Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u uw toestel installeert en
in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat. M.-Nr. 04 996 220
*
Page 2
Beschrijving van de toestellen
Beschrijving van de toestellen
2
Page 3
Beschrijving van de toestellen
b Display (naar gelang van het model)
- handmatig / automatisch
- voor de werkwijzen
c Invoerdisplay
d Display voor de gekozen instellingen
e Display voor de levensmiddelen-
groepen
f Display voor de klok
g Functiekiezer voor het instellen
van de werkwijze / de programma’s
h Toets –/+ met controlelampje:
voor het kiezen van een microgolfvermogen, temperatuur, tijd, levensmiddelengroep, gewicht
i Toets voor het onderbreken of wissen
van een bereidingsproces
j Toets voor het starten van een berei-
dingsproces, met controlelampje
Toets voor het bevestigen van de
Plaats het vetfilter als u op het rooster
braadt met de werkwijzen Hete lucht,
Braadautomaat en Griller met luchtcirculatie, zowel alleen als in combinatie
met microgolven.
l Toets voor de memory-functie M
m Toets voor het snelkiessysteem c
n Toets voor het invoeren van tijd
o Grillelement
p Verlichting van de ovenruimte
q Tweede inschuifhoogte
r Eerste inschuifhoogte
s Uitneembare glazen achterwand
Aanzuigopening voor de ventilator
t
u Typeplaatje
Het vetfilter vangt de door de luchtcirculatie meegenomen vetdruppels op.
Daardoor blijven de ovenruimte en de
ruimte achter de achterwand van de
voen schoner.
Het apparaat laat meteen zien wat u
dient te doen. Zodra u een bedieningselement hanteert, ziet u een reactie aan
de hand van het display en de controlelampjes.
Werkwijzen
Deze werkwijzen kunt u apart kiezen:
– Magnetron h
Hiermee kunt u gerechten in korte tijd
ontdooien, verwarmen en koken.
– Hete lucht D
Hiermee kunt u gerechten met een
hete luchtstroom bakken en koken.
– Braadautomaat E
Hiermee kunt u het braadproces automatisch laten beginnen en daarna laten doorbraden.
– Grilleren J
Hiermee kunt u platte stukken vlees grilleren. Hou tijdens het grilleren de deur
gesloten.
– Grilleren met luchtcirculatie I
Hiermee kunt u grotere stukken vlees
grilleren, bv. rollade en gevogelte.
Hou tijdens het grilleren de deur gesloten.
Combinatieprogramma’s
Hiermee kunt u de werkwijze Magnetron met een conventionele werkwijze
combineren.
Functiebeschrijving
Automatische programma’s
Met deze programma’s kunt u bepaal-
de levensmiddelen koken
P en ontdooien N met de
men
magnetron.
De automatische programma’s worden
op het gewicht van het voedsel afgestemd. Dat betekent dat u na het kiezen van de levensmiddelengroep zelf
het gewicht van de levensmiddelen
moet instellen. Vermogen en tijd worden dan door het apparaat gekozen.
Functie ‘Memory"
Hiermee kunt u maximaal 5 combinaties van vermogen en tijd opslaan voor
een bereiding met Magnetron, bijvoorbeeld als u gerechten wilt ontdooien en
daarna meteen wilt koken.
Snelkiessysteem
Hiermee kunt u voor bereidingsprocessen met de magnetron, die u vaak
kiest, een vermogen en tijd opslaan.
Automatische voorkeuze
Om een bereidingsproces max. 23 uur
en 59 minuten uit te stellen.
Kookwekker
Deze kunt u gebruiken voor bereidingsprocessen buiten dit apparaat, bv. voor
het koken van eieren.
Klokweergave
Als het apparaat niet is ingeschakeld
verschijnt in het display de kloktijd.
Deze weergave kunt ook uitzetten.
Q, verwar-
7
Page 8
Functiebeschrijving
Veiligheidsvoorzieningen
Deurvergrendeling
Als een bereidingsproces met Magnetron wordt gestart, blijft de deur tot het
einde van de bereiding vergrendeld.
U kunt de deurvergrendeling met de
toets ‘Stop/C’ ongedaan maken. De bereiding wordt dan onderbroken.
Inschakelbeveiliging
Met de inschakelbeveiliging voorkomt u
dat er ongewild gegevens worden ingesteld.
Veilig uitschakelen
Een bereiding met een traditionele
werkwijze kunt u starten zonder eerst
een tijd in te voeren. Om te voorkomen
dat het apparaat constant aanstaat en
er brand ontstaat, wordt het apparaat
afhankelijk van de gekozen werkwijze
en temperatuur automatisch uitgeschakeld. Dit gebeurt 1 uur
of max. 10 uur nadat u het apparaat
voor het laatst heeft bediend.
Energiebesparende functies
Deurcontactschakelaar
Opent u de deur tijdens een bereidingsproces met traditionele verwarming,
dan worden verwarming en hete luchtventilator automatisch uitgeschakeld.
Nadat u de deur gesloten en de toets
‘Start’ ingedrukt hebt, gaat het proces
verder. U kunt de deur tijdens een bereidingsproces met traditionele verwarming ook openen zonder eerst de toets
‘Stop/C’ in te drukken. Als u in dat geval de bereiding wilt voortzetten, hoeft
u niet meer de starttoets in te drukken,
maar alleen de deur dicht te doen.
Resterende warmte benutten
Bij ‘hete lucht’ en ‘Braadautomaat’
wordt de verwarming automatisch uitgeschakeld als de deur gesloten is en
de nog aanwezige hitte voldoende is
voor de bereiding van het gerecht. Als
er warmteverlies optreedt, bv. als u de
ovendeur opent, wordt de verwarming
automatisch weer ingeschakeld.
Na afloop van een bereidingsproces
met de werkwijze ‘Magnetron’ kan er
pas na 30 sec. opnieuw een bereiding
met ‘Magnetron’ worden gestart.
8
Functie ‘Nachtverlichting’
U kunt het apparaat zo programmeren
dat het licht in het display in de tijd tussen 22 uur en 6 uur zwakker wordt.
Verlichting binnenruimte uitschakelen
Als de binnenverlichting niet tijdens de
gehele bereiding ingeschakeld hoeft te
zijn, kunt u die uitzetten. Drukt u op de
toets ‘Enter’, dan brandt de verlichting
enkel nog 10 seconden.
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het niet wordt gebruikt waarvoor
het is bestemd of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw toestel voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef ze door aan wie
het toestel na u gebruikt.!
Efficiënt gebruik
Deze oven is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik en wel
voor het ontdooien, verwarmen, koken,
bakken, braden, grilleren en inmaken
van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is voor eigen risico en
kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door foutieve bediening.
Kinderen mogen het toestel enkel
bedienen indien hen de bediening
zo werd uitgelegd dat ze er veilig mee
kunnen omgaan. Deze kinderen dienen
zich van mogelijke risico’s van een ver-
keerde bediening bewust te zijn.
Technische veiligheid
Is de aansluitkabel beschadigd,
laat hem dan door een door Miele
geschoolde technicus vervangen.
Gebruik het apparaat niet met de
werkwijze Magnetron als
– de deur van de oven is verbogen;
– de deurscharnieren los zitten;
– er gaatjes of scheuren in de omman-
teling, aan de deur, aan de deurdichting of aan de binnenwanden van
de oven zitten.
Als de magnetron is ingeschakeld, kunnen er in zo’n geval microgolven ontsnappen, die gevaarlijk kunnen zijn
voor de gebruiker.
Maak de ommanteling van het ap-
paraat nooit open.
Als onder stroom staande delen worden aangeraakt en/of er iets aan de
elektrische en mechanische opbouw
van het apparaat wordt veranderd, kan
de gebruiker elektrische schokken oplopen. Het is ook mogelijk dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen indien u
schade aan het toestel wilt vermijden.
Vraag in geval van twijfel inlichtingen
aan uw elektricien.
Het apparaat mag u niet met een
verlengsnoer op het stroomnet aansluiten. Het veilig gebruik van het apparaat kan dan niet worden gewaarborgd.
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is uitsluitend gegarandeerd
als het is aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Het
is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden
is. Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman inspecteren. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die is ontstaan door een
ontbrekende of beschadigde aardleiding. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Gebruik het toestel alleen als het is
ingebouwd. Dit om te voorkomen
dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Laat installatie- en onderhouds-
werkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen. Ondeskundig uitgevoerde
installatie- en onderhoudswerkzaamheden en ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. De fabrikant kan daarvoor niet
aansprakelijk worden gesteld.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de stekker uit het stopcontact is
getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
Gebruik
Algemeen
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de aanvankelijke temperatuur, de hoeveelheid, het
soort voedsel, de kwaliteit ervan en
eventuele wijzigingen in het recept.
Eventuele bacteriën in het eten worden
alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (>70°C) en lang
genoeg wordt aangehouden (>10
min.). Wanneer u twijfelt of een gerecht
voldoende is verwarmd, kies dan liever
een iets langere tijd.
Het is ook belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld.
Roer de gerechten daarom regelmatig
door of keer ze om. Let hierbij ook op
de aangegeven doorwarmtijden (de tijd
waarin de warmte zich gelijkmatig over
het gerecht kan verdelen) bij het ontdooien, verwarmen en koken.
Houd er bij ontdooien, verwarmen
of koken met de magnetron rekening mee dat de tijden vaak veel korter
zijn dan wanneer u een traditionele
werkwijze (hete lucht, braadautomaat,
grilleren, grilleren met luchtcirculatie)
gebruikt. Als gerechten te lang in de
magnetron staan terwijl deze is ingeschakeld, drogen ze uit en kunnen ze
zelfs in brand vliegen.
Gevaar voor brand bestaat ook als u
bv. brood, broodjes, bloemen of kruiden te lang droogt. Blijf erbij staan als
u dit doet.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Laat het toestel niet met volle ver-
mogen werken als u er leeg vaatwerk in verwarmt of kruiden droogt. Het
toestel kan schade oplopen.
Hou het toestel onder toezicht als
u met olie of vet werkt. Olie en vet
kunnen in brand raken!
Indien de levensmiddeln in de
ovenruimte rook ontwikkelen, laat
de ovendeur dan dicht. Zo laat u eventueel opduikende vlammen stikken.
Draai de functiekiezer op ‘0’ of trek de
stekker uit het stopcontact. Maak de
deur pas open nadat de rook weggetrokken is.
Verwarm nooit pure alcohol.
Pure alcohol kan in brand raken.
Gebruik bij het inmaken in de mag-
netron nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
Dek gerechten af als u ze in de
magnetron laat staan. Anders kan
de condens corrosie in het apparaat
veroorzaken. Bovendien voorkomt u op
deze manier dat de gerechten uitdrogen.
Zorg ervoor dat zouthoudende ge-
rechten of vloeistoffen niet met de
roestvrijstalen wanden van de binnenruimte in aanraking komen. Er kan anders corrosie ontstaan.
8 kg is het maximum dat u op de
glazen opvangschaal en het verstelbare rooster mag leggen. Als u er
meer op legt, kan dit toebehoren schade oplopen.
Als de deur open is, ga daar dan
niet op zitten of staan en zet er ook
geen zware voorwerpen op. Het apparaat kan anders schade oplopen. 8 kg
is het maximum gewicht dat de deur
kan dragen.
Als de glazen opvangschaal heet
is, zet die dan niet op een koud
vlak, zoals een granieten werkblad of
tegeltjes. De schaal kan schade oplopen. Zet de schaal in zo’n geval op een
onderzetter van bv. metaal.
Maak voor het reinigen van het
toestel nooit gebruik van een
stoomreiniger. Stoom kan in aanraking
komen met delen van het apparaat die
onder spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Gebruik uw toestel niet om het
vertrek te verwarmen. Door hoge
temperaturen in de oven kunnen licht
ontvlambare voorwerpen in brand
schieten.
Gebruikt u soms een stopcontact
in de omgeving van de oven? Dan
mag het snoer van dat toestel niet tussen de hete ovendeur geklemd raken.
De isolatie van het snoer kan schade
oplopen.
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Verwarmingssoort Magnetron
Als u de gerechten uit de magne-
tron haalt, controleer dan of de
temperatuur goed is. Hou geen rekening met de temperatuur van de recipiënt. Wanneer de spijzen opwarmen,
wordt de warmte rechtstreeks in de spijzen voortgebracht. Daardoor blijft het
vaatwerk kouder. Het warmt weliswaar
op door de warmteoverdracht uit de
spijzen.
Let vooral bij het verwarmen van babyvoeding op de juiste temperatuur!
Verwarmde babyvoeding goed doorroeren of schudden. Proef er dan zelf even
van, zodat u zeker weet dat de baby
zich er niet aan verbrandt.
Verwarm eten of drinken nooit in
een gesloten recipiënt of fles.
Bij zuigflessen moeten zowel de dopals de speen van tevoren worden verwijderd. Anders ontstaat er een druk
waardoor de recipiënt of het flesje uit
elkaar kan springen. Dit is levensgevaarlijk!
Als u een vloeistof wilt verwarmen
zet dan het meegeleverde kookstaafje in de beker of het glas.
Informatie over het kookstaafje:
Bij het koken en vooral bij het verwarmen van vloeistoffen met microgolven
kan het voorkomen dat het kookpunt
van de vloeistof weliswaar is bereikt,
maar dat er nog geen luchtbelletjes opborrelen. De vloeistof kookt dus nog
niet gelijkmatig. Als u dan het glas of
de beker uit de magnetron haalt, kan
de vloeistof ineens gaan borrelen en
overkoken. U kunt zich daarbij branden. Als de vloeistof nog in de magnetron staat en plotseling te hevig gaat
koken, kan de deur vanzelf openspringen, waardoor u letsel kunt oplopen.
Bovendien kan het apparaat worden
beschadigd. U voorkomt dit door gebruik te maken van het kookstaafje: de
vloeistof kookt gelijkmatig en er worden
tijdig luchtbelletjes gevormd.
Gebruik in de magnetron geen me-
talen pannen, geen aluminiumfolie,
geen bestek, geen serviesgoed met
een metalen laagje, geen kristal dat
lood bevat, geen schalen met een kartelrand, geen kunststof die niet tegen
hitte is bestand, geen houten serviesgoed. Gebruik ook geen metalen klemmen, geen kunststof en papieren klemmen waar ijzerdraad in verwerkt is,
geen slagroombekertjes waarvan het
deksel nog niet helemaal is verwijderd.
