Optimaal gebruik maken van de geavanceerde functies van dit apparaat
1Zoommodus
Kopieën vergroten/
verkleinen tot een gewenst
formaat tussen
25 % en 400 %
25 %
4Combineermodus
Eén kopie van twee of vier
originelen maken
400 %
2Kopieermodus selecteren
Duidelijke kopieën van foto's
maken
5Sorteermodus
Automatisch sorteren
3EcoPrint modus
Toner besparen
6Functie voor het selecteren
van de taal
De in het berichtenscherm
gebruikte taal wijzigen
7Scans in full color maken8Een beeld via TWAIN laden
GEBRUIKERSHANDLEIDINGiii
Page 6
ivGEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 7
Kennisgeving
Wettelijke bepalingen en
veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG: Er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor schade die het
gevolg is van het verkeerd installeren van het apparaat.
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra pagina's worden ingevoegd. De
huidige editie kan technische onvolkomenheden of drukfouten bevatten.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het gevolg zijn van
het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding. Wij aanvaarden geen
verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het
ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt
verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van het apparaat, zijn
auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren of op een
andere manier reproduceren van de gehele of gedeelten van deze handleiding, of
een willekeurig onderwerp waarop copyright van toepassing is, zonder de
voorafgaande schriftelijke toestemming van Kyocera Mita Corporation, is verboden.
Elke kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat
onder het auteursrecht valt, moet dezelfde copyright-vermelding bevatten als het
materiaal dat wordt gekopieerd.
Wat betreft handelsnamen
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation. ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd
handelsmerk. Alle overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven.
Wettelijke beperking op kopiëren
Het kan verboden zijn om auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren zonder
toestemming van de copyright-houder.
Het is in elk geval verboden om binnen- en buitenlandse valuta's te kopiëren.
Het kopiëren van andere items kan verboden zijn.
GEBRUIKERSHANDLEIDINGv
Page 8
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
USB
Dit product is gecertificeerd door USB Implementers Forum, Inc.
Energy Star-programma
Wij hebben als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Star-programma,
vastgesteld dat dit product voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het
internationale Energy Star-programma.
De basisdoelstelling van het Internationale Energy Star-programma is het
bevorderen van een efficiënt gebruik van energie en het terugdringen van
milieuverontreiniging die gepaard gaat met energieverbruik, door het bevorderen
van de fabricage en verkoop van producten die voldoen aan de standaarden van het
programma.
De standaarden van het Internationale Energy Star-programma vereisen dat
multifunctionele apparaten zijn voorzien van een energiespaarstand, waarbij de
printer- en faxfuncties in een wachtstand staan, maar het energieverbruik wordt
teruggebracht nadat er een bepaalde tijd is verstreken sinds het apparaat voor het
laatst werd gebruikt, en van een automatische slaapstand, waarbij de printer- en
faxfuncties in een wachtstand staan, maar het energieverbruik tot een minimum
wordt teruggebracht wanneer er binnen een ingestelde tijdsperiode geen activiteiten
op het apparaat plaatsvinden. Dit product beschikt over de volgende toepassingen,
doordat het voldoet aan de standaarden van het Internationale Energy Starprogramma.
Laag vermogen-modus
Het apparaat schakelt de energiespaarstand automatisch in wanneer er 7,5 minuten
zijn verstreken, sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode
waarin er geen activiteiten mogen plaatsvinden voordat de Laag vermogen-modus
wordt geactiveerd, kan worden vergroot. Raadpleeg Slaapmodus op pagina 8-1 voor
meer informatie.
Automatische slaapstand
Het apparaat schakelt de slaapstand automatisch in wanneer er 15 minuten zijn
verstreken, sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin
er geen activiteiten mogen plaatsvinden voordat de Automatische slaapstand wordt
geactiveerd, kan worden vergroot. Raadpleeg Slaapmodus op pagina 8-1 voor meer
informatie.
Gerecycled papier
In het kader van het Energy Star-programma wordt het gebruik van milieuvriendelijk,
gerecycled papier aanbevolen. Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan
informatie geven over aanbevolen papiersoorten.
viGEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 9
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruikershandleiding voordat u het apparaat in gebruik
neemt. Bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat, zodat deze
direct beschikbaar is.
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid
met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de
gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een
correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden
hieronder beschreven.
GEVAAR: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt
aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit zeer
waarschijnlijk zal leiden tot ernstig letsel of zelfs de dood.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht
besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten,
dit kan leiden tot ernstig letsel of zelfs levensgevaar.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht
besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten,
dit kan leiden tot lichamelijk letsel of mechanische beschadiging.
Symbolen
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel
veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden binnenin
het symbool aangegeven.
