Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 04 757 710
T
Symbolen van de verkorte handleiding
Aan de binnenkant van de ovendeur
staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar afgebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes
% - plaatkoek van gistdeeg
M- cake
+- tulband
! - biscuitgebak
V- krans van gistdeeg
k- brood
Z- rund
:- wild
Y- varken
(- lam
;- gevogelte
_- vis
Verwarmingssoorten
D- Hetelucht
A- Boven- en onderwarmte
E - Braadautomaat
Gebruiksmogelijkheden
<- inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
=- braden zonder vetfilter
>- braden met vetfilter
L- braden in de pan
K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen,
inschuifhoogtes en tijdsduur.
Bedieningspaneel
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
b Functieschakelaar voor de oven en dis-
play voor de verwarmingssoorten
Display en druktoetsen voor de oven
c
d Display en druktoetsen voor de digitale
klok
e +/- toets met controlelampje
f Kookzoneschakelaars
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
Binnenruimte van de oven
g Typeplaatje
Verwarmingselement voor Bovenwarmte
h
en Grilleren met beschermplaat
4
i Klepjes voor de halogeenlampen
j
Aansluitpunt voor de Bratometer
k Aanzuigopening voor de ventilator
l Geleiderail* met inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5
Deurcontactschakelaar
m
n Ovendeur
o Ovendeurvergrendeling*
* Afhankelijk van het type oven of fornuis.
De H 216 E en H 236 E zijn standaard uitgerust met geleiderails. Een telescopische
ovenwagen kan worden aangebracht.
Bij de H 216 E en H 236 E kan een draaigrilleerinrichting worden aangebracht.
Algemeen
Accessoires
– Bakplaten
– Braadslede
De braadslede kan tevens als vetopvangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grilleren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "Hetelucht" of "Braadautomaat" en bij
"Grilleren met luchtcirculatie" aanbrengen.
Bediening en inbouw van de
kookplaat
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing die met de kookplaat meegeleverd
wordt.
De vetdruppels worden opgevangen
door het vetfilter. De binnenruimte
van de oven en de ruimte achter de
oven blijven hierdoor schoner.
– Bratometer
voor het controleren van de temperatuur tijdens het braden en het "Grilleren met luchtcirculatie".
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op een geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd, of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat. Dat is veiliger voor
uzelf en voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel
voor het bakken, braden, ontdooien, koken, inmaken, drogen en grilleren van
levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een
foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegarandeerd als deze op een volgens de geldende veiligheidsbepalingen geïnstalleerd aardingssysteem is aangesloten.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer onderdelen die onder stroom staan worden aangeraakt of als elektrische of
mechanische delen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Dit kan tevens storingen van het apparaat veroorzaken.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden, alsmede ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
De fabrikant kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatieen onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat,
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd (bijv.
beveiliging tegen oververhitting).
Gebruik
Oven
Pas op! Verbrandingsgevaar! De
oven wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is. De oven wordt niet alleen bij de
ovenruit in de deur warm, maar ook
bijv. bij de wasemlijst, de handgreep en
het bedieningspaneel.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u de binnenkant van de
oven aanraakt.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijv. de grill gebruikt, worden de bovenste verwarmingselementen en de beschermplaat zeer heet. U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het verwarmingselement afkoelen voordat u
het naar beneden laat zakken. Anders
kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag,
want daardoor kan het beschadigen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen de speciale Miele-
Bratometer. Wanneer de Bratometer moet worden vervangen, bestel dan
weer een originele Miele-Bratometer.
Deze is verkrijgbaar bij de Miele-vakhandelaar of rechtstreeks bij Miele.
Laat de Bratometer niet in de oven
als u met "Grilleren 1" of "Grilleren
2" werkt. Door de hoge temperaturen
kan de kunststof smelten.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
Gebruik geen kunststof servies-
goed, omdat dit op hoge temperaturen kan smelten.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer,
anders beschadigt u de oppervlakte
van de bodem. U kunt het apparaat
hiermee beschadigen.
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet
er ook geen zware voorwerpen op;
10 kg is het maximum gewicht dat de
deur kan dragen.Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het
vocht uit de gerechten kan corrosie in
het apparaat veroorzaken. Bovendien
voorkomt u door het afdekken dat de
gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te
houden, of als u gebruik wilt maken
van de restwarmte, stel dan de laagste
temperatuur in. Laat de functieschakelaar op de gekozen verwarmingssoort
staan.
Schakel het apparaat in geen geval uit.
De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe
dat het bedieningspaneel beslaat, dat
zich onder het werkblad druppels vormen of dat het meubelfront beslaat.
Door condens kan de kastombouw /
het werkblad beschadigen en kan er
corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of
de braadslede om ze te verwarmen of
te koken. De bakplaat kan zodanig
krom trekken, dat deze niet meer uit de
oven gehaald kan worden als hij heet
is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat
weer krom. Gebruik daarom het rooster
en leg daar bakpapier op.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte te verwarmen. Door de
hoge temperatuurontwikkeling in de
ovenruimte kunnen licht ontvlambare
voorwerpen, die zich in de buurt van
het apparaat bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er
dan op dat de aansluitkabel niet tussen
de hete ovendeur beklemd raakt. De
aansluitkabel kan beschadigen en u
loopt zo het risico een elektrische
schok te krijgen.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en bovendien hoog genoeg is. Roer de gerechten daartoe regelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
Hiermee voorkomt u dat het fornuis verkeerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de oven wordt
gezet, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is (> 70°C) en lang genoeg wordt aangehouden (> 10 min.). Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende verwarmd is, kies dan liever een iets
langere tijd.
10
Veiligheidsvoorzieningen
Kinderbeveiliging oven en
kookzones
De kinderbeveiliging voorkomt dat de
oven of de kookzones ongewild worden ingeschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
De functieschakelaar moet op stand
"0" staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat
het sleutelsymbool in het display verschijnt.
De oven en de kookzones kunnen nu
niet meer worden ingeschakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer
op:
De functieschakelaar mag op elke
stand staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat
het sleutelsymbool uit het display verdwijnt.
11
Veiligheidsvoorzieningen
Vergrendeling van de ovendeur
(Met uitzondering van de uitvoeringen
met beugelgreep)
In de deur bevindt zich een vergrendeling, die het voor kinderen moeilijker
maakt om de ovendeur te openen.
De vergrendeling moet eerst geactiveerd worden.
Open de deur.
Druk het hendeltje naar onderen (zie
afbeelding hierboven).
Als u de deur sluit, klikt de vergrendeling automatisch vast.
Om de deur te openen moet u het hendeltje onder de handgreep naar rechts
schuiven.
De deur is dan ontgrendeld en kan worden geopend.
Als u de vergrendeling niet meer nodig heeft:
Open de deur.
Duw de vergrendeling naar links in
de oorspronkelijke positie.
De vergrendeling komt nu naar boven
en is geactiveerd.
12
Voor het eerste gebruik
Digitale klok
Na het aansluiten van het apparaat
gaat in het display "12:00" knipperen en
ook de symbolen "f" en ")".
Dagtijd instellen
(24-uurs weergave)
Druk de toetsen "f" en ")" tegelijk
in.
In het display brandt "12:00" constant
en het controlelampje van de +/- toets
brandt.
Voer de dagtijd met de +/- toets in
(uren:minuten).
Oven
Neem de ovenruimte af met warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de ovenruimte daarna met een
schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is
Was de accessoires af.
Het geleiderail moet in de oven geplaatst worden.
Geleiderail
De toetsen "f" en ")" hoeven daarbij niet ingedrukt gehouden te worden.
Wanneer het controlelampje van de
+/- toets uitgaat, wordt de dagtijd overgenomen en loopt per minuut af. De
dubbele punt knippert.
13
Voor het eerste gebruik
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd
een onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Door een hoge
temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur
aan:
Draai de functieschakelaar op "Hetelucht".
Stel met de + toets de hoogste temperatuur in.
U kunt dit ook m.b.v. de digitale klok automatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht
kan worden toegevoerd als de oven
aanstaat.
14
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een
hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt
de lucht uit de oven, leidt deze langs
het ringvormige verwarmingselement
en blaast de verwarmde lucht door de
openingen in de achterwand weer terug.
Omdat de gerechten direct verwarmd
worden, is voorverwarmen van de oven
niet nodig.
Uitzondering: voor het braden van rosbief of filet moet de oven wèl worden
voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er
op verschillende niveaus tegelijk gebakken en gebraden worden.