Als u deze voorwerpen wel gebruikt,
kan het serviesgoed beschadigd worden of kan er brand ontstaan.
Het bijgevoegde verstelbare rooster is
speciaal afgestemd op de microgolven
en kan dus zonder problemen worden
gebruikt.
12
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Het verstelbare rooster wordt zeer
warm als u het in de magnetron ge-
bruikt. Er is gevaar voor verbrandingen.
Kook eieren in de schaal alleen
met speciaal serviesgoed. Verwarm geen hardgekookte eieren in de
magnetron. Door de druk kunnen ze uit
elkaar springen, ook nadat u ze uit de
magnetron heeft gehaald.
Eieren zonder schaal mogen al-
leen in de magnetron worden bereid als u van tevoren met een naald
een paar gaatjes in het eigeel prikt.
Als u dit niet doet, kan het eigeel na het
koken door de hoge druk uit elkaar
spatten. U kunt daarbij letsel oplopen.
Verwarm in de magnetron geen ge-
rechten in isolatieverpakking, zoals
braadzakken voor kip. Deze verpakkingen bestaan o.a. uit een laagje aluminiumfolie dat de microgolven terugkaatst.
Hierdoor raakt de folie oververhit en
kan die in brand vliegen.
Als levensmiddelen een harde
schil hebben (tomaten, aubergines, worstjes e.d.), moet u eerst een
paar gaatjes of inkepingen in de schil
maken voordat de levensmiddelen in
de magnetron worden verwarmd. Zo
ontsnapt de waterdamp en voorkomt u
dat de levensmiddelen openspringen.
Gebruik voor het koken in de mag-
netron geen porseleinen serviesgoed e.d. met holle handgrepen.
Hier kan vocht in gaan zitten, waardoor
er druk ontstaat en het servies uit elkaar kan springen. U loopt daarbij het
risico zich te verwonden.
Als de handgrepen goed ontlucht zijn,
kunt u het servies wel gebruiken.
Traditionele werkwijzen:
Hete lucht, Braadautomaat, Grilleren,
Grilleren met luchtcirculatie
Als u met traditionele werkwijzen
werkt, ontstaan in de oven hoge
temperaturen! Er bestaat dus gevaar voor verbrandingen.
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is. Het apparaat wordt niet alleen
bij het venster in de deur warm, maar
ook bv. bij de wasemafvoer, de greep
en het bedieningspaneel. Er bestaat
dus gevaar voor verbrandingen.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in het toestel plaatst of
eruit haalt of de binnenkant van het apparaat aanraakt. Vooral het grillelement
boven in de binnenruimte wordt zeer
heet bij de werkwijzen ‘Grilleren’ en
‘Grilleren met luchtcirculatie’, zowel
apart als in combinatie met
‘Magnetron’. U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de bin-
nenruimte wilt laten zakken om die
te reinigen, laat dan eerst het grillelement afkoelen. Anders kunt u zich
eraan verbranden.
Duw het grillelement niet met ge-
weld omlaag, want daardoor kan
het schade oplopen.
13
Page 14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Berging van uw oud toestel
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het
stopcontact. Maak daarna snoer en
stekker onbruikbaar. Zo vermijdt u dat
uw toestel voor verkeerde doeleinden
wordt gebruikt.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die
ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden
genomen.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking recycleren
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
14
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan een autowrak- of
schrootverwerkend bedrijf. Die weten
vast hoe die stoffen opnieuw te gebruiken zijn.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard. Hou
dus rekening met de gelijknamige rubriek ‘Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’.
Page 15
Voor het eerste gebruik
Neem de binnenruimte af met warm
water waaraan een beetje reinigingsmiddel is toegevoegd.
Wrijf de binnenruimte daarna met
een schone doek droog.
Doe de deur van het apparaat pas
dicht als de binnenruimte droog is.
Anders kunnen er onaangename
geuren en corrosie ontstaan.
Voor het eerste gebruik
Enter
Stel met de + toets de hoogste temperatuur in.
Was het toebehoren af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een
onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Als de temperatuur hoog is, verdwijnt de geur sneller.
Schakel daarom minstens één uur de
werkwijze ‘Hete lucht’ in.
Bevestig deze keuze met de toets
‘Enter’.
Enter
Stel met de + toets een tijd in voor
dit proces (minstens 1 uur).
Druk op de toets ‘Start’.
Als u deze voorbereidingen treft,
zorg er dan voor dat er voldoende
lucht kan worden toegevoerd.
Kies met de functiekiezer de werkwijze ‘Hete lucht’.
15
Page 16
Werkwijzen
Werkwijzen
Verwarmingssoort Magnetron h
Met de werkwijze Magnetron worden
gerechten in korte tijd ontdooid, verwarmd en gekookt.
Functiebeschrijving
Het apparaat is uitgerust met twee
magnetronbuizen
ten de stroom om in elektromagnetische golven, de microgolven.
Zowel boven als onder de binnenruimte bevindt zich een metalen ventilator,
de draaiende reflector
draaiende reflectoren worden de microgolven die langs onder en boven in de
ovenruimte worden gebracht, gelijkmatig verdeeld.
Bovendien worden de microgolven
door de zijwanden gereflecteerd, zodat
ze van alle kanten bij en in het voedsel
kunnen komen. Hierdoor worden de levensmiddelen gelijkmatig verwarmd,
ook als er op twee niveaus tegelijk
wordt verwarmd, bijvoorbeeld op de
bodem van de binnenruimte en de eerste inschuifhoogte.
b. Deze buizen zet-
c. Met deze
geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
Microgolven dringen door glas, porselein, karton en kunststof heen, maar
niet door metaal. Gebruik daarom geen
pannen of schalen of pannen van metaal of met een metalen laagje ter decoratie. Metaal kaatst de golven terug,
waardoor vonken kunnen ontstaan. De
microgolven worden niet door de gerechten opgenomen.
Indien u dus het juiste servies gebruikt,
dringen de microgolven meteen door
tot in het gerecht.
Levensmiddelen bestaan uit moleculen. Deze moleculen, vooral watermoleculen, worden door microgolven in
trilling gebracht tot maar liefst 2,5 miljard bewegingen per seconde. Hierdoor ontstaat warmte, die zich vanaf de
buitenkant naar de binnenkant van het
voedsel verplaatst.
Hoe meer water een gerecht bevat,
des te sneller wordt het verwarmd of
des te sneller kookt het.
De warmte ontstaat dus direct in het gerecht, waardoor
– een gerecht over het algemeen met
weinig of geen toevoeging van vloeistof of vet met de magnetron kan
worden bereid,
– ontdooien, verwarmen en koken snel-
ler gaan dan met een traditionele bereiding,
Opdat de microgolven bij en in de gerechten komen, moet het serviesgoed
16
Page 17
Werkwijzen
– voedingsstoffen zoals vitaminen en
mineralen voor het grootste deel behouden blijven,
– de natuurlijke kleur en smaak van de
levensmiddelen nauwelijks veranderen,
– de temperatuur aan de oppervlakte
van het gerecht zo laag is, dat het
gerecht niet bruin wordt.
Traditionele werkwijzen
Tot de traditionele werkwijzen behoren
‘Hete lucht’, ‘Braadautomaat’, ‘Grilleren’
en ‘Grilleren met luchtcirculatie’.
Met de traditionele werkwijzen worden
gerechten gekookt en tegelijkertijd gebruineerd.
Hete lucht D
Deze werkwijze werkt met hete lucht.
De ventilator aan de achterwand van
de oven zuigt lucht uit de oven aan, geleidt deze via een ringvormig verwarmingselement en blaast de verwarmde
lucht door de openingen van de achterwand weer terug.
Braadautomaat E
Bij de Braadautomaat werkt de oven
eerst automatisch met een hoge temperatuur, zodat het vlees snel wordt dichtgeschroeid. Daarna wordt automatisch
overgeschakeld op de ingestelde temperatuur.
Grilleren J
Het verwarmingselement wordt door
het grote vermogen al een paar minuten nadat de grill is ingeschakeld roodgloeiend en geeft dan de infraroodstraling af die nodig is voor het grilleren.
Grilleren met luchtcirculatie I
Bij grilleren met luchtcirculatie wordt de
hitte van het verwarmingselement door
de ventilator over het gehele gerecht
verdeeld. Daardoor kunt u een lagere
temperatuur instellen dan bij gewoon
grilleren.
Omdat het voedsel direct wordt verwarmd, is voorverwarmen niet nodig.
Bij het braden van rosbief en filet moet
u de oven wel voorverwarmen.
Met Hete lucht kunt u op beide niveaus
tegelijk braden en bakken.
17
Page 18
Werkwijzen
Combinatieprogramma’s
Met de combinatieprogramma’s is het
mogelijk gerechten snel te verwarmen
en te koken en tegelijkertijd te bruineren.
De werkwijze ‘Magnetron’ kunt u combineren met iedere andere traditionele
werkwijze.
Het beste kunt u de magnetron met de
werkwijze ‘Hete lucht’ combineren. Met
dit combinatieprogramma wordt het
voedsel direct verwarmd. Daardoor is
met dit programma voor het bereiden
van het voedsel de minste tijd nodig en
wordt er het meeste energie bespaard.
Bij gebruik van een gecombineerd programma hoeft u, als u wilt bakken, in
het algemeen geen hoger vermogen in
te stellen dan 150 W, en als u wilt koken, braden en grilleren geen hoger
vermogen dan 450 W.
Automatische programma’s
Met de automatische programma’s worden de levensmiddelen met microgolven ontdooid, verwarmd en gekookt.
Het vermogen en de tijd die daarvoor
nodig zijn, worden door het apparaat
automatisch gekozen. U hoeft alleen
het soort en het gewicht van de levensmiddelen in te stellen.
18
Page 19
Opmerking omtrent het kookgerei
Microgolven
Opmerking omtrent het kookgerei
Materiaal en vorm
Het materiaal en de vorm van het gebruikte kookgerei beïnvloeden de verwarm- en kookduur. De beste resultaten bereikt u met ronde en ovale vlakke
vormen. Daarin worden de spijzen gelijkmatiger verwarmd dan bij hoekige.
Metaal
Metalen schalen, aluminiumfolie en
bestek zijn niet geschikt voor gebruik in de magnetron. Plaats er
evenmin serviesgoed met een metalen laag (bv. een goud- of kobaltblauw randje ter decoratie).
– worden door metaal teruggekaatst,
– dringen door glas en porselein heen,
– worden door het gerecht opgeno-
men.
Metaal kaatst microgolven terug, waardoor het gerecht niet warm kan worden.
Uitzonderingen:
– Kant- en klaargerechten in alumini-
um schaaltjes
kunt u in het toestel ontdooien en verwarmen. Belangrijk: neem eerst het
deksel van het schaaltje weg.
Dit gerecht wordt enkel langs boven
verwarmd. Zo u het uit het schaaltje
neemt en in een voor microgolven geschikt kookgerei doet, wordt de warmte
doorgaans beter verdeeld.
Bij gebruik van aluminium schalen kan
er geknister en vonkvorming optreden.
– Aluminiumfolie
Stukken vlees met een ongelijkmatige
vorm, als gevogelte, worden het beste
ontdooid, verwarmd of gaar gemaakt
als u de platte stukken de laatste minuten met stukjes aluminiumfolie afdekt.
19
Page 20
Opmerking omtrent het kookgerei
De folie moet minstens 2 cm van de
binnenwanden van het apparaat
verwijderd zijn en mag de wanden
niet raken!
– Metalen spiezen en klemmen
Deze kunt u alleen gebruiken als het
stuk vlees veel groter is dan het metaal.
Het meegeleverde verstelbare roos-ter is geschikt voor gebruik in de magnetron. Plaats het rooster echter niet op
de bodem van de binnenruimte!
Het verstelbare rooster kan heet
worden.
Glas
Vuurvast glas of keramiek is zeer geschikt.
Kristalglas (dat vaak lood bevat) en
glazen schalen met een gegolfde
rand kunnen uit elkaar springen.
Ze zijn daarom niet geschikt.
Porselein
Porseleinen serviesgoed is zeer geschikt.
Het mag echter geen metalen decoratie zoals een goudrand hebben,
en ook geen holle handgrepen.
Aardewerk
Beschilderd aardewerk is alleen geschikt als er glazuur over het motief
heenzit.
Aardewerk kan heet worden.
Servies met glazuurlaagje of verf
Een aantal soorten glazuur en verf
bevat metaal.
Daarom is dit serviesgoed niet geschikt
voor de magnetron.
Kunststof
Kunststof serviesgoed mag alleen
worden gebruikt met de werkwijze
‘Magnetron’ - apart.
Kunststof serviesgoed moet hittebestendig zijn, dus bestand tegen temperaturen van minstens 180 °C.
Als kunststof niet hittebestendig is, kan
het gaan vervormen of zelfs smelten.
Kunststof serviesgoed dat geschikt is
voor gebruik in de magnetron is verkrijgbaar in speciaalzaken.
Kunststof serviesgoed van melamine is
niet geschikt omdat het energie opneemt en daardoor te heet wordt.
Informeer dus altijd eerst van welk materiaal het kunststof serviesgoed is gemaakt.
Serviesgoed van piepschuim, bv.
polystyreen, kunt u gebruiken als u gerechten maar eventjes wilt verwarmen.
Kunststof kookbuiltjes kunt u gebruiken voor het verwarmen en koken
van de inhoud. Prik eerst gaatjes in
het builtje, zodat de stoom eruit kan.
Daardoor voorkomt u dat de druk in het
builtje te hoog wordt en het uit elkaar
spat.
20
Page 21
Opmerking omtrent het kookgerei
U kunt ook braadfolie en braadzakken
gebruiken. De braadfolie moet ca. 40
cm en de braadzak ca. 20 cm langer
zijn dan het vlees. Het geheel moet
zorgvuldig worden dichtgemaakt met
een draadje (garen). De uiteinden kunt
u omslaan en dichtbinden. Prik er gaatjes in volgens de aanwijzingen op de
verpakking.
