Miele H 216 E, H 236 E User manual

Gebruiksaanwijzing voor
combi-fornuizen en combi-ovens
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 04 757 710
T
Symbolen van de verkorte handleiding
Aan de binnenkant van de ovendeur staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar af­gebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes % - plaatkoek van gistdeeg M - cake + - tulband ! - biscuitgebak V - krans van gistdeeg k - brood Z - rund : - wild Y - varken ( - lam ; - gevogelte _ - vis
Verwarmingssoorten
D - Hetelucht A - Boven- en onderwarmte E - Braadautomaat
Gebruiksmogelijkheden
< - inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
= - braden zonder vetfilter > - braden met vetfilter L - braden in de pan K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen, inschuifhoogtes en tijdsduur.
Kies gewoonlijk de gemiddelde tempe-
ratuur. Test na afloop van de kortste berei-
dingstijd of het gerecht gaar is.
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-10
Veiligheidsvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11-12
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13-14
Bediening
Oven
– Verwarmingssoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15-16
– Bedieningsknoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17-18
– Verwarmingssoort kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19-20
– Temperatuur kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
– Temperatuur veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
– Programma onderbreken, Oven uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
– Oven voorverwarmen, Energiebesparende functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
– Rooster met beveiliging tegen uittrekken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
– Kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Digitale klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25-33
Gebruiksmogelijkheden
– Bakken, Tabel voor het bakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34-37
– Braden, Braden met de Bratometer, Tabel voor het braden . . . . . . . . . . . . 38-44
– Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
– Koken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
– Inmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
– Grilleren, Tabel voor het gebruik van de grill . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48-51
Geteste gerechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Reiniging en onderhoud
– Front, bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
– Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
– Binnenruimte van de oven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54-59
Nuttige tips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60-63
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Extra accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Voor de installateur / elektricien
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66-67
Inbouwinstructies
– Fornuis en besturingseenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68-69
Algemeen
Bedieningspaneel (afhankelijk van het type oven of fornuis)
b Functieschakelaar voor de oven en dis-
play voor de verwarmingssoorten Display en druktoetsen voor de oven
c d Display en druktoetsen voor de digitale
klok
e +/- toets met controlelampje f Kookzoneschakelaars
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
Binnenruimte van de oven
g Typeplaatje
Verwarmingselement voor Bovenwarmte
h
en Grilleren met beschermplaat
4
i Klepjes voor de halogeenlampen j
Aansluitpunt voor de Bratometer
k Aanzuigopening voor de ventilator l Geleiderail* met inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5
Deurcontactschakelaar
m n Ovendeur o Ovendeurvergrendeling*
* Afhankelijk van het type oven of fornuis.
De H 216 E en H 236 E zijn standaard uit­gerust met geleiderails. Een telescopische ovenwagen kan worden aangebracht.
Bij de H 216 E en H 236 E kan een draai­grilleerinrichting worden aangebracht.
Algemeen
Accessoires
– Bakplaten – Braadslede
De braadslede kan tevens als vetop­vangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grille­ren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "He­telucht" of "Braadautomaat" en bij "Grilleren met luchtcirculatie" aan­brengen.
Bediening en inbouw van de kookplaat
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwij­zing die met de kookplaat meegeleverd wordt.
De vetdruppels worden opgevangen door het vetfilter. De binnenruimte van de oven en de ruimte achter de oven blijven hierdoor schoner.
– Bratometer
voor het controleren van de tempera­tuur tijdens het braden en het "Grille­ren met luchtcirculatie".
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateri­aal remt de afvalproductie en het ge­bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge­meente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen de onderdelen vaak nog waardevol zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude apparaat via de dealer of via de ge­meente gerecycled kan worden (zorgt u ervoor dat het afgedankte apparaat tot die tijd buiten het bereik van kinde­ren wordt opgeslagen). U kunt hierover meer informatie vinden in de rubriek "Veiligheidsinstructies en waarschuwin­gen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsbepalingen. Als het apparaat echter niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd, of als het op een ver­keerde manier wordt bediend, kun­nen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks­aanwijzing door voordat u het appa­raat voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies voor het inbouwen, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel voor het bakken, braden, ontdooien, ko­ken, inmaken, drogen en grilleren van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is voor eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroor­zaakt door gebruik voor andere doelein­den dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (span­ning en frequentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteits­net te vergelijken. Deze gegevens moe­ten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegaran­deerd als deze op een volgens de gel­dende veiligheidsbepalingen geïnstal­leerd aardingssysteem is aangesloten. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elek­trische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorko­men dat u per ongeluk elektrische on­derdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer on­derdelen die onder stroom staan wor­den aangeraakt of als elektrische of mechanische delen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Dit kan tevens storingen van het appa­raat veroorzaken.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamhe­den, alsmede ondeskundig uitgevoer­de reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. De fabrikant kan daarvoor niet aanspra­kelijk worden gesteld. Laat installatie­en onderhoudswerkzaamheden en re­paraties uitsluitend uitvoeren door er­kende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat, als aan één van de volgende voorwaar­den is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Met verlengsnoe­ren kan een veilig gebruik van het ap­paraat niet worden gewaarborgd (bijv. beveiliging tegen oververhitting).
Gebruik
Oven
Pas op! Verbrandingsgevaar! De oven wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in wer­king is. De oven wordt niet alleen bij de ovenruit in de deur warm, maar ook bijv. bij de wasemlijst, de handgreep en het bedieningspaneel.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit haalt, of als u de binnenkant van de oven aanraakt. Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of bijv. de grill gebruikt, worden de boven­ste verwarmingselementen en de be­schermplaat zeer heet. U kunt zich hie­raan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het ver­warmingselement afkoelen voordat u het naar beneden laat zakken. Anders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag, want daardoor kan het beschadigen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen de speciale Miele-
Bratometer. Wanneer de Bratome­ter moet worden vervangen, bestel dan weer een originele Miele-Bratometer. Deze is verkrijgbaar bij de Miele-vak­handelaar of rechtstreeks bij Miele.
Laat de Bratometer niet in de oven
als u met "Grilleren 1" of "Grilleren 2" werkt. Door de hoge temperaturen kan de kunststof smelten.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken. Deze kunnen door overdruk uit elkaar springen en de oven beschadigen.
Gebruik geen kunststof servies-
goed, omdat dit op hoge tempera­turen kan smelten.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer, anders beschadigt u de oppervlakte van de bodem. U kunt het apparaat hiermee beschadigen.
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet er ook geen zware voorwerpen op; 10 kg is het maximum gewicht dat de deur kan dragen.Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het vocht uit de gerechten kan corrosie in het apparaat veroorzaken. Bovendien voorkomt u door het afdekken dat de gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te houden, of als u gebruik wilt maken van de restwarmte, stel dan de laagste temperatuur in. Laat de functieschake­laar op de gekozen verwarmingssoort staan. Schakel het apparaat in geen geval uit. De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe dat het bedieningspaneel beslaat, dat zich onder het werkblad druppels vor­men of dat het meubelfront beslaat. Door condens kan de kastombouw / het werkblad beschadigen en kan er corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of de braadslede om ze te verwarmen of te koken. De bakplaat kan zodanig krom trekken, dat deze niet meer uit de oven gehaald kan worden als hij heet is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat weer krom. Gebruik daarom het rooster en leg daar bakpapier op.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met de­len van het apparaat die onder span­ning staan en zo kortsluiting veroorza­ken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt. Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte te verwarmen. Door de hoge temperatuurontwikkeling in de ovenruimte kunnen licht ontvlambare voorwerpen, die zich in de buurt van het apparaat bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er dan op dat de aansluitkabel niet tussen de hete ovendeur beklemd raakt. De aansluitkabel kan beschadigen en u loopt zo het risico een elektrische schok te krijgen.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en bovendien hoog ge­noeg is. Roer de gerechten daartoe re­gelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aan­sluitkabel onbruikbaar. Hiermee voorkomt u dat het fornuis ver­keerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fabri­kant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd die daarvoor nodig is, hangt af van ver­schillende factoren, zoals de tempera­tuur van de ingrediënten op het mo­ment dat het gerecht in de oven wordt gezet, de hoeveelheid, het soort voed­sel, de kwaliteit ervan en eventuele wij­zigingen in het recept. Eventuele bacte­riën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (> 70°C) en lang genoeg wordt aan­gehouden (> 10 min.). Wanneer u twij­felt of een gerecht voldoende ver­warmd is, kies dan liever een iets langere tijd.
10
Veiligheidsvoorzieningen
Kinderbeveiliging oven en kookzones
De kinderbeveiliging voorkomt dat de oven of de kookzones ongewild wor­den ingeschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
De functieschakelaar moet op stand "0" staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat het sleutelsymbool in het display ver­schijnt.
De oven en de kookzones kunnen nu niet meer worden ingeschakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer op:
De functieschakelaar mag op elke stand staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat het sleutelsymbool uit het display ver­dwijnt.
11
Veiligheidsvoorzieningen
Vergrendeling van de ovendeur
(Met uitzondering van de uitvoeringen met beugelgreep)
In de deur bevindt zich een vergrende­ling, die het voor kinderen moeilijker maakt om de ovendeur te openen.
De vergrendeling moet eerst geacti­veerd worden.
Open de deur.
Druk het hendeltje naar onderen (zie afbeelding hierboven).
Als u de deur sluit, klikt de vergrende­ling automatisch vast.
Om de deur te openen moet u het hen­deltje onder de handgreep naar rechts schuiven.
De deur is dan ontgrendeld en kan wor­den geopend.
Als u de vergrendeling niet meer no­dig heeft:
Open de deur. Duw de vergrendeling naar links in
de oorspronkelijke positie.
De vergrendeling komt nu naar boven en is geactiveerd.
12
Voor het eerste gebruik
Digitale klok
Na het aansluiten van het apparaat gaat in het display "12:00" knipperen en ook de symbolen "f" en ")".
