Lees beslist deze gebruiksaanwijzing
voordat u het apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
hiermee onnodige schade aan het apparaat.M.-Nr. 03 882 882
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Door onjuist gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er
materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voordat u het apparaat
in gebruik neemt. Dat is veiliger
voor uzelf en u voorkomt hiermee
onnodige schade aan het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Verantwoord gebruik
Deze reinigingsautomaat is uitslui-
tend bestemd voor het gebruik dat
is aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Ander gebruik is niet toegestaan
en kan gevaarlijk zijn.
De reinigings- en desinfectieprogramma’s zijn uitsluitend bedoeld voor medische hulpmiddelen die daarvoor door
de desbetreffende fabrikant zijn vrijgegeven.
De fabrikant van de reinigingsautomaat
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die is ontstaan door onjuist gebruik of foutieve bediening.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden voldaan.
Dit apparaat mag alleen door de
Technische Dienst van Miele in gebruik worden genomen en onderhouden.
Volgens het Besluit Medische Hulpmiddelen is regelmatig onderhoud aan te bevelen. In dit verband is een Miele-onderhoudscontract aan te raden.
Het apparaat mag niet worden op-
gesteld in een explosiegevaarlijke
ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij
te zijn.
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is alleen gewaarborgd wanneer het is aangesloten op een
aardingssysteem dat geïnstalleerd is
volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. Het is belangrijk dat u dit controleert en in geval van twijfel laat inspecteren door een vakman.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een
elektrische schok).
Een apparaat dat beschadigd is,
kan uw veiligheid in gevaar brengen. Stel het apparaat meteen buiten
werking en neem contact op met de
Technische Dienst van Miele.
Reparaties mogen uitsluitend door
de Technische Dienst van Miele
worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico’s lopen.
Neem de volgende veiligheidsinstructies in acht, zodat uw eigen veiligheid en die van anderen niet in gevaar komt!
Personeel dat het apparaat be-
dient, moet regelmatig worden
geïnstrueerd. Laat het apparaat niet bedienen door personeel dat niet is
geïnstrueerd.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Pas op bij het gebruik van vloeiba-
re hulpmiddelen en additieven!
Veel vloeibare middelen zijn bijtende
stoffen. Gebruik in geen geval organische oplosmiddelen in verband met explosiegevaar. Neem de geldende veiligheidsvoorschriften in acht. Draag een
veiligheidsbril en handschoenen.
Houdt u zich bij chemische hulpmiddelen aan de veiligheidsvoorschriften van
de desbetreffende fabrikant!
Vermijd het inhaleren van stofdeel-
tjes van poedervormige middelen.
Bij inwendig gebruik kunnen reinigingsmiddelen ernstige brandwonden in
mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden!
Het water in de spoelruimte is
geen drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit-
ten of staan. Het apparaat kan kantelen en beschadigd raken.
Zorg dat scherpe voorwerpen zo
in de automaat worden geplaatst,
dat dit geen risico’s oplevert. Wees extra voorzichtig als dergelijke voorwerpen rechtop in de automaat worden gezet.
Pas op als u een hoge tempera-
tuur instelt (70 °C - 95 °C). Er bestaat dan een groot gevaar voor verbrandingen! Laat de rekken en inzetten
eerst afkoelen. Na afloop van het programma kan er heet water in bakjes en
dergelijke zijn achtergebleven. Giet
deze leeg in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen
niet meteen na het openen van de
deur aan. U kunt zich eraan branden,
ook nog minuten na afloop van een programma.
De reinigingsautomaat en de direc-
te omgeving ervan mogen niet met
water (waterslang of hogedrukreiniger)
worden afgespoten.
Haal voor onderhoudswerkzaamhe-
den altijd de spanning van het apparaat. Schakel het apparaat eerst uit
en trek vervolgens de stekker uit het
stopcontact, of schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit.
Neem de volgende aanwijzingen in
acht voor een optimale behandeling
en om schade aan apparaat en spoelgoed te voorkomen!
Tijdens een desinfectieprogramma
mag de deur van de automaat
worden geopend!
Een desinfectieprogramma mag
niet worden onderbroken, omdat
het desinfectieresultaat anders niet is
gewaarborgd.
Moet een desinfectieprogramma
toch worden onderbroken, dan
moet het volledig worden herhaald! Zie
ook de instructies in de rubriek "Programma onderbreken" van de gebruiksaanwijzing.
Let op! Het spoelgoed kan heet zijn.
U kunt zich eraan branden.
niet
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De desinfectiestandaard van het
desinfectieproces moet worden bewaakt. Daarom moet het desinfectieproces regelmatig meettechnisch worden
gecontroleerd.
Het desinfectieprogramma "Thermi-
sche desinfectie" (DESIN 93 °C-3’)
- met 3 minuten inwerktijd - is alleen in
bepaalde gevallen geschikt voor infectie-profylaxe. Let hierbij per geval op
de vereisten.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen
voor professionele reinigingsautomaten die door Miele zijn getest en aanbevolen. Gebruik van andere reinigingsmiddelen kan schade aan de automaat
en het spoelgoed veroorzaken.
Voorbehandeling (bijvoorbeeld
met reinigings- of desinfectiemiddelen), maar ook bepaalde vervuilingen en sommige reinigingsmiddelen
kunnen schuim veroorzaken. Schuim
kan het resultaat van de reiniging of
desinfectie verminderen.
Wanneer voor een bepaalde toe-
passing een chemisch hulpmiddel
(bijvoorbeeld een reinigingsmiddel)
wordt aanbevolen, betekent dit niet dat
de fabrikant van het apparaat ook aansprakelijk is voor het effect van het chemische middel op het spoelgoed.
Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en opslagvoorschriften
die niet afkomstig zijn van de fabrikant
van de chemische middelen het resultaat kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van reinigingsmid-
delen en speciale producten altijd
op de aanwijzingen van de fabrikant.
Gebruik het reinigingsmiddel alleen
voor toepassingen die door de fabrikant worden aangegeven. Hiermee
voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor gebruik met water en additieve reinigingsmiddelen. Het mag niet
met organische oplosmiddelen worden
gebruikt, omdat er dan explosiegevaar
bestaat. Er bestaan overigens ook veel
organische oplosmiddelen waarbij
geen explosiegevaar bestaat, maar
waarbij andere problemen kunnen optreden, zoals aantasting van rubber
en/of kunststof.
Bij toepassingen waarbij zeer
strenge eisen aan het resultaat
worden gesteld, moet u de voorwaarden voor het reinigingsproces (reinigingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te
voren afstemmen met Miele.
Als er bijzonder hoge eisen wor-
den gesteld aan het reinigings- en
naspoelproces (bijvoorbeeld bij chemische analyse of speciale industriële
producten) moet de kwaliteit regelmatig door de gebruiker worden gecontroleerd.
De speciale inzetten mogen uitslui-
tend worden gebruikt voor de doeleinden die in de gebruiksaanwijzing
worden aangegeven.
Alle schalen, bakjes en dergelijke
moeten geleegd worden vóórdat
ze in de automaat worden geplaatst.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verwijder resten van oplosmidde-
len en zuren, met name zoutzuur
en chloridehoudende oplossingen, van
het spoelgoed vóórdat u het in de automaat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen
die corrosie kunnen veroorzaken.
