Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u uw toestel installeert en
in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.M.-Nr. 04 996 240
*
Algemeen
Algemeen
Bedieningspaneel
Apparaat
2
Algemeen
Bedieningspaneel
b Functieschakelaar voor de binnen-
verlichting en voor de verwarmingssoorten:
"Magnetron", de traditionele verwarmingssoorten ("Hetelucht", "Grilleren")
en de combinatieprogramma’s
("Magnetron + Hetelucht" en
"Magnetron + Grill").
c Controlelampje ovenverwarming
d Temperatuurschakelaar voor verwar-
mingssoorten met "Hetelucht"
e Display
f Toets l voor de kookwekkerfunctie
g Toets g voor het instellen van
een bereidingstijd
h Toets h voor het instellen van het
vermogen en de dagtijd
i Toets "Start/Stop" voor het starten en
het onderbreken van een bereidingsproces
j +/– toetsen voor het kiezen van een
vermogen en een bereidingstijd
(toets kort indrukken: tijd loopt
langzaam door;
toets ingedrukt houden: tijd loopt versneld door)
Accessoires
1
Verstelbaar rooster, 2 Glazen op-
vangschaal
3 Kookstaafje
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Glazen rugwand met vetfilter
De oven en de ruimte achter de ovenrugwand blijven bij bereidingen met
hete lucht properder als u voor de aanzuigopening van de ventilator een glazen rugwand met een vetfilter aanbrengt. Vetdruppels die door de hete
luchtstroom rondzweven, worden in de
vetfilter opgevangen.
Apparaat
Grillelement
k
l Verlichting van de binnenruimte
m Eerste en tweede inschuifhoogte
n Aanzuigopening voor de ventilator
o Typeplaatje
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw magnetron voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Deze magnetron is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik
en wel voor het ontdooien, verwarmen,
koken, bakken, braden, grilleren en inmaken van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat al-
leen zonder toezicht gebruiken als
er aan hen is uitgelegd, hoe ze het apparaat veilig kunnen bedienen.
Kinderen moeten zich van de gevolgen
van een foutieve bediening bewust zijn.
Technische veiligheid
Als de aansluitkabel is beschadigd
moet deze door de Miele-naverkoopdienst of door een door Miele opgeleide vakman worden vervangen.
Gebruik het apparaat niet met de
verwarmingssoort "Magnetron" als
– de deur van de oven is verbogen;
– de deurscharnieren los zitten;
– er gaatjes of scheuren in de ommante-
ling, aan de deur, de deurdichting of aan
de binnenwanden van de oven zitten.
Als de magnetron is ingeschakeld kunnen er in zo’n geval microgolven vrijkomen, die gevaarlijk kunnen zijn voor de
gebruiker.
Maak de ommanteling van het ap-
paraat nooit open.
Als onder stroom staande delen worden aangeraakt en/of er iets aan de
elektrische en mechanische opbouw
van het apparaat wordt veranderd, kan
de gebruiker gevaar lopen en is het mogelijk dat het apparaat niet meer goed
functioneert.
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg
bij twijfel een elektricien.
Het apparaat mag niet met een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Het veilig gebruik
van het apparaat kan niet worden gewaarborgd als het met een verlengsnoer is aangesloten (gevaar voor oververhitting).
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
s
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is uitsluitend gegarandeerd
als het is aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman inspecteren. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die is ontstaan door een
ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Gebruik de magnetron alleen als
deze is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische
onderdelen aanraakt.
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden en ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
gebruiker. De fabrikant kan daarvoor
niet aansprakelijk worden gesteld. Laat
installatie- en onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren
door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de stekker uit het stopcontact is
getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
Gebruik
Algemeen
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de magnetron
wordt gezet, de hoeveelheid, het soort
voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele
bacteriën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (>70°C) en lang genoeg wordt
aangehouden (>10 min.). Wanneer u
twijfelt of een gerecht voldoende is verwarmd, kies dan liever een iets langere
bereidingstijd. Verder is het belangrijk
dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en bovendien
hoog genoeg is. Roer de gerechten
daarom regelmatig door. Let hierbij ook
op de aangegeven doorwarmtijden (de
tijd waarin de warmte zich gelijkmatig
over het gerecht kan verdelen) bij het
ontdooien, verwarmen en koken.
Houd er bij het ontdooien, verwar-
men of koken met de magnetron rekening mee dat de tijden vaak veel korter zijn dan wanneer u een traditionele
verwarmingssoort ("Hetelucht", "Grilleren") gebruikt. Als gerechten te lang in
de magnetron staan terwijl deze is ingeschakeld, drogen ze uit en kunnen
zelfs in brand vliegen.
Gevaar voor brand bestaat ook als u
bijv. brood, bloemen of kruiden te lang
droogt of als u een kersenpitkussen te
lang opwarmt. Blijf erbij staan als u dit
doet.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zet de magnetron niet op het hoog-
ste vermogen wanneer u serviesgoed wilt verwarmen of kruiden wilt drogen. De magnetron zou kunnen
beschadigen doordat er te weinig in
staat.
Houd de magnetron goed in de ga-
ten als u met olie of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken.
Laat de deur van de magnetron ge-
sloten als de levensmiddelen in de
binnenruimte rook ontwikkelen. Eventuele vlammen worden op deze manier
gedoofd. Draai de functieschakelaar
op "0" of trek de stekker uit het stopcontact. Open de deur pas wanneer de
rook is weggetrokken.
Verwarm nooit pure alcohol.
Pure alcohol kan in brand raken.
Gebruik bij inmaken in de magne-
tron nooit conservenblikken. Deze
kunnen door overdruk uit elkaar springen en de oven beschadigen.
Dek gerechten altijd af met alumini-
umfolie of een deksel als u ze in
de magnetron laat staan. Anders kan
de condens corrosie in het apparaat
veroorzaken. Bovendien voorkomt u op
deze manier dat de gerechten uitdrogen.
Zorg ervoor dat gerechten of
vloeistoffen die keukenzout bevatten meteen worden verwijderd wanneer
deze in aanraking komen met de roestvrijstalen wanden van de binnenruimte.
Op deze manier voorkomt u dat er corrosie ontstaat.
8 kg is het maximum dat u op de
glazen opvangschaal en het verstelbare rooster mag leggen. Als u er
meer op legt, kunnen deze accessoires
beschadigen.
Als de deur open is, ga daar dan
niet op zitten of staan en zet er ook
geen zware voorwerpen op. Het apparaat kan anders beschadigen. 8 kg is
het maximum gewicht dat de deur kan
dragen.
Als de glazen opvangschaal heet
is, zet deze dan niet op een koud
oppervlak, zoals een granieten werkblad of tegeltjes, want dan kan de glazen opvangschaal beschadigen. Zet
de schaal in zo’n geval op een onderzetter van bijv. metaal.
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet om er
een ruimte mee te verwarmen.
Door de hoge temperaturen die in de
magnetron ontstaan, kunnen brandbare voorwerpen die zich in de buurt van
het apparaat bevinden vlam vatten.
Als u een stopcontact in de buurt
van de magnetron gebruikt, let er
dan op de de aansluitkabels van de apparaten niet in de deur van de magnetron bekneld raken. De isolatie van de
kabels kan beschadigen en u loopt zo
het risico een elektrische schok te krijgen.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verwarmingssoort Magnetron
Als u de gerechten uit de magnetron haalt, controleer dan of de
temperatuur goed is.
Let vooral bij het verwarmen van babyvoeding op de juiste temperatuur!
Verwarmde babyvoeding goed doorroeren of schudden. Proef er dan zelf even
van, zodat u zeker weet dat de baby
zich er niet aan verbrandt.
Meet de juiste temperatuur niet aan de
temperatuur van het serviesgoed!
Als gerechten worden verwarmd, ontstaat de warmte in het voedsel zelf,
waardoor het serviesgoed kouder blijft.
Het serviesgoed wordt alleen warm
door de warmte die het gerecht afgeeft.
Verwarm eten of drinken nooit in
een gesloten potje of fles.
Bij zuigflessen moeten zowel de dopals de speen van tevoren worden verwijderd. Anders ontstaat er een druk
waardoor het potje of flesje uit elkaar
kan springen. Dit is levensgevaarlijk!
Als u een vloeistof wilt verwarmen
zet dan het meegeleverde kookstaafje in de beker of het glas.
Informatie over het kookstaafje:
Het kan gebeuren dat bij het koken en
vooral bij het verwarmen van vloeistoffen het kookpunt van de vloeistof weliswaar is bereikt, maar dat er nog geen
luchtbelletjes opborrelen. De vloeistof
kookt dus nog niet gelijkmatig. Als u
dan het glas of de beker uit de magnetron haalt, kan de vloeistof ineens gaan
borrelen en overkoken. U kunt zich
daarbij branden. Als de vloeistof nog in
de magnetron staat en plotseling te hevig gaat koken, kan de deur vanzelf
openspringen, waardoor u letsel kunt
oplopen. Bovendien kan het apparaat
beschadigen. U voorkomt dit door gebruik te maken van het kookstaafje.
Gebruik in de magnetron geen me-
talen pannen, geen aluminiumfolie,
geen bestek, geen serviesgoed met
een metalen laagje, geen kristal dat
lood bevat, geen schalen met een kartelrand, geen kunststof die niet tegen
hitte is bestand, geen houten serviesgoed. Gebruik ook geen metalen clips,
geen kunststof en papieren clips waar
ijzerdraad in zit, geen slagroombekertjes waarvan het dekseltje nog niet helemaal is verwijderd. Als u deze voorwerpen wel gebruikt, kan het serviesgoed
beschadigen of kan er brand ontstaan.
Het bijgevoegde verstelbare rooster is
speciaal afgestemd op de microgolven
en kan dus zonder problemen worden
gebruikt.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het verstelbare rooster wordt zeer
warm als u het in de magnetron gebruikt. Er ontstaat dan gevaar voor verbrandingen.
Kook eieren in de schaal alleen
met speciaal serviesgoed. Verwarm geen hardgekookte eieren in de
magnetron. Door de druk kunnen ze uit
elkaar springen, ook nadat u ze uit de
magnetron heeft gehaald.
Eieren zonder schaal mogen al-
leen in de magnetron worden bereid als u van tevoren met een naald
een paar gaatjes in het eigeel prikt.
Als u dit niet doet, kan het eigeel na het
koken door de hoge druk uit elkaar
spatten. U kunt daarbij letsel oplopen.
Verwarm in de magnetron geen ge-
rechten in isolatieverpakking, zoals
braadzakken voor kip. Deze verpakkingen bestaan o.a. uit een laagje aluminiumfolie dat de microgolven terugkaatst.
