MIELE CSDA 7000 User Manual [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding Werkbladafzuiging
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa­raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL M.-Nr. 10 760 280
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen......................................................... 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
Overzicht .............................................................................................................. 14
Werkbladafzuiging................................................................................................. 14
Bedieningselementen/displays.............................................................................. 15
SmartLine-element voor het eerst reinigen ......................................................16
Functiebeschrijving ............................................................................................. 17
Tips om energie te besparen ............................................................................. 18
Bediening .............................................................................................................19
FlameGuard........................................................................................................... 19
Werkbladafzuiging inschakelen............................................................................. 19
Vermogensstand instellen/wijzigen ....................................................................... 19
Werkbladafzuiging uitschakelen............................................................................ 19
Naloop................................................................................................................... 19
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 20
Keramische plaat................................................................................................... 21
Opvangschaal ....................................................................................................... 21
Vetfilter................................................................................................................... 22
Nuttige tips........................................................................................................... 23
Bij te bestellen accessoires................................................................................ 24
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ......................................................... 25
Aanwijzingen voor het inbouwen....................................................................... 26
Inbouw (met rand) ................................................................................................. 26
Bij inbouw van meerdere SmartLine-elementen ................................................... 28
Minimale sokkelhoogte.......................................................................................... 28
Werkbladdiepte ..................................................................................................... 28
Inbouwmogelijkheden ........................................................................................... 29
Inbouwmaten ....................................................................................................... 30
Inbouw (met rand) ................................................................................................. 30
Inbouw (zonder rand)............................................................................................. 31
Inbouwmaten met rand....................................................................................... 32
Inbouw (met rand) aan de buitenkant................................................................ 35
Inhoud
Inbouwmaten zonder rand ................................................................................. 36
Inbouw (zonder rand) aan de buitenkant ..........................................................39
Verbindingsstrips................................................................................................. 40
Inbouwen.............................................................................................................. 42
Voorbereiding werkblad ........................................................................................ 42
Verbindingsstrips monteren................................................................................... 43
Werkbladafzuiging inbouwen ................................................................................ 44
E-box..................................................................................................................... 45
Luchtafvoersysteem............................................................................................ 47
Elektrische aansluiting........................................................................................ 48
Service.................................................................................................................. 50
Contact bij storingen ............................................................................................. 50
Typeplaatje ............................................................................................................ 50
Garantie................................................................................................................. 50
Productinformatiebladen.................................................................................... 51

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Wanneer deze niet wor­den opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Lees voor de veiligheid ook de gebruiks- en montagehandleidin­gen van de bijbehorende SmartLine-elementen en kookplaten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Verantwoord gebruik

Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het afzuigen van dampen
en geuren die bij de bereiding van levensmiddelen vrijkomen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoog­te zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Wanneer er kinderen in huis zijn

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be­dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het ap-
paraat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont­staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uit­sluitend uitvoeren door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd.
De werkbladafzuiging mag alleen in combinatie met de door Miele
aangegeven SmartLine-elementen en kookplaten worden gemon­teerd en gebruikt.
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer het vóór de inbouw op zichtbare schade. Neem een be­schadigd apparaat nooit in gebruik.
Het apparaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen­komen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens vóór de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektri­cien.
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap­paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig-
heid is gewaarborgd.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het apparaat. Dat is gevaarlijk en kan storingen veroorzaken. Open de ommanteling alleen voorzover dat in het kader van de mon­tage en de reiniging is toegestaan. Open in geen geval overige delen van de ommanteling.
De garantie vervalt als het apparaat niet wordt gerepareerd door
een technicus die door Miele is geautoriseerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van Miele-onderdelen kunnen wij garan­deren dat zij volledig aan de veiligheidseisen voldoen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-
klok of een systeem dat op afstand werkt.
Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stek-
ker heeft, mag het apparaat uitsluitend door een vakman op het net worden aangesloten.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-geïsoleerd). Zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting".
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat volledig van het elektriciteitsnet zijn losgekoppeld. Ga daarvoor als volgt te werk:
– schakel de zekeringen van de huisinstallatie uit of
– draai de zekeringen van de huisinstallatie er geheel uit of
– trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos. Trek daarbij
niet aan de elektriciteitskabel maar aan de netstekker.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Gelijktijdig gebruik van de werkbladafzuiging en een apparaat dat lucht in diezelfde ruimte verbruikt