Dagtijd instellen
(24-uurs weergave)
Druk de toetsen "f" en ")" tegelijk in.
In het display brandt "12:00" constant en het controlelampje van de +/- toets brandt.
Voer de dagtijd met de +/- toets in (uren:minuten).
Oven
Neem de ovenruimte af met warm water en een mild reinigingsmiddel. Wrijf de ovenruimte daarna met een schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de binnenruimte droog is
Was de accessoires af.
Het geleiderail moet in de oven ge­plaatst worden.
Geleiderail
De toetsen "f" en ")" hoeven daar­bij niet ingedrukt gehouden te worden.
Wanneer het controlelampje van de +/- toets uitgaat, wordt de dagtijd over­genomen en loopt per minuut af. De dubbele punt knippert.
13
Voor het eerste gebruik
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een onaangename geur als ze voor het eerst worden gebruikt. Door een hoge temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur aan:
Draai de functieschakelaar op "Hete­lucht".
Stel met de + toets de hoogste tem­peratuur in.
U kunt dit ook m.b.v. de digitale klok au­tomatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht kan worden toegevoerd als de oven aanstaat.
14
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt de lucht uit de oven, leidt deze langs het ringvormige verwarmingselement en blaast de verwarmde lucht door de openingen in de achterwand weer te­rug.
Omdat de gerechten direct verwarmd worden, is voorverwarmen van de oven niet nodig. Uitzondering: voor het braden van ros­bief of filet moet de oven wèl worden voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er op verschillende niveaus tegelijk gebak­ken en gebraden worden.
Door de hete luchtstroom kan er bij deze verwarmingssoort met lagere tem­peraturen gewerkt worden dan bij "Bo­ven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst automatisch met een hoge temperatuur werken, zodat het vlees snel dicht­schroeit. De automaat schakelt dan zelf terug naar de geprogrammeerde tem­peratuur.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmings­soort wordt het gerecht van boven en van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen nodig – voor het bakken van gebak met een
korte baktijd;
– voor het braden van rosbief / filet.
15
Verwarmingssoorten
Ontdooien G
Er kan zonder verwarming of bij een temperatuur tot 50 °C worden ont­dooid. Als er zonder verwarming wordt ontdooid, zorgt de ventilator aan de achterkant voor circulatie van de koude lucht.
Intensief bakken F
"Intensief bakken" geschiedt met "Hete­lucht" in combinatie met "Onderwarm­te". Deze verwarmingssoort wordt o.a. gebruikt voor gebak met een vloeibare bovenlaag.
Grilleren met luchtcirculatie
I
De hitte van het grillelement wordt door de ventilator aan de achterkant over het gehele gerecht verspreid. Hierdoor kan met een lagere temperatuur ge­werkt worden dan bij het gewone "Gril­leren".
Grilleren 1 ,
Het binnenste gedeelte van het grillele­ment wordt gebruikt voor het grilleren. Enkele minuten nadat het is ingescha­keld, wordt het roodgloeiend en zorgt voor de infraroodstraling die voor het grilleren nodig is.
Deze verwarmingssoort is bijzonder ge­schikt voor kleine hoeveelheden.
Grilleren 2
Het gehele bovenste verwarmingsele­ment wordt voor het grilleren gebruikt.
Bij deze verwarmingssoort wordt het binnenste gedeelte van het grillele­ment, enkele minuten nadat het is inge­schakeld, roodgloeiend. Het buitenste gedeelte van het grillelement blijft don­kerder, maar geeft wel genoeg warmte af voor het grilleren.
Deze verwarmingssoort is bijzonder ge­schikt voor grote hoeveelheden.
J
16
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedie­ningsknoppen, namelijk de functiescha­kelaar en de druktoetsen.
Functieschakelaar
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u:
–de baktemperatuur veranderen.
–de kerntemperatuur veranderen.
–de kookwekker activeren. Elke druktoets is gekoppeld aan een
symbool in het display.
Met de functieschakelaar kiest u de ver­warmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als rechtsom draaien.
17
Bediening van de oven
De +/- toets is voor het instellen en ver­anderen van de baktemperatuur, de kookwekker, de dagtijd etc.
Door de +/- toets in te drukken kunt u de temperatuur / tijd stap voor stap (toets steeds kort indrukken) of snel (toets ingedrukt houden) instellen of veranderen.
– toets: voor het instellen van een lagere tempe­ratuur of een vroegere / kortere tijd.
+ toets: voor het instellen van een hogere tem­peratuur of een latere / langere tijd.
De instellingen veranderen als volgt: – de baktemperatuur in stappen van
5°C;
– de kerntemperatuur in stappen van
1°C;
– de kookwekker in stappen van 1 min.
U kunt de temperatuur / tijd instellen en veranderen zolang het controlelampje van de +/- toets constant brandt (in­voertijd).
Het controlelampje van de +/- toets brandt
– als u een verwarmingssoort kiest
(niet bij "Verlichting");
– als u tijdens een bereidingsproces
de "p" toets indrukt;
– als u tijdens het braden of grilleren
met luchtcirculatie de "e" toets in­drukt;
– als u de "l" toets indrukt. Iedere keer wanneer u op de +/- toets
of op één van de andere toetsen drukt, begint de invoertijd opnieuw.
Wanneer het controlelampje niet meer brandt, is de instelling of verandering overgenomen.
In het display van de oven verschij­nen:
– het symbool "e", altijd wanneer de
Bratometer wordt gebruikt;
–de kerntemperatuur en het symbool
"e" als er met de Bratomater gewerkt wordt;
–de baktemperatuur en het symbool
"p" als er niet met de Bratometer ge­werkt wordt.
18
– het symbool "l" als er een kookwek-
kertijd is ingesteld;
– de aflopende kookwekkertijd en het
symbool "l" als alleen de kookwek­ker is ingesteld.
Bediening van de oven
Verwarmingssoort kiezen
Met de functieschakelaar kunt u de vol­gende verwarmingssoorten kiezen:
– Hetelucht Voor bakken en koken op meerdere ni­veaus tegelijk.
– Braadautomaat Voor automatisch aanbraden en door­braden. Niet geschikt voor bakken. Uitzondering: het bakken van zuur­desembrood (geen bakmengsels).
– Bovenwarmte Voor het gratineren van gerechten.
– Boven- en onderwarmte Voor het bakken en braden van traditio­nele recepten, soufflé.
–Onderwarmte Aan het einde van de baktijd kiezen als de taart aan de onderkant bruiner moet worden.
–Ontdooien Om diepvriesproducten behoedzaam te ontdooien.
– Intensief bakken Voor het bakken van taart met een vloei­bare bovenlaag, bijv. Quiche. Niet geschikt voor het bakken van plat gebak en niet voor braden (de fond zou hierbij te donker worden).
– Grilleren met luchtcirculatie Voor het grilleren van grote stukken vlees, zoals rollade of gevogelte. De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
– Grilleren 1 Voor het grilleren van kleine hoeveelhe­den plat vlees en voor het gratineren van kleine gerechten. De ovendeur moet hierbij gesloten blij­ven.
– Grilleren 2 Voor het grilleren van grote hoeveelhe­den plat vlees en voor het gratineren van grote gerechten. De ovendeur moet hierbij gesloten blij­ven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar voor:
– Verlichting Om de verlichting in de oven apart in te schakelen.
19
Bediening van de oven
Bij elke verwarmingssoort wordt een be­paalde temperatuur voorgesteld. Deze temperatuur verschijnt in het dis­play van de oven.
Hetelucht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160°C
Braadautomaat*. . . . . . . . . . . . . 160°C
Bovenwarmte . . . . . . . . . . . . . . . 190°C
Boven- en onderwarmte. . . . . . . 190°C
Onderwarmte . . . . . . . . . . . . . . . 190°C
Ontdooien . . . . .
Intensief bakken. . . . . . . . . . . . . 170°C
Grilleren met luchtcirculatie . . . . 200°C
Grilleren 1 (klein) . . . . . . . . . . . . 240°C
Grilleren 2 (groot) . . . . . . . . . . . . 240°C
geen temperatuurweergave
Temperatuur instellen
Als de temperatuur die de oven zelf voorstelt, overeenkomt met de tempera­tuur die in uw recept wordt aangege­ven, dan wordt deze automatisch over­genomen zodra het controlelampje van de +/- toets uitgaat.
In het display verschijnt nu de werkelij- ke temperatuur in de oven.
De temperatuur stijgt met stappen van 1 °C totdat de ingestelde temperatuur is bereikt. Zodra de oven de ingestelde temperatuur heeft bereikt, wordt deze constant in het display weergegeven.
Wanneer de deur van de oven wordt geopend of de ingestelde temperatuur wordt verlaagd, daalt de temperatuur met stappen van 1 °C.
* Doorbraadtemperatuur, Aanbraadtemperatuur 230°C
Na het kiezen van de verwarmings­soort wordt de verwarming van de oven ingeschakeld.
20
Bediening van de oven
Temperatuur veranderen
De temperatuur, die per verwarmings­soort wordt voorgesteld, kan veranderd worden:
Hetelucht . . . . . . . . . . . . . . . . 30-250°C
Braadautomaat . . . . . . . . . . 100-230°C
Bovenwarmte . . . . . . . . . . . . . 30-250°C
Boven- en onderwarmte. . . . . 30-280°C
Onderwarmte . . . . . . . . . . . . 100-250°C
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . 30-50°C
Intensief bakken. . . . . . . . . . . 50-250°C
Grilleren met luchtcirculatie . . 50-260°C
Grilleren 1 (klein) . . . . . . . . . 200-300°C
Grilleren 2 (groot) . . . . . . . . . 200-300°C
Veranderen als het controlelampje brandt:
Stel met de +/- toets de gewenste temperatuur in.
Veranderen als het controlelampje niet brandt:
Bereiding onderbreken
Door de functieschakelaar op "0" te draaien wordt de ingestelde tempera­tuur gewist. Indien er een kookwekkertijd is inge­steld, blijft deze gewoon doorlopen.
