Miele DGC 4080 User Manual [nl]

Montage- en gebruiksaanwijzing
Combinatiestoomoven DGC 4080
Lees absoluut uw montage- en gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
nl-BE
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Verpakking wegdoen...............................................11
Het afdanken van het apparaat .......................................11
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Vooraanzicht .....................................................12
Bijgeleverd toebehoren .............................................13
Bedieningsveld ...................................................15
Display ..........................................................16
Verwarmingsoort/menu's ............................................16
Vóór het eerste gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Het toestel in bedrijf stellen ..........................................17
De waterhardheid instellen ..........................................18
Het toestel reinigen en opwarmen vóór het eerste gebruik..................19
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Toestel voorbereiden ...............................................21
Een verwarmingsoort kiezen .........................................21
Temperatuur / kerntemperatuur instellen................................21
Vochtigheidsgraad instellen .........................................22
De duur instellen ..................................................22
Starten ..........................................................22
De start uitstellen ..................................................23
Opslaan .........................................................24
Wijzigen .........................................................24
De werking onderbreken ............................................24
Einde van het bereidingsproces ......................................25
Na het gebruik ....................................................25
Eigen programma's ................................................26
Kookwekker instellen ...............................................27
Blokkering .......................................................28
Verlichting van de ovenruimte ........................................28
2
Inhoud
Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Taal J...........................................................29
Dagtijd ..........................................................29
Verlichting .......................................................29
Hoofdmenu ......................................................29
Start ............................................................29
Stoombeperking ..................................................30
Warm houden ....................................................30
Voorgestelde temperaturen ..........................................30
Waterhardheid ....................................................30
Display ..........................................................30
Signalen .........................................................30
Veiligheid ........................................................30
Eenheden........................................................30
Demonstratie voor de vakhandel......................................30
Fabrieksinstellingen ................................................30
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Algemene tips ....................................................31
Voorzijde ........................................................31
Toesteldeur ......................................................32
Toebehoren ......................................................35
Ovenruimte ......................................................36
Waterreservoir ....................................................37
Koppelingsdichting ................................................38
Onderhoud.......................................................39
Ontkalken........................................................40
Wat gedaan als .... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Technische Dienst / typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
3
Inhoud
Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Opmerkingen omtrent uw veiligheid tijdens het inbouwen ..................47
Afmetingen van toestel en inbouwnis ..................................48
Het toestel monteren ...............................................51
Elektrische aansluiting ..............................................52
Energierendementsklasse ...........................................52
Miele{home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
De Miele{home communicatiemodule inbouwen en aanmelden ............53
De communicatiemodule afmelden ...................................53
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Lees de gebruiksaanwijzing aan dachtig door voordat u uw toestel voor het eerst gebruikt. Dat is vei liger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijkhe den of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant woordelijk iemand gebruiken.
Kleef het typeplaatje dat bij de do­cumentatie bijgevoegd is, op de daarvoor bestemde plaats in de ru­briek "Technische dienst, Typeplaat­je".
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en de gebruikstips en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u ge­bruikt.
-
-
-
Wordt de stekker van het aansluit
~
snoer verwijderd, laat het toestel dan uitsluitend door een vakman inbouwen en aansluiten. Uw installateur is precies op de hoogte van de toepasselijke voorschriften en houdt zich daar strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen of aansluiten van het toestellen fouten worden gemaakt, kan de fabrikant niet
­aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys­teem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorzorg is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw wo­ning bij twijfel door een elektricien con­troleren. De fabrikant kan niet aanspra­kelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardlei­ding onderbroken was of gewoon ont­brak.
-
Technische veiligheid
Vergelijk eerst de aansluitgegevens
~
(spanning en frequentie) op het type plaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over een te stemmen. Anders treedt er scha de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw installateur.
-
Sluit u het toestel met een verleng
~
kabel op het net aan, dan moeten de verlengkabel en de stekkerverbinding tegen vocht zijn geïsoleerd.
Open in geen geval de ommanteling
~
van het toestel. Wanneer u delen onder spanning aan raakt of de elektrische en mechanische
­constructie wijzigt, kan dat voor u ge
­vaar opleveren. Het kan ook tot sto
ringen in de werking van het toestel lei den.
-
-
-
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Gebruik het toestel enkel als het in
~
gebouwd is. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat u niet met delen in aanra king komt die onder stroom staan.
Dit toestel is uitsluitend bestemd
~
voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het niet voor andere doeleinden.
Gebruik uw toestel enkel voor toe
~
passingen die in deze gebruiksaanwij zing en de gebruikstips vermeld staan. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa brikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt ver­meld of door foutieve bediening.
Het waterreservoir mag niet in water
~
ondergedompeld of in de afwasauto­maat gewassen worden. Als u dat toch doet en het reservoir daarna in de stoomoven plaatst, kunt u een elek­trische schok krijgen.
-
-
Veeg na elk gebruik het opvang
~
gootje met een doek droog.
­Laat de ovendeur openstaan zolang
~
de binnenruimte nog vochtig is.
Als u het toestel langere tijd niet ge
~
bruikt, maak het dan grondig schoon. Zo vermijdt u dat er geurtjes optreden. Ga te werk als beschreven in de rubriek "Het toestel reinigen en opwarmen voor het eerste gebruik". Laat de toesteldeur
­daarna op een kier staan.
Gebruik het toestel niet om het ver
~
trek te verwarmen. Door de hoge tem
­peraturen kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de omgeving in brand schieten. Dat zou bovendien de levens­duur van uw toestel verminderen.
-
-
-
-
Giet het waterreservoir na elk ge
~
bruik leeg. Dat is niet enkel proper, maar vermijdt ook condensvorming in het toestel.
6
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Zorg ervoor dat kinderen de toestel
~
deur niet openen terwijl de stoomfunc tie van de oven in werking is. Hou kin deren van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer be staat dat ze er zich aan verbranden.
Maak gebruik van de beveiligingen
~
van het toestel opdat kinderen het niet onverhoeds kunnen inschakelen of in stellingen wijzigen.
Het is de bedoeling dat dit toestel
~
door volwassenen wordt gebruikt. Die dienen de inhoud van deze gebruiks­aanwijzing precies te kennen. Kinderen kunnen immers de risico's die door de omgang met dit toestel ontstaan vaak niet voldoende inschatten. Zorg er dus voor dat kinderen voldoende in het oog worden gehouden wanneer het toestel in werking is.
Laat kinderen niet met het toestel
~
spelen.
-
-
Aan het scharnier van de toestel
~
deur kunt u zich kwetsen. Hou vooral
­kinderen van de deur weg.
­Verbied kinderen op de open toe
~
steldeur te gaan staan of zitten. Laat ook niet toe dat ze zich aan de deur la
-
ten hangen.
Delen van de verpakking, bijv. folie
~
of piepschuim, kunnen voor kinderen gevaar inhouden. Kinderen kunnen verstikken! Bewaar deze delen van de verpakking buiten hun bereik en verwij der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Schade aan het toestel voor
-
komen
Verwarm in de oven nooit gesloten
~
conservenblikken. Maak ook geen spij zen in dozen in. Door overdruk kunnen die uiteenspatten en de oven bescha digen. Ook loopt u het risico u te ver branden of andere letsels op te lopen.
Bewaar geen bereide spijzen in de
~
ovenruimte. Dat kan tot corrosie van het toestel leiden.
Gebruik in de ovenruimte geen voor
~
werpen die kunnen roesten. Dat kan tot corrosie van het toestel leiden.
Bewaar geen brandbare voor-
~
werpen in de ovenruimte. Wanneer u het toestel onverhoeds inschakelt, be­staat er brandgevaar.
Gebruik ontkalkingstabletten (zie ru-
~
briek "Mits toeslag verkrijgbaar toebe­horen") om het toestel te ontkalken. U kunt ook een in de handel verkrijgbaar ontkalkingsmiddel met citroenzuur ge bruiken. Neem de veiligheids- en doseertips in acht.
Bedek de bodem van de oven nooit
~
met aluminiumfolie. Plaats geen potten of pannen rechtstreeks op de bodem van de ovenruimte. Plaats bakplaten en de opvangschaal niet rechtstreeks op de bodem van de ovenruimte.
-
-
-
Gebruik nooit bekledingen uit alumi
~
niumfolie, die in de handel worden aan geboden om de ovenruimte te bescher men tegen vervuiling. Ze veroorzaken
-
een warmteophoping, beïnvloeden het braad- en bakgedrag enorm en blokke ren de stoomtoegang.
Gebruik enkel de bij het toestel be
~
horende spijzenthermometer. Andere thermometers kunnen beschadigingen aan de elektronica veroorzaken.
