Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NLM.-Nr. 10 760 280
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen......................................................... 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot
gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Lees voor de veiligheid ook de gebruiks- en montagehandleidingen van de bijbehorende SmartLine-elementen en kookplaten.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het afzuigen van dampen
en geuren die bij de bereiding van levensmiddelen vrijkomen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn
van de gevaren van een foutieve bediening.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er kinderen in huis zijn
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een
foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het ap-
paraat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ontstaan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend uitvoeren door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd.
De werkbladafzuiging mag alleen in combinatie met de door Miele
aangegeven SmartLine-elementen en kookplaten worden gemonteerd en gebruikt.
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer het vóór de inbouw op zichtbare schade. Neem een beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Het apparaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Vergelijk
deze gegevens vóór de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het apparaat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig-
heid is gewaarborgd.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het apparaat.
Dat is gevaarlijk en kan storingen veroorzaken.
Open de ommanteling alleen voorzover dat in het kader van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen geval overige delen
van de ommanteling.
De garantie vervalt als het apparaat niet wordt gerepareerd door
een technicus die door Miele is geautoriseerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van Miele-onderdelen kunnen wij garanderen dat zij volledig aan de veiligheidseisen voldoen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-
klok of een systeem dat op afstand werkt.
Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stek-
ker heeft, mag het apparaat uitsluitend door een vakman op het net
worden aangesloten.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type
H 05 VV-F (PVC-geïsoleerd). Zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting".
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat volledig van het elektriciteitsnet zijn losgekoppeld. Ga
daarvoor als volgt te werk:
– schakel de zekeringen van de huisinstallatie uit of
– draai de zekeringen van de huisinstallatie er geheel uit of
– trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos. Trek daarbij
niet aan de elektriciteitskabel maar aan de netstekker.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gelijktijdig gebruik van de werkbladafzuiging en een apparaat dat lucht in
diezelfde ruimte verbruikt
Er zijn apparaten die ertoe dienen om iets te verhitten, daarvoor de lucht gebruiken in het vertrek waar zij zich bevinden en de
verbruikte lucht door bijv. een schoorsteen naar buiten afvoeren.
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om gas-, olie- of kolenkachels, geisers, boilers, warmwaterketels, gaskookplaten en gasovens.
Wanneer zo'n verbrandingsapparaat zich in dezelfde ruimte bevindt als de werkbladafzuiging en tegelijk daarmee wordt gebruikt,
ontstaat er een gevaarlijke situatie. De werkbladafzuiging onttrekt
namelijk zuurstof aan deze ruimte en aan de kamers ernaast.
Dat geldt voor afzuiging
- met luchtafvoer,
- met luchtcirculatie met een buiten het vertrek geplaatste luchtcirculatiebox.
Wanneer er niet voldoende lucht wordt toegevoerd ontstaat er onderdruk. Daardoor krijgt een verbrandingsapparaat te weinig lucht
om te verbranden, kan het verbrandingsproces niet goed worden
uitgevoerd en kunnen er giftige gassen ontstaan. Deze kunnen uit
de schoorsteen of een ander luchtafvoerkanaal in de woonvertrekken terechtkomen.
Dit is levensgevaarlijk!
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het gelijktijdig gebruik van de werkbladafzuiging en een verbrandingsapparaat in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk
maximaal 4 Pa (0,04 mbar) is. In dat geval bestaat er geen gevaar
dat de afvoergassen van het verbrandingsapparaat worden teruggezogen.
Hiervoor kan worden gezorgd als er, bijv. door niet afsluitbare openingen in deuren of ramen, constant lucht wordt toegevoerd die
nodig is voor de verbranding. Hierbij moet er wel op worden gelet
dat de luchttoevoeropening voldoende dwarsdoorsnede heeft.
Luchttoevoer-/luchtafvoermuurkasten garanderen geen constante
luchttoevoer.
Laat bij de beoordeling van de situatie door een deskundige naar
het gehele luchtgeleidingssysteem in de woning kijken.
Wanneer de werkbladafzuiging met luchtcirculatie wordt gebruikt
en de lucht wordt teruggevoerd in het vertrek waar het apparaat is
geplaatst, is gelijktijdig gebruik van de werkbladafzuiging en een
verbrandingsapparaat in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Werk met het oog op brandgevaar nooit met open vuur naast de
werkbladafzuiging: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden. Een werkbladafzuiging die in gebruik is, trekt de vlammen in het
filter, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Oververhitte olie en oververhit vet kan vlam vatten en de werk-
bladafzuiging in brand steken.
