‘neutralisatiemiddel toevoegen’
en / of
‘reinigingsmiddel (
vloeibaar)
toevoegen’
(DOS-module C 60)
(enkel bij de doseringsmodule,
buiten het toestel aangesloten,
mits toeslag verkrijgbaar)
4 Controlelampje ‘chemisch desinfec-
tiemiddel toevoegen’
5 Aanduiding programmaverloop
6 Leesvenstertje
7 Deuropener
8 Toets aan/uit (I/0)
9 Programmatoetsen
3
Beschrijving van het toestel
10 11
12 13 14
15161718192021
10 Reservoir voor desinfectiemiddel
(DESIN - groen) en
neutralisatiemiddel (DOS 10 - rood)
11 Droogaggregaat (TA)
12 Fijne zekering (blokkerbeveiliging) TA
13 Bedrijfsurenteller TA
14 Temperatuurkiezer TA
15 Inspectiepaneel
16 Doseerbakje voor
poedervormig
reinigingsmiddel
4
17 Reservoir voor
vloeibaar naspoel-
middel met doseerregeling
18 Peiloog
19 Filterset
20 Aansluiting voor zoutfles
(waterontharder)
21 Aansluiting voor doseringsmodule
DOS C 60 (blauw) (achterzijde)
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Laat reparaties alleen uitvoeren
door erkende vakmensen. Ondeskundige reparaties kunnen gevaar
opleveren voor de gebruiker. Lees
eerst aandachtig deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke
informatie over veiligheid, gebruik
en onderhoud van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig!
Efficiënt gebruik van het apparaat
Deze desinfector mag uitsluitend
worden gebruikt voor de doeleinden aangegeven in de gebruiksaanwijzing. Ieder ander gebruik is voor eigen
risico en kan gevaarlijk zijn.
De desinfectie- en reinigingsprocédés
zijn enkel ontworpen voor instrumenten
en utensiliën als medische producten
waarvan de fabrikant verklaart dat ze
opnieuw gereinigd kunnen worden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door foutieve bediening en elk
ander gebruik dan hier is aangegeven.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen dan gewaarborgd als het wordt aangesloten op
een aardingsysteem dat volgens de
voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert en in geval
van twijfel de elektrische installatie door
een vakman laat inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat
door een ontbrekende of beschadigde
aardingsleiding. Er is gevaar voor elektrische schokken.
Door een beschadigd apparaat
komt uw veiligheid in gevaar. Schakel het meteen uit en waarschuw de
Miele-naverkoopdienst.
Reparaties mogen uitsluitend wor-
den uitgevoerd door de Mielenaverkoopdienst. Ondeskundige reparaties kunnen ernstig gevaar opleveren
voor de gebruiker.
Wie de machine bedient, dient re-
gelmatig geschoold te worden. De
desinfector mag niet worden bediend
door niet opgeleid personeel.
Let op de volgende aanwijzingen,
voor uw veiligheid en die van anderen!
Dit apparaat mag uitsluitend door
de Miele-naverkoopdienst in bedrijf
worden gesteld en onderhouden.
Dit apparaat mag niet in ruimten
met explosiegevaar worden ge-
plaatst.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Belangrijk! Vloeibare hulpmiddelen
en additieven zijn soms bijtende
en prikkelende stoffen. Gebruik nooit
organische oplosmiddelen; er is dan
namelijk explosiegevaar. Lees de bijbehorende veiligheidsvoorschriften!
Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Hou bij gebruik van chemische hulpmiddelen rekening met de veiligheidsrichtlijnen van de fabrikant!
Vermijd inhaleren van stofdeeltjes
bij poedervormig reinigingsmiddel.
Als afwasmiddel wordt ingeslikt, kan
dat door de inbijtende werking monden keelholte beschadigen. Er bestaat
ook risico op verstikking!
Het water in de spoelruimte is
geen drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit-
ten of staan. Het apparaat kan kantelen en schade oplopen.
Als u scherpe, puntige voorwerpen
rechtop in de automaat plaatst, let
er dan op dat u zich niet verwondt en
plaats de voorwerpen zodanig in de automaat dat risico’s zijn uitgesloten.
Pas op! De temperaturen in de au-
tomaat kunnen hoog oplopen, nl.
70 à 95 °C. De kans op verbranding is
groot! Korven en inzetten moeten eerst
afkoelen. Er kan nog heet water in holtes e.d. zijn achtergebleven. Giet die
objecten daarom eerst leeg in de spoelruimte.
Na het drogen met het droogaggre-
gaat moet u altijd de deur een tijdje openzetten zodat de instrumenten
kunnen afkoelen.
Raak de verwarmingselementen
niet meteen aan na het openen
van de deur. U kunt zich verbranden.
De reinigingsautomaat en de direc-
te omgeving mogen niet met water
(waterslang of hogedrukreiniger) worden schoongespoten.
Bij onderhoudswerkzaamheden
dient u het apparaat altijd stroomloos te make: schakel het apparaat uit,
trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de stroom uit met de hoofdschakelaar van de huisinstallatie.
Let goed op de volgende aanwijzingen voor een optimale kwaliteit van
de reiniging en om schade te voorkomen!
Werd het apparaat gebruikt voor
van overheidswege gelaste ontsmettingsopdrachten? Dan moeten de
dampcondensator en de verbindingen
daarvan naar de spoelruimte en naar
de afvoer van de machine bij reparatie
of vervanging worden gedesinfecteerd.
Bij door de overheid gelaste onts-
mettingen mag u het programma
na de start niet onderbreken via de
toets I-0.
De desinfectie-standaard van het
desinfectieprocédé moet door de
gebruiker worden bewezen. Het procédé moet regelmatig aantoonbaar worden gecontroleerd d.m.v. chemo-indicatoren. Ook dienen er periodieke
bacteriologische controles plaats te vinden d.m.v. bio-indicatoren.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Het desinfectieprogramma ‘thermische desinfectie’ (DESIN 93 °C-3’) -
- met 3 minuten inwerktijd - is alleen in
bepaalde gevallen geschikt voor infectie-profylaxe. Let hierbij op de vereisten
per geval.
Het CHEM.-DESIN 60 °C-10’ - pro-
gramma is niet officieel erkend. De
desinfectieparameters zijn gebaseerd
op rapporten van de producent van het
desinfectiemiddel. Bij de toepassing
van een chemo-thermische procédé
ligt de verantwoordelijkheid bij de gebruiker.
Gebruik enkel reinigingsmiddelen
die door Miele zijn getest en aanbevolen. Als u andere middelen gebruikt kan het spoelgoed zowel als de
automaat beschadigd raken.
Sommige behandelingen (bv. met
reinigings- of desinfectiemiddel),
maar ook bepaalde vervuilingen en reinigingsmiddelen kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan het reinigings- en
desinfectieresultaat in het gedrang
brengen.
Wanneer voor een bepaalde toe-
passing een chemisch hulpmiddel
(als bv. reinigingsmiddel) wordt aanbevolen, betekent dit niet dat de fabrikant
van dit apparaat ook aansprakelijk is
voor het effect van het hulpmiddel op
het behandelde materiaal. Let op: veranderingen in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van de
fabrikant van de chemicaliën kunnen
het reinigingsresultaat beïnvloeden.
Hou bij gebruik van reinigingsmid-
delen en speciale producten absoluut rekening met de aanwijzingen van
de fabrikant van die middelen. Wend
het reinigingsmiddel enkel aan waarvoor de fabrikant het heeft voorzien.
Daarmee vermijdt u materiële schade
en eventueel ook heel heftige chemische reacties, als bv. van knalgas.
De reinigingsautomaat is alleen
gemaakt voor gebruik met water
en toegevoegde reinigingsmiddelen. U
mag geen organische oplosmiddelen
in de automaat gebruiken, o.a. in verband met explosiegevaar.
Opmerking: er zijn veel organische
oplosmiddelen waarbij geen explosiegevaar bestaat, maar andere problemen kunnen optreden, zoals beschadiging van rubber en kunststof.
Bij toepassingen waarbij zeer spe-
cifieke eisen aan het resultaat worden gesteld, moet u de voorwaarden
voor het reinigingsproces (reinigingsmiddel, waterkwaliteit etc.) van te voren
afstemmen met Miele.
Wanneer zeer hoge eisen worden
gesteld aan het reinigings- en naspoelresultaat (bv. bij chemische analyse, speciale industriële producten)
dient u regelmatig een kwaliteitscontrole uit te voeren.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De speciale inzetten mogen uitslui-
tend worden gebruikt voor de doeleinden aangegeven in de gebruiksaanwijzing.
Alle schalen, bakjes e.d. moeten
leeg zijn als u ze in de automaat
plaatst.
Laat geen resten van oplosmidde-
len en zuren, in het bijzonder zoutzuren en chloride-houdende oplossingen in de spoelruimte terechtkomen.
Bv. als u de objecten in de automaat
zet. Ook mogen er geen corroderende
metalen in terechtkomen.