Er zijn apparaten die ertoe dienen om iets te verhitten, daar­voor de lucht gebruiken in het vertrek waar zij zich bevinden en de verbruikte lucht door bijv. een schoorsteen naar buiten afvoeren. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om gas-, olie- of kolenkachels, gei­sers, boilers, warmwaterketels, gaskookplaten en gasovens. Wanneer zo'n verbrandingsapparaat zich in dezelfde ruimte be­vindt als de werkbladafzuiging en tegelijk daarmee wordt gebruikt, ontstaat er een gevaarlijke situatie. De werkbladafzuiging onttrekt namelijk zuurstof aan deze ruimte en aan de kamers ernaast. Dat geldt voor afzuiging
- met luchtafvoer,
- met luchtcirculatie met een buiten het vertrek geplaatste luchtcir­culatiebox. Wanneer er niet voldoende lucht wordt toegevoerd ontstaat er on­derdruk. Daardoor krijgt een verbrandingsapparaat te weinig lucht om te verbranden, kan het verbrandingsproces niet goed worden uitgevoerd en kunnen er giftige gassen ontstaan. Deze kunnen uit de schoorsteen of een ander luchtafvoerkanaal in de woonvertrek­ken terechtkomen. Dit is levensgevaarlijk!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het gelijktijdig gebruik van de werkbladafzuiging en een verbran­dingsapparaat in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk maximaal 4 Pa (0,04 mbar) is. In dat geval bestaat er geen gevaar dat de afvoergassen van het verbrandingsapparaat worden terug­gezogen.
Hiervoor kan worden gezorgd als er, bijv. door niet afsluitbare ope­ningen in deuren of ramen, constant lucht wordt toegevoerd die nodig is voor de verbranding. Hierbij moet er wel op worden gelet dat de luchttoevoeropening voldoende dwarsdoorsnede heeft. Luchttoevoer-/luchtafvoermuurkasten garanderen geen constante luchttoevoer.
Laat bij de beoordeling van de situatie door een deskundige naar het gehele luchtgeleidingssysteem in de woning kijken.
Wanneer de werkbladafzuiging met luchtcirculatie wordt gebruikt en de lucht wordt teruggevoerd in het vertrek waar het apparaat is geplaatst, is gelijktijdig gebruik van de werkbladafzuiging en een verbrandingsapparaat in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

Werk met het oog op brandgevaar nooit met open vuur naast de
werkbladafzuiging: zo is flamberen en grilleren met open vuur verbo­den. Een werkbladafzuiging die in gebruik is, trekt de vlammen in het filter, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Oververhitte olie en oververhit vet kan vlam vatten en de werk-
bladafzuiging in brand steken. Blijf er daarom altijd bij wanneer u boven kookplaat, fornuis of elek­trische grill aan het bakken, braden, frituren of grilleren bent.
Gebruik de werkbladafzuiging nooit zonder vetfilter om te voorko-
men dat zich vuil en vet in de afzuiging afzetten, waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Er kan brand ontstaan als het apparaat niet volgens de aanwij-
zingen in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
Pas op! De werkbladafzuiging kan heel heet worden door de hete
kookdampen. Raak de ommanteling en het vetfilter pas aan als de werkbladafzui­ging afgekoeld is.
Gebruik de werkbladafzuiging niet als plateau.Vocht kan de werkbladafzuiging beschadigen.
Houd vloeistoffen dus uit de buurt van de werkbladafzuiging.
Lichte voorwerpen kunnen door de werkbladafzuiging opgezogen
worden, waardoor de afzuiging niet meer goed functioneert. Leg geen lichte voorwerpen zoals doekjes of papier in de buurt van de werkbladafzuiging.
Als u het apparaat meteen naast een werkbladafzuiging gebruikt,
moet tussen de werkbladafzuiging en het kookelement een Flame­Guard worden geplaatst.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen.
12

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Het afdanken van een apparaat

Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei­lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet of er niet goed mee omgaat, kun­nen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone afval.
Lever het apparaat in bij een gemeente­lijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vak­handelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken apparaat. Bewaar het afgedankte apparaat buiten het bereik van kinderen.
13

Overzicht

Werkbladafzuiging

a
FlameGuard
b
Vetfilter
c
Afdekking met bedieningseenheid
d
Behuizing
e
Vetopvangschaal
f
Luchtkanaal
g
Ventilator
h
E-box
14

Bedieningselementen/displays

a
Werkbladafzuiging in-/uitschakelen
b
Cijferreeks (bedieningspaneel) voor het instellen van de vermogensstand
Overzicht
15

SmartLine-element voor het eerst reinigen

Plak het typeplaatje dat bij de docu-
mentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk "Service, typeplaatje, garantie".
Verwijder eventueel aanwezige be-
schermfolies en stickers.
Wis het keramische oppervlak met
een vochtige doek af en wrijf het daarna weer droog.
16
De werkbladafzuiging kan op de vol-
gende manieren worden gebruikt:

Luchtafvoer

De aangezogen lucht wordt door het vetfilter gereinigd en vervolgens naar buiten afgevoerd.

Luchtcirculatie

(met ombouwset DUU 1000(-1))
De aangezogen lucht wordt door het vetfilter gereinigd. Vervolgens wordt de lucht naar de luchtcirculatiebox geleid, waar de lucht bovendien door een anti­geurfilter wordt gereinigd. Daarna wordt de lucht weer in de keuken geleid.

