Miele H 216 E, H 236 E User manual

0 (0)
Gebruiksaanwijzing voor
combi-fornuizen en
combi-ovens
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
T
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
Symbolen van de verkorte handleiding
Aan de binnenkant van de ovendeur
staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar af-
gebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes
% - plaatkoek van gistdeeg
M - cake
+ - tulband
! - biscuitgebak
V - krans van gistdeeg
k - brood
Z - rund
: - wild
Y - varken
( - lam
; - gevogelte
_ - vis
Verwarmingssoorten
D - Hetelucht
A - Boven- en onderwarmte
E - Braadautomaat
Gebruiksmogelijkheden
< - inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
= - braden zonder vetfilter
> - braden met vetfilter
L - braden in de pan
K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen,
inschuifhoogtes en tijdsduur.
Kies gewoonlijk de gemiddelde tempe-
ratuur.
Test na afloop van de kortste berei-
dingstijd of het gerecht gaar is.
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-10
Veiligheidsvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11-12
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13-14
Bediening
Oven
Verwarmingssoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15-16
Bedieningsknoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17-18
Verwarmingssoort kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19-20
Temperatuur kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Temperatuur veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Programma onderbreken, Oven uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Oven voorverwarmen, Energiebesparende functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Rooster met beveiliging tegen uittrekken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Digitale klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25-33
Gebruiksmogelijkheden
Bakken, Tabel voor het bakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34-37
Braden, Braden met de Bratometer, Tabel voor het braden . . . . . . . . . . . . 38-44
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Koken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Inmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Grilleren, Tabel voor het gebruik van de grill . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48-51
Geteste gerechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Binnenruimte van de oven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54-59
Nuttige tips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60-63
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Extra accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Voor de installateur / elektricien
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66-67
Inbouwinstructies
Fornuis en besturingseenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68-69
Algemeen
Bedieningspaneel
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
b Functieschakelaar voor de oven en dis-
play voor de verwarmingssoorten
c
Display en druktoetsen voor de oven
d Display en druktoetsen voor de digitale
klok
e +/- toets met controlelampje
f Kookzoneschakelaars
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
Binnenruimte van de oven
g Typeplaatje
h
Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
i Klepjes voor de halogeenlampen
j
Aansluitpunt voor de Bratometer
k Aanzuigopening voor de ventilator
l Geleiderail* met inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5
m
Deurcontactschakelaar
n Ovendeur
o Ovendeurvergrendeling*
* Afhankelijk van het type oven of fornuis.
De H 216 E en H 236 E zijn standaard uit-
gerust met geleiderails. Een telescopische
ovenwagen kan worden aangebracht.
Bij de H 216 E en H 236 E kan een draai-
grilleerinrichting worden aangebracht.
4
Algemeen
Accessoires
Bakplaten
Braadslede
De braadslede kan tevens als vetop-
vangplaat worden gebruikt.
Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grille-
ren.
Vetfilter
bij het braden op het rooster met "He-
telucht" of "Braadautomaat" en bij
"Grilleren met luchtcirculatie" aan-
brengen.
De vetdruppels worden opgevangen
door het vetfilter. De binnenruimte
van de oven en de ruimte achter de
oven blijven hierdoor schoner.
Bratometer
voor het controleren van de tempera-
tuur tijdens het braden en het "Grille-
ren met luchtcirculatie".
Bediening en inbouw van de
kookplaat
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwij-
zing die met de kookplaat meegeleverd
wordt.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op een geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateri-
aal remt de afvalproductie en het ge-
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge-
meente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de ge-
meente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinde-
ren wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwin-
gen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorge-
schreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd, of als het op een ver-
keerde manier wordt bediend, kun-
nen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks-
aanwijzing door voordat u het appa-
raat voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat. Dat is veiliger voor
uzelf en voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel
voor het bakken, braden, ontdooien, ko-
ken, inmaken, drogen en grilleren van
levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroor-
zaakt door gebruik voor andere doelein-
den dan hier aangegeven of door een
foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (span-
ning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteits-
net te vergelijken. Deze gegevens moe-
ten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd als deze op een volgens de gel-
dende veiligheidsbepalingen geïnstal-
leerd aardingssysteem is aangesloten.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die is ont-
staan door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad (bijv. een elek-
trische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorko-
men dat u per ongeluk elektrische on-
derdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer on-
derdelen die onder stroom staan wor-
den aangeraakt of als elektrische of
mechanische delen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Dit kan tevens storingen van het appa-
raat veroorzaken.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamhe-
den, alsmede ondeskundig uitgevoer-
de reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
De fabrikant kan daarvoor niet aanspra-
kelijk worden gesteld. Laat installatie-
en onderhoudswerkzaamheden en re-
paraties uitsluitend uitvoeren door er-
kende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat,
als aan één van de volgende voorwaar-
den is voldaan:
als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
als de zekering van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoe-
ren kan een veilig gebruik van het ap-
paraat niet worden gewaarborgd (bijv.
