Miele G 7781 TD User manual

Gebruiksaanwijzing
G 7781 TD Reinigings- en desinfectieautomaat
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. M.-Nr. 03 882 882
T
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen (uitneembaar) . . . . . middenpagina’s
Functiebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Waterontharder instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Deur openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Toepassingsmogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Naspoelmiddel doseren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
– Het instellen van de dosering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Neutralisatiemiddel doseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Doseersystemen ontluchten / onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Reinigingsmiddel doseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
In- en uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
– Programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
– Aanvullend programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
– Programmaverloop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
– Programma onderbreken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Extra functies programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Waterontharder regenereren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Wateraansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
2
Algemeen
°C
min
DOS
DESIN
I-O
1234 5 6 7 8 9
DESIN vario TD
DESIN 93°C-3
DESIN 93°C-10
1 Controlelampje "Storing water-
toevoer/waterafvoer"
2 Controlelampje "Waterontharder
regenereren"
3 Controlelampje "
(vloeibaar) reini­gingsmiddel bijvullen" (DOS-module C 60) (uitsluitend bij extern aangesloten DOS-module -speciaal toebehoor-)
4 Controlelampje "Neutralisatie-
middel bijvullen"
5 Programmaverloop 6Display 7 Deuropener 8 Aan/Uit-toets (I-0) 9 Programmatoetsen
3
Algemeen
10 11 12 13 14 15
10 Aansluiting voor DOS-module
(achterzijde)
11 Zeefcombinatie 12 Doseervakje voor
reinigingsmiddelen
4
poedervormige
13 Aansluiting voor zoutreservoir
(waterontharder)
14 Reservoir voor
middelen met doseerinstelling
15 Niveau-indicator
vloeibare naspoel-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de gelden­de veiligheidsvoorschriften. Door on­juist gebruik echter kunnen perso­nen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing zorg­vuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing zorg­vuldig!
Verantwoord gebruik
Deze reinigingsautomaat is uitslui-
tend bestemd voor het gebruik dat is aangegeven in deze gebruiksaanwij­zing. Ander gebruik is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De reinigings- en desinfectieprogram­ma’s zijn uitsluitend bedoeld voor medi­sche hulpmiddelen die daarvoor door de desbetreffende fabrikant zijn vrijge­geven. De fabrikant van de reinigingsautomaat kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door on­juist gebruik of foutieve bediening.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld een boot of cam­per) worden ingebouwd en aangeslo­ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan.
Dit apparaat mag alleen door de
Technische Dienst van Miele in ge­bruik worden genomen en onderhouden. Volgens het Besluit Medische Hulpmid­delen is regelmatig onderhoud aan te be­velen. In dit verband is een Miele-onder­houdscontract aan te raden.
Het apparaat mag niet worden op-
gesteld in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn.
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is alleen gewaarborgd wan­neer het is aangesloten op een aardingssysteem dat geïnstalleerd is volgens de geldende veiligheidsvoor­schriften. Het is belangrijk dat u dit con­troleert en in geval van twijfel laat in­specteren door een vakman. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of bescha­digde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Een apparaat dat beschadigd is,
kan uw veiligheid in gevaar bren­gen. Stel het apparaat meteen buiten werking en neem contact op met de Technische Dienst van Miele.
Reparaties mogen uitsluitend door
de Technische Dienst van Miele worden uitgevoerd. Door ondeskundi­ge reparaties kan de gebruiker grote ri­sico’s lopen.
Neem de volgende veiligheidsinstruc­ties in acht, zodat uw eigen veilig­heid en die van anderen niet in ge­vaar komt!
Personeel dat het apparaat be-
dient, moet regelmatig worden geïnstrueerd. Laat het apparaat niet be­dienen door personeel dat niet is geïnstrueerd.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Pas op bij het gebruik van vloeiba-
re hulpmiddelen en additieven! Veel vloeibare middelen zijn bijtende stoffen. Gebruik in geen geval organi­sche oplosmiddelen in verband met ex­plosiegevaar. Neem de geldende veilig­heidsvoorschriften in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen. Houdt u zich bij chemische hulpmidde­len aan de veiligheidsvoorschriften van de desbetreffende fabrikant!
Vermijd het inhaleren van stofdeel-
tjes van poedervormige middelen. Bij inwendig gebruik kunnen reinigings­middelen ernstige brandwonden in mond en keel veroorzaken of tot verstik­king leiden!
Het water in de spoelruimte is
geen drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit-
ten of staan. Het apparaat kan kan­telen en beschadigd raken.
Zorg dat scherpe voorwerpen zo
in de automaat worden geplaatst, dat dit geen risico’s oplevert. Wees ex­tra voorzichtig als dergelijke voorwer­pen rechtop in de automaat worden ge­zet.
Pas op als u een hoge tempera-
tuur instelt (70 °C - 95 °C). Er be­staat dan een groot gevaar voor ver­brandingen! Laat de rekken en inzetten eerst afkoelen. Na afloop van het pro­gramma kan er heet water in bakjes en dergelijke zijn achtergebleven. Giet deze leeg in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen
niet meteen na het openen van de deur aan. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten na afloop van een pro­gramma.
De reinigingsautomaat en de direc-
te omgeving ervan mogen niet met water (waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten.
Haal voor onderhoudswerkzaamhe-
den altijd de spanning van het ap­paraat. Schakel het apparaat eerst uit en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact, of schakel de hoofdscha­kelaar van de huisinstallatie uit.
Neem de volgende aanwijzingen in acht voor een optimale behandeling en om schade aan apparaat en spoel­goed te voorkomen!
Tijdens een desinfectieprogramma
mag de deur van de automaat worden geopend!
Een desinfectieprogramma mag
niet worden onderbroken, omdat het desinfectieresultaat anders niet is gewaarborgd.
Moet een desinfectieprogramma
toch worden onderbroken, dan moet het volledig worden herhaald! Zie ook de instructies in de rubriek "Pro­gramma onderbreken" van de gebruiks­aanwijzing.
Let op! Het spoelgoed kan heet zijn. U kunt zich eraan branden.
niet
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De desinfectiestandaard van het
desinfectieproces moet worden be­waakt. Daarom moet het desinfectiepro­ces regelmatig meettechnisch worden gecontroleerd.
Het desinfectieprogramma "Thermi-
sche desinfectie" (DESIN 93 °C-3’)
- met 3 minuten inwerktijd - is alleen in bepaalde gevallen geschikt voor infec­tie-profylaxe. Let hierbij per geval op de vereisten.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen
voor professionele reinigingsauto­maten die door Miele zijn getest en aan­bevolen. Gebruik van andere reinigings­middelen kan schade aan de automaat en het spoelgoed veroorzaken.
Voorbehandeling (bijvoorbeeld
met reinigings- of desinfectiemid­delen), maar ook bepaalde vervuilin­gen en sommige reinigingsmiddelen kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reiniging of desinfectie verminderen.
Wanneer voor een bepaalde toe-
passing een chemisch hulpmiddel (bijvoorbeeld een reinigingsmiddel) wordt aanbevolen, betekent dit niet dat de fabrikant van het apparaat ook aan­sprakelijk is voor het effect van het che­mische middel op het spoelgoed. Houd er rekening mee dat veranderin­gen in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de chemische middelen het resul­taat kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van reinigingsmid-
delen en speciale producten altijd op de aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik het reinigingsmiddel alleen
voor toepassingen die door de fabri­kant worden aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventu­ele heftige chemische reacties (bijvoor­beeld een gasexplosie).
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor gebruik met water en additie­ve reinigingsmiddelen. Het mag niet met organische oplosmiddelen worden gebruikt, omdat er dan explosiegevaar bestaat. Er bestaan overigens ook veel organische oplosmiddelen waarbij geen explosiegevaar bestaat, maar waarbij andere problemen kunnen op­treden, zoals aantasting van rubber en/of kunststof.