Door de hete luchtstroom kan er bij
deze verwarmingssoort met lagere temperaturen gewerkt worden dan bij "Boven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst
automatisch met een hoge temperatuur
werken, zodat het vlees snel dichtschroeit. De automaat schakelt dan zelf
terug naar de geprogrammeerde temperatuur.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmingssoort wordt het gerecht van boven en
van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen
nodig
– voor het bakken van gebak met een
korte baktijd;
– voor het braden van rosbief / filet.
15
Verwarmingssoorten
Ontdooien G
Er kan zonder verwarming of bij een
temperatuur tot 50 °C worden ontdooid. Als er zonder verwarming wordt
ontdooid, zorgt de ventilator aan de
achterkant voor circulatie van de koude
lucht.
Intensief bakken F
"Intensief bakken" geschiedt met "Hetelucht" in combinatie met "Onderwarmte". Deze verwarmingssoort wordt o.a.
gebruikt voor gebak met een vloeibare
bovenlaag.
Grilleren met luchtcirculatie
I
De hitte van het grillelement wordt door
de ventilator aan de achterkant over
het gehele gerecht verspreid. Hierdoor
kan met een lagere temperatuur gewerkt worden dan bij het gewone "Grilleren".
Grilleren 1 ,
Het binnenste gedeelte van het grillelement wordt gebruikt voor het grilleren.
Enkele minuten nadat het is ingeschakeld, wordt het roodgloeiend en zorgt
voor de infraroodstraling die voor het
grilleren nodig is.
Deze verwarmingssoort is bijzonder geschikt voor kleine hoeveelheden.
Grilleren 2
Het gehele bovenste verwarmingselement wordt voor het grilleren gebruikt.
Bij deze verwarmingssoort wordt het
binnenste gedeelte van het grillelement, enkele minuten nadat het is ingeschakeld, roodgloeiend. Het buitenste
gedeelte van het grillelement blijft donkerder, maar geeft wel genoeg warmte
af voor het grilleren.
Deze verwarmingssoort is bijzonder geschikt voor grote hoeveelheden.
J
16
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedieningsknoppen, namelijk de functieschakelaar en de druktoetsen.
Functieschakelaar
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u:
–de baktemperatuur veranderen.
–de kerntemperatuur veranderen.
–de kookwekker activeren.
Elke druktoets is gekoppeld aan een
symbool in het display.
Met de functieschakelaar kiest u de verwarmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als
rechtsom draaien.
17
Bediening van de oven
De +/- toets is voor het instellen en veranderen van de baktemperatuur, de
kookwekker, de dagtijd etc.
Door de +/- toets in te drukken kunt u
de temperatuur / tijd stap voor stap
(toets steeds kort indrukken) of snel
(toets ingedrukt houden) instellen of
veranderen.
– toets:
voor het instellen van een lagere temperatuur of een vroegere / kortere tijd.
+ toets:
voor het instellen van een hogere temperatuur of een latere / langere tijd.
De instellingen veranderen als volgt:
– de baktemperatuur in stappen van
5°C;
– de kerntemperatuur in stappen van
1°C;
– de kookwekker in stappen van 1 min.
U kunt de temperatuur / tijd instellen en
veranderen zolang het controlelampje
van de +/- toets constant brandt (invoertijd).
Het controlelampje van de +/- toets
brandt
– als u een verwarmingssoort kiest
(niet bij "Verlichting");
– als u tijdens een bereidingsproces
de "p" toets indrukt;
– als u tijdens het braden of grilleren
met luchtcirculatie de "e" toets indrukt;
– als u de "l" toets indrukt.
Iedere keer wanneer u op de +/- toets
of op één van de andere toetsen drukt,
begint de invoertijd opnieuw.
Wanneer het controlelampje niet meer
brandt, is de instelling of verandering
overgenomen.
In het display van de oven verschijnen:
– het symbool "e", altijd wanneer de
Bratometer wordt gebruikt;
–de kerntemperatuur en het symbool
"e" als er met de Bratomater gewerkt
wordt;
–de baktemperatuur en het symbool
"p" als er niet met de Bratometer gewerkt wordt.
18
– het symbool "l" als er een kookwek-
kertijd is ingesteld;
– de aflopende kookwekkertijd en het
symbool "l" als alleen de kookwekker is ingesteld.
Bediening van de oven
Verwarmingssoort kiezen
Met de functieschakelaar kunt u de volgende verwarmingssoorten kiezen:
– Hetelucht
Voor bakken en koken op meerdere niveaus tegelijk.
– Braadautomaat
Voor automatisch aanbraden en doorbraden.
Niet geschikt voor bakken.
Uitzondering: het bakken van zuurdesembrood (geen bakmengsels).
– Bovenwarmte
Voor het gratineren van gerechten.
– Boven- en onderwarmte
Voor het bakken en braden van traditionele recepten, soufflé.
–Onderwarmte
Aan het einde van de baktijd kiezen als
de taart aan de onderkant bruiner moet
worden.
–Ontdooien
Om diepvriesproducten behoedzaam
te ontdooien.
– Intensief bakken
Voor het bakken van taart met een vloeibare bovenlaag, bijv. Quiche.
Niet geschikt voor het bakken van plat
gebak en niet voor braden (de fond
zou hierbij te donker worden).
– Grilleren met luchtcirculatie
Voor het grilleren van grote stukken
vlees, zoals rollade of gevogelte. De
ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
– Grilleren 1
Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees en voor het gratineren
van kleine gerechten.
De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
– Grilleren 2
Voor het grilleren van grote hoeveelheden plat vlees en voor het gratineren
van grote gerechten.
De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar
voor:
– Verlichting
Om de verlichting in de oven apart in te
schakelen.
19
Bediening van de oven
Bij elke verwarmingssoort wordt een bepaalde temperatuur voorgesteld.
Deze temperatuur verschijnt in het display van de oven.
Als de temperatuur die de oven zelf
voorstelt, overeenkomt met de temperatuur die in uw recept wordt aangegeven, dan wordt deze automatisch overgenomen zodra het controlelampje van
de +/- toets uitgaat.
In het display verschijnt nu de werkelij-ke temperatuur in de oven.
De temperatuur stijgt met stappen van
1 °C totdat de ingestelde temperatuur
is bereikt. Zodra de oven de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, wordt deze
constant in het display weergegeven.
Wanneer de deur van de oven wordt
geopend of de ingestelde temperatuur
wordt verlaagd, daalt de temperatuur
met stappen van 1 °C.
* Doorbraadtemperatuur,
Aanbraadtemperatuur 230°C
Na het kiezen van de verwarmingssoort wordt de verwarming van de
oven ingeschakeld.
20
Bediening van de oven
Temperatuur veranderen
De temperatuur, die per verwarmingssoort wordt voorgesteld, kan veranderd
worden:
Door de functieschakelaar op "0" te
draaien wordt de ingestelde temperatuur gewist.
Indien er een kookwekkertijd is ingesteld, blijft deze gewoon doorlopen.
Oven uitschakelen
Door de functieschakelaar op "0" te
draaien wordt de oven uitgeschakeld.
Alle symbolen verdwijnen uit het display.
Uitzondering: Als de Bratometer in gebruik is, blijft het symbool "e"branden.
Als er een kookwekkertijd is ingesteld,
blijft het symbool "l" branden en verschijnt de aflopende kookwekkertijd in
het display.
Druk de "p" toets in.
Stel met de +/- toets de gewenste
temperatuur in.
21
Bediening van de oven
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele gevallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht":
– voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte":
– voor het bakken van taart met een
korte baktijd;.
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de gewenste stand.
Stel de juiste temperatuur in.
Als de ingestelde temperatuur is bereikt:
Zet het gerecht in de oven.
Energiebesparende functie
Wanneer u met de digitale klok een bereidingsproces programmeert of als u
met de Bratometer werkt, dan wordt
door de automatische benutting van de
restwarmte energie bespaard.
De energiebesparende functie wordt in
het display aangeduid met "EC".
Kort voor het einde van de baktijd
wordt de verwarming van de oven automatisch uitgeschakeld.
De ventilator blijft draaien.
22
De restwarmte in de oven is voldoende
om de bereiding te voltooien.
Bediening van de oven
Rooster met beveiliging tegen
uittrekken
Deze beveiliging voorkomt dat het rooster helemaal uit de oven glijdt, terwijl
het er slechts gedeeltelijk uitgetrokken
had moeten worden.
Let er daarom bij het inschuiven altijd op dat de beveiliging tegen uittrekken aan de achterkant zit.
Het rooster kan nu alleen uit de oven
worden gehaald als het wordt opgetild.
23
Bediening van de oven
Kookwekker
U kunt een kookwekkertijd instellen
voor externe bereidingen, zoals het koken van eieren.
De kookwekker kan onafhankelijk van
de ingestelde programma’s worden ingesteld.
Kookwekker instellen
(van 1 min. tot 23 uur en 59 min.)