Oplosmiddelen in verbinding met het
vuil mogen slechts in een sporenhoeveelheid aanwezig zijn. Dit geldt vooral
bij gevarenklasse A1.
Om schade door corrosie te vermij-
den, mag de r.v.s ommanteling niet
met zoutzuur-houdende oplossingen
noch met dampen in contact komen.
Neem de installatie-instructies in
deze gebruiksaanwijzing en in de
installatie-handleiding in acht.
Gebruik van toebehoren
Voor extra toepassingen mogen al-
leen Miele- hulpapparaten worden
aangesloten. Informeer bij de Miele-naverkoopdienst naar de typenummers
van deze apparaten.
Berging van uw oud toestel
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door. Verwijder al de restjes reinigingsmiddel. Hou
daarbij rekening met de geldige veiligheids- en milieuvoorschriften. Gelieve
een bril en handschoenen te dragen.
Maak ook het deurslot onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toestel kunnen opsluiten. Verwijder de slotplaat
door 2 kruiskopschroeven boven de
deur uit te draaien. Ruim het toestel
daarna weg en hou daarbij rekening
met de bescherming van ons milieu.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die
werd veroorzaakt doordat deze opmerkingen omtrent uw veiligheid en
waarschuwingen niet werden in
acht genomen.
8
Definitie van het apparaat
Definitie van het apparaat
De G 7782 CD desinfectie- en reinigingsautomaat zorgt ervoor dat instrumenten en toebehoren uit de praktijk
van de hierna genoemde specialisten
automatisch weer gebruiksklaar worden gemaakt: internisten, huisdokters,
vrouwenartsen, urologen, neus-, keelen oorartsen, anesthesisten, chirurgen
e.d.
De instrumenten kunnen thermisch bij
93 °C - 10 min. of 93 °C - 3 min. en
chemisch-thermisch bij 60 °C - 10 min.
mits toevoeging van desinfectiemiddel
worden gedesinfecteerd en gereinigd.
De keus van een desinfectieprogramma hangt af van het doeltreffendheidsdomein (bacteriën- en/of virusdodend)
en van de mate waarin de instrumenten
hitte kunnen verdragen.
In principe geeft u de voorkeur aan zuiver thermische procédés, omdat de
desinfectienorm daar hoger ligt.
Besmette instrumenten kunt u direct in
de automaat plaatsen zonder dat ze
vooraf werden behandeld.
Volgens het Duitse Ministerie van Volksgezondheid is ‘desinfectie van instrumenten in reinigingsautomaten’, met de
desinfectieparameters 93 °C en
10 min. inwerktijd, onder rubriek 3.2.4
in de lijst opgenomen, overeenkomstig
paragraaf 10c van het wetboek over besmettelijke ziekten. De desinfectieparameters 93 °C en 3 minuten inwerktijd
komen overeen met de doeltreffendheidsdomeinen A+B: reductie met
7
of reductiefactor 7.
~10
De desinfectieparameter 93 °C met
3 min. inwerktijd levert een reductie op
van ~10
5
of reductiefactor 5.
De doeltreffendheidsdomeinen worden
als volgt bepaald:
A = voor de vernietiging van vegetatieve bacteriekiemen, inclusief mycobacteriën, alsook van zwammen, inclusief
zwamsporen.
B = voor het inactiveren van virussen,
inklusief HBV en HIV.
Wat de chemisch-ische desinfectie bij
60 °C, 10 minuten inwerktijd en 1 %
desinfectiemiddelconcentratie betreft:
hier wordt een desinfectievermogen bereikt, dat overeenstemt met het expertiseverslag van de desinfectiemiddelfabrikant.
Om met gewoon of gedemineraliseerd
water (Aqua purificata, H
O pur) na te
2
spoelen, dat voor de vereiste toepassingen geschikt is, kan er via ‘speciale
functies’ toevoer van gedemineraliseerd water in de naspoelbeurt worden
geprogrammeerd.
Deze reinigingsautomaat is steeds uitgerust met een droogaggregaat (TA)
en een waterontharder.
9
De waterontharder instellen
De waterontharder instellen
Om kalkafzetting op de objecten en in
het toestel tegen te gaan, dient het water waarmee wordt afgewassen, onthard te worden. Dit is enkel nodig als
het harder is dan 6° Duitse (°d) of
10,7° Franse (°f) hardheid of 1,07 mmol
per liter.
Deze taak kan de ingebouwde ontharder pas behoorlijk vervullen wanneer
1. de ontharder juist is ingesteld en
2. dadelijk met regenereerzout wordt
geregenereerd zodra het controlelampje met het symbool
Bij het
in-gebruik-nemen dient u de ontharder, naar gelang van de plaatselijke
waterhardheid, in te stellen.
Uw watertoeleveringsbedrijf kan u inlichten over de hardheid van het u geleverde leidingwater.
De ontharder instellen
De hardheidscategorieën zijn onderverdeeld in 18 tijdsfases en een 0-stand.
In de fabriek werd de ontharder ingesteld op tijdsfase ‘8’. Dit komt overeen
met 19° Duitse (°d) of 33,9° Franse (°f)
hardheid. Zo het u geleverde leidingwater harder of zachter is:
de tijdsfase (zie tabel) via de toetsen
op het bedieningspaneel aanpassen.
k aangaat.
Tijds-
fase
°dmmol/l°f°eppm
18
17
16
15
14
13
12
11
10
6
1,0,7
7
1,25
8
1,42
9
1,60
10
1,78
11
1,96
12
2,14
13
2,31
15
17
19
22
24
28
32
38
48
71
2,67
3,03
3,38
3,92
4,27
4,98
5,70
6,76
8,54
12,64
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
10,7
12,5
14,3
16
17,9
19,6
21,4
23,2
26,8
30,4
33,9
39,3
42,8
50
57,1
67,8
85,7
126,7
7,5
8,8
10
11,3
12,5
13,8
15
16,3
18,8
21,3
23,8
27,5
30
35
40
47,6
60,1
88,9
Tegelijkertijd op de programmatoets
q en c drukken, blijven drukken
en intussen het toestel via de hoofdschakelaar ‘I-0’ inschakelen.
In het leesvenstertje verschijnt ‘P...’.
Op de toets k drukken, de ‘P’ verdwijnt. In het leesvenstertje verschijnt steeds tijdsfase ‘0’. Tijdsfase
‘0’ kan wel worden gewijzigd zo dat
nodig blijkt. Daartoe:
Zo vaak op toets c drukken totdat
het gewenste getal in het leesvenstertje te zien is.
Op toets h drukken. ‘SP’ verschijnt
in het leesvenstertje.
Nog eens op toets h drukken. De
tijdsfase wordt in het geheugen gebracht. Het leesvenstertje wordt gedoofd.
Het toestel is klaar om af te wassen.
Zo de hardheid van uw leidingwater
permanent onder 6°d of 10,7°f blijft:
De tijdsfase ‘0’ instellen.
Het controlelampje k gaat niet aan.
De ontharder hoeft niet te worden
geregenereerd.
De ontharder regenereren: zie bl. 29.
De waterontharder instellen
11
De deur openen en sluiten
De deur openen en sluiten
De deur openen a
Druk de deuropener tot aan de aanslag in. Neem tegelijkertijd de deur
in de greeplijst vast en maak ze open.
Tijdens een afwasprogramma mag de
deur enkel in dringende gevallen worden opengemaakt. Bv. als er objecten
staan te rammelen. Zie ‘Een programma onderbreken.’
De deur sluiten
Klap de deur omhoog en duw ze stevig dicht totdat u een klik hoort. De
deuropener mag u intussen niet indrukken.
12
Toepassingen
Deze reinigingsautomaat kan met twee
basiskorven (een onderaan en een bovenaan) worden uitgerust.
Naar gelang van de soort en de vorm
van het te reinigen instrumentarium worden deze korven van de meest verscheiden inzetten voorzien of door andere speciale korven vervangen.
Er zijn zo veel inzetten en korven dat
die hier niet allemaal apart kunnen worden afgebeeld noch besproken. Instrumenten met lange of smalle holtes dienen van binnen rechtstreeks met heet
sop doorstroomd te kunnen worden.
De objecten schikken
Vooraf wegruimen
Maak de recipiënten en instrumenten eerst leeg voor u ze in het toestel
zet. Hou rekening met de bepalingen i.v.m. besmettelijke ziekten.
Restjes zuur en oplosmiddel, vooral
zoutzuur en chloride, mogen niet in
de kuip terechtkomen.
Instrumenten uitruimen:
Normalerwijs worden de instrumenten ‘droog’ uitgeruimd. Na gebruik
bij patiënten kunnen ze nog 5 à 6
uur in de desinfector blijven voor ze
weer gebruiksklaar worden gemaakt.
Toepassingen
De af te wassen instrumenten mogen niet in elkaar liggen en elkaar
niet bedekken.
Plaats recipiënten met hun opening
naar onder in de passende inzetten.
Zo kan het water er makkelijk binnenen weer wegvloeien.