Bij toepassingen waarbij zeer
strenge eisen aan het resultaat worden gesteld, moet u de voorwaar­den voor het reinigingsproces (reini­gingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te voren afstemmen met Miele.
Als er bijzonder hoge eisen wor-
den gesteld aan het reinigings- en naspoelproces (bijvoorbeeld bij chemi­sche analyse of speciale industriële producten) moet de kwaliteit regelma­tig door de gebruiker worden gecontro­leerd.
De speciale inzetten mogen uitslui-
tend worden gebruikt voor de doel­einden die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven.
Alle schalen, bakjes en dergelijke
moeten geleegd worden vóórdat ze in de automaat worden geplaatst.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verwijder resten van oplosmidde-
len en zuren, met name zoutzuur en chloridehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de auto­maat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Oplosmiddelen in verbinding met vuil mogen slechts in sporenhoeveelheid aanwezig zijn. Dit geldt met name voor gevarenklasse A1.
Om schade door corrosie te vermij-
den, mag de roestvrijstalen om­manteling niet in contact komen met zoutzuurhoudende oplossingen en dampen.
Neem de installatie-instructies in
de gebruiksaanwijzing en de instal­latiehandleiding in acht.
Gebruik van toebehoren
Voor speciale toepassingen mo-
gen alleen Miele-toebehoren wor­den aangesloten. Informeer bij de Tech­nische Dienst van Miele Nederland B.V. naar de typenummers.
Het afdanken van het apparaat
Maak afgedankte apparaten on-
bruikbaar. Trek de stekker uit de contactdoos en knip de kabel door. Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten reinigingsmid­del. Neem hierbij de veiligheidsinstruc­ties in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Maak het slot van de deur onbruikbaar, zodat kinderen zich niet in het appa­raat kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe de vergrendelingspin (2 kruiskop­schroeven boven de deur). Informeer bij de gemeentelijke reini­gingsdienst naar de verdere verwer­kingsprocedures voor afgedankte ap­paraten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door het niet opvolgen van deze veiligheidsinstructies en waar­schuwingen.
8
De G 7781 TD is een desinfector en rei­nigingsautomaat bestemd voor het au­tomatisch reinigen van tandheelkundig instrumentarium, afdruklepels, halve cassettetrays, mondspoelbekers, nier­vormige schalen, etc. De tandheelkun­dige untensiliën kunnen thermisch ge­desinfecteerd en gereinigd worden op 93 °C.
Het Robert Koch-Instituut (RKI) in Ber­lijn (instituut voor infectieziekten en niet overdraagbare ziekten) heeft voor Duitsland de "Desinfectie van instru­menten in reinigingsautomaten" met de desinfectieparameters 93 °C, inwerktijd 10 minuten (werkingsgebieden A en B) geregistreerd onder rubriek 3.2.4, §10c BSeuchG. Deze parameters komen overeen met een reductie van ~10
7
res­pectievelijk een reductiefactor 7. De desinfectieparameters 93 °C, in­werktijd 3 minuten, komen overeen met een reductie van ~10
5
respectievelijk
reductiefactor 5.
Functiebeschrijving
Met betrekking tot het werkingsgebied wordt bij deze automaat het volgende onderscheid gemaakt:
A = geschikt voor het doden van vege­tatieve bacteriële kiemen inclusief my­cobacteriën, alsmede schimmels inclu­sief sporen daarvan.
B = geschikt voor de inactivering van virussen (inclusief HBV en HIV).
De automaat is standaard voorzien van een dampcondensator (DC) en een wa­terontharder.
9
Waterontharder instellen
Wanneer de waterhardheid hoger is dan 6 °d moet het water worden ont­hard om kalkafzetting op de instrumen­ten en in het apparaat te vermijden.
De ingebouwde waterontharder kan al­leen optimaal functioneren als deze:
1. op de juiste wijze is ingesteld
2. direct met zout geregenereerd wordt zodra het controlelampje k oplicht.
Als u het apparaat
voor het eerst ge­bruikt, moet de waterontharder worden ingesteld op de hardheid van het water.
Informeer bij het waterleidingbedrijf naar de waterhardheid in uw omgeving.
Waterontharder instellen
De waterontharder heeft 18 tijdseenhe­den en een 0-stand. De standaardin­stelling is 8, wat overeenkomt met 19 °d. Als uw leidingwater harder of zachter is dan 19 °d:
verandert u de tijdseenheid (zie ta­bel) met de toetsen op het bedie­ningspaneel.
Tijds-
een-
heid
°d mmol/l°f °e ppm
18 17 16 15 14 13 12 11 10
1,07
6
1,25
7
1,42
8
1,60
9
1,78
10
1,96
11
2,14
12
2,31
13
2,67
15
3,03
17
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
19 22 24 28 32 38 48 71
3,38 3,92 4,27 4,98 5,70 6,76 8,54
12,64
10,7 12,5 14,3 16,0 17,9 19,6 21,4 23,2 26,8 30,4 33,9 39,3 42,8 50,0 57,1 67,8 85,7
126,7
7,5
8,8 10,0 11,3 12,5 13,8 15,0 16,3 18,8 21,3 23,8 27,5 30,0 35,0 40,0 47,6 60,1 88,9
CaCO
1267
Druk de toetsen q en c tegelijker­tijd in, houd ze ingedrukt en schakel daarbij de automaat in met de Aan/Uit-toets "I-0". In het display ver­schijnt dan "P...".
Druk op de toets k. De "P" ver­dwijnt. Op het display verschijnt tijds­eenheid "0". Deze kan nu worden aangepast. Dit gebeurt als volgt.
3
107 125 143 160 179 196 214 232 268 304 339 393 428 500 571 678 857
10
Druk zo vaak op toets c totdat de gewenste waarde in het display ver­schijnt.
Druk op toets h. In het display ver­schijnt "SP".
Druk nogmaals op toets h. De tijds­eenheid wordt in het geheugen op­geslagen. Op het display wordt niets meer aangegeven.
De automaat is klaar voor gebruik.
Als de hardheid van uw leidingwater constant onder 6 °d ligt:
stelt u tijdseenheid "0" in. Het controlelampje k gaat dan niet branden en de waterontharder hoeft niet te worden geregenereerd.
Waterontharder regenereren: zie blad­zijde 30.
Waterontharder instellen
11
Deur openen en sluiten
Deur openen a
Druk op de deuropener totdat u weerstand voelt, pak tegelijk de greep vast en open de deur.
Tijdens een programma mag de deur alleen in noodgevallen worden ge­opend, bijvoorbeeld als de inhoud ram­melt (zie "Programma onderbreken").
Raak de verwarmingselementen niet meteen na het openen van de deur aan. U kunt zich eraan bran­den, ook nog minuten na afloop van een programma.
Deur sluiten
Klap de deur omhoog en druk deze dicht totdat de deur vastklikt. Druk daarbij niet op de deuropener.
12
Toepassingsmogelijkheden
De automaat kan worden voorzien van twee rekken (bovenrek en onderrek). Al naar gelang het te reinigen spoelgoed kunnen deze worden voorzien van ver­schillende inzetten of worden vervan­gen door speciale rekken. Er zijn zo­veel mogelijkheden dat deze hier niet allemaal afgebeeld kunnen worden. Er zal slechts op enkele toepassingen wor­den ingegaan.
Instrumentarium met lange en/of smalle holle ruimten moet van binnen goed doorspoeld kunnen worden. Wasbare hand- en hoekstukken kun­nen in de automaat worden gedesinfec­teerd. Instrumenten met lichtgeleiders kunnen eveneens machinaal worden gereinigd. Zie in dit verband ook de aparte ge­bruiksaanwijzing bij deze hulpmiddelen.