Oplosmiddelen in verbinding met vuil
mogen slechts in sporenhoeveelheid
aanwezig zijn. Dit geldt met name voor
gevarenklasse A1.
Om schade door corrosie te vermij-
den, mag de roestvrijstalen ommanteling niet in contact komen met
zoutzuurhoudende oplossingen en
dampen.
Neem de installatie-instructies in
de gebruiksaanwijzing en de installatiehandleiding in acht.
Gebruik van toebehoren
Voor speciale toepassingen mo-
gen alleen Miele-toebehoren worden aangesloten. Informeer bij de Technische Dienst van Miele Nederland
B.V. naar de typenummers.
Het afdanken van het apparaat
Maak afgedankte apparaten on-
bruikbaar. Trek de stekker uit de
contactdoos en knip de kabel door.
Verwijder met het oog op de veiligheid
en het milieu alle resten reinigingsmiddel. Neem hierbij de veiligheidsinstructies in acht. Draag een veiligheidsbril
en handschoenen!
Maak het slot van de deur onbruikbaar,
zodat kinderen zich niet in het apparaat kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe
de vergrendelingspin (2 kruiskopschroeven boven de deur).
Informeer bij de gemeentelijke reinigingsdienst naar de verdere verwerkingsprocedures voor afgedankte apparaten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die is
ontstaan door het niet opvolgen van
deze veiligheidsinstructies en waarschuwingen.
8
De G 7781 TD is een desinfector en reinigingsautomaat bestemd voor het automatisch reinigen van tandheelkundig
instrumentarium, afdruklepels, halve
cassettetrays, mondspoelbekers, niervormige schalen, etc. De tandheelkundige untensiliën kunnen thermisch gedesinfecteerd en gereinigd worden op
93 °C.
Het Robert Koch-Instituut (RKI) in Berlijn (instituut voor infectieziekten en niet
overdraagbare ziekten) heeft voor
Duitsland de "Desinfectie van instrumenten in reinigingsautomaten" met de
desinfectieparameters 93 °C, inwerktijd
10 minuten (werkingsgebieden A en B)
geregistreerd onder rubriek 3.2.4, §10c
BSeuchG. Deze parameters komen
overeen met een reductie van ~10
7
respectievelijk een reductiefactor 7.
De desinfectieparameters 93 °C, inwerktijd 3 minuten, komen overeen met
een reductie van ~10
5
respectievelijk
reductiefactor 5.
Functiebeschrijving
Met betrekking tot het werkingsgebied
wordt bij deze automaat het volgende
onderscheid gemaakt:
A = geschikt voor het doden van vegetatieve bacteriële kiemen inclusief mycobacteriën, alsmede schimmels inclusief sporen daarvan.
B = geschikt voor de inactivering van
virussen (inclusief HBV en HIV).
De automaat is standaard voorzien van
een dampcondensator (DC) en een waterontharder.
9
Waterontharder instellen
Wanneer de waterhardheid hoger is
dan 6 °d moet het water worden onthard om kalkafzetting op de instrumenten en in het apparaat te vermijden.
De ingebouwde waterontharder kan alleen optimaal functioneren als deze:
1. op de juiste wijze is ingesteld
2. direct met zout geregenereerd wordt
zodra het controlelampje k oplicht.
Als u het apparaat
voor het eerst gebruikt, moet de waterontharder worden
ingesteld op de hardheid van het water.
Informeer bij het waterleidingbedrijf
naar de waterhardheid in uw omgeving.
Waterontharder instellen
De waterontharder heeft 18 tijdseenheden en een 0-stand. De standaardinstelling is 8, wat overeenkomt met
19 °d. Als uw leidingwater harder of
zachter is dan 19 °d:
verandert u de tijdseenheid (zie tabel) met de toetsen op het bedieningspaneel.
Druk de toetsen q en c tegelijkertijd in, houd ze ingedrukt en schakel
daarbij de automaat in met de
Aan/Uit-toets "I-0". In het display verschijnt dan "P...".
Druk op de toets k. De "P" verdwijnt. Op het display verschijnt tijdseenheid "0". Deze kan nu worden
aangepast. Dit gebeurt als volgt.
Druk zo vaak op toets c totdat de
gewenste waarde in het display verschijnt.
Druk op toets h. In het display verschijnt "SP".
Druk nogmaals op toets h. De tijdseenheid wordt in het geheugen opgeslagen. Op het display wordt niets
meer aangegeven.
De automaat is klaar voor gebruik.
Als de hardheid van uw leidingwater
constant onder 6 °d ligt:
stelt u tijdseenheid "0" in.
Het controlelampje k gaat dan niet
branden en de waterontharder hoeft
niet te worden geregenereerd.
Waterontharder regenereren: zie bladzijde 30.
Waterontharder instellen
11
Deur openen en sluiten
Deur openen a
Druk op de deuropener totdat u
weerstand voelt, pak tegelijk de
greep vast en open de deur.
Tijdens een programma mag de deur
alleen in noodgevallen worden geopend, bijvoorbeeld als de inhoud rammelt (zie "Programma onderbreken").
Raak de verwarmingselementen
niet meteen na het openen van de
deur aan. U kunt zich eraan branden, ook nog minuten na afloop van
een programma.
Deur sluiten
Klap de deur omhoog en druk deze
dicht totdat de deur vastklikt. Druk
daarbij niet op de deuropener.
12
Toepassingsmogelijkheden
De automaat kan worden voorzien van
twee rekken (bovenrek en onderrek). Al
naar gelang het te reinigen spoelgoed
kunnen deze worden voorzien van verschillende inzetten of worden vervangen door speciale rekken. Er zijn zoveel mogelijkheden dat deze hier niet
allemaal afgebeeld kunnen worden. Er
zal slechts op enkele toepassingen worden ingegaan.
Instrumentarium met lange en/of smalle
holle ruimten moet van binnen goed
doorspoeld kunnen worden.
Wasbare hand- en hoekstukken kunnen in de automaat worden gedesinfecteerd.
Instrumenten met lichtgeleiders kunnen
eveneens machinaal worden gereinigd.
Zie in dit verband ook de aparte gebruiksaanwijzing bij deze hulpmiddelen.
Spoelgoed inruimen
Voorbereiden
Maak alle voorwerpen leeg voordat u
ze in het apparaat plaatst (neem hierbij
de geldende voorschriften in acht).
Er mogen geen zuurresten of oplosmiddelen, vooral geen zoutzuur en
chloride, in de spoelruimte terechtkomen.
Let op
Zet het spoelgoed altijd zo in de rekken, dat het aan alle kanten door het
water kan worden bereikt. Alleen
dan kan het goed schoon worden.
Plaats holle instrumenten met de
openingen naar beneden in de bijbehorende inzetten, zodat het water
er goed bij kan.
Plaats spoelgoed met een diepe bodem zo veel mogelijk schuin in het
rek, zodat het water eraf kan lopen.
Plaats hoog, smal spoelgoed in het
midden van de rekken, zodat het
goed door het water kan worden bereikt.
De sproeiarmen mogen niet door te
hoog of naar beneden uitstekend
spoelgoed worden geblokkeerd.
Controleer dit door de sproeiarmen
handmatig een keer rond te draaien.
Om corrosie te voorkomen, wordt
aanbevolen uitsluitend degelijk instrumentarium van roestvrij staal te
gebruiken.