Objecten met een diepe bodem zo
schuin mogelijk plaatsen zodat het
water er goed kan afdruipen.
Hoge, slanke holle recipiënten zoveel mogelijk in het midden van de
korf zetten. Daar worden ze door de
sproeistralen beter bereikt.
Korven of injectiekorven met een
aanpasstuk moeten juist worden aangekoppeld (zie volgende blz.).
De sproeiarmen mogen niet door
hoge of naar beneden hangende
objecten worden geblokkeerd. Test
dat even door ze te laten draaien.
Om corrosie te vermijden, verdient
het aanbeveling enkel onberispelijke
instrumenten van instrumentenstaal
te gebruiken, die tegen afwas bestand zijn.
Instrumenten die gevoelig zijn aan
hitte, mag u enkel in het programma
CHEM-DESIN 60 °C-10’ afwassen.
Wegwerpinstrumenten mogen in
geen geval worden behandeld.
Hou hiermee rekening
Schik de af te wassen objecten zo
dat alle vlakken door water kunnen
worden omspoeld. Enkel dan kan
het schoon worden!
Dadelijk na afloop van het programma dient u de toesteldeur 10 à 15 minuten lang ca. 10 cm open te zetten.
Als u het toestel dan pas leegmaakt,
wordt alles goed droog door eigen
warmte. Meteen vermijdt u corrosie.
13
Toepassingen
Duiken er mettertijd verkleuringen of
corrosievlekken op instrumenten op,
vooral aan de scharnieren? In dit geval kunt u via de doseerinrichting
voor neutralisatiemiddel en een programmering neutralisatiemiddel
laten doseren in programmadeel 4
(refresh). Zie daarvoor ‘Neutralisatiemiddel toevoegen’ en ‘Speciale functies programmeren’. Biedt deze tip
geen oplossing, doe dan een beroep op de Miele-naverkoopdienst.
Starre endoskopen dienen volgens
de gegevens van de fabrikant uit elkaar genomen te worden voordat ze
worden behandeld. Kappen en dichtingen moet u afnemen en kraantjes
opendraaien om de kanaaltjes te laten doorspoelen. Er kunnen endoscopische instrumenten met een totale
lengte van hoogstens 50 cm
worden behandeld. Optische instrumenten, lichtgeleidingskabels e.d.
mogen niet thermisch worden behandeld. In geval van twijfel bevelen wij
u aan advies in te winnen bij de fabrikant van de instrumenten.
Belangrijk:
Het verende aanpasstuk (watertoevoer)
van korven of injectiekorven moet bij
het inschuiven juist worden aangekoppeld. Het dient 4 à 5 mm hoger te worden ingesteld dan de watertoevoeropening in het toestel. Zo dat niet het geval
is, dient het verstelbare aanpasstuk
aan de watertoevoer te worden aangepast.
Draai de klemring los.
Schuif het aanpasstuk omhoog
(4 à 5 mm hoger dan de watertoevoeropening in het toestel) en draai
de klemring weer aan.
Kies de korven en inzetten volgens de
te verrichten taken.
Op de volgende bladzijden vindt u
enkele uitrustingsvoorbeelden.
De dunne chroomlaag in oortrechters kan erg gevoelig zijn aan neutralisatiemiddel.
Vernikkelde instrumenten en die van
geëloxeerd aluminium zijn niet geschikt voor reiniging in de desinfector.
Voor een aantal instrumenten is het
mogelijk een naspoelmiddel te gebruiken. Bij chirurgische instrumenten dient uitsluitend met gedemineraliseerd water te worden nagespoeld.
Het is niet mogelijk instrumentenmelk te doseren.
14
Voorbeelden van uitvoering:
Toepassingen
O 177 universele bovenste korf / injectiekorf
Steek de canules voor neus-, keel-, oorpraktijken met het aansluitstuk in een
siliconhouder.
Kwartinzet E 416
Inzet voor gynaecologische specula.
Te plaatsen als op de afbeelding.
E 327 OP-korf / leeg
Voor zeefschalen op 2 niveaus.
2/5-inzet E 417
Inzet voor neus- en oorspecula. Te plaatsen als op de afbeelding. Zo worden de
specula in open toestand gereinigd.
15
Toepassingen
De bovenste korf verstellen
De reinigingsautomaat kan worden uitgerust met in de hoogte verstelbare
bovenste korven. Er zijn dan 3 niveaus
met telkens een verschil van 2 cm. In
de fabriek wordt de korf in de middelste stand geplaatst.
bovenste korf is er dan plaats
In de
voor bv.
instrumenten tot ca. 19 cm hoog,
Bovenste korf O 173
voor 8 OP-schoenen
4
12
Universele AN-korf TA E 435
en in de
onderste korf
instrumenten tot ca. 25 cm hoog.
De overige regelingen vindt u in deze
tabel:
maximumhoogte
bovenste
3
korf in
... stand
objecten in
bovenste
korf
onderste
korf
bovenste17 cm27 cm
middelste19 cm25 cm
onderste21 cm23 cm
Om de bovenste korf te verstellen:
De bovenste korf tot aan de aanslag
naar voren trekken en van de rails
wegtillen.
Het wieltjesblok aan beide zijden
van de korf met een sleutel van
7 mm afschroeven en volgens uw
wens regelen.
16
Naspoelmiddel
In de deur is er een doseerapparaat
voor vloeibaar middel met een inhoud
van ca. 200 ml ingebouwd. Via dit doseerapparaat kan er automatisch een
geschikt vloeibaar naspoelmiddel (bv.
Mielclear) worden gedoseerd.
Naspoelmiddel
Vul naspoelmiddel toe totdat de peilaanduiding (zie pijl) er donker uitziet.
Gebruik eventueel een trechter.
Draai de schroefdop dicht en wis
eventueel gemorst naspoelmiddel
goed weg.
Naspoelmiddel toevoegen
Draai de schroefdop open.
Naspoelmiddel bijvullen
De niveau-aanduiding duidt trapsgewijs aan hoe vol de recipiënt nog is.
Zo het peiloog helder is: naspoelmiddel
bijvullen.
De doseerhoeveelheid instellen
De doseerknop in de vulopening kan
worden ingesteld van 1 tot 6 (1-6 ml).
In de fabriek werd de dosering op ‘3’
(= 3 ml) ingesteld.
Draai de knop op een hogere stand
indien er vlekken op de objecten verschijnen.
Indien er een film of sluier te voorschijn komt, draai de dosering dan
op een lagere stand.
17
Desinfectie- en neutralisatiemiddel
Desinfectie- en neutralisatiemiddel
Chemisch desinfectiemiddel
toevoegen
Voor het programma CHEM-DESIN
60 °C - 10’ dient er in programmadeel 3
een desinfectiemiddel te worden gedoseerd, dat voor machinale behandeling
geschikt is en weinig schuim vormt.
Zodra het controlelampje w op het bedieningspaneel aangaat:
de recipiënt met desinfectiemiddel
vullen of de bus vervangen; daarna:
Neutralisatiemiddel toevoegen
Indien er mettertijd verkleurings- en
corrosievlekken op de instrumenten
opduiken, vooral aan de scharnieren,
kan er in programmadeel 4 met speciale zuren worden geneutraliseerd. Vraag
eventueel de Miele- naverkoopdienst
om advies.
Belangrijk: via de ‘speciale functies’
dient u het programma op ‘tussenspoelbeurt I met dosering van neutralisatiemiddel’ te programmeren.
Zodra op het bedieningspaneel het
controlelampje ‘DOS’ aangaat:
de recipiënt met neutralisatiemiddel
vullen ofwel vervangen; daarna
de sonde vast in de opening van de
recipiënt steken; zie afb. hiernaast.
Let daarbij op de kleurmarkering.
de sonde vast in de opening van de
recipiënt steken; let daarbij op de
kleurmarkering.
Vul de recipiënt tijdig bij. Die mag niet
volledig leeg worden gezogen.
18
Belangrijk: het controlelampje ‘DOS’
gaat ook aan wanneer de recipiënt
voor ‘vloeibaar reinigingsmiddel’ (doseringsmodule C 60 - speciale uitvoering)
leeg is.
Vul de recipiënt tijdig bij. Die mag niet
volledig leeg worden gezogen.
De doseersystemen (voor
vloeibaar middel) ontluchten
Voordat u het toestel in gebruik neemt,
dient u het doseersysteem voor vloeibaar middel (behalve ‘naspoelmiddel’)
te ontluchten. Doe dat eveneens als
een recipiënt niet tijdig werd bijgevuld
en het doseersysteem werd leeggezogen. Daartoe:
de toets I-0 indrukken,
de schakelaar voor de doseerhoeveelheid aan de DOS-module op ‘10’
plaatsen (enkel indien u schakelaar
‘B’ hanteert),
schakelaar ‘A’ en/of ‘B’ 3 minuten en
30 seconden, schakelaar ‘C’ 6 minuten en 30 seconden met een spits
voorwerp indrukken (
open zijn).