Oven uitschakelen
Door de functieschakelaar op "0" te draaien wordt de oven uitgeschakeld. Alle symbolen verdwijnen uit het dis­play.
Uitzondering: Als de Bratometer in ge­bruik is, blijft het symbool "e"branden. Als er een kookwekkertijd is ingesteld, blijft het symbool "l" branden en ver­schijnt de aflopende kookwekkertijd in het display.
Druk de "p" toets in.
Stel met de +/- toets de gewenste temperatuur in.
21
Bediening van de oven
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele ge­vallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht": – voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte": – voor het bakken van taart met een
korte baktijd;.
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de ge­wenste stand.
Stel de juiste temperatuur in.
Als de ingestelde temperatuur is be­reikt:
Zet het gerecht in de oven.
Energiebesparende functie
Wanneer u met de digitale klok een be­reidingsproces programmeert of als u met de Bratometer werkt, dan wordt door de automatische benutting van de restwarmte energie bespaard.
De energiebesparende functie wordt in het display aangeduid met "EC".
Kort voor het einde van de baktijd wordt de verwarming van de oven auto­matisch uitgeschakeld. De ventilator blijft draaien.
22
De restwarmte in de oven is voldoende om de bereiding te voltooien.
Bediening van de oven
Rooster met beveiliging tegen uittrekken
Deze beveiliging voorkomt dat het roos­ter helemaal uit de oven glijdt, terwijl het er slechts gedeeltelijk uitgetrokken had moeten worden.
Let er daarom bij het inschuiven al­tijd op dat de beveiliging tegen uit­trekken aan de achterkant zit.
Het rooster kan nu alleen uit de oven worden gehaald als het wordt opgetild.
23
Bediening van de oven
Kookwekker
U kunt een kookwekkertijd instellen voor externe bereidingen, zoals het ko­ken van eieren.
De kookwekker kan onafhankelijk van de ingestelde programma’s worden in­gesteld.
Kookwekker instellen
(van 1 min. tot 23 uur en 59 min.)
Druk de "l" toets in.
Stel de tijd met de + toets in (uren:mi­nuten).
Zodra het controlelampje van de +/­toets uitgaat, wordt de ingestelde tijd overgenomen en begint de kookwekker te lopen.
Als op hetzelfde moment de oven wordt gebruikt, dan blijft de aflopende kookwekkertijd maar even zichtbaar. Daarna verschijnt de temperatuur weer in het display. Het symbool "l" blijft branden om u aan de kookwekkertijd te herinneren.
Na afloop van de kookwekkertijd
– klinkt ca. 5 seconden lang een
akoestisch signaal;
– knippert tegelijkertijd ca. 1 minuut
lang het symbool "l".
Als u de toets indrukt, stoppen beide signalen.
Kookwekkertijd veranderen
Het veranderen van de kookwekkertijd gebeurt op dezelfde manier als het in­stellen ervan:
Druk de "l" toets in; de aflopende kookwekkertijd wordt kort onderbro­ken.
Stel de nieuwe kookwekkertijd met de +/- toets in.
Kookwekkertijd wissen
Druk de "l" toets in.
24
Zet de kookwekkertijd met de - toets op "0:00".
Met de + toets is dit niet mogelijk, om­dat er een maximale kookwekkertijd be­staat, die niet overschreden mag wor­den.
Bediening van de digitale klok
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u
–het begin van een bereiding instel-
len;
–de duur van een bereiding instellen;
De digitale klok kan – de dagtijd aangeven; – de oven en de voorste kookzones on-
afhankelijk van elkaar in- en uitscha­kelen.
–het einde van een bereiding instel-
len.
De dagtijd kunt u met de "f" en ")" toetsen instellen.
Elke druktoets is gekoppeld aan een symbool in het display.
Het symbool licht op als u een verwar­mingssoort kiest of als de schakelaar voor de kookzones is ingeschakeld en u de desbetreffende toets indrukt.
25
Bediening van de digitale klok
Met de +/- toets worden alle instellin­gen en veranderingen ingevoerd.
De begintijd, de duur, de eindtijd en de dagtijd veranderen met stappen van 1 minuut.
U kunt de tijd instellen en veranderen zolang het controlelampje van de +/- toets constant brandt (invoertijd).
Het controlelampje van de +/- toets gaat branden zodra er een toets is in­gedrukt.
Iedere keer wanneer u op de +/- toets of op één van de andere toetsen drukt, begint de invoertijd opnieuw.
Zodra het controlelampje niet meer brandt, wordt de instelling of verande­ring overgenomen.
In het display van de digitale klok verschijnen:
– de symbolen van de tijden die voor
de oven zijn ingesteld, mits de oven
geprogrammeerd is; – het symbool van de kookzone, als: "*" de kookzone links voor
geprogrammeerd is;
"#" de kookzone rechts voor
geprogrammeerd is;
"t" de twee voorste kookzones allebei
geprogrammeerd zijn.
26
Bediening van de digitale klok
Dagtijd - 24-uursweergave
Als de dubbele punt in de tijdsweergave – knippert:
loopt de tijd door in stappen van een minuut;
– constant brandt: staat de tijd stil en kan deze ingesteld of veranderd worden.
Na het aansluiten van het apparaat of na een stroomuitval
gaat "12:00" in het display knipperen en ook de symbolen "f" en ")".
Wanneer er een bereiding gepro­grammeerd is, kan de dagtijdweer­gave niet veranderd of uitgescha­keld worden.
Dagtijd instellen
Druk de toetsen "f" en ")" tegelijk
Dagtijd veranderen
Het veranderen van de dagtijd gebeurt op dezelfde manier als het instellen er­van:
Druk de toetsen "f" en ")" tegelijk
in. De dagtijd loopt nu niet meer verder.
Stel de nieuwe dagtijd met de
+/- toets in (uren:minuten).
Dagtijdweergave uitschakelen
in.
In het display brandt "12:00" constant.
Stel de dagtijd met de +/- toets in
(uren:minuten).
De toetsen "f" en ")" hoeven daar­bij niet ingedrukt gehouden te worden.
Druk 2 x acher elkaar de toetsen
"f" en ")" tegelijk in. Na de eerste keer brandt de dubbele
punt constant. Na de tweede keer in­drukken verdwijnt de weergave. De dagtijd loopt op de achtergrond verder.
Dagtijdweergave terughalen
Druk 1 x de toetsen "f" en ")" te-
gelijk in.
27
Bediening van de digitale klok
Bereidingstijd programmeren
Met de digitale klok kunnen de oven en de twee voorste kookzones automa­tisch uitgeschakeld worden of op een later tijdstip in- en uitgeschakeld wor­den.
De oven, de kookzone links voor en de kookzone rechts voor kunnen onafhan­kelijk van elkaar worden geprogram­meerd.
Bereidingstijd oven programmeren
Kies met de functieschakelaar een verwarmingssoort.
Het controlelampje van de +/- toets gaat branden.
Stel de tijd in voor het automatische proces (zie "Tijd voor een automa­tisch proces instellen").
Als u een bereidingsproces heeft voor- geprogrammeerd, dan verschijnt het symbool "p" in het display, evenals de dagtijd en de symbolen van de ingestel­de tijden.
Bij een lopend bereidingsproces her­kent u aan de temperatuurweergave in het display van de oven dat het pro­gramma loopt. Ook de dagtijd wordt weergegeven.
Kort voor het einde van de bereidings­tijd wordt de verwarming van de oven
uitgeschakeld. De energiebesparende functie (zoals
beschreven in de rubriek "Bediening van de oven") begint nu. In het display van de oven verschijnt de aanduiding "EC"; de werkelijke oven­temperatuur verdwijnt nu.
De verwarming van de oven wordt weer ingeschakeld als – de oventemperatuur wordt veran-
derd; – de bereidingstijd aanzienlijk wordt
verlengd. Aan het eind van de bereidingstijd
– klingt er ca. 5 seconden lang een
akoestisch signaal; – knippert tegelijkertijd het symbool
")". Wanneer u het akoestische signaal niet
uitzet, dan wordt u er om de 5 minuten door een signaal aan herinnerd dat het bereidingsproces is afgelopen. Dit her- inneringsprogramma kan maximaal een uur duren.
Zowel het akoestische als het optische signaal kan als volgt worden uitgezet:
– druk de ")" toets in.
Als het gerecht nog niet gaar (ge-
noeg) is, kan een nieuwe bereidings-
tijd worden ingesteld.
28
Of – draai de functieschakelaar op "0".
Bediening van de digitale klok
Bereidingstijd kookzone programme­ren
Het programmeren van de bereidings­tijd voor kookzones is niet mogelijk als de kookplaat op besturingseenheid KSE 200 is aangesloten.
De kookzone die wordt bediend, wordt door een symbool in het display aange­geven:
* = kookzone links voor; # = kookzone rechts voor; t = de twee voorste kookzones.
Let er bij het instellen van de tijden op dat het juiste kookzonesymbool in het display verschijnt.
Kies met de schakelaar een stand.
Het symbool van de gekozen kookzone knippert even.
Stel de tijden voor de automatische bereiding in (zie "Instellen van de tij­den voor een automatische berei­ding" op de volgende pagina).
Als er een bereidingsproces is voorge- programmeerd knippert het symbool van de geprogrammeerde kookzone en wordt de dagtijd weergegeven. De ver­lichting van de kookzoneschakelaar brandt niet meer.
Als de bereiding is afgelopen
– wordt de kookzone automatisch uit-
geschakeld; – klinkt er ca. 5 seconden lang een
akoestisch signaal; – knipperen tegelijkertijd het symbool
van de geprogrammeerde kookzone
en het symbool ")". Het symbool
")" knippert niet als er een eindtijd
voor de oven is ingesteld. Wanneer u het akoestische signaal niet
uitzet, dan wordt u er om de 5 minuten door een signaal aan herinnerd dat het bereidingsproces is afgelopen. Dit her- inneringsprogramma kan maximaal een uur duren.