Functiebeschrijving

17

Tips om energie te besparen

De werkbladafzuiging is heel efficiënt en energiezuinig. De volgende maatregelen ondersteunen een zuinig gebruik van het apparaat:
– Zorg tijdens het koken voor een goe-
de ventilatie van de keuken. Als bij af­zuiging met luchtafvoer nicht vol­doende lucht wordt aangevoerd, werkt de werkbladafzuiging niet effi­ciënt en maakt meer geluid.
– Kook met een zo laag mogelijk ver-
mogen. Als er weinig damp vrijkomt bij het koken, kunt u voor de afzui­ging een lagere vermogensstand kie­zen. Zo verlaagt u het energiever­bruik.
– Controleer het ingestelde vermogen
op de werkbladafzuiging. Meestal is een lage vermogensstand voldoende. Gebruik de boosterstand alleen als dat nodig is.
– Zet het afzuigsysteem tijdig op een
hogere stand als er veel damp vrij­komt. Dat is efficiënter dan door lang­durig afzuigen te proberen dampen terug te zuigen die zich al hebben verspreid.
– Schakel de afzuiging na het koken
weer uit.
– Reinig of vervang het filter van het af-
zuigsysteem regelmatig. Een sterk verontreinigd filter vermindert het ver­mogen, verhoogt het brandgevaar en vormt een hygiënerisico.
18

Bediening

FlameGuard

Plaats de FlameGuard als u meteen
naast de werkbladafzuiging een gas­kookplaat of een gaskookplaat voor woks gebruikt.

Werkbladafzuiging inschakelen

Tip de sensortoets aan.
De sensortoetsen lichten op.
Als u daarna geen instellingen uitvoert, wordt het apparaat om veiligheidsre­denen na enkele seconden weer uit­geschakeld.
Werkbladafzuiging uitschake­len
Tip de sensortoets aan.
De sensortoetsen doven.
Als u het systeem niet uitschakelt, wordt het 12uur na de laatste bedie­ning automatisch uitgeschakeld.

Naloop

Om achtergebleven wasem en geurtjes uit de keukenlucht te verwijderen, loopt de werkbladafzuiging na het uitschake­len nog 5minuten op de laatst inge­stelde vermogensstand door. Tijdens de nalooptijd wordt de vermogensstand stapsgewijs verlaagd. De actuele ver­mogensstand knippert tijdens de na­looptijd.
Vermogensstand instellen/wij­zigen
Voor normaal gebruik kunt u kiezen uit de vermogensstanden 1 tot en met 3. Bij sterke wasem- en geurvorming (zo­als bij het aanbraden) kunt u de boos­terstand B gebruiken.
Kies de gewenste vermogensstand.

Booster

De maximale looptijd voor de booster bedraagt 10minuten.
Om de boosterfunctie voortijdig te
beëindigen, stelt u een andere vermo­gensstand in.
19

Reiniging en onderhoud

Verbrandingsgevaar!
Zorg dat de werkbladafzuiging en de kookelementen uitgeschakeld zijn. De kookelementen moeten afgekoeld zijn.
Letselrisico!
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die on­der spanning staan en een kortslui­ting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren of veranderen wanneer u onge­schikte reinigingsmiddelen gebruikt.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig. Verwijder resten van reinigingsmid-
delen onmiddellijk.
Laat het SmartLine-element voor el­ke reiniging afkoelen.
Reinig het apparaat en de accessoi-
res na elk gebruik.
Maak het apparaat na elke vochtige
reiniging weer droog om kalkresten te voorkomen.
Ongeschikte reinigingsmidde­len
Om beschadigingen aan de oppervlak­ken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt:
– afwasmiddelen,
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid­del en reinigingssteen,
20
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen,
– reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten,
– grill- en ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde borstels en spons-
jes (bijv. schuursponsjes), of ge­bruikte sponsjes die nog resten van een schuurmiddel bevatten,
– vlekkensponsjes.
Reiniging en onderhoud

Keramische plaat

Spitse voorwerpen kunnen bescha­digingen veroorzaken!
Reinig het gedeelte tussen de kera­mische plaat en het werkblad niet met spitse voorwerpen.
Met een afwasmiddel worden niet al­le verontreinigingen en resten verwij­derd.
Er ontstaat een onzichtbare film die tot verkleuringen van het keramische glas leidt. Deze verkleuringen kunnen niet meer worden verwijderd.
Reinig de keramische plaat regelma­tig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramisch glas.
Verwijder alle grove verontreinigingen
met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper.
Reinig de keramische plaat vervol-
gens met het Miele-reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal (zie ook "Bij te bestellen acces­soires") of met een ander geschikt reinigingsmiddel voor keramische platen. Gebruik hierbij keukenpapier of een schone doek. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Wis het keramische oppervlak met
een vochtige doek af en wrijf het daarna weer droog. Verwijder alle rei­nigingsmiddelresten.

