
zichtbaar op het frame van het front
wanneer u de deur opent.
Deze gegevens moeten overeenstem
men met deze van het elektriciteitsnet.
Vermeld altijd het volgende wanneer u
contact opneemt met Miele:
toesteltype,
–
– serienummer,
– aansluitgegevens (netspanning/fre-
quentie/maximale aansluitwaarde).
Wanneer de aansluiting wordt gewijzigd of de aansluitkabel wordt
vervangen, moet een aansluitkabel
worden gebruikt van het type
H 05 VV-F. Deze moet de juiste dia
-
meter hebben.
-
-
-
Is het stopcontact niet meer toeganke
lijk voor de gebruiker of is er een vasteaansluiting voorzien, dan moet de
elektrische installatie voor elke pool met
een stroomonderbreker uitgerust zijn.
Als stroomonderbrekers kunnen scha
kelaars worden gebruikt met een con
tactopening van minstens 3 mm. Denk
92
-
-
-
Elektrische aansluiting
AansluitschemaFornuis
De aansluitkabel wordt niet meegele
verd.
Het fornuis moet overeenkomstig het
aansluitschema via een aansluitkabel
van het type H 05 VV-F die de juiste
diameter heeft, worden aangesloten op
het elektriciteitsnet.
Maximale aansluitwaarde: zie type
plaatje.
Combineerbare kookvlakken
De Miele-fornuizen mogen alleen met
de door Miele vermelde kookvlakken
worden gecombineerd.
Voor meer informatie over de combinatiemogelijkheden neemt u contact op
met uw Miele-handelaar of de Service
After Sales van Miele.
-
-
Oven
De oven heeft een 3-aderige aansluitkabel van ca. 1,7 m die uitgerust is met
een stekker. De oven is geschikt voor
aansluiting op wisselstroom van 230 V,
50 Hz.
De zekering moet 16 A bedragen.
Het toestel moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact dat volgens
de voorschriften is geïnstalleerd.
Maximale aansluitwaarde: zie type
plaatje.
-
93
Maatschetsen voor de inbouw
Afmetingen en kastuitsparing
De afmetingen zijn opgegeven in mm.
Inbouw in een onderkast
A H 21xx: 45 mm
H 22xx: 42 mm
* Oven met glazen front
** Oven met metalen front
94
Inbouw in een kolomkast
Maatschetsen voor de inbouw
A H 21xx: 45 mm
H 22xx: 42 mm
* Oven met glazen front
** Oven met metalen front
95
Fornuis inbouwen
Het fornuis mag enkel in inge
,
bouwde toestand worden gebruikt.
Om optimaal te kunnen werken, heeft
het fornuis een voldoende toevoer
van koellucht nodig.
Let erop dat de toevoer van koellucht
niet wordt belemmerd (bijv. door de
inbouw van warmte-isolatielijsten in
de inbouwkast).
Bovendien mag de vereiste koellucht
niet door andere warmtebronnen
(bijv. kachels op vaste brandstof)
overmatig worden verwarmd.
Vóór de inbouw
^ Zorg ervoor dat het desbetreffende
stopcontact stroomloos is.
^ Neem het aansluitschema voor het
fornuis in acht.
-
Voordat u het toestel inbouwt, doet u er
goed aan de deur te verwijderen (zie
"Reiniging en onderhoud - Deur verwij
deren") en het toebehoren uit het toe
stel te nemen. Het fornuis is dan lichter
wanneer u het toestel in de inbouwkast
schuift. En u voorkomt dat u het toestel
per ongeluk aan de deurgreep
vastneemt om het te dragen.
Schuif het fornuis in de onderkast en
^
zet het toestel waterpas.
Open de deur, als u deze niet hebt
^
verwijderd.
-
-
Fornuis inbouwen
^
Sluit het fornuis aan op het elektrici
teitsnet.
^
Stel het fornuis op voor de onderkast.
^
Steek de stekker van het ingebouwde
kookvlak in de koppeling van het for
nuis.
De deur kan beschadigd raken wan
neer u het fornuis vastneemt aan de
deurgreep om het toestel te dragen.
Gebruik de greepholtes aan weers
zijden van de behuizing om het toe
stel te dragen.
96
-
^
Bevestig het fornuis met de meegele
verde schroeven op de zijwanden
van de inbouwkast.
-
^
Als u de deur had verwijderd, plaatst
u deze terug (zie rubriek "Reiniging
en onderhoud - Deur plaatsen").
-
-
-
-
De oven mag enkel in inge
,
bouwde toestand worden gebruikt.
Om optimaal te kunnen werken, heeft
de oven een voldoende toevoer van
koellucht nodig.
Let erop dat de toevoer van koellucht
niet wordt belemmerd (bijv. door de
inbouw van warmte-isolatielijsten in
de inbouwkast).
Bovendien mag de vereiste koellucht
niet door andere warmtebronnen
(bijv. kachels op vaste brandstof)
overmatig worden verwarmd.