Zowel het akoestische als het optische signaal kan als volgt worden afgezet:
– druk de ")" toets in.
De kookzone kan pas weer gebruikt
worden als de kookzoneschakelaar
op "0" wordt gedraaid. Of – draai de kookzoneschakelaar op "0".
Als de bereiding loopt, brandt het sym­bool van de kookzone die aanstaat.
29
Bediening van de digitale klok
Instellen van de tijden voor een automatische bereiding
Bereiding automatisch uitschakelen – duur instellen
(van 1 min. tot 23 uur en 59 min.)
Draai de functieschakelaar of de kookzoneschakelaar op de gewen­ste stand.
Druk de toets "g" in.
In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de tijd in (uren:mi­nuten).
Het einde van de bereidingstijd wordt dan vanzelf uitgerekend aan de hand van de ingestelde tijd.
Bereiding automatisch in- en uitscha­kelen – begintijd en duur instellen
(tot 23 uur en 59 minuten van tevoren programmeerbaar)
Draai de functieschakelaar of de
kookzoneschakelaar op de gewen-
ste stand.
Stel eerst de begintijd in:
Druk de toets "f" in. In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de begintijd in. Eerst verschijnt de dagtijd.
Stel nu de bereidingsduur in:
30
Druk de toets "g" in. In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de bereidings-
duur in (uren:minuten).
Bediening van de digitale klok
Bereiding automatisch in- en uitscha­kelen – duur en eindtijd instellen
(tot 23 uur en 59 minuten van te voren programmeerbaar)
Draai de functieschakelaar of de kookzoneschakelaar op de gewen­ste stand.
Stel eerst de bereidingsduur in:
Druk de toets "g" in.
In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de bereidings­duur in (uren:minuten).
Stel nu de eindtijd in:
Let op het volgende
Wanneer er alleen een begintijd wordt ingesteld, start de oven resp. de kook­zone meteen als het controlelampje is uitgegaan. Uitzondering: Als de Bratometer wordt gebruikt, is het instellen van alleen een begintijd voldoende. De bereiding start dan op het voorgeprogrammeerde tijd­stip.
Als u een taart of brood wilt bakken, kunt u de begintijd beter niet al te lang uitstellen. Het deeg kan uitdrogen en de werking van het rijsmiddel kan minder worden.
Druk de toets ")" in.
In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de eindtijd in.
Eerst verschijnt de dagtijd.
31
Bediening van de digitale klok
Controleren en veranderen van de ingestelde tijden
De tijden die voor een bepaalde berei­ding zijn ingesteld, kunnen op elk ge­wenst moment gecontroleerd worden. Druk de toets in waarvan de tijd gecon­troleerd en/of veranderd moet worden.
Als er meerdere bereidingsprocessen geprogrammeerd zijn, kunnen de tijden daarvan gecontroleerd worden door de desbetreffende toets enkele malen kort in te drukken.
Het aantal keren dat u de toets moet in­drukken komt overeen met het aantal voorgeprogrammeerde bereidingen. Bijvoorbeeld: als zowel de oven als de twee voorste kookzones voorgepro­grammeerd zijn, dan betekent:
1 x indrukken = de ingestelde tijd voor de oven verschijnt;
2 x indrukken = de ingestelde tijd voor de kookzone links voor verschijnt. Dit wordt met het symbool "*" aangeduid;
3 x indrukken = de ingestelde tijd voor de kookzone rechts voor verschijnt. Dit wordt met het symbool "#" aangeduid.
Controleren
Druk de toets in waarvan u de tijd
wilt controleren. "f"
De begintijd van de bereiding wordt weergegeven. Deze verdwijnt zodra het bereidingsproces begint.
"g" De bereidingsduur wordt weergege­ven. Zodra de bereiding is gestart, wordt de aflopende duur weergegeven.
")" De eindtijd van de bereiding wordt weergegeven.
Veranderen
Druk op de toets waarvan u de tijd
wilt veranderen.
Stel met de +/- toets de gewenste
tijd in. De tijd wordt overgenomen zodra het
controlelampje van de +/- toets uitgaat. In het display verschijnt dan de dagtijd.
Let op het volgende
Wanneer u een toets indrukt waarvan u de tijd niet zelf heeft ingesteld, maar waarvan het systeem zelf de tijd heeft berekend, gaat het controlelampje van de +/- toets niet branden en kunt u de tijd ook niet veranderen.
32
Bediening van de digitale klok
Ingestelde tijden wissen
Om de tijd te wissen moet u de desbe­treffende toets indrukken en de tijd met de - toets op "0:00" zetten.
Het wissen van de bereidingsduur ver­oorzaakt tegelijkertijd het wissen van de eind- en begintijd, en omgekeerd.
Voorgeprogrammeerde berei­dingen wissen
Draai de functieschakelaar van de oven of de kookzoneschakelaar op "0".
Als de stroom uitvalt, worden alle voor­geprogrammeerde bereidingen gewist.
33
Bakken in de oven
Voor het bakken bevelen wij de volgen­de verwarmingssoorten aan:
– Hetelucht – Intensief bakken – Boven- en onderwarmte
Zo bakt u met "Hetelucht"
U kunt alle hittebestendige bakvormen gebruiken, ook als ze van lichte dunne materialen zijn vervaardigd.
U kunt op meerdere niveaus tegelijk bakken. Wij raden het volgende aan:
e
1 bakplaat . . . . . . . . 1
2 bakplaten . . . 1 3 bakplaten 1
e
e
, 2e en 5e inschuifhoogte
inschuifhoogte
en 3e inschuifhoogte
Als u vochtig gebak, taart of brood bakt, gebruik dan niet meer dan 2 bakplaten tegelijk.
Bij "Hetelucht" ligt de baktemperatuur lager dan bij "Boven- en onderwarmte".
Zo bakt u met "Intensief bakken"
Deze verwarmingssoort is bijzonder ge­schikt voor het bakken van taart met een vochtige bovenlaag, zoals kwark­taart of Quiche.
U kunt alle hittebestendige bakvormen gebruiken.
Plaats de taart op de 1
e
inschuifhoog-
te. Als de taart van onderen te intensief
is gebakken, kies dan de volgende keer een hogere inschuifhoogte.
Zo bakt u met "Boven- en onderwarmte"
In de volgende bakvormen wordt het gebak regelmatig gebruind: matte en donkergekleurde bakvormen; hittebestendige glazen en kunststof bakvormen.
Gebruik geen lichte, dunne bakvor­men. Hierin wordt het gebak niet ge­lijkmatig gebruind.
Voorverwarmen van de oven: alleen voor het bakken van taart/gebak met een korte baktijd.
Kies de inschuifhoogte afhankelijk van hetgeen u wilt bakken:
e
hoog gebak . . . 1
plat gebak . . . . 2
of 2e inschuifhoogte
e
of 3e inschuifhoogte
34
Bakken in de oven
Let op het volgende
Plaats een cakeblik of een langwerpi- ge bakvorm dwars in de oven.
Bak diepvriesproducten zoals pizza’s op het rooster met daarop bakpapier.
Let op de temperaturen, inschuif­hoogtes en baktijden in de tabel op de volgende pagina’s.
Het gebak wordt regelmatig gebruind
– als de gemiddelde temperatuur
wordt aangehouden;
Vaak wordt er voor het bakken een te
hoge temperatuur ingesteld. Het ge-
bak is dan weliswaar sneller klaar,
maar het is niet mooi regelmatig ge-
bruind. – als de inschuifhoogte wordt aange-
past aan het soort gebak en de ver-
warmingssoort; – als na afloop van de kortste baktijd
wordt getest of het gebak gaar is.
Prik met een breinaald in het deeg. Als
er niets aan de breinaald blijft kle-
ven, is het gebak gaar.
35
Bakken in de oven
Hetelucht
temperatuur
in °C
aanbevolen
inschuifhoogte
tijd
in min.
cakebeslag
zandtaart tulband notencake taartbodem
1)
cakejes
biscuitdeeg
1)
taart taartbodem biscuitrol
1)
150-170 150-170
1)
150-170 150-170 150-170
1)
160-180 160-180 160-180
1 1 1 1
1, 2, 5
1 1 1
50-60 70-80 60-70 25-30 20-25
25-30 20-25 20-25
kneeddeeg
taartbodem kruimeltaart
1)
koekjes kwarktaart appeltaart hartige taart
1)
150-170 150-170 150-170 150-170 150-170 170-190
1 1
1, 2, 5
1 1 1
20-25 40-50 15-25 75-85 50-60 60-70
gistdeeg
kruimeltaart kerststol witbrood bruinbrood
1)
pizza uienbrood
1)
appelflappen
soezendeeg
2)3)
150-170 150-170 160-180 190-210 170-190 150-170 150-170
1)
1 1 1 1 1 1
1, 3
35-45 45-65 40-50 60-70 40-50 35-45 25-30
roomsoezen 160-180 1, 3 30-40
bladerdeeg
eiwitgebak
1)
1)
170-190 1, 3 20-25
bitterkoekjes 120-140 1, 2, 5 30-50
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
1) Verwarm de oven bij "Boven- en onderwarmte" voor.
2) Verwarm de oven bij "Hetelucht" en bij "Boven- en onderwarmte" voor.
3) Kies voor het bakken met "Hetelucht" de verwarmingssoort "Braadautomaat", verwarm de oven bij "Braadautomaat" en "Boven- en onderwarmte" voor.
36
Boven- en onderwarmte Intensief bakken
temperatuur
in °C
aanbevolen
inschuifhoogte
tijd
in min.
temperatuur
in °C
Bakken in de oven
aanbevolen
inschuifhoogte
tijd
in min.