Bewaar de spijzenthermometer niet
~
-
in de ovenruimte; als u hem bij het vol gende gebruik vergeet, kan hij bescha digd raken.
Gebruik nooit een stoomreiniger om
~
het toestel schoon te maken. De stoom kan op onderdelen van het toestel te­rechtkomen die onder spanning staan. Zo kan er kortsluiting ontstaan. De stoom kan ook het oppervlak en onder­delen van het toestel beschadigen, wat door de fabrikant niet wordt vergoed.
Gebruik het toestel nooit zonder
~
lampafdekking. De stoom zou immers in aanraking kunnen komen met onder delen van het toestel die onder span ning staan en zo kortsluiting veroorza ken. Bovendien zouden elektrische on derdelen beschadigd kunnen worden.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Zet geen zware voorwerpen op de
~
open toesteldeur. Het maximumgewicht dat de deur kan dragen, is 8 kg.
Het toestel is zo ingesteld dat er na
~
het gebruik altijd nog wat restwater in het waterreservoir staat. Als dat niet het geval is, wijst dat op een defect. Doe een beroep op de Technische Dienst van Miele.
Brandwonden voorkomen
Bescherm uw handen telkens als u
~
met het hete toestel omgaat. Maak ge bruik van ovenwanten, pannenlappen of iets dergelijks. Zorg ervoor dat dit textiel niet nat of vochtig is. Anders wordt de warmte nog sterker overge dragen en kunt u zich verbranden.
Houd het toestel onder toezicht als u
~
olie of vet gebruikt. Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Brand gevaar!
Wanneer het hete vet of de hete olie
~
toch eens ontvlamt, probeer het dan niet met water te blussen! Verstik het vuur, bijv. met een deken of een brandblusapparaat.
Als u de opvangschaal en de
~
stoomovenpannen in het toestel plaatst of eruit haalt, let er dan op dat de in­houd niet overloopt. Vermijd contact met hete stoom en met de hete oven­wanden. U kunt zich verbranden!
-
-
-
Als u het waterreservoir uit het toe
~
stel haalt, dient u erop te letten dat het niet kantelt. Aan het hete water kunt u zich verbranden.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer het toestel defect is
Schakel, wanneer u een defect
~
vaststelt, eerst het toestel uit en vervol gens ook de zekering. Smeltveilig heden moeten helemaal zijn uitge draaid. Als het toestel geen vaste aan sluiting heeft, trek dan ook de stekker uit het stopcontact. Trek daartoe niet aan de draad, wel aan de stekker. Doe een beroep op de Technische Dienst van Miele. Zorg ervoor dat het toestel niet op het elektriciteitsnet wordt aangesloten alvo rens het is gerepareerd.
Reparaties mogen alleen door een
~
vakman worden uitgevoerd. Door on­deskundig uitgevoerde reparaties kun­nen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker en kan er schade optreden aan het toestel. Open in geen geval de ommanteling van het toestel.
Laat u het toestel tijdens de ga-
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
-
-
Andere gevaren voorkomen
Als u een stopcontact gebruikt dat
~
zich in de buurt van de stoomoven be
­vindt, zorg er dan voor dat er geen elektrisch snoer van een ander elek trisch toestel tussen de ovendeur ge
­klemd raakt. De isolatie van de leiding kan beschadigd worden. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken!
Zorg ervoor dat de gerechten altijd
~
voldoende worden verwarmd. Kiemen
­die eventueel in de gerechten aanwe
zig zijn, worden alleen gedood als de temperatuur waaraan ze worden bloot­gesteld hoog genoeg is en die lang ge­noeg wordt aangehouden.
Als u voor het koken kunststof vaat-
~
werk gebruikt, kies dan een soort die bestand is tegen temperaturen tot 100 °C en tegen hete stoom. Servies in an­dere kunststof kan smelten ofwel broos worden.
Gebruik bij de combinatie
~
stoom/hete lucht geen siliconebakvormen, want ze zijn niet be stand tegen de stoom.
-
-
-
-
-
10
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Verpakking wegdoen
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Uw handelaar neemt de verpakking normaal gezien terug. Hergebruik van het verpakkingsmateri aal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw han delaar neemt de verpakking terug. Als dit niet het geval is, en u de transport verpakking zelf wegdoet, kunt u bij uw gemeentebestuur het adres van een containerpark in uw buurt opvragen.
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa­raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
11
Beschrijving van het toestel
Vooraanzicht
a Bedieningsveld
b Wasemafvoer
c Deurdichting
d Vetfilter plafond ovenruimte
e Stoomkanaal
f Waterreservoir (met inzetstuk)
g Nis voor waterreservoir
h Stekker
i Steunroosters met inschuifniveaus 1
tot 6
j Stoomtoevoer
12
k Opvanggootje aan de ovenruimte
l Vetfilter achterwand
m Bodemverwarmingselement
n Verlichting van de ovenruimte
o Aansluitbus voor spijzenthermometer
p Temperatuurvoeler
q Opening om ovenlucht te laten ont
snappen
-
Beschrijving van het toestel
Bijgeleverd toebehoren
Indien u dat wenst, kunt u al het toebehoren nabestellen. Informatie over de bestelmogelijkheden vindt u in de rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren".
Opvangschaal
Om druipende vloeistof op te vangen Gastro-Norm-afmetingen GN 2/3 325x350x40 mm (BxDxH)
1 stoomovenpan DGGL 8, met gaatjes (Inhoud 2,0 l / nuttige inhoud 1,7 l)
Om te koken met stoom Gastro-Norm-afmetingen GN 1/2 325x265x40 mm (BxDxH)
1 stoomovenpan DGGL 1, met gaatjes (Inhoud 1,5 l / nuttige inhoud 0,9 l)
Om te koken met stoom Gastro-Norm-afmetingen GN 1/3 325x175x40 mm (BxDxH)
1 bakplaat
Gastro-Norm-afmetingen GN 2/3 325x350x20 mm (BxDxH)
13
Beschrijving van het toestel
Rooster
als draagrooster voor kookgerei
Spijzenthermometer
Om tot op de graad nauwkeurig te bra den Meet de temperatuur binnenin het vlees (kerntemperatuur)
Siliconenvet
Om de koppelingsdichting in te vetten
Ontkalkingstabletten
-
Om het waterreservoir te ontkalken
14
Bedieningsveld
Beschrijving van het toestel
r Sensorvlak s
Met deze toets kunt u het toestel in­en uitschakelen.
s Keuze-sensorvlakken
Met deze toetsen kunt u "bladeren" in het menu en ernaast op het display aangegeven menupunten of waar­den selecteren.
t Cijfer-sensorvlakken
Om temperaturen en tijden in te ge ven. Verschijnen enkel als cijferwaarden moeten worden inge voerd.
u Sensorvlak +C (Clear)
Om terug te keren naar het vorige menuniveau of om de laatste invoer ongedaan te maken.
v Sensorvlak l
Met deze toets kunt u de keukenwek­ker in- en uitschakelen.
w Display
­Bij elke aanraking van de sensorvlakken hoort u een akoestisch
­signaal. U kunt het signaal uitschakelen (zie rubriek "Instellingen - Signalen").
15
Beschrijving van het toestel
Display
Als het toestel uitgeschakeld is, is het display - afhankelijk van de instelling ­donker of wordt de kloktijd aangege ven.
Als het toestel wordt ingeschakeld, ver schijnt het hoofdmenu op het display.
Het display geeft maximaal drie menu punten weer. Door de sensorvlakken naast de pijlen aan te raken, worden bijkomende menupunten opgeroepen. Tussen het laatste en het eerste menu punt wordt een stippellijn weergege ven.
Met K wordt bedieningsinformatie en tips weergegeven. Dit informatievenster kunt u sluiten door het te bevestigen met "OK", of door de instructies te vol­gen.
-
-
-
Verwarmingsoort/menu's
Stomen universeel
Om te koken met stoom
Vis bereiden
Om te koken met stoom
Groente bereiden
Om te koken met stoom
Vlees bereiden
Om te koken met stoom
Hetelucht plus
Om te bakken en te braden
Combi- bereiding
In één kookproces kunnen verschil lende bereidingsmethoden worden gecombineerd.
-
Alle verwarmingssoorten
Hiermee verschijnt naast de in het hoofdmenu aangegeven verwarmingsoort Stomen universeel, vis/groente/vlees bereiden, Hetelucht plus en Combi- bereiding:
-
Verwarmen Ontdooien Onderhoud Ontkalken Speciaal gebak
Automatic
-
Om automatische programma's te kiezen.
Koken menu
Om tegelijk verschillende levensmid­delen te bereiden.
Eigen programma's
In dit menu kunt u uw eigen pro­gramma's opstellen, vastleggen en oproepen.