Spoelgoed inruimen
Voorbereiden
Maak alle voorwerpen leeg voordat u ze in het apparaat plaatst (neem hierbij de geldende voorschriften in acht).
Er mogen geen zuurresten of oplos­middelen, vooral geen zoutzuur en chloride, in de spoelruimte terecht­komen.
Let op
Zet het spoelgoed altijd zo in de rek­ken, dat het aan alle kanten door het water kan worden bereikt. Alleen dan kan het goed schoon worden.
Plaats holle instrumenten met de openingen naar beneden in de bij­behorende inzetten, zodat het water er goed bij kan.
Plaats spoelgoed met een diepe bo­dem zo veel mogelijk schuin in het rek, zodat het water eraf kan lopen.
Plaats hoog, smal spoelgoed in het midden van de rekken, zodat het goed door het water kan worden be­reikt.
De sproeiarmen mogen niet door te hoog of naar beneden uitstekend spoelgoed worden geblokkeerd. Controleer dit door de sproeiarmen handmatig een keer rond te draaien.
Om corrosie te voorkomen, wordt aanbevolen uitsluitend degelijk in­strumentarium van roestvrij staal te gebruiken.
Zorg dat al bij de behandeling van de patiënt zo weinig mogelijk tandce­ment en/of amalgaan op de instru­menten achterblijft. Anderzijds kan na de thermische desinfectie, zon­der gevaar voor infectie, handmatig worden nagereinigd.
Gebruik uitsluitend hittebestendige kunststof voorwerpen.
Direct na het einde van het program­ma moet de deur van de automaat gedurende 10 - 15 minuten circa 10 cm worden geopend. Alleen zo be­reikt u door de nog aanwezige warm­te een goed droogresultaat en voor­komt u corrosie.
Plaats de te reinigen instrumenten zo dat de delen elkaar niet afdekken.
13
Toepassingsmogelijkheden
Aluminium trays mogen over het al­gemeen niet in een machine ther­misch worden behandeld.
Wanneer na verloop van tijd verkleu­ringen en corrosievlekken op de in­strumenten verschijnen (met name op de scharnierende delen), kunt u een extra dosering neutralisatiemid­del (refresh) programmeren (zie de hoofdstukken "Neutralisatiemiddel doseren" en "Extra functies program­meren"). Als dit niet het gewenste resultaat op­levert, neem dan contact op met de Technische Dienst van Miele Neder­land B.V.
Belangrijk
De verende watertoevoer-adapter van de rekken en injectorwagens moet bij het inschuiven in het apparaat goed aansluiten. Daarom moet de adapter 4­5 mm hoger zijn ingesteld dan de wa­tertoevoer in de machine. Is dat niet het geval, dan kunt u de adapter als volgt verstellen:
Draai de klemring los. Schuif de adapter omhoog (4-5 mm
hoger dan de watertoevoer in de au­tomaat) en draai de klemring weer vast.
Rekken en inzetten moeten overeen­komstig de toepassing worden uitge­zocht.
Indelingsvoorbeelden:
O 177-03 Bovenrek/injector
De linker kant van het rek is bijvoor­beeld geschikt voor inzet E 337-03 2/5, voor het rechtop plaatsen van instru­menten. Vanwege het gevaar voor verwondin­gen bij dubbelzijdig scherpe instrumenten moet het beladen van de E 337 van achteren naar voren en het leeghalen andersom plaatsvinden.
De rechter kant van het rek heeft 28 in­spuiters/trechters voor de directe in­spuiting van holle instrumenten. Deze worden met heet water (93 °C) door­spoeld. Zo worden de binnen- en de buitenzijde gereinigd. Er is tevens ruim­te voor zeefschalen.
Let op! Mondspiegels met een opge­dampte rhodiumlaag moeten vanwege het kwetsbare oppervlak zo worden ge­plaatst dat ze niet beschadigd kunnen raken. Niet alle mondspiegels kunnen machinaal worden gereinigd.
14
O 177-03 Bovenrek/injector
Voor thermisch desinfecteerbare afzuig­slangen wordt inzet E 413-03 1/1 voor 6 afzuigslangen in de O 177 geplaatst. De reiniging geschiedt door inspuiting. Voor het plaatsen van slangen zijn spe­ciale adapters vereist. Wordt ook het fil­terblok gereinigd, verwijder dan eerst het amalgaan.
Toepassingsmogelijkheden
U 874-03 Onderrek/lafette
Linker kant: inzet E 130-03 1/2 voor 10 trays. Rechter kant: zeefinzet E 379-03 1/2.
U 874-03 Onderrek/lafette
Linker kant: inzet E 131-03 1/2 voor 5 zeefschalen type E 146-03 1/6 met in­legstrippen E 328 voor dubbelzijdige in­strumenten. Rechter kant: inzet E 130-03 1/2 voor 10 trays.
15
Toepassingsmogelijkheden
Inzet E 147/1-03 1/2
Halfinzet voor 10 tot 12 mondspoelbe­kers. Reinig mondspoelbekers bij voorkeur in het bovenrek. In het onderrek kunnen de grotere mechanische werking en de grotere temperatuurwisselingen span­ningscorrosie veroorzaken.
16
Bovenrek verstellen
Deze automaat kan worden voorzien van verstelbare bovenrekken (instel­baar op 3 standen met telkens 2 cm hoogteverschil). De standaardinstelling van het bovenrek is de middelste stand.
In het
bovenrek passen dan bijvoor-
beeld:
voorwerpen tot circa 19 cm hoogte,
onderrek:
in het
voorwerpen tot circa 25 cm hoogte.
Voor de andere standen kunt u on­derstaande tabel raadplegen.
Toepassingsmogelijkheden
Stand bovenrek
Boven Midden Onder
Verstellen van het bovenrek
Trek het bovenrek tot de aanslag naar voren en til het van de rails.
Schroef de rolhouders aan weerszij­den van het rek los met sleutel 7 en verplaats ze.
Hoogte
bovenrek
in cm
17 27 19 25 21 23
Hoogte
onderrek
in cm
17
Naspoelmiddel doseren
In de deur bevindt zich een reservoir voor vloeibare middelen met een in­houd van ca. 200 ml. Met dit reservoir kunt u automatisch een geschikt vloei­baar naspoelmiddel doseren (bijvoor­beeld Mielclear).
Naspoelmiddelreservoir vullen
Schroef de afsluitdop los.
Vul het naspoelmiddel bij totdat de niveau-indicator (zie pijl) donker van kleur is. Gebruik eventueel een trech­ter.
Schroef de afsluitdop dicht en verwij­der wat u eventueel gemorst heeft.
Naspoelmiddel bijvullen
De niveau-indicator voor het naspoel­middel geeft de stand van het reservoir aan. Wanneer de donkere kleur van de niveau-indicator verdwijnt, moet het re­servoir worden bijgevuld.
Het instellen van de dosering
18
Het schuifje in de opening van het re­servoir kan worden ingesteld op een stand tussen 1 en 6 (1-6 ml). De stan­daardinstelling is 3 (3 ml).
Als het instrumentarium vlekken ver­toont, zet u het schuifje op een hoge­re stand, zie afbeelding.
Als er strepen en sluiers verschijnen, kiest u een lagere stand.
Neutralisatiemiddel doseren
Neutralisatiemiddel doseren
Wanneer verkleuringen en corrosievlek­ken op het instrumentarium verschij­nen, vooral bij de scharnierende delen, kunt u deze in programmafase 3 met speciale zuren verwijderen (neem in­dien nodig contact op met Miele Neder­land B.V.).
Belangrijk: Via "Extra functies program­meren" moet u het programma op "Tus­senspoelen I met neutralisatiemiddeldo­sering" instellen.