Zorg dat al bij de behandeling van
de patiënt zo weinig mogelijk tandcement en/of amalgaan op de instrumenten achterblijft. Anderzijds kan
na de thermische desinfectie, zonder gevaar voor infectie, handmatig
worden nagereinigd.
Gebruik uitsluitend hittebestendige
kunststof voorwerpen.
Direct na het einde van het programma moet de deur van de automaat
gedurende 10 - 15 minuten circa 10
cm worden geopend. Alleen zo bereikt u door de nog aanwezige warmte een goed droogresultaat en voorkomt u corrosie.
Plaats de te reinigen instrumenten zo
dat de delen elkaar niet afdekken.
13
Toepassingsmogelijkheden
Aluminium trays mogen over het algemeen niet in een machine thermisch worden behandeld.
Wanneer na verloop van tijd verkleuringen en corrosievlekken op de instrumenten verschijnen (met name
op de scharnierende delen), kunt u
een extra dosering neutralisatiemiddel (refresh) programmeren (zie de
hoofdstukken "Neutralisatiemiddel
doseren" en "Extra functies programmeren").
Als dit niet het gewenste resultaat oplevert, neem dan contact op met de
Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Belangrijk
De verende watertoevoer-adapter van
de rekken en injectorwagens moet bij
het inschuiven in het apparaat goed
aansluiten. Daarom moet de adapter 45 mm hoger zijn ingesteld dan de watertoevoer in de machine. Is dat niet
het geval, dan kunt u de adapter als
volgt verstellen:
Draai de klemring los.
Schuif de adapter omhoog (4-5 mm
hoger dan de watertoevoer in de automaat) en draai de klemring weer
vast.
Rekken en inzetten moeten overeenkomstig de toepassing worden uitgezocht.
Indelingsvoorbeelden:
O 177-03 Bovenrek/injector
De linker kant van het rek is bijvoorbeeld geschikt voor inzet E 337-03 2/5,
voor het rechtop plaatsen van instrumenten.
Vanwege het gevaar voor verwondingen bij dubbelzijdig scherpe
instrumenten moet het beladen van de
E 337 van achteren naar voren en het
leeghalen andersom plaatsvinden.
De rechter kant van het rek heeft 28 inspuiters/trechters voor de directe inspuiting van holle instrumenten. Deze
worden met heet water (93 °C) doorspoeld. Zo worden de binnen- en de
buitenzijde gereinigd. Er is tevens ruimte voor zeefschalen.
Let op! Mondspiegels met een opgedampte rhodiumlaag moeten vanwege
het kwetsbare oppervlak zo worden geplaatst dat ze niet beschadigd kunnen
raken. Niet alle mondspiegels kunnen
machinaal worden gereinigd.
14
O 177-03 Bovenrek/injector
Voor thermisch desinfecteerbare afzuigslangen wordt inzet E 413-03 1/1 voor
6 afzuigslangen in de O 177 geplaatst.
De reiniging geschiedt door inspuiting.
Voor het plaatsen van slangen zijn speciale adapters vereist. Wordt ook het filterblok gereinigd, verwijder dan eerst
het amalgaan.
Toepassingsmogelijkheden
U 874-03 Onderrek/lafette
Linker kant: inzet E 130-03 1/2 voor 10
trays.
Rechter kant: zeefinzet E 379-03 1/2.
U 874-03 Onderrek/lafette
Linker kant: inzet E 131-03 1/2 voor 5
zeefschalen type E 146-03 1/6 met inlegstrippen E 328 voor dubbelzijdige instrumenten.
Rechter kant: inzet E 130-03 1/2 voor
10 trays.
15
Toepassingsmogelijkheden
Inzet E 147/1-03 1/2
Halfinzet voor 10 tot 12 mondspoelbekers.
Reinig mondspoelbekers bij voorkeur in
het bovenrek. In het onderrek kunnen
de grotere mechanische werking en de
grotere temperatuurwisselingen spanningscorrosie veroorzaken.
16
Bovenrek verstellen
Deze automaat kan worden voorzien
van verstelbare bovenrekken (instelbaar op 3 standen met telkens 2 cm
hoogteverschil). De standaardinstelling
van het bovenrek is de middelste stand.
In het
bovenrek passen dan bijvoor-
beeld:
voorwerpen tot circa 19 cm hoogte,
onderrek:
in het
voorwerpen tot circa 25 cm hoogte.
Voor de andere standen kunt u onderstaande tabel raadplegen.
Toepassingsmogelijkheden
Stand
bovenrek
Boven
Midden
Onder
Verstellen van het bovenrek
Trek het bovenrek tot de aanslag
naar voren en til het van de rails.
Schroef de rolhouders aan weerszijden van het rek los met sleutel 7 en
verplaats ze.
Hoogte
bovenrek
in cm
1727
1925
2123
Hoogte
onderrek
in cm
17
Naspoelmiddel doseren
In de deur bevindt zich een reservoir
voor vloeibare middelen met een inhoud van ca. 200 ml. Met dit reservoir
kunt u automatisch een geschikt vloeibaar naspoelmiddel doseren (bijvoorbeeld Mielclear).
Naspoelmiddelreservoir vullen
Schroef de afsluitdop los.
Vul het naspoelmiddel bij totdat de
niveau-indicator (zie pijl) donker van
kleur is. Gebruik eventueel een trechter.
Schroef de afsluitdop dicht en verwijder wat u eventueel gemorst heeft.
Naspoelmiddel bijvullen
De niveau-indicator voor het naspoelmiddel geeft de stand van het reservoir
aan. Wanneer de donkere kleur van de
niveau-indicator verdwijnt, moet het reservoir worden bijgevuld.
Het instellen van de dosering
18
Het schuifje in de opening van het reservoir kan worden ingesteld op een
stand tussen 1 en 6 (1-6 ml). De standaardinstelling is 3 (3 ml).
Als het instrumentarium vlekken vertoont, zet u het schuifje op een hogere stand, zie afbeelding.
Als er strepen en sluiers verschijnen,
kiest u een lagere stand.
Neutralisatiemiddel doseren
Neutralisatiemiddel doseren
Wanneer verkleuringen en corrosievlekken op het instrumentarium verschijnen, vooral bij de scharnierende delen,
kunt u deze in programmafase 3 met
speciale zuren verwijderen (neem indien nodig contact op met Miele Nederland B.V.).
Belangrijk: Via "Extra functies programmeren" moet u het programma op "Tussenspoelen I met neutralisatiemiddeldosering" instellen.
Plaats het reservoir met neutralisatiemiddel naast de reinigingsautomaat
op de grond.
Zodra op het bedieningspaneel het
controlelampje w gaat branden:
vult u het reservoir met neutralisatiemiddel of u vervangt het reservoir.
Omdat het reservoir niet helemaal leeg
mag raken, moet het op tijd worden bijgevuld.
Daarna steekt u de sonde stevig in
de opening van het reservoir (zie de
afbeelding en let op de kleuraanduiding).
19
Doseersystemen ontluchten / onderhoud
Doseersystemen ontluchten
Voor het eerste gebruik of wanneer een
reservoir niet tijdig is bijgevuld, moet
het doseersysteem voor vloeibare middelen (behalve "Naspoelmiddel") worden ontlucht.
Druk op de toets I-0.
Zet de doseerschakelaar van de
DOS-module op "10" (alleen als u
schakelaar "B" gebruikt).