Opvangschaal

Reinig de opvangschaal als door mor­sen of overkoken vloeistoffen in de af­zuiging zijn terechtgekomen.
Haal het vetfilter eruit en reinig het
zoals verderop beschreven onder "Vetfilter".
Houd de opvangschaal vast en open
de 2vergrendelingen (1voor, 1ach­ter). Houd de opvangschaal recht en haal deze voorzichtig van de behui­zing los.
Giet het vocht weg.Reinig de opvangschaal en droog de-
ze af.
Reinig ook de binnenkant van de af-
zuiging (voor zover u erbij kunt) en droog deze delen weer af.
Bevestig de opvangschaal weer aan
de behuizing.
Plaats het vetfilter terug en ook de af-
dekking.
Verwijder vlekken van kalkresten of
water met het reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal.
21
Reiniging en onderhoud

Vetfilter

Het herbruikbare metalen vetfilter houdt de vaste bestanddelen van de kook­dampen tegen (vet, stof, etc.) en voor­komt dat de werkbladafzuiging vuil wordt. Aangekoekt vet wordt na verloop van tijd hard en het wordt dan steeds moeilijker om het filter schoon te krij­gen. U kunt daarom het beste het vetfil­ter om de 3–4weken schoonmaken.
Bij een overmatig vervuild vetfilter bestaat brandgevaar!
Reinig het vetfilter regelmatig.

Vetfilter verwijderen

Verwijder de FlameGuard.Verwijder het vetfilter voorzichtig.
Kantel het vetfilter niet!
Giet het vocht weg dat zich op de bo-
dem van het vetfilter heeft verzameld.

Vetfilter handmatig reinigen

Reinig het vetfilter met een afwasbor-
stel en wat warm water met een mild afwasmiddel. Gebruik geen gecon­centreerd afwasmiddel.
Vetfilter in de afwasautomaat reini­gen
Zet het vetfilter met de filterbodem
naar boven in het onderrek. Let erop dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
Bij reiniging in de afwasautomaat kun­nen sommige reinigingsmiddelen blij­vende verkleuringen veroorzaken op de filteroppervlakken van het vetfilter. Deze verkleuringen hebben geen na­delig effect op de werking van het fil­ter.

Het plaatsen van het vetfilter

Plaats het vetfilter zo dat de open
kant van het filter zich aan de open kant van de behuizing bevindt.

Binnenkant behuizing

Reinig ook de voor u toegankelijke
delen van de behuizing als u het vet­filter heeft verwijderd. Zo voorkomt u brandgevaar.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen 50°C en 65°C.
22

Nuttige tips

De meeste storingen en problemen, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het apparaat kan niet ingeschakeld worden.
De vermogensstanden 1 tot B licht na elkaar op.
Het apparaat heeft geen stroom. Controleer of de zekering van de elektrische instal-
latie doorgeslagen is. Neem contact op met een elektricien of met Miele (minimale sterkte van de zekering zie typeplaatje).
Er is mogelijk sprake van een technische storing. Maak het apparaat ca.1minuut spanningsvrij. Doe
dat als volgt: – schakel de hoofdschakelaar van de huisinstalla-
tie uit c.q. draai de betreffende zekering(en) eruit of
– schakel de aardlekschakelaar uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het apparaat
dan nog niet in gebruik nemen, neem dan contact op met een elektricien of met Miele.
Na een stroomstoring wordt een automatische reset uitgevoerd.
23

Bij te bestellen accessoires

Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid assortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en on­derhoudsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen.
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie achter in deze gebruiksaan­wijzing) en bij uw Miele-vakhandelaar.

FlameGuard

Voor plaatsing tussen de werkbladafzui­ging en een SmartLine-element op gas.
Reinigingsmiddel voor kera­mische platen en roestvrij staal 250 ml
Voor het verwijderen van verontreini­gingen, kalk- en aluminiumvlekken

Microvezeldoekje

Voor het verwijderen van vingerafdruk­ken en lichte verontreinigingen
24

Veiligheidsinstructies voor het inbouwen

Om schade aan het SmartLine-element te voorkomen, mag het pas na de mon­tage van de bovenkasten worden ingebouwd.
De aansluitkabel mag na de inbouw van het apparaat niet in aan-
raking komen met de beweegbare delen van de keukenelementen (zoals een lade) en mag ook niet worden blootgesteld aan mechani­sche belastingen.
Combinatie met gasapparaten
Naast de werkbladafzuiging mogen alleen CS 7xxx-gasapparaten van Miele worden ingebouwd.
Neem de veiligheidsafstanden op de volgende pagina's in acht.Voor het monteren van de luchtafvoer mogen alleen buizen of
slangen van niet-brandbaar materiaal worden gebruikt. Deze zijn ver­krijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij Miele Nederland.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een schoorsteen die
wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt ge­stookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is voor de afvoer van rook of gas, dient u eerst de officiële voorschriften te raadplegen.
Alle maten zijn in mm aangegeven.
25

Aanwijzingen voor het inbouwen

Inbouw (met rand)

Dichting tussen SmartLine-element en werkblad

Als u voegenkit gebruikt tussen het SmartLine-element en het werkblad kunnen het apparaat en het werkblad beschadigd raken als het apparaat voor werkzaamheden moet worden verwijderd.
Gebruik daarom geen voegenkit tus­sen het apparaat en het werkblad. De dichting onder de rand van het apparaat is voldoende als afdichting tussen het apparaat en het werkblad.