Plaats het reservoir met neutralisatie­middel naast de reinigingsautomaat op de grond.
Zodra op het bedieningspaneel het controlelampje w gaat branden:
vult u het reservoir met neutralisatie­middel of u vervangt het reservoir.
Omdat het reservoir niet helemaal leeg mag raken, moet het op tijd worden bij­gevuld.
Daarna steekt u de sonde stevig in de opening van het reservoir (zie de afbeelding en let op de kleuraandui­ding).
19
Doseersystemen ontluchten / onderhoud
Doseersystemen ontluchten
Voor het eerste gebruik of wanneer een reservoir niet tijdig is bijgevuld, moet het doseersysteem voor vloeibare mid­delen (behalve "Naspoelmiddel") wor­den ontlucht.
Druk op de toets I-0. Zet de doseerschakelaar van de
DOS-module op "10" (alleen als u schakelaar "B" gebruikt).
Na elke keer ontluchten, moet u contro­leren of de spoelruimte nog restanten van het betreffende middel bevat. Ver­wijder deze als volgt:
Kies het programma D "VOORSPOE­LEN".
Als het gingsmiddel (DOS-module C 60) is ont­lucht, gaat u als volgt te werk:
Hierna is het doseersysteem met het desbetreffende middel gevuld en klaar voor gebruik.
doseersysteem voor het reini-
Stel de te doseren hoeveelheid voor het normale reinigingsprocédé in. Zie hiervoor de gebruiksaanwijzing van de DOS-module.
Onderhoud aan de doseersys­temen
Voor een optimale werking is regelma­tig onderhoud noodzakelijk. De onder­houdswerkzaamheden mogen alleen door de Technische Dienst van Miele worden verricht.
Schakelaar "A": doseersysteem voor neutralisatiemiddel (zie afbeelding). Schakelaar "B": doseersysteem voor reinigingsmiddel (speciaal toebehoor DOS-module C 60).
De schakelaars "A" en/of "B" moeten gedurende 3 drukt. Doe dit met een spits voor­werp.
20
1
/2 minuut worden inge-
Eens per jaar/anderhalf jaar
– dient u de slangen in de reservoirs
c.q. DOS-modules te vervangen.
Reinigingsmiddel doseren
Gebruik uitsluitend reinigingsmidde­len voor speciale reinigingsautoma­ten. Gebruik nooit middelen voor huishoudelijke afwasautomaten!
Wij raden u aan om vloeibaar reini­gingsmiddel te doseren met de DOS­module C 60 (speciaal toebehoor).
Wanneer u niet met een vloeibaar reini­gingsmiddel werkt, doe dan voor het programma "DESIN vario TD" vormig reinigingsmiddel in het daar­voor bestemde reservoir (uitzonderin­gen zie "Programmas DESIN..." op de volgende bladzijde).
poeder-
Doseer het reinigingsmiddel in het vak­je.
Dosering: ca. 3 g/l, dat wil zeggen ca. 30 g per lading.
Let op de aanwijzingen van de fabri­kant van het reinigingsmiddel!
Druk de afsluitknop van het klepje naar voren (in de richting van de pijl). Het klepje springt open (na een spoelprogramma is het klepje al open).
Sluit het klepje weer.
21
Reinigingsmiddel doseren
Programma’s "DESIN 93 °C-3’ en DESIN 93 °C-10’":
Wanneer u niet met een vloeibaar rei­nigingsmiddel werkt, doseer dan poedervormig reinigingsmiddel op de binnenkant van de deur.
Bij de keuze van het reinigingsmiddel moet, ook uit milieu-overwegingen, met de volgende criteria rekening worden gehouden:
Bij bepaalde verontreinigingen moet u soms andere samenstellingen van reini­gings- en hulpmiddelen gebruiken. Neem in een dergelijk geval contact op met Miele Nederland B.V. te Vianen.
Let op!
De automaat kan desgewenst ook van een doseersysteem voor vloeibare reini­gingsmiddelen worden voorzien (DOS- module C 60). Deze wordt extern aan­gebracht.
Bij de DOS-module is een aparte bruiksaanwijzing en montagehandlei­ding gevoegd.
Wees voorzichtig met vloeibare hulpmiddelen en additieven! Dit kunnen bijtende of irriterende stof­fen zijn. Neem de veiligheidsvoor­schriften in acht! Draag een bril en handschoenen!
ge-
Welke alkaliteit is voor het oplossen van het reinigingsprobleem nodig?
Is er actieve chloor nodig voor desin­fectie of oxidatie (pigmentverwijde­ring)?
Zijn tensiden speciaal voor dispersie en emulgatie nodig?
Voor de thermische desinfectiepro­grammas moet een geschikt mild-al­kalisch en chloorvrij reinigingsmiddel worden gebruikt.
22
G 7781
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voor de gebruiker:
Haal deze paginas uit de gebruiksaanwijzing en bevestig ze duidelijk zichtbaar voor het bedienend personeel in de directe omgeving van het apparaat. Zorg ervoor dat het bedienend personeel op de hoogte is van deze veiligheids­instructies en waarschuwingen en deze ook in acht neemt.
Dit apparaat voldoet aan de gelden­de veiligheidsvoorschriften. Door on­juist gebruik echter kunnen perso­nen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing zorg­vuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing zorg­vuldig!
Verantwoord gebruik
Deze reinigingsautomaat is uitslui-
tend bestemd voor het gebruik dat is aangegeven in deze gebruiksaanwij­zing. Ander gebruik is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De reinigings- en desinfectieprogram­mas zijn uitsluitend bedoeld voor medi­sche hulpmiddelen die daarvoor door de desbetreffende fabrikant zijn vrijge­geven. De fabrikant van de reinigingsautomaat kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door on­juist gebruik of foutieve bediening.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld een boot of cam­per) worden ingebouwd en aangeslo­ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan.
Neem de volgende veiligheidsinstruc­ties in acht, zodat uw eigen veilig­heid en die van anderen niet in ge­vaar komt!
Dit apparaat mag alleen door de
Technische Dienst van Miele in ge­bruik worden genomen en onderhouden. Volgens het Besluit Medische Hulpmid­delen is regelmatig onderhoud aan te be­velen. In dit verband is een Miele-onder­houdscontract aan te raden.
Het apparaat mag niet worden op-
gesteld in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn.
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is alleen gewaarborgd wan­neer het is aangesloten op een aardingssysteem dat geïnstalleerd is volgens de geldende veiligheidsvoor­schriften. Het is belangrijk dat u dit con­troleert en in geval van twijfel laat in­specteren door een vakman. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of bescha­digde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Een apparaat dat beschadigd is,
kan uw veiligheid in gevaar bren­gen. Stel het apparaat meteen buiten werking en neem contact op met de Technische Dienst van Miele.
1
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties mogen uitsluitend door
de Technische Dienst van Miele worden uitgevoerd. Door ondeskundi­ge reparaties kan de gebruiker grote ri­sicos lopen.
Personeel dat het apparaat be-
dient, moet regelmatig worden geïnstrueerd. Laat het apparaat niet be­dienen door personeel dat niet is geïnstrueerd.
Pas op bij het gebruik van vloeiba-
re hulpmiddelen en additieven! Veel vloeibare middelen zijn bijtende stoffen. Gebruik in geen geval organi­sche oplosmiddelen in verband met ex­plosiegevaar. Neem de geldende veilig­heidsvoorschriften in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen. Houdt u zich bij chemische hulpmidde­len aan de veiligheidsvoorschriften van de desbetreffende fabrikant!
Vermijd het inhaleren van stofdeel-
tjes van poedervormige middelen. Bij inwendig gebruik kunnen reinigings­middelen ernstige brandwonden in mond en keel veroorzaken of tot verstik­king leiden!