160-180 160-180 160-180 180-200 180-200
180-200 180-200 190-210
180-200 180-200 180-200 180-200 180-200 190-200
180-200 170-190 190-210 210-230 190-210 190-210 170-190
190-210 1 of 2 30-40
200-220 1 of 2 15-20 - - -
1 1 1
1 of 2
2
1 1
1 of 2
1 of 2 1 of 2
2 1 1 1
1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2 1 of 2
50-60 70-80 60-70 15-20 12-15
20-30 15-20 15-20
15-20 40-50 10-15 75-85 45-55 60-70
35-45 45-65 40-50 60-70 40-50 35-45 20-25
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
­150-170 150-170 170-190
-
-
-
­170-190 150-170
-
---
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
­1 1 1
-
-
-
­1 1
-
65-75 50-60 50-55
40-50 30-35
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
130-150 2 30-50
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
---
37
Braden in de oven
Voor het braden bevelen wij de volgen­de verwarmingssoorten aan:
– Braadautomaat – Boven- en onderwarmte
Bij allebei de verwarmingssoorten kan ook de Bratometer worden gebruikt (zie "Braden met de Bratometer").
Braadautomaat: Plaats voordat u op het rooster of in een braadpan zonder deksel gaat braden altijd het vetfilter voor de aanzuigopening van de ventilator.
Het is handig om in een pan te braden: – er blijft genoeg fond over om een
saus van te maken;
– de oven blijft schoner dan bij braden
op het rooster.
Plaats het servies op het rooster. Het vlees moet in de oven gezet wor-
den als deze nog koud is. Uitzondering: voor het braden van ros­bief/filet moet de oven voorverwarmd worden op de temperatuur die in het re­cept wordt vermeld.
e
Kies voor het braden de 1
inschuif-
hoogte.
Uitzondering: kies voor het braden van gevogelte tot 1 kg, rosbief, filet of vis met "Boven- en onderwarmte" de 2
e
in-
schuifhoogte. Bij het gebruik van de Braadautomaat
moet de temperatuur ca. 40 °C lager zijn dan bij "Boven- en onderwarmte".
Hoe groter het stuk vlees, des te lager de temperatuur. Stel de temperatuur vanaf 3 kg. ca. 10 °C lager in dan aan­gegeven in de tabel voor het braden. Het braden duurt dan weliswaar iets langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en de korst wordt niet te dik.
U kunt het volgende serviesgoed ge- bruiken: braadpan, braadslede, vuurvaste schaal, römertopf.
De handgrepen van het servies­goed moeten hittebestendig zijn.
38
Bij het braden op het rooster K moet de temperatuur ca. 20 °C lager worden ingesteld dan bij het braden in de pan L.
Wanneer er op het rooster wordt gebra­den, moet de braadslede eronder in de oven worden geschoven.
De bereidingstijd wordt bepaald door het soort vlees, de grootte en de dikte van het vlees.
Braden in de oven
Zo kunt u de bereidingstijd berekenen:
Hoogte van het vlees x de tijd per cm voor de desbetreffende vleessoort.
vleessoort
rund/wild varken/kalf/lam rosbief/filet
tijd per cm
hoogte
15-18 min. 12-15 min.
8-10 min.
Voorbeeld: rundvlees, 8 cm hoog 8 x 15 min. per cm = 120 min. berei­dingstijd.
Let op het volgende
Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het vlees wordt dan wel bruin, maar niet gaar.
Het vlees wordt aan het einde van de bereidingstijd bruin. Het vlees wordt extra bruin als u op de helft van de braadtijd het deksel van de schaal af­haalt.
Tips voor de bereiding
Braden in de pan L
Kruid het vlees en leg het in de pan. Leg er kleine stukjes boter of margari­ne op of giet er olie overheen. Voeg aan grote magere stukken vlees (2 tot 3 kg.) en vet gevogelte ongeveer 1/8 liter water toe.
Braden op het rooster K
Kruid het vlees en leg het op het roos­ter of in de braadslede. Leg er kleine stukjes boter of margarine op en laat het vlees gaar worden. Giet tijdens het braden wat vocht (water, bouillon, room) over het vlees.
Gevogelte braden
Het vel wordt knapperig als u het gevo­gelte 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd bestrijkt met licht gezou­ten water.
Na afloop van de bereiding
Haal het vlees uit de oven, wikkel het in aluminiumfolie en laat het ca. 10 minu­ten staan. Op deze manier loopt er bij het aansnijden van het vlees minder vocht weg.
Diepgevroren vlees braden
Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het van tevoren te ontdooien. De berei­dingstijd wordt per kilo ca. 20 minuten langer.
39
Braden in de oven
Braden met de Bratometer
Met de Bratometer kunt u de tempera­tuur van het vlees controleren tijdens de bereiding. Hierdoor is het mogelijk om de bereiding optimaal in het oog te houden.
De punt van de Bratometer, die u in het vlees steekt, meet continu de tempera­tuur in het stuk vlees: de kerntempera- tuur. Als de gewenste temperatuur is bereikt, wordt de verwarming van de oven automatisch uitgeschakeld.
Zo gebruikt u de Bratometer op de juiste manier:
Bereid het vlees voor zoals u ge­wend bent en leg het in de pan of op het rooster.
U kunt ook braadfolie gebruiken; steek dan de Bratometer door de folie tot in het midden van het vlees.
Vet en botten kunnen de werking van de Bratometer zodanig beïnvloeden, dat de oven voortijdig wordt uitgescha­keld. Daarom mag de punt van de Bra­tometer – geen botten aanraken; – niet in zeer vette delen van het vlees
gestoken worden.
Steek de stekker van de Bratometer in de aansluiting.
Steek de punt van de Bratometer in het vlees.
De punt moet ongeveer in het midden van het stuk vlees zitten.
40
Kies met de functieschakelaar de ge­wenste verwarmingssoort: – Braadautomaat – Boven- en onderwarmte – Hetelucht – Grilleren met luchtcirculatie (Let ook op de aanwijzingen in de ru­briek "Grilleren in de oven").
In het display wordt een kerntempera- tuur van 60 °C voorgesteld.
Als deze overeenkomt met de kerntem­peratuur die in het recept wordt aange­geven, dan hoeft u de temperatuur niet te veranderen en wordt deze automa­tisch overgenomen zodra het controle­lampje uitgaat. Het is natuurlijk ook mo­gelijk om de kerntemperatuur wèl te veranderen. Hoe u dat kunt doen leest u in de rubriek "Kerntemperatuur veran­deren".
De juiste kerntemperatuur kunt u vin- den in de tabel voor het braden.
Braden in de oven
Resttijdweergave
In het display verschijnt vervolgens de voorgestelde oventemperatuur. Deze kunt u desgewenst ook veranderen, zie de rubriek "Temperatuur veranderen".
Zodra het controlelampje van de +/­toets is uitgegaan verschijnt de werke- lijke temperatuur. Als de temperatuur lager is dan 20 °C, dan geeft het dis­play 20 °C aan totdat deze temperatuur ook werkelijk is bereikt.
Tegen het einde van de bereiding ver­schijnt de (geschatte) tijd die nog no­dig is om de bereiding te voltooien in het display van de oven, de zgn. rest­tijd. De kerntemperatuur wordt nu niet meer weergegeven.
41
Braden in de oven
De resttijd wordt berekend aan de hand van de ingestelde oventempera­tuur, de ingestelde kerntemperatuur en het stijgen van de werkelijke kerntem­peratuur.
De resttijd die in het begin wordt weer­gegeven is een geschatte tijd. Omdat de resttijd in de laatste fase van de be­reiding telkens opnieuw wordt bere­kend, wordt de weergave steeds gecor­rigeerd en deze wordt dus ook steeds exacter.
Wanneer u tijdens de resttijd- weegave
de oven- of de kerntemperatuur ver­andert
of
een andere verwarmingssoort kiest,
dan verdwijnt de resttijdweergave en verschijnt de werkelijke kerntempera­tuur weer in het display.
Als de ovendeur open is geweest, dan wordt de resttijd opnieuw berekend.
Einde van de bereidingstijd
Als de ingestelde kerntemperatuur is bereikt – klinkt er ca. 5 seconden lang een
akoestisch signaal;
– knippert tegelijkertijd het symbool
"e".
Wanneer u het akoestische signaal niet uitzet, dan wordt u er om de 5 minuten door een signaal aan herinnerd dat het bereidingsproces is afgelopen. Dit her- inneringsprogramma kan maximaal een uur duren.
Zowel het akoestische als het optische signaal kan als volgt worden afgezet:
– druk de "e" toets in.
Als het gerecht nog niet gaar (ge­noeg) is, kan een nieuwe kerntempe-
ratuur worden ingesteld. Of – draai de functieschakelaar op "0".
De ingestelde temperaturen worden
dan ook gewist.
De bereidingstijd wordt vanzelf bere­kend.
Kort voor het einde van de bereidings­tijd wordt de verwarming van de oven automatisch uitgeschakeld.
De energiebesparende functie wordt ingeschakeld.
De verwarming van de oven wordt weer ingeschakeld als de oventempera­tuur wordt veranderd of als de kerntem­peratuur wordt verhoogd.
42
Braden in de oven
Kerntemperatuur veranderen
De gewenste temperatuur kan van 20°C tot 99°C worden ingesteld:
Temperatuur veranderen als het contro­lelampje brandt:
Stel met de +/- toets de gewenste temperatuur in.
Temperatuur veranderen als het contro­lelampje niet brandt:
Druk de "e" toets in.
Stel met de +/- toets de gewenste temperatuur in.
Let op het volgende
Het braden met de Bratometer kan ook voorgeprogrammeerd worden.
Als de temperatuurvoeler na afloop van het bereidingsproces in het vlees gela­ten wordt, dan verschijnt in het display van de oven eerst het stijgen en vervol­gens het dalen van de kerntemperatuur.
Steek de Bratometer nog eens op een andere plaats in het vlees en herhaal de bereiding als: – de Bratometer bij grote stukken
vlees (vanaf 3 kg.) niet tot in het mid-
den gestoken kan worden; – het vlees nog niet gaar genoeg is.