Werkblad met tegels

De voegen en het gearceerde ge­deelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat het apparaat gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht.
26
Aanwijzingen voor het inbouwen

Inbouw (zonder rand)

Een vlakke inbouw (zonder rand) is al­leen mogelijk bij natuurstenen (graniet, marmer), massief houten en betegelde werkbladen. Als uw werkblad van een ander materiaal is gemaakt, informeer dan bij de fabrikant of het werkblad geschikt is voor vlakke inbouw.
De breedte (binnenwerks) van de on­derkast moet minimaal zo groot zijn als de uitsparing in het werkblad (zie "Inbouwmaten zonder rand"), zodat het apparaat ook na de inbouw van onderaf goed toegankelijk is. Een technicus moet de onderkant van het apparaat kunnen verwijderen. Als het apparaat niet van onderaf toegankelijk is, moet de voegenkit bij onderhouds­werkzaamheden worden verwijderd om het apparaat te kunnen verwijde­ren.
Het SmartLine-element
– kan rechtstreeks in een correct voor-
bereid natuurstenen werkblad wor­den geplaatst,
– moet in een massief-houten en bete-
geld werkblad met houten lijsten wor­den bevestigd. Deze lijsten worden niet bij het apparaat geleverd.
27
Aanwijzingen voor het inbouwen

Bij inbouw van meerdere SmartLine-elementen

De voegen tussen de afzonderlijke SmartLine-elementen moeten met een temperatuurbestendige (min. 160°C) si­liconenkit worden gevuld. Bij inbouw zonder rand moet ook de voeg tussen het/de SmartLine-element(en) en het werkblad met een temperatuurbesten­dige (min.160°C) siliconenkit worden gevuld. De elementen moeten na de inbouw van onderaf goed toegankelijk zijn, zo­dat de onderkant van de apparaten voor onderhoudsdoeleinden kan wor­den verwijderd. Als de apparaten niet van onderaf toegankelijk zijn, moet de voegenkit bij onderhoudswerkzaamhe­den worden verwijderd om de appara­ten te kunnen verwijderen.

Minimale sokkelhoogte

De ventilator van de werkbladafzuiging wordt in de sokkel onder de kastbodem geplaatst. De minimale sokkelhoogte moet 100mm bedragen.

Corpusachterwand inbouwkast

Het luchtkanaal wordt achter de cor­pusachterwand van de inbouwkast aan­gebracht. De corpusachterwand moet voor eventuele werkzaamheden de­monteerbaar zijn.

Vetopvangschaal

Het apparaat moet zo worden inge­bouwd dat de vetopvangschaal goed toegankelijk is. De schaal moet voor rei­nigingsdoeleinden kunnen worden ver­wijderd.

Werkbladdiepte

De werkbladafzuiging kan naar keuze met een aansluiting voor een luchtka­naal rechts of links worden ingebouwd.
Minimale werkbladdiepte bij
– aansluiting rechts 600mm
– aansluiting links 665mm
28

Inbouwmogelijkheden

Luchtcirculatiesysteem
Luchtafvoersysteem
Aanwijzingen voor het inbouwen
29

Inbouwmaten

Inbouw (met rand)

a
Voor
b
Ventilator (in de sokkel op de vloer)
c
Luchtkanaal
d
E-box
30

Inbouw (zonder rand)

Inbouwmaten
a
Voor
b
Ventilator (in de sokkel op de vloer)
c
Getrapte freesrand (voor de detailte­keningen zie "Inbouwmaten zonder rand")
d
Houten lijst 12mm (niet bijgeleverd, voor de detailtekeningen zie "In­bouwmaten zonder rand")
e
Luchtkanaal
f
E-box
31

Inbouwmaten met rand

Aanwijzingen voor het berekenen van de uitsparing
De elementen liggen 10mm op het werkblad.
Bij inbouw van meerdere elementen moet tussen de afzonderlijke elementen een afstand van 2mm worden aangehouden.
Berekening uitsparingB 1 element = breedte van het element min 10mm rechts, min 10mm links. Meerdere elementen = totale breedte van de elementen plus 2mm afstand tussen de elementen, min 10mm rechts, min 10mm links.
Hierna volgen enkele voorbeelden.
32
Inbouwmaten met rand
Inbouw met werkbladafzuiging
Combinatievoorbeelden Aantalxbreedte [mm] Afme-
Kookelemen-
Werkbladaf-
ten
1x378 1x120
zuiging
tingB
[mm]
480
+1
2x378 1x120
1x378
2x120
1x620
3x378 2x120
2x378
2x120
1x620
4x378 2x120
1x620 2x120
860
1224
1362
1604
1742
844
+1
+1
+1
+1
+1
+1
33
Inbouwmaten met rand
Inbouw zonder werkbladafzuiging
Combinatievoorbeelden Aantalxbreedte [mm] AfmetingB
Kookelementen
1x378
[mm]
358
+1
2x378
1x378 1x620
3x378
2x378 1x620
4x378
738
980
1118
1360
1498
+1
+1
+1
+1
+1
34

Inbouw (met rand) aan de buitenkant

Als de dikte van het werkblad meer dan 24mm is, moet het werkblad aan de onderkant worden aangepast.
a
Werkblad
b
Maximaal 24mm
c
12mm

Profielen bevestigen

1 profiel (bij de verbindingsstrip ge­voegd) moet aan de rechter dan wel lin­ker kant van de uitsparing in het midden worden bevestigd.