Druk de "l" toets in.
Stel de tijd met de + toets in (uren:minuten).
Zodra het controlelampje van de +/toets uitgaat, wordt de ingestelde tijd
overgenomen en begint de kookwekker
te lopen.
Als op hetzelfde moment de oven
wordt gebruikt, dan blijft de aflopende
kookwekkertijd maar even zichtbaar.
Daarna verschijnt de temperatuur weer
in het display. Het symbool "l" blijft
branden om u aan de kookwekkertijd te
herinneren.
Na afloop van de kookwekkertijd
– klinkt ca. 5 seconden lang een
akoestisch signaal;
– knippert tegelijkertijd ca. 1 minuut
lang het symbool "l".
Als u de toets indrukt, stoppen beide
signalen.
Kookwekkertijd veranderen
Het veranderen van de kookwekkertijd
gebeurt op dezelfde manier als het instellen ervan:
Druk de "l" toets in; de aflopende
kookwekkertijd wordt kort onderbroken.
Stel de nieuwe kookwekkertijd met
de +/- toets in.
Kookwekkertijd wissen
Druk de "l" toets in.
24
Zet de kookwekkertijd met de - toets
op "0:00".
Met de + toets is dit niet mogelijk, omdat er een maximale kookwekkertijd bestaat, die niet overschreden mag worden.
Bediening van de digitale klok
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u
–het begin van een bereiding instel-
len;
–de duur van een bereiding instellen;
De digitale klok kan
– de dagtijd aangeven;
– de oven en de voorste kookzones on-
afhankelijk van elkaar in- en uitschakelen.
–het einde van een bereiding instel-
len.
De dagtijd kunt u met de "f" en ")"
toetsen instellen.
Elke druktoets is gekoppeld aan een
symbool in het display.
Het symbool licht op als u een verwarmingssoort kiest of als de schakelaar
voor de kookzones is ingeschakeld en
u de desbetreffende toets indrukt.
25
Bediening van de digitale klok
Met de +/- toets worden alle instellingen en veranderingen ingevoerd.
De begintijd, de duur, de eindtijd en de
dagtijd veranderen met stappen van 1
minuut.
U kunt de tijd instellen en veranderen
zolang het controlelampje van de
+/- toets constant brandt (invoertijd).
Het controlelampje van de +/- toets
gaat branden zodra er een toets is ingedrukt.
Iedere keer wanneer u op de +/- toets
of op één van de andere toetsen drukt,
begint de invoertijd opnieuw.
Zodra het controlelampje niet meer
brandt, wordt de instelling of verandering overgenomen.
In het display van de digitale klok
verschijnen:
– de symbolen van de tijden die voor
de oven zijn ingesteld, mits de oven
geprogrammeerd is;
– het symbool van de kookzone, als:
"*" de kookzone links voor
geprogrammeerd is;
"#" de kookzone rechts voor
geprogrammeerd is;
"t" de twee voorste kookzones allebei
geprogrammeerd zijn.
26
Bediening van de digitale klok
Dagtijd - 24-uursweergave
Als de dubbele punt in de tijdsweergave
– knippert:
loopt de tijd door in stappen van een
minuut;
– constant brandt:
staat de tijd stil en kan deze ingesteld
of veranderd worden.
Na het aansluiten van het apparaat
of na een stroomuitval
gaat "12:00" in het display knipperen en
ook de symbolen "f" en ")".
Wanneer er een bereiding geprogrammeerd is, kan de dagtijdweergave niet veranderd of uitgeschakeld worden.
Dagtijd instellen
Druk de toetsen "f" en ")" tegelijk
Dagtijd veranderen
Het veranderen van de dagtijd gebeurt
op dezelfde manier als het instellen ervan:
Druk de toetsen "f" en ")" tegelijk
in.
De dagtijd loopt nu niet meer verder.
Stel de nieuwe dagtijd met de
+/- toets in (uren:minuten).
Dagtijdweergave uitschakelen
in.
In het display brandt "12:00" constant.
Stel de dagtijd met de +/- toets in
(uren:minuten).
De toetsen "f" en ")" hoeven daarbij niet ingedrukt gehouden te worden.
Druk 2 x acher elkaar de toetsen
"f" en ")" tegelijk in.
Na de eerste keer brandt de dubbele
punt constant. Na de tweede keer indrukken verdwijnt de weergave. De
dagtijd loopt op de achtergrond verder.
Dagtijdweergave terughalen
Druk 1 x de toetsen "f" en ")" te-
gelijk in.
27
Bediening van de digitale klok
Bereidingstijd programmeren
Met de digitale klok kunnen de oven en
de twee voorste kookzones automatisch uitgeschakeld worden of op een
later tijdstip in- en uitgeschakeld worden.
De oven, de kookzone links voor en de
kookzone rechts voor kunnen onafhankelijk van elkaar worden geprogrammeerd.
Bereidingstijd oven programmeren
Kies met de functieschakelaar een
verwarmingssoort.
Het controlelampje van de +/- toets
gaat branden.
Stel de tijd in voor het automatische
proces (zie "Tijd voor een automatisch proces instellen").
Als u een bereidingsproces heeft voor-geprogrammeerd, dan verschijnt het
symbool "p" in het display, evenals de
dagtijd en de symbolen van de ingestelde tijden.
Bij een lopend bereidingsproces herkent u aan de temperatuurweergave in
het display van de oven dat het programma loopt. Ook de dagtijd wordt
weergegeven.
Kort voor het einde van de bereidingstijd wordt de verwarming van de oven
uitgeschakeld.
De energiebesparende functie (zoals
beschreven in de rubriek "Bediening
van de oven") begint nu.
In het display van de oven verschijnt
de aanduiding "EC"; de werkelijke oventemperatuur verdwijnt nu.
De verwarming van de oven wordt
weer ingeschakeld als
– de oventemperatuur wordt veran-
derd;
– de bereidingstijd aanzienlijk wordt
verlengd.
Aan het eind van de bereidingstijd
– klingt er ca. 5 seconden lang een
akoestisch signaal;
– knippert tegelijkertijd het symbool
")".
Wanneer u het akoestische signaal niet
uitzet, dan wordt u er om de 5 minuten
door een signaal aan herinnerd dat het
bereidingsproces is afgelopen. Dit her-inneringsprogramma kan maximaal
een uur duren.
Zowel het akoestische als het optische
signaal kan als volgt worden uitgezet:
– druk de ")" toets in.
Als het gerecht nog niet gaar (ge-
noeg) is, kan een nieuwe bereidings-
tijd worden ingesteld.
28
Of
– draai de functieschakelaar op "0".
Bediening van de digitale klok
Bereidingstijd kookzone programmeren
Het programmeren van de bereidingstijd voor kookzones is niet mogelijk als
de kookplaat op besturingseenheid
KSE 200 is aangesloten.
De kookzone die wordt bediend, wordt
door een symbool in het display aangegeven:
* = kookzone links voor;
# = kookzone rechts voor;
t = de twee voorste kookzones.
Let er bij het instellen van de tijden op
dat het juiste kookzonesymbool in het
display verschijnt.
Kies met de schakelaar een stand.
Het symbool van de gekozen kookzone
knippert even.
Stel de tijden voor de automatische
bereiding in (zie "Instellen van de tijden voor een automatische bereiding" op de volgende pagina).
Als er een bereidingsproces is voorge-programmeerd knippert het symbool
van de geprogrammeerde kookzone en
wordt de dagtijd weergegeven. De verlichting van de kookzoneschakelaar
brandt niet meer.
Als de bereiding is afgelopen
– wordt de kookzone automatisch uit-
geschakeld;
– klinkt er ca. 5 seconden lang een
akoestisch signaal;
– knipperen tegelijkertijd het symbool
van de geprogrammeerde kookzone
en het symbool ")". Het symbool
")" knippert niet als er een eindtijd
voor de oven is ingesteld.
Wanneer u het akoestische signaal niet
uitzet, dan wordt u er om de 5 minuten
door een signaal aan herinnerd dat het
bereidingsproces is afgelopen. Dit her-inneringsprogramma kan maximaal
een uur duren.
Zowel het akoestische als het optische
signaal kan als volgt worden afgezet:
– druk de ")" toets in.
De kookzone kan pas weer gebruikt
worden als de kookzoneschakelaar
op "0" wordt gedraaid.
Of
– draai de kookzoneschakelaar op "0".
Als de bereiding loopt, brandt het symbool van de kookzone die aanstaat.
29
Bediening van de digitale klok
Instellen van de tijden voor
een automatische bereiding
Draai de functieschakelaar of de
kookzoneschakelaar op de gewenste stand.
Druk de toets "g" in.
In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de tijd in (uren:minuten).