De tijden voor het braden met tempera­tuurbewaking (met de Bratometer) zijn ongeveer gelijk aan die voor het tijdaf­hankelijke braden.
Bedek het vlees na het braden met alu­miniumfolie en laat het ca. 10 minuten staan; de kerntemperatuur wordt dan nog 5 tot 10 °C hoger.
43
Braden in de oven
Tabel voor het braden
aanbe-
Braadautomaat
volen
inschuif-
hoogte
tempera-
tuur in
2)
°C
rundvlees (ca. 1 kg) 1 180-200 100-120 220-240 100-120 80-85
runderfilet, rosbief
4)
(ca. 1 kg) 1
5)
190-210 35-45 220-240 35-45 40-65
wild (ca. 1 kg) 1 180-200 90-120 220-240 90-120 75-80
varkensvlees nekstuk (ca. 1 kg) 1 170-190 100-120 210-230 100-120 80-85
varkensfilet, karbonade (ca. 1 kg) 1 170-190 60-80 200-220 60-80 70-75
casseler rib (ca. 1 kg) 1 170-190 60-70 210-230 60-70 75-80
gehaktbrood (ca. 1 kg) 1 170-190 50-60 200-220 50-60 70-75
kalfsvlees (ca. 1 kg) 1 170-190 100-120 210-230 100-120 70-80
lamsbout (ca. 1,5 kg) 1 170-190 90-120 210-230 90-120 80-85
5)
gevogelte (0,8-1 kg) 1
170-190 50-60 200-220 50-60 80-85
1)
tijd
in min.
Boven- en
onderwarmte kern
tempera-
tuur in
2)
°C
in min.
tijd
temperatuur
in °C
3)
6)
gevogelte (ca. 2 kg) 1 170-190 120-150 200-220 120-150 80-85
gevogelte (ca. 4 kg) 1 160-180 150-180 190-210 150-180 80-85
5)
moot vis (ca. 1,5 kg) 1
160-180 35-55 200-220 35-55 75-80
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
1) Plaats het vetfilter bij het gebruik van de "Braadautomaat".
2) Braden in de pan L. Als het vlees op het rooster K wordt bereid: temperatuur 20 °C lager instellen.
3) Braden met de Bratometer
4) Verwarm de oven voor als u de "Braadautomaat" of "Boven- en onderwarmte" gebruikt.
e
inschuifhoogte bij "Boven- en onderwarmte".
5) 2
e.
6) Rood: 40-45°C, medium: 50-55°C, doorbakken: 60-65°C.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
44
Ontdooien in de oven
Voor het ontdooien kunt u een tempera­tuur tot 50 °C instellen. Het is aan te bevelen om op kamertem­peratuur te ontdooien, d.w.z. zonder een temperatuur in te stellen.
– Haal het diepgevroren product uit de
verpakking en leg het op een schaal of bakplaat.
– Voor het ontdooien van gevogelte is
het aan te bevelen om het rooster te gebruiken en daaronder een schaal te plaatsen. Zo komt het gevogelte niet in het vocht te liggen.
Let bij het ontdooien van gevogelte extra op de hygiëne. Gebruik het vocht dat bij het ontdooien vrijkomt niet.
– Vlees, gevogelte en vis hoeven niet
helemaal ontdooid te zijn voor verde­re bereiding. Het is voldoende als de buitenlaag zo zacht is geworden, dat de kruiden goed worden opgeno­men.
Tijden voor het ontdooien
op kamertemperatuur De tijden hangen af van soort en gewicht
van het voedsel dat wordt ontdooid.
1000 g gevogelte . . . . . . . 90-120 min.
500 g vlees . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
1000 g vlees . . . . . . . . . . . 90-120 min.
1000 g vis . . . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
300 g fruit . . . . . . . . . . . . . 30-45 min.
500 g brood. . . . . . . . . . . . 30-40 min.
45
Koken in de oven
Voor het koken in de oven zijn de vol­gende verwarmingssoorten aan te be­velen:
– Hetelucht – Boven- en onderwarmte
U kunt het volgende serviesgoed ge- bruiken: vuurvaste glazen schaal, porseleinen serviesgoed, römertopf, pan met hitte­bestendige handvatten.
Schuif het rooster op de 1e inschuif­hoogte in de oven en plaats het ser­viesgoed er op.
Stel de verwarmingssoort en de temperatuur in.
Hetelucht . . . . . . . . . . . . . . . 170-190°C
Boven- en onderwarmte. . . . 190-210°C
Tijden voor het koken
menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70-90 min.
ovenschotel . . . . . . . . . . . . . 40-60 min.
Let op het volgende
Dek de gerechten af
als ze gesmoord of geblancheerd moe­ten worden.
Daardoor voorkomt u dat het gerecht uitdroogt. Als u geen geschikt deksel heeft, gebruik dan bijv. aluminiumfolie.
Dek de gerechten niet af
als ze een korstje moeten krijgen.
Tip voor het koken
Het is mogelijk om pannen of schalen op elkaar te zetten. Leg dan het deksel van de onderste pan/schaal op kop.
Zet de gerechten die bruin moeten wor­den bovenop.
46
Inmaken in de oven
Voor het inmaken in de oven bevelen wij de verwarmingssoort "Hetelucht" aan.
De volgende potten zijn geschikt voor het inmaken: – weckpotten (bereid deze op de ge-
wone manier voor);
– glazen potten met schroefdeksel (ge-
bruik alleen die potten die speciaal voor inmaken geschikt zijn; deze zijn verkrijgbaar in de speciaalzaak).
Gebruik geen conservenblikken!
Schuif de braadslede op de 1e in­schuifhoogte in de oven en plaats de potten/glazen er op.
Als de inhoud begint de borrelen
Draai de temperatuurschakelaar op tijd terug om te voorkomen dat de levensmiddelen overkoken.
– fruit en komkommer
Draai de functieschakelaar op "Ver­lichting".
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in de oven staan.
–groente
Stel de temperatuur in op 100°C.
Laat de groente verder koken: asperges, worteltjes . . . 60-90 minuten
erwten, bonen . . . . . . . 90-120 minuten
Draai de functieschakelaar op "Ver­lichting".
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in de oven staan.
Er kunnen maximaal 6 potten/glazen tegelijk in de oven.
Giet ongeveer 1 liter water op de braadslede.
Stel de temperatuur in op 150- 170°C.
Deze temperatuur is nodig totdat de in­houd gaat borrelen (gelijkmatig opstij­gen van luchtbelletjes).
Na het inmaken
Haal de potten/glazen uit de oven en laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije plaats staan. Verwijder de klemmen en controleer of alle potten/glazen goed gesloten zijn.
47
Grilleren in de oven
Voor het grilleren in de oven zijn de vol­gende verwarmingssoorten aan te be­velen:
–Grilleren 1
Voor het grilleren van kleine hoeveelhe­den plat vlees en voor het gratineren van kleine gerechten. Het binnenste deel van het grillelement is ingescha­keld.
– Grilleren 2
van grote gerechten. Het gehele grill­element is ingeschakeld.
– Grilleren met luchtcirculatie Voor het grilleren van grotere, dikkere
stukken vlees zoals gevogelte en rolla­de. Hierbij kan ook de Bratometer gebruikt worden (zie "Braden met de Bratome­ter").
Verwarm het grillelement ongeveer 5 minuten voor. Laat hierbij de oven­deur dicht.
Tijdens het grilleren moet de oven­deur ook gesloten blijven. Dit be­spaart energie en vermindert het ontsnappen van geuren.
Grilleren met luchtcirculatie: Plaats altijd het vetfilter tegen de achterkant van de binnenruimte, voor de aanzuigopening van de ven­tilator.
Voor het grilleren van grote hoeveelhe­den plat vlees en voor het gratineren
48
Grilleren in de oven
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees af met koud water en droog het goed af. Zout het vlees niet voor het grilleren, anders verliest het zijn vocht.
Bestrijk mager vlees met een beetje olie. Andere soorten vet worden snel te donker of zorgen voor rookontwikke­ling. Kip kan met boter bestreken wor­den.
Platte vissen en moten vis kunt u zou­ten en met een beetje citroensap be­sprenkelen.
Grilleren op het rooster
De inschuifhoogte wordt bepaald door de hoogte van het vlees:
plat vlees. . . . . 4
dik vlees . . . . . 1
U kunt het beste stukken vlees die on­geveer even groot zijn tegelijk grilleren, zodat de bereidingstijden niet teveel uiteenlopen.
Draai het vlees halverwege de berei­dingstijd om.
e
of 5e inschuifhoogte
e
of 2e inschuifhoogte
Grilleren aan het spit
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
Zet de grillinrichting in elkaar zoals op de afbeelding hierboven.
Leg het vlees op het rooster. Kies de gewenste verwarmings-
soort.
Vlees met een grote doorsnede, zoals rollade of gevogelte, kan aan het spit worden gegrilleerd.
Zet de grilleerinrichting in elkaar zo­als hierboven wordt afgebeeld.
49
Grilleren in de oven
Tip voor het grilleren
Als u wilt vaststellen in hoeverre het vlees al gaar is, druk dan met een lepel op het vlees.
– Als het nog veerkrachtig aanvoelt,
dan is het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, dan is
het vlees van binnen roze ("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, dan is
het door en door gaar ("doorbak­ken").
Grillkwast
Om het vlees gemakkelijk in te kunnen vetten is er een grillkwast verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of rechtstreeks bij Miele Nederland B.V.
50
Grilleren in de oven
Tabel voor het grilleren
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten voor; laat hierbij de ovendeur dicht.
gerechten
inschuif-
hoogte
voor de
grillinrichting
Grilleren 1 / Grilleren 2 Grilleren met
luchtcirculatie
temperatuur
in °C
totale
bereidings-
tijd in min.
temperatuur
in °C
1)
bereidings-
tijd in min.