Werkblad van natuursteen

Voor het bevestigen van het profiel moet u sterk dubbelzijdig plakband gebruiken (niet bijgeleverd).
Bevestig het plakband langs de bo-
venrand van de uitsparing.
Plaats het profiel strak tegen de bo-
venrand van de uitsparing.
Druk het profiel stevig vast.

Werkblad van hout

Plaats het profiel strak tegen de bo-
venrand van de uitsparing.
Bevestig het profiel met de bijgele-
verde houtschroeven 3,5x25mm.
35

Inbouwmaten zonder rand

Werkblad van natuursteen Werkblad van hout
+0,5
* 7
mm bij CS 7611
Aanwijzingen voor het berekenen van de uitsparing
De elementen liggen 10mm op het werkblad.
Bij inbouw van meerdere elementen moet tussen de afzonderlijke elementen een afstand van 2mm worden aangehouden.
Berekening uitsparingA 1 element = breedte van het element plus 2mm rechts, plus 2mm links. Meerdere elementen = totale breedte van de elementen plus 2mm afstand tussen de elementen, plus 2mm rechts, plus 2mm links.
Berekening uitsparingB = uitsparingA min 12mm rechts, min 12mm links.
Hierna volgen enkele voorbeelden.
36
Inbouw met werkbladafzuiging
Inbouwmaten zonder rand
Combinatievoorbeelden Aantalxbreedte [mm] Afme-
Kookelemen-
ten
Werkblad-
afzuiging
1x378 1x120
2x378 1x120
1x378
2x120
tingA
[mm]
504
884
1248
+1
+1
1x620
3x378 2x120
2x378
2x120
1386
1628
1x620
4x378 2x120
1x620 2x120
1766
868
+1
+1
+1
+1
+1
Afme­tingB
[mm]
480
860
1224
1362
1604
1742
844
+1
+1
+1
+1
+1
+1
+1
37
Inbouwmaten zonder rand
Inbouw zonder werkbladafzuiging
Combinatievoor­beelden
Aantalxbreedte
[mm]
Kookelementen
1x378
2x378
1x378 1x620
3x378
2x378 1x620
4x378
AfmetingA
[mm]
+1
382
+1
762
+1
1004
+1
1142
+1
1384
+1
1522
AfmetingB
[mm]
+1
358
+1
738
+1
980
+1
1118
+1
1360
+1
1498
38

Inbouw (zonder rand) aan de buitenkant

Als de dikte van het werkblad meer dan 28mm is, moet het werkblad aan de onderkant worden aangepast.
a
Werkblad
b
Maximaal 24mm
c
12mm

Profielen bevestigen

1 profiel (bij de verbindingsstrip ge­voegd) moet aan de rechter dan wel lin­ker kant van de uitsparing in het midden worden bevestigd.

Werkblad van natuursteen

Voor het bevestigen van het profiel moet u sterk dubbelzijdig plakband gebruiken (niet bijgeleverd).
Bevestig het plakband langs de bo-
venrand van het onderste gedeelte van de getrapte freesrand (zie afbeel­ding).
Plaats het profiel strak tegen de bo-
venrand van het onderste gedeelte van de getrapte freesrand (zie afbeel­ding).
Druk het profiel stevig vast.

Werkblad van hout

Plaats het profiel strak tegen de bo-
venrand van het onderste gedeelte van de getrapte freesrand (zie afbeel­ding).
Bevestig het profiel met de bijgele-
verde houtschroeven 3,5x25mm.
39

Verbindingsstrips

Bij inbouw van meerdere SmartLine-elementen moet tussen de afzonderlijke appa­raten telkens een verbindingsstrip worden geplaatst.
De bij de verbindingsstrips gevoegde klemmen zijn alleen nodig bij inbouw van een CSDA.
Inbouw van 3 elementen en 2 verbindingsstrips
Inbouw (met rand)
Inbouw (zonder rand)
40

Verbindingsstrips werkbladafzuiging

Inbouw (met rand)
a
Klemmen
Inbouw (zonder rand)
Verbindingsstrips
a
Klemmen
41

Inbouwen

Voorbereiding werkblad

Maak de uitsparing in het werkblad.
Let op de veiligheidsafstanden (zie het hoofdstuk "Veiligheidsafstan­den").
De snijvlakken van houten werk-
bladen moeten met speciale lak, sili-
conenkit of giethars worden afge­werkt om te voorkomen dat het werk­blad door vocht wordt aangetast. Het afdichtmateriaal moet temperatuurbe­stendig zijn.
De producten mogen niet op het werkblad terechtkomen.