Het einde van de bereidingstijd wordt
dan vanzelf uitgerekend aan de hand
van de ingestelde tijd.
Bereiding automatisch in- en uitschakelen – begintijd en duur instellen
(tot 23 uur en 59 minuten van tevoren
programmeerbaar)
Draai de functieschakelaar of de
kookzoneschakelaar op de gewen-
ste stand.
Stel eerst de begintijd in:
Druk de toets "f" in.
In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de begintijd in.
Eerst verschijnt de dagtijd.
Stel nu de bereidingsduur in:
30
Druk de toets "g" in.
In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de bereidings-
duur in (uren:minuten).
Bediening van de digitale klok
Bereiding automatisch in- en uitschakelen – duur en eindtijd instellen
(tot 23 uur en 59 minuten van te voren
programmeerbaar)
Draai de functieschakelaar of de
kookzoneschakelaar op de gewenste stand.
Stel eerst de bereidingsduur in:
Druk de toets "g" in.
In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de bereidingsduur in (uren:minuten).
Stel nu de eindtijd in:
Let op het volgende
Wanneer er alleen een begintijd wordt
ingesteld, start de oven resp. de kookzone meteen als het controlelampje is
uitgegaan.
Uitzondering: Als de Bratometer wordt
gebruikt, is het instellen van alleen een
begintijd voldoende. De bereiding start
dan op het voorgeprogrammeerde tijdstip.
Als u een taart of brood wilt bakken,
kunt u de begintijd beter niet al te lang
uitstellen.
Het deeg kan uitdrogen en de werking
van het rijsmiddel kan minder worden.
Druk de toets ")" in.
In het display verschijnt "0:00".
Stel met de + toets de eindtijd in.
Eerst verschijnt de dagtijd.
31
Bediening van de digitale klok
Controleren en veranderen
van de ingestelde tijden
De tijden die voor een bepaalde bereiding zijn ingesteld, kunnen op elk gewenst moment gecontroleerd worden.
Druk de toets in waarvan de tijd gecontroleerd en/of veranderd moet worden.
Als er meerdere bereidingsprocessen
geprogrammeerd zijn, kunnen de tijden
daarvan gecontroleerd worden door de
desbetreffende toets enkele malen kort
in te drukken.
Het aantal keren dat u de toets moet indrukken komt overeen met het aantal
voorgeprogrammeerde bereidingen.
Bijvoorbeeld: als zowel de oven als de
twee voorste kookzones voorgeprogrammeerd zijn, dan betekent:
1 x indrukken = de ingestelde tijd voor
de oven verschijnt;
2 x indrukken = de ingestelde tijd voor
de kookzone links voor verschijnt. Dit
wordt met het symbool "*" aangeduid;
3 x indrukken = de ingestelde tijd voor
de kookzone rechts voor verschijnt. Dit
wordt met het symbool "#" aangeduid.
Controleren
Druk de toets in waarvan u de tijd
wilt controleren.
"f"
De begintijd van de bereiding wordt
weergegeven. Deze verdwijnt zodra
het bereidingsproces begint.
"g"
De bereidingsduur wordt weergegeven. Zodra de bereiding is gestart,
wordt de aflopende duur weergegeven.
")"
De eindtijd van de bereiding wordt
weergegeven.
Veranderen
Druk op de toets waarvan u de tijd
wilt veranderen.
Stel met de +/- toets de gewenste
tijd in.
De tijd wordt overgenomen zodra het
controlelampje van de +/- toets uitgaat.
In het display verschijnt dan de dagtijd.
Let op het volgende
Wanneer u een toets indrukt waarvan u
de tijd niet zelf heeft ingesteld, maar
waarvan het systeem zelf de tijd heeft
berekend, gaat het controlelampje van
de +/- toets niet branden en kunt u de
tijd ook niet veranderen.
32
Bediening van de digitale klok
Ingestelde tijden wissen
Om de tijd te wissen moet u de desbetreffende toets indrukken en de tijd met
de - toets op "0:00" zetten.
Het wissen van de bereidingsduur veroorzaakt tegelijkertijd het wissen van
de eind- en begintijd, en omgekeerd.
Voorgeprogrammeerde bereidingen wissen
Draai de functieschakelaar van de
oven of de kookzoneschakelaar op "0".
Als de stroom uitvalt, worden alle voorgeprogrammeerde bereidingen gewist.
33
Bakken in de oven
Voor het bakken bevelen wij de volgende verwarmingssoorten aan:
– Hetelucht
– Intensief bakken
– Boven- en onderwarmte
Zo bakt u met "Hetelucht"
U kunt alle hittebestendige bakvormen
gebruiken, ook als ze van lichte dunne
materialen zijn vervaardigd.
U kunt op meerdere niveaus tegelijk
bakken. Wij raden het volgende aan:
e
1 bakplaat . . . . . . . . 1
2 bakplaten . . . 1
3 bakplaten 1
e
e
, 2e en 5e inschuifhoogte
inschuifhoogte
en 3e inschuifhoogte
Als u vochtig gebak, taart of brood
bakt, gebruik dan niet meer dan 2
bakplaten tegelijk.
Bij "Hetelucht" ligt de baktemperatuur
lager dan bij "Boven- en onderwarmte".
Zo bakt u met "Intensief bakken"
Deze verwarmingssoort is bijzonder geschikt voor het bakken van taart met
een vochtige bovenlaag, zoals kwarktaart of Quiche.
U kunt alle hittebestendige bakvormen
gebruiken.
Plaats de taart op de 1
e
inschuifhoog-
te. Als de taart van onderen te intensief
is gebakken, kies dan de volgende
keer een hogere inschuifhoogte.
Zo bakt u met "Boven- en
onderwarmte"
In de volgende bakvormen wordt het
gebak regelmatig gebruind:
matte en donkergekleurde bakvormen;
hittebestendige glazen en kunststof
bakvormen.
Gebruik geen lichte, dunne bakvormen. Hierin wordt het gebak niet gelijkmatig gebruind.
Voorverwarmen van de oven:
alleen voor het bakken van taart/gebak
met een korte baktijd.
Kies de inschuifhoogte afhankelijk
van hetgeen u wilt bakken:
e
hoog gebak . . . 1
plat gebak . . . . 2
of 2e inschuifhoogte
e
of 3e inschuifhoogte
34
Bakken in de oven
Let op het volgende
Plaats een cakeblik of een langwerpi-
ge bakvorm dwars in de oven.
Bak diepvriesproducten zoals pizza’s
op het rooster met daarop bakpapier.
Let op de temperaturen, inschuifhoogtes en baktijden in de tabel op
de volgende pagina’s.
Het gebak wordt regelmatig gebruind
– als de gemiddelde temperatuur
wordt aangehouden;
Vaak wordt er voor het bakken een te
hoge temperatuur ingesteld. Het ge-
bak is dan weliswaar sneller klaar,
maar het is niet mooi regelmatig ge-
bruind.
– als de inschuifhoogte wordt aange-
past aan het soort gebak en de ver-
warmingssoort;
– als na afloop van de kortste baktijd
Voor het braden bevelen wij de volgende verwarmingssoorten aan:
– Braadautomaat
– Boven- en onderwarmte
Bij allebei de verwarmingssoorten kan
ook de Bratometer worden gebruikt (zie
"Braden met de Bratometer").
Braadautomaat:
Plaats voordat u op het rooster of in
een braadpan zonder deksel gaat
braden altijd het vetfilter voor de
aanzuigopening van de ventilator.
Het is handig om in een pan te braden:
– er blijft genoeg fond over om een
saus van te maken;
– de oven blijft schoner dan bij braden
op het rooster.
Plaats het servies op het rooster.
Het vlees moet in de oven gezet wor-
den als deze nog koud is.
Uitzondering: voor het braden van rosbief/filet moet de oven voorverwarmd
worden op de temperatuur die in het recept wordt vermeld.
e
Kies voor het braden de 1
inschuif-
hoogte.
Uitzondering: kies voor het braden van
gevogelte tot 1 kg, rosbief, filet of vis
met "Boven- en onderwarmte" de 2
e
in-
schuifhoogte.
Bij het gebruik van de Braadautomaat
moet de temperatuur ca. 40 °C lager
zijn dan bij "Boven- en onderwarmte".
Hoe groter het stuk vlees, des te lager
de temperatuur. Stel de temperatuur
vanaf 3 kg. ca. 10 °C lager in dan aangegeven in de tabel voor het braden.
Het braden duurt dan weliswaar iets
langer, maar het vlees wordt gelijkmatig
gaar en de korst wordt niet te dik.
U kunt het volgende serviesgoed ge-
bruiken:
braadpan, braadslede, vuurvaste
schaal, römertopf.