Gebruik geen metalen klemmen
noch kunststof of papieren klemmen waar ijzerdraad in zit.
Er bestaat anders brandgevaar.
Hout
Houten schalen of bakjes zijn niet
geschikt.
Tijdens het koken verdampt het water
in het hout waardoor het hout gaat uitdrogen en barsten.
Wegwerpbakjes
Wegwerpbakjes van kunststof zijn geschikt als ze voldoen aan de eisen die
onder de paragraaf ‘Kunststof’ staan.
Het kookgerei testen
Als u niet zeker weet of u serviesgoed
van glas, aardewerk of porselein voor
de magnetron kunt gebruiken, kunt u
dit als volgt controleren:
Plaats het servies leeg in het midden
van de ovenruimte.
Sluit de deur.
Kies met de functiekiezer de werkwij-
ze ‘Magnetron’.
Enter
Kies met de + toets het hoogste ver-
mogen (1200 W).
Bevestig dit met de toets ‘Enter’.
Enter
Blijf bij het apparaat als u levensmiddelen verwarmt of kookt in wegwerpbakjes van kunststof, papier of
andere brandbare stoffen.
U kunt uit milieu-overwegingen beter
geen gebruik maken van wegwerpbakjes.
Stel met de + toets een tijd in van
30 seconden.
Druk op de toets ‘Start’.
21
Page 22
Opmerking omtrent het kookgerei
Gaat het serviesgoed vervolgens
knisteren en springen er vonkjes af,
schakel de magnetron dan direct
uit. Draai de functiekiezer op ‘0’.
Kookgerei dat zo reageert, is niet voor
microgolfovens geschikt.
Als u twijfelt, adviseren wij u bij de
fabrikant of winkelier te informeren
of het servies geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Het bovenstaande is overigens geen
controle of de holle handgrepen van
het serviesgoed voldoende ontlucht
zijn.
Met een deksel kunt u
– voorkomen dat er bij een langere
kooktijd, bv. bij aardappelen, teveel
waterdamp ontsnapt;
– ervoor zorgen dat het gerecht sneller
warm wordt;
U kunt ook speciale magnetronfolie gebruiken. Pas op met gewone huishoudfolie. Die kan vervormen en zich door
de hitte met de spijzen verbinden.
Gesloten bokalen, zoals die met babyvoeding, moet u altijd eerst openmaken!
U gebruikt geen deksel
– voorkomen dat het gerecht uitdroogt;
– voorkomen dat een gerecht aroma
verliest.
Dek gerechten daarom altijd af met een
glazen of kunststof deksel dat geschikt
is voor gebruik in de magnetron als u
met de werkwijze ‘Magnetron’ werkt.
Deze deksels zijn in verschillende maten verkrijgbaar bij de speciaalzaak.
22
– als u gepaneerde gerechten wilt ver-
warmen,
– als u een gecombineerd programma
heeft gekozen.
Page 23
Bedieningselementen
De bedieningselementen van dit apparaat bestaan uit de functiekiezer en de
druktoetsen.
Bedieningselementen
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u:
Functiekiezer
Met de functiekiezer kiest u de gewenste werkwijze / het gewenste programma.
Deze knop kunt u zowel links- als
rechtsom draaien.
+
-
– een instelling of wijziging bevestigen,
De gekozen instelling wordt overgeno-
men en in het display aangegeven.
Stop/
C
– een bereiding starten,
De toets ‘Start’ kan alleen worden be-
diend als de toesteldeur dicht is.
Start
– een gestart bereidingsproces onder-
breken,
– gekozen instellingen wissen,
– de deurvergrendeling (bereiding met
magnetron) opheffen.
Bevindt de functiekiezer zich niet op
‘0’, dan werkt de ventilator op een laag
toerental en is de binnenverlichting aan.
Uitzondering: als de starttijd is voorgeprogrammeerd blijven de ventilator en
de binnenverlichting tijdens de uitsteltijd uitgeschakeld. De binnenverlichting
kunt met de toets ‘Enter’ voor ca.
10 seconden inschakelen.
23
Page 24
Bedieningselementen
Enter
– een vermogen voor de magnetron
kiezen.
– een temperatuur of tijd instellen of
veranderen.
Als u dit stapsgewijs wilt doen, moet
u de toets steeds kort indrukken; als
u dit snel wilt doen, moet u de toets
ingedrukt houden.
– een levensmiddelengroep uitkiezen
en een gewicht instellen (bij automatische programma’s).
– de inschakelbeveiliging activeren en
opheffen (– toets).
De druktoetsen met controlelampjes
kunnen alleen dan worden bediend,
als het daarbijbehorende controlelampje brandt. Brandt het controlelampje niet, dan is de druktoets vergrendeld.
Uitzondering: Voor het activeren
van de inschakelbeveiliging wordt
de – toets ingedrukt zonder dat het
controlelampje brandt.
– verschillende werkwijzen samen met
de werkwijze Magnetron voor een
programma opslaan,
– bereidingsprocessen die u vaak
kiest en met de magnetron worden
uitgevoerd, opslaan,
– de opgeslagen combinaties kiezen,
– de kookwekker activeren,
– de klok instellen, corrigeren en uitzet-
ten,
– een bereiding later laten beginnen.
24
Page 25
Klokdisplay
Nadat het apparaat is aangesloten of
de stroom is uitgevallen, brandt in het
display ‘12:00’. De dubbele punt knippert.
Als het apparaat is aangesloten en de
klok niet direct wordt ingesteld dan
loopt de tijd vanaf ‘12:00’ verder.
De klok gelijk zetten
Om de klok gelijk te zetten, moet u
de functiekiezer op ‘0’ draaien.
Druk 2 x op toets m.
2x
In het display brandt ‘Kloktijd’.
De dubbele punt brandt constant.
Enter
+
-
Klokdisplay
Klokdisplay uitzetten
Druk binnen de 4 seconden na het
instellen of veranderen van de klok-
tijd nog eens op toets m.
Het display is donker.
Klokdisplay opnieuw oproepen
2x
Druk 2 x op toets m.
In het display verschijnt de kloktijd met
een constant brandende dubbele punt.
Dit betekent dat u deze tijd kan veranderen. Als het systeem de kloktijd overneemt, begint de dubbele punt te knipperen.
Zet binnen de 4 seconden de klok
gelijk met de +/- toets.
Als er 4 seconden lang geen kloktijd
wordt ingesteld, neemt het systeem automatisch de ingestelde tijd over.
U kunt de ingestelde tijd ook overnemen door op de toets ‘Enter’ of op de
toets ‘Start’ te drukken.
Als deze tijd wordt overgenomen, begint de constant brandende dubbele
punt te knipperen.
25
Page 26
Bediening, algemeen
Bediening, algemeen
Werkwijze / programma kiezen
Kies met de functiekiezer de gewenste werkwijze / het gewenste programma.
U kunt kiezen uit de werkwijze Magnetron en de traditionele werkwijzen Hete
lucht, Braadautomaat, Grilleren, Grilleren met luchtcirculatie. U kunt ook combinatieprogramma’s instellen: Magne-
tron + een traditionele werkwijze. Ofwel
een automatisch programma starten:
koken, verwarmen, ontdooien.
In het display brandt (naar gelang van
het model)
– HANDMATIG (voor een werkwijze of
een combinatieprogramma),
– AUTOMATIC (voor een automatisch
programma) of
– de gekozen werkwijze / het gekozen
programma.
Magnetronvermogen / temperatuur kiezen
Het apparaat stelt zelf bij de werkwijze
Magnetron een vermogen en bij de traditionele werkwijzen een temperatuur
voor. Dat voorstel ziet u op het display.
Grilleren met luchtcirculatie 100–200 °C
De temperatuur wordt in stappen van
5 °C aangeduid.
Een tijd invoeren
Nadat u een vermogen en/of temperatuur heeft ingevoerd, brengt u met de
toets –/+ de gewenste tijd voor de bereiding in.
Dat gebeurt als volgt:
– bij de werkwijze Magnetron:
apart:
. . . tot 5 min. per 10 seconden
. . . van 5 tot 10 min. per 30 seconden
. . . van 10 tot 30 min. per 1 minuut
. . . van 30 tot 60 min. per 2 minuten
Is het maximumvermogen (1200 W)
gekozen, dan kunt u een tijd instellen tot hoogstens 10 minuten.
Combinatieprogramma’s:
. . . tot 30 min. per 1 minuut
. . . van 30 tot 90 min. per 2 minuten.
Wanneer u het combinatieprogramma ‘Magnetron + Grilleren’ heeft gekozen, kunt u een tijd instellen tot
30 minuten.
In het display verschijnt de ingestelde
tijd in minuten:seconden.
– bij de traditionele werkwijzen
Hier verspringt de tijd per minuut.
Voor aparte programma’s kunt u
een tijd instellen tot hoogstens 3 uur
en voor combinatieprogramma’s tot
anderhalf uur.
Uitzonderingen:
Als u bij de werkwijze ‘Hete lucht’
een temperatuur tot 100 °C heeft gekozen, kunt u een tijd instellen tot
maximum 9 uur en 59 minuten. Dit
geldt zowel voor het aparte als voor
het combinatieprogramma.
Bij de werkwijze ‘Grilleren’ kunt u
voor het aparte programma een tijd
instellen tot 1 uur, voor het combinatieprogramma to 30 minuten.
In het display verschijnt de ingevoerde
tijd in uren:minuten.
W
27
Page 28
Bediening, werkwijzen
Bediening, werkwijzen
Voor de werkwijze Magnetron moeten
vermogen en tijd worden ingesteld.
Voor de traditionele werkwijzen moet
een temperatuur worden ingebracht. U
kunt ook een tijd invoeren.
Kies met de functiekiezer de gewenste werkwijze.
In het display verschijnt het vermogen
of de temperatuur, door het apparaat
voorgesteld.
Enter
+
-
Komen deze instellingen niet overeen met het vermogen of de temperatuur uit het recept, verander deze
dan met de toets –/+.
Bevestig dit met de toets ‘Enter’.
In het display verschijnt:
–‘0:00’ (bij ‘Magnetron’),
Enter
+
-
Stel met de toets –/+ een tijd in voor
de bereiding.
Druk op de toets ‘Start’.
De ingestelde tijd wordt overgenomen
en verschijnt in het display voor de gekozen instellingen.
In het invoerdisplay wordt aangegeven
hoe lang het programma nog gaat duren.
Het volgende geldt alleen voor de traditionele werkwijzen:
U kunt de bereiding ook starten zonder
een tijd in te stellen.
Kies de temperatuur en druk daarna
op de toets ‘Start’.
De gekozen temperatuur wordt overgenomen en verschijnt in het display voor
de gekozen instellingen.
of
–‘0h:00’ (bij traditionele werkwijzen).
28
In het invoerdisplay verschijnt de werkelijke temperatuur van de ovenruimte.
De temperatuur stijgt per 1 °C totdat de
gekozen temperatuur is bereikt. Deze
wordt dan constant aangegeven.
Daalt de temperatuur weer, bv. als de
deur opengaat, dan gebeurt dat in
stapppen van 1 °C.
Page 29
Bediening, combinatieprogramma’s
Bediening, combinatieprogramma’s
De werkwijze Magnetron wordt met een
traditionele werkwijze gecombineerd.
Voor het starten van het programma
moeten vermogen, tijd voor de magnetron en temperatuur worden ingesteld.
Daarnaast kunt u ook een tijd voor de
traditionele werkwijze invoeren.
Kies met de functiekiezer het gewen-
ste programma.
In het display verschijnt het door het
apparaat voorgestelde vermogen, t.w.
‘300 W’.
Bevestig dit met de toets ‘Enter’.
In het invoerdisplay verschijnt de door
het apparaat voorgestelde temperatuur
voor de traditionele werkwijze.
Enter
+
-
Enter
+
-
Komt dit vermogen niet overeen met
dat uit het recept, verander dit dan
met de toets –/+.
Bevestig dit met de toets ‘Enter’.
In het display verschijnt ‘0:00’.
Enter
+
-
Stel met de toets –/+ de gewenste
tijd voor de werkwijze ‘Magnetron’ in.
Kies met de toets –/+ de gewenste
temperatuur.
Als beide werkwijzen de hele tijd moeten ingeschakeld blijven, hoeft u voor
de traditionele werkwijze geen tijd in te
stellen.
Druk op de toets ‘Start’.
De gekozen temperatuur wordt overgenomen en verschijnt in het display voor
de gekozen instellingen.
De voor de werkwijze ‘Magnetron’ ingestelde tijd wordt overgenomen voor de
traditionele werkwijze en verschijnt in
het display voor de gekozen instellingen.
In het invoerdisplay wordt de ingestelde tijd afgeteld.
29
Page 30
Bediening, combinatieprogramma’s
Als een werkwijze voortijdig moet worden uitgeschakeld, moet vóór de start
van het programma een tijd voor de traditionele werkwijze worden ingesteld:
Druk nadat u temperatuur hebt inge-
steld op de toets ‘Enter’.
In het display voor de instellingen ver-
schijnt ‘0h:00’.
Enter
+
-
Stel met de toets –/+ de gewenste
tijd in voor de traditionele werkwijze.
Druk op de toets ‘Start’.
De gekozen tijd wordt overgenomen en
verschijnt in het display voor de gekozen instellingen.
Is het kortere gedeelte van het programma afgelopen, dan klinkt er een
akoestisch signaal. De werkwijze waarmee dit gedeelte van het programma is
uitgevoerd, wordt door het apparaat
automatisch uitgeschakeld. De instellingen blijven tijdens de totale programmaduur in het display voor de gekozen
instellingen staan.
Voorbeeld:
Voor de werkwijze ‘Magnetron’ wordt
een tijd van 5 minuten ingesteld, voor
de traditionele werkwijze een tijd van
10 minuten.
Nadat het programma is gestart, wordt
er in het display een tijd van 10 minuten aangegeven. De tijd wordt afgeteld
tot ‘0’.
In de eerste 5 minuten werkt het apparaat zowel met de werkwijze ‘Magnetro-
n’ als met de traditionele werkwijze.
Na 5 minuten klinkt er 1 x een akoestisch signaal en wordt de magnetron
automatisch uitgeschakeld. Het apparaat werkt alleen nog maar met de traditionele werkwijze.