Hierdoor raakt de folie oververhit en
kan in brand vliegen.
Als levensmiddelen een harde
schil hebben (tomaten, aubergines, worstjes etc.), dan moet u eerst
een paar gaatjes of inkepingen in de
schil maken voordat de levensmiddelen in de magnetron worden verwarmd.
Op deze manier kan de waterdamp ontsnappen en voorkomt u dat de levensmiddelen ontploffen.
Gebruik voor het koken in de mag-
netron geen porseleinen serviesgoed e.d. met holle handgrepen.
Hier kan vocht in gaan zitten, waardoor
er druk ontstaat en het servies uit elkaar kan springen. U loopt daarbij het
risico zich te verwonden.
Als de handgrepen goed ontlucht zijn,
kunt u het servies wel gebruiken.
Als u met traditionele verwarmingssoorten werkt, ontstaan in de oven
hoge temperaturen! Er bestaat dus
gevaar voor verbrandingen.
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is. De magnetron wordt niet alleen
bij het venster in de deur warm, maar
ook bijv. bij de afzuiging, de greep en
het bedieningspaneel. Let op, gevaar
voor verbrandingen!
Draag altijd ovenwanten als u hete
gerechten in de magnetron zet of
eruit haalt of de binnenkant van het apparaat aanraakt. Vooral het grillelement
boven in de binnenruimte wordt zeer
warm bij de verwarmingssoorten "Grilleren" en "Grilleren met luchtcirculatie",
zowel solo als in combinatie met "Magnetron". U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de bin-
nenruimte wilt reinigen, laat dan
eerst het grillelement afkoelen voordat
u het naar beneden laat zakken. Anders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het grillelement niet met ge-
weld omlaag, want daardoor kan
het beschadigen.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u uw oude of defecte apparaat
wegdoet, trek dan de stekker uit
het stopcontact en knip de aansluitkabel door. Wanneer uw apparaat een
vaste aansluiting heeft, laat deze dan
door een vakman loskoppelen. Hiermee voorkomt u dat het apparaat voor
andere doeleinden wordt gebruikt dan
waarvoor het is bestemd.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
12
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een geringe belasting van het
milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen).
U kunt hierover meer informatie vinden
in de rubriek "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
13
Verwarmingssoorten
Verwarmingssoorten
Magnetron
Met de verwarmingssoort "Magnetron"
worden gerechten in korte tijd ontdooid, verwarmd en gekookt.
Functiebeschrijving
In het apparaat zit een magnetronbuis
b. Deze zet de stroom om in elektro-
magnetische golven: de microgolven.
Deze microgolven worden door de bovenwand van de ovenruimte doorgelaten. Boven de ovenruimte bevindt zich
een metaalventilator - de draaireflector
c -, die de microgolven gelijkmatig
over de binnenruimte verdeelt. Bovendien worden de microgolven door de
zijwanden gereflecteerd, zodat ze van
alle kanten bij en in het voedsel kunnen
komen.
Omdat de microgolven bij en in de gerechten moeten kunnen komen, moet
het serviesgoed geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
Microgolven dringen door glas, porselein, karton en kunststof heen, maar
niet door metaal. Gebruik daarom geen
metalen pannen of schalen of pannen
en schalen met een metalen laagje ter
decoratie. Metaal kaatst de golven te-
14
rug, waardoor vonken kunnen ontstaan. De microgolven worden niet
door de gerechten opgenomen.
Mits dus het juiste servies wordt gebruikt, dringen de microgolven meteen
door tot in het gerecht.
Levensmiddelen bestaan uit moleculen. Deze moleculen, vooral watermoleculen, worden door microgolven in trilling gebracht tot maar liefst 2,5 miljard
bewegingen per seconde.
Hierdoor ontstaat warmte, die zich vanaf de buitenkant naar de binnenkant
van het voedsel verplaatst.
Hoe meer water een gerecht bevat,
des te sneller wordt het verwarmd,
resp. des te sneller kookt het.
De warmte ontstaat dus direct in het gerecht, waardoor
– een gerecht over het algemeen met
weinig of geen toevoeging van vloeistof of vet met de magnetron kan
worden bereid;
– ontdooien, verwarmen en koken snel-
ler gaan dan met een traditionele verwarmingssoort;
– voedingsstoffen zoals vitaminen en
mineralen voor het grootste deel behouden blijven;
– de natuurlijke kleur en smaak van de
gerechten nauwelijks veranderen;
– de temperatuur van de bovenkant
van het gerecht zo laag blijft dat er
geen bruin korstje ontstaat.
Verwarmingssoorten
Traditionele verwarmingssoorten
Tot de traditionele verwarmingssoorten
behoren "Hetelucht" en "Grilleren".
Met de traditionele verwarmingssoorten
worden gerechten gekookt en tegelijkertijd gebruineerd.
Hetelucht
Deze verwarmingssoort werkt met "Hetelucht".
De ventilator aan de achterwand van
de oven zuigt lucht uit de oven aan, geleidt deze via een ringvormig verwarmingselement en blaast de verwarmde
lucht door de openingen van de achterwand weer terug.
Omdat het voedsel direct wordt verwarmd, is voorverwarmen niet nodig.
Bij het braden van biefstuk en filet moet
u de oven wel voorverwarmen.
Met Hetelucht kunt u op beide niveaus
tegelijk braden en bakken.
Combinatieprogramma’s
Met de combinatieprogramma’s is het
mogelijk gerechten snel te verwarmen
en te koken en tegelijkertijd te bruineren.
De verwarmingssoort "Magnetron" kan
met beide traditionele verwarmingssoorten worden gecombineerd.
Het beste kunt u de magnetron met de
verwarmingssoort "Hetelucht" combineren. Met dit combinatieprogramma
wordt het voedsel direct verwarmd.
Daardoor is met dit programma voor
het bereiden van het voedsel de minste
tijd nodig en wordt er het meeste energie bespaard.
Bij gebruik van een gecombineerd programma hoeft u, als u wilt bakken, in
het algemeen geen hoger vermogen in
te stellen dan 150 W, en als u wilt koken, braden en grilleren geen hoger
vermogen dan 300 W.
Grilleren
Het verwarmingselement wordt door
het grote vermogen al een paar minuten nadat de grill is ingeschakeld roodgloeiend en geeft dan de infraroodstraling af die nodig is voor het grilleren.
15
Dagtijd
Dagtijd
Nadat het apparaat is aangesloten of
de stroom is uitgevallen knipperen in
het display 0 •00 en aan de linkerkant
Auto.
Om een bereidingsproces in te kunnen
stellen moet u eerst de dagtijd instellen.
Dagtijd instellen
Op uw magnetron wordt de tijd van
•
00 tot 23•59 uur weergegeven; 24
0
uur wordt dus als 0
Druk de toetsen g en h tegelijk in.
In het display knippert de punt achter
het eerste cijfer. U kunt de dagtijd instellen zolang de punt knippert (ongeveer 4 seconden). De dagtijd wordt in
•
minuten weergegeven.
uren
Stel de dagtijd met de +/- toetsen in.
Als er binnen 4 seconden geen dagtijd
wordt ingesteld, wordt Automatisch de
tijd van het apparaat overgenomen.
In dat geval gaat de punt constant
branden.
Wanneer de punt niet meer knippert
moeten eerst de toetsten g en h te-
gelijk worden ingedrukt voordat u de
dagtijd kunt veranderen.
•
00 weergegeven.
16
Vóór het eerste gebruik
Neem de binnenruimte af met lauwwarm water met een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de binnenruimte daarna met
een schone doek droog.
Sluit de deur van het apparaat pas
als de binnenruimte droog is. Anders kunnen er onaangename geuren en corrosie ontstaan.
Was de accessoires af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een
onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Als de temperatuur hoog is, verdwijnt de geur sneller.
Schakel daarom minstens één uur de
verwarmingssoort "Hetelucht" in:
Vóór het eerste gebruik
De verwarmingssoort "Hetelucht" wordt
gestart. Het apparaat wordt verwarmd.
Het controlelampje op het display
brandt zolang de verwarming is ingeschakeld.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht
kan worden toegevoerd wanneer de
oven aanstaat.
Kies met de functieschakelaar de
verwarmingssoort "Hetelucht".
De ventilator draait en de binnenverlichting is ingeschakeld.
Draai de temperatuurschakelaar op
200 °C.
Draai de temperatuurschakelaar alleen rechtsom tot aan de aanslag
en weer terug, anders beschadigt
deze schakelaar.
17
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Servies dat geschikt is voor de magnetron
De microgolven
Vorm en materiaal
De vorm en het materiaal van het gebruikte serviesgoed kunnen van invloed
zijn op de tijd die nodig is voor het verwarmen of koken. Het beste kunt u ronde
of ovale platte schalen gebruiken. Gerechten worden in zulke schalen gelijkmatiger verwarmd dan wanneer u rechthoekige schalen gebruikt.
– worden door metaal teruggekaatst,
– dringen door glas, porselein, kuns-
stof en karton heen,
– worden door het gerecht opgeno-
men.
Metaal
Metalen schalen, aluminiumfolie en
bestek zijn niet geschikt voor gebruik in de magnetron, evenmin als
serviesgoed met een metalen laagje (bijv. een goudkleurig of kobaltblauw randje ter decoratie).
Metaal kaatst microgolven terug, waardoor het gerecht niet warm kan worden.
Uitzonderingen:
– Kant-en-klaar maaltijden
in aluminium bakjes kunnen in dit apparaat ontdooid en verwarmd worden. Verwijder altijd van tevoren het deksel.
Op deze manier worden de gerechten
slechts van boven verwarmd. Wanneer u
het gerecht uit de verpakking haalt en in
een schaal doet die geschikt is voor de
magnetron, wordt de warmte over het algemeen gelijkmatiger verdeeld.
Aluminium bakjes kunnen gaan kraken
of zelfs vonken afgeven.
18
– Aluminiumfolie
Stukken vlees met een ongelijkmatige
vorm, zoals gevogelte, worden het beste ontdooid, verwarmd, resp.gaar als
u de platte stukken de laatste paar minuten met stukjes aluminiumfolie afdekt.
Servies dat geschikt is voor de magnetron
De folie moet minstens 2 cm van de
binnenwanden van het apparaat
verwijderd zijn en mag niet tegen
de wanden aankomen!
– Metalen spiezen en klemmen
Deze kunt u alleen gebruiken als het
stuk vlees veel groter is dan het metaal.
Het bijgevoegde verstelbare rooster
is geschikt voor gebruik in de magnetron. Plaats het rooster echter niet op
de bodem van de binnenruimte!