De handgrepen van het serviesgoed moeten hittebestendig zijn.
38
Bij het braden op het rooster K
moet de temperatuur ca. 20 °C lager
worden ingesteld dan bij het braden in
de pan L.
Wanneer er op het rooster wordt gebraden, moet de braadslede eronder in de
oven worden geschoven.
De bereidingstijd wordt bepaald door
het soort vlees, de grootte en de dikte
van het vlees.
Braden in de oven
Zo kunt u de bereidingstijd berekenen:
Hoogte van het vlees x de tijd per cm
voor de desbetreffende vleessoort.
vleessoort
rund/wild
varken/kalf/lam
rosbief/filet
tijd per cm
hoogte
15-18 min.
12-15 min.
8-10 min.
Voorbeeld:
rundvlees, 8 cm hoog
8 x 15 min. per cm = 120 min. bereidingstijd.
Let op het volgende
Stel de temperatuur niet hoger in dan
aangegeven. Het vlees wordt dan wel
bruin, maar niet gaar.
Het vlees wordt aan het einde van de
bereidingstijd bruin. Het vlees wordt
extra bruin als u op de helft van de
braadtijd het deksel van de schaal afhaalt.
Tips voor de bereiding
Braden in de pan L
Kruid het vlees en leg het in de pan.
Leg er kleine stukjes boter of margarine op of giet er olie overheen. Voeg
aan grote magere stukken vlees (2 tot 3
kg.) en vet gevogelte ongeveer 1/8 liter
water toe.
Braden op het rooster K
Kruid het vlees en leg het op het rooster of in de braadslede. Leg er kleine
stukjes boter of margarine op en laat
het vlees gaar worden. Giet tijdens het
braden wat vocht (water, bouillon,
room) over het vlees.
Gevogelte braden
Het vel wordt knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de
bereidingstijd bestrijkt met licht gezouten water.
Na afloop van de bereiding
Haal het vlees uit de oven, wikkel het in
aluminiumfolie en laat het ca. 10 minuten staan. Op deze manier loopt er bij
het aansnijden van het vlees minder
vocht weg.
Diepgevroren vlees braden
Diepgevroren vlees met een gewicht
tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het
van tevoren te ontdooien. De bereidingstijd wordt per kilo ca. 20 minuten
langer.
39
Braden in de oven
Braden met de Bratometer
Met de Bratometer kunt u de temperatuur van het vlees controleren tijdens
de bereiding. Hierdoor is het mogelijk
om de bereiding optimaal in het oog te
houden.
De punt van de Bratometer, die u in het
vlees steekt, meet continu de temperatuur in het stuk vlees: de kerntempera-tuur. Als de gewenste temperatuur is
bereikt, wordt de verwarming van de
oven automatisch uitgeschakeld.
Zo gebruikt u de Bratometer op de
juiste manier:
Bereid het vlees voor zoals u gewend bent en leg het in de pan of op
het rooster.
U kunt ook braadfolie gebruiken; steek
dan de Bratometer door de folie tot in
het midden van het vlees.
Vet en botten kunnen de werking van
de Bratometer zodanig beïnvloeden,
dat de oven voortijdig wordt uitgeschakeld. Daarom mag de punt van de Bratometer
– geen botten aanraken;
– niet in zeer vette delen van het vlees
gestoken worden.
Steek de stekker van de Bratometer
in de aansluiting.
Steek de punt van de Bratometer in
het vlees.
De punt moet ongeveer in het midden
van het stuk vlees zitten.
40
Kies met de functieschakelaar de gewenste verwarmingssoort:
– Braadautomaat
– Boven- en onderwarmte
– Hetelucht
– Grilleren met luchtcirculatie
(Let ook op de aanwijzingen in de rubriek "Grilleren in de oven").
In het display wordt een kerntempera-tuur van 60 °C voorgesteld.
Als deze overeenkomt met de kerntemperatuur die in het recept wordt aangegeven, dan hoeft u de temperatuur niet
te veranderen en wordt deze automatisch overgenomen zodra het controlelampje uitgaat. Het is natuurlijk ook mogelijk om de kerntemperatuur wèl te
veranderen. Hoe u dat kunt doen leest
u in de rubriek "Kerntemperatuur veranderen".
De juiste kerntemperatuur kunt u vin-
den in de tabel voor het braden.
Braden in de oven
Resttijdweergave
In het display verschijnt vervolgens de
voorgestelde oventemperatuur. Deze
kunt u desgewenst ook veranderen, zie
de rubriek "Temperatuur veranderen".
Zodra het controlelampje van de +/toets is uitgegaan verschijnt de werke-lijke temperatuur. Als de temperatuur
lager is dan 20 °C, dan geeft het display 20 °C aan totdat deze temperatuur
ook werkelijk is bereikt.
Tegen het einde van de bereiding verschijnt de (geschatte) tijd die nog nodig is om de bereiding te voltooien in
het display van de oven, de zgn. resttijd. De kerntemperatuur wordt nu niet
meer weergegeven.
41
Braden in de oven
De resttijd wordt berekend aan de
hand van de ingestelde oventemperatuur, de ingestelde kerntemperatuur en
het stijgen van de werkelijke kerntemperatuur.
De resttijd die in het begin wordt weergegeven is een geschatte tijd. Omdat
de resttijd in de laatste fase van de bereiding telkens opnieuw wordt berekend, wordt de weergave steeds gecorrigeerd en deze wordt dus ook steeds
exacter.
Wanneer u tijdens de resttijd- weegave
de oven- of de kerntemperatuur verandert
of
een andere verwarmingssoort kiest,
dan verdwijnt de resttijdweergave en
verschijnt de werkelijke kerntemperatuur weer in het display.
Als de ovendeur open is geweest, dan
wordt de resttijd opnieuw berekend.
Einde van de bereidingstijd
Als de ingestelde kerntemperatuur is
bereikt
– klinkt er ca. 5 seconden lang een
akoestisch signaal;
– knippert tegelijkertijd het symbool
"e".
Wanneer u het akoestische signaal niet
uitzet, dan wordt u er om de 5 minuten
door een signaal aan herinnerd dat het
bereidingsproces is afgelopen. Dit her-inneringsprogramma kan maximaal
een uur duren.
Zowel het akoestische als het optische
signaal kan als volgt worden afgezet:
– druk de "e" toets in.
Als het gerecht nog niet gaar (genoeg) is, kan een nieuwe kerntempe-
ratuur worden ingesteld.
Of
– draai de functieschakelaar op "0".
De ingestelde temperaturen worden
dan ook gewist.
De bereidingstijd wordt vanzelf berekend.
Kort voor het einde van de bereidingstijd wordt de verwarming van de oven
automatisch uitgeschakeld.
De energiebesparende functie wordt
ingeschakeld.
De verwarming van de oven wordt
weer ingeschakeld als de oventemperatuur wordt veranderd of als de kerntemperatuur wordt verhoogd.
42
Braden in de oven
Kerntemperatuur veranderen
De gewenste temperatuur kan van
20°C tot 99°C worden ingesteld:
Temperatuur veranderen als het controlelampje brandt:
Stel met de +/- toets de gewenste
temperatuur in.
Temperatuur veranderen als het controlelampje niet brandt:
Druk de "e" toets in.
Stel met de +/- toets de gewenste
temperatuur in.
Let op het volgende
Het braden met de Bratometer kan ook
voorgeprogrammeerd worden.
Als de temperatuurvoeler na afloop van
het bereidingsproces in het vlees gelaten wordt, dan verschijnt in het display
van de oven eerst het stijgen en vervolgens het dalen van de kerntemperatuur.
Steek de Bratometer nog eens op een
andere plaats in het vlees en herhaal
de bereiding als:
– de Bratometer bij grote stukken
vlees (vanaf 3 kg.) niet tot in het mid-
den gestoken kan worden;
– het vlees nog niet gaar genoeg is.
De tijden voor het braden met temperatuurbewaking (met de Bratometer) zijn
ongeveer gelijk aan die voor het tijdafhankelijke braden.
Bedek het vlees na het braden met aluminiumfolie en laat het ca. 10 minuten
staan; de kerntemperatuur wordt dan
nog 5 tot 10 °C hoger.
Voor het ontdooien kunt u een temperatuur tot 50 °C instellen.
Het is aan te bevelen om op kamertemperatuur te ontdooien, d.w.z. zonder
een temperatuur in te stellen.
– Haal het diepgevroren product uit de
verpakking en leg het op een schaal
of bakplaat.
– Voor het ontdooien van gevogelte is
het aan te bevelen om het rooster te
gebruiken en daaronder een schaal
te plaatsen. Zo komt het gevogelte
niet in het vocht te liggen.