Na elke keer ontluchten, moet u controleren of de spoelruimte nog restanten
van het betreffende middel bevat. Verwijder deze als volgt:
Kies het programma D "VOORSPOELEN".
Als het
gingsmiddel (DOS-module C 60) is ontlucht, gaat u als volgt te werk:
Hierna is het doseersysteem met het
desbetreffende middel gevuld en klaar
voor gebruik.
doseersysteem voor het reini-
Stel de te doseren hoeveelheid voor
het normale reinigingsprocédé in.
Zie hiervoor de gebruiksaanwijzing
van de DOS-module.
Onderhoud aan de doseersystemen
Voor een optimale werking is regelmatig onderhoud noodzakelijk. De onderhoudswerkzaamheden mogen alleen
door de Technische Dienst van Miele
worden verricht.
Schakelaar "A": doseersysteem voor
neutralisatiemiddel (zie afbeelding).
Schakelaar "B": doseersysteem voor
reinigingsmiddel (speciaal toebehoor
DOS-module C 60).
De schakelaars "A" en/of "B" moeten
gedurende 3
drukt. Doe dit met een spits voorwerp.
20
1
/2 minuut worden inge-
Eens per jaar/anderhalf jaar
– dient u de slangen in de reservoirs
c.q. DOS-modules te vervangen.
Reinigingsmiddel doseren
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor speciale reinigingsautomaten. Gebruik nooit middelen voor
huishoudelijke afwasautomaten!
Wij raden u aan om vloeibaar reinigingsmiddel te doseren met de DOSmodule C 60 (speciaal toebehoor).
Wanneer u niet met een vloeibaar reinigingsmiddel werkt, doe dan voor het
programma "DESIN vario TD"
vormig reinigingsmiddel in het daarvoor bestemde reservoir (uitzonderingen zie "Programma’s DESIN..." op de
volgende bladzijde).
poeder-
Doseer het reinigingsmiddel in het vakje.
Dosering: ca. 3 g/l, dat wil zeggen ca.
30 g per lading.
Let op de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel!
Druk de afsluitknop van het klepje
naar voren (in de richting van de
pijl). Het klepje springt open (na een
spoelprogramma is het klepje al
open).
Sluit het klepje weer.
21
Reinigingsmiddel doseren
Programma’s "DESIN 93 °C-3’ en
DESIN 93 °C-10’":
Wanneer u niet met een vloeibaar reinigingsmiddel werkt, doseer dan
poedervormig reinigingsmiddel op
de binnenkant van de deur.
Bij de keuze van het reinigingsmiddel
moet, ook uit milieu-overwegingen, met
de volgende criteria rekening worden
gehouden:
Bij bepaalde verontreinigingen moet u
soms andere samenstellingen van reinigings- en hulpmiddelen gebruiken.
Neem in een dergelijk geval contact op
met Miele Nederland B.V. te Vianen.
Let op!
De automaat kan desgewenst ook van
een doseersysteem voor vloeibare reinigingsmiddelen worden voorzien (DOS-module C 60). Deze wordt extern aangebracht.
Bij de DOS-module is een aparte
bruiksaanwijzing en montagehandleiding gevoegd.
Wees voorzichtig met vloeibare
hulpmiddelen en additieven! Dit
kunnen bijtende of irriterende stoffen zijn. Neem de veiligheidsvoorschriften in acht! Draag een bril en
handschoenen!
ge-
Welke alkaliteit is voor het oplossen
van het reinigingsprobleem nodig?
Is er actieve chloor nodig voor desinfectie of oxidatie (pigmentverwijdering)?
Zijn tensiden speciaal voor dispersie
en emulgatie nodig?
Voor de thermische desinfectieprogramma’s moet een geschikt mild-alkalisch en chloorvrij reinigingsmiddel
worden gebruikt.
22
G 7781
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voor de gebruiker:
Haal deze pagina’s uit de gebruiksaanwijzing en bevestig ze duidelijk zichtbaar
voor het bedienend personeel in de directe omgeving van het apparaat.
Zorg ervoor dat het bedienend personeel op de hoogte is van deze veiligheidsinstructies en waarschuwingen en deze ook in acht neemt.
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Door onjuist gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er
materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voordat u het apparaat
in gebruik neemt. Dat is veiliger
voor uzelf en u voorkomt hiermee
onnodige schade aan het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Verantwoord gebruik
Deze reinigingsautomaat is uitslui-
tend bestemd voor het gebruik dat
is aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Ander gebruik is niet toegestaan
en kan gevaarlijk zijn.
De reinigings- en desinfectieprogramma’s zijn uitsluitend bedoeld voor medische hulpmiddelen die daarvoor door
de desbetreffende fabrikant zijn vrijgegeven.
De fabrikant van de reinigingsautomaat
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die is ontstaan door onjuist gebruik of foutieve bediening.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden voldaan.
Neem de volgende veiligheidsinstructies in acht, zodat uw eigen veiligheid en die van anderen niet in gevaar komt!
Dit apparaat mag alleen door de
Technische Dienst van Miele in gebruik worden genomen en onderhouden.
Volgens het Besluit Medische Hulpmiddelen is regelmatig onderhoud aan te bevelen. In dit verband is een Miele-onderhoudscontract aan te raden.
Het apparaat mag niet worden op-
gesteld in een explosiegevaarlijke
ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij
te zijn.
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is alleen gewaarborgd wanneer het is aangesloten op een
aardingssysteem dat geïnstalleerd is
volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. Het is belangrijk dat u dit controleert en in geval van twijfel laat inspecteren door een vakman.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een
elektrische schok).
Een apparaat dat beschadigd is,
kan uw veiligheid in gevaar brengen. Stel het apparaat meteen buiten
werking en neem contact op met de
Technische Dienst van Miele.
1
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties mogen uitsluitend door
de Technische Dienst van Miele
worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico’s lopen.
Personeel dat het apparaat be-
dient, moet regelmatig worden
geïnstrueerd. Laat het apparaat niet bedienen door personeel dat niet is
geïnstrueerd.
Pas op bij het gebruik van vloeiba-
re hulpmiddelen en additieven!
Veel vloeibare middelen zijn bijtende
stoffen. Gebruik in geen geval organische oplosmiddelen in verband met explosiegevaar. Neem de geldende veiligheidsvoorschriften in acht. Draag een
veiligheidsbril en handschoenen.
Houdt u zich bij chemische hulpmiddelen aan de veiligheidsvoorschriften van
de desbetreffende fabrikant!
Vermijd het inhaleren van stofdeel-
tjes van poedervormige middelen.
Bij inwendig gebruik kunnen reinigingsmiddelen ernstige brandwonden in
mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden!
Het water in de spoelruimte is
geen drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit-
ten of staan. Het apparaat kan kantelen en beschadigd raken.
Zorg dat scherpe voorwerpen zo
in de automaat worden geplaatst,
dat dit geen risico’s oplevert. Wees extra voorzichtig als dergelijke voorwerpen rechtop in de automaat worden gezet.
Pas op als u een hoge tempera-
tuur instelt (70 °C - 95 °C). Er bestaat dan een groot gevaar voor verbrandingen! Laat de rekken en inzetten
eerst afkoelen. Na afloop van het programma kan er heet water in bakjes en
dergelijke zijn achtergebleven. Giet
deze leeg in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen
niet meteen na het openen van de
deur aan. U kunt zich eraan branden,
ook nog minuten na afloop van een programma.