Het verstelbare rooster kan zeer
heet worden.
Glas
Vuurvast glas is zeer geschikt.
Kristalglas (dat vaak lood bevat) en gla-
zen schalen met een gegolfde rand
kunnen uit elkaar springen.
Ze zijn daarom niet geschikt.
Porselein
Porseleinen serviesgoed is zeer geschikt. Het mag echter geen metalen
decoratie zoals een goudrand hebben
en ook geen holle handgrepen.
Aardewerk
Beschilderd aardewerk is alleen geschikt als er glazuur over het motief
heenzit.
Servies met glazuurlaagje of verf
Een aantal soorten glazuur en verf bevat metaal. Daarom is dit serviesgoed
niet geschikt voor de magnetron.
Kunststof
Kunststof serviesgoed mag alleen bij
"Magnetron - solo" worden gebruikt.
Het moet hittebestendig zijn (bestand
tegen temperaturen van min. 180°C).
Kunststof die niet hittebestendig is, kan
gaan vervormen of zelfs smelten.
Kunststof serviesgoed dat geschikt is
voor gebruik in de magnetron is verkrijgbaar in speciaalzaken.
Kunststof serviesgoed van melamine is
niet geschikt omdat het energie opneemt en daardoor te heet wordt.
Informeer dus altijd eerst van welk materiaal het kunststof serviesgoed is gemaakt.
Serviesgoed van piepschuim, bijv. polystyreen, kunt u gebruiken als u gerechten maar eventjes wilt verwarmen.
Kunststof kookbuiltjes kunt u gebruiken
voor het verwarmen en koken van de inhoud.
Prik eerst gaatjes in het builtje zodat de
stoom eruit kan. Daardoor voorkomt u
dat de druk in het builtje te hoog wordt
en het uit elkaar spat.
Aardewerk kan heet worden.
19
Servies dat geschikt is voor de magnetron
U kunt ook braadfolie en braadzakken
gebruiken. De braadfolie moet ca. 40
cm en de braadzak ca. 20 cm langer
zijn dan het vlees. Het geheel moet
zorgvuldig worden dichtgemaakt met
een draadje (garen). De uiteinden kunt
u omslaan en dichtbinden. Prik er gaatjes in volgens de aanwijzingen op de
verpakking.
Gebruik geen metalen clips of paperclips van kunststof of papier
waar ijzerdraad in zit. Anders kan er
brand onstaan!
Hout
Houten schalen of bakjes zijn niet geschikt. Tijdens het koken verdampt het
water in het hout waardoor het hout
gaat uitdrogen en barsten.
Wegwerpbakjes
Wegwerpbakjes van kunststof zijn geschikt als ze voldoen aan de eisen die
onder de paragraaf "Kunststof" staan.
Blijf bij het apparaat als u levensmiddelen verwarmt of kookt in wegwerpbakjes van kunststof, papier of
andere brandbare stoffen.
U kunt uit milieu-overwegingen beter
geen gebruik maken van wegwerpbakjes.
20
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Test
Als u niet zeker weet of u serviesgoed
van glas, aardewerk of porselein in de
magnetron kunt gebruiken, kunt u dit
als volgt testen:
Plaats het servies leeg in het midden
van de binnenruimte.
Sluit de deur.
De magnetron wordt alleen gestart
als de deur gesloten is!
Kies met de functieschakelaar de
verwarmingssoort "Magnetron" h.
De ventilator gaat draaien.
Stel binnen deze tijd met behulp van
de + toets een tijd van 30 seconden
in.
Boven de punt knippert het symbool
@.
Druk op de toets "Start/Stop".
De binnenverlichting gaat branden. In
het display loopt de ingestelde tijd in
stappen van een seconde af. Het sym-
@ brandt constant.
bool
Gaat het serviesgoed vervolgens
kraken en springen er vonkjes af,
dan is dit serviesgoed niet geschikt
voor de magnetron. Schakel de
magnetron dan direct uit, door de
functieschakelaar op ,,0“ te draaien.
Serviesgoed waarbij dit gebeurt is niet
geschikt voor de magnetron.
Na afloop klinkt er 3 keer een akoestisch signaal en het symbool
@ knip-
pert. U kunt het akoestische signaal uitzetten door op een willekeurige toets te
drukken.
In het display verschijnt de dagtijd. De
binnenverlichting gaat uit.
De magnetron stelt een vermogen van
900 W voor.
Stel een vermogen van 600 W in
door op de – toets de drukken.
Druk op de toets g.
In het display is gedurende onge-
•
veer 4 sec. 0
00 te zien.
Vraag bij twijfel aan de fabrikant of
de leverancier of het serviesgoed
geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Met deze test kunt u niet controleren of
de holle handgrepen van het serviesgoed voldoende ontlucht zijn.
21
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Afdekken
– voorkomt dat er bij lange kooktijden,
bijv. van aardappels, teveel waterdamp ontsnapt;
– zorgt ervoor dat het gerecht sneller
gaar wordt;
– voorkomt dat het gerecht uitdroogt;
– voorkomt dat een gerecht zijn aroma
verliest.
Dek de gerechten daarom altijd af met
een glazen of kunststof deksel dat geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Deze deksels zijn verkrijgbaar bij de
speciaalzaak.
Maak dichte potjes, zoals potjes babyvoeding, altijd eerst open!
Gebruik geen deksel
– als u gepaneerde gerechten ver-
warmt;
– wanneer er een combinatieprogram-
ma is ingesteld.
U kunt ook speciale magnetronfolie gebruiken. Pas op met gewone huishoudfolie: deze kan vervormen of zelfs smelten.
22
Bediening van de magnetron
Bediening van de magnetron
Magnetron
Draai de functieschakelaar op de
verwarmingssoort "Magnetron" h.
De ventilator gaat draaien.
Het apparaat stelt een vermogen van
900 W voor.
Komt het door het systeem voorgestelde vermogen niet overeen met de aanwijzingen in uw recept, dan kunt u het
vermogen met de +/- toetsen wijzigen.
U kunt de volgende vermogensstanden
kiezen:
80 W, 150 W, 300 W, 450 W, 600 W,
900 W.
Stel de tijd voor de bereiding in de
magnetron als volgt in:
druk op de toets g.
In het display verschijnt gedurende
•
ongeveer 4 sec. 0
00.
Stel binnen deze tijd met de +/- toetsen de gewenste bereidingstijd in.
U kunt een bereidingstijd van maximaal
99 minuten en 59 seconden instellen.
Wanneer u een vermogen van 900 W
kiest kan er een bereidingstijd van
maximaal 30 minuten worden ingesteld.
In het display verschijnt de tijd in minu-
•
seconden. Boven de punt knippert
ten
het symbool
@.
Sluit de deur wanneer deze nog
open is. De magnetron wordt alleen
gestart als de deur gesloten is.
Druk op de toets "Start/Stop",om het
bereidingsproces te starten.
De binnenverlichting gaat aan. Het
@
symbool
brandt constant, en de ingestelde tijd wordt afgeteld. De magnetrondeur is vergrendeld.
Wanneer het programma is afgelopen
klinkt er 3 keer een akoestisch signaal
en het symbool
@ knippert. U kunt
het akoestische signaal uitzetten door
op een willekeurige toets te drukken.
De magnetrondeur is niet meer vergrendeld. De binnenverlichting gaat uit. In
het display verschijnt de dagtijd.
23
Bediening van de magnetron
Wanneer het gerecht nog niet gaar is
kunt u de functieschakelaar op dezelfde stand laten staan. De andere stappen moeten in omgekeerde volgorde
worden herhaald:
Druk op de toets g.
Stel met de +/- toetsen de gewenste
bereidingstijd in.
Druk op de toets h.
Het apparaat stelt een vermogen
van 900 W voor. Boven de punt knip-
.
pert het symbool
@
Stel binnen 4 sec. het gewenste vermogen in door op de +/- toetsen te
drukken.
Druk op de toets "Start/Stop".
Deur vóór afloop van het bereidingsproces ontgrendelen
Wanneer u de deur wilt ontgrendelen,
moet u het bereidingsproces onderbreken.
Het apparaat uitschakelen
De ventilator zorgt ervoor dat er
geen condens in de warme oven
ontstaat. Laat de ventilator daarom
zolang draaien totdat het apparaat
voldoende is afgekoeld.
Draai de functie- en de temperatuurschakelaar op ,,0“. Hierdoor wordt
ook de ventilator uitgeschakeld.
Druk op de toets "Start/Stop".
Gedurende deze onderbreking wordt
de tijd gestopt. De ventilator blijft
draaien en het symbool
@ knippert.
Zet het bereidingsproces voort door:
de deur te sluiten,
en op de toets "Start/Stop" te druk-
ken.
De ingestelde bereidingstijd loopt weer
door en het symbool
@ brandt con-
stant.
24
Bediening van de traditionele verwarmingssoorten
Bediening van de traditionele verwarmingssoorten
U kunt voor de traditionele verwarmingssoorten wél of niet een bereidingstijd instellen.
Wanneer u een bepaalde tijd heeft ingesteld dan wordt de oven gedurende
deze tijd verwarmd. Na afloop van de
ingestelde tijd klinkt er 3 keer een
akoestisch signaal en de verwarming
van de oven wordt uitgeschakeld.
Bereidingstijd instellen
U kunt voor de verwarmingssoort "Hetelucht" een bereidingstijd instellen. De
verwarming en de binnenverlichting
worden na afloop van de ingestelde tijd
uitgeschakeld.
Druk op de toets g.
In het display verschijnt gedurende
ongeveer 4 sec. 0
•
00.
Hetelucht
Draai de functieschakelaar op de
verwarmingssoort "Hetelucht" D.
De ventilator gaat draaien en de binnenverlichting gaat aan.
Draai de temperatuurschakelaar op
de gewenste temperatuur.
Draai de temperatuurschakelaar alleen rechtsom tot aan de aanslag
en weer terug, anders beschadigt
deze schakelaar.
De verwarming van de oven wordt ingeschakeld. Het controlelampje op het bedieningspaneel blijft branden zolang
het apparaat wordt verwarmd.
Stel binnen deze tijd met behulp van
de + /– toetsen de gewenste bereidingstijd in.
Zodra u op de + toets of op de
– toets drukt, worden de binnenverlichting en de verwarming uitgeschakeld.
In het display knippert AUTO aan de
linkerkant.
U kunt maximaal een tijd van 99 minuten en 59 seconden instellen.
In het display verschijnt de ingestelde
•
tijd in minuten
seconden.
Druk op de toets "Start/Stop".