3)
totale
platte gerechten
biefstuk 3 of 4 275 10-16 220 10-16
schaschlik 3 of 4 275 12-16 220 15-20
schnitzel 3 of 4 275 12-18 220 18-20
lever 3 of 4 275 8-12 220 10-14
braadworst 3 of 4 275 6-10 220 8-12
visfilet 3 of 4 275 12-16 220 12-16
forel 3 of 4 275 16-20 220 20-25
tosti 4 of 5 275 2-4 220 3-5
tosti Hawaii 3 of 4 275 4-6 220 4-6
tomaten 3 of 4 275 6-8 220 6-8
dikke gerechten
kip (ca. 1 kg)
rollade, Ø 7 cm (ca. 1 kg)
2)
3)
1 of 2 240 50-60 200 50-60
1 240 70-80 - -
1)
rollade, Ø 7 cm (ca. 1 kg)
1) Draai het gerecht op de helft van de tijd om.
2) Grilleren op het rooster.
3) Plaats het vetfilter bij gebruik van "Grilleren met luchtcirculatie".
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
2)
1 240 70-80 200 70-80
51
Geteste gerechten
Gerechten getest volgens DIN 44 547
gebak bakvorm /
bakplaat aantal
verwarmings­soort
inschuif­hoogte van onderen
temperatuur­instelling in °C
bereidings­tijd in min.
sprits 1 bakplaat Hetelucht 1 150 28-32
2 bakplaten Hetelucht 1, 3 150 30-34
3 bakplaten Hetelucht 1, 2, 5 150 32-36
zacht biscuitdeeg
1 bakplaat Boven- en
onderwarmte
springvorm Hetelucht 1 170 25-30
springvorm Boven- en
onderwarmte
2180
voor­verwarmd
2190
voor­verwarmd
16-20 + voor­verwarmen
20-25 + voor­verwarmen
Andere geteste gerechten
gerecht
cake cakeblik Hetelucht 1 160 50-60
eend 1700 g
bakvorm / bakplaat aantal
rooster op braadslede
verwarmings­soort
inschuif­hoogte van onderen
temperatuur­instelling in °C
bereidings­tijd in min.
Boven- en onderwarmte 1 170 55-65
Braad-
1 160 100-120
automaat
Boven- en onderwarmte 1 200 100-120
varkensvlees 1500 g
rooster op braadslede
Braad­automaat
1 160 100-120
Boven- en onderwarmte 1 200 100-120
toast rooster Grilleren 2 5 275 Voorverwar-
men: 20 min. Grilleren: max. 90 sec.
52
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningspaneel
Neem het front en het bedieningspa­neel met een mild reinigingsmiddel of met een beetje afwasmiddel in water af. Wrijf ze daarna met een zachte doek droog.
Glazen front
Gebruik geen schuurmiddelen, want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij een appa­raat met een wit front na ieder gebruik de handgreep van de deur van het ap­paraat met een mild vetoplossend reini­gingsmiddel zoals afwasmiddel af te nemen. Zo voorkomt u dat vet of ande­re resten inbranden.
Roestvrijstalen front
Gebruik nooit schurende middelen of middelen die soda, zuren of chlo­riden bevatten! Deze middelen tasten het oppervlak aan.
Accessoires
Bratometer
met een vochtige doek afnemen.
Leg de Bratometer en de geleides­teun van de telescopische ovenwa­gen niet in water en reinig ze niet in de afwasautomaat.
Geleiderail
in warm water met afwasmiddel of met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal reinigen.
Bakplaat, braadslede, rooster
na elk gebruik afspoelen en afdrogen. Moeilijk afwasbare resten verwijdert u – van roestvrij staal:
met een reinigingsmiddel voor roest­vrij staal;
– van email:
met een zachte borstel nadat u het in warm water heeft laten weken.
Voor het onderhoud van het front kunt u een niet-schurend reinigingsmiddel voor roestvrij staal gebruiken.
U kunt het front extra tegen vervuiling beschermen door het in te wrijven met een speciaal onderhoudsmiddel (bijv. Neoblank, te verkrijgen bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V., bestelnr. 4565110).
Smeer een kleine hoeveelheid van het middel met een zachte doek gelijkma­tig over het gehele oppervlak uit.
Vetfilter
in warm water met afwasmiddel of in de afwasautomaat reinigen.
53
Reiniging en onderhoud
Binnenruimte
De ovenruimte is bekleed met
b Clean Email
en
c katalytisch email.
Reinig de oven elke keer nadat u deze heeft gebruikt. Als u te lang wacht met schoonmaken, wordt het moeilijker en kunt u sommige vlek­ken misschien helemaal niet meer verwijderen.
b Clean Email
Dit is een bijzonder hard soort email met een extra glad oppervlak.
Daardoor kunnen de meeste voedsel­resten met een spons, warm water en afwasmiddel verwijderd worden.
Aangekoekte resten kunt u met een schraper verwijderen. Reinig het email vervolgens nog met een sponsje met niet-schurend reinigingsmiddel of met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Vruchtensap en deeg kunt u het best verwijderen als de oven nog warm is.
Vruchtensap kan verkleuring veroorza­ken. Ook kunnen na het braden doffe plekken op de braadslede ontstaan.
Let bij het gebruik van ovenspray al­tijd op de aanwijzingen van de fabri­kant.
Zorg ervoor dat er geen ovenspray op het katalytische email kan ko­men! De spray kan het email be­schadigen.
Verwijder eerst het vuil van het Cle­an Email, reinig vervolgens het kata­lytische email met de reinigingshulp zoals beschreven op de volgende pagina’s.
Behandel de emaillagen nooit met harde borstels, schuursponsjes, messen of schuurmiddelen. Deze kunnen het email beschadigen!
54
Reiniging en onderhoud
c Katalytisch email
Omdat door de luchtcirculatie met name de achterwand met olie- en vet­spatten vervuild wordt, is deze voorzien van een laag katalytisch email.
Dit email is in staat om olie- en vetspat­ten bij temperaturen boven 200 °C te verwijderen. Hoe hoger de tempera­tuur, des te beter werkt dit proces. Res­ten van kruiden en suiker worden niet verwijderd door de katalyse.
Katalytisch email mag niet met har­de borstels, schuursponsjes, mes­sen of schuurmiddelen behandeld worden. Gebruik ook geen oven­spray!
Wacht niet te lang met het schoonma­ken, want elke keer dat de oven weer gebruikt wordt, komen de olie-, vet- en voedselresten vaster te zitten.
Het katalytische email kan bij normale vervuiling zonder, en bij erge vervuiling met reinigingshulp worden gereinigd.
Reinigen van het katalytische email zonder de reinigingshulp
Laat de oven eerst afkoelen. Neem ver­volgens de achterwand met een vochti­ge doek af. Gebruik daarvoor warm wa­ter met afwasmiddel en een doekje, een sponsje of een zachte borstel.
Gebruik geen schuurmiddelen!
Reinig daarna de bovenkant, de zijwan­den en de bodem van de ovenruimte.
55
Reiniging en onderhoud
Reinigen van het katalytische email met de reinigingshulp
Reinig vóór het inschakelen van de rei­nigingshulp het Clean Email.
Zo gebruikt u de reinigingshulp:
Draai de functieschakelaar op"Hete­lucht".
Stel met de + toets de hoogste tem­peratuur in.
Laat de oven ongeveer een uur aan­staan. De benodigde tijd hangt af van de mate van vervuiling.
Stel voor dit reinigingsproces de kook­wekker in, zodat u niet vergeet de oven op tijd uit te schakelen.
Reinig daarna de bovenkant, de zijwan­den en de bodem van de ovenruimte.
Elke keer dat de oven met hoge tempe­raturen wordt gebruikt, verdwijnen eventueel achtergebleven voedselres­ten.
Mocht de katalytische emaillaag door onjuist onderhoud of door ster­ke vervuiling niet meer (goed) wer­ken, dan kunt u bij de Miele-vakhan­delaar of rechtstreeks bij Miele een nieuwe plaat verkrijgen.
56
Om de oven makkelijker te kunnen reini­gen kunt u:
- de ovendeur verwijderen,
- de telescopische ovenwagen resp. de geleiderails verwijderen,
- de achterwand verwijderen,
- het bovenste verwarmingselement laten zakken.
Ovendeur verwijderen
Open de deur helemaal.
Reiniging en onderhoud
Doe de deur zover dicht dat hij naar boven kan worden getrokken en eruit kan worden getild.
Ovendeur terugplaatsen
Steek de geblokkeerde scharnieren in de openingen en klap de deur he­lemaal open.
Klap de vergrendelingsbeugels van de deurscharnieren naar beneden; de scharnieren zijn nu geblokkeerd.
Klap de vergrendelingsbeugels om­hoog.
Nadat de vergrendelingsbeugels zijn gereinigd, moeten ze beslist om­hoog worden geklapt, anders raken de scharnieren weer los wanneer u de deur sluit.
57
Reiniging en onderhoud
Geleiderails verwijderen
Draai de functieschakelaar op de stand "Verlichting".
De verwarmingselementen van de oven moeten uitgeschakeld zijn. An­ders bestaat er gevaar voor verbran­dingen!
Trek de bevestigingsknop naar bui­ten.
Achterwand verwijderen
Draai de schroeven in de achter­wand los en verwijder de achter­wand.
De oven mag niet worden gebruikt als de achterwand niet is inge­bouwd. Er bestaat anders een groot gevaar voor verwondingen!
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Haal de geleiderails uit de oven.
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
58
Bovenste verwarmingselement laten zakken
Draai de functieschakelaar op de stand "Verlichting".
De verwarmingselementen van de oven moeten uitgeschakeld zijn. An­ders bestaat er gevaar voor verbran­dingen!
Laat het verwarmingselement pas zakken als het koud is. Anders be­staat er gevaar voor verbrandingen!
Reiniging en onderhoud
Haal de geleiderails uit de oven.