Het water in de spoelruimte is
geen drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit-
ten of staan. Het apparaat kan kan­telen en beschadigd raken.
Zorg dat scherpe voorwerpen zo
in de automaat worden geplaatst, dat dit geen risicos oplevert. Wees ex­tra voorzichtig als dergelijke voorwer­pen rechtop in de automaat worden ge­zet.
Pas op als u een hoge tempera-
tuur instelt (70 °C - 95 °C). Er be­staat dan een groot gevaar voor ver­brandingen! Laat de rekken en inzetten eerst afkoelen. Na afloop van het pro­gramma kan er heet water in bakjes en dergelijke zijn achtergebleven. Giet deze leeg in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen
niet meteen na het openen van de deur aan. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten na afloop van een pro­gramma.
De reinigingsautomaat en de direc-
te omgeving ervan mogen niet met water (waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten.
Haal voor onderhoudswerkzaamhe-
den altijd de spanning van het ap­paraat. Schakel het apparaat eerst uit en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact, of schakel de hoofdscha­kelaar van de huisinstallatie uit.
Neem de volgende aanwijzingen in acht voor een optimale behandeling en om schade aan apparaat en spoel­goed te voorkomen!
Tijdens een desinfectieprogramma
mag de deur van de automaat worden geopend!
Een desinfectieprogramma mag
niet worden onderbroken, omdat het desinfectieresultaat anders niet is gewaarborgd.
niet
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Moet een desinfectieprogramma
toch worden onderbroken, dan moet het volledig worden herhaald! Zie ook de instructies in de rubriek "Pro­gramma onderbreken" van de gebruiks­aanwijzing.
Let op! Het spoelgoed kan heet zijn. U kunt zich eraan branden.
De desinfectiestandaard van het
desinfectieproces moet worden be­waakt. Daarom moet het desinfectiepro­ces regelmatig meettechnisch worden gecontroleerd.
Het desinfectieprogramma "Thermi-
sche desinfectie" (DESIN 93 °C-3’)
- met 3 minuten inwerktijd - is alleen in bepaalde gevallen geschikt voor infec­tie-profylaxe. Let hierbij per geval op de vereisten.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen
voor professionele reinigingsauto­maten die door Miele zijn getest en aan­bevolen. Gebruik van andere reinigings­middelen kan schade aan de automaat en het spoelgoed veroorzaken.
Voorbehandeling (bijvoorbeeld
met reinigings- of desinfectiemid­delen), maar ook bepaalde vervuilin­gen en sommige reinigingsmiddelen kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan het resultaat van de reiniging of desinfectie verminderen.
Wanneer voor een bepaalde toe-
passing een chemisch hulpmiddel (bijvoorbeeld een reinigingsmiddel) wordt aanbevolen, betekent dit niet dat de fabrikant van het apparaat ook aan­sprakelijk is voor het effect van het che-
mische middel op het spoelgoed. Houd er rekening mee dat veranderin­gen in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de chemische middelen het resul­taat kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van reinigingsmid-
delen en speciale producten altijd op de aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik het reinigingsmiddel alleen voor toepassingen die door de fabri­kant worden aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventu­ele heftige chemische reacties (bijvoor­beeld een gasexplosie).
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor gebruik met water en additie­ve reinigingsmiddelen. Het mag niet met organische oplosmiddelen worden gebruikt, omdat er dan explosiegevaar bestaat. Er bestaan overigens ook veel organische oplosmiddelen waarbij geen explosiegevaar bestaat, maar waarbij andere problemen kunnen op­treden, zoals aantasting van rubber en/of kunststof.
Bij toepassingen waarbij zeer
strenge eisen aan het resultaat worden gesteld, moet u de voorwaar­den voor het reinigingsproces (reini­gingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te voren afstemmen met Miele.
Als er bijzonder hoge eisen wor-
den gesteld aan het reinigings- en naspoelproces (bijvoorbeeld bij chemi­sche analyse of speciale industriële producten) moet de kwaliteit regelma­tig door de gebruiker worden gecontro­leerd.
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De speciale inzetten mogen uitslui-
tend worden gebruikt voor de doel­einden die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven.
Alle schalen, bakjes en dergelijke
moeten geleegd worden vóórdat ze in de automaat worden geplaatst.
Verwijder resten van oplosmidde-
len en zuren, met name zoutzuur en chloridehoudende oplossingen, van het spoelgoed vóórdat u het in de auto­maat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Oplosmiddelen in verbinding met vuil mogen slechts in sporenhoeveelheid aanwezig zijn. Dit geldt met name voor gevarenklasse A1.
Om schade door corrosie te vermij-
den, mag de roestvrijstalen om­manteling niet in contact komen met zoutzuurhoudende oplossingen en dampen.
Neem de installatie-instructies in
de gebruiksaanwijzing en de instal­latiehandleiding in acht.
Het afdanken van het apparaat
Maak afgedankte apparaten on-
bruikbaar. Trek de stekker uit de contactdoos en knip de kabel door. Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten reinigingsmid­del. Neem hierbij de veiligheidsinstruc­ties in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Maak het slot van de deur onbruikbaar, zodat kinderen zich niet in het appa­raat kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe de vergrendelingspin (2 kruiskop­schroeven boven de deur). Informeer bij de gemeentelijke reini­gingsdienst naar de verdere verwer­kingsprocedures voor afgedankte ap­paraten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door het niet opvolgen van deze veiligheidsinstructies en waar­schuwingen.
Gebruik van toebehoren
Voor speciale toepassingen mo-
gen alleen Miele-toebehoren wor­den aangesloten. Informeer bij de Tech­nische Dienst van Miele Nederland B.V. naar de typenummers.
4
Laat de keuze van het programma al­tijd afhangen van het soort spoelgoed en de mate van verontreiniging.
In het programma-overzicht op de vol­gende pagina worden de verschillende programmas en de toepassingsmoge­lijkheden daarvan beschreven.
Programma kiezen
23
Programma-overzicht
Programma Toepassing Reinigingsmiddel
(indien geen vloeibaar middel)
Let op de aanwijzingen
van de fabrikant!
D VOOR-
SPOELEN
DESIN vario TD
DESIN 93 °C-3’
DESIN 93 °C-10’
Voor sterk vervuild instrumentarium dat bijvoorbeeld in desinfectieoplossingen heeft gelegen (gaat schuimvorming tegen).
Voor het verwijderen van vervuilingen met proteïnen (bloed, secretie) en thermisch desinfecteren op 93 °C met 10 minuten temperatuurstop. Ook voor instrumentarium dat gevoelig is voor chemische middelen en temperatuurschommelingen, zoals hand- en hoekstukken.
Voor reiniging en thermische desinfectie op een temperatuur van 93 °C met 3 minuten tem­peratuurstop. Reductiefactor ca. 5.
Voor het reinigen en thermisch desinfecteren op 93 °C met 10 minuten temperatuurstop. Desinfectiewerking AB volgens het RKI. Reductiefactor ca. 7.
30 gram in het vakje voor poedervormige reinigings­middelen. Doseer bij voorkeur vloeibaar reinigingsmiddel (mild alkalisch) met DOS­module C 60.
30 gram rechts binnenkant van de deur.
30 gram rechts binnenkant van de deur.
op de
op de
24
Programmaverloop Opmerking
1.
Voor-
spoelen
2.
Therm.
desinfec-
tie en/of reiniging
3.
Tussen-
spoelen I
met neutra-
lisatie
*)
4.
Tussen-
spoelen II
X
XX
XXX
45°C**)
X
XXX
93°C
X
XXX
93°C
X = in het programma opgenomen onderdelen
5.
Naspoe-
len
93°C**)
80°C
80°C
6.