Instellingen
Dit menu bevat ondermenu's waar u verschillende instellingen van het toestel kunt wijzigen (zie rubriek "In stellingen").
De verwarmingsoort in de eerste vier posities kunt u wijzigen (zie rubriek "In stellingen - Hoofdmenu").
Gedetailleerde informatie en tips over koken met stoom, ontdooien, verwar men, Koken menu, Hetelucht plus, Spe ciaal gebak, Combi- bereiding en Auto matic vindt u in het bijgevoegde boekje "Gebruikstips".
-
-
-
-
-
16
Vóór het eerste gebruik
Het toestel in bedrijf stellen
Zodra het toestel onder spanning staat, wordt het automatisch ingeschakeld.
Op het display verschijnt de begroeting "Miele - Welkom", daarna worden enkele basisinstellingen ge vraagd die u voor de ingebruikname nodig heeft.
Volg de instructies op het display.
Na de begroeting dient u de taal in te stellen:
Raak een van de sensorvlakken
^
naast de pijlen aan tot de gewenste taal op het display staat.
^ Raak het sensorvlak links naast de
gewenste taal aan.
De keuze wordt aangegeven met een
L. ^ Raak ter bevestiging het sensorvlak
naast "verder" onderaan rechts op het display aan.
Er wordt u gevraagd het tijdformaat in te stellen. In de fabriek werd de klok met een 24-uursdisplay ingesteld.
^
Raak het sensorvlak naast het ge wenste tijdformaat aan.
-
-
Daarna dient u de kloktijd in te stellen.
Daartoe kunt u de sensorvlakken naast + en - of de cijfersensorvlakken ge bruiken.
Geef de uren in en bevestig met "ver
^
der".
Geef de minuten in en bevestig met
^
"verder".
Als u de cijfersensorvlakken gebruikt, kunt u de minuten onmiddellijk na de uren ingeven.
Daarna wordt gevraagd of de kloktijd altijd op het display moet worden weer­gegeven of enkel als het toestel inge­schakeld is.
^ Kies de gewenste instelling.
Na bevestiging met "verder" wordt aan­gegeven
– dat uw toestel voorzien is voor het
Miele|home-systeem.
– dat de ingebruikname met succes
werd afgesloten.
de tijd.
Het toestel is nu gebruiksklaar.
-
-
^
Raak ter bevestiging het sensorvlak naast "verder" aan.
17
Vóór het eerste gebruik
De waterhardheid instellen
Uw apparaat staat standaard ingesteld op hardheidsgraad IV (zeer hard 4).
Wijkt de waterhardheid in uw streek hiervan af, dan kunt u - voor zover dat tijdens de installatie nog niet gebeurd is
- zelf de juiste waterhardheid instellen.
De hardheid van uw leidingwater kunt u met de bijgeleverde teststrip meten. U kunt de hardheid ook navragen bij uw waterbedrijf.
De waterhardheid wordt in categorieën (van I tot IV) of in Duitse graden (van 1 tot > 21°dH) opgegeven.
Hard-
heids-
catego-
rie
I Zacht 1 1-7 °dH
II Gemiddeld
Weergave Hardheids-
graden
8-14 °dH
2
Raak een van de sensorvlakken
^
naast de pijlen aan tot "Waterhard heid" verschijnt.
Raak het sensorvlak naast "Water
^
hardheid" aan.
Raak een van de sensorvlakken
^
naast de pijlen aan tot de gewenste waterhardheid verschijnt.
Raak het sensorvlak naast de ge
^
wenste waterhardheid aan.
Raak het sensorvlak naast "OK" aan.
^
Door "+C" aan te raken, keert u terug naar het hoofdmenu.
-
-
-
III Hard 3 15-21 °dH
IV Zeer hard 4 >21 °dH
^
Schakel het toestel in.
^
Raak een van de sensorvlakken naast de pijlen aan tot "Instellingen" verschijnt.
^
Raak het sensorvlak naast "Instel lingen" aan.
18
-
Vóór het eerste gebruik
Het toestel reinigen en opwarmen vóór het eerste gebruik
Toebehoren en ovenruimte reinigen
Neem het waterreservoir uit het toestel en verwijder het inzetstuk (zie rubriek "Reiniging en onderhoud"). Maak het waterreservoir en het inzetstuk grondig met de hand schoon. Gebruik daarvoor warm water zonder afwasmiddel.
Het waterreservoir en het inzetstuk nooit in de vaatwasmachine reini gen. Het waterreservoir nooit in wa­ter onderdompelen!
Haal al het toebehoren uit de ovenruim­te en reinig de stoomovenpannen, de opvangschaal, de bakplaat, het rooster en beide vetfilters met afwasmiddel of in de afwasautomaat.
De spijzenthermometer niet afwassen, maar enkel vochtig afvegen.
Reinig de spijzenthermometer nooit in de afwasautomaat.
Het toestel werd voor de levering be handeld met een onderhoudsproduct. Om het onderhoudsproduct te verwij deren, reinigt u de ovenruimte met af wasmiddel.
Kooktemperatuur aanpassen
-
-
-
-
Door dit proces wordt het toestel aan gepast aan de kooktemperatuur van het water, die afhankelijk is van de hoogte van de opstelplaats boven de zeespiegel, en worden de onderdelen die met water in aanraking komen door gespoeld.
Na een verhuis dient u het toestel aan te passen aan de nieuwe opstelplaats of de gewijzigde kooktemperatuur van het water, als de nieuwe opstelplaats minstens 300 meter hoger of lager ligt dan de oude opstelplaats. Voer daartoe een ontkalkingproces uit (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
Hou er rekening mee dat er bij dit pro­ces erg veel stoom ontsnapt.
Toestel opwarmen
Om de ringverwarmingselementen te ontvetten, warmt u het lege toestel ge­durende 30 minuten op met de werkwij­ze Hetelucht plus (200 °C). Ga te werk zoals beschreven in de rubriek "Bedie­ning".
Er treedt geurvorming op wanneer de verwarmingselementen voor het eerst worden opgewarmd. Die geur en de damp die eventueel ont staat trekken na enige tijd weg. Deze verschijnselen wijzen niet op een ver keerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Zorg hierbij voor een goede ventilatie van de keuken.
-
-
-
-
Vul het waterreservoir met water (zie ru briek "Toestel voorbereiden")en neem het toestel gedurende 15 minuten in werking met de werkwijze Koken uni verseel (100 °C). Ga te werk zoals be schreven in de rubriek "Bediening".
-
-
-
19
Bediening
Toestel voorbereiden
Niet bij "Hetelucht plus" / Speciaal ge bak.
Schuif eventueel de opvangschaal in
^
het onderste inschuifniveau.
Vul het waterreservoir met water.
^
Daarbij hoeft u er het inzetstuk niet uit te nemen.
Gebruik enkel leidingwater en ze ker geen gedistilleerd water of mine raalwater!
Het waterniveau moet zich tussen bei­de markeringen bevinden (min. 0,75 l, max. 1,2 l). Die markeringen vindt u langs binnen en langs buiten op het waterreservoir. De bovenste markering mag in geen geval worden overschre­den! Voeg naar gelang van de duur van het stoomproces meer of minder water toe. Een vulvolume van 1,2 l volstaat bij de verwarmingsoort Stomen universeel op 100 °C voor een bereidingsproces van ongeveer 2 uur, wanneer de deur niet wordt geopend. Het waterpeil in het waterreservoir wordt tijdens de werking aangegeven met een symbool op het display. U kunt de opwarmtijd inkorten wanneer u het reservoir met warm water vult.
-
-
Een verwarmingsoort kiezen
Schakel het toestel in.
^
Het hoofdmenu verschijnt.
Kies de gewenste verwarmingsoort.
^
Temperatuur / kerntemperatuur instellen
Voor elke verwarmingsoort is een voor gestelde temperatuur geprogram meerd; voor de spijzenthermometer is
­een kerntemperatuur geprogrammeerd.
Deze temperatuur is helder aangege ven en kan binnen de opgegeven gren­zen worden gewijzigd.
^ Bevestig met "OK" en "verder".
Als u de voorgestelde en/of kerntempe­ratuur wenst te wijzigen, stelt u de ge­wenste waarde in door het sensorvlak naast +/- of het cijfer-sensorvlak aan te raken, waarna u bevestigt met "OK" of "verder".
Als het invoerveld verdwenen is, raakt u het sensorvlak naast "Temperatuur" aan.
U kunt de voorgestelde tempera tuur/temperaturen permanent wijzigen in het menu Instellingen.
-
-
-
-
Neem het waterreservoir met beide handen vast. Schuif het tot aan de aan slag in het toestel. Zorg ervoor dat er geen water overloopt!