De reinigingsautomaat en de direc-
te omgeving ervan mogen niet met
water (waterslang of hogedrukreiniger)
worden afgespoten.
Haal voor onderhoudswerkzaamhe-
den altijd de spanning van het apparaat. Schakel het apparaat eerst uit
en trek vervolgens de stekker uit het
stopcontact, of schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit.
Neem de volgende aanwijzingen in
acht voor een optimale behandeling
en om schade aan apparaat en spoelgoed te voorkomen!
Tijdens een desinfectieprogramma
mag de deur van de automaat
worden geopend!
Een desinfectieprogramma mag
niet worden onderbroken, omdat
het desinfectieresultaat anders niet is
gewaarborgd.
niet
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Moet een desinfectieprogramma
toch worden onderbroken, dan
moet het volledig worden herhaald! Zie
ook de instructies in de rubriek "Programma onderbreken" van de gebruiksaanwijzing.
Let op! Het spoelgoed kan heet zijn.
U kunt zich eraan branden.
De desinfectiestandaard van het
desinfectieproces moet worden bewaakt. Daarom moet het desinfectieproces regelmatig meettechnisch worden
gecontroleerd.
Het desinfectieprogramma "Thermi-
sche desinfectie" (DESIN 93 °C-3’)
- met 3 minuten inwerktijd - is alleen in
bepaalde gevallen geschikt voor infectie-profylaxe. Let hierbij per geval op
de vereisten.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen
voor professionele reinigingsautomaten die door Miele zijn getest en aanbevolen. Gebruik van andere reinigingsmiddelen kan schade aan de automaat
en het spoelgoed veroorzaken.
Voorbehandeling (bijvoorbeeld
met reinigings- of desinfectiemiddelen), maar ook bepaalde vervuilingen en sommige reinigingsmiddelen
kunnen schuim veroorzaken. Schuim
kan het resultaat van de reiniging of
desinfectie verminderen.
Wanneer voor een bepaalde toe-
passing een chemisch hulpmiddel
(bijvoorbeeld een reinigingsmiddel)
wordt aanbevolen, betekent dit niet dat
de fabrikant van het apparaat ook aansprakelijk is voor het effect van het che-
mische middel op het spoelgoed.
Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en opslagvoorschriften
die niet afkomstig zijn van de fabrikant
van de chemische middelen het resultaat kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van reinigingsmid-
delen en speciale producten altijd
op de aanwijzingen van de fabrikant.
Gebruik het reinigingsmiddel alleen
voor toepassingen die door de fabrikant worden aangegeven. Hiermee
voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor gebruik met water en additieve reinigingsmiddelen. Het mag niet
met organische oplosmiddelen worden
gebruikt, omdat er dan explosiegevaar
bestaat. Er bestaan overigens ook veel
organische oplosmiddelen waarbij
geen explosiegevaar bestaat, maar
waarbij andere problemen kunnen optreden, zoals aantasting van rubber
en/of kunststof.
Bij toepassingen waarbij zeer
strenge eisen aan het resultaat
worden gesteld, moet u de voorwaarden voor het reinigingsproces (reinigingsmiddel, waterkwaliteit, etc.) van te
voren afstemmen met Miele.
Als er bijzonder hoge eisen wor-
den gesteld aan het reinigings- en
naspoelproces (bijvoorbeeld bij chemische analyse of speciale industriële
producten) moet de kwaliteit regelmatig door de gebruiker worden gecontroleerd.
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De speciale inzetten mogen uitslui-
tend worden gebruikt voor de doeleinden die in de gebruiksaanwijzing
worden aangegeven.
Alle schalen, bakjes en dergelijke
moeten geleegd worden vóórdat
ze in de automaat worden geplaatst.
Verwijder resten van oplosmidde-
len en zuren, met name zoutzuur
en chloridehoudende oplossingen, van
het spoelgoed vóórdat u het in de automaat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen
die corrosie kunnen veroorzaken.
Oplosmiddelen in verbinding met vuil
mogen slechts in sporenhoeveelheid
aanwezig zijn. Dit geldt met name voor
gevarenklasse A1.
Om schade door corrosie te vermij-
den, mag de roestvrijstalen ommanteling niet in contact komen met
zoutzuurhoudende oplossingen en
dampen.
Neem de installatie-instructies in
de gebruiksaanwijzing en de installatiehandleiding in acht.
Het afdanken van het apparaat
Maak afgedankte apparaten on-
bruikbaar. Trek de stekker uit de
contactdoos en knip de kabel door.
Verwijder met het oog op de veiligheid
en het milieu alle resten reinigingsmiddel. Neem hierbij de veiligheidsinstructies in acht. Draag een veiligheidsbril
en handschoenen!
Maak het slot van de deur onbruikbaar,
zodat kinderen zich niet in het apparaat kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe
de vergrendelingspin (2 kruiskopschroeven boven de deur).
Informeer bij de gemeentelijke reinigingsdienst naar de verdere verwerkingsprocedures voor afgedankte apparaten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die is
ontstaan door het niet opvolgen van
deze veiligheidsinstructies en waarschuwingen.
Gebruik van toebehoren
Voor speciale toepassingen mo-
gen alleen Miele-toebehoren worden aangesloten. Informeer bij de Technische Dienst van Miele Nederland
B.V. naar de typenummers.
4
Laat de keuze van het programma altijd afhangen van het soort spoelgoed
en de mate van verontreiniging.
In het programma-overzicht op de volgende pagina worden de verschillende
programma’s en de toepassingsmogelijkheden daarvan beschreven.
Programma kiezen
23
Programma-overzicht
ProgrammaToepassingReinigingsmiddel
(indien geen vloeibaar middel)
Let op de aanwijzingen
van de fabrikant!
DVOOR-
SPOELEN
DESIN
vario TD
DESIN 93 °C-3’
DESIN 93 °C-10’
Voor sterk vervuild instrumentarium dat
bijvoorbeeld in desinfectieoplossingen heeft
gelegen (gaat schuimvorming tegen).
Voor het verwijderen van vervuilingen met proteïnen
(bloed, secretie) en thermisch desinfecteren op
93 °C met 10 minuten temperatuurstop. Ook voor
instrumentarium dat gevoelig is voor chemische
middelen en temperatuurschommelingen, zoals
hand- en hoekstukken.
Voor reiniging en thermische desinfectie op een
temperatuur van 93 °C met 3 minuten temperatuurstop. Reductiefactor ca. 5.
Voor het reinigen en thermisch desinfecteren op
93 °C met 10 minuten temperatuurstop.
Desinfectiewerking AB volgens het RKI.
Reductiefactor ca. 7.
30 gram in het vakje voor
poedervormige reinigingsmiddelen.
Doseer bij voorkeur
vloeibaar reinigingsmiddel
(mild alkalisch) met DOSmodule C 60.
Na het inschakelen van de automaat
lichten de controlelampjes op. U kunt
nu een programma kiezen.
Druk op de toets van het gewenste
programma. Het display geeft nu de
reinigingstemperatuur van het gekozen programma aan.
Eventueel kunt u ook het aanvullende programma c "DROGEN" kiezen (zie hiernaast).
Druk op de starttoets h. Het display
geeft nu de duur van het gekozen
programma in minuten weer (oplopend). Tijdens het opwarmen in de
programmafase "reiniging/desinfectie" en "naspoelen/desinfectie" ziet u
in het display de vereiste temperatuur. Alle andere programma’s worden automatisch geblokkeerd en de
controlelampjes ervan gaan uit.