-
Oven inbouwen
Schuif de oven in de inbouwkast en
^
zet het toestel waterpas.
Open de deur, als u deze niet hebt
^
verwijderd.
Vóór de inbouw
^ Zorg ervoor dat het desbetreffende
stopcontact stroomloos is.
Oven inbouwen
^ Sluit de oven aan op het elektriciteits-
net.
De deur kan beschadigd raken wan
neer u de oven vastneemt aan de
deurgreep om het toestel te dragen.
Gebruik de greepholtes aan weers
zijden van de behuizing om het toe
stel te dragen.
Voordat u het toestel inbouwt, doet u er
goed aan de deur te verwijderen (zie
"Reiniging en onderhoud - Deur verwij
deren") en het toebehoren uit het toe
stel te nemen. De oven is dan lichter
wanneer u het toestel in de inbouwkast
schuift. En u voorkomt dat u het toestel
per ongeluk aan de deurgreep
vastneemt om het te dragen.
-
-
-
^ Bevestig de oven met de meegele-
verde schroeven op de zijwanden
van de inbouwkast.
^ Als u de deur had verwijderd, plaatst
u deze terug (zie rubriek "Reiniging
en onderhoud - Deur plaatsen").
-
-
97
Gegevens voor testinstellingen
Controlegerechten volgens EN 60350
Controle
gerecht
Zandkoekjes
(8.4.1)
Kleine cakes
(8.4.2)
Waterbiscuit
taart (8.5.1)
Appeltaart
(8.5.2)
Toast bruineren
(9.1)
Beefburger gril
len (9.2)
U Hetelucht plus / V Boven-onderwarmte / Y Grill
6Temperatuur / µ Niveau / + Bereidingstijd
1) Neem de bakplaat uit het toestel zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de vermelde baktijd nog niet verstreken is.
2) Kies tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snel opwarmen S".
3) Plaats de bakvorm op de rooster.
4) Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur die wordt vermeld. Controleer het ge
recht na het verstrijken van de kortere tijd die wordt vermeld.
5) Schuif de rooster op niveau 4 en de universele bakplaat op niveau 1.
Bakplaat/bakvormOven
-
1 bakplaatU140
2 bakplaten
1 bakplaatV160
1 bakplaatU150
2 bakplatenU150
1 bakplaatV160
Springvorm C 26 cm
-
Springvorm C 26 cm
Springvorm C 20 cm
Springvorm C 20 cm
RoosterYY 35-8Nee
Rooster op universele bak
plaat
1)
3)
3)4)
3)
3)
-
-
functie
U140
U170
V150-180
U160
V180
YY 41e kant:
6
[°C]
µ+
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
230-50Nee
1 + 330-55Nee
215-35Ja
128-40Nee
1 + 325-45Ja
223-35Ja
130-40Nee
2)
120-45Ja
195-110Nee
180-100Nee
[min]
10-15
2e kant:
5-10
Voorver
warmen
Ja, 5
minuten
-
-
98
Gegevens voor testinstellingen
Energie-efficiëntieklasse
De energie-efficiëntieklasse wordt volgens EN 50304/EN 60350 berekend.
Energie-efficiëntieklasse: A+
Neem de volgende opmerkingen in acht bij het uitvoeren van de meting:
Voer de meting uit in de ovenfunctie Bruineren K.
–
Tijdens de meting bevindt zich alleen de voor de meting nodige accessoires in
–
de ovenruimte.
Gebruik geen verdere aanwezige accessoires zoals FlexiClip-uitschuifsystemen
of katalytisch geëmailleerde onderdelen als de zijwanden of bovenplaat.
Een belangrijke voorwaarde voor de berekening van de energie-efficiëntieklas
–
se is dat de deur tijdens de meting gesloten is.
Afhankelijk van de gebruikte meetelementen kan de afdichtfunctie van de deur
dichting meer of minder zijn verminderd. Dit heeft een negatieve invloed op het
meetresultaat.
Deze tekortkoming wordt gecompenseerd door tegen de deur te drukken.
Daarvoor kunnen onder ongunstige omstandigheden tevens adequate technische hulpmiddelen nodig zijn. Deze tekortkoming treedt niet op bij normaal
praktisch gebruik.
-
-
Productgegevensbladen
Hieronder zijn de gegevensbladen bijgevoegd van de in deze gebruiks- en montagehandleiding beschreven modellen.
99
Productkaart voor huishoudelijke bakovens
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelH
Energie-efficiëntie-index/ovenruimte (EEI
Energie-efficiëntieklasse/ovenruimte
A+++ (meest efficiënt) tot D (minst efficiënt)
Energieverbruik per cyclus en ovenruimte in conventionele modus0,99 kWh
Energieverbruik per cyclus en ovenruimte in hetelucht-modus0,64 kWh
Aantal ovenruimten1
Verwarmingsbronnen per ovenruimteElektro
Volume van de ovenruimte56 l
Massa van het toestel39 kg
cavity
)
2 61-1 B
1
81,5
A+
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.