20
-
Bediening
Vochtigheidsgraad instellen
(enkel bij werking met Combi- berei ding)
Stel de gewenste waarde in met +/-
^
of de cijfer-sensorvlakken en beves tig met "verder".
-
De duur instellen
(niet wanneer u een kerntemperatuur ingeeft, optioneel bij Hetelucht plus)
U kunt een duur instellen tussen 1 minuut (0:01) en 6 uur (6:00), bij Hete lucht plus en Combi- bereiding tussen 1 minuut (0:01) en 12 uur (12:00).
Als de duur meer dan 59 minuten be­draagt, dient u de tijdsduur in te geven in uren en minuten. Voorbeeld: Duur 80 minuten = 1:20.
^ Stel de gewenste duur in door het
sensorvlak naast +/- of de cijfer-sensorvlakken aan te raken.
-
Starten
Het toestel werd in de fabriek zo inge steld, dat het automatisch start (niet bij Combi- bereiding, Koken menu en Au tomatic).
­Wenst u het starten altijd handmatig uit te voeren? Wijzig dan de instelling Start in het menu Instellingen in "handmatig" (zie overeenkomstige rubriek).
Na de start hoort u eerst het lawaai van de ventilatoren en dan bij bepaalde verwarmingsoorten geluiden die ont staan tijdens de stoomontwikkeling.
In de meeste verwarmingsoorten wordt de opwarmfase samen met de stijgende temperatuur aangegeven. Tijdens de opwarmfase zijn tempera­tuurschommelingen normaal, met name als u gekoelde of diepgevroren levens­middelen bereidt.
-
-
-
^ Bevestig met "OK" of "verder".
Als het invoerveld verdwenen is, raakt u het sensorvlak naast "Duur" aan.
21
Bediening
De start uitstellen
Bij sommige verwarmingsoorten kunt u de start uitstellen naar een later tijdstip. Met "Starttijd" bepaalt u het tijdstip waarop het bereidingsproces moet be ginnen. Met "Einde" bepaalt u het tijd stip waarop het bereidingsproces moet worden gestopt. Afhankelijk van de ge kozen verwarmingsoort kunt u de start tijd en/of het einde vastleggen. Het ver schil tussen starttijd en einde is de in gevoerde duur plus de door het toestel berekende opwarmtijd.
U kunt deze functie niet gebruiken wan neer de ovenruimte nog te warm is, bijv. na afloop van een bereidingspro­ces.
Het resultaat van de bereiding kan negatief worden beïnvloed als er een lange tijd ligt tussen het moment waarop u het gerecht in de oven plaatst en de starttijd. Zo kan gistdeeg overlopen en kan de gistkracht van bakpoeder afne men, waardoor het gebak niet gelijk matig rijst en te hard wordt. Bovendien kunnen verse levensmid delen van kleur veranderen of zelfs bederven.
-
-
-
-
Nadat u de instellingen heeft uitge
^
voerd, selecteert u "Starttijd" of "Einde" en geeft u het tijdstip in waar op het kookproces moet starten of eindigen.
­In de verwarmingsoort Hetelucht Plus kunt u "Starttijd" en "Einde" ingeven in plaats van een duur.
-
­Bevestig met "OK".
^
-
Wissen:
Kies "wijzigen".
^ ^ Kies "Starttijd" of "Einde".
-
^ Raak de schakeltoets "+C" aan. ^ Bevestig met "OK".
-
-
-
22
Bediening
Opslaan
U kunt een stoomproces zo opslaan dat u het achteraf in het menu Eigen pro gramma's kunt opvragen.
Kies "wijzigen".
^
Bevestig met "OK".
^
Raak een van de sensorvlakken
^
naast de pijlen enkele keren aan tot "opslaan als" verschijnt.
Kies "opslaan als".
^
Ga vervolgens te werk zoals be
^
schreven in de rubriek "Eigen pro gramma's" onder "Opslaan".
-
-
-
Wijzigen
^ Kies "wijzigen". ^ Bevestig met "OK". ^ Kies het gewenste punt en voer de
wijzigingen uit.
^ Bevestig met "OK".
De werking onderbreken
U kunt het proces altijd onderbreken door de toesteldeur te openen.
Dan wordt de verwarming uitgescha keld en de resterende tijd opgeslagen.
Werken met stoom:
Als u de ovendeur openmaakt, komt er stoom naar buiten. Zet een stap achteruit en wacht tot de stoom ver dwenen is.
Als u de stoomovenpannen in het toestel plaatst of eruit haalt, let er dan op dat de inhoud niet overloopt. Vermijd contact met de hete stoom en met de hete ovenwanden. U kunt zich verbranden!
Het toestel werkt verder zodra u de ovendeur dichtdoet.
Bij het werken met stoom wordt de druk na het sluiten van de deur in evenwicht gebracht; daarbij kan een fluitend ge­luid ontstaan.
-
-
23
Bediening
Einde van het bereidingsproces
Op het einde van het bereidingsproces weerklinkt een geluidsignaal en ver schijnt "Programma afgerond" op het display. Bij sommige verwarmingsoorten ver schijnt ook "Stoomreductie". Open het toestel pas als "Stoomreductie" verdwe nen is, anders bestaat er gevaar voor brandwonden!
Wanneer het toestel na beëindiging van het stoomproces niet wordt ingescha keld, worden de levensmiddelen gedu­rende maximaal 15 minuten warmgehouden op een temperatuur van 70°. Hou er rekening mee dat ge­voelige gerechten, in het bijzonder vis, tijdens het warm houden bijkomend kunnen stomen.
Indien u de functie "warmhouden" niet wilt gebruiken, dient u de fabrieksinstel­ling te wijzigen in het menu Instellingen (zie overeenkomstige rubriek).
-
-
-
Na het gebruik
Schakel het toestel na het gebruik uit.
^
Neem de opvangschaal en het water reservoir uit en maak ze eventueel leeg. Wanneer u het waterreservoir wegneemt, duwt u dat lichtjes naar boven.
Reinig en droog de ovenruimte en
^
-
het toebehoren na elk gebruik. Zie ru briek "Reiniging en onderhoud".
Laat de ovendeur openstaan zolang
^
de binnenruimte nog vochtig is.
De ventilatoren blijven na het uitscha kelen nog enige tijd werken. De ventila­tor in de achterwand schakelt eerst uit. U kunt de tijd dat die draait, verkorten door meteen na het uitschakelen van het toestel het waterreservoir uit te ne­men.
Het toestel is zo ingesteld dat er na het gebruik altijd nog resterend water in het waterreservoir staat. Als dat niet het ge­val is, wijst dat op een defect. Neem contact op met de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
24
Bediening
Eigen programma's
U kunt stoomprocessen die u dikwijls gebruikt, met uw eigen benaming in het menu Eigen programma's opslaan. U kunt 30 eigen programma's opslaan.
Eventueel kunnen deze programma's ook meteen in het hoofdmenu getoond worden.
Aanmaken
Kies "Eigen programma's".
^
Steek de spijzenthermometer in als u
^
een kerntemperauur wenst in te ge­ven.
^ Kies de verwarmingsoort. ^ Geef zoals gebruikelijk de tempera-
tuur, de duur, eventueel de kerntem­peratuur, de vochtigheidsgraad en bijkomende bereidingsstappen in.
Opslaan
Kies "Eigen naam".
^
Met de sensorvlakken links en rechts naast het alfabet kiest u de gewenste letter, met "Teken kiezen" bevestigt u uw keuze. Automatisch worden de juiste hoofdletters en kleine letters ge bruikt.
Bevestig uw invoer met "Naam op
^
slaan".
Als u geen eigen naam wenst toe te kennen, kunt u het stoomproces op slaan met de door het toestel voorge stelde naam.
Dit stoomproces kan nu in het menu "Ei­gen programma's" via de door u geselecteerde naam worden opgeroe­pen, gewijzigd of gewist.
-
-
-
-
25
Bediening
Kookwekker instellen
Om aparte processen te controleren, bijv. eieren koken, kunt u een kookwek ker instellen.
U kunt deze kookwekker ook gebruiken tijdens een lopend kookproces.
U kunt een tijd instellen tussen 0 secon de (0:00) en 59 minuten, 59 seconden (59:59).
Raak het sensorvlak l aan.
^
Geef de gewenste tijd in met de
^
sensorvlakken naast +/- of met de cijfersensorvlakken.
De kookwekker moet altijd in minuten en seconden worden ingesteld. Voorbeeld: 8 minuten = 8:00
^ Bevestig met "OK".