Blijf er daarom altijd bij wanneer u boven kookplaat, fornuis of elektrische grill aan het bakken, braden, frituren of grilleren bent.
Gebruik de werkbladafzuiging nooit zonder vetfilter om te voorko-
men dat zich vuil en vet in de afzuiging afzetten, waardoor deze op
den duur niet meer goed zal functioneren.
Er kan brand ontstaan als het apparaat niet volgens de aanwij-
zingen in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
Pas op! De werkbladafzuiging kan heel heet worden door de hete
kookdampen.
Raak de ommanteling en het vetfilter pas aan als de werkbladafzuiging afgekoeld is.
Gebruik de werkbladafzuiging niet als plateau.
Vocht kan de werkbladafzuiging beschadigen.
Houd vloeistoffen dus uit de buurt van de werkbladafzuiging.
Lichte voorwerpen kunnen door de werkbladafzuiging opgezogen
worden, waardoor de afzuiging niet meer goed functioneert.
Leg geen lichte voorwerpen zoals doekjes of papier in de buurt van
de werkbladafzuiging.
Als u het apparaat meteen naast een werkbladafzuiging gebruikt,
moet tussen de werkbladafzuiging en het kookelement een FlameGuard worden geplaatst.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen.
12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal waardevolle
materialen. Ze bevatten ook stoffen,
mengsels en onderdelen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone huisafval
doet of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Doe uw oude
apparaat daarom nooit bij het gewone
afval.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk
zelf verantwoordelijk voor het wissen
van eventuele persoonlijke gegevens op
het af te danken apparaat. Bewaar het
afgedankte apparaat buiten het bereik
van kinderen.
13
Overzicht
Werkbladafzuiging
a
FlameGuard
b
Vetfilter
c
Afdekking met bedieningseenheid
d
Behuizing
e
Vetopvangschaal
f
Luchtkanaal
g
Ventilator
h
E-box
14
Bedieningselementen/displays
a
Werkbladafzuiging in-/uitschakelen
b
Cijferreeks (bedieningspaneel) voor het instellen van de vermogensstand
Overzicht
15
SmartLine-element voor het eerst reinigen
Plak het typeplaatje dat bij de docu-
mentatie gevoegd is op de daarvoor
bestemde plaats in het hoofdstuk
"Service, typeplaatje, garantie".
Verwijder eventueel aanwezige be-
schermfolies en stickers.
Wis het keramische oppervlak met
een vochtige doek af en wrijf het
daarna weer droog.
16
De werkbladafzuiging kan op de vol-
gende manieren worden gebruikt:
Luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door het
vetfilter gereinigd en vervolgens naar
buiten afgevoerd.
Luchtcirculatie
(met ombouwset DUU 1000(-1))
De aangezogen lucht wordt door het
vetfilter gereinigd. Vervolgens wordt de
lucht naar de luchtcirculatiebox geleid,
waar de lucht bovendien door een antigeurfilter wordt gereinigd. Daarna wordt
de lucht weer in de keuken geleid.
Functiebeschrijving
17
Tips om energie te besparen
De werkbladafzuiging is heel efficiënt en
energiezuinig. De volgende maatregelen
ondersteunen een zuinig gebruik van
het apparaat:
– Zorg tijdens het koken voor een goe-
de ventilatie van de keuken. Als bij afzuiging met luchtafvoer nicht voldoende lucht wordt aangevoerd,
werkt de werkbladafzuiging niet efficiënt en maakt meer geluid.
– Kook met een zo laag mogelijk ver-
mogen. Als er weinig damp vrijkomt
bij het koken, kunt u voor de afzuiging een lagere vermogensstand kiezen. Zo verlaagt u het energieverbruik.
– Controleer het ingestelde vermogen
op de werkbladafzuiging. Meestal is
een lage vermogensstand voldoende.
Gebruik de boosterstand alleen als
dat nodig is.
– Zet het afzuigsysteem tijdig op een
hogere stand als er veel damp vrijkomt. Dat is efficiënter dan door langdurig afzuigen te proberen dampen
terug te zuigen die zich al hebben
verspreid.
– Schakel de afzuiging na het koken
weer uit.
– Reinig of vervang het filter van het af-
zuigsysteem regelmatig. Een sterk
verontreinigd filter vermindert het vermogen, verhoogt het brandgevaar en
vormt een hygiënerisico.
18
Bediening
FlameGuard
Plaats de FlameGuard als u meteen
naast de werkbladafzuiging een gaskookplaat of een gaskookplaat voor
woks gebruikt.
Werkbladafzuiging inschakelen
Tip de sensortoets aan.