Na elke ontluchting dient eerst het middel dat in de kuip zou gevloeid zijn,
weggespoeld te worden. Daartoe:
programma D ‘Afspoelen’ kiezen.
Wanneer het doseersysteem voor reinigingsmiddel (DOS-module C 60) is ontlucht:
de doseerhoeveelheid voor het normale reinigingsproces instellen. Zie
hiertoe de gebruiksaanwijzing voor
de DOS-module.
Hierna is het doseersysteem met het
geschikte middel gevuld en voor de gewenste programma’s voorbereid.
Onderhoud van de doseersystemen
Om een degelijke werking te blijven verzekeren, zijn er op bepaalde tijdstippen
onderhoudswerkzaamheden vereist.
Deze taken mogen enkel worden verricht door de Miele-naverkoopdienst.
de deur moet
Schakelaar ‘A’ (linkerkant
dieningspaneel): doseersysteem voor
chemisch desinfektiemiddel.
Schakelaar ‘B’ (linkerkant): doseersys-
teem voor reinigingsmiddel (speciale
uitvoering DOS-module C 60).
Schakelaar ‘C’ (rechterkant): doseer-
systeem voor neutralisatiemiddel.
van de be-
Om het jaar à anderhalf jaar
– Doseerslangen in de doseersyste-
men of DOS-modules vervangen.
19
Reinigingsmiddel
Reinigingsmiddel
Gebruik enkel reinigingsmiddel voor
speciale reinigingsautomaten. Geen
middel voor huishoudelijke vaatwassers!
Het verdient aanbeveling vloeibaar reinigingsmiddel via de DOS-moudle
C 60 te doseren (speciale uitvoering).
Indien u niet vloeibaar doseert, giet
dan
poedervormig reinigingsmiddel in
het reservoir in de deur bij het programma DESIN vario TD. Uitzonderingen:
zie ‘DESIN’- programma’s.
Voeg het reinigingsmiddel toe in het
vakje.
Dosering: ca. 3 g per liter; dit komt
overeen met ca. 30 g per lading.
Hou rekening met de aanwijzingen van
de reinigingsmiddelfabrikant!
Duw de vergrendelknop (zie pijl) van
de klep van het reservoir naar voren.
De klep springt open. Na een programma staat deze klep steeds
open.
20
Doe de klep van het reservoir dicht.
Reinigingsmiddel
Reinigingsmiddel toevoegen / Programmakeus
Programma’s DESIN 93 °C - 3’,
DESIN 93 °C - 10’ en
CHEM-DESIN 60 °C - 10’:
Giet poedervormig reinigingsmiddel
rechtstreeks op de binnendeur.
Bij de keus van reinigingsmiddelen
kunt u, om ecologische redenen, met
de volgende criteria rekening houden:
Welke alkaliteit is er voor de oplossing van het reinigingsprobleem vereist?
Door speciale verontreinigingen zijn er
soms andere samenstellingen voor het
reinigingsmiddel of voor het additief
vereist. In deze gevallen kan de Mielenaverkoopdienst u advies verlenen.
Opmerking:
Uw automaat kan op verzoek worden
uitgerust met een ‘doseringsmodule
C 60’ (doseerpomp voor vloeibaar reinigingsmiddel (die wordt extern aangesloten).
Bij deze doseringsmodule vindt u een
aparte
Ga voorzichtig om met vloeibare
middelen / additieven ! Die bevatten deels bijtende en prikkelende
stoffen!
Hou terdege rekening met de veiligheidsvoorschriften!
Gelieve een veiligheidsbril en
handschoenen te dragen !
handleiding en installatieplan.
Is er actieve chloor als stof vereist
voor desinfectie of oxydatie (pigmentverwijdering)?
Zijn er, met het oog op dispersie en
emulsie, tensiden noodzakelijk?
Bij thermische desinfectie dient u
een geschikt zacht-alkalisch reinigingsmiddel zonder actieve chloor
te gebruiken.
Een programma kiezen
Laat de keus van het programma afhangen van de soort objecten en van de
mate waarin die vuil zijn.
In het overzicht van de programma’s
op de volgende bladzijden vindt u de
programma’s alsook de toepassingen
ervan beschreven.
21
Overzicht van de programma’s
Overzicht van de programma’s
Programma’sToepassingenReinigingsmiddel
(niet bij vloeibare dosering)
Hou rekening met de aanwij-
zingen van de fabrikant !
D
AFSPOELEN
DESIN
vario TD
DESIN 93 °C - 3’
DESIN 93 °C-10’
CHEM-DESIN
60 °C-10’
Om sterk belaste instrumenten, bv. na een
bad in een desinfectie-oplossing, af te spoelen (overdreven schuim wordt vermeden).
Voor objecten die met proteïnes bevuild zijn
(bloed, secreet). Om instrumenten, gevoelig aan
chemische middelen en temperatuurschommelingen, bij 93 °C en 10 min. inwerktijd te reinigen
en thermisch te desinfecteren.
Om te reinigen en thermisch te desinfecteren
bij 93 °C met 3 min. inwerktijd op constante
temperatuur.
Reductiefactor ca. 5.
Om te reinigen en thermisch te desinfecteren
bij 93 °C met 10 min. inwerktijd op constante
temperatuur. Desinfectiedoeltreffendheid AB
volgens het Duitse Ministerie van Volksgezondheid. Reductiefactor ca. 7.
Om aan hitte gevoelig materieel te reinigen
en te desinfecteren bij 60 °C met 10 min.
inwerktijd op constante temperatuur. Met dosering van 1 % desinfectiemiddelconcentratie
volgens expertiseverslagen.
30 g in het vakje voor reinigingsmiddel.
keur (zacht alkalisch) vloeibaar
reinigingsmiddel via de
DOS-module C 60.
30 g rechts
van de deur
30 g rechts
van de deur
30 g rechts
van de deur
Doseer bij voor-
op de binnenzijde
op de binnenzijde
op de binnenzijde
22
G 7782 CD Opmerkingen over veiligheid, waarschuwingen
G 7782 CD Opmerkingen over veiligheid, waarschuwingen
Aanwijzingen voor de exploitant:
Haal deze bladzijden eruit en bevestig ze vlakbij het apparaat. Zorg ervoor dat
ze goed zichtbaar zijn voor wie het apparaat moet bedienen.
Verzoek uw medewerkers met deze veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen
rekening te houden.
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Laat reparaties alleen uitvoeren
door erkende vakmensen. Ondeskundige reparaties kunnen gevaar
opleveren voor de gebruiker. Lees
eerst aandachtig deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke
informatie over veiligheid, gebruik
en onderhoud van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig!
Efficiënt gebruik van het apparaat
Deze desinfector mag uitsluitend
worden gebruikt voor de doeleinden aangegeven in de gebruiksaanwijzing. Ieder ander gebruik is voor eigen
risico en kan gevaarlijk zijn.
De desinfectie- en reinigingsprocédés
zijn enkel ontworpen voor instrumenten
en utensiliën als medische producten
waarvan de fabrikant verklaart dat ze
opnieuw gereinigd kunnen worden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door foutieve bediening en elk
ander gebruik dan hier is aangegeven.
Let op de volgende aanwijzingen,
voor uw veiligheid en die van anderen!
Dit apparaat mag uitsluitend door
de Miele-naverkoopdienst in bedrijf
worden gesteld en onderhouden.
Dit apparaat mag niet in ruimten
met explosiegevaar worden ge-
plaatst.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen dan gewaarborgd als het wordt aangesloten op
een aardingsysteem dat volgens de
voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert en in geval
van twijfel de elektrische installatie door
een vakman laat inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat
door een ontbrekende of beschadigde
aardingsleiding. Er is gevaar voor elektrische schokken.
Door een beschadigd apparaat
komt uw veiligheid in gevaar. Schakel het meteen uit en waarschuw de
Miele-naverkoopdienst.
Reparaties mogen uitsluitend wor-
den uitgevoerd door de Mielenaverkoopdienst. Ondeskundige reparaties kunnen ernstig gevaar opleveren
voor de gebruiker.
1
Opmerkingen over veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen over veiligheid, waarschuwingen
Wie de machine bedient, dient re-
gelmatig geschool te worden. De
desinfector mag niet worden bediend
door niet opgeleid personeel.
Na het drogen met het droogaggre-
gaat moet u altijd de deur een tijdje openzetten zodat de instrumenten
kunnen afkoelen.
Belangrijk! Vloeibare hulpmiddelen
en additieven zijn soms bijtende
en prikkelende stoffen. Gebruik nooit
organische oplosmiddelen; er is dan
namelijk explosiegevaar. Lees de bijbehorende veiligheidsvoorschriften!
Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Hou bij gebruik van chemische hulpmiddelen rekening met de veiligheidsrichtlijnen van de fabrikant!
Vermijd inhaleren van stofdeeltjes
bij poedervormig reinigingsmiddel.
Als afwasmiddel wordt ingeslikt, kan
dat door de inbijtende werking monden keelholte beschadigen. Er bestaat
ook risico op verstikking!