De binnenverlichting en de verwarming
van de ovenruimte worden ingeschakeld. Het controlelampje op het bedieninspaneel brandt zolang de verwaming is ingeschakeld. De ingestelde
tijd wordt afgeteld. In het display
brandt aan de linkerkant constant het
symbool AUTO
.
25
Bediening van de traditionele verwarmingssoorten
Na afloop klinkt er 3 keer een akoestisch signaal en het symbool AUTO knippert. U kunt het akoetische signaal uitzetten door op een willekeurige toets te
drukken. De verwarming en de binnenverlichting worden uitgeschakeld.
Wanneer het gerecht nog niet gaar is,
stel dan opnieuw een tijd in,
en druk op de toets "Start/Stop".
Het apparaat uitschakelen
De ventilator zorgt ervoor dat er
geen condens in de warme oven
ontstaat. Laat de ventilator daarom
zolang draaien totdat het apparaat
voldoende is afgekoeld.
Draai de functieschakelaar en de
temperatuurschakelaar op ,,0“. Hierdoor wordt de ventilator uitgeschakeld.
Grilleren
Draai de functieschakelaar op de
verwarmingssoort "Grilleren" J.
De ventilator gaat draaien en de binnenverlichting gaat aan.
Het apparaat stelt automatisch een temperatuur in, die niet kan worden gewijzigd.
Het grillelement wordt verwarmd. Het controlelampje op het bedieninspaneel brandt
zolang de verwarming is ingeschakeld.
Bereidingstijd instellen
U kunt voor de verwarmingssoort "Grilleren" ook een bereidingstijd instellen.
De grill en de binnenverlichting worden
na afloop van de ingestelde tijd uitgeschakeld.
26
Druk op de toets g.
In het display verschijnt gedurende
ongeveer 4 sec. 0
Stel binnen deze tijd met behulp van
de +/– toetsten de gewenste bereidingstijd in.
Zodra u op de + toets of op de
– toets drukt worden de binnenverlichting en de verwarming uitgeschakeld. In het display knippert Auto
aan de linterkant.
•
00.
Bediening van de traditionele verwarmingssoorten
U kunt maximaal een tijd van 99 minuten en 59 seconden instellen.
In het display verschijnt de ingestelde
•
tijd in minuten
seconden.
Druk op de toets "Start/Stop".
De binnenverlichting gaat aan en het
grillelement wordt ingeschakeld. Het
controlelampje op het bedieningspaneel brandt zolang de verwarming is ingeschakeld. De ingestelde tijd wordt afgeteld. Het symbool AUTO brandt
constant aan de linkerkant van het display.
Na afloop klinkt er 3 keer een akoestisch signaal en het symbool AUTO knippert. U kunt het akoestische signaal uitzetten door op een willekeurige toets te
drukken. Het grillelement en de binnenverlichting worden uitgeschakeld.
Het apparaat uitschakelen
De ventilator zorgt ervoor dat er
geen condens in de warme oven
ontstaat. Laat de ventilator daarom
zolang draaien totdat het apparaat
voldoende is afgekoeld.
Draai de functieschakelaar op ,,0“.
Hierdoor wordt de ventilator uitgeschakeld.
Wanneer het gerecht nog niet gaar is,
stel dan opnieuw een tijd in,
en druk op de toets "Start/Stop".
27
Bediening van de combinatieprogramma’s
Bediening van de combinatieprogramma’s
Bij de combinatieprogramma’s kunt u
de verwarmingssoort "Magnetron" met
een traditionele verwarmingssoort ("Hetelucht" of "Grilleren") combineren.
Een bereidingsproces met de magnetron kan alleen worden gestart
als de deur gesloten is.
Magnetron + Hetelucht
Voordat u het combinatieprogramma
kunt starten moet u eerst het vermogen
en de gewenste bereidingstijd instellen.
Stel met de functieschakelaar het
combinatieprogramma
"Magnetron + Hetelucht" in.
De ventilator begint te draaien.
Wanneer het voorgestelde vermogen
niet overeen komt met de aanwijzingen
in uw recept, dan kunt u het vermogen
met behulp van de +/– toetsen wijzigen.
U kunt de volgende vermogensstanden
kiezen:
80 W, 150 W, 300 W, 450 W.
Het instellen van de bereidingstijd:
Druk op de toets g.
In het display verschijnt gedurende
•
ongeveer 4 sec. 0
00.
Stel binnen deze tijd met behulp van
de +/– toetsen een bereidingstijd in.
U kunt een tijd van maximal 99 minuten
en 59 seconden instellen.
Wanneer u een vermogen van 450 W
kiest kan er een bereidingstijd van
maximaal 60 minuten worden ingesteld.
In het display verschijnt de ingestelde
•
tijd in minuten
@
len
en AUTO knipperen.
seconden. De symbo-
Stel met de temperatuurschakelaar
een temperatuur voor de verwarmingssoort "Hetelucht" in.
Het apparaat stelt een vermogen van
300 W voor.
28
Draai de temperatuurschakelaar alleen rechtsom tot aan de aanslag
en weer terug, anders beschadigt
deze schakelaar.
Druk op de toets "Start/Stop".
De binnenverlichting gaat aan. De magnetron en de verwarming worden ingeschakeld. Het controlelampje op het bedieningspaneel brandt zolang de
verwarming is ingeschakeld.
Bediening van de combinatieprogramma’s
De symbolen @ en AUTO branden
constant en de ingestelde tijd wordt afgeteld. De magnetrondeur is vergrendeld.
Na afloop van de ingestelde bereidingstijd worden de magnetron, de verwarming en de binnenverlichting automatisch uitgeschakeld. Er klinkt 3 keer
een akoestisch signaal en de symbolen
knipperen. U kunt het akoestische signaal uitzetten door op een willekeurige
toets te drukken. De magnetrondeur is
niet meer vergrendeld. In het display
verschijnt de dagtijd.
Wanneer het gerecht nog niet gaar is
kan de functieschakelaar op dezelfde
stand blijven staan. De andere stappen
moeten in omgekeerde volgorde worden herhaald:
Druk op de toets g.
Stel met behulp van de +/– toetsen
de gewenste bereidingstijd in.
Het symbool AUTO knippert.
Druk op de toets h.
Het apparaat stelt een vermogen
van 300 W voor. Bovendien knippert
het symbool
Stel binnen 4 seconden met behulp
van de +/- toetsen het gewenste vermogen in.
@ boven de punt.
Deur vóór afloop van het bereidingsproces ontgrendelen
Wanneer u de deur wilt ontgrendelen,
moet u het bereidingsproces onderbreken.
Druk op de toets "Start/Stop".
Tijdens deze onderbreking wordt de
tijd gestopt. De ventilator blijft draaien.
De binnenverlichting gaat uit en de
symbolen knipperen.
Zet het bereidingsproces voort door:
de deur te sluiten
en op de toets "Start/Stop" te druk-
ken.
De binnenverlichting gaat aan en de
symbolen branden constant.
Het apparaat uitschakelen
De ventilator zorgt ervoor dat er
geen condens in de warme oven
ontstaat. Laat de ventilator daarom
zolang draaien totdat het apparaat
voldoende is afgekoeld.
Draai de functieschakelaar en de
temperatuurschakelaar op ,,0“. Hierdoor wordt de ventilator uitgeschakeld.
Druk op de toets "Start/Stop".
In het display verschijnt de ingestelde
bereidingstijd.
29
Bediening van de combinatieprogramma’s
Magnetron + Grilleren
Voordat u het combinatieprogramma
kunt starten moet u eerst het vermogen
en de gewenste bereidingstijd instellen.
Stel met de functieschakelaar het
combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren" in.
De ventilator gaat draaien.
Het apparaat stelt een vermogen van
300 W voor.
Wanneer het voorgestelde vermogen
niet overeen komt met de aanwijzingen
in uw recept, dan kunt u het vermogen
met behulp van de +/– toetsen wijzigen.
U kunt de volgende vermogensstanden
kiezen:
80 W, 150 W, 300 W, 450 W.
Het instellen van de bereidingstijd:
Druk op de toets g.
In het diplay verschijnt gedurende
•
ongeveer 4 sec. 0
00.
Stel binnen deze tijd met behulp van
de +/– toetsen een bereidingstijd in.
U kunt een tijd van maximal 99 minuten
en 59 seconden instellen.
Wanneer u een vermogen van 450 W
kiest kan er een bereidingstijd van
maximaal 60 minuten worden ingesteld.
In het display verschijnt de ingestelde
•
tijd in minuten
@ en AUTO knipperen.
len
seconden. De symbo-
Het apparaat stelt automatisch een temperatuur voor het grilleren in, die niet
kan worden gewijzigd.
Druk op de toets "Start/Stop".
De binnenverlichting gaat aan. De magnetron en het grillelement worden ingeschakeld. Het controlelampje op het bedieningspaneel brandt zolang de
verwarming is ingeschakeld.
De symbolen
@ en AUTObranden
constant en de ingestelde bereidingstijd wordt afgeteld. De magnetrondeur
is vergrendeld.
Na afloop van de ingestelde bereidingstijd worden de magnetron, het grillelement en de binnenverlichting automatisch uitgeschakeld. Er klinkt 3 keer
een akoestisch signaal en de symbolen
knipperen. U kunt het akoestische signaal uitzetten door op een willekeurige
toets te drukken. De magnetrondeur is
niet meer vergrendeld. In het display
verschijnt de dagtijd.
30
Bediening van de combinatieprogramma’s
Wanneer het gerecht nog niet gaar is
kan de functieschakelaar op dezelfde
stand blijven staan. De andere stappen
moeten in omgekeerde volgorde worden herhaald:
Druk op de toets g.
Stel met behulp van de +/– toetsen
de gewenste bereidingstijd in.
Het symbool AUTO knippert.
Druk op de toets h.
Het apparaat stelt een vermogen
van 300 W voor. Bovendien knippert
het symbool
Stel binnen 4 seconden met behulp
van de +/- toetsen het gewenste vermogen in.
Druk op de toets "Start/Stop".
In het display verschijnt de ingestelde
bereidingstijd.
Deur vóór afloop van het bereidingsproces ontgrendelen
Wanneer u de deur wilt ontgrendelen,
moet u het bereidingsproces onderbreken.
@ boven de punt.
Het apparaat uitschakelen
De ventilator zorgt ervoor dat er
geen condens in de warme oven
ontstaat. Laat de ventilator daarom
zolang draaien totdat het apparaat
voldoende is afgekoeld.
Draai de functieschakelaar op ,,0“.
Hierdoor wordt de ventilator uitgeschakeld.
Druk op de toets "Start/Stop".
Tijdens deze onderbreking wordt de
tijd gestopt. De ventilator blijft draaien.