beveiliging tegen oververhitting).
Gebruik
Oven
Pas op! Verbrandingsgevaar! De
oven wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in wer-
king is. De oven wordt niet alleen bij de
ovenruit in de deur warm, maar ook
bijv. bij de wasemlijst, de handgreep en
het bedieningspaneel.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u de binnenkant van de
oven aanraakt.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijv. de grill gebruikt, worden de boven-
ste verwarmingselementen en de be-
schermplaat zeer heet. U kunt zich hie-
raan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het ver-
warmingselement afkoelen voordat u
het naar beneden laat zakken. Anders
kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag,
want daardoor kan het beschadigen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen de speciale Miele-
Bratometer. Wanneer de Bratome-
ter moet worden vervangen, bestel dan
weer een originele Miele-Bratometer.
Deze is verkrijgbaar bij de Miele-vak-
handelaar of rechtstreeks bij Miele.
Laat de Bratometer niet in de oven
als u met "Grilleren 1" of "Grilleren
2" werkt. Door de hoge temperaturen
kan de kunststof smelten.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
Gebruik geen kunststof servies-
goed, omdat dit op hoge tempera-
turen kan smelten.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer,
anders beschadigt u de oppervlakte
van de bodem. U kunt het apparaat
hiermee beschadigen.
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet
er ook geen zware voorwerpen op;
10 kg is het maximum gewicht dat de
deur kan dragen.Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het
vocht uit de gerechten kan corrosie in
het apparaat veroorzaken. Bovendien
voorkomt u door het afdekken dat de
gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te
houden, of als u gebruik wilt maken
van de restwarmte, stel dan de laagste
temperatuur in. Laat de functieschake-
laar op de gekozen verwarmingssoort
staan.
Schakel het apparaat in geen geval uit.
De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe
dat het bedieningspaneel beslaat, dat
zich onder het werkblad druppels vor-
men of dat het meubelfront beslaat.
Door condens kan de kastombouw /
het werkblad beschadigen en kan er
corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of
de braadslede om ze te verwarmen of
te koken. De bakplaat kan zodanig
krom trekken, dat deze niet meer uit de
oven gehaald kan worden als hij heet
is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat
weer krom. Gebruik daarom het rooster
en leg daar bakpapier op.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met de-
len van het apparaat die onder span-
ning staan en zo kortsluiting veroorza-
ken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte te verwarmen. Door de
hoge temperatuurontwikkeling in de
ovenruimte kunnen licht ontvlambare
voorwerpen, die zich in de buurt van
het apparaat bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er
dan op dat de aansluitkabel niet tussen
de hete ovendeur beklemd raakt. De
aansluitkabel kan beschadigen en u
loopt zo het risico een elektrische
schok te krijgen.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van ver-
schillende factoren, zoals de tempera-
tuur van de ingrediënten op het mo-
ment dat het gerecht in de oven wordt
gezet, de hoeveelheid, het soort voed-
sel, de kwaliteit ervan en eventuele wij-
zigingen in het recept. Eventuele bacte-
riën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is (> 70°C) en lang genoeg wordt aan-
gehouden (> 10 min.). Wanneer u twij-
felt of een gerecht voldoende ver-
warmd is, kies dan liever een iets
langere tijd.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en bovendien hoog ge-
noeg is. Roer de gerechten daartoe re-
gelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aan-
sluitkabel onbruikbaar.
Hiermee voorkomt u dat het fornuis ver-
keerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabri-
kant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even-
tueel het gevolg van is.
10
Veiligheidsvoorzieningen
Kinderbeveiliging oven en
kookzones
De kinderbeveiliging voorkomt dat de
oven of de kookzones ongewild wor-
den ingeschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
De functieschakelaar moet op stand
"0" staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat
het sleutelsymbool in het display ver-
schijnt.