Het display geeft aan hoe lang de werkwijze waarvoor een langere tijd is ingesteld, nog duurt.
30
Page 31
Bediening, automatische programma’s
Bediening, automatische programma’s
U kunt voor verschillende levensmiddelen een automatisch programma kiezen, waarbij levensmiddelen met de
magnetron worden gekookt, verwarmd
of ontdooid. Tijd en vermogen worden
automatisch door het toestel gekozen.
Kies met de functiekiezer het gewen-
ste programma.
In het display verschijnen de levensmid-
delengroepen die u voor dit programma kunt kiezen.
Voor de bereidingsprocessen koken,
verwarmen en ontdooien kunt u de volgende levensmiddelen kiezen:
Stel met de + toets het gewicht van
de levensmiddelen in (reken het gewicht van de recipiënt niet mee).
31
Page 32
Bediening, automatische programma’s
Het gewicht dat u moet instellen, hangt
af van het gekozen bereidingsproces
en de gekozen levensmiddelengroep.
U kunt maximaal 4 kg instellen.
ProgrammaLevensmid-
delengroep
Kokenvlees
gevogelte
vis
fruit
soep
eenpans-
gerecht
groente
Verwarmenvlees
gevogelte
vis
soep
schotel
eenpans-
gerecht
groente
Ontdooienvlees
gevogelte
vis
fruit
brood
soep
schotel
eenpans-
gerecht
groente
Maximum-
gewicht
in kg
2
2
2
2
2,5
2,5
2
2
2
2
2
2
2
2
3
4
2
2
2
2,5
2
2,5
2
De inbreng gebeurt bij een gewicht van
. . 50 g tot 1 kg in stappen van 50 g
. . 1 kg tot 4 kg in stappen van 100 g.
Ligt een gewicht
– tot 1 kg tussen twee 50 g-stappen in,
dan moet u dat bij het instellen tot en
met 24 g of 74 g afronden naar beneden, vanaf 25 g of 75 g naar boven.
– tot 4 kg tussen twee 100 g-stappen
in, dan moet u dat bij het instellen tot
en met 49 g afronden naar beneden,
vanaf 50 g naar boven.
Voorbeelden:
Werkelijk gewicht: 124 g
= in te stellen gewicht: 100 g.
Werkelijke gewicht: 125 g
= in te stellen gewicht: 150 g.
Werkelijk gewicht: 174 g
= in te stellen gewicht: 150 g
Werkelijke gewicht: 175 g
=in te stellen gewicht: 200 g
Werkelijke gewicht: 2,349 kg
=in te stellen gewicht: 2,3 kg
Werkelijke gewicht: 2,350 kg
=in te stellen gewicht: 2,4 kg
Start het automatische programma
met de toets ‘Start’.
In het invoerdisplay verschijnt de tijd
nodig voor het gekozen programma.
– Bij een tijd tot 60 minuten in
minuten:seconden, bv. 2:30.
32
– Bij een tijd langer dan 60 minuten in
uren:minuten, bv. 1h:30.
De tijd wordt afgeteld tot ‘0:00’ ofwel tot
‘0h:00’.
Page 33
Bediening, automatische programma’s
Na ca. de helft van de tijd klinkt een
kort akoestisch signaal. Dit duidt erop
dat het gerecht nu moet worden gekeerd of doorgeroerd.
Uitzondering:
Bij gerechten met een op het gewicht
berekende bereidingstijd van minder
dan 2 minuten klinkt er geen signaal.
Het apparaat werkt bij de automatische programma’s met verschillen-
de vermogensstanden.
Omdat de ventilator bij een lage
vermogensstand met een lager
toerental werkt, is het mogelijk dat
er tijdens het programma verschillende soorten geluiden te horen zijn.
Is het gerecht na afloop van het programma nog niet genoeg ontdooid, verwarmd of gekookt, kies dat automatische programma dan niet nog eens,
maar zet het bereidingsproces voort
met het instellen van een vermogen en
een tijd.
33
Page 34
Ingevoerde gegevens wijzigen
Ingevoerde gegevens wijzigen
Voor het starten
Constateert u, voor u een bereiding
start, dat u iets verkeerd heeft ingesteld,
Start
Na het starten
Constateert u na de start van een bereiding dat de instellingen niet juist zijn,
onderbreek dan de bereiding met de
toets ‘Stop/C’.
De tijd stopt als de bereiding wordt onderbroken. De ventilator blijft draaien.
druk dan 1 x op de toets ‘Stop/C’.
In het display verschijnt het ingestelde
vermogen (bij ‘Magnetron’ en bij de
combinatieprogramma’s) ofwel de inge-
stelde temperatuur (bij de traditionele
werkwijzen).
Is er een automatisch programma gekozen, dan verschijnen de levensmiddelengroepen die voor dit programma
kunnen worden gekozen.
Voer met de druktoetsen de gewenste instellingen in.
Start de bereiding met de toets
‘Start’.
De tijdinbreng corrigeren
Start
Druk 1 x op de toets ‘Stop/C’.
Enter
+
-
Stel met de toets –/+ de gewenste
tijd in.
Start de bereiding met de toets
‘Start’.
Als er een combinatie- of automatisch programma is gekozen, kunt u
de tijd niet corrigeren.
34
Page 35
Magnetronvermogen / temperatuur /
levensmiddelengroep corrigeren
Ingevoerde gegevens wijzigen
Start
Druk 2 x op de toets ‘Stop/C’.
In het display verschijnt het ingestelde
vermogen (bij ‘Magnetron’ en bij de
combinatieprogramma’s) ofwel de inge-
stelde temperatuur (bij de traditionele
werkwijzen).
Is er een automatisch programma gekozen, dan verschijnen de levensmiddelengroepen die u voor dit programma
kunt kiezen.
Voer met de druktoetsen de gewenste instellingen in.
Start de bereiding met de toets
‘Start’.
2x
35
Page 36
Memory-functie
Memory-functie
Vaak worden bij de werkwijze ‘Magne-
tron’ bij eenzelfde programma verschillende vermogens gebruikt. Bv. als u gerechten niet allleen wilt ontdooien, maar
daarna meteen verwarmen en/of koken.
Deze vermogens kunt u in combinatie
met de benodigde tijd met de toets ‘Me-
mory’ in één keer invoeren.
Na een bereiding met Magnetron moeten de levensmiddelen enkele minuten
bij kamertemperatuur blijven staan. Zo
wordt de temperatuur gelijkmatiger
over het gerecht verdeeld. Deze tijd
kunt u met de functie ‘Memory’ ook direct opslaan (vermogen: 0 W).
U kunt maximum 5 processen invoeren.
Met ‘Memory’ gaat u als volgt te werk:
Sla de gegevens op met de toets
‘Memory’.
Zo voert u elk proces in. Elk memory-
proces krijgt een nummer in de volgorde waarin het is ingevoerd. Dit nummer
wordt aangegeven op het display en
wel achter de ‘M’.
2
3
4
5
Start de bereiding met ‘Start’.
Sla de processen op in de volgorde
waarin ze moeten verlopen.
Kies met de functiekiezer de werkwijze ‘Magnetron’.
Voer het vermogen in.
Bevestig dit met de toets ‘Enter’.
Voer de tijd in.
In totaal kunt u een vermogen van
1200 W voor maximum 10 minuten
en een vermogen van 850 W voor
maximum 60 minuten invoeren.
In het invoerdisplay wordt aangegeven
hoe lang het nog duurt voordat het gerecht klaar is.
In het display voor gekozen instellingen
verschijnt de tijd en het vermogen voor
de bereidingsfase van dat moment.
Na afloop van een bereidingsfase
wordt het overeenstemmende nummer
in het display gewist en begint de volgende fase.
Een programma corrigeren
Start
Druk op de toets ‘Stop/C’.
Alle gekozen instellingen worden ge-
wist en moeten opnieuw worden ingevoerd.
36
Page 37
Snelkiessysteem
Met het snelkiessysteem kunt u voor
bereidingsprocessen die u vaak kiest
en met de magnetron worden uitgevoerd, vermogen en tijd opslaan.
Snelkiessysteem
Enter
+
-
Kies met de functiekiezer de werkwijze ‘Magnetron’.
Druk op de toets c.
U kunt maximum 5 programma’s op-
slaan. Die kunt u een voor een oproepen door verschillende keren op de
toets c te drukken.
Bij alle combinaties is standaard een
vermogen van 1200 W en, afhankelijk
van het bereidingsproces, een tijd van
1, 2, 3, 4 of 5 minuten opgeslagen.
De opgeslagen instellingen verschijnen
telkens in het display.
W
2
1
3
4
5
De opgeslagen instellingen wijzigen
Kies met de toets –/+ de gewenste
tijd.
U kunt een tijd van maximum 10 minuten invoeren.
Bevestig de gekozen tijd met de
toets ‘Enter’.
In het display verschijnt het opgesla-
gen vermogen.
Enter
+
-
Kies met de toets –/+ het gewenste
vermogen.
Kies een programma door één of verschillende keren op de toets c te
drukken.
In het display verschijnt de opgeslagen
tijd.
Wilt u de gekozen instellingen op-
slaan, druk dan zo lang op de toets
c, totdat er een akoestisch signaal
klinkt.
In het display verschijnt het laatst geko-
zen vermogen.
37
Page 38
Snelkiessysteem
Een programma uit het
snelkiessysteem starten
Kies het juiste programma door een
of meerdere malen op de toets c te
drukken.
Wijzig indien nodig de opgeslagen
instellingen met de druktoetsen.
Start het programma met de toets
‘Start’.
In het invoerdisplay loopt de tijd af.
38
Page 39
Automatische voorkeuze
Automatische voorkeuze
U kunt het tijdstip waarop het door u gekozen bereidingsproces moet starten
max. 23 uur en 59 minuten uitstellen.
Zet de klok gelijk alvorens de automatische voorkeuze te gebruiken.
Zie ‘De klok gelijk zetten’. Dan is het
makkelijker de gewenste starttijd in
te voeren.
Voer de gewenste werkwijze in.
U kunt voor alle werkwijzen en programma’s voorkeuze gebruiken.
Druk, voor u de bereiding start, 1 x
op de toets m.
In het display wordt ‘Starttijd’ verlicht.
Daar verschijnt ook de kloktijd.
Enter
Stel met de + toets de gewenste
starttijd in.
Hebt u de + toets per ongeluk te lang
ingedrukt gehouden, kunt u de starttijd
met de – toets corrigeren.
In het display verschijnt weer de kloktijd. ‘Starttijd’ wordt verlicht. In het display voor gekozen instellingen verschijnen de ingevoerde waarden. Als u
zowel de starttijd van tevoren instelt als
de functie ‘Memory’ gebruikt, worden
de ingevoerde waarden voor het proces M 1 aangegeven.
Door op de toets m te drukken, kan de
gekozen starttijd ieder moment weer in
het display worden opgeroepen.
De tijd brandt ca. 4 seconden lang.
Daarna verschijnt weer de kloktijd.
Is de deur dicht, dan is de verlichting
van de binnenruimte tijdens de uitsteltijd niet ingeschakeld. U kunt de verlichting van de binnenruimte met de toets
‘Enter’ voor korte tijd inschakelen. Na
ca. 10 seconden wordt de verlichting
automatisch weer uitgeschakeld.
Wordt er tijdens de uitsteltijd op de
toets ‘Stop/C’ gedrukt, verschijnt in
het display het laatst gekozen microgolfvermogen. Bij automatische
voorkeuze en bij gebruik van de
functie ‘Memory’ wordt het vermogen voor het proces M 1 aangegeven. Alle andere instellingen zijn nu
gewist.
Als de deur openstaat op het tijdstip dat de bereiding moet beginnen, wordt het proces afgebroken.
In het display verschijnt het laatst
gekozen microgolfvermogen.
Start de bereiding met de toets
‘Start’.
39
Page 40
De ovendeur openmaken
De ovendeur openmaken
Als de magnetron wordt gebruikt, blijft
de deur vergrendeld tot de ingestelde
tijd is afgelopen.
Onderbreek de bereiding om de vergrendeling op te heffen.
Start
Druk op de toets ‘Stop/C’.
De tijd stopt als de bereiding wordt onderbroken. De koele-luchtventilator
blijft draaien.
Blijft de deur langer dan 5 minuten
open, dan worden de gekozen instellingen gewist.
Om de bereiding voort te zetten, moet u
de deur sluiten,
en op de toets ‘Start’ drukken.
– Als u niet de binnen 5 seconden op
de toets ‘Start’ drukt, klinkt er een
akoestisch signaal.
– Als u niet binnen de 5 minuten op de
toets ‘Start’ drukt, worden alle gekozen instellingen gewist.
40
Page 41
Na afloop van de bereidingstijd
Na afloop van de bereidingstijd
Akoestisch signaal
Aan het eind van een bereiding klinkt
er 3 x een akoestisch signaal.
In het invoerdisplay verschijnt een dubbele punt.
Wordt het apparaat daarna niet bediend, dan klinkt er ca. 1 uur lang om
de 5 minuten een akoestisch signaal.
Hieraan kunt u voortijdig een eind maken.
U moet daarvoor de functiekiezer op
‘0’ draaien.
In het display verschijnt de kloktijd. Als
deze is uitgezet ,blijft het display donker.
Open de deur
of
druk op een willekeurige toets, met
uitzondering van de toets –/+.
De toets –/+ is vergrendeld.
Bereiding opnieuw starten
Schakel het akoestische signaal uit
door de deur kort te openen of op
een willekeurige toets te drukken.
De toets –/+ kunt u hiervoor niet ge-
bruiken, want die is vergrendeld.
Voer met de druktoetsen de gewen-
ste gegevens in.
Druk op de toets ‘Start’.
Bereiding beëindigen
Draai de functiekiezer op ‘0’.
Als een gerecht met een traditionele
werkwijze is bereid, blijft de koele-luchtventilator nog een tijdje draaien. Als de
temperatuur in de binnenruimte daalt,
wordt die ventilator automatisch uitgeschakeld.