.... [Algemene waarschuwing]
.... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]
.... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie bevat over
niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de niet-toegestane
handeling staat binnenin het symbool.
.... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
.... [Demontage verboden]
GEBRUIKERSHANDLEIDINGvii
Page 10
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie bevat over
handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke informatie over de vereiste
handeling staat binnenin het symbool.
.... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
.... [Haal de stekker uit het stopcontact]
.... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervanging te bestellen
als de veiligheidswaarschuwingen in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of
als de handleiding zelf ontbreekt. (Tegen betaling.)
viiiGEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 11
BELANGRIJK - EERST LEZEN.
WAARSCHUWINGSETIKETTEN
Er zijn ten behoeve van de veiligheid op de volgende plaatsen
waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht.
Voorkom brand of elektrische schokken bij het verhelpen van een papierstoring of
wanneer u de toner vervangt.
OPMERKING: Verwijder deze etiketten niet.
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
Etiket 1
Hoge temperatuur. Raak geen onderdelen in dit
gebied aan, want er bestaat gevaar op
Raak het steungebied van de scaneenheid niet
aan, aangezien u het risico loopt dat uw vingers
of andere objecten vast komen te zitten of
bekneld raken. Dit kan verwondingen tot gevolg
Plaats het apparaat niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak zijn. Op
dergelijke plaatsen kan het apparaat vallen. Dergelijke situaties leveren
gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur op.
Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties. Reinig de
stekker om gevaar van brand en elektrische schokken te voorkomen,
wanneer er stof en vuil op de stekker zijn terechtgekomen.
Plaats het apparaat niet op locaties in de buurt van radiatoren, kachels of
andere warmtebronnen, of in de buurt van ontvlambare voorwerpen. Dit
om het gevaar van brand te voorkomen.
Laat ruimte vrij zoals hieronder aangegeven om het apparaat koel te
houden en het vervangen van onderdelen en onderhoud te
vergemakkelijken. Laat met name rond de ventilatieopeningen voldoende
ruimte vrij, zodat de lucht het apparaat gemakkelijk kan verlaten.
Achter:
25 cm
Rechts:
30 cm
Links:
30 cm
Vóór:
100 cm
Overige voorzorgsmaatregelen
Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de veilige
werking en de prestaties van het apparaat. Installeer het apparaat in een ruimte met
airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa 22°C (71,6°F), relatieve
luchtvochtigheid: circa 60%) en plaats het apparaat niet op de volgende plaatsen:
•Plaats het apparaat niet in de buurt van een venster of direct in het zonlicht.
•Vermijd plaatsen met trillingen.
•Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
•Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
•Vermijd slecht geventileerde locaties.
xGEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 13
Tijdens het kopiëren komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit heeft geen
nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als het apparaat echter langere tijd in een
slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal
kopieën wordt gemaakt, kan de reuk onaangenaam worden. Een juiste omgeving
voor kopieerwerk moet goed geventileerd zijn.
Stroomtoevoer/aarding van het apparaat
WAARSCHUWING:
Gebruik geen stroomtoevoer met een ander voltage dan aangegeven. Sluit
niet meerdere apparaten op één stopcontact aan. Dergelijke situaties
leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen voorwerpen in
contact komen met de pinnen van de stekker, kan dit brand of elektrische
schokken veroorzaken.
Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact, om het gevaar van
brand of elektrische schokken bij kortsluiting te voorkomen. Neem contact
op met uw servicevertegenwoordiger als een geaarde aansluiting niet
mogelijk is.
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
Overige voorzorgsmaatregelen
Sluit de stekker op het dichtstbijzijnde stopcontact aan.
Het netsnoer is het belangrijkste middel om de stroomtoevoer af te sluiten. Zorg
ervoor dat het stopcontact zich bevindt/is geïnstalleerd in de buurt van de apparatuur
en goed toegankelijk is.
Omgaan met plastic zakken
WAARSCHUWING:
Houd de plastic zakken die bij het apparaat worden gebruikt, uit de buurt
van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven zitten en
verstikking veroorzaken.
GEBRUIKERSHANDLEIDINGxi
Page 14
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van het apparaat
WAARSCHUWING:
Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water bevatten
(vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van het apparaat. Dit
vormt een risico voor brand of elektrische schokken mocht het water in het
apparaat terechtkomen.
Verwijder geen van de panelen van het apparaat, omdat er dan kans
bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning binnen
in het apparaat.
Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer het niet
te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer, trek er niet aan,
buig het niet onnodig en veroorzaak geen andere schade. Dergelijke
situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
Probeer nooit het apparaat of onderdelen ervan te repareren of te
demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische schokken of
schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal buiten het apparaat komt,
kan deze blindheid veroorzaken.