De binnenverlichting gaat uit en de
symbolen knipperen.
Zet het bereidingsproces voort door:
de deur te sluiten
en op de toets "Start/Stop" te druk-
ken.
De binnenverlichting gaat aan en de
symbolen branden constant.
31
Instellingen wijzigen
Instellingen wijzigen
Voor het starten
Wanneer u vóór het starten van een bereidingsproces constateert dat u iet verkeerd heeft ingesteld dan kunt u dit
nog corrigeren.
Na het starten
Constateert u, nadat u een bereiding
heeft gestart, dat de instellingen niet
juist zijn, onderbreek dan de bereiding
met de toets "Start/Stop".
De ingestelde tijd wijzigen
Druk op de toets g om de tijdfunctie te activeren.
Stel de nieuwe tijd met behulp van
de +/– toetsen in.
Start het bereidingsproces door op
de toets "Start/Stop" te drukken.
Het vermogen wijzigen
Druk op de toets h om de functie
van het magnetronvermogen te activeren.
Stel een nieuw vermogen met behulp van de + /– toetsen in.
Start het bereidingsproces door op
de toets "Start/Stop" te drukken.
Tijdens deze onderbreking wordt de
tijd gestopt. De ventilator blijft draaien.
U kunt nu de instellingen voor vermogen en bereidingstijd wijzigen. Volg
hiervoor de aanwijzingen in de rubriek
"Voor het starten".
Start het bereidingsproces opnieuw
door op de toets "Start/Stop" te drukken.
32
Gebruik van de kookwekker
De kookwekker kunt u gebruiken voor
bereidingsprocessen buiten dit apparaat, bijv. voor het koken van eieren. U
kunt de kookwekker ook instellen wanneer er al een geprogrammeerd bereidingsproces is gestart.
Druk op de toets l.
•
In het display brandt 0
00 (uren • mi-
nuten) en het symbool l brandt onder
de punt.
Stel binnen 4 sec. een kookwekkertijd met behulp van de +/- toetsen in.
U kunt een kookwekkertijd van maximaal 24 uur kiezen.
In het display verschijnt na korte tijd de
dagtijd of de ingestelde tijd van het
reeds gestarte bereidingsproces.
De kookwekkertijd start automa
tisch. De toets "Start/Stop" hoeft
niet te worden ingedrukt.
De kookwekkertijd wordt afgeteld. Dit
wordt niet in het display weergegeven.
Druk op de toets l om de aflopende
kookwekkertijd zichtbaar te maken.
De kookwekkertijd wordt in minuten afgeteld. Vanaf 1 minuut loopt de kookwekkertijd in seconden af.
Gebruik van de kookwekker
Kookwekkertijd corrigeren
Wanneer u een verkeerde kookwekkertijd heeft ingesteld kunt u deze nog wijzigen.
Zodra de aflopende kookwekkertijd
in seconden wordt afgeteld, kan
deze niet meer worden gewijzigd.
Wanneer u in dat geval op de +/toetsen drukt, springt de tijd terug
•
00. In het display verschijnt
op 0
de dagtijd.
Druk op de toets l.
Corrigeer de kookwekkertijd met be-
hulp van de +/- toetsen.
Na afloop van de kookwekkertijd
klinkt er 3 keer een akoestisch signaal.
Het symbool
akoestische signaal uitzetten door op
een willekeurige toets te drukken.
Kookwekkertijd wissen
Druk op de toets l.
Druk de +/- toetsen tegelijk in.
De kookwekkertijd wordt op 0
gezet.
In het display verschijnt de dagtijd of
de ingestelde tijd van het reeds gestarte bereidingsproces.
l knippert. U kunt het
•
00
33
Ontdooien
Ontdooien
Met de verwarmingssoort "Magnetron"
kunnen kwetsbare levensmiddelen snel
en behoedzaam worden ontdooid.
Voor het ontdooien kunt u het beste de
volgende vermogens kiezen:
– van 150 W
voor het ontdooien van kwetsbare levensmiddelen zoals melk en cake;
– van 80 W
voor het ontdooien van zeer kwetsbare levensmiddelen zoals room, boter,
kaas, slagroom en crèmetaarten.
De bijbehorende tijden vindt u in de tabel op de volgende bladzijde.
Haal het ingevroren product uit de
verpakking en leg het in een schaal
die geschikt is voor gebruik in de
magnetron.
Zet de schaal midden op de bodem
van de binnenruimte.
Na het ontdooien
Laat het gerecht een paar minuten op
kamertemperatuur staan, zodat de temperatuur gelijkmatig over het gerecht
kan worden verdeeld.
Als u vrij grote hoeveelheden levensmiddelen, bijv. 2 kg vis, wilt ontdooien,
kunt u daar ook de glazen opvangschaal voor gebruiken. Zet de glazen
opvangschaal op de bodem van de
binnenruimte.
Op de helft van de ontdooitijd moet het
gerecht worden gekeerd, in stukken gesneden of doorgeroerd.
34
Tabel voor het ontdooien
melkproducten
slagroom
boter
plakjes kaas
melk
kwark
gebak / brood
cake
cake
fruittaart
boterkoek
slagroom-, crèmetaart
gebak van gist- of bladerdeeg
harde broodjes
harde broodjes
geroosterd brood
* Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
35
Verwarmen
Verwarmen
Met de verwarmingssoort "Magnetron"
kunt u levensmiddelen verwarmen.
Kies een vermogen van
– 900 W voor dranken,
– 900 W of 600 W voor gerechten,
– 450 W voor baby- en kindervoeding.
Baby- en kindervoeding mag niet te
warm worden. Verwarm deze daarom slechts
450 Watt.
1/2 tot 1 minuut op
Zorg ervoor dat voedsel altijd voldoende wordt verwarmd.
Als u twijfelt of het gerecht warm genoeg is, stel dan nog eens een tijd in.
De gerechten moet u tijdens het verwarmen tussendoor omscheppen of keren.
Omdat de buitenkant het eerst warm
wordt, is het raadzaam de buitenste
randen naar het midden toe te roeren.
Na het verwarmen
Verwarm de gerechten afgedekt.
Alleen gepaneerde gerechten mag u
niet afdekken.
Maak gesloten potjes altijd open.
Bij potjes kindervoeding moet u van
tevoren het deksel verwijderen.
Zuigflessen mogen alleen zonder
dop en speen worden verwarmd.
Plaats voor het verwarmen van een
vloeistof het bijgevoegde kookstaafje in het glas of de beker!
Verwarm hardgekookte eieren nooit
in de magnetron, ook niet zonder eierschaal. Eieren kunnen exploderen.
De benodigde tijd voor het verwarmen
is afhankelijk van de kwaliteit en de hoeveelheid van het gerecht en de temperatuur van het gerecht op het moment
dat u dit in de magnetron legt. Gerechten uit de koelkast bijvoorbeeld hebben
een langere tijd nodig om warm te worden dan gerechten op kamertemperatuur.
Wees voorzichtig als u het gerecht
uit de oven haalt! Het serviesgoed
kan heet zijn.
Het serviesgoed wordt niet door de microgolven verwarmd (met uitzondering
van vuurvast aardewerk), maar door de
warmte die het gerecht afgeeft.
Laat de gerechten nadat deze zijn verwarmd een paar minuten bij kamertemperatuur staan, zodat de warmte binnen het gerecht gelijkmatiger wordt
verdeeld.
Vergeet niet de gerechten om te scheppen of te schudden nadat ze zijn verwarmd, vooral baby- en kindervoeding.
Controleer of ze niet te heet zijn!
36
Tabel voor het verwarmen
Verwarmen
dranken **hoeveelheid
koffie,
drinktemperatuur 60 – 65 °C
1 kopje, 0,2 l
melk,
drinktemperatuur 60 – 65 °C
water
aan de kook brengen
babyfles (melk)
1 kopje, 0,2 l
1
1 kopje,
/8 l
ca. 200 ccm
bisschopswijn, grog
drinktemperatuur 60 – 65 °C
*Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
**Plaats het kookstaafje in het glas of de beker!
*** De tijden gelden voor gerechten die als ze in de oven worden gelegd, een temperatuur
hebben van ca. 5 °C .
Bij levensmiddelen die normaal gesproken niet in de koelkast worden bewaard, wordt uitgegaan van
een kamertemperatuur van ca. 20 °C.
Gerechten worden tot op een temperatuur van ca. 70 – 75 °C verwarmd, met uitzondering van babyvoeding en niet gebonden sauzen.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
37
Koken
Koken
Voor het koken van levensmiddelen
kunt u alle verwarmingssoorten en de
combinatieprgramma’s gebruiken.
De verwarmingssoort Magnetron is
onder andere geschikt voor het koken
van ovenschotels of voor het wellen
van gerechten, zoals rijstepap en griesmeel enz.
Kies voor het aan de kook brengen een
vermogen van 900 W en voor het doorkoken een vermogen van 450 W resp.
voor het afmaken een vermogen van
150 W.
De verwarmingssoort Hetelucht kunt
u kiezen voor het smoren en het blancheren van bijv. aardappels of groenten.
Kies een combinatieprogramma als u
de kooktijd wilt verkorten en het gerecht een bruin korstje moet krijgen.
Het combinatieprogramma Magne-tron + Grilleren is bijzonder geschikt
voor het koken en gratineren of bruineren van bijv. ovenschotels of toast.
Magnetron
Doe het gerecht in een schaal die geschikt is voor gebruik in de magnetron
en laat het afgedekt gaar worden.
Zet de schaal op de bodem van de binnenruimte.
De kooktijd van groente varieert al naar
gelang de versheid. Verse groente bevat meer water en is daardoor sneller
gaar. Bij groente die u al wat langer
heeft bewaard, moet u wat water toevoegen.
Tijdens het koken moet u het gerecht
mintens één keer omscheppen.
Levensmiddelen met een harde schil,
zoals tomaten, worstjes, in de schil gekookte aardappels of aubergines moet
u eerst inkepen of er een paar gaatjes
in prikken, zodat de waterdamp kan
ontsnappen en de levensmiddelen niet
uit elkaar spatten.
Eieren kunnen alleen met speciaal serviesgoed in de magnetron worden gekookt, anders spatten ze uit elkaar. Het
serviesgoed is bij speciaalzaken verkrijgbaar.
38
Eieren zonder schil kunnen alleen in de
magnetron worden gekookt als u daarvoor enkele malen met een speld in de
dooier prikt.
Koken
Hetelucht
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster in de eerste inschuifhoogte.
Voor deze verwarmingssoort is het volgende serviesgoed geschikt:
vuurvaste glazen schalen, porselein, rö-
mertopf, pan met hittebestendige
handgrepen.
