
Meten – Gebruiksaanwijzing
2
• Objectmicrometer (1) voor ijken
• Streepplaten met verschillende meetdelingen (2) in
mm en inch
• Streepplaat met net (3)
• Streepplaat met dradenkruis
meet men met de streepplaten met meetdelingen, b.v.
12 mm : 120 of 5 mm : 100.
van cellen, kernen en dergelijke binnen een bepaald vlak
kunnen met de streepplaat met net uitgevoerd worden.
Door ijken met de objectmicrometer wordt de waarden
van een interval op de oculair-streepplaat met betrekking
tot de objectvergroting vastgelegd.
zijn met behulp van de streepplaat met dradenkruis en de
hoekdeling op de polarisatiedraaitafel mogelijk.
Zie voor het plaatsen van de streepplaat in oculairs de
gebruiksaanwijzing bij het instrument. Voor uitrustingen
met meetstreepplaat zijn twee verstelbare oculairs
nodig, om de scherpte exact in te stellen.
Als u met uw stereomicroscoop of macroscoop digitaal
fotografeert, adviseren wij u de beeldarchiverings- en
beeldbeheersoftware Leica IM met meetmodule voor
interactief dimensioneren, labelen en markeren.
Lengten
Uittellingen
Ijken
Hoekmetingen
Oculairs
Software
voor meten
Toebehoren voor meten

3
Meten – Gebruiksaanwijzing
Vermijd bijtende reinigingsmiddelen en krassende
materialen.
Neem goed nota van de onderhoudsinstructies in de
gebruiksaanwijzing bij uw instrument.
• Bewaar niet gebruikte streepplaten en objectmicrometer in de meegeleverde originele dozen.
U reinigt behoedzaam met
• zachte, droge haarpenseeltjes
• blaasbalg
• optiekreinigingsdoekjes
• wattenstaafjes
• fijne, zachte, niet pluizende doekjes:
Bij vingerafdrukken doekje bevochtigen; bij sterke
vervuiling doekje in alcohol drenken.
Onderhoud, reiniging
0.01 mm
0.1 mm
0.5 mm
1 mm
0
1
12 mm : 120
5 mm : 100
100 x 1 mm
2
50 mm
2
3
1
2

Stel de oculairs zoals beschreven op uw ogen af tot u
streepplaat en object tegelijkertijd scherp ziet (parallaxvrij)!
Oogafstand, oogschelpen, ver-
lichting enz. instellen zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing bij het instrument.
Op beide oculairs "0" dioptrieën
instellen.
Gezichtsveld zonder object
verlichten.
Niet in de oculairs kijken!
Oculair met streepplaat tegen
de klok in tot aanslag draaien.
In de oculairs kijken!
Oculair met streepplaat lang-
zaam met de klok mee draaien
tot u de meetlijnen scherp ziet.
• Het oculair met streepplaat niet
meer verstellen!
Testobject (b.v. objectmicrometer)
onder het objectief leggen.
Voorbereiding
Oculair met
streepplaat afstellen
Testobject
focaliseren
Dioptrieën en streepplaat instellen
4
Meten – Gebruiksaanwijzing
0

5
Meten – Gebruiksaanwijzing
Laagste vergroting kiezen.
Object door het oculair met
streepplaat observeren en
focaliseren.
Hoogste vergroting kiezen.
Scherpte met focalisatie-instel-
wiel optimaliseren.
Niet in de oculairs kijken!
Oculair zonder streepplaat tegen
de klok in tot aanslag draaien.
Laagste vergroting kiezen.
Object door het oculair zonder
streepplaat observeren en oculair langzaam met de klok mee
draaien tot het oog het object
scherp ziet.
Hoogste vergroting kiezen.
Object door beide oculairs ob-
serveren.
Indien nodig, met het focalisa-
tie-instelwiel bijfocaliseren.
In de oculairs kijken en het hoofd iets bewegen.
• Daarbij mogen streepplaat en object niet ten opzichte
van elkaar verschuiven, d.w.z. deze moeten in één
vlak scherp (parallaxvrij) zijn. Anders herhaalt u de
procedure.
Oculair zonder
streepplaat afstellen
Parallaxvrijheid
controleren

6
Meten – Gebruiksaanwijzing
De streepplaat wordt alleen door het oculair vergroot.
De totale vergroting van het object is echter afhankelijk
van objectief, vergrotingswisselaar, oculair en eventueel
gebruikte extra tubus (b.v. coaxiaal opvallend licht) en
verandert bij elke wisseling van deze factoren.
Door ijken met de objectmicrometer wordt de waarden
van een interval op de streepplaat met betrekking tot de
objectvergroting vastgelegd. Pas wanneer de ijkwaarde
bepaald is, kan men de ware maten van een object vaststellen.
… wanneer u alleen relatieve metingen of vergelijkingen
uitvoert.
… wanneer u absolute meetwaarden nodig heeft.
U hoeft de ijkwaarde van elke door u gebruikte optiek-/
vergrotingscombinaties slechts één keer vast te stellen.
Houd een tabel bij met de betreffende ijkwaarden
(zie voorbeeld pag. 12).
Bij instrumenten met inschakelbare zoom-arrêteerstand
(Leica MZ6, MZ75, MZ95 enz.) of instelbare aanslagen
(Leica S6-modellen enz.) kunnen de bepaalde vergrotingen steeds weer exact gereproduceerd worden (zie gebruiksaanwijzing bij de stereomicroscoop).
Bij instrumenten met zoom-vergrotingswisselaar zonder
inschakelbare arrêteerstanden zouden bij opnieuw instellen onnauwkeurigheden kunnen ontstaan. Bij hogere eisen aan de precisie van de meting moet u daarom
bij elke vergrotingswissel ijken.
Waarom ijken?
U hoeft niet te ijken
U moet ijken
Slechts één keer
ijken
Zoom-
arrêteerstanden
inschakelen
Streepplaat ijken