De sensortoetsen lichten op.
Als u daarna geen instellingen uitvoert,
wordt het apparaat om veiligheidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Werkbladafzuiging uitschakelen
Tip de sensortoets aan.
De sensortoetsen doven.
Als u het systeem niet uitschakelt,
wordt het 12uur na de laatste bediening automatisch uitgeschakeld.
Naloop
Om achtergebleven wasem en geurtjes
uit de keukenlucht te verwijderen, loopt
de werkbladafzuiging na het uitschakelen nog 5minuten op de laatst ingestelde vermogensstand door. Tijdens de
nalooptijd wordt de vermogensstand
stapsgewijs verlaagd. De actuele vermogensstand knippert tijdens de nalooptijd.
Vermogensstand instellen/wijzigen
Voor normaal gebruik kunt u kiezen uit
de vermogensstanden 1 tot en met 3.
Bij sterke wasem- en geurvorming (zoals bij het aanbraden) kunt u de boosterstand B gebruiken.
Kies de gewenste vermogensstand.
Booster
De maximale looptijd voor de booster
bedraagt 10minuten.
Om de boosterfunctie voortijdig te
beëindigen, stelt u een andere vermogensstand in.
19
Reiniging en onderhoud
Verbrandingsgevaar!
Zorg dat de werkbladafzuiging en de
kookelementen uitgeschakeld zijn.
De kookelementen moeten afgekoeld
zijn.
Letselrisico!
De stoom van een stoomreiniger kan
terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een
stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen wanneer u ongeschikte reinigingsmiddelen gebruikt.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Verwijder resten van reinigingsmid-
delen onmiddellijk.
Laat het SmartLine-element voor elke reiniging afkoelen.
Reinig het apparaat en de accessoi-
res na elk gebruik.
Maak het apparaat na elke vochtige
reiniging weer droog om kalkresten te
voorkomen.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
– afwasmiddelen,
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmiddel en reinigingssteen,
20
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen,
– reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten,
– grill- en ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde borstels en spons-
jes (bijv. schuursponsjes), of gebruikte sponsjes die nog resten van
een schuurmiddel bevatten,
– vlekkensponsjes.
Reiniging en onderhoud
Keramische plaat
Spitse voorwerpen kunnen beschadigingen veroorzaken!
Reinig het gedeelte tussen de keramische plaat en het werkblad niet
met spitse voorwerpen.
Met een afwasmiddel worden niet alle verontreinigingen en resten verwijderd.
Er ontstaat een onzichtbare film die
tot verkleuringen van het keramische
glas leidt. Deze verkleuringen kunnen
niet meer worden verwijderd.
Reinig de keramische plaat regelmatig met een speciaal reinigingsmiddel
voor keramisch glas.
Verwijder alle grove verontreinigingen
met een vochtige doek. Vastgekoekte
verontreinigingen verwijdert u met
een glasschraper.
Reinig de keramische plaat vervol-
gens met het Miele-reinigingsmiddel
voor keramische platen en roestvrij
staal (zie ook "Bij te bestellen accessoires") of met een ander geschikt
reinigingsmiddel voor keramische
platen. Gebruik hierbij keukenpapier
of een schone doek. Houdt u zich
aan de aanwijzingen van de fabrikant
van het reinigingsmiddel.
Wis het keramische oppervlak met
een vochtige doek af en wrijf het
daarna weer droog. Verwijder alle reinigingsmiddelresten.
Opvangschaal
Reinig de opvangschaal als door morsen of overkoken vloeistoffen in de afzuiging zijn terechtgekomen.
Haal het vetfilter eruit en reinig het
zoals verderop beschreven onder
"Vetfilter".
Houd de opvangschaal vast en open
de 2vergrendelingen (1voor, 1achter). Houd de opvangschaal recht en
haal deze voorzichtig van de behuizing los.
Giet het vocht weg.
Reinig de opvangschaal en droog de-
ze af.
Reinig ook de binnenkant van de af-
zuiging (voor zover u erbij kunt) en
droog deze delen weer af.
Bevestig de opvangschaal weer aan
de behuizing.
Plaats het vetfilter terug en ook de af-
dekking.
Verwijder vlekken van kalkresten of
water met het reinigingsmiddel voor
keramische platen en roestvrij staal.
21
Reiniging en onderhoud
Vetfilter
Het herbruikbare metalen vetfilter houdt
de vaste bestanddelen van de kookdampen tegen (vet, stof, etc.) en voorkomt dat de werkbladafzuiging vuil
wordt. Aangekoekt vet wordt na verloop
van tijd hard en het wordt dan steeds
moeilijker om het filter schoon te krijgen. U kunt daarom het beste het vetfilter om de 3–4weken schoonmaken.