Na afloop van de ingestelde tijd weer­klinkt een signaal. U schakelt de kook­wekker uit door "+C" aan te raken. Wordt de kookwekker niet uitgescha­keld, dan telt hij per seconde op. Zo kunt u zien hoeveel tijd er sinds het einde van de ingestelde tijd verstreken is.
Kookwekker wijzigen:
Raak het sensorvlak l aan, geef de
^
gewenste tijd in en bevestig met
­"OK".
Kookwekker wissen:
Raak de schakeltoets l aan.
^
-
Raak de schakeltoets "+C" aan.
^
26
Bediening
Blokkering
De blokkering verhindert de onverhoedse inschakeling van het toe stel.
In de fabriek werd de blokkering uitge schakeld. Om deze functie te kunnen activeren, dient u eerst eenmalig de fa brieksinstelling te wijzigen in "toelaten" (zie rubriek "Instellingen - Veiligheid").
Blokkering activeren
Selecteer het symbool ).
^ ^ Kies "aan" en bevestig met "OK".
Blokkering desactiveren
^ Selecteer het symbool $. ^ Kies "uit" en bevestig met "OK".
Verlichting van de ovenruimte
Het toestel is in de fabriek zo ingesteld, dat de verlichting van de ovenruimte na
­het starten uitschakelt om energie te sparen.
­U kunt de verlichting van de ovenruimte tijdens de werking kortstondig inscha
­kelen, door het sensorvlak links- of rechtsboven naast het display aan te raken.
Als de ovenruimte tijdens de werking constant verlicht moet zijn, dient u de fabrieksinstelling te wijzigen (zie rubriek "Instellingen - Verlichting").
Als de deur na het einde van een kook­proces geopend blijft, schakelt de ver­lichting van de ovenruimte na 5 minuten automatisch uit.
Schakel de verlichting van de oven­ruimte uit wanneer u met een tempe­ratuur onder 60 °C werkt.
-
27
Instellingen
Voor enkele instellingen kunt u alternatieven kiezen. U kunt ook ver schillende instellingen na elkaar wijzi gen.
Ga als volgt te werk:
Schakel het toestel in.
^
Kies "Instellingen".
^
Kies de te wijzigen instelling.
^
Een vinkje L geeft de actuele instelling aan.
Als u binnen de ca. 5 minuten in de on dermenu's niets kiest, keert het display terug naar het menu Instellingen.
-
-
Taal J
U kunt uw toestel op verschillende talen instellen.
Via het ondermenu Taal J kunt u de taal kiezen.
Hebt u per vergissing een taal gekozen die u niet verstaat? Gebruik dan het symbool J om weer in het ondermenu Taal te geraken.
Dagtijd
Display: U kunt bepalen of de kloktijd
bij uitgeschakeld toestel altijd of slechts gedurende 60 seconden wordt weerge geven Tijdformaat: U kunt kiezen tussen een 12- of 24-uurs display
Instellen: De dagtijd instellen Synchroniseren: Als uw toestel over
een Miele|home communicatiemodule beschikt en als u het toestel aangemeld heeft bij Miele|home, wordt de kloktijd automatisch afgestemd op de
-
Miele|home-systeemtijd. U kunt de synchronisatie uitschakelen, zodat u op uw toestel een tijd kunt ingeven die af­wijkt van de systeemtijd.
Verlichting
U kunt bepalen of de ovenruimte tijdens het volledige bereidingsproces of slechts gedurende 15 seconden ver­licht is.
Hoofdmenu
De volgorde van de verwarmingsoorten in de eerste vier posities kunt u wijzi gen. Ze kunnen worden vervangen door andere verwarmingsoorten of door eigen programma's.
-
-
28
Start
Het toestel kan zo worden ingesteld, dat een stoomproces ca. 20 seconden na de laatste invoer automatisch start, of dat de start handmatig moet worden gegeven.
Instellingen
Stoombeperking
Deze functie kunt u in- of uitschakelen. Uitschakelen is aan te bevelen als voedsel gelijkmatig moet worden ge stoomd, maar als het op verschillende tijdstippen in het toestel wordt ge plaatst. Let erop dat er veel stoom ont snapt als u het toestel opent. De functie Warm houden kan niet worden ge bruikt.
-
-
-
-
Warm houden
Deze functie kunt u in- of uitschakelen.
Voorgestelde temperaturen
Het is zinvol de voorgestelde tempera­turen permanent te wijzigen indien u vaak met afwijkende temperaturen werkt. U kunt de temperaturen binnen de aangegeven grenzen wijzigen.
Waterhardheid
Het toestel kan op het voor u vereiste hardheidsbereik worden ingesteld.
Display
U kunt het contrast en de helderheid van het display wijzigen.
Veiligheid
Als de instelling wordt gewijzigd in "toelaten", kan de ingebruiknameblok kering worden geactiveerd terwijl het toestel uitgeschakeld is.
-
Eenheden
Het gewicht kun u in kg of in lbs, de temperatuur in °C of °F laten aanduiden.
Demonstratie voor de vakhan
-
del
Speciale mogelijkheid voor de vakhan­del om het toestel zonder verwarming te presenteren.
Fabrieksinstellingen
Alle instellingen worden teruggezet
naar de fabrieksinstellingen.
Enkel eigen programma's worden ge­wist.
Enkel het hoofdmenu wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Enkel de gewijzigde voorgestelde temperaturen worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Signalen
Het volume en de toon (duur, melodie en toonlengte) van de signalen kan u eveneens wijzigen. Het akoestisch sig naal bij aanraking van de sensorvlakken kan worden uitgescha keld.
-
-
29
Reiniging en onderhoud
Algemene tips
Maak heel het toestel na elk gebruik schoon en droog het. Laat het toestel eerst afkoelen.
Doe de toesteldeur pas dicht als heel het toestel goed droog is.
Gebruik nooit een stoomreiniger om het toestel schoon te maken. De stoom kan op onderdelen van het toestel terechtkomen die onder spanning staan. Zo kan er kortslui ting ontstaan. De stoom kan ook het oppervlak en onderdelen van het toestel beschadigen, wat door de fa­brikant niet wordt vergoed.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen die zand, soda, alkali, zuren of chlo­ride bevatten. Gebruik ook geen ovensprays, schoonmaakmiddelen voor vaatwassers, staalwol, ruwe sponsjes of harde borstels. Gebruik evenmin sponsjes of andere hulp­middelen waarin nog restjes schuur middel zitten. Dat tast het oppervlak aan.
-
Voorzijde
Het toestelfront met inbegrip van het bedieningspaneel dient u met een poetsdoek en mild spoelmiddelloog te reinigen. Reinig met zuiver water en wrijf het oppervlak vervolgens droog met een zachte doek.
De uitvoering van de voorzijde van uw toestel is op het typeplaatje te vinden.
Glas
Voor de glazen oppervlakten kunt u een speciaal schoonmaakmiddel voor de glas gebruiken.
Roestvrij staal
Om het oppervlak in roestvrij staal te reinigen, gebruikt u een niet-schurend schoonmaakmiddel voor roestvrij staal. Om te voorkomen dat het roestvrij staal snel weer vuil wordt, raden we een on­derhoudsmiddel voor roestvrij staal aan (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren").
­Breng dit middel met een zachte doek
gelijkmatig en spaarzaam aan.
Om te reinigen mag u alleen huis houdelijke afwasmiddelen ge bruiken, zeker geen industriële.
Gebruik geen schoonmaak- of af wasmiddelen die alifatische koolwaterstoffen bevatten. Hierdoor kunnen de dichtingen gaan zwellen.
30
-
-
-
Aluminium / Titaan
Die materiale zijn gevoelig aan krassen, alkali en zuur. Maak de voorzijde dus zo behoedzaam schoon als tevoren be schreven. Gebruik in geen geval reini gingsmiddelen voor roestvrij staal noch die welke kalk oplossen! Verwijder vuil meteen. Als het lang inwerkt, kan dat het oppervlak ook schade toebrengen.
-
-
Reiniging en onderhoud
Toesteldeur
Uitnemen
U kunt gemakkelijker bij de ovenruimte als u de toesteldeur verwijdert.
^ Zet de toesteldeur helemaal open. ^ Klap de vergrendelingsbeugels voor
de deurscharnieren omhoog.
^ Sluit de deur langzaam tot de opge-
klapte vergrendelingsbeugels de ovenrand raken.
Trek de deur met beide handen ge
^
lijkmatig schuin naar boven toe uit de scharnieren.
Inhangen
Om de deur weer in te hangen gaat u in omgekeerde volgorde te werk:
^ Plaats de deur op de scharnieren. ^ Open de deur volledig. ^
Duw de vergrendelingsbeugels weer naar achter.
-
^
Sluit de deur.
31
Reiniging en onderhoud
Uit elkaar nemen
De toesteldeur bestaat uit drie glasruiten: een binnenste glasruit a, een middelste glasruit b en een bui tenste glasruit c.