Programma wijzigen
Als u een verkeerd programma heeft
gekozen, kunt u dat als volgt veranderen,
maar alleen als de starttoets nog
niet is ingedrukt (zie anders: "Programma onderbreken").
Druk op de toets van het gewenste
programma.
Druk op de starttoets h.
3. Aanvullend programma kiezen
U kunt de volgende aanvullende programma’s kiezen:
- c DROGEN
Onmiddellijk na het kiezen van een programma (behalve D "VOORSPOELEN") kan dit aanvullende
programma worden gekozen. Het
droogproces geschiedt gedurende 10
minuten in fasen. De totale programmaduur neemt dienovereenkomstig toe.
- k REGENEREREN
(zie "Waterontharder regenereren").
26
- q AFPOMPEN
Als het programma bijvoorbeeld is onderbroken. Let op de voorschriften inzake besmettingsgevaar.
– Druk op toets I-0.
– Druk op toets q.
– Druk op toets h.
In- en uitschakelen
Programmaverloop
Na het kiezen van een programma tonen de controlelampjes op het bedieningspaneel het programmaverloop.
IVoorspoelen
lReinigen en eventueel
desinfecteren
mTussenspoelen
HNaspoelen
cDrogen (aanvullend programma)
DESIN Desinfectie (alleen bij program-
ma DESIN vario TD en
DESIN 93 °C-10’ met
inachtneming van de
parameters 93 °C-10’).
Als een programmafase is afgelopen,
gaat het bijbehorende controlelampje
uit.
Als er geen controlelampjes meer branden (behalve "DESIN") en het start-controlelampje h uitgaat, is het programma beëindigd. Het display geeft dan
de totale duur van het programma aan.
De volgende handelingen zijn alleen nodig wanneer er besmettingsgevaar is
vastgesteld door een bevoegd arts. In
andere gevallen is "AFPOMPEN" en het
opnieuw instellen van een programma
voldoende.
Open de deur a. Hierdoor wordt
het programma onderbroken.
niet op de I-0 toets (Aan/Uit), omdat
het programma anders gewist wordt.
Let op! Het spoelgoed kan heet
zijn. U kunt zich eraan branden.
Zet de voorwerpen stabiel neer.
Draag daarbij handschoenen in verband met infectiegevaar.
Vul het reservoir voor poeder eventueel opnieuw.
Sluit de deur.
Na afloop van de
maat weer op temperatuur is) gaat het
programma verder op het punt waar
het is onderbroken. Het display geeft
de wachttijd aftellend aan. Na een
stroomstoring wordt automatisch dezelfde procedure doorlopen.
wachttijd (als de auto-
Druk
Uitschakelen
Druk op de toets I-0 zodat deze terugspringt.
U kunt nu de automaat openen en de
instrumenten eruit halen.
Programma onderbreken
Een programma dat eenmaal gestart
is, mag alleen worden onderbroken als
dat beslist noodzakelijk is, bijvoorbeeld
als de voorwerpen erg rammelen.
Belangrijk:
Als u een DESIN-programma onder-
breekt, let dan op het controlelampje
"DESIN" na afloop van het programma.
Brandt dit
SIN-parameters voldaan. U dient in dat
geval het programma te herhalen.
niet, dan is niet aan de DE-
27
Extra functies programmeren
De volgende extra functies kunt u op
elk moment programmeren:
1. Koudwatertoevoer: veranderen
van tijdgestuurd (60 seconden) in "niveaugeregeld met tijdcontrole"
Wanneer de waterdruk bij het aftappunt lager is dan 2,5 bar loopt er te weinig water in de spoelruimte. Bij een waterdruk van 1 bar tot 2,5 bar kunt u de
watertoevoer op "niveaugeregeld met
tijdcontrole" instellen.
Daarvoor gaat u als volgt te werk:
Schakel de automaat uit.
Druk tegelijkertijd op de toetsen q
en c, houd ze ingedrukt en schakel de automaat in met de toets I-0.
In het display verschijnt de actuele
programmastatus "P...".
Druk op de toets DESIN 93 °C-10’.
In het display verschijnt dan "10" of
"11".
"10" = tijdgestuurde toevoer van
koud water (60 seconden).
"11" = niveaugeregelde toevoer van
koud water met tijdcontrole.
Druk op toets c. "10" wordt "11" of
omgekeerd.
2. Tussenspoelen I met neutralisatiemiddeldosering (refresh)
Deze extra functie dient te worden geprogrammeerd als in de loop van de
tijd verkleuringen en corrosievlekken
op de instrumenten ontstaan, in het bijzonder op de scharnierende gedeelten.
Schakel de automaat uit.
Druk tegelijkertijd op de toetsen q
en c, houd ze ingedrukt en schakel de automaat in met de toets I-0.
In het display verschijnt de actuele
programmastatus "P...".
Druk op de toets DESIN 93 °C-3’. In
het display verschijnt dan "20" of "21".
"20" =
zonder tussenspoelen I.
"21" = tussenspoelen I met neutralisatiemiddeldosering.
Druk op toets c. "20" wordt "21" of
omgekeerd.
Druk op toets h. In het display verschijnt "SP".
Druk nogmaals op toets h. De verandering wordt nu in het geheugen
opgeslagen. Het display geeft niets
meer aan.
Druk op toets h. In het display verschijnt "SP".
Druk nogmaals op toets h. De verandering wordt nu in het geheugen
opgeslagen. Het display geeft niets
meer aan.
28
Extra functies programmeren
3. Temperatuurverandering T1 (reinigingstemperatuur) en T2 (naspoeltemperatuur) in het programma "DESIN vario TD"
Standaard is de
op 45 °C en de
temperatuur op 93 °C ingesteld. De reinigingstemperatuur kan ook op 60 °C,
en de naspoeltemperatuur op 80 °C
worden ingesteld.
Schakel de automaat uit.
Druk tegelijkertijd op de toetsen q
en c, houd ze ingedrukt en schakel de automaat in met de toets I-0.
In het display verschijnt de actuele
programmastatus "P...".
Druk op de toets DESIN vario TD. In
het display verschijnt dan "30" of "31".
Om de instelling te veranderen (zie
tabel) drukt u op toets c. "30"
wordt "31" of omgekeerd.
Druk op toets D. In het display verschijnt dan "40" of "41". Om de instelling te veranderen (zie tabel) drukt u
op toets c. "40" wordt "41" of omgekeerd.
reinigingstemperatuur
naspoel-/desinfectie-
Druk op toets h. In het display verschijnt "SP".
Druk nogmaals op toets h. De verandering wordt nu in het geheugen
opgeslagen. Het display geeft niets
meer aan.
InstellingReinigings-
tempera-
tuur
30 / 40 *)45 °C93 °C
30 / 4145 °C80 °C
31 / 4060 °C93 °C
31 / 4160 °C80 °C
*) standaardinstelling
Naspoeltempera-
tuur
29
Waterontharder regenereren
Na een aantal reinigingsbeurten gaat
het controlelampje k links op het bedieningspaneel branden. De ingebouwde waterontharder is dan verzadigd en
kan geen onthard water meer leveren.
De ontharder moet nu meteen na beëin-
diging van het programma met zout
worden geregenereerd.