Bij een overmatig vervuild vetfilter
bestaat brandgevaar!
Reinig het vetfilter regelmatig.
Vetfilter verwijderen
Verwijder de FlameGuard.
Verwijder het vetfilter voorzichtig.
Kantel het vetfilter niet!
Giet het vocht weg dat zich op de bo-
dem van het vetfilter heeft verzameld.
Vetfilter handmatig reinigen
Reinig het vetfilter met een afwasbor-
stel en wat warm water met een mild
afwasmiddel. Gebruik geen geconcentreerd afwasmiddel.
Vetfilter in de afwasautomaat reinigen
Zet het vetfilter met de filterbodem
naar boven in het onderrek. Let erop
dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
Bij reiniging in de afwasautomaat kunnen sommige reinigingsmiddelen blijvende verkleuringen veroorzaken op
de filteroppervlakken van het vetfilter.
Deze verkleuringen hebben geen nadelig effect op de werking van het filter.
Het plaatsen van het vetfilter
Plaats het vetfilter zo dat de open
kant van het filter zich aan de open
kant van de behuizing bevindt.
Binnenkant behuizing
Reinig ook de voor u toegankelijke
delen van de behuizing als u het vetfilter heeft verwijderd. Zo voorkomt u
brandgevaar.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen 50°C en 65°C.
22
Nuttige tips
De meeste storingen en problemen, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden,
kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat
u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
ProbleemOorzaak en oplossing
Het apparaat kan niet
ingeschakeld worden.
De vermogensstanden 1
tot B licht na elkaar op.
Het apparaat heeft geen stroom.
Controleer of de zekering van de elektrische instal-
latie doorgeslagen is. Neem contact op met een
elektricien of met Miele (minimale sterkte van de
zekering zie typeplaatje).
Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Maak het apparaat ca.1minuut spanningsvrij. Doe
dat als volgt:
– schakel de hoofdschakelaar van de huisinstalla-
tie uit c.q. draai de betreffende zekering(en) eruit
of
– schakel de aardlekschakelaar uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het apparaat
dan nog niet in gebruik nemen, neem dan contact
op met een elektricien of met Miele.
Na een stroomstoring wordt een automatische reset
uitgevoerd.
23
Bij te bestellen accessoires
Speciaal voor uw apparatuur levert
Miele een uitgebreid assortiment aan
toebehoren, alsmede reinigings- en onderhoudsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig
via de Miele-webshop bestellen.
De producten zijn ook verkrijgbaar bij
Miele (zie achter in deze gebruiksaanwijzing) en bij uw Miele-vakhandelaar.
FlameGuard
Voor plaatsing tussen de werkbladafzuiging en een SmartLine-element op gas.
Reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal
250 ml
Voor het verwijderen van verontreinigingen, kalk- en aluminiumvlekken
Microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontreinigingen
24
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Om schade aan het SmartLine-element te voorkomen, mag het pas na de montage van de bovenkasten worden ingebouwd.
De aansluitkabel mag na de inbouw van het apparaat niet in aan-
raking komen met de beweegbare delen van de keukenelementen
(zoals een lade) en mag ook niet worden blootgesteld aan mechanische belastingen.
Combinatie met gasapparaten
Naast de werkbladafzuiging mogen alleen CS 7xxx-gasapparaten
van Miele worden ingebouwd.
Neem de veiligheidsafstanden op de volgende pagina's in acht.
Voor het monteren van de luchtafvoer mogen alleen buizen of
slangen van niet-brandbaar materiaal worden gebruikt. Deze zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij Miele Nederland.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een schoorsteen die
wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht
die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is voor de afvoer van rook of gas, dient u eerst
de officiële voorschriften te raadplegen.
Alle maten zijn in mm aangegeven.
25
Aanwijzingen voor het inbouwen
Inbouw (met rand)
Dichting tussen SmartLine-element
en werkblad
Als u voegenkit gebruikt tussen het
SmartLine-element en het werkblad
kunnen het apparaat en het werkblad
beschadigd raken als het apparaat
voor werkzaamheden moet worden
verwijderd.
Gebruik daarom geen voegenkit tussen het apparaat en het werkblad.
De dichting onder de rand van het
apparaat is voldoende als afdichting
tussen het apparaat en het werkblad.
Werkblad met tegels
De voegen en het gearceerde gedeelte onder de rand moeten glad en
vlak zijn, zodat het apparaat gelijkmatig
aansluit en de dichting onder de rand
van het apparaat voldoende afdicht.