Drogen
(aan-
vullend
pro-
gramma)
(X)
(X)
(X)
*) zie "Extra functies pro­grammeren"
**) Temperatuurverandering zie "Extra functies pro­grammeren"
25
In- en uitschakelen
°C
min
DOS
DESIN
DESIN vario TD
I-O
DESIN 93°C-3
DESIN 93°C-10
1. Inschakelen
Druk op de I-0 toets.
2. Programma kiezen
Na het inschakelen van de automaat lichten de controlelampjes op. U kunt nu een programma kiezen.
Druk op de toets van het gewenste programma. Het display geeft nu de reinigingstemperatuur van het geko­zen programma aan.
Eventueel kunt u ook het aanvullen­de programma c "DROGEN" kie­zen (zie hiernaast).
Druk op de starttoets h. Het display geeft nu de duur van het gekozen programma in minuten weer (oplo­pend). Tijdens het opwarmen in de programmafase "reiniging/desinfec­tie" en "naspoelen/desinfectie" ziet u in het display de vereiste tempera­tuur. Alle andere programmas wor­den automatisch geblokkeerd en de controlelampjes ervan gaan uit.
Programma wijzigen
Als u een verkeerd programma heeft gekozen, kunt u dat als volgt verande­ren,
maar alleen als de starttoets nog niet is ingedrukt (zie anders: "Program­ma onderbreken").
Druk op de toets van het gewenste programma.
Druk op de starttoets h.
3. Aanvullend programma kie­zen
U kunt de volgende aanvullende pro­grammas kiezen:
- c DROGEN Onmiddellijk na het kiezen van een pro­gramma (behalve D "VOOR­SPOELEN") kan dit aanvullende programma worden gekozen. Het droogproces geschiedt gedurende 10 minuten in fasen. De totale programma­duur neemt dienovereenkomstig toe.
- k REGENEREREN (zie "Waterontharder regenereren").
26
- q AFPOMPEN Als het programma bijvoorbeeld is on­derbroken. Let op de voorschriften inza­ke besmettingsgevaar.
– Druk op toets I-0. – Druk op toets q. – Druk op toets h.
In- en uitschakelen
Programmaverloop
Na het kiezen van een programma to­nen de controlelampjes op het bedie­ningspaneel het programmaverloop.
I Voorspoelen l Reinigen en eventueel
desinfecteren
m Tussenspoelen H Naspoelen
c Drogen (aanvullend programma) DESIN Desinfectie (alleen bij program-
ma DESIN vario TD en DESIN 93 °C-10’ met
inachtneming van de
parameters 93 °C-10’).
Als een programmafase is afgelopen, gaat het bijbehorende controlelampje uit. Als er geen controlelampjes meer bran­den (behalve "DESIN") en het start-con­trolelampje h uitgaat, is het program­ma beëindigd. Het display geeft dan de totale duur van het programma aan.
De volgende handelingen zijn alleen no­dig wanneer er besmettingsgevaar is vastgesteld door een bevoegd arts. In andere gevallen is "AFPOMPEN" en het opnieuw instellen van een programma voldoende.
Open de deur a. Hierdoor wordt het programma onderbroken. niet op de I-0 toets (Aan/Uit), omdat het programma anders gewist wordt.
Let op! Het spoelgoed kan heet zijn. U kunt zich eraan branden.
Zet de voorwerpen stabiel neer. Draag daarbij handschoenen in ver­band met infectiegevaar.
Vul het reservoir voor poeder eventu­eel opnieuw.
Sluit de deur.
Na afloop van de maat weer op temperatuur is) gaat het programma verder op het punt waar het is onderbroken. Het display geeft de wachttijd aftellend aan. Na een stroomstoring wordt automatisch dezelf­de procedure doorlopen.
wachttijd (als de auto-
Druk
Uitschakelen
Druk op de toets I-0 zodat deze te­rugspringt.
U kunt nu de automaat openen en de instrumenten eruit halen.
Programma onderbreken
Een programma dat eenmaal gestart is, mag alleen worden onderbroken als dat beslist noodzakelijk is, bijvoorbeeld als de voorwerpen erg rammelen.
Belangrijk: Als u een DESIN-programma onder-
breekt, let dan op het controlelampje "DESIN" na afloop van het programma. Brandt dit SIN-parameters voldaan. U dient in dat geval het programma te herhalen.
niet, dan is niet aan de DE-
27
Extra functies programmeren
De volgende extra functies kunt u op elk moment programmeren:
1. Koudwatertoevoer: veranderen van tijdgestuurd (60 seconden) in "ni­veaugeregeld met tijdcontrole"
Wanneer de waterdruk bij het aftap­punt lager is dan 2,5 bar loopt er te wei­nig water in de spoelruimte. Bij een wa­terdruk van 1 bar tot 2,5 bar kunt u de watertoevoer op "niveaugeregeld met tijdcontrole" instellen.
Daarvoor gaat u als volgt te werk:
Schakel de automaat uit. Druk tegelijkertijd op de toetsen q
en c, houd ze ingedrukt en scha­kel de automaat in met de toets I-0. In het display verschijnt de actuele programmastatus "P...".
Druk op de toets DESIN 93 °C-10’. In het display verschijnt dan "10" of "11". "10" = tijdgestuurde toevoer van koud water (60 seconden). "11" = niveaugeregelde toevoer van koud water met tijdcontrole.
Druk op toets c. "10" wordt "11" of omgekeerd.
2. Tussenspoelen I met neutralisatie­middeldosering (refresh)
Deze extra functie dient te worden ge­programmeerd als in de loop van de tijd verkleuringen en corrosievlekken op de instrumenten ontstaan, in het bij­zonder op de scharnierende gedeelten.
Schakel de automaat uit. Druk tegelijkertijd op de toetsen q
en c, houd ze ingedrukt en scha­kel de automaat in met de toets I-0. In het display verschijnt de actuele programmastatus "P...".
Druk op de toets DESIN 93 °C-3’. In het display verschijnt dan "20" of "21". "20" =
zonder tussenspoelen I. "21" = tussenspoelen I met neutralisa­tiemiddeldosering.
Druk op toets c. "20" wordt "21" of omgekeerd.
Druk op toets h. In het display ver­schijnt "SP".
Druk nogmaals op toets h. De ver­andering wordt nu in het geheugen opgeslagen. Het display geeft niets meer aan.
Druk op toets h. In het display ver­schijnt "SP".
Druk nogmaals op toets h. De ver­andering wordt nu in het geheugen opgeslagen. Het display geeft niets meer aan.
28
Extra functies programmeren
3. Temperatuurverandering T1 (reini­gingstemperatuur) en T2 (naspoel­temperatuur) in het programma "DE­SIN vario TD"
Standaard is de op 45 °C en de temperatuur op 93 °C ingesteld. De rei­nigingstemperatuur kan ook op 60 °C, en de naspoeltemperatuur op 80 °C worden ingesteld.
Schakel de automaat uit. Druk tegelijkertijd op de toetsen q
en c, houd ze ingedrukt en scha­kel de automaat in met de toets I-0. In het display verschijnt de actuele programmastatus "P...".
Druk op de toets DESIN vario TD. In het display verschijnt dan "30" of "31". Om de instelling te veranderen (zie tabel) drukt u op toets c. "30" wordt "31" of omgekeerd.
Druk op toets D. In het display ver­schijnt dan "40" of "41". Om de instel­ling te veranderen (zie tabel) drukt u op toets c. "40" wordt "41" of omge­keerd.
reinigingstemperatuur
naspoel-/desinfectie-
Druk op toets h. In het display ver­schijnt "SP".
Druk nogmaals op toets h. De ver­andering wordt nu in het geheugen opgeslagen. Het display geeft niets meer aan.