De oven en de kookzones kunnen nu
niet meer worden ingeschakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer
op:
De functieschakelaar mag op elke
stand staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat
het sleutelsymbool uit het display ver-
dwijnt.
11
Veiligheidsvoorzieningen
Vergrendeling van de ovendeur
(Met uitzondering van de uitvoeringen
met beugelgreep)
In de deur bevindt zich een vergrende-
ling, die het voor kinderen moeilijker
maakt om de ovendeur te openen.
De vergrendeling moet eerst geacti-
veerd worden.
Open de deur.
Druk het hendeltje naar onderen (zie
afbeelding hierboven).
De vergrendeling komt nu naar boven
en is geactiveerd.
Als u de deur sluit, klikt de vergrende-
ling automatisch vast.
Om de deur te openen moet u het hen-
deltje onder de handgreep naar rechts
schuiven.
De deur is dan ontgrendeld en kan wor-
den geopend.
Als u de vergrendeling niet meer no-
dig heeft:
Open de deur.
Duw de vergrendeling naar links in
de oorspronkelijke positie.
12
Voor het eerste gebruik
Digitale klok
Na het aansluiten van het apparaat
gaat in het display "12:00" knipperen en
ook de symbolen "f" en ")".
Dagtijd instellen
(24-uurs weergave)
Druk de toetsen "f" en ")" tegelijk
in.
In het display brandt "12:00" constant
en het controlelampje van de +/- toets
brandt.
Voer de dagtijd met de +/- toets in
(uren:minuten).
De toetsen "f" en ")" hoeven daar-
bij niet ingedrukt gehouden te worden.
Wanneer het controlelampje van de
+/- toets uitgaat, wordt de dagtijd over-
genomen en loopt per minuut af. De
dubbele punt knippert.
Oven
Neem de ovenruimte af met warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de ovenruimte daarna met een
schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is
Was de accessoires af.
Het geleiderail moet in de oven ge-
plaatst worden.
Geleiderail
13
Voor het eerste gebruik
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd
een onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Door een hoge
temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur
aan:
Draai de functieschakelaar op "Hete-
lucht".
Stel met de + toets de hoogste tem-
peratuur in.
U kunt dit ook m.b.v. de digitale klok au-
tomatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht
kan worden toegevoerd als de oven
aanstaat.
14
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een
hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt
de lucht uit de oven, leidt deze langs
het ringvormige verwarmingselement
en blaast de verwarmde lucht door de
openingen in de achterwand weer te-
rug.
Omdat de gerechten direct verwarmd
worden, is voorverwarmen van de oven
niet nodig.
Uitzondering: voor het braden van ros-
bief of filet moet de oven wèl worden
voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er
op verschillende niveaus tegelijk gebak-
ken en gebraden worden.
Door de hete luchtstroom kan er bij
deze verwarmingssoort met lagere tem-
peraturen gewerkt worden dan bij "Bo-
ven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst
automatisch met een hoge temperatuur
werken, zodat het vlees snel dicht-
schroeit. De automaat schakelt dan zelf
terug naar de geprogrammeerde tem-
peratuur.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmings-
soort wordt het gerecht van boven en
van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen
nodig
voor het bakken van gebak met een
korte baktijd;
voor het braden van rosbief / filet.
15
Verwarmingssoorten
Ontdooien G
Er kan zonder verwarming of bij een
temperatuur tot 50 °C worden ont-
dooid. Als er zonder verwarming wordt
ontdooid, zorgt de ventilator aan de
achterkant voor circulatie van de koude
lucht.
Intensief bakken F
"Intensief bakken" geschiedt met "Hete-
lucht" in combinatie met "Onderwarm-
te". Deze verwarmingssoort wordt o.a.
gebruikt voor gebak met een vloeibare
bovenlaag.
Grilleren met luchtcirculatie
I
De hitte van het grillelement wordt door
de ventilator aan de achterkant over
het gehele gerecht verspreid. Hierdoor
kan met een lagere temperatuur ge-
werkt worden dan bij het gewone "Gril-
leren".
Grilleren 1 ,
Het binnenste gedeelte van het grillele-
ment wordt gebruikt voor het grilleren.
Enkele minuten nadat het is ingescha-
keld, wordt het roodgloeiend en zorgt
voor de infraroodstraling die voor het
grilleren nodig is.