26
Aanwijzingen voor het inbouwen
Inbouw (zonder rand)
Een vlakke inbouw (zonder rand) is alleen mogelijk bij natuurstenen (graniet,
marmer), massief houten en betegelde
werkbladen. Als uw werkblad van een
ander materiaal is gemaakt, informeer
dan bij de fabrikant of het werkblad
geschikt is voor vlakke inbouw.
De breedte (binnenwerks) van de onderkast moet minimaal zo groot zijn
als de uitsparing in het werkblad (zie
"Inbouwmaten zonder rand"), zodat
het apparaat ook na de inbouw van
onderaf goed toegankelijk is. Een
technicus moet de onderkant van het
apparaat kunnen verwijderen. Als het
apparaat niet van onderaf toegankelijk
is, moet de voegenkit bij onderhoudswerkzaamheden worden verwijderd
om het apparaat te kunnen verwijderen.
Het SmartLine-element
– kan rechtstreeks in een correct voor-
bereid natuurstenen werkblad worden geplaatst,
– moet in een massief-houten en bete-
geld werkblad met houten lijsten worden bevestigd. Deze lijsten worden
niet bij het apparaat geleverd.
27
Aanwijzingen voor het inbouwen
Bij inbouw van meerdere
SmartLine-elementen
De voegen tussen de afzonderlijke
SmartLine-elementen moeten met een
temperatuurbestendige (min. 160°C) siliconenkit worden gevuld. Bij inbouw
zonder rand moet ook de voeg tussen
het/de SmartLine-element(en) en het
werkblad met een temperatuurbestendige (min.160°C) siliconenkit worden
gevuld.
De elementen moeten na de inbouw
van onderaf goed toegankelijk zijn, zodat de onderkant van de apparaten
voor onderhoudsdoeleinden kan worden verwijderd. Als de apparaten niet
van onderaf toegankelijk zijn, moet de
voegenkit bij onderhoudswerkzaamheden worden verwijderd om de apparaten te kunnen verwijderen.
Minimale sokkelhoogte
De ventilator van de werkbladafzuiging
wordt in de sokkel onder de kastbodem
geplaatst. De minimale sokkelhoogte
moet 100mm bedragen.
Corpusachterwand inbouwkast
Het luchtkanaal wordt achter de corpusachterwand van de inbouwkast aangebracht. De corpusachterwand moet
voor eventuele werkzaamheden demonteerbaar zijn.
Vetopvangschaal
Het apparaat moet zo worden ingebouwd dat de vetopvangschaal goed
toegankelijk is. De schaal moet voor reinigingsdoeleinden kunnen worden verwijderd.
Werkbladdiepte
De werkbladafzuiging kan naar keuze
met een aansluiting voor een luchtkanaal rechts of links worden ingebouwd.
Minimale werkbladdiepte bij
– aansluiting rechts 600mm
– aansluiting links 665mm
28
Inbouwmogelijkheden
Luchtcirculatiesysteem
Luchtafvoersysteem
Aanwijzingen voor het inbouwen
29
Inbouwmaten
Inbouw (met rand)
a
Voor
b
Ventilator (in de sokkel op de vloer)
c
Luchtkanaal
d
E-box
30
Inbouw (zonder rand)
Inbouwmaten
a
Voor
b
Ventilator (in de sokkel op de vloer)
c
Getrapte freesrand (voor de detailtekeningen zie "Inbouwmaten zonder
rand")
d
Houten lijst 12mm (niet bijgeleverd,
voor de detailtekeningen zie "Inbouwmaten zonder rand")
e
Luchtkanaal
f
E-box
31
Inbouwmaten met rand
Aanwijzingen voor het berekenen van de uitsparing
De elementen liggen 10mm op het werkblad.
Bij inbouw van meerdere elementen moet tussen de afzonderlijke elementen een
afstand van 2mm worden aangehouden.
Berekening uitsparingB
1 element = breedte van het element min 10mm rechts, min 10mm links.
Meerdere elementen = totale breedte van de elementen plus 2mm afstand tussen
de elementen, min 10mm rechts, min 10mm links.
Als de dikte van het werkblad meer
dan 24mm is, moet het werkblad aan
de onderkant worden aangepast.
a
Werkblad
b
Maximaal 24mm
c
12mm
Profielen bevestigen
1 profiel (bij de verbindingsstrip gevoegd) moet aan de rechter dan wel linker kant van de uitsparing in het midden
worden bevestigd.
Werkblad van natuursteen
Voor het bevestigen van het profiel
moet u sterk dubbelzijdig plakband
gebruiken (niet bijgeleverd).