Dek de gerechten die moeten smoren
of blancheren, zoals aardappels of
groenten, af. Daarmee voorkomt u dat
ze uitdrogen.
Als u wilt dat gerechten zoals vlees een
korstje krijgen, moet u deze onafgedekt
koken.
Combinatieprogramma’s
Zet het serviesgoed op de glazen opvangschaal en schuif deze in de eerste
inschuifhoogte.
Gebruik alleen hittebestendig servies dat geschikt is voor gebruik in
de magnetron. Geen metalen servies!
Dek de gerechten af bij het combinatieprogramma Magnetron + Hetelucht.
Daarmee voorkomt u dat ze uitdrogen.
Bij het combinatieprogramma Magnetron + Grilleren moet u de gerechten
onafgedekt koken. Ze worden anders
niet gebruineerd.
U dient zeer bederfelijk voedsel (zoals vis) goed gaar te laten worden.
Houd voor dit voedsel uitsluitend de
tijden in de tabellen aan!
39
Koken
Tabel voor het koken
vermogen
hoeveelheid
forel2 st. à 250 g4+5 – 62 – 3
desserts
abrikozenmousse
vanillemousse
vlees en gevogelte
zonder bruine korst,
vis, fruit, soep, éénpansgerechten, groente
* Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
1
/2 l
1
/2 l
900 W + 450 W
tijd tijd
in min. in min.
4 – 5
5 – 6
– – 2 – 3
–
–
doorkooktijd bij
kamertemperatuur *
in min.
–
–
40
Tabel voor het koken en gratineren / bruineren
Koken
gevulde paprika’s
kant-en-klaar lasagne
ovenschotel met kaas
1)
1)
2)
gehakt, gevuld met groente 3)
gegratineerde aardappels met kaas
vis met een korstje
450
* Het verdient aanbeveling om groente, sauzen en vullingen afgedekt voor te koken.
** Voor grilleren 5 minuten voorverwarmen; gerecht op het rooster leggen.
1) eerste inschuifhoogte
2) tweede inschuifhoogte
3) bodem van de ovenruimte
De glazen opvangschaal met het rooster in de genoemde inschuifhoogte plaatsen.
Doorkooktijd bij kamertemperatuur:
ca. 5 minuten, bij kooktijden onder de 10 minuten ca. 2 minuten.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
tijd
in min.
10 – 12
22 – 24
8 – 12**
28 – 30
25 – 27
8 – 12**
14 – 18**
tijd in min.
45 – 50
20 – 25
30 – 35
25 – 30
28 – 30
44 – 48
3 – 4**
5 – 6**
5 – 6**
41
Ontdooien en verwarmen / koken
Ontdooien en verwarmen / koken
Voor het gelijktijdig ontdooien en verwarmen of koken van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– de verwarmingssoort "Magnetron h";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren h+J".
De verwarmingssoort Magnetron is
aan te bevelen voor ingevroren levensmiddelen, die niet gebruineerd hoeven
te worden.
Het combinatieprogramma is aan te
bevelen voor ingevroren gerechten die
moeten worden gegratineerd en gebruineerd.
Combinatieprogramma
Voor ingevroren gerechten die moeten
worden gegratineerd en gebruineerd
kunt u het combinatieprogramma "Magnetron + Grilleren" kiezen. Kies een vermogen van 450 W. De temperatuur van
de grill wordt automatisch ingesteld. U
kunt deze temperatuur niet wijzigen.
Doe het gerecht in een hittebestendige
schaal die geschikt is voor gebruik in
de magnetron en plaats de schaal op
de glazen opvangschaal. De glazen opvangschaal op de tweede inschuifhoogte in het apparaat schuiven. Dek het gerecht niet af.
Magnetron
Ingevroren gerechten kunt u met 900 W
en 450 W gelijktijdig ontdooien en verwarmen of koken.
De tijden kunt u vinden in de tabel op
de volgende bladzijde.
Haal het gerecht uit de verpakking en
leg het in een schaal die geschikt is
voor gebruik in de magnetron. Laat het
afgedekt ontdooien en warm, resp.
gaar worden.
Soep of groente af en toe doorroeren.
Plakjes vlees voorzichtig van elkaar halen en halverwege de ontdooitijd omkeren. Vis moet u ook halverwege omkeren.
Ingevroren gerechten die volgens de
aanwijzingen op de verpakking in de
oven kunnen worden bereid, zijn ook
geschikt voor bereiding in de magnetron.
Gerechten in aluminium bakjes kunnen
direct op de glazen opvangschaal worden gezet.
Mocht het gerecht niet naar wens zijn
gebruineerd, zet de schaal dan de volgende keer op het verstelbare rooster
en schuif dit met de glazen opvangschaal op de eerste inschuifhoogte in
het apparaat.
42
Ontdooien en verwarmen / koken
Tabel voor het ontdooien en verwarmen / koken van diepvriesgerechten
gerechthoeveel-
soep
crèmesoep
heldere runderbouillon
met groente
maaltijdsoep
vis
visfilet
zalmfilet
in kruidenroomsaus
vlees
tartaartje
gebraden stuk vlees
goulash
gehaktballetjes in saus
kippenragout
groente
prei met roomsaus
spruitjes
1
/8 l water
+
groenteschotel
1
/8 l water
+
rijst-, pastagerechten (schotels)
paella
+ 0,1 l water
tortellini
+ 0,2 l melk
lasagne
* Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
heid
0,75 l
0,8 l
0,75 l
400 g
400 g
160 g
450 g
250 g
450 g
450 g
450 g
300 g
400 g
400 g
450 g
420 g
vermogen
900 W + 450 W
tijd tijd
in min. in min.
7
8
7
4
3
3
3
3
3
3
4
4
5
6 – 7
5
3
+
8 – 10
+
10 – 12
+
8 – 10
+
10 – 12
+
10 – 12
+
+
+
+
+
+
+
+
+
7 – 8
5 – 6
6 – 7
7 – 8
7 – 8
4 – 5
6 – 7
4 – 5
10 – 12
–
–
doorkooktijd
bij kamer-
temperatuur *
in min.
2
2
2
2
2
1
1
1
2
2
2
2
3
2
2
2
43
Ontdooien en verwarmen / koken
Tabel voor het ontdooien en verwarmen / koken
en gratineren / bruineren van diepvriesgerechten
combinatieprogramma
Magnetron + Grilleren
doorkooktijd
bij kamer-
temperatuur *
in min.
pizza
lasagne
aardappelschotel
met broccoli en ham
ovenschotel van volkorenmacaroni met groente en ham
visfilet
2 hamburgers
gewicht
250 g
450 g
350 g
350 g
450 g
250 g
vermogen
in W
450
450
450
450
450
450
tijd
in min.
8 – 10
14 – 16
14 – 16
16 – 18
18 – 20
8 – 10
* Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
Doe het gerecht in hittebestendig serviesgoed dat geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Gerechten in aluminium bakjes kunnen direct op de glazen opvangschaal worden gezet.
Dek het gerecht niet af.
De glazen opvangschaal op de tweede inschuifhoogte in het apparaat schuiven.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
2
2
2
2
2
2
44
Grilleren
Grilleren
Voor het grilleren van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– de verwarmingssoort "Grilleren";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren";
De verwarmingssoort Grilleren is aan
te bevelen voor platte stukken vlees zoals karbonade, biefstuk en hamburgers
en voor toast en belegde toast.
Gebruik bij de combinatieprogramma’s
tijdens de hele bereiding een vermogen
van maximaal 450 W.
Voordat u gaat grilleren
Spoel het vlees snel onder koud stromend water af. Droog het goed af.
Zout het vlees niet vóór het grilleren,
omdat het vlees dan teveel vocht verliest. Bestrijk mager vlees alleen met
olie. Andere soorten vet worden zwart
of veroorzaken rookontwikkeling. Platte
stukken vis maakt u als gewoonlijk
schoon. Daarna licht zouten en met
citroensap besprenkelen.
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster in het apparaat:
– als u platte gerechten wilt grilleren
op de tweede inschuifhoogte in het
apparaat,
– als u gerechten met een grotere
doorsnede wilt grilleren op de eerste
inschuifhoogte.
Keer het gerecht halverwege om.
Is het vlees gaar ?
Als u wilt weten in hoeverre het vlees
gaar is, druk er dan met een lepel op.
– Wanneer het vlees zacht aanvoelt is
het rood van binnen.
– Wanneer het vlees niet echt zacht
maar ook niet echt hard aanvoelt is
het roze van binnen ("medium").
Wanneer het vlees hard aanvoelt is het
doorbakken ("well done“).
Grilleren
U moet het verwarmingselement van
de grill ca. 5 minuten voorverwarmen.
De deur van het apparaat moet daarbij
gesloten zijn.
Gebruik de verwarmingssoort "Magnetron" niet.
Besprenkel het rooster als u gaat grille-ren met olie en leg het gerecht erop.
U kunt het beste stukken vlees van gelijke grootte tegelijk bereiden, zodat de
bereidingstijd niet teveel verschilt.
– de werkwijze ‘Hete lucht D’;
– het combinatieprogramma
‘Magnetron en Hete lucht h+D’.
De werkwijze Hete lucht is aan te bevelen voor het bakken van koekjes, biscuit-, soezen- en bladerdeeg alsook
voor appelflappen.
Het combinatieprogramma is aan te
bevelen voor het bakken van deeg met
een langere baktijd, bv. gistdeeg,
kwark-oliedeeg, cakebeslag en kneeddeeg.
Verwarmingssoort Hete lucht
Vaak worden er bij het bakken hogere
temperaturen ingesteld dan in de tabellen aangegeven. Dat verkort weliswaar
de baktijd, maar heeft niet zelden tot
gevolg dat het gerecht niet gelijkmatig
bruint. Als u een iets lagere temperatuur en een iets langere baktijd instelt,
wordt het gerecht gelijkmatig bruin.
Combinatieprogramma
Schuif de glazen opvangschaal op de
eerste inschuifhoogte in het apparaat
en zet de bakvorm erop.
Schuif de glazen opvangschaal met het
rooster op de eerste inschuifhoogte in
het apparaat en zet de bakvorm erop.
Schuif de glazen opvangschaal niet
helemaal tegen de achterwand aan;
hou ongeveer 2 cm afstand. Anders
bruint het gerecht ongelijkmatig.
Alle hittebestendige bakvormen zijn geschikt, ook heldere bakvormen van dun
materiaal.
Kies geen al te lange baktijd, want dan
droogt het gebak uit.
Schuif de glazen opvangschaal niet
helemaal tegen de achterwand aan;
hou ongeveer 2 cm afstand. Anders
bruint het gerecht ongelijkmatig.