In het display verschijnt bij ‘Magnetron’
en bij de combinatieprogramma’s het
laatst gekozen vermogen. Bij een traditionele werkwijze verschijnt de laatst gekozen temperatuur. Bij de automatische
programma’s verschijnen de levensmid-
delen die voor deze programma’s kun-
nen worden gekozen.
41
Page 42
De kookwekker
De kookwekker
De kookwekker kunt u gebruiken voor
bereidingsprocessen buiten dit apparaat, bv. voor het koken van eieren.
Voor het instellen van de kookwekker moet u de functiekiezer op ‘0’
draaien.
Kookwekkertijd corrigeren
Start
Druk op de toets ‘Stop/C’.
U kunt nu een andere tijd instellen.
Doe dit met de toets –/+.
Druk op de toets ‘Start’.
Druk 1 x op de toets m.
In het display verschijnt ‘Kookwekker’
Enter
+
-
Voer met behulp van de toets –/+
een tijd in.
U kunt maximum 90 minuten instellen.
Druk op de toets ‘Start’.
In het display wordt de tijd tot ‘0:00’ afgeteld.
Wordt de kookwekker niet binnen de
5 minuten opnieuw met de toets ‘Start’
geactiveerd, dan wordt de rest van de
kookwekkertijd gewist.
In het display verschijnt weer de kloktijd, d.w.z. als deze niet is uitgezet.
Na afloop van de kookwekkertijd
– klinkt er 3 x een akoestisch signaal,
– verschijnt in het display weer de klok-
tijd,
– knippert ca. 1 minuut lang het woord
‘Kookwekker’.
Dit gebeurt niet als de kloktijd is uitge-
zet. Het display blijft dan donker.
Het akoestische signaal kunt u voortij-
dig uitschakelen en het woord ‘Kook-
wekker’ kunt u voortijdig wissen.
Doe dit door op een willekeurige
toets te drukken.
42
Page 43
Stroom sparende functies
Stroom sparende functies
Om elektrische stroom te besparen
– kunt u het apparaat zo programme-
ren dat het licht in het display
’s nachts zwakker wordt (functie
‘Nachtverlichting’)
– kunt u de binnenverlichting uitzetten.
Functie ‘Nachtverlichting’
Als deze functie wordt gebruikt, wordt
het licht in het display in de tijd tussen
22 uur en 6 uur zwakker.
Zo activeert u deze functie:
Draai de functiekiezer op ‘0’.
Hou de + toets en de toets ‘Enter’ ingedrukt en draai de functiekiezer
één positie naar rechts.
In het display verschijnt ‘01:0’.
Druk op de toets ‘Enter’.
In het display verschijnt ‘01:1’.
Draai de functiekiezer weer op ‘0’.
Deze functie blijft zo lang geactiveerd
tot u ze weer uitschakelt. De functie
blijft ook geactiveerd na een stroomonderbreking.
U schakelt de functie als volgt weer uit:
Draai de functiekiezer op ‘0’.
Hou de toetsen + en ‘Enter’ inge-
drukt en draai de functiekiezer één
positie naar rechts.
In het display verschijnt ‘01:1’.
2
1
M
3
4
5
De controlelampjes van de toetsen –/+
en ‘Enter’ branden.
De controlelampjes van de toetsen –/+
en ‘Enter’ branden.
Druk op de toets ‘Enter’.
In het display verschijnt ‘01:0’.
Draai de functiekiezer weer op ‘0’.
43
Page 44
Stroom sparende functies
Verlichting binnenruimte uitschakelen
Draai de functiekiezer op ‘0’.
Hou de toetsen + en ‘Enter’ ingedrukt en draai de functiekiezer één
positie naar rechts.
In het display verschijnt
–‘01:0’ als de functie ‘Nachtverlichtin-
g’ is uitgeschakeld;
–‘01:1’ als de functie ‘Nachtverlichtin-
g’ is ingeschakeld.
De controlelampjes van de toetsen –/+
en ‘Enter’ branden.
Druk op de + toets.
In het display verschijnt ‘02:0’.
De verlichting van de binnenruimte
wordt bij het starten van een bereiding
uitgeschakeld.
Wilt u de verlichting even aandoen,
druk dan op de toets ‘Enter’. Na ca.
10 seconden wordt de verlichting automatisch weer uitgeschakeld.
De verlichting blijft ook na een stroomonderbreking uitgeschakeld.
U kunt de verlichting als volgt weer
inschakelen:
Draai de functiekiezer op ‘0’.
Hou de toetsen + en ‘Enter’ ingedrukt en draai de functiekiezer één
positie naar rechts.
In het display verschijnt
–‘01:0’ als de functie ‘Nachtverlichtin-
g’ is uitgeschakeld;
–‘01:1’ als de functie ‘Nachtverlichtin-
g’ is ingeschakeld.
Het controlelampje van de toets ‘Enter’
brandt.
Druk op de toets ‘Enter’.
In het display verschijnt ‘02:1’
Draai de functiekiezer op ‘0’.
44
De controlelampjes van de toetsen –/+
en ‘Enter’ branden.
Druk op de + toets.
In het display verschijnt ‘02:1’.
Het controlelampje van de toets ‘Enter’
brandt.
Druk op de toets ‘Enter’.
In het display verschijnt ‘02:0’
Draai de functiekiezer op ‘0’.
Page 45
Inschakelbeveiliging
Met de inschakelbeveiliging voorkomt u
dat er ongewild gegevens worden ingesteld.
Zo activeert u de inschakelbeveiliging:
De inschakelbeveiliging kunt u enkel activeren wanneer
-er géén kookwekkertijd is ingesteld,
-de functiekiezer op ‘0’ staat.
Druk zo lang op de toets – tot het
sleutelsymbool in het display verschijnt.
Het sleutelsymbool verdwijnt na korte tijd.
Inschakelbeveiliging
De inschakelbeveiliging kunt u als
volgt weer uitschakelen:
Druk zo lang op de toets – tot het
sleutelsymbool in het display ver-
dwijnt.
Dan kunt u weer met het apparaat wer-
ken.
In het display verschijnt dan weer de
kloktijd.
Uitzondering:
Dit gebeurt niet als de kloktijd is uitgezet. Het display blijft dan donker.
Als de functiekiezer direct daarna op
een andere stand wordt gedraaid of als
er op een willekeurige toets wordt gedrukt, verschijnt het sleutelsymbool
weer in het display.
45
Page 46
Ontdooien
Ontdooien
Voor het ontdooien van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– het automatisch programma
‘Ontdooien N’;
– de werkwijze ‘Magnetron h’.
Het automatische programma is aan
te bevelen voor het ontdooien van
vlees, gevogelte, vis, fruit, brood, soep,
schotels, eenpansgerechten en groenten.
Het automatische programma is ook geschikt voor het ontdooien van gerechten die voor een gedeelte uit vlees, gevogelte of vis bestaan, zoals goulash,
kippenragoût of soufflé. Kies de levensmiddelengroep ‘Eénpansgerechten’.
Haal het ingevroren product uit de verpakking en leg het in een schaal die geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Zet de schaal op de bodem van de
ovenruimte.
Als u vrij grote hoeveelheden levensmiddelen, bv. 2 kg vis, wilt ontdooien,
kunt u daar ook de glazen opvangschaal voor gebruiken. Zet de glazen
opvangschaal op de bodem van de
ovenruimte.
Na de helft van de ontdooitijd moet het
gerecht worden gekeerd, in stukken gesneden of doorgeroerd. Bij het automatische programma wordt u daar door
een akoestisch signaal aan herinnerd.
Als u het automatische programma gebruikt voor het ontdooien van gebak
met vochtige vulling als fruit en kwark,
of voor broodjes, kies dan de levensmiddelengroep ‘Brood’.
De werkwijze Magnetron is aan te bevelen voor het ontdooien van delicate
levensmiddelen.
Kies een vermogen
– van 150 W
voor het ontdooien van delicate
levensmiddelen als melk en cake.
– van 80 W
voor het ontdooien van heel delicate
levensmiddelen als room, boter,
kaas, slagroom en crèmetaarten.
De bijbehorende tijden vindt u in de tabel op de volgende bladzijde.
Na het ontdooien
Laat het gerecht een paar minuten op
kamertemperatuur staan, zodat de temperatuur gelijkmatig over het gerecht
kan worden verdeeld.
X = Gewicht van de levensmiddelen invoeren. Vermogen en tijd worden automatisch gekozen.
* = Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatiger over het gerecht verdeeld.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
1/4 l
250 g
250 g
1/2 l
250 g
1 stuk, ca. 100 g
300 g
3 stuks, ca. 300 g
3 stuks, ca. 300 g
1 stuk, ca. 100 g
4 stuks
1 stuk, ca. 50 g
4 stuks, ca. 200 g
1 sneejte
automaat
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
X––5 – 10’
‘150 W’
in min.
–
–
–
12 – 14’
10 – 12’
1 – 2’
4 – 6’
6 – 8’
5 – 7’
–
6 – 8’
1 1/2 – 2’
4 – 6’
1/2 – 1’
‘80 W’
in min.
12 – 14’
8 – 10’
6 – 8’
–
–
–
–
–
–
1 1/2 – 2’
–
–
–
–
Doorwarmtijd bij kamertemperatuur *
in min.
5 – 10’
5 – 10’
10 – 15’
10 – 15’
10 – 15’
5 – 10’
5 – 10’
10 – 15’
5 – 10’
5 – 10’
5 – 10’
5 – 10’
5 – 10’
3 – 4’
47
Page 48
Verwarmen
Verwarmen
Voor het verwarmen van levensmiddelen kunt u gebruiken:
– het automatische programma
‘Verwarmen
P’;
Maak gesloten bokaaltjes altijd
open. Bij bokaaltjes kindervoeding
moet u van tevoren het deksel ver-
wijderen.
– de werkwijze ‘Magnetron h’.
Het automatische programma is aan
te bevelen voor het verwarmen van
vlees, gevogelte, vis, soep, schotels,
eenpansgerechten en groenten.
De werkwijze Magnetron is aan te bevelen voor het verwarmen van levensmiddelen die niet geschikt zijn voor het
automatische programma.
Kies een vermogen van
– 1200 W voor dranken,
– 850 W of 600 W voor gerechten,
– 450 W voor baby- en kindervoeding.
Baby- en kindervoeding mag niet te
warm worden. Verwarm die daarom
1/2 tot 1 minuut op 450 watt.
enkel
Verwarm de gerechten afgedekt.
Alleen gepaneerde gerechten mag u
niet afdekken.
Zuigflessen mogen alleen zonder
dop en speen worden verwarmd.
Plaats voor het verwarmen van een
vloeistof het bijgevoegde kookstaaf-
je in het glas of de beker!
Verwarm hardgekookte eieren nooit
in de magnetron, ook niet zonder
schaal. Eieren kunnen ontploffen.
De vereiste tijd voor het verwarmen is
afhankelijk van de kwaliteit en de hoeveelheid van het gerecht en de aanvankelijke temperatuur. Gerechten uit de
koelkast bijvoorbeeld hebben een langere tijd nodig om warm te worden dan
die op kamertemperatuur.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd.
Als u twijfelt of het gerecht warm genoeg is, stel dan nog eens een tijd in.
48
De gerechten moet u tijdens het verwarmen tussendoor omroeren of keren.
Bij het automatische programma wordt
u daar door een akoestisch signaal aan
herinnerd. Omdat de buitenkant het
eerst warm wordt, is het raadzaam de
buitenste randen naar het midden toe
te roeren.
Page 49
Verwarmen
Verwarmen op twee niveaus
Zowel boven als onder de binnenruimte bevindt zich een draaiende reflector.
Met deze draaiende reflectoren worden
de microgolven gelijkmatig over de binnenruimte verdeeld. Zo is het mogelijk
dat de gerechten gelijktijdig op twee niveaus worden verwarmd.
Zet één schaal op de bodem van de
ovenruimte en één schaal op de glazen opvangschaal. Schuif de glazen
opvangschaal in de tweede inschuifhoogte in het apparaat.
Na het verwarmen
Wees voorzichtig als u het gerecht
uit de oven haalt! Het serviesgoed
kan heet zijn.
Het serviesgoed wordt niet door de microgolven verwarmd (met uitzondering
van vuurvast aardewerk), maar door de
warmte die het gerecht afgeeft.
Laat de gerechten nadat deze zijn verwarmd een paar minuten op kamertemperatuur staan. Zo wordt de warmte
binnen het gerecht gelijkmatiger verdeeld.
Vergeet niet de gerechten om te roeren
of te schudden nadat u ze heeft verwarmd, vooral baby- en kindervoeding.
Controleer of ze niet te heet zijn!
U kunt
– op de bodem van de ovenruimte
drie borden met een Ø van 20 cm in
een driehoek neerzetten. Ofwel twee
borden met een Ø van 22 cm naast
elkaar of met een Ø van 24,5 cm diagonaal neerzetten,
– op de glazen opvangschaal twee
borden met een Ø van 20 cm naast
elkaar of twee borden van Ø 22 cm
diagonaal neerzetten.
49
Page 50
Verwarmen
Verwarmen
Tabel voor het verwarmen
Automa-
3
tisch
pro-
gramma
–
–
–
–
–
Automa-
tisch
pro-
gramma
–
–
–
X–– 2’
Drank **Hoeveelheid
koffie op drinktemperatuur 60 – 65 °C
melk op drinktemperatuur 60 – 65 °C
water aan de kook
brengen
babyfles (melk)
bisschopwijn, grog op
drinktemperatuur
60 – 65 °C
X = Gewicht van de levensmiddelen invoeren. Vermogen en tijd worden automatisch gekozen.
* = Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatiger over het gerecht verdeeld.
** = Plaats het kookstaafje in de recipiënt.
*** = De tijden gelden voor een aanvankelijke temperatuur van ca. 5 °C.
1 kopje, 20 cl
1 kopje, 20 cl
1 kopje, 1/8 l
ca. 200 cm
1 glas, 20 cl
1 bokaal, 200 g
250 g
1/4 l
Microgolfvermogen
‘1200 W’
in min.
1/2 – 1
1 – 1 1/2’ ***
1 – 1 1/2’
–
1 – 1 1/2’
Microgolfvermogen
‘600 W’
in min.
–
3 – 5
–
‘450 W’
in min.