Het water inde spoelruimte is geen
drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit-
ten of staan. Het apparaat kan kantelen en schade oplopen.
Als u scherpe, puntige voorwerpen
rechtop in de automaat plaatst, let
er dan op dat u zich niet verwondt en
plaats de voorwerpen zodanig in de automaat dat risico’s zijn uitgesloten.
Pas op! De temperaturen in de au-
tomaat kunnen hoog oplopen, nl.
70 à 95 °C. De kans op verbranding is
groot! Korven en inzetten moeten eerst
afkoelen. Er kan nog heet water in holtes e.d. zijn achtergebleven. Giet die
objecten daarom eerst leeg in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen
niet meteen aan na het openen
van de deur. U kunt zich verbranden.
De reinigingsautomaat en de direc-
te omgeving mogen niet met water
(waterslang of hogedrukreiniger) worden schoongespoten.
Bij onderhoudswerkzaamheden
dient u het apparaat altijd stroomloos te make: schakel het apparaat uit,
trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de stroom uit met de hoofdschakelaar van de huisinstallatie.
Let goed op de volgende aanwijzingen voor een optimale kwaliteit van
de reiniging en om schade te voorkomen!
Werd het apparaat gebruikt voor
van overheidswege gelaste ontsmettingsopdrachten? Dan moeten de
dampcondensator en de verbindingen
daarvan naar de spoelruimte en naar
de afvoer van de machine bij reparatie
of vervanging worden gedesinfecteerd.
Bij door de overheid gelaste onts-
mettingen mag u het programma
na de start niet onderbreken via de
toets I-0.
2
Opmerkingen over veiligheid, waarschuwingen
De desinfectie-standaard van het
desinfectieprocédé moet door de
gebruiker worden bewezen. Het procédé moet regelmatig aantoonbaar worden gecontroleerd d.m.v. chemo-indicatoren. Ook dienen er periodieke
bacteriologische controles plaats te vinden d.m.v. bio-indicatoren.
Het desinfectieprogramma ‘thermi-
sche desinfectie’ (DESIN 93 °C-3’) -
- met 3 minuten inwerktijd - is alleen in
bepaalde gevallen geschikt voor infectie-profylaxe. Let hierbij op de vereisten
per geval.
Het CHEM.-DESIN 60 °C-10’ - pro-
gramma is niet officieel erkend. De
desinfectieparameters zijn gebaseerd
op rapporten van de producent van het
desinfectiemiddel. Bij de toepassing
van een chemo-thermische procédé
ligt de verantwoordelijkheid bij de gebruiker.
Gebruik enkel reinigingsmiddelen
die door Miele zijn getest en aanbevolen. Als u andere middelen gebruikt kan het spoelgoed zowel als de
automaat beschadigd raken.
Sommige behandelingen (bv. met
reinigings- of desinfectiemiddel-,
maar ook bepaalde vervuilingen en reinigingsmiddelen kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan het reinigings- en
desinfectieresultaat in het gedrang
brengen.
Wanneer voor een bepaalde toe-
passing een chemisch hulpmiddel
(als bv. reinigingsmiddel) wordt aanbevolen, betekent dit niet dat de fabrikant
van dit apparaat ook aansprakelijk is
voor het effect van het hulpmiddel op
het behandelde materiaal. Let op: veranderingen in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van de
fabrikant van de chemicaliën kunnen
het reinigingsresultaat beïnvloeden.
Hou bij gebruik van reinigingsmid-
delen en speciale producten absoluut rekening met de aanwijzingen van
de fabrikant van die middelen. Wend
het reinigingsmiddel enkel aan waarvoor de fabrikant het heeft voorzien.
Daarmee vermijdt u materiële schade
en eventueel ook heel heftige chemische reacties, als bv. van knalgas.
De reinigingsautomaat is alleen
gemaakt voor gebruik met water
en toegevoegde reinigingsmiddelen. U
mag geen organische oplosmiddelen
in de automaat gebruiken, o.a. in verband met explosiegevaar.
Opmerking: er zijn veel organische
oplosmiddelen waarbij geen explosiegevaar bestaat, maar andere problemen kunnen optreden, zoals beschadiging van rubber en kunststof.
Bij toepassingen waarbij zeer spe-
cifieke eisen aan het resultaat worden gesteld, moet u de voorwaarden
voor het reinigingsproces (reinigingsmiddel, waterkwaliteit etc.) van te voren
afstemmen met Miele.
3
Opmerkingen over veiligheid, waarschuwingen
Wanneer zeer hoge eisen worden
gesteld aan het resultaat (bv. bij
chemische analyse, speciale industri
ele producten) dient u regelmatig een
kwaliteitscontrole uit te voeren.
De speciale inzetten mogen uitslui-
tend worden gebruikt voor de doeleinden aangegeven in de gebruiksaanwijzing.
Alle schalen, bakjes e.d. moeten
leeg zijn als u ze in de automaat
plaatst.
Laat geen resten van oplosmidde-
len en zuren, in het bijzonder zoutzuren en chloride-houdende oplossingen in de spoelruimte terechtkomen.
Bv. als u de objecten in de automaat
zet. Ook mogen er geen corroderende
metalen in terechtkomen.
Oplosmiddelen in verbinding met het
vuil mogen slechts in een sporenhoeveelheid aanwezig zijn. Dit geldt vooral
bij gevarenklasse A1.
Om schade door corrosie te vermij-
den, mag de r.v.s ommanteling niet
met zoutzuur-houdende oplossingen
noch met dampen in contact komen.
Neem de installatie-instructies in
deze gebruiksaanwijzing en in de
installatie-handleiding in acht.
Gebruik van toebehoren
Voor extra toepassingen mogen al-
leen Miele- hulpapparaten worden
aangesloten. Informeer bij de Miele-naverkoopdienst naar de typenummers
van deze apparaten.
Berging van uw oud toestel
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door. Verwijder al de restjes reinigingsmiddel. Hou
daarbij rekening met de geldige veiligheids- en milieuvoorschriften. Gelieve
een bril en handschoenen te dragen.
Maak ook het deurslot onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toestel kunnen opsluiten. Verwijder de slotplaat
door 2 kruiskopschroeven boven de
deur uit te draaien. Ruim het toestel
daarna weg en hou daarbij rekening
met de bescherming van ons milieu.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die
werd veroorzaakt doordat deze opmerkingen omtrent uw veiligheid en
waarschuwingen niet werden in
acht genomen.
Omschakeling van koud op gedemineraliseerd water: zie ‘Speciale functies
programmeren’.
X = aflopende programmadelen
23
In- en uitschakelen
In- en uitschakelen
°C
min
DOS
•
•
•
•
DESIN
•
•
•
•
•
•
•
DESIN
vario TD
I-O
CHEM-DESIN
60°C-10’
•
DESIN
93°C-3’
DESIN
93°C-10’
•
•
•
15’- 90’
•
•
•
•
Inschakelen
Druk de toets I-0 in.
Een programma kiezen
Nadat u de automaat hebt ingeschakeld, gaan de controlelampjes naast de
programmatoetsen aan. Daarmee
wordt aangeduid dat u nu een programma kan kiezen.
Druk op de toets van het gewenste
programma. In het leesvenstertje verschijnt de reinigingstemperatuur van
het gekozen programma.
Kies eventueel het bijkomend programma ‘c drogen’. Zie ‘Een bijkomend programma kiezen’.
Druk op de starttoets h. In het leesvenstertje wordt de programmaduur
van het gekozen programma in minuten aangeduid (oplopend).
Tijdens de opwarmtijd in de programmagedeelten ‘reiniging / desinfectie’
en ‘naspoelen / desinfectie’ wordt in
het leesvenstertje de te bereiken temperatuur aangeduid.
Automatisch worden al de andere
programma’s geblokkeerd. De
controlelampjes van de niet gekozen
programma’s worden gedoofd.
Van programma veranderen
Indien u onverhoeds een verkeerd programma hebt gekozen en u
de starttoets hebt ingedrukt, kunt u dat
als volgt wijzigen:
Druk op de toets van het gewenste
programma.
Druk op de starttoets h.
nog niet op
Een bijkomend programma
kiezen
U kunt een van de volgende bijkomende programma’s kiezen:
c DROGEN
Dadelijk na de keus van een afwasprogramma (behalve D AFSPOELEN) kunt
u het bijkomende programma ‘drogen’
erbij kiezen. Het droogproces verloopt
in fasen van 15 minuten (in het totaal
max. 90 minuten).
De droogtijd kiezen
Druk zo vaak op de toets c tot de
gewenste droogtijd in het leesvenstertje verschijnt.
Voorbeeld:
1 x drukken = 15 min.,
2 x drukken = 30 min., enz.
10 minuten na het naspoelen gaat het
drogen automatisch van start. De droogtijd wordt in het leesvenstertje afgeteld.