Let bij het ontdooien van gevogelte
extra op de hygiëne. Gebruik het
vocht dat bij het ontdooien vrijkomt
niet.
– Vlees, gevogelte en vis hoeven niet
helemaal ontdooid te zijn voor verdere bereiding. Het is voldoende als de
buitenlaag zo zacht is geworden, dat
de kruiden goed worden opgenomen.
Tijden voor het ontdooien
op kamertemperatuur
De tijden hangen af van soort en gewicht
van het voedsel dat wordt ontdooid.
1000 g gevogelte . . . . . . . 90-120 min.
500 g vlees . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
1000 g vlees . . . . . . . . . . . 90-120 min.
1000 g vis . . . . . . . . . . . . . . 60-90 min.
300 g fruit . . . . . . . . . . . . . 30-45 min.
500 g brood. . . . . . . . . . . . 30-40 min.
45
Koken in de oven
Voor het koken in de oven zijn de volgende verwarmingssoorten aan te bevelen:
– Hetelucht
– Boven- en onderwarmte
U kunt het volgende serviesgoed ge-
bruiken:
vuurvaste glazen schaal, porseleinen
serviesgoed, römertopf, pan met hittebestendige handvatten.
Schuif het rooster op de 1e inschuifhoogte in de oven en plaats het serviesgoed er op.
Daardoor voorkomt u dat het gerecht
uitdroogt. Als u geen geschikt deksel
heeft, gebruik dan bijv. aluminiumfolie.
Dek de gerechten niet af
als ze een korstje moeten krijgen.
Tip voor het koken
Het is mogelijk om pannen of schalen
op elkaar te zetten. Leg dan het deksel
van de onderste pan/schaal op kop.
Zet de gerechten die bruin moeten worden bovenop.
46
Inmaken in de oven
Voor het inmaken in de oven bevelen
wij de verwarmingssoort "Hetelucht"
aan.
De volgende potten zijn geschikt voor
het inmaken:
– weckpotten (bereid deze op de ge-
wone manier voor);
– glazen potten met schroefdeksel (ge-
bruik alleen die potten die speciaal
voor inmaken geschikt zijn; deze zijn
verkrijgbaar in de speciaalzaak).
Gebruik geen conservenblikken!
Schuif de braadslede op de 1e inschuifhoogte in de oven en plaats
de potten/glazen er op.
Als de inhoud begint de borrelen
Draai de temperatuurschakelaar op
tijd terug om te voorkomen dat de
levensmiddelen overkoken.
– fruit en komkommer
Draai de functieschakelaar op "Verlichting".
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan.
–groente
Stel de temperatuur in op 100°C.
Laat de groente verder koken:
asperges, worteltjes . . . 60-90 minuten
erwten, bonen . . . . . . . 90-120 minuten
Draai de functieschakelaar op "Verlichting".
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan.
Er kunnen maximaal 6 potten/glazen
tegelijk in de oven.
Giet ongeveer 1 liter water op de
braadslede.
Stel de temperatuur in op 150-170°C.
Deze temperatuur is nodig totdat de inhoud gaat borrelen (gelijkmatig opstijgen van luchtbelletjes).
Na het inmaken
Haal de potten/glazen uit de oven en
laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije
plaats staan.
Verwijder de klemmen en controleer of
alle potten/glazen goed gesloten zijn.
47
Grilleren in de oven
Voor het grilleren in de oven zijn de volgende verwarmingssoorten aan te bevelen:
–Grilleren 1
Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees en voor het gratineren
van kleine gerechten. Het binnenste
deel van het grillelement is ingeschakeld.
– Grilleren 2
van grote gerechten. Het gehele grillelement is ingeschakeld.
– Grilleren met luchtcirculatie
Voor het grilleren van grotere, dikkere
stukken vlees zoals gevogelte en rollade.
Hierbij kan ook de Bratometer gebruikt
worden (zie "Braden met de Bratometer").
Verwarm het grillelement ongeveer
5 minuten voor. Laat hierbij de ovendeur dicht.
Tijdens het grilleren moet de ovendeur ook gesloten blijven. Dit bespaart energie en vermindert het
ontsnappen van geuren.
Grilleren met luchtcirculatie:
Plaats altijd het vetfilter tegen de
achterkant van de binnenruimte,
voor de aanzuigopening van de ventilator.
Voor het grilleren van grote hoeveelheden plat vlees en voor het gratineren
48
Grilleren in de oven
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees af met koud water en
droog het goed af. Zout het vlees niet
voor het grilleren, anders verliest het
zijn vocht.
Bestrijk mager vlees met een beetje
olie. Andere soorten vet worden snel te
donker of zorgen voor rookontwikkeling. Kip kan met boter bestreken worden.
Platte vissen en moten vis kunt u zouten en met een beetje citroensap besprenkelen.
Grilleren op het rooster
De inschuifhoogte wordt bepaald
door de hoogte van het vlees:
plat vlees. . . . . 4
dik vlees . . . . . 1
U kunt het beste stukken vlees die ongeveer even groot zijn tegelijk grilleren,
zodat de bereidingstijden niet teveel
uiteenlopen.
Draai het vlees halverwege de bereidingstijd om.
e
of 5e inschuifhoogte
e
of 2e inschuifhoogte
Grilleren aan het spit
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
Zet de grillinrichting in elkaar zoals
op de afbeelding hierboven.
Leg het vlees op het rooster.
Kies de gewenste verwarmings-
soort.
Vlees met een grote doorsnede, zoals
rollade of gevogelte, kan aan het spit
worden gegrilleerd.
Zet de grilleerinrichting in elkaar zoals hierboven wordt afgebeeld.
49
Grilleren in de oven
Tip voor het grilleren
Als u wilt vaststellen in hoeverre het
vlees al gaar is, druk dan met een lepel
op het vlees.
– Als het nog veerkrachtig aanvoelt,
dan is het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, dan is
het vlees van binnen roze ("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, dan is
het door en door gaar ("doorbakken").
Grillkwast
Om het vlees gemakkelijk in te kunnen
vetten is er een grillkwast verkrijgbaar
bij de Miele-vakhandel of rechtstreeks
bij Miele Nederland B.V.
50
Grilleren in de oven
Tabel voor het grilleren
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten voor; laat hierbij de ovendeur dicht.
gerechten
inschuif-
hoogte
voor de
grillinrichting
Grilleren 1 / Grilleren 2Grilleren met
luchtcirculatie
temperatuur
in °C
totale
bereidings-
tijd in min.
temperatuur
in °C
1)
bereidings-
tijd in min.
3)
totale
platte gerechten
biefstuk3 of 427510-1622010-16
schaschlik3 of 427512-1622015-20
schnitzel3 of 427512-1822018-20
lever3 of 42758-1222010-14
braadworst3 of 42756-102208-12
visfilet3 of 427512-1622012-16
forel3 of 427516-2022020-25
tosti4 of 52752-42203-5
tosti Hawaii3 of 42754-62204-6
tomaten3 of 42756-82206-8
dikke gerechten
kip (ca. 1 kg)
rollade, Ø 7 cm
(ca. 1 kg)
2)
3)
1 of 224050-6020050-60
124070-80--
1)
rollade, Ø 7 cm
(ca. 1 kg)
1) Draai het gerecht op de helft van de tijd om.
2) Grilleren op het rooster.
3) Plaats het vetfilter bij gebruik van "Grilleren met luchtcirculatie".
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
2)
124070-8020070-80
51
Geteste gerechten
Gerechten getest volgens DIN 44 547
gebakbakvorm /
bakplaat
aantal
verwarmingssoort
inschuifhoogte van
onderen
temperatuurinstelling
in °C
bereidingstijd
in min.
sprits1 bakplaatHetelucht115028-32
2 bakplatenHetelucht1, 315030-34
3 bakplatenHetelucht1, 2, 515032-36
zacht
biscuitdeeg
1 bakplaatBoven- en
onderwarmte
springvormHetelucht117025-30
springvormBoven- en
onderwarmte
2180
voorverwarmd
2190
voorverwarmd
16-20
+ voorverwarmen
20-25
+ voorverwarmen
Andere geteste gerechten
gerecht
cakecakeblikHetelucht116050-60
eend
1700 g
bakvorm /
bakplaat
aantal
rooster op
braadslede
verwarmingssoort
inschuifhoogte van
onderen
temperatuurinstelling
in °C
bereidingstijd
in min.
Boven- en
onderwarmte117055-65
Braad-
1160100-120
automaat
Boven- en
onderwarmte1200100-120
varkensvlees
1500 g
rooster op
braadslede
Braadautomaat
1160100-120
Boven- en
onderwarmte1200100-120
toastroosterGrilleren 25275Voorverwar-
men: 20 min.
Grilleren:
max. 90 sec.