Deze verwarmingssoort is bijzonder ge-
schikt voor kleine hoeveelheden.
Grilleren 2
J
Het gehele bovenste verwarmingsele-
ment wordt voor het grilleren gebruikt.
Bij deze verwarmingssoort wordt het
binnenste gedeelte van het grillele-
ment, enkele minuten nadat het is inge-
schakeld, roodgloeiend. Het buitenste
gedeelte van het grillelement blijft don-
kerder, maar geeft wel genoeg warmte
af voor het grilleren.
Deze verwarmingssoort is bijzonder ge-
schikt voor grote hoeveelheden.
16
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedie-
ningsknoppen, namelijk de functiescha-
kelaar en de druktoetsen.
Functieschakelaar
(afhankelijk van het type oven of fornuis)
Met de functieschakelaar kiest u de ver-
warmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als
rechtsom draaien.
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u:
–de baktemperatuur veranderen.
–de kerntemperatuur veranderen.
–de kookwekker activeren.
Elke druktoets is gekoppeld aan een
symbool in het display.
17
Bediening van de oven
De +/- toets is voor het instellen en ver-
anderen van de baktemperatuur, de
kookwekker, de dagtijd etc.
Door de +/- toets in te drukken kunt u
de temperatuur / tijd stap voor stap
(toets steeds kort indrukken) of snel
(toets ingedrukt houden) instellen of
veranderen.
– toets:
voor het instellen van een lagere tempe-
ratuur of een vroegere / kortere tijd.
+ toets:
voor het instellen van een hogere tem-
peratuur of een latere / langere tijd.
De instellingen veranderen als volgt:
de baktemperatuur in stappen van
5°C;
de kerntemperatuur in stappen van
1°C;
de kookwekker in stappen van 1 min.
U kunt de temperatuur / tijd instellen en
veranderen zolang het controlelampje
van de +/- toets constant brandt (in-
voertijd).
Het controlelampje van de +/- toets
brandt
als u een verwarmingssoort kiest
(niet bij "Verlichting");
als u tijdens een bereidingsproces
de "p" toets indrukt;
als u tijdens het braden of grilleren
met luchtcirculatie de "e" toets in-
drukt;
als u de "l" toets indrukt.
Iedere keer wanneer u op de +/- toets
of op één van de andere toetsen drukt,
begint de invoertijd opnieuw.
Wanneer het controlelampje niet meer
brandt, is de instelling of verandering
overgenomen.
In het display van de oven verschij-
nen:
het symbool "e", altijd wanneer de
Bratometer wordt gebruikt;
–de kerntemperatuur en het symbool
"e" als er met de Bratomater gewerkt
wordt;
–de baktemperatuur en het symbool
"p" als er niet met de Bratometer ge-
werkt wordt.
het symbool "l" als er een kookwek-
kertijd is ingesteld;
de aflopende kookwekkertijd en het
symbool "l" als alleen de kookwek-
ker is ingesteld.
18
Bediening van de oven
Verwarmingssoort kiezen
Met de functieschakelaar kunt u de vol-
gende verwarmingssoorten kiezen:
Hetelucht
Voor bakken en koken op meerdere ni-
veaus tegelijk.
Braadautomaat
Voor automatisch aanbraden en door-
braden.
Niet geschikt voor bakken.
Uitzondering: het bakken van zuur-
desembrood (geen bakmengsels).
Bovenwarmte
Voor het gratineren van gerechten.
Boven- en onderwarmte
Voor het bakken en braden van traditio-
nele recepten, soufflé.
–Onderwarmte
Aan het einde van de baktijd kiezen als
de taart aan de onderkant bruiner moet
worden.
–Ontdooien
Om diepvriesproducten behoedzaam
te ontdooien.
Intensief bakken
Voor het bakken van taart met een vloei-
bare bovenlaag, bijv. Quiche.
Niet geschikt voor het bakken van plat
gebak en niet voor braden (de fond
zou hierbij te donker worden).
Grilleren met luchtcirculatie
Voor het grilleren van grote stukken
vlees, zoals rollade of gevogelte. De
ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
Grilleren 1
Voor het grilleren van kleine hoeveelhe-
den plat vlees en voor het gratineren
van kleine gerechten.
De ovendeur moet hierbij gesloten blij-
ven.
Grilleren 2
Voor het grilleren van grote hoeveelhe-
den plat vlees en voor het gratineren
van grote gerechten.
De ovendeur moet hierbij gesloten blij-
ven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar
voor:
Verlichting
Om de verlichting in de oven apart in te
schakelen.
19
Bediening van de oven
Bij elke verwarmingssoort wordt een be-
paalde temperatuur voorgesteld.
Deze temperatuur verschijnt in het dis-
play van de oven.
Hetelucht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160°C
Braadautomaat*. . . . . . . . . . . . . 160°C
Bovenwarmte . . . . . . . . . . . . . . . 190°C
Boven- en onderwarmte. . . . . . . 190°C
Onderwarmte . . . . . . . . . . . . . . . 190°C
Ontdooien . . . . .
geen temperatuurweergave
Intensief bakken. . . . . . . . . . . . . 170°C
Grilleren met luchtcirculatie . . . . 200°C
Grilleren 1 (klein) . . . . . . . . . . . . 240°C
Grilleren 2 (groot) . . . . . . . . . . . . 240°C
* Doorbraadtemperatuur,
Aanbraadtemperatuur 230°C
Na het kiezen van de verwarmings-
soort wordt de verwarming van de
oven ingeschakeld.
Temperatuur instellen
Als de temperatuur die de oven zelf
voorstelt, overeenkomt met de tempera-
tuur die in uw recept wordt aangege-
ven, dan wordt deze automatisch over-
genomen zodra het controlelampje van
de +/- toets uitgaat.
In het display verschijnt nu de werkelij-
ke temperatuur in de oven.
De temperatuur stijgt met stappen van
1 °C totdat de ingestelde temperatuur
is bereikt. Zodra de oven de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, wordt deze
constant in het display weergegeven.
Wanneer de deur van de oven wordt
geopend of de ingestelde temperatuur
wordt verlaagd, daalt de temperatuur
met stappen van 1 °C.
20
Bediening van de oven
Temperatuur veranderen
De temperatuur, die per verwarmings-
soort wordt voorgesteld, kan veranderd
worden:
Hetelucht . . . . . . . . . . . . . . . . 30-250°C
Braadautomaat . . . . . . . . . . 100-230°C
Bovenwarmte . . . . . . . . . . . . . 30-250°C
Boven- en onderwarmte. . . . . 30-280°C
Onderwarmte . . . . . . . . . . . . 100-250°C
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . 30-50°C
Intensief bakken. . . . . . . . . . . 50-250°C
Grilleren met luchtcirculatie . . 50-260°C
Grilleren 1 (klein) . . . . . . . . . 200-300°C
Grilleren 2 (groot) . . . . . . . . . 200-300°C
Veranderen als het controlelampje
brandt:
Stel met de +/- toets de gewenste
temperatuur in.
Veranderen als het controlelampje
niet brandt:
Druk de "p" toets in.
Stel met de +/- toets de gewenste
temperatuur in.
Bereiding onderbreken
Door de functieschakelaar op "0" te
draaien wordt de ingestelde tempera-
tuur gewist.
Indien er een kookwekkertijd is inge-
steld, blijft deze gewoon doorlopen.
Oven uitschakelen
Door de functieschakelaar op "0" te
draaien wordt de oven uitgeschakeld.
Alle symbolen verdwijnen uit het dis-
play.
Uitzondering: Als de Bratometer in ge-
bruik is, blijft het symbool "e"branden.
Als er een kookwekkertijd is ingesteld,
blijft het symbool "l" branden en ver-
schijnt de aflopende kookwekkertijd in
het display.
21
Bediening van de oven
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele ge-
vallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht":
voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte":
voor het bakken van taart met een
korte baktijd;.
voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de ge-
wenste stand.
Stel de juiste temperatuur in.
Als de ingestelde temperatuur is be-
reikt:
Zet het gerecht in de oven.
Energiebesparende functie
Wanneer u met de digitale klok een be-
reidingsproces programmeert of als u
met de Bratometer werkt, dan wordt
door de automatische benutting van de
restwarmte energie bespaard.
De energiebesparende functie wordt in
het display aangeduid met "EC".
Kort voor het einde van de baktijd
wordt de verwarming van de oven auto-
matisch uitgeschakeld.
De ventilator blijft draaien.
De restwarmte in de oven is voldoende
om de bereiding te voltooien.
22
Loading...
+ 50 hidden pages