24
In- en uitschakelen
De droogtemperatuur kiezen
U kunt de droogtemperatuur instellen
met de temperatuurkiezer op het droogaggregaat (TA). Daarvoor moet u:
het inspectiepaneel afnemen. Zie
‘Elektrische aansluiting’.
de instelling van de temperatuurkiezer aan de TA controleren.
De temperatuur is in te stellen van
55 tot 95 °C. Die wordt elektronisch
geregeld.
Deze omschakelingen dient u met de
meegeleverde sleutel te verrichten.
k REGENEREREN
Zie ‘De ontharder regenereren’.
q WEGPOMPEN
Indien het programma bv. onderbroken
werd. Hou desgevallend rekening met
de bepalingen i.v.m. besmettelijke ziekten.
De toets I-0 indrukken,
op de programmatoets q drukken,
op de starttoets h drukken.
– Ca. 95 °C (maximumtemperatuur)
voor normaal instrumentarium. Deze
stand werd in de fabriek ingesteld.
– Ca. 70 °C
voor instrumenten die gevoelig zijn
aan hoge temperaturen met latex,
rubber of kunststof.
– Ca. 55 °C
voor instrumenten die erg gevoelig
zijn aan hoge temperaturen.
25
In- en uitschakelen
Aanduiding programmaverloop
Na het kiezen van een programma duiden de controlelampjes in de aanduiding van het programmaverloop aan
hoever het programma gevorderd is.
I voorspoelen
l reinigen en evt. desinfecteren
m tussenspoelen
H naspoelen
cdrogen (bijkomend programma)
DESIN desinfectie (enkel bij de pro-
gramma’s DESIN vario TD,
DESIN 93 °C -10’ en
CHEM-DESIN 60 °C -10’ voor
zover de parameter 93 °C -10’
of 60 °C -10’ werd aangehouden.
Zodra een programmagedeelte afgewerkt is, gaat het controlelampje dat ermee overeenstemt, uit.
Zodra er in het leesvenstertje geen controlelampje meer brandt (behalve
‘DESIN’) en het controlelampje ‘Start h’
uitgaat, is het programma afgelopen. In
het leesvenstertje wordt de totale programmaduur aangeduid.
Uitschakelen
Druk de toets I-0 in en laat die uit-
springen.
U kunt de automaat nu openmaken en
de objecten uitnemen.
Een programma onderbreken
Onderbreek een programma dat reeds
begonnen is, enkel in dringende gevallen, bv. als de objecten erg bewegen.
Wat nu volgt, is enkel vereist indien een
arts ambtshalve een geval van besmetting vaststelt. In het andere geval is ook
het programmadeel ‘WEGPOMPEN’ mogelijk en kunt u eveneens opnieuw een
programma kiezen.
De deur openmaken a
De werking van het toestel wordt via
de deuropener onderbroken. Druk intussen de toets I-0 (aan/uit) niet in.
Anders wordt het programma gewist.
Wees voorzichtig! De objecten kunnen heet zijn. U kunt zich daaraan
verbranden.
De objecten stabieler schikken,
(evt. maatregelen ter bescherming
tegen infectie nemen: handschoenen dragen).
Desgevallend het bakje voor poedervormig reinigingsmiddel in de binnendeur opnieuw vullen.
De deur sluiten.
Na afloop van een wachttijd waarin de
automaat weer op temperatuur komt,
gaat het programma verder op het punt
waar het onderbroken werd. In het leesvenstertje wordt deze wachttijd afgeteld. Na een stroomonderbreking wordt
hetzelfde programmagedeelte automatisch gestart.
Belangrijk:
Let bij een onderbreking van een desinfectieprogramma op het controlelampje
‘DESIN’ op het einde van het programma. Gaat dit lampje
de DESIN-paramaters niet vervuld. Desgevallend dient u dat programma dan
te herhalen.
niet aan, dan zijn
26
Speciale functies programmeren
Speciale functies programmeren
De volgende speciale functies kunnen
om het even wanneer worden gekozen:
1. Koud-watertoevoer van ‘tijdsbesturing (60 sec.) omschakelen op
‘niveaubesturing met tijdscontrole’
Indien de waterdruk (aan de aftapkraan) lager is dan 2,5 bar, vloeit er te
weinig water in de kuip. Zo de waterdruk tussen 1 en 2,5 bar ligt, kan de
watertoevoer op ‘niveaubesturing met
tijdscontrole’ worden geprogrammeerd.
Daartoe:
De afwasautomaat uitschakelen.
Tegelijk op de programmatoetsen q
en c drukken, blijven drukken en
intussen de automaat via de hoofd-
schakelaar ‘I/0’ inschakelen.
In het leesvenstertje verschijnt de
huidige programmasituatie ‘P...’.
Op toets DESIN 93 °C - 10’ drukken;
in het leesvenstertje verschijnt een
‘10’ of een ‘11’.
‘10’ = koud-watertoevoer met tijds-
besturing (60 sec.)
‘11’ = koud-watertoevoer met niveau-
besturing met tijdscontrole.
Op toets c drukken: de ‘10’ veran-
dert in ‘11’ of omgekeerd.
Op toets h drukken. ‘SP’ verschijnt.
Nog eens op toets h drukken. De
verlenging wordt in het geheugen op-
geslagen. Het leesvenstertje wordt
gedoofd.
De
toevoer van gedemineraliseerd water kan enkel door de MIELE-naverkoopdienst worden
Dit is enkel zinvol indien die in het
programmadeel ‘naspoelen’ werd geprogrammeerd. Zie punt 4.
2. ‘Tussenspoelbeurt I’ met dosering
van neutralisatiemiddel (refresh)
Deze speciale functie dient te worden
geprogrammeerd indien er mettertijd
verkleurings- en corrosievlekken op de
instrumenten opduiken, vooral aan de
scharnieren.
De automaat uitschakelen.
Tegelijk op de programmatoetsen q
en c drukken, blijven drukken en
intussen de automaat via de hoofdschakelaar ‘I/0’ inschakelen.
In het leesvenstertje verschijnt de
huidige programmasituatie ‘P...’.
Op toets DESIN 93 °C - 3’ drukken;
in het leesvenstertje verschijnt een
‘20’ of een ‘21’.
zonder tussenspoelbeurt I,
‘20’ =
‘11’ = tussenspoelbeurt I met dosering van neutralisatiemiddel.
Op toets c drukken: de ‘20’ verandert in ‘21’ of omgekeerd.
Op toets h drukken. ‘SP’ verschijnt.
Nog eens op toets h drukken. De
wijziging wordt in het geheugen opgeslagen. Het leesvenstertje wordt
gedoofd.
verlengd.
27
Speciale functies programmeren
3. Temperatuurwijziging T1 (reinigingstemperatuur) en T2 (naspoeltemperatuur) in het programma
‘DESIN vario TD’
Normalerwijs is de
reinigingstemperatuur op 45 °C en de naspoel-/desinfectietemperatuur op 93 °C ingesteld. Via
deze speciale functie kunt u de reinigingstemperatuur ook op 60 °C en de
naspoeltemperatuur op 80 °C instellen.
Het is zinvol de temperatuur in de
reinigingsfase te verhogen bv. bij het behandelen van zuigflessen en spenen.
De automaat uitschakelen.
Tegelijk op de programmatoetsen q
en c drukken, blijven drukken en
intussen de automaat via de hoofdschakelaar ‘I/0’ inschakelen.
In het leesvenstertje verschijnt de
huidige programmasituatie ‘P...’.
Op toets DESIN vario TD drukken;
in het leesvenstertje verschijnt een
‘30’ of een ‘31’.
Raadpleeg de volgende tabel om
die instelling te wijzigen.
Op toets c drukken: de ‘30’ verandert in ‘31’ of omgekeerd.
Op toets D drukken; in het leesvenstertje verschijnt een ‘40’ of een ‘41’.
Raadpleeg de volgende tabel om
die instelling te wijzigen.
Op toets c drukken: de ‘40’ verandert in ‘41’ of omgekeerd.
InstellingReinigings-
temperatuur
30 /40 *)45 °C93 °C
30 / 4145 °C80 °C
31 / 4060 °C93 °C
31 / 4160 °C80 °C
Naspoel-
temperatuur
*-) in de fabriek ingesteld
Op toets h drukken. ‘SP’ verschijnt.
Nog eens op toets h drukken. De
wijziging wordt in het geheugen opgeslagen. Het leesvenstertje wordt
gedoofd.
4. Watertoevoer van koud op gedemineraliseerd water overschakelen in
het programmadeel ‘Naspoelen’.
De automaat uitschakelen.
Tegelijk op de programmatoetsen q
en c drukken, blijven drukken en
intussen de automaat via de hoofdschakelaar ‘I/0’ inschakelen.
In het leesvenstertje verschijnt de
huidige programmasituatie ‘P...’.
Op toets CHEM-DESIN 60 °C - 10’
drukken; in het leesvenstertje verschijnt een ‘50’ of een ‘51’.
‘50’ = koud water,
‘51’ = gedemineraliseerd water.