Instelling Reinigings-
tempera-
tuur
30 / 40 *) 45 °C 93 °C
30 / 41 45 °C 80 °C 31 / 40 60 °C 93 °C 31 / 41 60 °C 80 °C
*) standaardinstelling
Naspoel­tempera-
tuur
29
Waterontharder regenereren
Na een aantal reinigingsbeurten gaat het controlelampje k links op het be­dieningspaneel branden. De ingebouw­de waterontharder is dan verzadigd en kan geen onthard water meer leveren. De ontharder moet nu meteen na beëin- diging van het programma met zout worden geregenereerd.
Als dit om praktische redenen niet mo­gelijk is en u alweer een aantal pro­grammas gedraaid heeft, moet u twee keer achter elkaar regenereren.
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorre­lig
regenereerzout met een korrelgroot­te van 1-4 mm, zoals Broxomatic of Sunzout. Gebruik in geen geval andere soorten zout zoals keukenzout of strooi­zout! Deze zouten kunnen niet in water oplosbare deeltjes bevatten die een na­delig effect kunnen hebben op de wer­king van de ontharder.
Het zoutreservoir kan ca. 2 kg zout be­vatten.
Vul nooit reinigingsmiddel of iets dergelijks in het zoutreservoir! Hier­door kan:
- de waterontharder defect en
- de zeefsluiting verstopt raken. Gevolg: er ontstaat druk in het zoutreservoir. Wordt het verwijderd, dan bestaat gevaar voor letsel on­der meer door de bijtende alkali­sche stoffen in de oplossing. Controleer vóór het vullen van het zoutreservoir of u een reerzout in de hand heeft.
pak regene-
Zoutreservoir vullen
Belangrijk
Als u alleen regenereerzout kunt krij­gen met een fijnere korrel dan hierbo­ven vermeld, neem dan contact op met de Technische Dienst van Miele Neder­land B.V. Regenereerzout met een kor­relgrootte van > 4 mm is niet geschikt.
30
Schroef de zeefsluiting los en verwij­der deze.
Vul het zoutreservoir met regenereer­zout en maak het weer dicht.
Zoutreservoir monteren
Verwijder het onderrek.
Draai de dop op de bodem los.
Waterontharder regenereren
Druk op toets k. Druk op starttoets h .
Het regenereerprogramma wordt nu au­tomatisch afgewerkt en is afgelopen als het controlelampje k links op het bedieningspaneel en het controlelamp­je h uitgaan.
Schakel de automaat vervolgens uit. Schroef het reservoir voorzichtig los, zodat een eventueel ontstane water­druk kan worden afgebouwd. Ga daarbij niet hardhandig te werk. Neem contact op met de Technische Dienst van Miele als u het reservoir niet met de hand kunt losdraaien. Schroef de dop van de ontharder er weer op. Plaats het onderrek terug. Spoel het zoutreservoir en de zeef­sluiting onder stromend water af. Sluit de waterkranen.
Zet het zoutreservoir op het aansluit­stuk en draai het vast.
Automaat inschakelen
Draai de waterkranen open. Sluit de deur. Druk op toets I-0.
Belangrijk
De waterdruk bij het aansluitpunt moet minstens 2,5 bar zijn. Ligt de waterdruk onder 2,5 bar, zie dan het hoofdstuk "Extra functies programmeren".
De waterontharder kan niet goed rege­nereren als de waterdruk onder 2,5 bar ligt of sterk wisselt. Er kunnen dan zoutresten in het zoutreservoir achter­blijven.
Om al het zout te benutten en de ont­harder uit te spoelen, moet u in dat ge­val het programma "Waterontharder re­genereren" nog eens kiezen.
31
Zeefcombinatie reinigen
De zeefcombinatie op de bodem van de spoelruimte moet regelmatig wor­den gecontroleerd en indien nodig ge­reinigd.
Pas op voor glassplinters!
Grove zeef reinigen
Reiniging en onderhoud
Pak het microfilter aan beide lipjes vast en draai het los door het twee keer linksom te draaien.
Druk de opstaande lipjes iets sa­men, haal de zeef uit de uitsparing en reinig de zeef.
Plaats de zeef weer terug en druk hem aan tot hij vastklikt.
Fijne zeef, microfilter en vlakke zeef reinigen
Verwijder de grove zeef. Indien aanwezig verwijdert u ook de
fijne zeef (tussen de grove zeef en het microfilter).
32
Haal het microfilter nu tegelijk met de vlakke zeef uit de automaat. Reinig de zeven. Plaats de zeefcombinatie in omge-
keerde volgorde weer terug. Zonder zeefcombinatie mag de auto­maat niet worden gebruikt!
Zeefjes in de watertoevoer reini­gen
In de watertoevoer zijn ter bescher­ming van het magneetventiel zeefjes in­gebouwd (zie afbeelding). Als deze zeefjes vuil zijn, moeten ze worden ge­reinigd, omdat er anders te weinig wa­ter in de automaat stroomt.
Draai de waterkranen dicht. Draai de toevoerslangen eraf.
1
2
Reiniging en onderhoud
Reinig de pilaarzeef (1) en de fijne zeef (2). Vervang ze als dat nodig is.
Draai de slangen weer vast en zet de waterkranen een stukje open om te controleren of de verbindingen wa­terdicht zijn.
Er bevindt zich nog een zeefje vlak voor het ventiel van de kraan. Dat mag uitsluitend door de Technische Dienst van Miele worden gereinigd of vervan­gen.
33
Nuttige tips
Mocht er een storing optreden, dan kunt u deze vaak zelf verhelpen.
Laat werkzaamheden aan elektrische onderdelen altijd door een vakman van Miele verrichten!
Storingen / mogelijke oorzaken
De automaat start niet
De deur zit niet goed dicht.De stekker zit niet in de contactdoos.Er is een zekering doorgeslagen.
Enkele minuten nadat u het program­ma heeft gestart, knippert het contro­lelampje p q
De watertoevoerkranen zijn gesloten.De zeefjes in de watertoevoerslang
zijn verstopt. Schakel de automaat uit. Draai de kranen open of reinig de
zeefjes (zie "Reiniging en onderhoud").
Het water in de spoelruimte wordt niet warm, het programma duurt te lang
Deze automaat is voorzien van een thermische beveiliging die de verwar­ming bij oververhitting uitschakelt. Over­verhitting kan ontstaan als er voorwer­pen op de verwarmingselementen liggen of als de zeven in de spoelruim­te verstopt zijn.
Haal de voorwerpen weg of maak de
zeven schoon.
Verwijder het inspectiepaneel (zie
"Elektrische aansluiting").
Schakel de automaat weer in en start het programma opnieuw.
Het programma is voortijdig gestopt, het controlelampje p q knippert
– Er zit een knik in de afvoerslang.
Haal de knik eruit. Pomp het water af en start het pro-
gramma opnieuw (zie het aanvullen­de programma "AFPOMPEN" en de rubriek "Inschakelen").
34
Druk het blauwe knopje van de ther-
mische beveiliging in. Als de thermische beveiliging daarna
weer in werking treedt, moet u de Tech­nische Dienst waarschuwen.
Als u ondanks bovenstaande aanwijzin­gen een storing niet zelf kunt verhel­pen, waarschuw dan de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Plaatsing
Gebruik bij het opstellen het bijge­voegde installatieschema!
De automaat moet stabiel en waterpas worden opgesteld. Oneffenheden in de vloer kunt u met de stelvoeten corrigeren.
Het apparaat is geschikt voor de vol­gende installatiemogelijkheden:
vrijstaand inbouw
Als de automaat naast andere appara­ten of meubels of in een nis wordt ge­plaatst, moet de nis minstens 60 cm breed en 60 cm diep zijn.
onderbouw
Als de desinfector onder een doorlo­pend werkblad of het afloopvlak van een aanrecht wordt geplaatst, moet de nis minstens 60 cm breed, 60 cm diep en 82 cm hoog zijn.