Bevestig het plakband langs de bo-
venrand van de uitsparing.
Plaats het profiel strak tegen de bo-
venrand van de uitsparing.
Druk het profiel stevig vast.
Werkblad van hout
Plaats het profiel strak tegen de bo-
venrand van de uitsparing.
Bevestig het profiel met de bijgele-
verde houtschroeven 3,5x25mm.
35
Inbouwmaten zonder rand
Werkblad van natuursteenWerkblad van hout
+0,5
* 7
mm bij CS 7611
Aanwijzingen voor het berekenen van de uitsparing
De elementen liggen 10mm op het werkblad.
Bij inbouw van meerdere elementen moet tussen de afzonderlijke elementen een
afstand van 2mm worden aangehouden.
Berekening uitsparingA
1 element = breedte van het element plus 2mm rechts, plus 2mm links.
Meerdere elementen = totale breedte van de elementen plus 2mm afstand tussen
de elementen, plus 2mm rechts, plus 2mm links.
Berekening uitsparingB = uitsparingA min 12mm rechts, min 12mm links.
Hierna volgen enkele voorbeelden.
36
Inbouw met werkbladafzuiging
Inbouwmaten zonder rand
CombinatievoorbeeldenAantalxbreedte [mm]Afme-
Kookelemen-
ten
Werkblad-
afzuiging
1x3781x120
2x3781x120
1x378
2x120
tingA
[mm]
504
884
1248
+1
+1
1x620
3x3782x120
2x378
2x120
1386
1628
1x620
4x3782x120
1x6202x120
1766
868
+1
+1
+1
+1
+1
AfmetingB
[mm]
480
860
1224
1362
1604
1742
844
+1
+1
+1
+1
+1
+1
+1
37
Inbouwmaten zonder rand
Inbouw zonder werkbladafzuiging
Combinatievoorbeelden
Aantalxbreedte
[mm]
Kookelementen
1x378
2x378
1x378
1x620
3x378
2x378
1x620
4x378
AfmetingA
[mm]
+1
382
+1
762
+1
1004
+1
1142
+1
1384
+1
1522
AfmetingB
[mm]
+1
358
+1
738
+1
980
+1
1118
+1
1360
+1
1498
38
Inbouw (zonder rand) aan de buitenkant
Als de dikte van het werkblad meer
dan 28mm is, moet het werkblad aan
de onderkant worden aangepast.
a
Werkblad
b
Maximaal 24mm
c
12mm
Profielen bevestigen
1 profiel (bij de verbindingsstrip gevoegd) moet aan de rechter dan wel linker kant van de uitsparing in het midden
worden bevestigd.
Werkblad van natuursteen
Voor het bevestigen van het profiel
moet u sterk dubbelzijdig plakband
gebruiken (niet bijgeleverd).
Bevestig het plakband langs de bo-
venrand van het onderste gedeelte
van de getrapte freesrand (zie afbeelding).
Plaats het profiel strak tegen de bo-
venrand van het onderste gedeelte
van de getrapte freesrand (zie afbeelding).
Druk het profiel stevig vast.
Werkblad van hout
Plaats het profiel strak tegen de bo-
venrand van het onderste gedeelte
van de getrapte freesrand (zie afbeelding).
Bevestig het profiel met de bijgele-
verde houtschroeven 3,5x25mm.
39
Verbindingsstrips
Bij inbouw van meerdere SmartLine-elementen moet tussen de afzonderlijke apparaten telkens een verbindingsstrip worden geplaatst.
De bij de verbindingsstrips gevoegde klemmen zijn alleen nodig bij inbouw van
een CSDA.
Inbouw van 3 elementen en 2 verbindingsstrips
Inbouw (met rand)
Inbouw (zonder rand)
40
Verbindingsstrips werkbladafzuiging
Inbouw (met rand)
a
Klemmen
Inbouw (zonder rand)
Verbindingsstrips
a
Klemmen
41
Inbouwen
Voorbereiding werkblad
Maak de uitsparing in het werkblad.
Let op de veiligheidsafstanden (zie
het hoofdstuk "Veiligheidsafstanden").
De snijvlakken van houten werk-
bladen moeten met speciale lak, sili-
conenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast. Het
afdichtmateriaal moet temperatuurbestendig zijn.
De producten mogen niet op het
werkblad terechtkomen.
Inbouw (zonder rand)
Bevestig bij houten werkbladen de
houten lijsten 5,5mm onder de bovenkant van het werkblad.