Op toets c drukken: de ‘50’ verandert in ‘51’ of omgekeerd.
Op toets h drukken. ‘SP’ verschijnt.
Nog eens op toets h drukken. De
wijziging wordt in het geheugen opgeslagen. Het leesvenstertje wordt
gedoofd.
28
De ontharder regenereren
Wanneer het controlelampje met het
symbool k, links op het bedieningspaneel, na een aantal programma’s aangaat, is de ingebouwde ontharder uitgeput. Dan kan hij geen onthard water
meer leveren. Hij moet dan dadelijk na
afloop van het programma met regene-reerzout geregenereerd worden.
Was dit door werkomstandigheden niet
mogelijk en zijn er reeds andere programma’s afgelopen? Laat dan tweemaal na mekaar regenereren.
Gebruik enkel zuiver, door indamping
gewonnen zout. Bij voorkeur speciaal
regenereerzout met grove korrel. Geen
ander zout, bv. tafel- of strooizout. Zo’n
zout kan namelijk bestanddelen bevatten, die niet in water oplosbaar zijn. Dat
kan de werking van de ontharder schaden!
De zoutfles kan ca. 2 kg zout bevatten.
De ontharder regenereren
Giet in geen geval reinigingsmiddel
in het zoutreservoir!
Dat kan
– de ontharder vernielen en
– de schroefdop verstoppen.
Het gevolg: de druk in de zoutfles
stijgt. Bij het afschroeven van de
fles vormt de bijtende alkalische oplossing een gevaar voor huid en kleren. Er is eveneens risico op verwondingen!
Voor u de zoutfles vult, dient u zeker
te zijn dat u daadwerkelijk de
pakking met het regenereerzout ter
hand neemt.
De zoutfles vullen
ver-
Let op!
Indien er enkel zout met een fijnere korrel ter beschikking staat, wordt u verzocht kontakt op te nemen met de
Miele-naverkoopdienst.
Zout met een korrel groter dan 4 mm
mag niet worden gebruikt.
Schroef de zeefdop af.
Vul de zoutfles met regenereerzout
en sluit ze af met de zeefdop.
De zoutfles aanbrengen
Neem de onderste korf uit.
29
De ontharder regenereren
Schroef het deksel van de ontharder
op de bodem van de kuip los.
Druk op de programmatoets k.
Druk op de starttoets h.
Het regenereerprogramma verloopt
automatisch en is ten einde zodra het
controlelampje k, links op het bedieningspaneel, en het controlelampje
‘Start h uitgaan.
Vervolgens:
Het toestel uitschakelen.
De zoutfles voorzichtig afschroeven.
Zo kan de eventuele druk afnemen.
Gebruik geen geweld!
Kunt u de fles niet met de hand losdraaien, gelieve dan de Miele-naverkoopdienst te verwittigen!
Het deksel van de ontharder weer
opschroeven.
De onderste korf inschuiven.
De zoutfles en de zeef daarvan met
zuiver water afwassen.
Zet de zoutfles erop en schroef ze
vast.
Het toestel inschakelen
Draai de waterkranen open.
Doe de toesteldeur dicht.
Druk de toets I-0 in.
30
De waterkranen dichtdraaien.
Belangrijke opmerking
De waterdruk (aan de aftapkraan) moet
minstens 2,5 bar bedragen. Ligt die lager, zie ‘Speciale functies programmeren’.
Zo de waterdruk lager ligt dan 2,5 bar
of erg schommelt, kan de ontharder
niet naar behoren werken. Dan kunnen
er na het regenereren nog zoutresten in
de zoutfles overblijven.
Om al het zout op te gebruiken en de
ontharder uit te spoelen, dient u het programma ‘Regenereren’ nog eens in te
schakelen.
Reiniging en onderhoud
De filters in de kuip schoonmaken
De filterset op de bodem van de kuip
dient regelmatig te worden nagekeken
en eventueel ook schoongemaakt.
Voorzichtig!
U kunt zich kwetsen aan glassplinters.
De grove filter schoonmaken
Reiniging en onderhoud
Draai de microfijne filter met twee
draaien naar links los
Knijp de staafjes samen, neem de filter uit en maak hem schoon.
Steek de filter weer op zijn plaats en
let erop dat hij goed aansluit.
De verticale, de horizontale en de
microfijne filter schoonmaken
Neem de grove filter uit.
Indien er een verticale fijne filter voorhanden is, bevindt die zich tussen
de grove en de microfijne filter.
Neem die verticale filter uit.
en neem hem samen met de horizontale filter uit.
Maak de filters schoon.
Zet de filterset er in omgekeerde
volgorde weer in.
Zonder filters mag u niet afwassen!
31
Reiniging en onderhoud
Zeven van de watertoevoerleiding
Om het watertoevoerventiel te beschermen, zijn er in de schroefkoppeling van
de watertoevoerslang zeven ingebouwd. Zijn deze zeven vuil, dan dient
u ze te reinigen. Anders vloeit er te weinig water in de kuip.
Draai de waterkranen dicht.
Schroef de toevoerslangen af.
1
2
Maak de grote (1) en de fijne (2)
zeef schoon of vervang ze eventueel.
Draai na het aansluiten de waterkranen ietwat open om na te zien of er
nergens water lekt.
Er zit ook nog een zeef juist voor het
watertoevoerventiel. Die mag enkel
door een vakman worden schoongemaakt of vervangen.
32
Het droogaggregaat (TA) onderhouden
Het droogaggregaat (TA) onderhouden
De grove filter vervangen
De grove filter dient u te vervangen
wanneer die vuilis ofwel na 100 bedrijfsuren. Controleer de bedrijfsduurmeter
op het droogaggregaat.
Het aanzuigrooster rechts en links
bovenaan uit zijn bevestiging trekken en daarna onderaan uitnemen.
De grove filter vervangen
– gladde filterzijde naar achteren
gericht –.
De geperforeerde plaat er onderaan
weer inzetten en boven dichtduwen
– de omranding wijst naar voren –.
Het aanzuigrooster dient bij het sluiten van het toestel met een hoorbare
klik dicht te gaan.
De geperforeerde plaat uitnemen.
De aërosolfilter (filter voor zwevende
stofdeeltjes) vervangen
Volgens opgedane ervaringen dient u
een aërosolfilter van de S-klasse na zowat 500 bedrijfsuren te vervangen.
Controleer de bedrijfsduurmeter op het
droogaggregaat.
Deze filter mag enkel worden vervangen door een bevoegd MIELE-dealer
of door de MIELE-naverkoopdienst.
Enkel met originele MIELE-aërosolfilters
van de S-klasse kan een onberispelijke
werking van het toestel worden gewaarborgd.
33
Eventuele kleine storingen
Eventuele kleine storingen
Indien er zich eens storingen voordoen
in de werking van uw toestel, kunt u die
in vele gevallen zelf ongedaan maken.
Zo er aan elektrische onderdelen dient
te worden gewerkt, laat u dat echter uit
veiligheidsoverwegingen beter aan de
Miele-naverkoopdienst over!
Storingen /eventuele oorzaken
De automaat gaat niet van start
– De deur is niet goed dicht.
– De stekker zit niet goed in het stop-
contact.
– De smeltveiligheden zijn defect.
Even na de programmastart knippert
het controlelampje p 6.
– De waterkranen staan nog dicht.
– De zeven in de watertoevoerslang
zijn vuil.
Het water in de kuip wordt niet
warm; het programma duurt te lang.
Deze automaat is uitgerust met een
thermoschakelaar die terug kan worden ingeschakeld. Hierdoor wordt de
verwarming bij oververhitting uitgeschakeld. Er kan oververhitting voorkomen
zo de weerstanden worden afgedekt
door grote objecten of de filters in de
kuip verstopt zijn.
De oorzaak van de storing uit de
weg ruimen.
Het inspectiepaneel afnemen. Zie
‘Elektrische aansluiting’.
De automaat uitschakelen.
De waterkranen opendraaien en/of
de zeven schoonmaken. Zie ‘Reiniging en onderhoud’.
De automaat weer inschakelen en
het programma opnieuw starten.
Het afwasprogramma is te vroeg afgelopen en het controlelampje
p 6 knippert.
– De afvoerslang vertoont een knik.
De oorzaak van de storing uit de
weg ruimen.
Het water laten wegpompen en het
programma opnieuw starten. Zie
‘Een programma onderbreken’.
34
De blauwe drukknop aan de thermoschakelaar indrukken.
Zo de thermoschakelaar de verwarming herhaaldelijk uitschakelt, dient u
absoluut een beroep te doen op de
MIELE-naverkoopdienst.
Indien u er ondanks deze opmerkingen
niet in slaagt zelf aan de storing te verhelpen, verwittig dan de MIELE-naverkoopdienst.
Opstellen
Opstellen
Gelieve rekening te houden met het
bijgevoegde installatieplan!
Het toestel moet stabiel en waterpas
staan.
Oneffenheden op de vloer kunnen worden weggewerkt door de voetjes links
en rechts vooraan te verdraaien.