Hiervoor dient het machinedeksel te worden verwijderd:
Open de deur.
Draai de linker en rechter schroef
met een kruiskopschroevendraaier
los.
Trek het machinedeksel ca. 5 mm
naar voren en til het naar boven toe
van het apparaat af. Zonder machinedeksel kan de auto-
maat in een 82 cm hoge nis worden in­gebouwd. Bij een nishoogte van 87 cm is een ombouwset noodzakelijk.
Belangrijk voor apparaten met damp­condensator:
Om te voorkomen dat het werkblad door waterdamp beschadigd raakt, moet de bijgevoegde beschermfolie (25 x 58 cm, zelfklevend) bij de damp­condensator onder het werkblad wor­den geplakt.
35
Plaatsing
Automaat stellen en vastschroeven
Om de stabiliteit te waarborgen, moet de automaat aan het werkblad worden vastgeschroefd nadat hij is gesteld.
Open de deur en schroef de machi­ne links en rechts door de gaten van de voorste lijst aan het doorlopende werkblad vast.
Om de beluchting van de circulatie­pomp ongehinderd te laten plaatsvin­den, mogen de spleten tussen de rei­nigingsautomaat en ernaast staande kasten of apparaten niet met silico­nenkit worden volgespoten.
Afhankelijk van de inbouwsituatie kun­nen de volgende den besteld bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.:
87 cm nishoogte
De ombouwset bestaat uit hogere ma­chinevoeten en een sokkelpaneel.
onderdelen-sets wor-
Beschermplaat voor het werkblad
De onderkant van het werkblad wordt door een roestvrijstalen beschermplaat beschermd tegen beschadigingen door waterdamp.
36
Elektrische aansluiting
Alle werkzaamheden met betrekking tot de elektrische aansluiting mogen alleen door een erkend elektricien worden uit­gevoerd.
De elektrische installatie moet vol­gens NEN 1010 zijn geïnstalleerd.
Aansluiting op een stopcontact dient te geschieden volgens alle daarvoor geldende voorschriften. Het stopcon­tact moet ook na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn. Wordt voor een vaste aansluiting gekozen, dan moet ter plaatse een hoofdscha­kelaar worden aangebracht, waar­mee het apparaat met alle polen van de netspanning kan worden losge­haald. De contactopening dient mini­maal 3 mm te zijn.
De elektrische installatie waarop het apparaat wordt aangesloten, moet zijn voorzien van een aardlekschake­laar (richtlijnen van de EU voor Ne­derland).
schakelschema bevindt zich achter
Het het sokkelpaneel, links aan de onder­kant van de automaat.
Het
typeplaatje met de keurmerken be­vindt zich achterop het apparaat en op het sokkelpaneel (achter het inspectie­paneel).
Inspectie- en sokkelpaneel verwijde­ren
b
b
a
a
b
b
Het apparaat moet worden geaard. Moet de aansluitkabel worden ver-
vangen, gebruik dan een originele Miele-kabel of een vergelijkbare ka­bel met kabelhulzen.
De technische gegevens vindt u op het typeplaatje en het bijgevoegde schakelschema.
Deze automaat mag slechts worden ge­bruikt met de spanning, frequentie en zekering die op het aangegeven.
Omschakeling van deze automaat is niet mogelijk.
typeplaatje staan
Haal de spanning van het apparaat!
Draai de schroeven "a" eruit. Pak het inspectiepaneel aan beide
kanten vast en haak het naar voren toe uit de houders.
Schroef het sokkelpaneel los (schroe­ven "b").
Verwijder eventueel de aarddraad.
37
Elektrische aansluiting
Verwijder het kunststof bescherm­kapje.
Daarna:
Plaats het kunststof beschermkapje, het sokkelpaneel en het inspectiepa­neel in omgekeerde volgorde terug.
Let op de aansluiting van de aard­draad!
Zie ook de bijgevoegde installatiehand­leiding!
Aarddraad aansluiten
Voor de aansluiting van de aarddraad bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat een speciale aansluitschroef (
8).
38
Wateraansluiting
Watertoevoer aansluiten
De automaat moet volgens de voor­schriften van het waterleidingbedrijf worden aangesloten.
Een terugslagklep of beluchter in de leiding is niet nodig vanwege een standaardvoorziening hiervoor in de automaat.
De waterdruk moet tussen 250 en 1000 kPa (2,5 en 10 bar) overdruk liggen. Bij een andere waterdruk kunt u contact opnemen met Miele in Vianen. Zie ook "Extra functies pro­grammeren".
Deze automaat is bedoeld voor aan­sluiting op slangen (watertoevoer en dampcon­densator) moeten aan de kranen voor
Voor de aansluiting zijn kranen met een 3/4" schroefkoppeling vereist. U moet gemakkelijk bij de kranen kun­nen, omdat u de watertoevoer moet afsluiten als de automaat niet wordt gebruikt.
koud water. De toevoer-
koud water worden aangesloten.
Installeer de pilaarzeven (deze bevin­den zich in de verpakking) tussen de afsluitkraan en de toevoerslang (voor een afbeelding zie "Reiniging en on­derhoud").
Zie ook de bijgevoegde installatiehand­leiding!
Het water in de automaat is geen drinkwater!
De toevoerslangen zijn ca. 1,7 m lang (DN 10) en hebben een 3/4" schroefkoppeling. De zeefjes in de schroefkoppeling mogen niet wor­den verwijderd.
39
Waterafvoer aansluiten
De afvoer van de automaat is voor­zien van een terugslagklep die het te­rugstromen van vuil water verhindert.
Sluit de automaat bij voorkeur aan op een gescheiden, ter plaatse te in­stalleren afvoer. Als geen geschei­den aansluiting aanwezig is, advise­ren wij aansluiting op een dubbelsifon (verkrijgbaar bij Miele Nederland B.V. te Vianen).
Deze automaat wordt standaard ge­leverd met flexibele afvoerslangen van ca. 1,5 m lang (binnendiameter 22 mm). De afvoerslangen mogen niet worden ingekort. Voor de aan­sluiting zijn slangklemmen bijge­voegd.
Langere afvoerslangen zijn lever­baar, maximale lengte 4 m.
Wateraansluiting
De afvoerleidingen mogen maximaal 4 m lang zijn en de opvoerhoogte niet hoger dan 1 m!
Zie ook de bijgevoegde installatiehand­leiding!
40
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkhe­den voor recycling.
Hergebruik van het verpakkings­materiaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, infor­meer dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen de onderdelen vaak nog waardevol zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude apparaat via de leverancier of de ge­meente gerecycled kan worden. Zorgt u ervoor dat het afgedankte apparaat tot die tijd buiten het bereik van kinde­ren wordt opgeslagen.
Maak afgedankte apparaten on­bruikbaar. Trek de stekker uit de contactdoos en knip de kabel door. Verwijder met het oog op de veilig­heid en het milieu alle resten reini­gingsmiddel. Neem hierbij de veilig­heidsinstructies in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Maak het slot van de deur onbruik­baar, zodat kinderen zich niet in het apparaat kunnen opsluiten. Verwij­der hiertoe de vergrendelingspin (2 kruiskopschroeven boven de deur). Daarna kunt u het apparaat met in­achtneming van het bovenstaande wegdoen. Bij machines met een wa­tertank moet eerst het water uit de tank worden verwijderd.
41
Technische gegevens
Geluidsemissiewaarde in dB (A): Geluidsniveau 67
!-aanduiding: overeenkomstig Richtlijn Medische
Hulpmiddelen 93/42/EEG, klasse IIa
42
43
Wijzigingen voorbehouden / 000 4600
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder schadelijk voor het milieu.
Loading...