Indien nodig kunt u de deur uit elkaar nemen en de glasruiten afzonderlijk rei nigen.
a
-
Neem de binnenste glasruit a ach
^
teraan met beide handen vast en trek ze daar omhoog.
-
a
-
b
c
Het is aan te bevelen de deur eerst uit te nemen (zie rubriek "Toesteldeur uitnemen"). Plaats de deur zo op een met een zachte bekleding bedekte tafel, dat de binnenste glasruit a zich bovenaan bevindt en de greepzijde vooraan, dus voor uw lichaam. Zorg dat er tussen uzelf en de deur ca. 30 cm ruimte is. Als u de deur niet uitneemt, dient u er bij het uit elkaar nemen op te letten dat de deur niet plots open- of dichtklapt. Daardoor kunnen de ruiten beschadigd raken.
^ Klap de binnenste glasruit naar voor
om. Trek ze dan zo ver mogelijk in haar houder naar voor (zie vergro­ting).
32
Reiniging en onderhoud
Schuif de middelste glasruit b in
^
haar houder tot tegen de aanslag d in de richting van de pijl in de voorste klemmen e.
^ Hef de middelste glasruit b achter-
aan uit de houder omhoog en neem ze uit de voorste klemmen d.
Nu kunt u de verschillende glasruiten met een vaatdoek, een weinig afwas middel en warm water reinigen. Wrijf de glasruit daarna grondig droog met een zachte doek.
In elkaar zetten
Plaats de middelste glasruit eerst in
^
de voorste klemmen en duw ze dan achteraan in.
Schuif de middelste glasruit tot tegen
^
de aanslag naar achter.
Schuif dan de binnenste glasruit tot
^
tegen de aanslag in haar houder (zie vergroting).
^ Klap de binnenste glasruit weer naar
achter om en duw ze achteraan vast.
-
b
U kunt nu de deur eventueel weer inhangen.
33
Reiniging en onderhoud
Toebehoren
Opvangschaal, rooster, stoomoven pan, bakplaat
De opvangschaal, het rooster, de stoomovenpannen en de bakplaat die nen na elk gebruik te worden gespoeld en gedroogd.
Alle voormelde onderdelen zijn ge schikt voor de afwasautomaat.
Spijzentemperatuurvoeler
De spijzentemperatuurvoeler na elk ge bruik reinigen. Niet afwassen, maar en­kel vochtig afvegen.
Reinig de spijzentemperatuurvoeler nooit in de afwasautomaat.
Opvangroosters
U kunt de opvangroosters zeer eenvou­dig uit het toestel nemen.
^ Trek de bevestigingsknop uit, dan
kunt u het rooster eerst zijdelings a, en daarna naar voor b uittrekken.
-
-
-
achteraan insteken en dan opzij in drukken.
Vetfilters
Reinig de vetfilters na elk braadproces met afwasmiddel of in de afwasauto maat.
-
^ Trek de achterwandfilter langs boven
uit.
Wanneer u de achterwandfilter in de af­wasautomaat reinigt, verkrijgt u een be­ter resultaat wanneer u hem rechtop plaatst. Afhankelijk van het product dat u gebruikt, kunnen er blijvende verkleu­ringen van de vetfilter voorkomen. Die hebben echter geen invloed op zijn werking.
^
Hou de plafondfilter iets schuin als u hem plaatst.
-
-
De opvangroosters kunnen in de afwas automaat of in een sopje worden gerei nigd.
^
Plaats de opvangroosters in omge keerde volgorde terug. Dus eerst
34
-
-
-
Reiniging en onderhoud
Ovenruimte
Het condenswater kunt u gemakkelijk met een sponsje of een vaatdoek opne men.
Verwijder lichte vervuiling door vet met behulp van een sopje met een zacht af wasmiddel en reinig daarna met zuiver water.
Droog de ovenruimte daarna met een doek. Tenslotte kunt u het toestel auto matisch laten drogen (zie rubriek "On derhoud").
Als de ovenruimte na een braadproces zeer sterk vervuild is, reinigt u de oven­ruimte eerst met afwasmiddel en vervol­gens met het reinigingsmiddel voor ke­ramische kookplaten van Miele, dat ook voor roestvrij staal geschikt (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Verwijder de resten van het reinigings­middel met een vochtige doek en selecteer "Inweken" om na te spoelen (zie rubriek "Onderhoud"). Veeg de ovenruimte tot slot met een sponsje of een vaatdoek schoon om ervoor te zor gen dat alle resten verwijderd zijn, en laat de ovenruimte drogen.
-
-
Het verwarmingselement in de bodem kan in de loop van de tijd door neerdruppelende vloeistof verkleuren.
­Die verkleuringen kunnen zonder moei
te met het reinigingsmiddel voor kera mische kookplaten van Miele, dat ook
-
voor roestvrij staal geschikt is, verwij derd worden (zie hoofdstuk "Mits toe slag verkrijgbaar toebehoren"). Reinig daarna met zuiver water tot alle resten van het reinigingsmiddel verwijderd zijn.
Indien de deurdichting in de loop der tijd broos of brokkelig is geworden, dient ze te worden vervangen. Indien nodig kunt u de deurdichting via de klantendienst bestellen. Informatie over de bestelmogelijkheden vindt u in de rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebe­horen". Let er op bij het plaatsen van een nieuwe dichting, dat naden boven­aan worden geplaatst.
-
-
-
-
-
35
Reiniging en onderhoud
Waterreservoir
Neem het waterreservoir na elk gebruik uit het toestel, giet het leeg en droog het af. Daartoe neemt u bij voorkeur het inzetstuk weg.
^ Het inzetstuk komt los als u de twee
greepvlakjes tegen elkaar drukt. Dan kunt u het inzetstuk wegnemen.
Steek het inzetstuk pas terug in het
^
reservoir als beide onderdelen goed droog zijn. Dat gaat het gemakkelijkst wanneer u het inzetstuk schuin plaatst a en laat zakken b.
b
Dompel het waterreservoir nooit on­der in water en laat het in geen ge­val in de afwasautomaat mee afwas­sen!
a
36
Giet het waterreservoir na elk ge bruik leeg. Dat is niet enkel proper, maar dat vermijdt ook condensvor ming in het toestel.
Wrijf er niet over met ruwe sponsen of harde borstels.
-
-
Reiniging en onderhoud
Koppelingsdichting
De koppelingsdichting moet regelmatig worden ingevet. Als het waterreservoir na verloop van tijd slechts moeilijk of met schokken kan worden ingeschoven of uitgenomen, of als de foutmelding F20 verschijnt, wrijft u de koppelings­dichting met een weinig meegeleverd siliconenvet (zie rubriek "Bijgeleverd toebehoren") in. Laat de dichting daar­bij op haar plaats zitten.
Als de koppelingsdichting na verloop van tijd bros wordt of als er op de bo dem van de nis voor het waterreservoir abnormaal veel water blijft staan, dient u de dichting te vervangen.
Indien nodig kunt u de koppelingsdich ting via de klantendienst bestellen. In formatie over de bestelmogelijkheden vindt u in de rubriek "Mits toeslag ver krijgbaar toebehoren".
Gebruik om de dichting in te vetten uitsluitend het bijgeleverde silico nenvet. Neem daar in geen geval margarine, olie of een ander vet uit het huishouden voor. Anders gaat de dichting opzwellen.
-
-
-
-
-
Neem de volgende voorzorgsmaatre gelen in acht als u met siliconenvet omgaat:
Verwijder siliconenvet van uw huid door het af te vegen of af te spoelen.
Als het vet in uw ogen is terechtge komen, spoel ze dan overvloedig met zuiver water uit.
Als het vet ingeslikt werd, neem dan meteen contact op met een arts.
-
-
37
Reiniging en onderhoud
Onderhoud
Uw toestel is uitgerust met de onderhoudsfuncties Inweken en Dro gen.
Inweken
Laat de ovenruimte afkoelen.
^
Neem al het toebehoren uit de oven
^
ruimte en vul het waterreservoir.
Kies "Alle verwarmingssoorten"
^
Kies "Onderhoud".
^
Kies "Inweken".
^
Het inweekproces duurt ongeveer 10 minuten!
Drogen
Droog de ovenruimte vooraf met een
^
-
doek.
Kies "Alle verwarmingssoorten"
^
Kies "Onderhoud".
^
Kies "Drogen".
^
Het droogproces duurt ongeveer 20
­minuten.
38
Reiniging en onderhoud
Ontkalken
Gebruik ontkalkingstabletten (zie ru briek "Mits toeslag verkrijgbaar toe behoren") om het toestel te ont kalken. U kunt ook een in de handel verkrijgbaar ontkalkingsmiddel met citroenzuur gebruiken. Neem de veiligheids- en doseertips in acht.