–
Ingebouwd
De automaat moet onder een doorlopend werkblad of onder een afdruipvlak van een spoeltafel worden ingebouwd.
De ruimte voor inbouw moet minstens
90 cm breed, 70 cm diep en 82 cm
hoog zijn.
Belangrijk bij toestellen met een
dampcondensator:
Om te vermijden dat het werkblad door
waterdamp schade oploopt:
kleef de meegeleverde zelfklevende
beschermfolie (25 x 28 cm) dicht bij
de dampcondensator onder het
werkblad.
Klap eerst het inspectiepaneel uit en
schroef de afdekplaat af. Zie ‘Elektrische aansluiting’.
Wanneer de voetjes helemaal ingedraaid zijn, kunt u het toestel op rollers
zetten en vlot verplaatsen.
Uw automaat heeft volgende opstelmogelijkheden:
Vrijstaand *)
–
–
Naast meubelen of in een nis: *)
De machine moet naast andere meubelen staan ofwel in een nis worden geplaatst. Die nis moet dan minstens
90 cm breed en 70 cm diep zijn.
*) enkel met een machinedeksel – mits
toeslag verkrijgbaar –.
35
Opstellen
De automaat gelijk zetten en vastschroeven
Om de stabiliteit van de afwasautomaat
veilig te stellen, dient u
– het toestel gelijk te zetten en
– het met behulp van schroeven tegen
het werkblad te bevestigen.
Afhankelijk van de inbouwtoestand kan
de volgende
Afdekplaat (ter bescherming van he t
werkblad)
De onderkant van het werkblad wordt
door een roestvrijstalen plaat tegen beschadigingen door waterdamp beschermd.
montageset vereist zijn:
Doe de deur open en bevestig het
toestel links en rechts via de gaatjes
aan de voorkant met schroeven aan
het doorlopende werkblad.
Bij ingebouwde machines mogen de
voegen tussen het toestel en de kasten of toestellen ernaast niet met siliconen worden dichtgespoten. Anders komt de verluchting van de
cirkulatiepomp in het gedrang.
36
Elektrische aansluiting
Vertrouw alle werk dat met de elektrische aansluiting te maken heeft, enkel
toe aan een erkend elektricien.
Dit toestel dient te worden aangesloten op de aarding.
Het verdient bovendien aanbeveling
het toestel op een verliesstroomschakelaar van 30 mA aan te sluiten.
De technische gegevens vindt u op
het typeplaatje terug.
De machine wordt geleverd met de volgende aansluiting: 3 N -400 V, omschakelbaar op 3 - 230 V.
De aansluitwaarde bedraagt 7,3 kW.
Daarvoor dient u de volgende smeltveiligheden te voorzien:
– bij 400 V: 3 x 16 A,
– bij 3 - 230 V: 3 x 20 A.
Elektrische aansluiting
Het inspectiepaneel en de sokkelplaat afnemen:
Het inspectiepaneel rechts en links
bovenaan uit de steunen trekken.
Daarna onderaan uitnemen.
Bij het toestel vindt u daarvoor een
stroomschema.
Er kan worden omgeschakeld met be-
hulp van de
stroomschema.
omschakeltekening zit op de rugzij-
De
de van de machine en achteraan op
het inspectiepaneel.
stroomschema is bevestigd achter
Het
de sokkelplaat, links onderaan op de
bodemplaat van het toestel.
typeplaatje met de verkregen con-
Het
trolelabels vindt u op de rugzijde van
het toestel en op de sokkelplaat (achter
het inspectiepaneel).
omschakeltekening en het
Het toestel stroomloos maken.
De afdekplaat afschroeven.
Eventueel de aardingsdraad aftrekken.
37
Elektrische aansluiting
De kunststof beschermkap afnemen.
Vervolgens:
de kunststof beschermkap, de afdekplaat en het inspectiepaneel in omgekeerde volgorde monteren.
Let daarbij absoluut op de aansluiting van de aardingsdraad.
Raadpleeg ook de bijgevoegde installatiehandleiding!
38
Watertoevoer
Watertoevoer
De watertoevoer aansluiten
De machine dient volgens de plaatselijke voorschriften op de waterleiding te worden aangesloten.
De machine is uitgerust met een
terugstroombeveiliging.
De waterdruk (aan de aftapkraan)
moet tussen 2,5 en 10 bar liggen. Indien dit niet het geval is, kunt u van
de Miele-naverkoopdienst de nodige
inlichtingen ontvangen over de te
treffen maatregelen. Zie ook ‘Speciale functies programmeren’.
Het toestel is enkel voorzien voor
aansluiting op
De toevoerslangen (watertoevoer en
dampcondensator) dient u op afsluitkranen voor koud water aan te suiten.
Aansluiting op gedemineraliseerd
water: zie volgende blz.
Voor de aansluiting dient u afsluitkranen met 3/4"-schroefkoppeling te
voorzien. Deze kranen moeten vlot
bereikbaar zijn daar de watertoevoer
dient te worden afgesloten wanneer
de machine niet werkt.
koud water.
Monteer de meegeleverde grote zeven tussen afsluitkraan en toevoerslang (afb. zie ‘Reiniging en onderhoud, watertoevoer’).
De grote zeef voor gedemineraliseerd water is van chroomnikkelstaal; ze is te herkennen aan het matte oppervlak.
Raadpleeg ook de meegeleverde installatiehandleiding!
Het water in de afwasautomaat is
geen drinkwater !
Tussen machine en afsluitkraan worden ca. 1,7 m lange drukslangen
met 3/4"-schroefkoppeling aangebracht. De zeefjes in de schroefkoppeling mag u niet verwijderen.
39
Watertoevoer
Aansluiting op gedemineraliseerd water
Zo het toestel op gedemineraliseerd
water dient te worden aangesloten (de
toevoerslang werd reeds in de fabriek
gemonteerd), dient de watertoevoer
van koud op gedemineraliseerd water
te worden omgeschakeld (zie ‘Speciale
functies programmeren’).
Zo de toevoer van gedemineraliseerd
water niet wordt gebruikt, laat de slang
dan aan de rugwand van de machine
hangen.
Aansluiting op een leiding voor gedemineraliseerd water onder druk
(> 1,5 - 10 bar)
Het toestel is wegens de ingebouwde
dampcondensator enkel voorzien voor
aansluiting op een toevoersysteem onder druk (van 1,5 tot 10 bar).
Sluit de toevoerslang voor gedemineraliseerd water, met 3/4"-schroefkoppeling, aan op de ter plaatse te installeren afsluitkraan voor
gedemineraliseerd water. Deze
slang is op druk gecontroleerd en gemarkeerd met ‘H
40
O pur’.
2
Waterafvoer
De waterafvoer aansluiten
In de afvoer van de machine is er
een terugslagklep ingebouwd zodat
er via de afvoerslang geen vuil water
in de machine kan terugstromen.
Sluit de automaat bij voorkeur aan
op een
stalleren afvoers.
Is die niet voorhanden, dan verdient
het aanbeveling aan te sluiten op
een dubbele sifon. Deze sifon is bij
de Miele-naverkoopdienst verkrijgbaar.
Het toestel is voorzien van ca. 1,5 m
lange, buigzame afvoerslangen met
22 mm binnenwerkse diameter.
Deze slangen mag u niet inkorten.
Voor de aansluiting zijn slangklemmen meegeleverd.
Er zijn langere afvoerslangen (tot
4 m) leverbaar.
gescheiden, ter plaatse te in-
Waterafvoer
Kuipontluchting op de achterzijde van de automaat
De kuip wordt via het onluchtingsrooster aan de achterzijde ontlucht. Bij automaten
u de ontluchting op het plaatselijke ontluchtingssysteem aan te sluiten.
Zie ook de meegeleverde installatiehandleiding.
zonder dampcondensator dient
De afvoerslang mag hoogstens 4 m
lang zijn, de opvoerhoogte niet meer
dan 1 m!
41
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker
bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken. Zorg ervoor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard.
Om oude toestellen onbruikbaar te
maken: trek de stekker uit het stopcontact en knip daarna de stroomtoevoerdraad door.
Verwijder al de restjes reinigingsmiddel. Hou daarbij rekening met de
geldige veiligheids- en milieuvoorschriften. Gelieve een bril en handschoenen te dragen.
Maak ook het deurslot onbruikbaar
zodat kinderen zich niet in het toestel kunnen opsluiten. Verwijder de
slotplaat door 2 kruiskopschroeven
boven de deur uit te draaien.
Ruim het toestel daarna weg en hou
daarbij rekening met de bescherming van ons milieu.
Bij machines met een tanksysteem
dient u het water eerst uit de tank te
verwijderen.
42
Technische gegevens
Technische gegevens
Geluidsemissie in dB (A)
Geluidssterkteniveau: 67
CE-kenmerk:Richtlijn van de wet over de medische
producten 93/42/EEG, klasse IIa
43
Wijzigingen voorbehouden (G 7782) / 0013598
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.