Inbouw (zonder rand)

Bevestig bij houten werkbladen de
houten lijsten 5,5mm onder de bo­venkant van het werkblad. Bij de CS 7611 moet de houten lijst 7mm onder de bovenkant van het werkblad worden bevestigd.
42
Inbouwen

Verbindingsstrips monteren

Werkblad van hout

Werkblad van natuursteen

Voor het bevestigen van de verbin­dingsstrips moet u sterk dubbelzijdig plakband gebruiken (niet bijgeleverd).
Plaats de verbindingsstrips strak te-
gen de bovenrand van de uitsparing dan wel tegen het onderste gedeelte van de getrapte freesrand (zie afbeel­ding).
Bevestig de verbindingsstrips met de
bijgeleverde houtschroeven 3,5x25mm.
Bevestig het plakband langs de bo-
venrand van de uitsparing dan wel langs het onderste gedeelte van de getrapte freesrand (zie afbeelding).
Plaats de verbindingsstrips strak te-
gen de bovenrand van de uitsparing dan wel tegen het onderste gedeelte van de getrapte freesrand (zie afbeel­ding).
Druk de verbindingsstrips stevig aan.
43
Inbouwen

Werkbladafzuiging inbouwen

De werkbladafzuiging kan naar keuze met een aansluiting voor een luchtka­naal rechts of links worden ingebouwd.
Haal de vetopvangschaal los van de
behuizing.
a
Aansluiting luchtkanaal rechts
b
Aansluiting luchtkanaal links
Plak de bijgeleverde afdichttape on-
der de rand van de afdekking. Breng de afdichttape niet onder spanning aan.
Plaats de klemmen op de verbin-
dingsstrips.
Geleid de kabel voor de bediening
tussen de verbindingsstrips door naar beneden.
Plaats de afdekking op de verbin-
dingsstrips.
44
Bevestig de behuizing van binnen
met de schroeven rechts en links (telkens3).
Bevestig de vetopvangschaal.Monteer het luchtkanaal.
Het luchtkanaal mag na de inbouw niet onder mechanische spanning staan!
Inbouwen

E-box

a
Aansluitkabel
b
Raamcontactschakelaar
c
Aansluitbus leiding werkspanning ventilator
d
Aansluitbus leiding besturing ventila­tor
e
Aansluitbus leiding bedieningseen­heid
Aansluiting raamcontact, indien no­dig
Het raamcontact staat onder
spanning! Pas op! Letselrisico door elektrische
schok! Maak de werkbladafzuiging span-
ningsvrij, voordat het schakelsys­teem wordt aangesloten.
De aansluitkabel van het schakelsys­teem mag alleen door een vakman worden aangesloten.
De aansluitkabel van het schakelsys­teem moet van het type H03VV-F
2x0,75mm2 zijn en mag niet langer zijn dan 2,0m. Het schakelsysteem moet een poten­tiaalvrij sluitcontact hebben dat ge­schikt is voor 230V, 1A. In geopende schakelstand is het afzuigsysteem uitgeschakeld. Gebruik alleen toegelaten en gekeur­de radiografische schakelsystemen (bijvoorbeeld raamcontactschake­laars en onderdrukschakelaars). Laat het betreffende systeem door een geautoriseerde vakman vrijgeven. Voor een veilige aansluiting en een veilig gebruik moet u over de docu­mentatie van het externe schakelsys­teem beschikken.
Haal het nokje los en trek de stekker
eruit.
Draai de schroef van de trekontlas-
ting los en ontgrendel de behuizing aan beide kanten.
Open de behuizing.Verwijder de stop.
45
Inbouwen
Vervang de brug door de aansluit-
kabel van het schakelsysteem.
Sluit de behuizing.Draai de schroef van de trekontlasting
vast.
Plaats de stekker weer terug.

E-box aansluiten

Sluit de leidingen "werkspanning" en
"besturing ventilator" op de e-box en de ventilator aan.

Voegen afdichten

De voegen tussen de afzonderlijke
SmartLine-elementen en bij inbouw zonder rand tussen de SmartLine-ele­menten en het werkblad moeten met een temperatuurbestendige (min.160°C) siliconenkit worden ge­vuld.
Een ongeschikte voegenkit kan na­tuursteen beschadigen.
Gebruik voor natuursteen en tegels van natuursteen uitsluitend een voor natuursteen geschikte siliconenkit.
Neem de aanwijzingen van de fabri­kant in acht.
Sluit de leiding "bedieningseenheid"
op de e-box aan.
De aansluitingen zijn zo geconstrueerd dat ze niet kunnen worden verwisseld.
Sluit de werkbladafzuiging op het
elektriciteitsnet aan.
Controleer of de werkbladafzuiging
goed functioneert.
46
Gelijktijdig gebruik van de werk-
bladafzuiging en een apparaat dat lucht in diezelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk zijn! Er kunnen giftige gas­sen vrijkomen!
Neem beslist de veiligheidsinstruc­ties en waarschuwingen in het gelijk­namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door een vakman controleren of een veilig gebruik van de luchtafvoer gewaarborgd is.