Als het apparaat uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit het apparaat komt,
als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich een andere ongewone
situatie voordoet, bestaat er gevaar van brand of een elektrische schok.
Zet de stroomschakelaar onmiddellijk uit (O), zorg dat u de stekker uit het
stopcontact haalt en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen, enz.) in
het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de stroomschakelaar
uitzetten (O). Vervolgens moet u direct de stekker uit het stopcontact
halen, om gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen. Neem
hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Zorg dat u een stekker niet met natte handen in het stopcontact steekt of
eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische schokken bestaat.
Neem altijd contact op met uw servicevertegenwoordiger voor onderhoud
of reparatie van interne onderdelen.
xiiGEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 15
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG:
Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het stopcontact haalt. Als u aan het
netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er gevaar van brand of
elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast wanneer u het netsnoer wilt
loskoppelen van het stopcontact.)
Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat
verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar van brand
of elektrische schokken.
Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt gebruikt, moet
u de stroomschakelaar uitzetten (O). Als het apparaat langere tijd niet
wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.), neemt u voor de veiligheid de
stekker uit het stopcontact.
Houd bij het optillen of verplaatsen het apparaat altijd vast op de daarvoor
bestemde plaatsen.
Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het stopcontact bij het
reinigen van het apparaat.
Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand of
andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw
servicevertegenwoordiger te raadplegen met betrekking tot het reinigen
van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit laat doen
voorafgaande aan een periode van hoge luchtvochtigheid. Raadpleeg uw
servicevertegenwoordiger over de kosten van het reinigen van de interne
onderdelen van het apparaat.
Overige voorzorgsmaatregelen
Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het apparaat niet
beschadigd raakt.
Open tijdens het kopiëren de bovenste voorklep niet, schakel de stroomschakelaar
niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger wanneer u het apparaat wilt
optillen of verplaatsen.
Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan. Deze
kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit.
Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn beschreven.
GEBRUIKERSHANDLEIDINGxiii
Page 16
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG:
Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering van andere
procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
Kijk niet rechtstreeks in het licht van de scanlampen, omdat dit vermoeidheid of pijn
in uw ogen kan veroorzaken.
Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen
VOORZICHTIG:
De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen
brandwonden veroorzaken.
Houd de tonercontainer buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer wordt gemorst, moet u
inademing of inname daarvan voorkomen, evenals contact met ogen en de
huid.
•Als u onverhoeds toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse
lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest contact op met
een arts.
•Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen
water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem indien nodig contact op
met een arts.
•Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u deze grondig met water. Als de ogen
gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts.
•Als u toner op de huid krijgt, wast u deze met water en zeep.
De tonercontainer mag niet open worden gebroken of worden vernietigd.
Overige voorzorgsmaatregelen
Verwijder de tonercontainer na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke
milieuwetgeving.
Bewaar alle verbruiksartikelen in een koele, donkere ruimte.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier uit de
cassette, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en verzegelt u deze weer.
xivGEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 17
Veiligheid van de laser (Europa)
Laserstraling kan gevaar opleveren voor het menselijk lichaam. Om deze reden is
de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende
behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product
door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van Klasse 1 volgens IEC
60825.
VOORZICHTIG: Het uitvoeren van andere procedures dan de procedures die in
deze handleiding worden beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling.
Dit etiket is aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevindt zich niet
op een plaats die toegankelijk is voor de gebruiker.
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
GEBRUIKERSHANDLEIDINGxv
Page 18
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies met betrekking tot het afsluiten van de
stroomtoevoer (Europa)
VOORZICHTIG: De stekker is het belangrijkste middel voor het afsluiten van de
stroomtoevoer! Andere schakelaars op de apparatuur zijn slechts functionele
schakelaars en zijn niet geschikt om de apparatuur van de stroomtoevoer los te
koppelen.
VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die anderen Schalter
auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht verwendet werden, um
den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
MET
89/336/EEC, 73/23/EEC, 93/68/EEC en 1999/5/EC
Wij verklaren op basis van onze eigen verantwoordelijkheid dat het product
waaropdeze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende
specificaties.
Limieten en meetmethoden voor
immuniteitskenmerken van
informatietechnologieapparatuur
Limieten en meetmethoden voor
radiostoringskenmerken van
informatietechnologieapparatuur
Limieten voor emissies van harmonische stroomvoor
apparatuuringangsstroom 16A per fase
Beperking van spanningsfluctuaties en flikkering in
stroomsystemen met een laag voltage voor
apparatuur met nominale stroom 16 A
Veiligheid van
informatietechnologieapparatuur,waaronder
elektrische apparatuur
Stralingsveiligheid van laserproducten,
apparatuurclassificatie, vereisten en
gebruikershandleiding
EN55024
EN55022 Class B
EN61000-3-2
EN61000-3-3
EN60950-1
EN60825-1
xviGEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 19
Inleiding
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
Meegeleverde handleidingen
De meegeleverde handleidingen zijn voor elk model verschillend.