Bij de CS 7611 moet de houten lijst
7mm onder de bovenkant van het
werkblad worden bevestigd.
42
Inbouwen
Verbindingsstrips monteren
Werkblad van hout
Werkblad van natuursteen
Voor het bevestigen van de verbindingsstrips moet u sterk dubbelzijdig
plakband gebruiken (niet bijgeleverd).
Plaats de verbindingsstrips strak te-
gen de bovenrand van de uitsparing
dan wel tegen het onderste gedeelte
van de getrapte freesrand (zie afbeelding).
Bevestig de verbindingsstrips met de
bijgeleverde houtschroeven
3,5x25mm.
Bevestig het plakband langs de bo-
venrand van de uitsparing dan wel
langs het onderste gedeelte van de
getrapte freesrand (zie afbeelding).
Plaats de verbindingsstrips strak te-
gen de bovenrand van de uitsparing
dan wel tegen het onderste gedeelte
van de getrapte freesrand (zie afbeelding).
Druk de verbindingsstrips stevig aan.
43
Inbouwen
Werkbladafzuiging inbouwen
De werkbladafzuiging kan naar keuze
met een aansluiting voor een luchtkanaal rechts of links worden ingebouwd.
Haal de vetopvangschaal los van de
behuizing.
a
Aansluiting luchtkanaal rechts
b
Aansluiting luchtkanaal links
Plak de bijgeleverde afdichttape on-
der de rand van de afdekking. Breng
de afdichttape niet onder spanning
aan.
Plaats de klemmen op de verbin-
dingsstrips.
Geleid de kabel voor de bediening
tussen de verbindingsstrips door naar
beneden.
Plaats de afdekking op de verbin-
dingsstrips.
44
Bevestig de behuizing van binnen
met de schroeven rechts en
links (telkens3).
Bevestig de vetopvangschaal.
Monteer het luchtkanaal.
Het luchtkanaal mag na de inbouw
niet onder mechanische spanning
staan!
Inbouwen
E-box
a
Aansluitkabel
b
Raamcontactschakelaar
c
Aansluitbus leiding werkspanning
ventilator
d
Aansluitbus leiding besturing ventilator
e
Aansluitbus leiding bedieningseenheid
Aansluiting raamcontact, indien nodig
Het raamcontact staat onder
spanning!
Pas op! Letselrisico door elektrische
schok!
Maak de werkbladafzuiging span-
ningsvrij, voordat het schakelsysteem wordt aangesloten.
De aansluitkabel van het schakelsysteem mag alleen door een vakman
worden aangesloten.
De aansluitkabel van het schakelsysteem moet van het type H03VV-F
2x0,75mm2 zijn en mag niet langer
zijn dan 2,0m.
Het schakelsysteem moet een potentiaalvrij sluitcontact hebben dat geschikt is voor 230V, 1A. In geopende
schakelstand is het afzuigsysteem
uitgeschakeld.
Gebruik alleen toegelaten en gekeurde radiografische schakelsystemen
(bijvoorbeeld raamcontactschakelaars en onderdrukschakelaars). Laat
het betreffende systeem door een
geautoriseerde vakman vrijgeven.
Voor een veilige aansluiting en een
veilig gebruik moet u over de documentatie van het externe schakelsysteem beschikken.
Haal het nokje los en trek de stekker
eruit.
Draai de schroef van de trekontlas-
ting los en ontgrendel de behuizing
aan beide kanten.
Open de behuizing.
Verwijder de stop.
45
Inbouwen
Vervang de brug door de aansluit-
kabel van het schakelsysteem.
Sluit de behuizing.
Draai de schroef van de trekontlasting
vast.
Plaats de stekker weer terug.
E-box aansluiten
Sluit de leidingen "werkspanning" en
"besturing ventilator" op de e-box en
de ventilator aan.
Voegen afdichten
De voegen tussen de afzonderlijke
SmartLine-elementen en bij inbouw
zonder rand tussen de SmartLine-elementen en het werkblad moeten met
een temperatuurbestendige
(min.160°C) siliconenkit worden gevuld.
Een ongeschikte voegenkit kan natuursteen beschadigen.
Gebruik voor natuursteen en tegels
van natuursteen uitsluitend een voor
natuursteen geschikte siliconenkit.
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Sluit de leiding "bedieningseenheid"
op de e-box aan.
De aansluitingen zijn zo geconstrueerd
dat ze niet kunnen worden verwisseld.
Sluit de werkbladafzuiging op het
elektriciteitsnet aan.
Controleer of de werkbladafzuiging
goed functioneert.