52
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningspaneel
Neem het front en het bedieningspaneel met een mild reinigingsmiddel of
met een beetje afwasmiddel in water
af. Wrijf ze daarna met een zachte
doek droog.
Glazen front
Gebruik geen schuurmiddelen,
want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij een apparaat met een wit front na ieder gebruik
de handgreep van de deur van het apparaat met een mild vetoplossend reinigingsmiddel zoals afwasmiddel af te
nemen. Zo voorkomt u dat vet of andere resten inbranden.
Roestvrijstalen front
Gebruik nooit schurende middelen
of middelen die soda, zuren of chloriden bevatten!
Deze middelen tasten het oppervlak
aan.
Accessoires
Bratometer
met een vochtige doek afnemen.
Leg de Bratometer en de geleidesteun van de telescopische ovenwagen niet in water en reinig ze niet in
de afwasautomaat.
Geleiderail
in warm water met afwasmiddel of met
een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal reinigen.
Bakplaat, braadslede, rooster
na elk gebruik afspoelen en afdrogen.
Moeilijk afwasbare resten verwijdert u
– van roestvrij staal:
met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal;
– van email:
met een zachte borstel nadat u het
in warm water heeft laten weken.
Voor het onderhoud van het front kunt u
een niet-schurend reinigingsmiddel
voor roestvrij staal gebruiken.
U kunt het front extra tegen vervuiling
beschermen door het in te wrijven met
een speciaal onderhoudsmiddel (bijv.
Neoblank, te verkrijgen bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.,
bestelnr. 4565110).
Smeer een kleine hoeveelheid van het
middel met een zachte doek gelijkmatig over het gehele oppervlak uit.
Vetfilter
in warm water met afwasmiddel of in
de afwasautomaat reinigen.
53
Reiniging en onderhoud
Binnenruimte
De ovenruimte is bekleed met
b Clean Email
en
c katalytisch email.
Reinig de oven elke keer nadat u
deze heeft gebruikt. Als u te lang
wacht met schoonmaken, wordt het
moeilijker en kunt u sommige vlekken misschien helemaal niet meer
verwijderen.
b Clean Email
Dit is een bijzonder hard soort email
met een extra glad oppervlak.
Daardoor kunnen de meeste voedselresten met een spons, warm water en
afwasmiddel verwijderd worden.
Aangekoekte resten kunt u met een
schraper verwijderen. Reinig het email
vervolgens nog met een sponsje met
niet-schurend reinigingsmiddel of met
een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal.
Vruchtensap en deeg kunt u het best
verwijderen als de oven nog warm is.
Vruchtensap kan verkleuring veroorzaken. Ook kunnen na het braden doffe
plekken op de braadslede ontstaan.
Let bij het gebruik van ovenspray altijd op de aanwijzingen van de fabrikant.
Zorg ervoor dat er geen ovenspray
op het katalytische email kan komen! De spray kan het email beschadigen.
Verwijder eerst het vuil van het Clean Email, reinig vervolgens het katalytische email met de reinigingshulp
zoals beschreven op de volgende
pagina’s.
Behandel de emaillagen nooit met
harde borstels, schuursponsjes,
messen of schuurmiddelen. Deze
kunnen het email beschadigen!
54
Reiniging en onderhoud
c Katalytisch email
Omdat door de luchtcirculatie met
name de achterwand met olie- en vetspatten vervuild wordt, is deze voorzien
van een laag katalytisch email.
Dit email is in staat om olie- en vetspatten bij temperaturen boven 200 °C te
verwijderen. Hoe hoger de temperatuur, des te beter werkt dit proces. Resten van kruiden en suiker worden niet
verwijderd door de katalyse.
Katalytisch email mag niet met harde borstels, schuursponsjes, messen of schuurmiddelen behandeld
worden. Gebruik ook geen ovenspray!
Wacht niet te lang met het schoonmaken, want elke keer dat de oven weer
gebruikt wordt, komen de olie-, vet- en
voedselresten vaster te zitten.
Het katalytische email kan bij normale
vervuiling zonder, en bij erge vervuiling
met reinigingshulp worden gereinigd.
Reinigen van het katalytische email
zonder de reinigingshulp
Laat de oven eerst afkoelen. Neem vervolgens de achterwand met een vochtige doek af. Gebruik daarvoor warm water met afwasmiddel en een doekje,
een sponsje of een zachte borstel.
Gebruik geen schuurmiddelen!
Reinig daarna de bovenkant, de zijwanden en de bodem van de ovenruimte.
55
Reiniging en onderhoud
Reinigen van het katalytische email
met de reinigingshulp
Reinig vóór het inschakelen van de reinigingshulp het Clean Email.
Zo gebruikt u de reinigingshulp:
Draai de functieschakelaar op"Hetelucht".
Stel met de + toets de hoogste temperatuur in.
Laat de oven ongeveer een uur aanstaan. De benodigde tijd hangt af van
de mate van vervuiling.
Stel voor dit reinigingsproces de kookwekker in, zodat u niet vergeet de oven
op tijd uit te schakelen.
Reinig daarna de bovenkant, de zijwanden en de bodem van de ovenruimte.
Elke keer dat de oven met hoge temperaturen wordt gebruikt, verdwijnen
eventueel achtergebleven voedselresten.
Mocht de katalytische emaillaag
door onjuist onderhoud of door sterke vervuiling niet meer (goed) werken, dan kunt u bij de Miele-vakhandelaar of rechtstreeks bij Miele een
nieuwe plaat verkrijgen.
56
Om de oven makkelijker te kunnen reinigen kunt u:
- de ovendeur verwijderen,
- de telescopische ovenwagen resp.
de geleiderails verwijderen,
- de achterwand verwijderen,
- het bovenste verwarmingselement
laten zakken.
Ovendeur verwijderen
Open de deur helemaal.
Reiniging en onderhoud
Doe de deur zover dicht dat hij naar
boven kan worden getrokken en
eruit kan worden getild.
Ovendeur terugplaatsen
Steek de geblokkeerde scharnieren
in de openingen en klap de deur helemaal open.
Klap de vergrendelingsbeugels van
de deurscharnieren naar beneden;
de scharnieren zijn nu geblokkeerd.
Klap de vergrendelingsbeugels omhoog.
Nadat de vergrendelingsbeugels
zijn gereinigd, moeten ze beslist omhoog worden geklapt, anders raken
de scharnieren weer los wanneer u
de deur sluit.
57
Reiniging en onderhoud
Geleiderails verwijderen
Draai de functieschakelaar op de
stand "Verlichting".
De verwarmingselementen van de
oven moeten uitgeschakeld zijn. Anders bestaat er gevaar voor verbrandingen!
Trek de bevestigingsknop naar buiten.
Achterwand verwijderen
Draai de schroeven in de achterwand los en verwijder de achterwand.
De oven mag niet worden gebruikt
als de achterwand niet is ingebouwd. Er bestaat anders een groot
gevaar voor verwondingen!
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Haal de geleiderails uit de oven.
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
58
Bovenste verwarmingselement laten
zakken
Draai de functieschakelaar op de
stand "Verlichting".
De verwarmingselementen van de
oven moeten uitgeschakeld zijn. Anders bestaat er gevaar voor verbrandingen!
Laat het verwarmingselement pas
zakken als het koud is. Anders bestaat er gevaar voor verbrandingen!
Reiniging en onderhoud
Haal de geleiderails uit de oven.
Trek de bevestigingsknop van het
verwarmingselement naar buiten.
Laat het verwarmingselement zakken.
Druk het verwarmingselement niet
met geweld omlaag. U kunt het verwarmingselement anders beschadigen.
Afhankelijk van de mate van vervuiling
kan ook de beschermplaat worden verwijderd.
Houd de beschermplaat vast en
draai de moertjes los.
Verwijder de beschermplaat.
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
59
Nuttige tips
Installatie en reparaties van elektrische apparaten mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd.
Ondeskundige installatie en/of reparaties kunnen een groot gevaar voor
de gebruiker veroorzaken.
De volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen:
Wat te doen als . . .
. . . de oven niet heet wordt?
Controleer
of u een verwarmingssoort én een
temperatuur heeft ingesteld;
of de kinderbeveiliging is ingeschakeld;
of de zekering van de elektrische
huisinstallatie is doorgebrand.
Waarschuw indien nodig een elektricien of de Technische Dienst van Miele
Nederland B.V.
. . . de ovenverwarming wel werkt,
maar de verlichting niet?
De halogeenlampen zijn defect.
Zo kunt u de lampen vervangen:
Trek de stekker uit de contactdoos of
schakel de zekering van de huisinstallatie uit.
In de wasemlijsten bevindt zich aan
elke kant een klepje.