Let er bij toestellen met aluminium of titanium (zie typeplaatje) op dat het ontkalkingsmiddel niet in aanraking komt met deze oppervlakken. An ders kunnen er vlekken ontstaan. Wis het ontkalkingsmiddel in voor­komend geval meteen weg.
Het toestel maakt u er na een bepaald aantal stoombeurten op attent dat het waterreservoir na 10 volgende kookpro­cessen aan ontkalking toe zal zijn.
Als er nog een stoomproces overblijft, wordt het toestel geblokkeerd.
Als u het toestel wenst te ontkalken voor het geblokkeerd raakt, kiest u de werkwijze Ontkalken.
^
Maak in het waterreservoir 1 liter ontkalkingsoplossing aan. Gebruik daarvoor koud water en ontkalkings tabletten of een in de handel verkrijg baar ontkalkingsmiddel met citroen zuur. Let telkens op de doseeraanwij zingen.
-
-
-
-
-
-
Bevestig met "verder".
^
U kunt het ontkalkingsproces enkel tijdens de eerste minuut afbreken. Daarna kan dat niet meer.
Let erop dat het toestel in geen ge val voor het verloop van de tijd wordt uitgeschakeld! Het ont kalkingsproces dient dan opnieuw te worden gestart.
Als er nog 12 minuten resten, vraagt het toestel u vers water bij te vullen.
Neem het waterreservoir uit het toe
^
stel en giet het leeg. Verwijder het in­zetstuk.
^ Spoel het waterreservoir en het inzet-
stuk grondig uit.
^ Monteer het inzetstuk opnieuw, vul
het waterreservoir met 1 l water en schuif dat tot de aanslag in het toe­stel.
Als het waterreservoir ingeschoven is, wordt de ontkalking automatisch voort gezet.
Na het ontkalken:
^
Doe de toesteldeur open.
^
Neem het waterreservoir uit het toe
­stel en giet het leeg.
-
^
Schakel het toestel uit en droog het.
-
-
-
-
-
^
Schuif het waterreservoir tot aan de aanslag in het toestel.
39
Wat gedaan als ...
Reparaties aan elektrische appara ten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde herstellingen leveren ernstig gevaar op voor de gebruiker.
Wat gedaan als ...
... u het toestel niet kunt inscha kelen?
Controleer of de zekering van uw elek trische installatie niet gesprongen is.
Als dat niet het geval is, koppelt u het toestel ca. 1 minuut los van het elektri­citeitsnet. Daartoe
– schakelt u de schakelaar van de
overeenkomstige zekering uit of draait u de overeenkomstige smeltzekering volledig uit of
– schakelt u de verliesstroomschake-
laar uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het toestel dan nog niet in gebruik ne men, neem dan contact op met een elektricien of met de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
... er na het uitschakelen van het ap paraat nog een ventilatorgeluid te ho ren is?
Het toestel is uitgerust met een ventila tor die de damp van de stoomruimte naar buiten leidt. De ventilator blijft nog even doordraaien nadat het toestel uitge schakeld is.
... u het waterreservoir enkel moei zaam of schoksgewijs tot aan de aan
-
slag in het toestel kunt schuiven of eruit kunt nemen?
Vet de koppelingsdichting van het wa­terreservoir lichtjes met siliconenvet in. Zie rubriek "Koppelingsdichting".
... de opwarmfase ongewoon lang duurt?
Controleer de bodem van het waterre­servoir. Heeft er zich ongewoon veel kalk afge zet, kijk dan de ingestelde hardheid na. Stel eventueel de voor uw leidingwater geldende hardheidscategorie in (zie ru briek "De waterhardheid instellen"). Ont kalk het toestel zoals beschreven in de rubriek "Ontkalken".
-
-
-
-
-
-
-
-
-
40
Als de hardheidscategorie juist inge steld was of het probleem opnieuw op duikt, doe dan een beroep op de Tech nische Dienst van Miele.
-
-
-
Wat gedaan als ...
... het toestel na een verhuizing niet meer van de opwarm- naar de stoomfase overschakelt?
Het toestel moet worden aangepast aan de nieuwe installatieplek of aan de gewijzigde kooktemperatuur van het water (zie rubriek "Het toestel reinigen en opwarmen voor het eerste gebruik").
... er tijdens de werking ongewoon veel stoom uit het toestel komt of als er op andere plaatsen dan gewoonlijk stoom ontsnapt?
Controleer of
– de toesteldeur wel goed dicht is.
– de deurdichting wel juist zit. Druk ze
indien nodig weer aan tot ze overal gelijkmatig ingepast zit.
– de deurdichting beschadigingen,
bijv. scheurtjes, vertoont. Dan moet ze vervangen worden.
Is het probleem dan nog niet opgelost, neem dan contact op met de Tech nische Dienst van Miele.
-
... de taart / het gebak na de in het re cept aangegeven tijd nog niet gaar is?
Controleer of
de ingestelde temperatuur overeen
komt met de temperatuur in het re cept.
de vetfilter in de achterwand is ge
plaatst. In dit geval wordt de baktijd langer.
u het recept heeft gewijzigd. Door
bijvoorbeeld meer vloeistof of meer eieren toe te voegen, wordt de bak tijd langer.
... de taart / het gebak niet gelijkmatig bruin is?
Een klein verschil in bruineringsgraad is normaal.
Als het verschil in kleur erg groot is, controleert u of:
de temperatuur te hoog ingesteld was en of de vetfilter niet uit de ach terwand werd verwijderd.
-
-
-
-
-
-
... er een fluitend geluid ontstaat wanneer u het toestel weer in gebruik neemt?
Na het sluiten van de deur wordt de druk in evenwicht gebracht; daarbij kan een fluitend geluid ontstaan. Dit wijst niet op een defect.
de inschuifniveaus juist werden ge kozen.
op meer dan twee niveaus werd ge bakken.
-
-
41
Wat gedaan als ...
.... er in het display een F samen met
een getal te zien is?
Deze combinatie wijst op een foutmel ding.
F 20: De verwarming werkt niet.
Controleer eerst of het waterreservoir tot aan de aanslag in het toestel ge schoven is en schakel het toestel uit en weer in.
Als het probleem zich opnieuw voor doet, smeert u de koppelingsdichting op het waterreservoir lichtjes in met siliconenvet, zoals beschreven in de rubriek "Koppelingsdichting".
Als u het toestel daarna nog steeds niet in gebruik kunt nemen, schakelt u het toestel uit en verwittigt u de klantendienst.
– F 54: Fout spijzenthermometer kort-
sluiting. Ga na of de spijzenthermometer niet per vergissing werd ingestoken. Schakel het toestel uit, verwijder de spijzenthermometer en start het pro ces opnieuw.
F 55: Fout tijdoverschrijding
De maximale werkduur van de
-
-
-
-
verwarmingsoort Hetelucht plus werd overschreden en de veiligheidsuit schakeling heeft gewerkt.
Het toestel is meteen weer gebruiks klaar wanneer u het uit- en weer in schakelt.
Andere foutmeldingen:
Neem contact op met de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
42
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Stoomovenpannen uit roestvrij staal
Benaming Toepassing Inhoud /
DGG 2 zonder gaatjes (GN 1/3)*
DGG 3 zonder gaatjes (GN 1/2)
DGGL 4 met gaatjes
(GN 1/2)
DGGL 5 met gaatjes (GN 1/3)
DGGL 6 met gaatjes (GN 1/3)
DGG 7 zonder gaatjes
(GN 1/3)
DGGL 8 met gaatjes (GN 1/2)
DGD Deksel voor de stoomovenpan
Voor de bereiding van ge rechten in sauzen en fonds, alsook voor pasta en rijst.
Zoals DGG2, maar dieper. 4,0 / 3,1 65 325 x 265
Voor de bereiding van groen ten, vis en vlees die niet in saus bereid worden.
Voor de bereiding van groen­ten, vis, vlees en aardappelen. 2, 5 / 2,0 65 325 x 175
Om groenten te blancheren of te stomen. 4,0 / 2,8 100 325 x 175
Voor de bereiding van middelgrote hoeveelheden soep of eenpansgerechten.