46
Gelijktijdig gebruik van de werk-
bladafzuiging en een apparaat dat
lucht in diezelfde ruimte verbruikt kan
gevaarlijk zijn! Er kunnen giftige gassen vrijkomen!
Neem beslist de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door een vakman
controleren of een veilig gebruik van
de luchtafvoer gewaarborgd is.
Luchtafvoersysteem
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de invoerbuis in stromingsrichting worden
geplaatst.
De werkbladafzuiging heeft een luchtafvoeraansluiting van 222 x 89 mm.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele slangen
van niet-brandbaar materiaal worden
gebruikt.
Voor een maximaal afzuigvermogen
en een zo laag mogelijk geluidsniveau
moeten de volgende punten in acht
worden genomen:
– De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan die van
de luchtafvoertuit (zie de afmetingen).
– De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag
niet in elkaar worden gedrukt.
– De verbindingspunten moeten stevig
en dicht zijn.
Wanneer de luchtafvoerbuis horizon-
taal wordt aangelegd, moet worden
gezorgd voor een verval van minstens
1cm per meter. Daarmee wordt voorkomen dat er condenswater in de
werkbladafzuiging kan lopen.
Als de luchtafvoerleiding door koele
ruimtes, zolders, etc. loopt, kunnen
aanzienlijke temperatuurverschillen
binnen de afzonderlijke ruimtes optreden. Dat kan condenswater veroorzaken. De luchtafvoerleiding moet dan
geïsoleerd worden.
Iedere barrière in de luchtstroom vermindert de afzuigcapaciteit en verhoogt het geluidsniveau.
47
Elektrische aansluiting
Aansluiting op een geaarde contactdoos wordt aanbevolen. Dit maakt
eventuele werkzaamheden van een
technicus gemakkelijker. De contactdoos moet ook na de inbouw van het
apparaat goed toegankelijk zijn.
Letselrisico!
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker
aanzienlijke risico's lopen waarvoor
Miele niet aansprakelijk kan worden
gesteld.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld
een elektrische schok).
Als de stekker wordt verwijderd of
als de aansluitkabel geen stekker
heeft, mag het apparaat uitsluitend
door een vakman op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Als de gebruiker niet meer bij de
contactdoos kan komen of als er
sprake is van een vaste aansluiting,
moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.
De contactopening in uitgeschakelde
toestand moet minimaal 3mm bedragen. Geschikte schakelaars zijn
zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais. De aansluitwaarden vindt u op
het typeplaatje. Deze gegevens moeten beslist met de waarden van het
elektriciteitsnet overeenkomen.
Na het inbouwen moet zijn gewaarborgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aangeraakt.
Aansluitwaarde
zie typeplaatje
Aansluitgegevens
De aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moeten beslist
met de waarden van het elektriciteitsnet
overeenkomen.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de EUvoorschriften en -richtlijnen voor Nederland geadviseerd om de huisinstallatie
van een aardlekschakelaar te voorzien
(30mA).
48
Elektrische aansluiting
Spanningsvrij maken
Pas op! Letselrisico door elek-
trische schok!
Zorg dat de netspanning niet per on-
geluk weer kan worden ingeschakeld.
Moet het apparaat spanningsvrij worden gemaakt, ga dan, afhankelijk van
de situatie, als volgt te werk:
Zekeringen
Draai de zekering los en haal deze uit
de houder.
Zekeringsautomaat
Druk op de testknop (rood) totdat de
middelste knop (zwart) eruitspringt.
Inbouwzekeringsautomaat
Zelfuitschakelaar (min. type B of C):
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)
op 0(Uit).
Vervangen van de aansluitkabel
Pas op! Letselrisico door elek-
trische schok!
De aansluiting mag alleen door een
elektricien worden uitgevoerd.
De aansluitkabel mag alleen door een
speciale kabel van het type H05VV-F
(PVC-isolatie) worden vervangen. Een
dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele.
Aardlekschakelaar
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
49
Service
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar
of Miele.
Het telefoonnummer van Miele vindt u aan het einde van dit document.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u heeft
en welk fabricagenummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Typeplaatje
Plak hier het bijgaande typeplaatje. Controleer of het type apparaat overeenkomt
met het type dat op de achterkant van dit document staat.
Garantie
De garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
50
Productinformatiebladen
Hieronder zijn de gegevensbladen bijgevoegd van de in deze gebruiks- en montagehandleiding beschreven modellen.
Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelCSDA 7000
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Verlichtingsefficiëntie (LE
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)-
Vetfilteringsefficiëntie91,4%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)B
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt384 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)44 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)66 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus70 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 97,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,30 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem0,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak