Miele DA 226, DA 226 EXT, DA 227, DA 227 EXT, DA 229 User Manual [nl]

...
0 (0)

Gebruiksaanwijzing

Wasemkap

DA 226, DA 226 EXT, DA 227, DA 227 EXT, DA 229, DA 229 EXT

Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voordat u het toestel installeert en

in gebruik neemt.

Daardoor zorgt u voor uw veiligheid

en vermijdt u schade aan het apparaat.

*

M.-Nr. 05 038 730

Inhoud

Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Hoe werkt uw toestel? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

Beschrijving van de toestellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

Bediening

Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 De verlichting in- /uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Het vermogen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 De wasemkap laten nawerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Teller werkingsduur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Teller werkingsduur opvragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Teller werkingsduur veranderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

Vetfilter(s) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

Reiniging en onderhoud

Ommanteling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 De vetfilter(s) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Een halogeenlamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

Naverkoopdienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Elektrische aansluiting en technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

Afmetingen van de toestellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

Aansluiting van de luchtafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26

Aansluiting op een elders geplaatste ventilator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus opnieuw kan worden benut.

Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet gewoon met het vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde verzamelen sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.

Berging van uw oud toestel

Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus niet gewoon met het grof huisvuil mee. Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrakof schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die stoffen opnieuw te gebruiken.

Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard. Hou dus rekening met de gelijknamige rubriek in de ‘Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’.

3

Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen

Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden aan het toestel en kan de gebruiker gevaar lopen.

Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voordat u uw toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke wenken omtrent veiligheid, montage, gebruik en onderhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan het apparaat.

Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Deskundig gebruik

Dit toestel is enkel voor huishoudelijk gebruik bestemd.

De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.

Technisch veilig

Vergelijk eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op

het typeplaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit daarna pas uw toestel aan.

Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag in geval van twijfel inlichtingen aan uw installateur.

De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd indien u het op een aardingssysteem aansluit, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman

te laten nakijken.

De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.

Door ondeskundige installatieof reparatiewerkzaamheden kunnen er niet te onderschatten risico’s opdui-

ken voor wie het toestel gebruikt.

Laat de installatie en de herstelling van uw elektrische toestellen dus enkel door een erkend vakman uitvoeren.

4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen

Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaar-

den werd voldaan:

het snoer is van het elektrisch net losgekoppeld,

de smeltstoppen van uw installatie zijn uitgeschakeld.

Trek niet aan het snoer, maar wel aan de stekker om het toesel

stroomloos te maken.

Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen verlengsnoeren om het

toestel aan te sluiten.

Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.

Gebruik

Maak onder de wasemkap nooit iets klaar met open vlam. Flambeer

of grilleer er nooit spijzen onder.

De ingeschakelde wasemkap trekt de vlammen in de vetfilter. Door het opgezogen kookvet bestaat er brandgevaar!

Gebruikt u de wasemkap boven een gaskookvlak? Zet dan steeds

een kookpan op de brander die in gebruik is.

Door de te sterke hitte van de vlammen kan de wasemkap schade oplopen.

Schakel uw wasemkap telkens in wanneer er een kookplaat of -zone

in gebruik is.

Is de wasemkap niet ingeschakeld, dan kan er zich condenswater vormen. Daardoor kan het toestel corrosie oplopen.

Indien u met olie of vet kookt, dient u uw kookpan of frituurstel voortdu-

rend in het oog te houden.

Door oververhitting kunnen olie en vet in brand geraken en de wasemkap beschadigen.

Gebruik de wasemkap nooit zonder vetfilter.

Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil afzet in het toestel. Daardoor komt de goede werking immers in het gedrang.

De filter(s) dient u regelmatig schoon te maken of te vervangen.

Door een erg vette filter bestaat er brandgevaar!

5

Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen

Naar gelang van het gebruikte afwasmiddel kan de metalen vetfilter vekleuren. Deze kleurverandering heeft

echter geen invloed op de werking en het gebruiksgemak van uw toestel.

Gebruik om de wasemkap schoon te maken in geen geval een toestel

dat met stoom onder druk werkt.

De stoom kan onderdelen van het toestel aanraken, die onder spanning staan. Zo kan er kortsluiting optreden.

Montage

Tussen het kookvlak en de wasemkap dient u een minimumafstand

te houden van:

45 cm boven elektrische kookvlakken

65 cm boven gaskookvlakken.

Boven gaskookvlakken mag u deze wasemkap enkel op min-

stens 65 cm afstand monteren als de volgende nominale warmtebelastingen niet worden overschreden:

Gasfornuis

Max. belasting

een brander

2,7 kW

alle branders

7,5 kW

oven

3,5 kW

 

 

Gaskookvlak

Max. belasting

een brander

3,5 kW

alle branders

10,3 kW

Keramisch kookvlak op gas

De gegevens omtrent de nominale warmtebelasting gelden niet voor keramische kookvlakken die op gas werken. Hou absoluut rekening met de gegevens van de fabrikant van dat kookvlak.

Boven ovens of fornuizen die met vaste brandstof worden verwarmd,

mag u geen wasemkap monteren.

Gebruik voor de afvoerleiding enkel buizen of slangen van onbrand-

baar materiaal. Die kunt u bij uw handelaar of in de naverkoopdienst verkrijgen.

De afvoer van de wasemkap mag u niet aansluiten op een schoor-

steen die in gebruik is, noch op een schacht die stookplaatsen ontlucht.

Zo de afvoer in een niet meer gebruikte afvoerschouw moet worden

geleid, hou dan rekening met de plaatselijk geldige voorschriften.

6

Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen

Wees voorzichtig als u de wasemkap tegelijk gebruikt met andere

verwarmingstoestellen die lucht uit het vertrek nodig hebben. Bv. verwarmingstoestellen met gas, stookolie of steenkool, doorstroomverwarmers, boilers. De wasemkap zuigt uit het vertrek waar hij geïnstalleerd is, immers lucht weg, die voor de verbranding in het verwarmingstoestel bestemd is.

Bovendien kunnen door het zuigeffect van de wasemkap uitlaatgassen uit de schouw terugstromen. De werking van verwarmingsinstallaties met schouwaansluiting komt in het gedrang.

U vermijdt risico’s als er bij gelijktijdig gebruik van de wasemkap en van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit het vertrek is vereist, een onderdruk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04 mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het verwarmingstoestel worden teruggezogen. Dit kunt u tot stand brengen door via niet afsluitbare openingen - bv. in deu-

ren en vensters, luchttoevoeren afvoerconstructies en andere technische maatregelen als onderlinge vergrendeling e.d. de lucht voor de verbranding te laten toevoeren.

Opmerking: bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning.

In geval van twijfel neemt u het best contact op met een beëdigd schoorsteenveger.

Enkel bij toestellen met elders geplaatste ventilator

Bij toestellen met een elders geplaatste ventilator (modellen met EXT) dient u beide elementen via de

verbindingdleiding met stekkers te verbinden.

Let erop dat u de juiste toestellen combineert.

Berging van uw oud toestel

Bij oude, niet meer gebruikte toestellen trekt u de stekker uit het

stopcontact. Maak daarna snoer en stekker onbruikbaar.

Zo vermijdt u dat uw toestel voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt.

De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.

7

Hoe werkt uw toestel?

Uw wasemkap werkt

. . . met afvoer naar buiten:

De aangezogen lucht wordt door de vetfilter gereinigd en naar buiten afgevoerd.

Het toestel is uitgerust met een terugslagklep.

Als de wasemkap niet werkt, is deze klep gesloten. Er kan geen buitenlucht naar binnen noch binnenlucht naar buiten stromen. Zodra u het toestel inschakelt, gaat de klep open. Zo kan de keukendamp ongehinderd naar buiten.

. . . met een elders geplaatste ventilator:

Modellen uit de reeks ...EXT zijn voorzien voor aansluiting op elders geplaatste ventilatoren.

Zo’n buiten-de-keuken-ventilator wordt door een besturingsleiding met de wasemkap verbonden. U kunt hem via het bedieningspaneel van de wasemkap bedienen.

8

Miele DA 226, DA 226 EXT, DA 227, DA 227 EXT, DA 229 User Manual

Beschrijving van de toestellen

bToets voor de vetfilter(s)

cToets om toestel te laten nawerken

dToets om het vermogen in te stellen eToets aan/uit

fToets voor de verlichting

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gAanpasstuk

iLuifel

hSchouw

jHoofdschakelaar

9

Bediening

U kunt een functie kiezen door met een vinger zachtjes op de toetsen te drukken.

Inschakelen

Zet de hoofdschakelaar op ‘I’.

Druk op de toets aan/uit.

Het controlelampje gaat branden.

De verlichting in- /uitschakelen

U kunt de verlichting inschakelen ook als de wasemkap niet werkt.

Druk op de toets voor de verlichting.

Is het licht ingeschakeld, dan brandt ook het controlelampje bij die toets.

Het vermogen instellen

Naar gelang van de intensiteit van de kookdampen kunt u tussen 4 vermogens kiezen.

Voor een normaal kookproces volstaat een laag tot matig vermogen.

Bij het begin van een braadproces of bij een kookproces met sterke reukontwikkeling is de hoogste stand aan te bevelen.

Bij het inschakelen via de toets aan/uit is een gemiddeld vermogen ingesteld.

Schakelt u de wasemkap in via de hoofdschakelaar of na een stroomonderbreking, dan start het toestel op de laatst gekozen stand.

Kies met de toets _het gewenste vermogenniveau.

Toets $= laag vermogen

Toets >= hoog vermogen

De controlelampjes duiden het gekozen vermogen aan.

10

Loading...
+ 22 hidden pages