–
–
–
1/2-1’ ***
–
‘450 W’
in min.
1/2 – 1
–
3
Doorwarm-
tijd bij
kamer-
temperatuur *
in min.
Doorwarm-
tijd bij
kamer-
temperatuur *
in min.
–
–
–
1
–
1
1
1
Bij levensmiddeln die u normaal gesproken niet in de koelkast bewaart, wordt uitgegaan van een kamertemperatuur van ca. 20 °C.
Gerechten worden tot op een temperatuur van ca. 70 à 75 °C verwarmd, met uitzondering van babyvoeding en delicate sausjes.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
50
Page 51
Bereiden
Voor het bereiden van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– het automatisch programma
‘Koken
– de werkwijze ‘Magnetron h’;
– de werkwijze ‘Hete lucht D’;
– het combinatieprogramma
‘Magnetron + hete lucht h+ D’;
– het combinatieprogramma
‘Magnetron + Grilleren h+J’.
Het automatische programma is aan
te bevelen voor het bereiden van vlees
en gevogelte zonder bruin korstje, vis,
soep, eenpansgerechten en groenten.
De werkwijze Magnetron is onder andere geschikt voor het bereiden van
soufflés of voor het wellen van gerechten als rijstepap en griesmeel.
Kies voor het aan de kook brengen een
vermogen van 850 W en voor het doorkoken 450 W. Om gerechten te laten
zwellen kiest u 150 W.
De werkwijze Hete lucht kunt u kiezen
voor het smoren en het stoven van bv.
aardappelen of groenten.
Kies een combinatieprogramma als u
de kooktijd wilt verkorten en een bruin
korstje wilt krijgen.
Het combinatieprogramma Magne-tron + Grilleren is bijzonder geschikt
voor het koken en gratineren of bruineren van bv. ovenschotels of toost.
Q’;
Bereiden
Magnetron
Doe het gerecht in een schaal die geschikt is voor gebruik in de magnetron
en laat het afgedekt gaar worden.
Zet de schaal op de ovenbodem.
De kooktijd van groente varieert al naar
gelang de versheid. Verse groente bevat meer water en is daardoor sneller
gaar. Bij groente die u al wat langer
heeft bewaard, moet u wat water toevoegen.
Tijdens het koken moet u in het gerecht
mintens één keer roeren. Bij het automatische programma wordt u daar
d.m.v. een akoestisch signaal aan herinnerd.
Levensmiddelen met een harde schil,
zoals tomaten, worstjes, in de schil gekookte aardappels of aubergines moet
u eerst inkepen of er een paar gaatjes
in prikken. Zo kan de waterdamp niet
ontsnappen en kunnen de levensmiddelen niet ontploffen.
Eieren kunnen alleen met speciaal serviesgoed in de magnetron worden gekookt. Anders springen ze stuk. Dat serviesgoed is bij speciaalzaken
verkrijgbaar.
Eieren zonder schaal mag u enkel met
de magnetron bereiden indien u de
dooier eerst enkele keren met een
speld doorprikt heeft.
51
Page 52
Bereiden
Verwarmingssoort Hete lucht
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster in de eerste
inschuifhoogte.
Voor deze werkwijze is het volgende
serviesgoed geschikt:
vuurvaste glazen schalen, porselein,
römertopf, pannen met hittebestendige
handgrepen.
Dek de gerechten die moeten smoren
of stoven, af; bv. aardappelen of groenten, af. Daarmee voorkomt u dat ze uitdrogen.
Als u wilt dat gerechten zoals vlees een
korstje krijgen, moet u deze onafgedekt
koken.
Combinatieprogramma’s
Zet het serviesgoed op de glazen opvangschaal en schuif die in de eerste
inschuifhoogte.
U dient zeer bederfelijk voedsel (zo-
als vis) goed gaar te laten worden.
Hou voor dit voedsel absoluut de tij-
den in de tabellen aan!
Gebruik alleen hittebestendig servies dat geschikt is voor gebruik in
de magnetron. Geen metalen servies!
Dek de gerechten af bij het combinatieprogramma Magnetron + Hete lucht.
Daarmee voorkomt u dat ze uitdrogen.
Bij het combinatieprogramma Magnetron + Grilleren moet u de gerechten
onafgedekt koken. Ze worden anders
niet gebruineerd.
52
Page 53
Bereiden
Tabel voor het bereiden van spijzen
Bereiden
Automa-
Hoeveelheid
gekookte forel2 stuks à 250 g–4’ +5’ – 6’2’ – 3’
desserts
abrikozenmousse
vanillecrème
Vlees en gevogelte
zonder bruine korst,
vis, fruit, soep, groente, eenpansgerechten
X = Gewicht van de levensmiddelen invoeren. Vermogen en tijd worden automatisch gekozen.
* = Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatiger over het gerecht verdeeld.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
1/2 l
1/2 l
tisch
pro-
gramma
–
–
X––2’ – 3’
Microgolfvermogen
850 W + 450 W
Tijd
in min.
4’ – 5’
5’ – 6’
Tijd
in min.
–
–
Doorwarm-
tijd bij
kamer-
temperatuur *
in min.
–
–
53
Page 54
Bereiden
Tabel voor het bereiden + gratineren en bruineren van spijzen
voorkoken *
bereiden + gratineren, bruineren
Magnetron
850 W
tijd in min.
+
magnetron-
vermogen
in W
gevulde paprika’s
kant-en-klaar-lasagne
1)
1)
soufflé met emmentaler
vleesbrood met groente
aardappel- en kaasgratin
vis met een korstje
kabeljauwgratin
1)
1)
2)
3)
3)
3
4
–
4
–
–
–
+
+
450 W
450 W
450 W
+
450 W
450 W
450 W
450 W
Magnetron + Grill
1)
Vlees
hammetje
casselerrib
kalfsgebraad
vleesbrood
Hoeveelheid
1000 g
500 g
750 g
750 g
Magnetron-
vermogen in W
450 W
450 W
450 W
450 W
Temperatuur in °C
200 °C
200 °C
200 °C
200 °C
Tijd in
min.
28 – 30’
15 – 20’
28 – 30’
25 – 30’
Gevogelte 1)
halve kip
kalkoengebraad
1000 g
1000 g
150 W
450 W
250 °C
220 °C
28 – 30’
44 – 48’
Snacks 2)
toost met beleg
toost met beleg
2 stuks
4 stuks
450 W
450 W
250 °C
250 °C
3 – 4’ **
5 – 6’ **
worstje omhuld
met kaas en ham
4 stuks
450 W
250 °C
5 – 6’ **
* Maak groente, saus of vulling op voorhand klaar met een deksel erop.
** Laat de grill 5 minuten voorverwarmen; leg het gerecht op het rooster.
Magnetron + Grill
tempera-
tuur in °C
220 °C
220 °C
220 °C
220 °C
220 °C
220 °C
220 °C
+450 W
+12 – 15’
tijd in
min.
10 – 12’
22 – 24’
8 – 12’ **
28 – 30’
25 – 27’
8 – 12’ **
14 – 18’ **
Tijd in min.
–
–
–
–
–
–
–
–
1) eerste inschuifhoogte
2) tweede inschuifhoogte
3) op de ovenbodem
De glazen opvangschaal met het rooster in de aangeduide inschuifhoogte plaatsen.
Doorkooktijd op kamertemperatuur:
ca. 5 minuten; bij een kookduur korter dan 10 minuten: ca. 2 minuten.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
54
Page 55
Ontdooien en verwarmen / ontdooien en bereiden
Ontdooien en verwarmen / ontdooien en bereiden
Voor het gelijktijdig ontdooien en verwarmen ofwel voor het ontdooien en bereiden van levensmiddelen kunt u gebruiken:
– de werkwijze ‘Magnetron h’;
– het combinatieprogramma
‘Magnetron + Grilleren h+J’.
De werkwijze Magnetron is aan te bevelen voor ingevroren levensmiddelen,
die niet gebruineerd hoeven te worden.
Het combinatieprogramma is aan te
bevelen voor ingevroren gerechten die
moeten worden gegratineerd en gebruineerd.
Verwarmingssoort Magnetron
Ingevroren gerechten kunt u met 850 W
en 450 W gelijktijdig ontdooien en verwarmen ofwel ontdooien en bereiden.
De tijden kunt u vinden in de tabel op
de volgende bladzijde.
Haal het gerecht uit de verpakking en
leg het in een schaal die geschikt is
voor gebruik in de magnetron. Laat het
afgedekt ontdooien en warm of gaar
worden. In soep of groente af en toe
roeren. Plakjes vlees halverwege de
ontdooitijd voorzichtig van elkaar halen
en omkeren. Vis moet u ook halverwege omkeren.
Combinatieprogramma
Voor kant-en-klaargerechten die moeten worden gegratineerd en gebruineerd, kunt u het combinatieprogramma Magnetron + Grill instellen. Kies
een vermogen van 450 W en een temperatuur van 220 – 250 °C.
Doe het gerecht in een hittebestendige
schaal die geschikt is voor gebruik in
de magnetron en plaats de schaal op
de glazen opvangschaal. De glazen opvangschaal op de tweede inschuifhoogte in het apparaat schuiven. Dek het gerecht niet af.
Gerechten in aluminium bakjes kunnen
direct op de glazen opvangschaal worden gezet.
Mocht het gerecht niet naar wens zijn
gebruineerd, zet de schaal dan de volgende keer op het verstelbare rooster
en schuif dit met de glazen opvangschaal op de eerste inschuifhoogte in
het apparaat.
Ingevroren kant-en-klaargerechten in
een kartonnen verpakking, die volgens
de aanwijzingen op de verpakking in
de oven kunnen worden bereid, zijn
ook geschikt voor bereiding in de magnetron.
55
Page 56
Ontdooien en verwarmen / ontdooien en bereiden
Ontdooien en verwarmen / ontdooien en bereiden
Tabel voor het ontdooien en verwarmen / ontdooien en bereiden van
ingevroren kant-en-klaargerechten
MicrogolfvermogenDoorwarm-
GerechtHoeveel-
Soep
roomsoep
consommé
maaltijdsoep
Vis
visfilet
zalmfilet in kruidenroomsaus
Vlees
hamburger
gebraad
goulash
gehaktballetjes in saus
kippenfricassee
Groente
prei met roomsaus
spruitjes + 1/8 l water
groenteschotel + 1/8 l water
Rijst en pasta (schotels)
paella + 0,1 l water
tortellini + 0,2 l melk
lasagne
* = Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatiger over het gerecht verdeeld.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
heid
0,75 l
0,8 l
0,75 l
400 g
400 g
160 g
450 g
250 g
450 g
450 g
450 g
300 g
400 g
400 g
450 g
420 g
850 W+ 450 W
Tijd
in min.
7’
8’
7’
4’
3’
3’
3’
3’
3’
3’
4’
4’
5’
6 – 7’
5’
3’
Tijd
in min.
+
8 – 10’
+
10 – 12’
+
8 – 10’
++10 – 12’
10 – 12’
+
+
+
+
+
+
+
+
+
–
7 – 8’
5 – 6’
6 – 7’
7 – 8’
7 – 8’
4 – 5’
6 – 7’
–
4 – 5’
10 – 12’
temperatuur *
tijd bij
kamer-
in min.
2’
2’
2’
2’
2’
1’
1’
1’
2’
2’
2’
2’
3’
2’
2’
2’
56
Page 57
Ontdooien en verwarmen / ontdooien en bereiden
Tabel voor het ontdooien en verwarmen / bereiden en gratineren / bruineren
van ingevroren kant-en-klaargerechten
Gecombineerd gebruik
Magnetron + Grill
GerechtGewicht
opgevuld stokbrood
lasagne
aardappelsoufflé
met broccoli en ham
volkoren-noedelsoufflé
met groente en ham
visfilet
2 harmburgers
* = Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatiger over het gerecht verdeeld.
Doe het gerecht in hittebestendig serviesgoed dat geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Gerechten in aluminium recipiënten kunnen direct op de glazen opvangschaal worden gezet. Dek
het gerecht niet af.
Schuif de glazen opvangschaal op de tweede inschuifhoogte.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
250 g
450 g
350 g
350 g
450 g
250 g
Microgolfvermogen
in W
450 W
450 W
450 W
450 W
450 W
450 W
Tempe-
ratuur
in °C
250 °C
220 °C
220 °C
220 °C
220 °C
250 °C
Tijd
in min.
8 – 10’
14 – 16’
14 – 16’
16 – 18’
18 – 20’
8 – 10’
Doorwarm-
tijd bij
kamer-
temperatuur *
in min.
2’
2’
2’
2’
2’
2’
57
Page 58
Grilleren
Grilleren
Voor het grilleren van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– de werkwijze ‘Grilleren J’;
– de werkwijze ‘Grilleren met luchtcir-
culatie I’;
– het combinatieprogramma
‘Magnetron + Grilleren h+J’;
– het combinatieprogramma
‘Magnetron + Grilleren met
luchtcirculatie h+I’.
Plaats altijd het vetfilter voor de aanzuigopening van de ventilator als u
‘Grilleren met luchtcirculatie’ gebruikt (zowel apart als in een combinatieprogramma).
De werkwijze Grilleren is aan te bevelen voor platte stukken vlees als kotelet, biefstuk en hamburgers en voor
toost en belegde toost.
De werkwijze Grilleren met luchtcir-culatie is geschikt voor het grilleren
van vlees met een vrij grote doorsnede
als brochetten, rollade en gevogelte.
Gebruik bij de combinatieprogram-ma’s tijdens de hele bereiding een vermogen van maximaal 450 W.
Grilleren
U moet het verwarmingselement van
de grill ca. 5 minuten voorverwarmen.
Hou de toesteldeur dicht. Gebruik de
werkwijze ‘Magnetron’ niet.
Strijk het rooster in met olie als u gaat
grilleren en leg het gerecht erop.
U kunt het best stukken vlees van gelijke grootte tegelijk bereiden, zodat de
bereidingstijd niet teveel verschilt.
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster in het apparaat:
– als u platte gerechten wilt grilleren
op de tweede inschuifhoogte in het
apparaat,
– als u gerechten met een grotere
doorsnede wilt grilleren op de eerste
inschuifhoogte.
Keer het gerecht halverwege om.
Als grotere stukken vlees tijdens het
grilleren aan de oppervlakte al sterk gebruineerd, maar in de kern nog niet
gaar zijn, kunt u met een lagere temperatuur verder grilleren.
Voordat u gaat grilleren
Spoel het vlees snel onder koud stromend water af. Droog het goed af.
Zout het vlees niet vóór het grilleren,
omdat het dan vocht verliest. Bestrijk
mager vlees alleen met olie. Ander vet
wordt donker of veroorzaakt rookontwikkeling. Kip kunt u met boter bestrijken.
Platte stukken vis maakt u als gewoonlijk schoon. Daarna licht zouten en met
citroensap besprenkelen.
58
Is het vlees gaar?
Als u wilt weten hoe gaar het vlees is,
druk er dan met een lepel op.
– Wanneer het vlees zacht aanvoelt, is
het rood van binnen (op zijn Engels).
– Wanneer het vlees niet echt zacht
maar ook niet echt hard aanvoelt, is
het roze van binnen (‘medium’).
– Wanneer het vlees hard aanvoelt, is
4) Plaats het vetfilter bij ’Grilleren met luchtcirculatie’ en bij het combinatieprogramma
‘Magnetron + Grilleren met luchtcirculatie’.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
3)
59
Page 60
Braden
Braden
Voor het braden van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– de werkwijze ‘Braadautomaat E’;
– het combinatieprogramma ‘Magne-
tron + Braadautomaat h+E’.
Plaats voor het braden op het rooster altijd het vetfilter voor de aanzuigopening van de ventilator.
Braadautomaat
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster op de eerste
inschuifhoogte in het apparaat.
Als servies kunt u bij het braden gebruiken: ovenschalen, braadpannen, vuurvaste glazen schalen, braadfolie, römer-
topf. Het servies moet voorzien zijn van
hittebestendige handgrepen.
Met de werkwijze Braadautomaat krijgen vlees en gevogelte een bruin korstje.
Voor het braden is minder tijd nodig als
u het combinatieprogramma kiest.
Het combinatieprogramma is niet geschikt voor het braden van rosbief en
filet. Het vlees zou van binnen gaar worden, voordat het een krokant korstje
krijgt.
Zet het vlees of gevogelte in de magnetron als die koud is, behalve rosbief en
filet. In deze gevallen moet de ovenruimte worden voorverwarmd volgens
de aanwijzingen in het recept.
U kunt het vlees het best in een gesloten braadpan braden:
– Het vlees blijft van binnen mals.
– De ovenruimte blijft schoner dan
wanneer u het rooster gebruikt.
Haal halverwege het deksel van de
braadpan. Zo krijgt het vlees een bruin
korstje.
De bereidingstijd bij het braden is afhankelijk van de soort, de grootte en
de dikte van het vlees.
U kunt de bereidingstijd als volgt berekenen:
Vermenigvuldig de dikte van het stuk
vlees met de tijd die dit vlees per cm.
nodig heeft. Zie tabel.
Voorbeeld: stuk rundvlees, 8 cm dik
8 x 15 min. per cm = 120 min. braadtijd.
Hoe groter het stuk vlees is, des te lager de temperatuur. Stel vanaf 3 kg een
temperatuur in die ca. 10 °C lager is
dan in de tabel voor het braden is aangegeven. Het braden duurt daardoor
weliswaar iets langer, maar het vlees
wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te
dikke korst.
Bij braden op het rooster moet de temperatuur 20°C lager worden ingesteld
dan bij braden in de pan.
60
Page 61
Braden
Het vlees wordt aan het einde van de
bereidingstijd bruin. Het wordt extra
bruin als u de laatste 15 tot 20 minuten
vóór het einde van de bereidingstijd
het deksel van de pan haalt.
Stel voor het braden geen hogere temperatuur in dan is aangegeven. Bij een
te hoge temperatuur wordt het vlees
weliswaar bruin, maar niet gaar.
Magnetron + Braadautomaat
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster in de eerste
inschuifhoogte in het apparaat.
Gebruik alleen hittebestendig serviesgoed zonder metalen deksel. Microgolven kunnen niet door metaal heendringen en worden dus niet door de
inhoud van de pan opgenomen.
Bij het gebruiken van braadfolie
– moet u erop letten dat de folie ca.
40 cm langer is dan het vlees en
– dat u het geheel zorgvuldig met een
draadje (garen) dichtmaakt. Lees
ook de aanwijzingen in de rubriek
‘Opmerkingen omtrent het kookgerei’.
Stel bij het gebruik van de Braadautomaat
– voor het braden van vlees en vis een
vermogen van 300 W,
– en voor het braden van gevogelte
een vermogen van 150 W in,
en wel voor de totale bereidingstijd.
Tips voor het braden
Braden in de pan
Kruid het vlees en leg het in een met
koud water omgespoelde pan.Doe er
vlokjes boter of wat olie of vet overheen.
Bij grote stukken mager vlees (2 – 3 kg)
en bij vet gevogelte ca.
voegen.
Braden op het verstelbare rooster
Mager vlees kunt u met wat vet bestrijken, met plakjes spek bedekken of larderen.
Giet er tijdens het braden niet teveel
vocht bij, want dan wordt het vlees niet
goed bruin.
Gevogelte braden
Het vel van gevogelte wordt knapperig
als u het 10 minuten voor het einde van
de bereidingstijd bestrijkt met water
waarin u wat zout heeft opgelost.
Ingevroren vlees braden
Ingevroren vlees tot ca. 1,5 kg kunt u
direct met de braadautomaat braden
zonder het van tevoren te ontdooien.
De bereiding duurt per kg dan wel ca.
20 minuten langer.
1
/8 l water toe-
Na het braden
Haal het vlees uit de oven, wikkel het in
aluminiumfolie en laat het ca. 10 minuten staan. Zo verliest het vlees minder
braadvocht als u het snijdt.
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een niet voorverwarmde oven.
1)
Tijd
in min.
1) Plaats de vetfilter bij ‘Braadautomaat’ en bij het combinatieprogramma ‘Magnetron + Braadautomaat’
2) Braden in een pan.
Wordt het gerecht op het rooester bereid, stel de temperatuur dan 20 °C lager in.
3) De oven voorverwarmen.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
62
Page 63
Bakken
Bakken
Voor het bakken van gerechten kunt u
gebruiken:
– de werkwijze ‘Hete lucht D’;
– het combinatieprogramma
‘Magnetron en Hete lucht h+D’.
De werkwijze Hete lucht is aan te bevelen voor het bakken van koekjes, biscuit-, soezen- en bladerdeeg alsook
voor appelflappen.
Het combinatieprogramma is aan te
bevelen voor het bakken van deeg met
een langere baktijd, bv. gistdeeg,
kwark-oliedeeg, cakebeslag en kneeddeeg.
Verwarmingssoort Hete lucht
Vaak worden er bij het bakken hogere
temperaturen ingesteld dan in de tabellen aangegeven. Dat verkort weliswaar
de baktijd, maar heeft niet zelden tot
gevolg dat het gerecht niet gelijkmatig
bruint. Als u een iets lagere temperatuur en een iets langere baktijd instelt,
wordt het gerecht gelijkmatig bruin.
Combinatieprogramma
Schuif de glazen opvangschaal op de
eerste inschuifhoogte in het apparaat
en zet de bakvorm erop.
Schuif de glazen opvangschaal met het
rooster op de eerste inschuifhoogte in
het apparaat en zet de bakvorm erop.
Schuif de glazen opvangschaal niet
helemaal tegen de achterwand aan;
hou ongeveer 2 cm afstand. Anders
bruint het gerecht ongelijkmatig.
Alle hittebestendige bakvormen zijn geschikt, ook heldere bakvormen van dun
materiaal.
Kies geen al te lange baktijd, want dan
droogt het gebak uit.
Schuif de glazen opvangschaal niet
helemaal tegen de achterwand aan;
hou ongeveer 2 cm afstand. Anders
bruint het gerecht ongelijkmatig.
Gebruik bij voorkeur bakvormen van hittebestendig glas of keramiek, omdat
microgolven door dit materiaal heen
kunnen dringen.
Bakvormen van metaal daarentegen
zijn niet geschikt omdat de microgolven door het metaal worden gereflecteerd. De microgolven kunnen alleen
van boven bij het gerecht komen.
63
Page 64
Bakken
Bovendien kunnen er bij metalen bakvormen vonken ontstaan. Zet de vorm
dan zo op de glazen opvangschaal dat
de achterwand niet wordt aangeraakt.
Is het probleem dan nog niet opgelost,
gebruik deze vorm dan niet nog eens
voor het combinatieprogramma.
Gebruik geen papieren bakvormen
met aluminiumfolie (bv. van bakmengsels). Dit in verband met gevaar voor brand!
Stel voor de gehele baktijd de magnetron in. Het vermogen mag niet hoger
zijn dan 150 W.
In de tabel voor het bakken van gerechten, die u op de volgende bladzijde
vindt, zijn temperaturen en vermogens
aangegeven. Daarbij is rekening gehouden met de bakvorm, de hoeveelheid
deeg en de manier van bakken. In het
algemeen kunt u de gemiddelde temperatuur kiezen.
De bereidingstijd is afhankelijk van de
bakvorm, de hoeveelheid deeg en de
manier van bakken. Daarom is er bij de
bereidingstijden in de tabel een marge
aangehouden.
Zo de vetfilter voor de aanzuigopening van de ventilator zit, wordt de
bakduur verlengd.
Controleer na afloop van de minimum
bereidingstijd of het gebak gaar is door
met een breinaald in het deeg te prikken. Als er geen deeg aan blijft kleven,
is het gebak gaar.
150 – 170 °C
160 – 180 °C
150 – 170 °C
160 – 180 °C
170 – 190 °C
170 – 190 °C
150 – 170 °C
150 – 170 °C
160 – 180 °C25 – 30’–––
170 – 190 °C20 – 25’–––
120 – 140 °C35 – 45’–––
35 – 45’
40 – 50’
50 – 60’
40 – 50’
50 – 55’
40 – 50’
35 – 40’
25 – 30’
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een niet voorverwarmde oven. Bij een voorverwarmde oven worden de bereidingstijden ca. 10 minuten korter.
1) Eerste en tweede inschuifhoogte.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
Tijd
Magnetron-
vermogen
in W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
–
–
–
–
150 W
150 W
–
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
150 W
–
–
150 W
–
150 W
Temperatuur in °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
–
–
–
–
160 °C
160 °C
–
160 °C
160 °C
160 °C
160 °C
170 °C
160 °C
–
–
180 °C
–
160 °C
Tijd
in min.
40 – 44’
50 – 56’
20 – 25’
40 – 46’
30 – 35’
25 – 30’
40 – 44’
15 – 20’
–
–
–
–
15 – 20’
30 – 36’
–
64 – 70’
38 – 48’
50 – 60’
30 – 34’
30 – 36’
30 – 34’
–
–
36 – 40’
–
20 – 25’
65
Page 66
Inmaken
Inmaken
Voor het inmaken kunt u gebruiken:
– de werkwijze ‘Magnetron h’;
– de werkwijze ‘Hete lucht D’.
Het volgende servies is geschikt om in
te maken:
– Weckbokalen.
– Alleen voor Hete lucht: bokalen met
schroefdeksels. Gebruik alleen bokalen uit de speciaalzaak die geschikt
zijn voor inmaken.
Gebruik geen conservenblikken.
Bereid de weckbokalen voor zoals u gewend bent.
Magnetron
Sluit de bokalen enkel af met een
klem geschikt voor gebruik in de
magnetron of met doorzichtige plakband. Gebruik nooit metalen klemmen. Er kunnen vonken ontstaan.
Vul de bokalen niet hoger dan 2 cm onder de rand.
U kunt maximum 5 bokalen van een halve liter inmaken.
Zet de bokalen op de bodem van de
ovenruimte.
Breng de inhoud met een vermogen
van 850 W aan het borrelen (d.w.z.
gelijkmatig opstijgen van luchtbelle-
tjes in alle bokalen).
De duur hangt af van:
– de aanvankelijke temperatuur van de
inhoud van de weckbokaal,
– het aantal bokalen.
De tijd die nodig is voordat er in alle bo-
kalen gelijkmatig luchtbelletjes opstijgen, is bij:
Bij fruit zijn deze tijden voldoende voor
het inmaken.
Verlaag bij groenten het vermogen tot
450 W nadat de inhoud is gaan borrelen en kook
– wortels ca. 15 minuten
– erwten ca. 25 minuten.
Hete lucht
Zet de bokalen op de glazen opvangschaal en schuif de schaal op
de eerste inschuifhoogte in het apparaat.
Giet er ca. 1/2 l water bij.
Stel een temperatuur van
150 – 170°C in.
Nadat de inhoud is gaan borrelen:
– bij fruit:
Laat de bokalen nog 25 – 30 minuten
langer in de magnetron staan. Gebruik
daarvoor de restwarmte.
– bij groenten:
Stel een temperatuur van 100 °C in.
Kook:
asperges, wortels . . . . 60 – 90 minuten
erwten . . . . . . . . . . . . 90 – 120 minuten
Laat de bokalen nog 25 – 30 minuten
langer in de magnetron staan. Gebruik
daarvoor de restwarmte.
Na het inmaken
Haal de bokalen uit de oven en laat
ze ca. 24 uur onder een doek op een
tochtvrije plaats staan.
Verwijder de klemmen of de plak-
band en controleer of alle bokalen
goed dicht zitten.
Deze temperatuur moet worden aangehouden totdat de inhoud gaat borrelen.
Heeft u 5 bokalen van 1/2 liter in de
ovenruimte gezet, dan duurt dat 30 à
35 minuten.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen
die zand, soda, zuur of chloride bevatten!
Die tasten het oppervlak aan.
Reiniging en onderhoud
Ovenruimte
De binnenruimte bestaat uit roestvrij
staal. Door de hoge temperaturen die
bij traditionele werkwijzen optreden,
kan roestvrij staal donkerder worden.
Om de r.v.s. vlakken schoon te maken
is een niet schurend reinigingsmiddel
voor roestvrij staal geschikt.
Bv. Neoblank dat in de Miele-naverkoopdienst verkrijgbaar is onder het
nummer 4 565 110.