7
Meten – Gebruiksaanwijzing
Objectmicrometer op het
tafelinzetstuk leggen en
scherp instellen.
Kies de vergroting waarmee
u later wilt meten.
Oculair-streepplaat en ob-
jectmicrometer parallaxvrij
instellen (zie pag. 4).
Objectmicrometer (X) dichtbij en parallel aan de ocu-
lair-streepplaat (Y) uitrichten.
De beide delingen op één punt samenleggen.
In het voorbeeld: 0 en 10
Aftellen: hoeveel mm (inch) van de objectmicrometer
(X) komen overeen met een bepaald aantal intervallen op de oculair-streepplaat (Y).
In het voorbeeld:
7,8 mm op de objectmicrometer komt overeen met
120 intervallen op de oculair-streepplaat
Ijkwaarde volgens de ijkformule berekenen en noteren.
X Objectmicrometer: aantal mm (inch)
Y Oculair-streepplaat: aantal intervallen
Ijken
Ijkformule
X
Y
mm (inch) = ijkwaarde mm (inch)
y
12
0
5
3
4
7
6
8
91011
12
2345
1
6
7810
x

8
Meten – Gebruiksaanwijzing
Verwijder de objectmicrometer en stel een object
scherp in.
Tel hoeveel intervallen op de oculair-streepplaat de
gewenste meetafstand dekken.
Vermenigvuldig het aantal intervallen met de
ijkwaarde.
Het resultaat is de absolute lengte van de
meetafstand in mm (inch).
Verwijder de objectmicrometer en stel een object
scherp in.
Deeltjes (cellen) binnen een bekend vlak aftellen.
• Het vlak kan bestaan uit meerdere vierkantjes.
Lengten meten
Uittellen
Meten, uittellen

9
Meten – Gebruiksaanwijzing
1. Meetdeling
12 mm : 120
Objectmicrometer
met deling
van 0,1 mm
Voorbeelden
Ijken
7,8 mm op de objectmicrometer (X)
120 intervallen op de oculair-streepplaat (Y)
7,8
120
mm = 0,065 mm ijkwaarde
Meten
Intervallen op de oculair-streepplaat: 112
Resultaat:
112 intervallen × 0,065 mm = 7,3 mm lengte van
meetafstand
x
0
12
3
4
5
6
7
8
91011
12
1
2345
6
7810
y

2. Meetdeling
5 mm : 100
Objectmicrometer
met deling
van 0,1 mm
10
Meten – Gebruiksaanwijzing
Ijken
1,37 mm op de objectmicrometer (X)
100 intervallen op de oculair-streepplaat (Y)
1,37
100
mm = 0,014 mm ijkwaarde
Meten
Intervallen op de oculair-streepplaat: 34
Resultaat:
34 intervallen × 0,014 mm = 0,47 mm lengte van
meetafstand

11
Meten – Gebruiksaanwijzing
3. Netdeling
100 × 1 mm
2
Ijken
6,2 mm op de objectmicrometer (X)
10 intervallen op de oculair-streepplaat (Y)
6,2
10
mm = 0,62 mm ijkwaarde
Uittellen
Vlak van het gearceerde vierkantje A: 0,38 mm
2
Resultaat: 4 cellen per 0,38 mm
2
Vlak van het gearceerde vierkantje B: 9,5 mm
2
Resultaat: 16 cellen per 9,5 mm
2

Illustrations, descriptions and technical data are not binding and may be changed without notice.
M2-275-0nl • © Leica Microsystems (Switzerland) Ltd • CH-9435 Heerbrugg, 2002 – V.2004 – RDV
Instrument
Vergrotings-
trap
Objectief
Tubusfactor
Oculairs
Streepplaat
Ijkwaarde
Tabel
Ijken
1. Objectmicrometer scherp instellen.
2. Tellen:
aantal mm (inch) op de objectmicrometer (X)
aantal intervallen op de oculair-streepplaat (Y)
3. Ijkwaarde (een interval van de oculair-streepplaat) berekenen:
X
Y
= mm (inch) ijkwaarde
Meten
4. Object in plaats van objectmicrometer scherp instellen.
5. Tellen en berekenen:
aantal intervallen op de oculair-streepplaat
mm (inch) ijkwaarde = mm (inch) lengte van meetafstand
×
Leica Microsystems (Switzerland) Ltd
Stereo & Macroscope Systems
CH-9435 Heerbrugg
Telephone +41 71 726 33 33
Fax +41 71 726 33 99
www.leica-microsystems.com
www.stereomicroscopy.com