Luchtafvoersysteem

Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de in­voerbuis in stromingsrichting worden geplaatst.
De werkbladafzuiging heeft een luchtaf­voeraansluiting van 222 x 89 mm.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele slangen van niet-brandbaar materiaal worden gebruikt.
Voor een maximaal afzuigvermogen
en een zo laag mogelijk geluidsniveau moeten de volgende punten in acht worden genomen:
– De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan die van de luchtafvoertuit (zie de afmetingen).
– De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag niet in elkaar worden gedrukt.
– De verbindingspunten moeten stevig
en dicht zijn.
Wanneer de luchtafvoerbuis horizon-
taal wordt aangelegd, moet worden gezorgd voor een verval van minstens 1cm per meter. Daarmee wordt voor­komen dat er condenswater in de werkbladafzuiging kan lopen.
Als de luchtafvoerleiding door koele
ruimtes, zolders, etc. loopt, kunnen aanzienlijke temperatuurverschillen binnen de afzonderlijke ruimtes optre­den. Dat kan condenswater veroorza­ken. De luchtafvoerleiding moet dan geïsoleerd worden.
Iedere barrière in de luchtstroom ver­mindert de afzuigcapaciteit en ver­hoogt het geluidsniveau.
47

Elektrische aansluiting

Aansluiting op een geaarde contact­doos wordt aanbevolen. Dit maakt eventuele werkzaamheden van een technicus gemakkelijker. De contact­doos moet ook na de inbouw van het apparaat goed toegankelijk zijn.
Letselrisico!
Door ondeskundig uitgevoerde in­stallatie-, onderhouds- of reparatie­werkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt ver­oorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stekker heeft, mag het apparaat uitsluitend door een vakman op het elektrici­teitsnet worden aangesloten.
Als de gebruiker niet meer bij de contactdoos kan komen of als er sprake is van een vaste aansluiting, moet het apparaat via een schake­laar met alle polen van de netspan­ning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet minimaal 3mm be­dragen. Geschikte schakelaars zijn zelf-uitschakelaars, zekeringen en re­lais. De aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moe­ten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen.
Na het inbouwen moet zijn gewaar­borgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aange­raakt.

Aansluitwaarde

zie typeplaatje

Aansluitgegevens

De aansluitwaarden vindt u op het type­plaatje. Deze gegevens moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen.

Aardlekschakelaar

Voor extra veiligheid wordt in de EU­voorschriften en -richtlijnen voor Neder­land geadviseerd om de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien (30mA).
48
Elektrische aansluiting

Spanningsvrij maken

Pas op! Letselrisico door elek-
trische schok! Zorg dat de netspanning niet per on-
geluk weer kan worden ingescha­keld.
Moet het apparaat spanningsvrij wor­den gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk:

Zekeringen

Draai de zekering los en haal deze uit
de houder.

Zekeringsautomaat

Druk op de testknop (rood) totdat de
middelste knop (zwart) eruitspringt.

Inbouwzekeringsautomaat

Zelfuitschakelaar (min. type B of C):
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan) op 0(Uit).
Vervangen van de aansluitka­bel
Pas op! Letselrisico door elek-
trische schok! De aansluiting mag alleen door een
elektricien worden uitgevoerd.
De aansluitkabel mag alleen door een speciale kabel van het type H05VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele.

Aardlekschakelaar

Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
49

Service

Contact bij storingen

Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar of Miele.
Het telefoonnummer van Miele vindt u aan het einde van dit document.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u heeft en welk fabricagenummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.

Typeplaatje

Plak hier het bijgaande typeplaatje. Controleer of het type apparaat overeenkomt met het type dat op de achterkant van dit document staat.

Garantie

De garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
50

Productinformatiebladen

Hieronder zijn de gegevensbladen bijgevoegd van de in deze gebruiks- en monta­gehandleiding beschreven modellen.

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model CSDA 7000
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse A+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LE
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) -
Vetfilteringsefficiëntie 91,4%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) B
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 384 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 44 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 66 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 70 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 97,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,30 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 0,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 0,8
max
afzuigkap
)
) 29,3 kWh/jaar
afzuigkap
) 42,7
afzuigkap
) 32,5
afzuigkap
) lx/W
296,1 m3/h
150 m3/h
440 m3/h
535 m3/h
535 m3/h
0 Ix
51
Duitsland - Miele & Cie. KG, Carl-Miele-Straße 29, 33332 Gütersloh
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk.
Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88
Bezoek het Miele Experience Center: De Limiet 2 4131 NR VIANEN
Bezoek op ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat.
U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88.
www.miele.nl
CSDA7000 FL
M.-Nr. 10 760 280 / 01nl-NL
Loading...