Gebruik bij voorkeur bakvormen van hittebestendig glas of keramiek, omdat
microgolven door dit materiaal heen
kunnen dringen.
Bakvormen van metaal daarentegen
zijn niet geschikt omdat de microgolven door het metaal worden gereflecteerd. De microgolven kunnen alleen
van boven bij het gerecht komen.
47
Bakken
Bovendien kunnen er bij metalen bakvormen vonken ontstaan. Zet de vorm
dan zo op de glazen opvangschaal dat
de achterwand niet wordt aangeraakt.
Is het probleem dan nog niet opgelost,
gebruik deze vorm dan niet nog eens
voor het combinatieprogramma.
Gebruik geen papieren bakvormen
met aluminiumfolie (bv. van bakmengsels). Dit in verband met gevaar voor brand!
Stel voor de gehele baktijd de magnetron in. Het vermogen mag niet hoger
zijn dan 150 W.
In de tabel voor het bakken van gerechten, die u op de volgende bladzijde
vindt, zijn temperaturen en vermogens
aangegeven. Daarbij is rekening gehouden met de bakvorm, de hoeveelheid
deeg en de manier van bakken. In het
algemeen kunt u de gemiddelde temperatuur kiezen.
De bereidingstijd is afhankelijk van de
bakvorm, de hoeveelheid deeg en de
manier van bakken. Daarom is er bij de
bereidingstijden in de tabel een marge
aangehouden.
Zo de vetfilter voor de aanzuigopening van de ventilator zit, wordt de
bakduur verlengd.
Controleer na afloop van de minimum
bereidingstijd of het gebak gaar is door
met een breinaald in het deeg te prikken. Als er geen deeg aan blijft kleven,
is het gebak gaar.
150 – 170 °C
160 – 180 °C
150 – 170 °C
160 – 180 °C
170 – 190 °C
170 – 190 °C
150 – 170 °C
150 – 170 °C
160 – 180 °C25 – 30’–––
170 – 190 °C20 – 25’–––
120 – 140 °C35 – 45’–––
35 – 45’
40 – 50’
50 – 60’
40 – 50’
50 – 55’
40 – 50’
35 – 40’
25 – 30’
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een niet voorverwarmde oven. Bij een voorverwarmde oven worden de bereidingstijden ca. 10 minuten korter.
1) Eerste en tweede inschuifhoogte.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
Tijd
Magnetron-
vermogen
in W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
–
–
–
–
150 W
150 W
–
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
–
–
150 W
–
150 W
Tempera-
tuur in °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
–
–
–
–
160 °C
160 °C
–
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
170 °C
160 °C
–
–
180 °C
–
160 °C
Tijd
in min.
40 – 44’
50 – 56’
20 – 25’
40 – 46’
30 – 35’
25 – 30’
40 – 44’
15 – 20’
–
–
–
–
15 – 20’
30 – 36’
–
64 – 70’
38 – 48’
50 – 60’
30 – 34’
30 – 36’
30 – 34’
–
–
36 – 40’
–
20 – 25’
49
Inmaken
Inmaken
Voor het inmaken kunt u gebruiken:
– de verwarmingssoort "Magnetron";
– de verwarmingssoort "Hetelucht".
Het volgende servies is geschikt om in
te maken:
– Weckpotten.
– Alleen voor Hetelucht: potten met
schroefdeksels. Gebruik alleen potten uit de speciaalzaak die geschikt
zijn voor inmaken.
Gebruik geen conservenblikken.
Bereid de weckpotten voor zoals u gewend bent.
De weckpotten mogen tot maximaal 2
cm onder de bovenrand worden gevuld.
U kunt maximaal 5 potten van een halve liter inmaken.
Magnetron
Sluit de potten alleen af met een
klem die geschikt is voor gebruik in
de magnetron of met doorzichtig
plakband.
Gebruik nooit metalen klemmen
i.v.m. brandgevaar.
Zet de potten op de bodem van de
ovenruimte.
Breng de inhoud met een vermogen
van 900 W aan het borrelen (d.w.z.
gelijkmatig opstijgen van luchtbelletjes in alle potten).
50
De daarvoor benodigde tijd hangt af
van
– de temperatuur van de inhoud van
de weckpot op het moment dat u
deze in de oven plaatst;
– het aantal potten.
De tijd die nodig is voordat er in alle
potten gelijkmatig luchtbelletjes opstijgen, is bij
Bij fruit zijn deze tijden voldoende voor
het inmaken.
Verlaag bij groenten het vermogen tot
450 W, nadat de inhoud is gaan borrelen en kook
– wortels ca. 15 minuten
– erwten ca. 25 minuten.
Hetelucht
Zet de potten op de glazen opvangschaal en schuif de schaal op de
eerste inschuifhoogte in het apparaat.
Giet er ca. 1/2 l water bij.
Nadat de inhoud is gaan borrelen:
– fruit:
Laat de potten nog 25 – 30 minuten lan-
ger in de magnetron staan. Gebruik
daarvoor de restwarmte.
– groenten:
Stel een temperatuur van 100 °C in.
Kook:
asperges, wortels . . . . 60 – 90 minuten
erwten . . . . . . . . . . . . 90 – 120 minuten
Laat de potten nog 25 – 30 minuten langer in de magnetron staan. Gebruik
daarvoor de restwarmte.
Na het inmaken
Haal de potten uit de magnetron en
laat ze ca. 24 uur onder een doek op
een tochtvrije plaats staan.
Verwijder de klemmen of het plakband en controleer of alle potten
goed dicht zitten.
Stel een temperatuur van
150 – 170°C in.
Deze temperatuur moet worden aangehouden totdat de inhoud gaat borrelen.
Heeft u 5 potten van 1/2 liter in de ovenruimte gezet, dan duurt het ca. 30 –
35 minuten totdat de inhoud gaat borrelen.
51
Geteste gerechten
Geteste gerechten
Gerechten getest volgens DIN 44 566
gerecht
kip
ontdooien
rundergehakt
ontdooien
frambozen
ontdooien
diepvriesgoulash
ontdooien en
verwarmen
spinazie
ontdooien en
verwarmen
baarsfilet
ontdooien en
koken
erwten ontdooien en koken
ge-
wichtvermogentijd in
1000 g150 W38 – 4210met de borst naar onderen
500 g150 W18 – 2010 – 15onafgedekt ontdooien,
250 g150 W7 – 810onafgedekt ontdooien
500 g900 W
+450 W
450 g900 W
+450 W
400 g900 W
+450 W
300 g900 W
+450 W
min.
5
+10
5
+8
4
+6
3
+5
Geteste gerechten volgens DIN 44 566
doorwarm-
tijd
in min.
3gerecht afdekken,
3gerecht afdekken,
5gerecht afdekken,
3gerecht afdekken,
tips
leggen, onafgedekt
ontdooien, halverwege de
tijd omkeren
halverwege de tijd omkeren
na 5 min. omkeren en in
stukken snijden
na 5 min. omscheppen
na 4 min. omkeren
halverwege de tijd
omscheppen
gerecht
linsenstamppot
verwarmen
gehaktbrood
bereiden
kip
braden
52
hoe-
veel-
heid
1000 g600 W10 – 123gerecht afdekken,
750 g900 W
900 g900 W
vermogentijd
+450 W
+450 W
in min.
4
+14
4
+8
1
/
2
doorwarm-
tijd
in min.
5onafgedekt gaar laten
3met de borst naar onderen
tips
halverwege de tijd
omscheppen
worden
leggen,
halverwege de tijd omkeren
Geteste gerechten volgens IEC 59 H
Geteste gerechten
gerecht
test A
kandeel
test B
biscuitdeeg
test C
gehakt
rundergehakt
ontdooien
aardbeien
ontdooien
hoeveel-
heidvermogentijd
in min.
1000 g450 W28 – 30120servies:
475 g450 W7 – 85servies:
900 g450 W20 –225servies:
500 g150 W20 – 2210niet afdekken bij
250 g150 W7 – 810niet afdekken bij
Geteste gerechten volgens DIN 44 547
doorwarm-
tijd
in min.
tips
Pyrex 3.226.85
niet afdekken
Pyrex 3.827.80
gerecht afdekken
Pyrex 3.827.80
gerecht afdekken
ontdooien,
halverwege de tijd
omkeren
ontdooien
gebakbakvorm /
spritsen1 glazen
zacht biscuitdeeg
plaatkoek van
gistdeeg
1) eerste inschuifhoogte
2) eerste en tweede inschuifhoogte
glazen schaal
aantal
1)
schaal
2 glazen
1 glazen
schaal
1 glazen
schaal
2)
1)
1)
1)
schalen
springvorm
verwarmings-
soort /
programma
Hetelucht–15035 – 40
Hetelucht–15040 – 45
Hetelucht–17028 – 33
Hetelucht–17050 – 60
Magnetron +
Hetelucht
vermogen
in W
15017044 – 50
temperatuur
in °C
in min.
tijd
53
Geteste gerechten
Andere geteste gerechten
gebak /
gerecht
1)
cake
1)
eend
1700 g
varkensvlees
1500 g
3)
tosti
1) eerste inschuifhoogte
2) eerste en tweede inschuifhoogte
3) tweede inschuifhoogte
1)
bakvorm /
glazen
schaal
cakeblikHetelucht–16055 – 65
cakeblikMagnetron +
rooster op
glazen schaal
glazen schaalMagnetron +
rooster op
glazen schaal
glazen schaalMagnetron +
rooster op
glazen schaal
verwarmings-
soort /
programma
Hetelucht
Hetelucht–180100 – 120
Hetelucht
Hetelucht–160120 – 140
Hetelucht
Grill– 200voorverwarmen:
vermogen
in W
15016040 – 44
15018070 – 80
30016070 – 80
temperatuur
in °C
max. 180 sec.
in min.
5 min.
Grilleren:
tijd
54
Reiniging en onderhoud
Roestvrijstalen front
Gebruik nooit middelen die het oppervlak aantasten, zoals zand-,
soda-, zuur-, of chloorhoudende reinigingsmiddelen.
Reiniging en onderhoud
Binnenruimte
De binnenruimte bestaat uit roestvrij
staal. Door de hoge temperaturen die
bij de traditionele verwarmingssoorten
worden gebruikt, kan het roestvrij staal
donkerder worden.
Voor het onderhoud van het front is een
niet-schurend middel voor roestvrij
staal geschikt. Breng het middel gelijkmatig aan. Wrijf het uit met een vochtige doek en wrijf het front daarna droog.
Front, bedieningspaneel
Neem het front en het bedieningspaneel met een mild reinigingsmiddel of
met een beetje afwasmiddel in water
af. Wrijf ze daarna met een zachte
doek droog.