Trek de bevestigingsknop van het verwarmingselement naar buiten.
Laat het verwarmingselement zak­ken.
Druk het verwarmingselement niet met geweld omlaag. U kunt het ver­warmingselement anders beschadi­gen.
Afhankelijk van de mate van vervuiling kan ook de beschermplaat worden ver­wijderd.
Houd de beschermplaat vast en draai de moertjes los.
Verwijder de beschermplaat.
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
59
Nuttige tips
Installatie en reparaties van elektri­sche apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundige installatie en/of repa­raties kunnen een groot gevaar voor de gebruiker veroorzaken.
De volgende storingen kunt u echter zelf verhelpen:
Wat te doen als . . .
. . . de oven niet heet wordt?
Controleer
of u een verwarmingssoort én een temperatuur heeft ingesteld;
of de kinderbeveiliging is ingescha­keld;
of de zekering van de elektrische huisinstallatie is doorgebrand.
Waarschuw indien nodig een elektri­cien of de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
. . . de ovenverwarming wel werkt, maar de verlichting niet?
De halogeenlampen zijn defect. Zo kunt u de lampen vervangen:
Trek de stekker uit de contactdoos of schakel de zekering van de huisin­stallatie uit.
In de wasemlijsten bevindt zich aan elke kant een klepje.
Schuif het juiste klepje omhoog.
60
Haal het metalen beugeltje uit de wa­semlijst.
Verwijder het halogeenlampje: 12 V, 20 W, thermisch belastbaar tot 300°C, fitting G4, Fa. Osram, type
64428.
Het terugplaatsen van de onderdelen geschiedt in omgekeerde volgorde. Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Nuttige tips
. . . na de bereiding een geluid te ho­ren is?
Dit is geen storing! De koudelucht-ventilator blijft nog een tijdje lopen. Als de temperatuur bene­den een bepaalde waarde komt, wordt de ventilator automatisch uitgescha­keld.
. . . het gerecht na de ingestelde be­reidingstijd nog niet gaar is?
Controleer
of u de juiste temperatuur heeft inge­steld;
of u het recept heeft veranderd. Als het deeg vochtiger is door bijv. het toevoegen van eieren of melk, dan is er een langere bereidingstijd nodig;
of het vetfilter is geplaatst bij het bak­ken met "Hetelucht". In dat geval moet de bereidingstijd ongeveer 10 à 15 minuten langer zijn.
. . . de ovendeur tijdens de bereiding wordt geopend en er geen geluid te horen is?
Dit is geen storing! Als de ovendeur tijdens de bereiding geopend wordt, dan schakelt de deur­contactschakelaar de ovenverwarming en, afhankelijk van de gekozen verwar­mingssoort, de hetelucht-ventilator uit.
61
Nuttige tips
. . . het gerecht niet overal even bruin is?
Een gerecht wordt nooit helemaal gelijk­matig gebruind. Als het verschil erg groot is, controleer dan
bij het bakken met "Hetelucht"
of de ingestelde temperatuur niet te hoog is geweest;
of het vetfilter voor de ventilator is ge­plaatst;
bij het bakken met "Boven- en onder­warmte"
van welk materiaal de bakvorm is vervaardigd en welke kleur deze heeft. Bakvormen van licht, helder en dun materiaal zijn niet zo geschikt.
. . . zich op het katalytische email roestkleurige vlekken bevinden?
Bij het braden op het rooster worden deeltjes van kruiden door de lucht­stroom meegevoerd; deze blijven soms aan de binnenwanden vastkleven. Zul­ke vlekken worden door de katalyse niet verwijderd; u kunt ze met warm wa­ter met afwasmiddel en een zachte bor­stel verwijderen.
. . . in het display van de oven een "F" samen met een getal verschijnt?
Deze combinatie geeft een foutmelding weer.
Als de foutmelding "F3" verschijnt, is de Bratometer defect. Zodra u de Bratometer uit de aanslui­ting trekt, verdwijnt de foutmelding.
Als de foutmelding "F6" verschijnt, is de oven tijdens het gebruik auto­matisch uitgeschakeld. Dit gebeurt wanneer de oven langer dan gebrui­kelijk aanstaat. De tijdsduur hangt af van de gekozen verwarmingssoort.
De oven kan weer gebruikt worden na­dat u de functieschakelaar op "0" heeft gedraaid en vervolgens de be­reiding opnieuw heeft ingesteld.
62
Nuttige tips
Als de foutmelding "F7" verschijnt, dan draait de koudelucht-ventilator niet meer.
Om dit op te lossen moet u de Techni­sche Dienst van Miele Nederland B.V. waarschuwen. Vermeld daarbij de foutmelding.
Als de foutmelding "F8" verschijnt, dan draait de hetelucht-ventilator niet meer.
Om dit op te lossen moet u de Techni­sche Dienst van Miele Nederland B.V. waarschuwen. Vermeld daarbij de foutmelding.
Als de foutmelding "F9" verschijnt, dan is de temperatuur in de oven te hoog opgelopen.
De oven wordt in dat geval automa­tisch uitgeschakeld. Zodra de tempe­ratuur voldoende is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingescha­keld.
Als dit regelmatig gebeurt, moet u de Technische Dienst van Miele Neder­land B.V. waarschuwen. Vermeld daarbij de foutmelding.
Als er een andere foutmelding ver­schijnt, moet u de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. waarschu­wen. Vermeld daarbij de foutmelding.
. . . het display van de digitale klok donker blijft als u het apparaat heeft aangesloten?
Dit is geen storing! Wanneer de dagtijdweergave is uitge­schakeld, blijft het display donker. Druk de toetsen "f“ en ")“ tegelijk in. Er verschijnt "12:00" in het display.
. . . na het uitvallen van de stroom geen dagtijd kan worden ingesteld?
Dit is geen storing! Controleer of de functieschakelaar op "0" staat. Is dit niet het geval, draai hem dan alsnog op "0".
U kunt vervolgens de dagtijd instellen.
. . . de resttijdweergave bij het bra­den met de Bratometer niet ver­schijnt, of als de energiebesparende functie bij het werken met de digitale klok of de Bratometer niet begint?
Dit is geen storing! Het systeem berekent de resttijd, resp. het tijdstip waarop de energiebesparen­de functie begint te werken. Hiervoor moet aan bepaalde voorwaarden wor­den voldaan. Soms is dat niet het geval.
63
Technische Dienst
Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar of – de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse af­delingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk type oven u heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op de type­plaatje dat zich rechts onder het bedie­ningspaneel bevindt.
Miele Service Verzekering Certificaat Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
64
Extra accessoires
De extra accessoires zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of rechtstreeks bij Miele Nederland B.V. te Vianen.
– Telescopische ovenwagen
De telescopische ovenwagen met 5 in­schuifhoogtes kan helemaal uit de oven worden getrokken. Hierdoor kunt u de gerechten goed bekijken.
65
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektrici­teitsnet worden aangesloten. Hierbij moeten de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatse­lijk energiebedrijf in acht genomen worden.
Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een huisinstallatie die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Aansluiting op een contactdoos is aan te bevelen, aangezien dit eventu­ele werkzaamheden voor de Techni­sche Dienst vergemakkelijkt.
Als de contactdoos voor de gebruiker niet meer bereikbaar is, of als er een vaste aansluiting is, dan dient ter plaatse een dubbelpolige schakelaar geïnstalleerd te worden, waarvan de contactopening bij uitgeschakelde toe­stand 3 mm moet bedragen. Hiertoe behoren zelf-uitschakelaars, zekerin­gen en relais (EN 60 335).
Voordat u de oven aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre­quentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteitsnet te ver­gelijken. Deze gegevens moeten be­slist overeenkomen.
Vermeld altijd het voltage en het type­en serienummer als u contact opneemt met Miele Nederland B.V.
Ter verhoging van de veiligheid moet de groep van de huisinstallatie waarop het apparaat wordt aangesloten voor­zien zijn van een aardlekschakelaar (30 mA).
66
Elektrische aansluiting
Inbouwfornuis
Het inbouwfornuis is uitgerust met een 5-aderige kabel van ca. 1,5 meter voor de aansluiting aan draaistroom (3N~400 V).
Bij aansluiting op wisselstroom moet u een speciale kabel bestellen bij Miele Nederland B.V.
Aansluitwaarde: zie typeplaatje.
Combinatiemogelijkheden
Het inbouwfornuis kan alleen met een van de onderstaande kookplaten en daarbij behorende besturingseenhe­den gecombineerd worden:
kookplaat
KM 232 KSE 200
KM 240 KM 243 KSE 202
KM 251 KSE 204
KM 260 KM 262 KM 263 KM 267 KM 290
besturingseenheid
KSE 203
67
Inbouwinstructies
Fornuis en besturingseenheid van de kookplaat
Haal de spanning van het elektrici­teitsnet.
Bouw de kookplaat in; zie hiertoe de aparte gebruiksaanwijzing van de kookplaat.
Sluit het fornuis op het elektriciteits­net aan.
Haal de schakelknoppen van de kookzones en de stekker van het for­nuis uit de houders.
Plaats het fornuis voor de onderkast.
68
Plaats de besturingseenheid.
Inbouwinstructies
De stekkers van het fornuis / de kookplaat en de koppelingen van de besturingseenheid die bij elkaar horen zijn steeds met dezelfde kleur gemarkeerd.
Steek de schakelknoppen in het be­dieningspaneel. Steek de stekkers van het fornuis in de koppelingen.
Schuif het inbouwfornuis tot aan de wasemlijst in de onderkast en stel het.
Steek vervolgens de stekkers van de kookplaat in de koppelingen.
Open de ovendeur en schroef het fornuis met 2 schroeven aan de zij­wanden van de onderkast vast.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het is ingebouwd.
697071
Wijzigingen voorbehouden / 22 NL - 1597
M.-Nr. 04 757 710 (H 216 E, H 236 E)
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is daardoor minder belastend voor het milieu.
Loading...