Als dit om praktische redenen niet mogelijk is en u alweer een aantal programma’s gedraaid heeft, moet u twee
keer achter elkaar regenereren.
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig
regenereerzout met een korrelgrootte van 1-4 mm, zoals Broxomatic of
Sunzout. Gebruik in geen geval andere
soorten zout zoals keukenzout of strooizout! Deze zouten kunnen niet in water
oplosbare deeltjes bevatten die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Het zoutreservoir kan ca. 2 kg zout bevatten.
Vul nooit reinigingsmiddel of iets
dergelijks in het zoutreservoir! Hierdoor kan:
-de waterontharder defect en
-de zeefsluiting verstopt raken.
Gevolg: er ontstaat druk in het
zoutreservoir. Wordt het verwijderd,
dan bestaat gevaar voor letsel onder meer door de bijtende alkalische stoffen in de oplossing.
Controleer vóór het vullen van het
zoutreservoir of u een
reerzout in de hand heeft.
pak regene-
Zoutreservoir vullen
Belangrijk
Als u alleen regenereerzout kunt krijgen met een fijnere korrel dan hierboven vermeld, neem dan contact op met
de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. Regenereerzout met een korrelgrootte van > 4 mm is niet geschikt.
30
Schroef de zeefsluiting los en verwijder deze.
Vul het zoutreservoir met regenereerzout en maak het weer dicht.
Zoutreservoir monteren
Verwijder het onderrek.
Draai de dop op de bodem los.
Waterontharder regenereren
Druk op toets k.
Druk op starttoets h .
Het regenereerprogramma wordt nu automatisch afgewerkt en is afgelopen
als het controlelampje k links op het
bedieningspaneel en het controlelampje h uitgaan.
Schakel de automaat vervolgens uit.
Schroef het reservoir voorzichtig los,
zodat een eventueel ontstane waterdruk kan worden afgebouwd. Ga
daarbij niet hardhandig te werk.
Neem contact op met de Technische
Dienst van Miele als u het reservoir
niet met de hand kunt losdraaien.
Schroef de dop van de ontharder er
weer op.
Plaats het onderrek terug.
Spoel het zoutreservoir en de zeefsluiting onder stromend water af.
Sluit de waterkranen.
Zet het zoutreservoir op het aansluitstuk en draai het vast.
Automaat inschakelen
Draai de waterkranen open.
Sluit de deur.
Druk op toets I-0.
Belangrijk
De waterdruk bij het aansluitpunt moet
minstens 2,5 bar zijn. Ligt de waterdruk
onder 2,5 bar, zie dan het hoofdstuk
"Extra functies programmeren".
De waterontharder kan niet goed regenereren als de waterdruk onder 2,5 bar
ligt of sterk wisselt. Er kunnen dan
zoutresten in het zoutreservoir achterblijven.
Om al het zout te benutten en de ontharder uit te spoelen, moet u in dat geval het programma "Waterontharder regenereren" nog eens kiezen.
31
Zeefcombinatie reinigen
De zeefcombinatie op de bodem van
de spoelruimte moet regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig gereinigd.
Pas op voor glassplinters!
Grove zeef reinigen
Reiniging en onderhoud
Pak het microfilter aan beide lipjes
vast en draai het los door het twee
keer linksom te draaien.
Druk de opstaande lipjes iets samen, haal de zeef uit de uitsparing
en reinig de zeef.
Plaats de zeef weer terug en druk
hem aan tot hij vastklikt.
Fijne zeef, microfilter en vlakke zeef
reinigen
Verwijder de grove zeef.
Indien aanwezig verwijdert u ook de
fijne zeef (tussen de grove zeef en
het microfilter).
32
Haal het microfilter nu tegelijk met
de vlakke zeef uit de automaat.
Reinig de zeven.
Plaats de zeefcombinatie in omge-
keerde volgorde weer terug.
Zonder zeefcombinatie mag de automaat niet worden gebruikt!
Zeefjes in de watertoevoer reinigen
In de watertoevoer zijn ter bescherming van het magneetventiel zeefjes ingebouwd (zie afbeelding). Als deze
zeefjes vuil zijn, moeten ze worden gereinigd, omdat er anders te weinig water in de automaat stroomt.
Draai de waterkranen dicht.
Draai de toevoerslangen eraf.
1
2
Reiniging en onderhoud
Reinig de pilaarzeef (1) en de fijne
zeef (2). Vervang ze als dat nodig is.
Draai de slangen weer vast en zet
de waterkranen een stukje open om
te controleren of de verbindingen waterdicht zijn.
Er bevindt zich nog een zeefje vlak
voor het ventiel van de kraan. Dat mag
uitsluitend door de Technische Dienst
van Miele worden gereinigd of vervangen.
33
Nuttige tips
Mocht er een storing optreden, dan
kunt u deze vaak zelf verhelpen.
Laat werkzaamheden aan elektrische
onderdelen altijd door een vakman van
Miele verrichten!
Storingen / mogelijke oorzaken
De automaat start niet
– De deur zit niet goed dicht.
– De stekker zit niet in de contactdoos.
– Er is een zekering doorgeslagen.
Enkele minuten nadat u het programma heeft gestart, knippert het controlelampje p q
– De watertoevoerkranen zijn gesloten.
– De zeefjes in de watertoevoerslang
zijn verstopt.
Schakel de automaat uit.
Draai de kranen open of reinig de
zeefjes (zie "Reiniging en onderhoud").
Het water in de spoelruimte wordt
niet warm, het programma duurt te
lang
Deze automaat is voorzien van een
thermische beveiliging die de verwarming bij oververhitting uitschakelt. Oververhitting kan ontstaan als er voorwerpen op de verwarmingselementen
liggen of als de zeven in de spoelruimte verstopt zijn.
Haal de voorwerpen weg of maak de
zeven schoon.
Verwijder het inspectiepaneel (zie
"Elektrische aansluiting").
Schakel de automaat weer in en start
het programma opnieuw.
Het programma is voortijdig gestopt,
het controlelampje p q knippert
– Er zit een knik in de afvoerslang.
Haal de knik eruit.
Pomp het water af en start het pro-
gramma opnieuw (zie het aanvullende programma "AFPOMPEN" en de
rubriek "Inschakelen").
34
Druk het blauwe knopje van de ther-
mische beveiliging in.
Als de thermische beveiliging daarna
weer in werking treedt, moet u de Technische Dienst waarschuwen.
Als u ondanks bovenstaande aanwijzingen een storing niet zelf kunt verhelpen, waarschuw dan de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V.
Plaatsing
Gebruik bij het opstellen het bijgevoegde installatieschema!
De automaat moet stabiel en waterpas
worden opgesteld.
Oneffenheden in de vloer kunt u met
de stelvoeten corrigeren.
Het apparaat is geschikt voor de volgende installatiemogelijkheden:
vrijstaand
inbouw
Als de automaat naast andere apparaten of meubels of in een nis wordt geplaatst, moet de nis minstens 60 cm
breed en 60 cm diep zijn.
onderbouw
Als de desinfector onder een doorlopend werkblad of het afloopvlak van
een aanrecht wordt geplaatst, moet de
nis minstens 60 cm breed, 60 cm diep
en 82 cm hoog zijn.
Hiervoor dient het machinedeksel te
worden verwijderd:
Open de deur.
Draai de linker en rechter schroef
met een kruiskopschroevendraaier
los.