Zoals DGGL 4, maar platter. 2,0 / 1,7 40 325 x 265
nen DGG 2 EN DGG 7 zonder gaatjes.
nuttige in
houd in l
­2,5 / 2,0 65 325 x 175
­4,0 / 3,1 65 325 x 265
4,0 / 2,8 100 325 x 175
-
---
-
Hoog
te
in mm
Breedte x
­diepte
in mm
* Gastro-Norm-afmetingen (bijvoorbeeld GN 1/3)
Met 1/3 of 1/2 worden de breedte en diepte van de stoomovenpannen met de volgende afmetingen aangegeven:
43
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Reinigings- en onderhoudsmiddelen
Benaming Toepassing
Ontkalkingstabletten 6 stuks
Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal 250 ml
Reinigingsmiddel voor keramisch kookvlak 250 ml
Pizzavorm
De ronde vorm is uitstekend geschikt om pizza's, platte taarten uit gist- of roerdeeg, gebakjes en taartjes, gegrati­neerde desserts, plat brood, wähe, qui­che te bereiden, of om diepgevroren taart of pizza op te bakken.
Miele{home
Het Miele@home-systeem biedt u de kans om het even wanneer informatie van uw toestel te krijgen.
Om stoomovens en koffieautomaten van Miele te ontkalken.
Voor het onderhoud van voorzijdes in roestvrij staal: hiermee verwijdert u gemakkelijk waterstrepen, vlekken en vingerafdrukken.
Om verkleuringen van het bodemverwarmingselement door druppende vloeistof te verwijderen en de ovenruimte te reinigen.
Contact
Dit originele toebehoren van Miele kunt u bestellen bij
- uw Miele-handelaar,
- op de volgende telefoonnummers of via e-mail:
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Daartoe heeft u een Miele|home-systeemtoestel nodig. Uw toestel moet ook uitgerust zijn met de communicatiemodule XKM 2000.
Omtrent de inbouw en de aanmelding van deze module vindt u meer uitleg in deze gebruiksaanwijzing. Zie rubriek "Miele|home".
Bij het Miele|home-systeemtoestel vindt u ook een aparte handleiding.
44
Technische Dienst / typeplaatje
Neem bij storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rug zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze Technische Dienst een beroep doet, geef dan altijd het ma chinetype en -nummer op. Beide gegevens staan vermeld op het bijgevoegde ty peplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Kijk na of de typebenaming van het toestel met die op de frontpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
-
-
45
Inbouw
Opmerkingen omtrent uw veiligheid tijdens het inbouwen
Vergelijk eerst de aansluitgegevens
~
(spanning en frequentie) op het type plaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over een te stemmen. Anders treedt er scha de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw installateur.
Zorg ervoor dat het stopcontact na
~
de inbouw van uw toestel nog vlot toe gankelijk blijft.
Indien u dit toestel niet op een vaste
~
plaats inbouwt en monteert, bv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe­ren door vakmensen. Die moeten er­voor zorgen dat u het toestel veilig kan gebruiken.
Plaats het toestel zo dat u de inhoud
~
van de ovenpan in het bovenste in­schuifniveau kan zien. Enkel zo kan ver­meden worden dat u zich verbrandt door het overlopen van hete spijzen en heet water.
-
-
-
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
-
46
Afmetingen van toestel en inbouwnis
Inbouw in een kolomkast
Inbouw
d
448-452
f
60-568
5
0
30
555
e
b
549
522
446
22
70
c
455,5
a
595
a combinatiestoomoven
b inbouwnis
c waar de stroomleiding in het toestel binnenkomt
d plaats waar de elektrische aansluiting bij voorkeur wordt aangebracht
e stroomtoevoerleiding
f uitsparing om het toestel te ventileren
47
Inbouw
Inbouw in een onderkast
f
d
600
70
30
0
560-568
555
460-465
549
c
e
446
b
a combinatiestoomoven
b inbouwnis
c waar de stroomleiding in het toestel binnenkomt
d plaats waar de elektrische aansluiting bij voorkeur wordt aangebracht
e stroomtoevoerleiding
f uitsparing om het toestel te ventileren
522
595
22
a
455,5
48
Inbouw samen met een oven
Inbouw
d
448-452
593-595
f
30
0555
560-568
0555
560-568
b
e
549
522
c
446
22
595
70
455,5
a
g
595
22
a combinatiestoomoven
b inbouwnis
c waar de stroomleiding in het toestel binnenkomt
d plaats waar de elektrische aansluiting bij voorkeur wordt aangebracht
e stroomtoevoerleiding
f uitsparing om de toestellen te ventileren
g oven
49
Inbouw
Het toestel monteren
Schuif het toestel in de inbouwnis.
^
Nadat u het toestel waterpas heeft gezet, dient u het zo te beveiligen dat het niet kan verschuiven. Draai daartoe de 2 bijgeleverde hout schroeven i 3,5 x 25 mm rechts en links in de verticale lijst. Zie afbeel ding.
-
-
50
Elektrische aansluiting
Het verdient aanbeveling dit toestel via een stopcontact op het elektriciteitsnet aan te sluiten. Dat vergemakkelijkt een eventuele tussenkomst van de Tech nische Dienst. Zorg ervoor dat het stopcontact na de inbouw of de opstelling van het toestel vlot toegankelijk is.
Gebeurt de aansluiting niet via een stopcontact, doe dan een beroep op een elektricien die de overeenkomstige voorschriften kent en naleeft.
Is het stopcontact voor de gebruiker niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonder­breker uitgerust zijn. Als stroomonder­brekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3 mm in uitgeschakelde toe­stand. Bijvoorbeeld automatische scha­kelaars, smeltstoppen en contactslui­ters.
Zo het snoer van het toestel wordt ver vangen, kies dan een van het type H 05 VV-F (met pvc. geïsoleerd).
De vereiste gegevens over de aan sluiting vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens dienen met die van de elektrische installatie in de woning over een te stemmen.
-
-
-
Inbouw
De fab1rikant kan niet worden aan sprakelijk gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbre kende of onderbroken aarddraad. Er zijn dan elektrische schokken moge lijk. Zorg er ook voor dat de gebruiker geen stroomvoerende onderdelen kan aanraken nadat het toestel is gemonteerd!
Totaal vermogen
zie typeplaatje
Aansluiting en beveiliging
AC230V/50Hz Overstroombeveiliging 16 A Onderbrekingskarakteristiek type B of C
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen wordt aangeraden vóór het toestel een verliesstroomschakelaar met een uit schakelstroom van 30mA (ÖVE-SN 50) te plaatsen. Bij een beveiliging ß 100 mA kan het voorvallen dat de veiligheidsschakelaar na een langere periode van niet-gebruik in werking treedt.
-
Energierendementsklasse
-
-
-
-
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door on deskundige inbouw of een ver keerde aansluiting.
-
-
Voor het toestel werd overeenkomstig EN 50304 de energierendementsklasse A vastgesteld. Dit is gebaseerd op de meetgegevens in het verwarmingsoort "Speciaal gebak".
51
Miele{home
Vooraleer uw toestel voor Miele|home gereed is, dient u de Miele|home com municatiemodule te installeren.
De Miele{home communicatiemodule inbouwen en aanmelden
Maak het toestel stroomloos.
^
Draai de schroeven waarmee het toe
^
stel aan de zijden van de inbouwkast is bevestigd, uit.
Trek het toestel uit de inbouwkast tot
^
de koker waarin u de Miele|home
-communicatiemodule dient te plaatsen, toegankelijk is.
^ Monteer de Miele|home-communi-
catiemodule.
-
Schakel het
^
Miele|home-systeemtoestel in.
-
Schakel uw toestel in en vraag het
^
menu "Instellingen" op. Kies het punt "Miele|home".
^
Kies "Aanmelden".
^
Het aanmelden wordt gestart. U kan het op het display volgen.
­Dat duurt enkele minuten.
Zodra het afgesloten is, verschijnt het bericht "Aanmelding met succes".Hier na kunt u via uw Miele|home-systeem toestel informatie aan uw toestel vra­gen. Bijv. over een geprogrammeerd kookproces.
Uw Miele|home systeemtoestel informeert u ook via een geluidssignaal wanneer een gaarproces bijvoorbeeld ten einde is.
Uw Miele|home-systeemtoestel verwit­tigt u ook met een signaal indien er bv. een kookproces afgelopen is.
-
-
^
Schuif het toestel terug in de inbouw kast en bevestig het.
^
Sluit het toestel weer aan op het stroomnet.
Na ca. 60 seconden kan u uw toestel in het Miele|home systeem-aanmelden.
U doet er goed aan eerst de hand leiding van uw Miele|home­systeemtoestel te lezen voor u de communicatiemodule aanmeldt.
525354
-
Indien de aanmelding niet gelukt is, probeer het dan nog eens. Blijft het
-
probleem bestaan, doe dan een be roep op de Technische Dienst van Miele.
De communicatiemodule afmelden
Ga te werk als voor het aanmelden.
-
55
Wijzigingen voorbehouden / 2407
M.-Nr. 06 900 251 / 01
Loading...