Gebruik geen schuurmiddelen,
want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij een apparaat met een wit front na ieder gebruik
de handgreep van de deur met een
mild vetoplossend reinigingsmiddel,
bijv. afwasmiddel af te nemen. Zo voorkomt u dat vet of andere resten inbranden.
De binnenruimte is na gebruik erg
heet. U zou zich kunnen verbranden!
U kunt de binnenruimte het beste reinigen iedere keer nadat u de oven
heeft gebruikt. Hoe langer u wacht
met schoonmaken, des te moeilijker
wordt het om de oven schoon te krijgen. In extreme gevallen is het zelfs
onmogelijk.
Draai de functieschakelaar op
de binnenverlichting in te schakelen.
Neem de binnenruimte met een mild reinigingsmiddel of met een beetje afwasmiddel in water af. Gebruik daarvoor
een doek, een zachte spons of een
zacht borsteltje.
Wrijf de binnenruimte daarna met een
zachte doek droog.
Mocht er iets aangekoekt zijn, reinig de
binnenruimte dan met een sponsje
voor servies en met een niet-schurend
reinigingsmiddel of met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
n om
Gebruik geen schuurmiddelen.
Deze veroorzaken krassen.
Let bij het gebruik van ovensprays
beslist op de aanwijzingen van de
fabrikant. Spuit de ovenspray niet in
de openingen.
55
Reiniging en onderhoud
Neem de binnenruimte niet af met een
te natte doek, want dan kan er water in
de openingen komen.
Aangekoekt vruchtensap en deeg kunt
u het beste verwijderen wanneer de
oven nog warm is.
Door gemorst vruchtensap kan de binnenruimte blijvend verkleuren.
Glazen bodemplaat
De glazen bodemplaat kan voor het reinigen uit de magnetron worden gehaald.
Steek de bijgevoegde spatel tussen
de glazen bodemplaat en de rand
van de oven.
Duw de spatel voorzichtig naar u toe
en til de glazen bodemplaat met uw
vrije hand op.
Plaats na het reinigen de glazen bodem plaat weer in de oven.
Leg de plaat met twee handen op de
steunen aan de achterwand van de
oven. Laat vervolgens de plaat voorzichtig zakken.
Let op dat de glazen bodemplaat
recht in de oven ligt.
Bovenkant van de binnenruimte
Mocht de bovenkant van de binnenruimte bijzonder hardnekkige vlekken
vertonen, kunt u de bovenkant het beste reinigen na éérst het verwarmingselement voor het grilleren te hebben laten zakken.
Laat het verwarmingselement pas
zakken als het koud is. U kunt zich
er anders aan branden.
Trek de glazen bodemplaat eruit.
Reinig de glazen bodemplaat in de
afwasautomaat of met de hand.
Leg de plaat op een gladde ondergrond wanneer u de plaat met de
hand reinigt. Anders kan de plaat beschadigen. Gebruik geen schurende
reinigingsmiddelen anders ontstaan
er krassen op het glas.
56
Trek de bevestigingsknop naar beneden.
Laat het verwarmingselement zakken.
Duw het grillverwarmingselement
niet met geweld omlaag, want daardoor kan het beschadigen.
Klap het element weer naar boven,
nadat u de bovenkant van de binnenruimte heeft gereinigd. De bevestigingsknop moet vastklikken.
Reiniging en onderhoud
Binnenkant van de deur
Houd de binnenkant van de deur steeds
schoon. Gebruik geen schuurmiddelen!
Controleer de deur en de dichting hiervan iedere keer op beschadigingen.
Mocht de deur beschadigd zijn,
dan mag u totdat de Technische
Dienst deze heeft gerepareerd de
magnetronfunctie niet gebruiken.
Accessoires
Rooster
Het rooster na ieder gebruik afwassen
en afdrogen. Verwijder aangekoekte
etensresten met een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal.
Glazen opvangschaal
De opvangschaal kan in de afwasautomaat of met de hand worden afgewassen. Gebruik geen schuurmiddelen,
omdat deze krassen veroorzaken.
Kookstaafje
Het kookstaafje kan in de afwasautomaat worden gereinigd.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Glazen rugwand met vetfilter
Laat de vetfilter in de vaatwasser mee
afwassen of maak hem in een heet sopje met afwasmiddel schoon.
57
Nuttige tips
Nuttige tips
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet,
dan kan de gebruiker grote risico’s
lopen.
. . . de magnetron / verwarming wel
werkt, maar de binnenruimteverlichting niet?
Het halogeenlampje is defect.
U vervangt het lampje als volgt:
De volgende problemen kunt u echter
zelf oplossen:
Wat moet u doen als . . . .
. . . het display donker is?
Controleer of
– de stekker goed in het stopcontact zit;
– de zekering in orde is.
Is dit wel het geval
– neem dan contact op met uw Miele-
handelaar of met de Miele-naverkoopdienst.
. . het apparaat niet met de bereiding begint?
Controleer of
– de deur van het apparaat bij een be-
reiding met de verwarmingssoort
"Magnetron" wel goed is gesloten;
– er bij een bereidingsproces met de
verwarmingssoort "Magnetron" wel
een vermogen en een tijd is ingevoerd.
Trek de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering van de huisinstallatie uit.
Draai de lampafdekking los en verwijder deze (1.).
Trek het halogeenlampje eruit (2).
Zet er een nieuw halogeenlampje in.
Aansluitgegevens van het halogeenlampje: 12 V, 10 W, thermisch belastbaar tot 300 °C, fitting W271, fa. Osram, type 64418
De draadjes moeten horizontaal naar
het apparaat wijzen. Druk de lampjes
zo ver naar binnen totdat u weerstand
voelt.
58
Schroef de lampafdekking er weer op.
Steek de stekker weer in het stopcon-
tact of schakel de zekering van de
huisinstallatie weer in.
Nuttige tips
. . . het gerecht na afloop van de ingestelde tijd niet warm, resp. gaar genoeg is ?
Controleer of de bereiding is onderbroken.
– Zo ja, controleer dan of de magne-
tron daarna wel weer is aangezet.
– Als u met Magnetron heeft gekookt /
verwarmd, controleer dan of u wel
die tijd heeft gekozen die overeenkomt met het ingestelde vermogen.
Hoe lager het vermogen, des te langer de bereidingstijd.
. . . gebak nog niet gaar is na afloop
van de tijd die in de tabel voor het bakken van gerechten staat aangegeven?
Controleer of
– de juiste temperatuur is ingesteld;
– u zich wel precies aan het recept
heeft gehouden. Als u meer vocht en
eieren toevoegt dan in het recept
staat, wordt het deeg vochtiger en
moet langer gebakken worden;
. . . gebak niet overal even bruin is
geworden?
Een verschil is er altijd.
Als het verschil te groot is, controleer
dan
– of de ingestelde temperatuur te
hoog is geweest;
– of de glazen opvangschaal tegen de
achterwand aan is geschoven;
– of het vetfilter voor de aanzuigope-
ning van de ventilator is geplaatst;
– van welk materiaal de bakvorm is
vervaardigd en welke kleur deze
heeft. Bakvormen van licht, helder
en dun materiaal zijn niet zo goed
geschikt.
– of de glazen acherwand met vetfilter
voor de aanzuigopening van de ventilator is geplaatst. In dat geval is de
bereidingstijd iets langer.
59
Nuttige tips
. . . de gerechten te snel afkoelen nadat ze met magnetron zijn verwarmd/
gekookt?
De warmte van de magnetron ontstaat
altijd eerst aan de buitenkant van het
gerecht en verplaatst zich vervolgens
naar het midden.
Wordt een gerecht dus op een hoog
vermogen verwarmd, kan het van buiten al warm zijn, maar van binnen nog
niet. Tijdens de doorwarmtijd wordt de
temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld, waardoor de warmte
naar binnen toe gaat en de buitenkant
kouder wordt.
Daarom moet u gerechten die uit verschillende ingrediënten bestaan, zoals
kant-en-klaar maaltijden en éénpansge-
rechten, opwarmen op een lager vermogen en gedurende een wat langere
tijd.
. . . u bij gebruik van de magnetron
vreemde geluiden hoort?
Controleer of
– er vonken onstaan door het gebruik
van metalen servies (zie de rubriek
"Serviesgoed dat geschikt is voor de
magnetron");
– het gerecht met aluminiumfolie is af-
gedekt. Zo ja, verwijder de folie.
60
Technische Dienst
Neem in geval van storingen waaraan
u zelf niet kunt verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Miele-naverkoopdienst.
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Technische Dienst
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het machinetype
en -nummer op.
– Beide gegevens vindt u op het type-
plaatje. Dat vindt u op de voorzijde
van de ovenruimte.
61
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Uw toestel is uitgerust met een kabel
en een stekker. Het is klaar om te worden aangesloten op eenfasige stroom
230 V, 50 Hz.
De smeltveiligheden bedragen 16 A.
Er mag enkel worden aangesloten op
een degelijk geïnstalleerd stopcontact
met aarding.
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of is er een vaste
aansluiting voorzien, dan moet die voor
elke fase met een stroomonderbreker
uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers
kunnen er schakelaars worden gebruikt
met een contactopening van meer dan
3 mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
De vereiste gegevens over de aanslui-ting vindt u op het typeplaatje. Dat
vindt u op de voorzijde van de ovenruimte. Ga na of deze gegevens met
die van het net overeenstemmen.
Zo de aansluitkabel beschadigd is, laat
die dan door een speciale kabel door
de Miele-naverkoopdienst vervangen.
62
Inbouw
Inbouw- en combinatiemogelijkheden
Het apparaat kan worden ingebouwd
– in een kolomkast in combinatie met
een gewone oven,
– in een kolomkast,
– in een onderkast.
Inbouwafmetingen
Inbouw in een kolomkast in combinatie met een gewone oven
Inbouw
Inbouw in een kolomkast
Inbouw in een onderkast
Als de oven met een kookvlak wordt
gecombineerd, hou dan rekening
met de opmerkingen omtrent de inbouw van kookvlakken.
63
Inbouw
Inbouwhandleiding
Sluit het toestel aan op het stroomnet.
646566
Plaats het toestel tot aan de wasemlijst in de inbouwkast en zet het waterpas.
Open de toesteldeur en bevestig het
toestel met twee schroeven aan de
zijwanden van de kast.
Het apparaat mag alleen worden
gebruikt als het is ingebouwd.
67
Wijzigingen voorbehouden / 22 / 002B – 1798
M.-Nr. 04 996 240 (H 152 MB, H 162 MB)
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.