Trek het machinedeksel ca. 5 mm
naar voren en til het naar boven toe
van het apparaat af.
Zonder machinedeksel kan de auto-
maat in een 82 cm hoge nis worden ingebouwd.
Bij een nishoogte van 87 cm is een
ombouwset noodzakelijk.
Belangrijk voor apparaten met dampcondensator:
Om te voorkomen dat het werkblad
door waterdamp beschadigd raakt,
moet de bijgevoegde beschermfolie
(25 x 58 cm, zelfklevend) bij de dampcondensator onder het werkblad worden geplakt.
35
Plaatsing
Automaat stellen en vastschroeven
Om de stabiliteit te waarborgen, moet
de automaat aan het werkblad worden
vastgeschroefd nadat hij is gesteld.
Open de deur en schroef de machine links en rechts door de gaten van
de voorste lijst aan het doorlopende
werkblad vast.
Om de beluchting van de circulatiepomp ongehinderd te laten plaatsvinden, mogen de spleten tussen de reinigingsautomaat en ernaast staande
kasten of apparaten niet met siliconenkit worden volgespoten.
Afhankelijk van de inbouwsituatie kunnen de volgende
den besteld bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V.:
87 cm nishoogte
De ombouwset bestaat uit hogere machinevoeten en een sokkelpaneel.
onderdelen-sets wor-
Beschermplaat voor het werkblad
De onderkant van het werkblad wordt
door een roestvrijstalen beschermplaat
beschermd tegen beschadigingen
door waterdamp.
36
Elektrische aansluiting
Alle werkzaamheden met betrekking tot
de elektrische aansluiting mogen alleen
door een erkend elektricien worden uitgevoerd.
De elektrische installatie moet volgens NEN 1010 zijn geïnstalleerd.
Aansluiting op een stopcontact dient
te geschieden volgens alle daarvoor
geldende voorschriften. Het stopcontact moet ook na de installatie van
het apparaat toegankelijk zijn. Wordt
voor een vaste aansluiting gekozen,
dan moet ter plaatse een hoofdschakelaar worden aangebracht, waarmee het apparaat met alle polen van
de netspanning kan worden losgehaald. De contactopening dient minimaal 3 mm te zijn.
De elektrische installatie waarop het
apparaat wordt aangesloten, moet
zijn voorzien van een aardlekschakelaar (richtlijnen van de EU voor Nederland).
schakelschema bevindt zich achter
Het
het sokkelpaneel, links aan de onderkant van de automaat.
Het
typeplaatje met de keurmerken bevindt zich achterop het apparaat en op
het sokkelpaneel (achter het inspectiepaneel).
Inspectie- en sokkelpaneel verwijderen
b
b
a
a
b
b
Het apparaat moet worden geaard.
Moet de aansluitkabel worden ver-
vangen, gebruik dan een originele
Miele-kabel of een vergelijkbare kabel met kabelhulzen.
De technische gegevens vindt u op
het typeplaatje en het bijgevoegde
schakelschema.
Deze automaat mag slechts worden gebruikt met de spanning, frequentie en
zekering die op het
aangegeven.
Omschakeling van deze automaat is
niet mogelijk.
typeplaatje staan
Haal de spanning van het apparaat!
Draai de schroeven "a" eruit.
Pak het inspectiepaneel aan beide
kanten vast en haak het naar voren
toe uit de houders.
Schroef het sokkelpaneel los (schroeven "b").
Verwijder eventueel de aarddraad.
37
Elektrische aansluiting
Verwijder het kunststof beschermkapje.
Daarna:
Plaats het kunststof beschermkapje,
het sokkelpaneel en het inspectiepaneel in omgekeerde volgorde terug.
Let op de aansluiting van de aarddraad!
Zie ook de bijgevoegde installatiehandleiding!
Aarddraad aansluiten
Voor de aansluiting van de aarddraad
bevindt zich aan de achterzijde van het
apparaat een speciale aansluitschroef
(
8).
38
Wateraansluiting
Watertoevoer aansluiten
De automaat moet volgens de voorschriften van het waterleidingbedrijf
worden aangesloten.
Een terugslagklep of beluchter in de
leiding is niet nodig vanwege een
standaardvoorziening hiervoor in de
automaat.
De waterdruk moet tussen 250 en
1000 kPa (2,5 en 10 bar) overdruk
liggen. Bij een andere waterdruk
kunt u contact opnemen met Miele in
Vianen. Zie ook "Extra functies programmeren".
Deze automaat is bedoeld voor aansluiting op
slangen (watertoevoer en dampcondensator) moeten aan de kranen
voor
Voor de aansluiting zijn kranen met
een 3/4" schroefkoppeling vereist. U
moet gemakkelijk bij de kranen kunnen, omdat u de watertoevoer moet
afsluiten als de automaat niet wordt
gebruikt.
koud water. De toevoer-
koud water worden aangesloten.
Installeer de pilaarzeven (deze bevinden zich in de verpakking) tussen de
afsluitkraan en de toevoerslang (voor
een afbeelding zie "Reiniging en onderhoud").
Zie ook de bijgevoegde installatiehandleiding!
Het water in de automaat is geen
drinkwater!
De toevoerslangen zijn ca. 1,7 m
lang (DN 10) en hebben een 3/4"
schroefkoppeling. De zeefjes in de
schroefkoppeling mogen niet worden verwijderd.
39
Waterafvoer aansluiten
De afvoer van de automaat is voorzien van een terugslagklep die het terugstromen van vuil water verhindert.
Sluit de automaat bij voorkeur aan
op een gescheiden, ter plaatse te installeren afvoer. Als geen gescheiden aansluiting aanwezig is, adviseren wij aansluiting op een
dubbelsifon (verkrijgbaar bij Miele
Nederland B.V. te Vianen).
Deze automaat wordt standaard geleverd met flexibele afvoerslangen
van ca. 1,5 m lang (binnendiameter
22 mm). De afvoerslangen mogen
niet worden ingekort. Voor de aansluiting zijn slangklemmen bijgevoegd.
Langere afvoerslangen zijn leverbaar, maximale lengte 4 m.
Wateraansluiting
De afvoerleidingen mogen maximaal
4 m lang zijn en de opvoerhoogte
niet hoger dan 1 m!
Zie ook de bijgevoegde installatiehandleiding!
40
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het
gebruik van grondstoffen. Vaak neemt
de leverancier de verpakking terug. Als
u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van
uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de leverancier of de gemeente gerecycled kan worden. Zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen.
Maak afgedankte apparaten onbruikbaar. Trek de stekker uit de
contactdoos en knip de kabel door.
Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten reinigingsmiddel. Neem hierbij de veiligheidsinstructies in acht. Draag een
veiligheidsbril en handschoenen!
Maak het slot van de deur onbruikbaar, zodat kinderen zich niet in het
apparaat kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe de vergrendelingspin (2
kruiskopschroeven boven de deur).
Daarna kunt u het apparaat met inachtneming van het bovenstaande
wegdoen. Bij machines met een watertank moet eerst het water uit de
tank worden verwijderd.
41
Technische gegevens
Geluidsemissiewaarde in dB (A):
Geluidsniveau 67
!-aanduiding:overeenkomstig Richtlijn Medische
Hulpmiddelen 93/42/EEG, klasse IIa
42
43
Wijzigingen voorbehouden / 000 4600
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder schadelijk voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.