Breng het middel met een zacht doek
spaarzaam aan en verdeel het gelijkmatig over het oppervlak. Neem het vlak
achteraf vochtig op en wrijf het vervolgens droog.
Glazen voorzijde, bedieningselementen
Neem de voorzijde en het bedieningspaneel met een mild reinigingsmiddel
of met een beetje afwasmiddel in water
af. Wrijf ze daarna met een zachte
doek droog.
Gebruik geen schuurmiddelen,
want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij apparaten
met een witte voorzijde na ieder gebruik de handgreep van de deur alsook
het bedieningspaneel met een mild vet
oplossend reinigingsmiddel, bv. afwasmiddel af te nemen. Zo voorkomt u dat
vet of andere resten inbranden.
U kunt de ovenruimte het beste elke
keer reinigen nadat u de magnetron
heeft gebruikt. Hoe langer u wacht
met schoonmaken, des te moeilijker
wordt het om de oven schoon te krijgen. In extreme gevallen is het zelfs
onmogelijk.
Neem de ovenruimte met een mild reinigingsmiddel of met een beetje afwasmiddel in water af. Gebruik daarvoor
een doek, een zachte spons of een
zacht borsteltje. Wrijf de ovenruimte
daarna met een zachte doek droog.
Mocht er iets aangekoekt zijn, reinig de
ovenruimte dan met een sponsje voor
servies en met een niet schurend reinigingsmiddel of met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Gebruik geen schuurmiddelen. Die
veroorzaken namelijk krassen.
Let bij het gebruik van ovensprays
beslist op de aanwijzingen van de
fabrikant. Spuit de ovenspray niet in
de openingen.
Neem de binnenruimte niet af met een
te natte doek, want dan kan er water in
de openingen komen.
73
Page 74
Reiniging en onderhoud
Aangekoekt vruchtensap en deeg kunt
u het best verwijderen wanneer de
oven nog warm is.
Door gemorst vruchtensap kan de
ovenruimte blijvend verkleuren.
Glazen achterwand
De glazen achterwand kan voor het reinigen uit de magnetron gehaald worden.
Til de glazen achterwand iets op en
verwijder hem.
Reinig de glazen achterwand in de
afwasautomaat of met de hand in
warm water met afwasmiddel.
Leg de glazen achterwand op een
glad oppervlak als u hem met de
hand reinigt, anders kan hij beschadigd worden.
Gebruik geen schuurmiddel. Dit veroorzaakt krassen op het materiaal.
Bovenste ovenplaat
Mocht de bovenste ovenplaat erg hardnekkige vlekken vertonen, dan kunt u
die het best reinigen nadat u eerst de
grillweerstand hebt laten zakken.
Laat het verwarmingselement pas
zakken als het koud is. U kunt zich
er anders aan verbranden.
Trek de bevestigingsknop naar bene-
den.
Plaats de glazen achterwand op de
juiste manier terug.
De openingen aan de achterkant
van de binnenruimte niet bedekken.
74
Laat het verwarmingselement zak-
ken.
Duw het grillverwarmingselement
niet met geweld omlaag, want daardoor kan het schade oplopen.
Page 75
Reiniging en onderhoud
Klap het element weer naar boven,
nadat u de bovenste ovenplaat heeft
gereinigd. De bevestigingsknop
moet vastklikken.
Binnenkant van de deur
Hou de binnenkant van de deur steeds
schoon. Gebruik geen schuurmiddelen!
Controleer de deur en de deurdichting
telkens weer op beschadigingen.
Mocht de deur beschadigd zijn,
dan mag u de magnetronfunctie
niet gebruiken tot de naverkoopdienst de deur heeft hersteld.
Toebehoren
Vetfilter
Reinig de vetfilter in de afwasautomaat
of met de hand in warm water met afwasmiddel.
Rooster
Het rooster na ieder gebruik afwassen
en afdrogen. Verwijder aangekoekte
etensresten met een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal.
Glazen opvangschaal
De opvangschaal kan in de afwasautomaat of met de hand worden afgewassen.
Gebruik geen schuurmiddelen, want
deze veroorzaken krassen.
Kookstaafje
Het kookstaafje kan in de afwasautomaat worden gereinigd.
75
Page 76
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet,
dan kan de gebruiker grote risico’s
lopen.
De volgende problemen kunt u echter
zelf oplossen:
Wat gedaan als . . . ?
. . . het display donker is?
Controleer of
– de stekker goed in het stopcontact zit;
– de zekeringen in orde zijn.
Doe eventueel een beroep op een
elektricien of op de Miele-naverkoopdienst.
– of de klokweergave niet is uitgezet .
Zie onder ‘Klokdisplay’.
– er bij een bereidingsproces met de
werkwijze ‘Magnetron’ wel een ver-
mogen en een tijd is ingevoerd;
– er bij een combinatieprogramma wel
een vermogen en een tijd voor de
werkwijze ‘Magnetron’ en een tempe-
ratuur voor de traditionele werkwijze
zijn ingevoerd;
– er bij een automatisch programma
wel een gewicht is ingevoerd.
. . . de deur van het apparaat tijdens
een bereiding met een traditionele
werkwijze opengaat en het apparaat
dan geen geluid maakt?
Dit is geen storing!
Als de deur tijdens een proces opengaat, schakelt de deurcontactschakelaar de verwarming en, naar gelang
van de werkwijze, ook de hete-luchtventilator uit.
. . . u op een toets drukt, maar er
dan niets gebeurt?
Controleer of
– het controlelampje van de betreffen-
de druktoets brandt,
– de inschakelbeveiliging niet is geacti-
veerd. Zierubriek ‘Inschakelbeveili-
ging’.
. . . u een bepaald proces niet kan
starten?
Controleer of
– de deur van het apparaat bij een be-
reiding met de werkwijze ‘Magnetro-
n’ wel goed is gesloten.
76
. . . er na een bereiding geluid te horen is?
Dit is geen storing!
Als er in de magnetron een bepaalde
temperatuur heerst, werkt de koeleluchtventilator nog een tijdje door. Komt
de temperatuur daaronder, dan wordt
de ventilator voor de koele lucht automatisch uitgeschakeld.
Als de deur opengaat terwijl de ventilator nog doorwerkt, dan wordt deze automatisch uitgeschakeld. Als de deur
vervolgens weer gesloten wordt, dan
werkt de ventilator nog een tijd door.
Page 77
Wat gedaan als . . . ?
. . . de magnetron / verwarming wel
werkt, maar de ovenverlichting niet?
Controleer of de ovenverlichting niet
is uitgezet. Zie rubriek ‘Ovenverlich-
ting uitzetten’.
Is dit niet het geval, dan zijn de halogeenlampjes defect. U vervangt ze als
volgt:
Trek de stekker uit het stopcontact,
of schakel de zekeringen van de
huisinstallatie uit.
Aansluitgegevens van het halogeenlampje: 12 V, 10 W, thermisch belastbaar tot 300 °C, fitting W 271, merk
Osram, type 64418.
De draadjes moeten horizontaal naar
het apparaat wijzen. Druk de lampjes
zo ver naar binnen totdat u weerstand
voelt.
Schroef de lampafdekkingen er weer op.
Steek de stekker weer in het stopcon-
tact of schakel de zekeringen van de
huisinstallatie weer in.
. . . het gerecht na afloop van de ingestelde tijd niet voldoende warm of
gaar is ?
Controleer of
– de bereiding is onderbroken.
Zo ja, controleer dan of de magne-
tron daarna wel weer is aangezet.
– Als u met Magnetron heeft gekookt /
verwarmd, controleer dan of u wel
die tijd heeft gekozen die overeen-
komt met het ingestelde vermogen.
Hoe lager het vermogen, des te lan-
ger de bereidingstijd.
Draai de lampafdekkingen los en verwijder ze (1).
Trek de halogeenlampjes eruit (2).
Zet er nieuwe halogeenlampjes in.
77
Page 78
Wat gedaan als . . . ?
. . . gebak nog niet gaar is na afloop
van de tijd die in de tabel voor het
bakken staat aangegeven?
Controleer of
– de juiste temperatuur is ingesteld.
– u zich wel precies aan het recept
heeft gehouden. Als u meer vocht en
eieren toevoegt dan in het recept
staat, wordt het deeg vochtiger en
duurt het bakken langer.
– of de vetfilter voor de aanzuigope-
ning van de ventilator zit. In dat geval is de baktijd iets langer.
. . . gebak niet overal even bruin is
geworden?
Een verschil is er altijd.
Als het verschil te groot is, controleer
dan
– of de ingestelde temperatuur niet te
hoog is.
– of de glazen opvangschaal niet te-
gen de achterwand aan is geschoven.
. . . de gerechten te snel afkoelen nadat ze met magnetron zijn verwarmd
of gekookt?
Bij gebruik van de magnetron ontstaat
de warmte altijd eerst aan de buitenkant van het gerecht en verplaatst die
zich vervolgens naar het midden.
Wordt een gerecht dus op een hoog
magnetronvermogen verwarmd, dan
kan het van buiten al heet zijn, maar
van binnen nog niet. Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld, waardoor de warmte naar binnen toe gaat
en de buitenkant kouder wordt.
Daarom moet u gerechten die uit verschillende ingrediënten bestaan, zoals
kant-en-klaar maaltijden en eenpansgerechten, opwarmen op een lager vermogen en gedurende een wat langere
tijd.
. . . de kookwekkertijd niet afloopt?
De kookwekkertijd loopt alleen af als
de deur van de oven is gesloten en de
toets ‘Start’ is ingedrukt.
– of het vetfilter voor de aanzuigope-
ning van de ventilator is geplaatst.
– van welk materiaal de bakvorm is
vervaardigd en welke kleur die heeft.
Bakvormen van licht, helder en dun
materiaal zijn niet zo goed geschikt.
78
. . . de toets bij het snelkiessysteem
niet apart te activeren is?
Controleer of
– de werkwijze ‘Magnetron’ is gekozen.
– of er geen tijd van meer dan 10 minu-
ten is ingevoerd. Een tijd langer dan
10 minuten wordt niet opgeslagen.
Page 79
Wat gedaan als . . . ?
. . . u bij gebruik van de magnetron
vreemde geluiden hoort?
Controleer of
– er geen vonken onstaan door het ge-
bruik van metalen servies. Zie rubriek ‘Opmerking omtrent het kookgerei’.
– het gerecht niet met aluminiumfolie is
afgedekt. Zo ja, verwijder de folie.
. . . een vermogen-tijd-combinatie
niet met ‘M’ kan worden opgeslagen
Controleer of
– de werkwijze ‘Magnetron’ is gekozen;
– of er wel een vermogen en een tijd
zijn ingesteld.
. . . de gewenste tijd voor een vermogen-tijd-combinatie niet kan worden
ingesteld?
Controleer of
– de som van de tijden voor alle
Memory-combinaties met een
vermogen van 1200 W niet meer dan
10 minuten bedraagt.
. . . er in het display een F in combinatie met een getal verschijnt?
Deze combinatie geeft een foutmelding
aan.
De foutmelding ‘F02’ verschijnt als de
deur openstaat en tegelijk de toets
‘Start’ wordt ingedrukt.
Schakel de zekering van de huis-
installatie uit en weer in. Ofwel trekt u
de stekker uit het stopcontact en
steekt u hem weer in.
De foutmelding verdwijnt uit het dis-
play.
Dit geldt ook voor foutmelding ‘F01’.
Als de foutmelding hierna nog steeds
of opnieuw brandt, doe dan een beroep op uw Miele-handelaar of op de
Miele-naverkoopdienst.
Wordt er in het display een F in combi-natie met een ander getal verlicht, bv.
F10, F11, F12,
breng dan uw Miele-handelaar of de
Miele-naverkoopdienst daarvan op
de hoogte.
– de som van de tijden voor alle
Memory-combinaties met een
vermogen van 850 W niet meer dan
60 minuten bedraagt.
Deel de naverkoopdienst steeds de
foutmelding mee, die in het display
verschijnt.
79
Page 80
Naverkoopdienst
Naverkoopdienst
Neem in geval van storingen waaraan
u zelf niet kunt verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Miele-naverkoopdienst.
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het machinetype
en -nummer op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Dat vindt u op de voorzijde van
de ovenruimte.
80
Page 81
Elektrische aansluiting
Uw toestel is uitgerust met een kabel
en een stekker. Het is klaar om te worden aangesloten op eenfasige stroom
230 V, 50 Hz.
De smeltveiligheden bedragen 16 A.
Er mag enkel worden aangesloten op
een degelijk geïnstalleerd stopcontact
met aarding.
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of is er een vaste
aansluiting voorzien, dan moet die voor
elke fase met een stroomonderbreker
uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers
kunnen er schakelaars worden gebruikt
met een contactopening van meer dan
3 mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Elektrische aansluiting
De vereiste gegevens over de aansluiting vindt u op het typeplaatje. Dat
vindt u op de voorzijde van de ovenruimte. Ga na of deze gegevens met
die van het net overeenstemmen.
Zo de aansluitkabel beschadigd is, laat
die dan door een speciale kabel door
de Miele-naverkoopdienst vervangen.
81
Page 82
Inbouw
Inbouw
Inbouw- en combinatiemogelijkheden
Het apparaat kan worden ingebouwd
– in een kolomkast in combinatie met
een gewone oven,
– in een kolomkast,
– in een onderkast.
Inbouwafmetingen
Inbouw in een kolomkast in combinatie met een gewone oven
Inbouw in een kolomkast
Inbouw in een onderkast
82
Als de oven met een kookvlak wordt
gecombineerd, hou dan rekening
met de opmerkingen omtrent de inbouw van kookvlakken.
Page 83
Inbouw
Inbouwhandleiding
Sluit het toestel aan op het stroomnet.
Plaats het toestel tot aan de wasem-
lijst in de inbouwkast en zet het wa-
terpas.
Open de toesteldeur en bevestig het
toestel met twee schroeven aan de
zijwanden van de kast.
Het apparaat mag alleen worden
gebruikt als het is ingebouwd.
83
Page 84
Wijzigingen voorbehouden / 22 / 000B – 0498
M.-Nr. 04 996 220 (H 158 MB, H 168 MB)
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.