Schuif het juiste klepje omhoog.
60
Haal het metalen beugeltje uit de wasemlijst.
Verwijder het halogeenlampje:
12 V, 20 W, thermisch belastbaar tot
300°C, fitting G4, Fa. Osram, type
64428.
Het terugplaatsen van de onderdelen
geschiedt in omgekeerde volgorde.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Nuttige tips
. . . na de bereiding een geluid te horen is?
Dit is geen storing!
De koudelucht-ventilator blijft nog een
tijdje lopen. Als de temperatuur beneden een bepaalde waarde komt, wordt
de ventilator automatisch uitgeschakeld.
. . . het gerecht na de ingestelde bereidingstijd nog niet gaar is?
Controleer
of u de juiste temperatuur heeft ingesteld;
of u het recept heeft veranderd. Als
het deeg vochtiger is door bijv. het
toevoegen van eieren of melk, dan is
er een langere bereidingstijd nodig;
of het vetfilter is geplaatst bij het bakken met "Hetelucht". In dat geval
moet de bereidingstijd ongeveer 10
à 15 minuten langer zijn.
. . . de ovendeur tijdens de bereiding
wordt geopend en er geen geluid te
horen is?
Dit is geen storing!
Als de ovendeur tijdens de bereiding
geopend wordt, dan schakelt de deurcontactschakelaar de ovenverwarming
en, afhankelijk van de gekozen verwarmingssoort, de hetelucht-ventilator uit.
61
Nuttige tips
. . . het gerecht niet overal even bruin
is?
Een gerecht wordt nooit helemaal gelijkmatig gebruind. Als het verschil erg
groot is, controleer dan
bij het bakken met "Hetelucht"
of de ingestelde temperatuur niet te
hoog is geweest;
of het vetfilter voor de ventilator is geplaatst;
bij het bakken met "Boven- en onderwarmte"
van welk materiaal de bakvorm is
vervaardigd en welke kleur deze
heeft. Bakvormen van licht, helder
en dun materiaal zijn niet zo geschikt.
. . . zich op het katalytische email
roestkleurige vlekken bevinden?
Bij het braden op het rooster worden
deeltjes van kruiden door de luchtstroom meegevoerd; deze blijven soms
aan de binnenwanden vastkleven. Zulke vlekken worden door de katalyse
niet verwijderd; u kunt ze met warm water met afwasmiddel en een zachte borstel verwijderen.
. . . in het display van de oven een
"F" samen met een getal verschijnt?
Deze combinatie geeft een foutmelding
weer.
Als de foutmelding "F3" verschijnt,
is de Bratometer defect.
Zodra u de Bratometer uit de aansluiting trekt, verdwijnt de foutmelding.
Als de foutmelding "F6" verschijnt,
is de oven tijdens het gebruik automatisch uitgeschakeld. Dit gebeurt
wanneer de oven langer dan gebruikelijk aanstaat. De tijdsduur hangt af
van de gekozen verwarmingssoort.
De oven kan weer gebruikt worden nadat u de functieschakelaar op "0"
heeft gedraaid en vervolgens de bereiding opnieuw heeft ingesteld.
62
Nuttige tips
Als de foutmelding "F7" verschijnt,
dan draait de koudelucht-ventilator
niet meer.
Om dit op te lossen moet u de Technische Dienst van Miele Nederland
B.V. waarschuwen. Vermeld daarbij
de foutmelding.
Als de foutmelding "F8" verschijnt,
dan draait de hetelucht-ventilator
niet meer.
Om dit op te lossen moet u de Technische Dienst van Miele Nederland
B.V. waarschuwen. Vermeld daarbij
de foutmelding.
Als de foutmelding "F9" verschijnt,
dan is de temperatuur in de oven te
hoog opgelopen.
De oven wordt in dat geval automatisch uitgeschakeld. Zodra de temperatuur voldoende is gedaald, wordt
de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als dit regelmatig gebeurt, moet u de
Technische Dienst van Miele Nederland B.V. waarschuwen. Vermeld
daarbij de foutmelding.
Als er een andere foutmelding verschijnt, moet u de Technische Dienst
van Miele Nederland B.V. waarschuwen. Vermeld daarbij de foutmelding.
. . . het display van de digitale klok
donker blijft als u het apparaat heeft
aangesloten?
Dit is geen storing!
Wanneer de dagtijdweergave is uitgeschakeld, blijft het display donker.
Druk de toetsen "f“ en ")“ tegelijk
in. Er verschijnt "12:00" in het display.
. . . na het uitvallen van de stroom
geen dagtijd kan worden ingesteld?
Dit is geen storing!
Controleer of de functieschakelaar op
"0" staat. Is dit niet het geval, draai hem
dan alsnog op "0".
U kunt vervolgens de dagtijd instellen.
. . . de resttijdweergave bij het braden met de Bratometer niet verschijnt, of als de energiebesparende
functie bij het werken met de digitale
klok of de Bratometer niet begint?
Dit is geen storing!
Het systeem berekent de resttijd, resp.
het tijdstip waarop de energiebesparende functie begint te werken. Hiervoor
moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Soms is dat niet het geval.
63
Technische Dienst
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar
of
– de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type oven u heeft en
welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op de typeplaatje dat zich rechts onder het bedieningspaneel bevindt.
Miele Service Verzekering Certificaat
Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgaande folder raadplegen.
64
Extra accessoires
De extra accessoires zijn verkrijgbaar
bij de Miele-vakhandel of rechtstreeks
bij Miele Nederland B.V. te Vianen.
– Telescopische ovenwagen
De telescopische ovenwagen met 5 inschuifhoogtes kan helemaal uit de
oven worden getrokken. Hierdoor kunt
u de gerechten goed bekijken.
65
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een
erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hierbij
moeten de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het plaatselijk energiebedrijf in acht genomen
worden.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een huisinstallatie die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Aansluiting op een contactdoos is
aan te bevelen, aangezien dit eventuele werkzaamheden voor de Technische Dienst vergemakkelijkt.
Als de contactdoos voor de gebruiker
niet meer bereikbaar is, of als er een
vaste aansluiting is, dan dient ter
plaatse een dubbelpolige schakelaar
geïnstalleerd te worden, waarvan de
contactopening bij uitgeschakelde toestand 3 mm moet bedragen. Hiertoe
behoren zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais (EN 60 335).
Voordat u de oven aansluit, dient u de
aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met de
waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
Vermeld altijd het voltage en het typeen serienummer als u contact opneemt
met Miele Nederland B.V.
Ter verhoging van de veiligheid moet
de groep van de huisinstallatie waarop
het apparaat wordt aangesloten voorzien zijn van een aardlekschakelaar (30
mA).
66
Elektrische aansluiting
Inbouwfornuis
Het inbouwfornuis is uitgerust met een
5-aderige kabel van ca. 1,5 meter voor
de aansluiting aan draaistroom
(3N~400 V).
Bij aansluiting op wisselstroom
moet u een speciale kabel bestellen
bij Miele Nederland B.V.
Aansluitwaarde: zie typeplaatje.
Combinatiemogelijkheden
Het inbouwfornuis kan alleen met een
van de onderstaande kookplaten en
daarbij behorende besturingseenheden gecombineerd worden:
kookplaat
KM 232KSE 200
KM 240
KM 243KSE 202
KM 251KSE 204
KM 260
KM 262
KM 263
KM 267
KM 290
besturingseenheid
KSE 203
67
Inbouwinstructies
Fornuis en besturingseenheid
van de kookplaat
Haal de spanning van het elektriciteitsnet.
Bouw de kookplaat in; zie hiertoe de
aparte gebruiksaanwijzing van de
kookplaat.
Sluit het fornuis op het elektriciteitsnet aan.
Haal de schakelknoppen van de
kookzones en de stekker van het fornuis uit de houders.
Plaats het fornuis voor de onderkast.
68
Plaats de besturingseenheid.
Inbouwinstructies
De stekkers van het fornuis / de
kookplaat en de koppelingen van
de besturingseenheid die bij elkaar
horen zijn steeds met dezelfde kleur
gemarkeerd.
Steek de schakelknoppen in het bedieningspaneel.
Steek de stekkers van het fornuis in
de koppelingen.
Schuif het inbouwfornuis tot aan de
wasemlijst in de onderkast en stel
het.
Steek vervolgens de stekkers van de
kookplaat in de koppelingen.
Open de ovendeur en schroef het
fornuis met 2 schroeven aan de zijwanden van de onderkast vast.
Het apparaat mag alleen worden
gebruikt als het is ingebouwd.
697071
Wijzigingen voorbehouden / 22NL - 1597
M.-Nr. 04 757 710 (H 216 E, H 236 E)
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is daardoor minder belastend voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.