ModelMeegeleverde handleiding
FS-1016 MFPGebruikershandleiding (dit document)
FS-1116MFPGebruikershandleiding (dit document)
Gebruikershandleiding voor de fax
Gebruikershandleiding (dit document)
Een beschrijving van het plaatsen van papier en het bedienen van de kopieer-,
afdruk- en scanfuncties. Er wordt tevens uitgelegd hoe u problemen kunt oplossen.
Gebruikershandleiding voor de fax
Een beschrijving van de faxfuncties en uitleg over het oplossen van problemen.
Overzicht van de gebruikershandleiding
Deze Gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
1Onderdelen van het apparaat - geeft uitleg over de namen en functies van
het apparaat en het bedieningspaneel.
2Papier plaatsen - bevat uitleg over het plaatsen van het papier en het
bevestigen van de handmatige invoerlade.
3Voorbereidingen - bevat informatie over hoe het apparaat gereed kan worden
gemaakt voor gebruik.
4Kopieerfuncties - bevat uitleg over het maken van kopieën.
5Scanfuncties - bevat uitleg over het scannen van originelen.
6Afdrukfuncties - bevat uitleg over het maken van afdrukken.
7QLINK gebruiken - bevat uitleg over het gebruiken van QLINK-software.
8Systeeminstellingen - bevat uitleg over de procedures bij het maken van de
verschillende instellingen.
9Onderhoud - geeft een beschrijving van de procedures voor onderhoud en
toner bijvullen.
10 Problemen oplossen - bevat uitleg over het oplossen van problemen, zoals
foutmeldingen en papierstoringen.
11Specificaties - bevat apparaatspecificaties.
GEBRUIKERSHANDLEIDINGxvii
Page 20
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
Conventies
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
ConventieBeschrijvingVoorbeeld
Cursief lettertype Wordt gebruikt om een
sleutelwoord, een woordgroep of
verwijzingen naar aanvullende
informatie te benadrukken.
Courier-lettertype Wordt gebruikt voor berichten of
namen die op het
bedieningspaneel worden
weergegeven.
Vet lettertype
tussen vierkante
haakjes
Vet lettertypeWordt gebruikt voor het
OpmerkingenWordt gebruikt om aanvullende,
Wordt gebruikt voor toetsen op het
bedieningspaneel.
benadrukken van toetsen of opties
die in dialoogvensters worden
geselecteerd en voor titels die in
dialoogvensters worden
weergegeven.
nuttige informatie over een functie
of toepassing te geven. Kan ook
verwijzingen naar andere
publicaties bevatten.
Open de voorklep. Raadpleeg
Slaapmodus op pagina 8-1 voor meer
informatie over de automatische
slaapstand.
Open 13. Slaapmodus.
Druk op [Kopieermodus] om de
gewenste modus te selecteren.
Klik op Volgende.
OPMERKING: Zie stap 10 voor
informatie over het opslaan van de pin.
BelangrijkWordt gebruikt om belangrijke
informatie te verstrekken.
VoorzichtigMet deze waarschuwingen wordt
aangegeven dat er als gevolg van
een actie mechanische
beschadiging kan optreden.
WaarschuwingWordt gebruikt om gebruikers te
wijzen op het gevaar van
lichamelijk letsel.
BELANGRIJK: Zorg dat het papier niet
gevouwen, gekruld of beschadigd is.
VOORZICHTIG: Trek de cassette niet
naar buiten terwijl u de voorkant van het
apparaat vasthoudt.
WAARSCHUWING: Het
ladergedeelte staat onder hoge spanning.
xviiiGEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 21
Menu-items openen
Wanneer u het apparaat configureert, doet u dit door een menu-item te openen en
uw instelling in te voeren. Elke configuratie-instructie in deze handleiding geeft u
informatie over hoe u het menu-item kunt openen en biedt een routeschema om u
naar dat item te leiden. Een voorbeeld van een routeschema en de betekenis ervan
ziet u hieronder.
.
[Menu]Dit geeft weer op welke toets van het bedieningspaneel moet worden gedrukt.
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
W of X
1.Normale setup
[OK]
W of X
12.Papierformaat
[OK]
Druk op de linker- of rechtertoets totdat 1.Normale setup wordt
weergegeven.
Druk op de linker- of rechtertoets totdat 12.Papierformaat wordt
weergegeven.
GEBRUIKERSHANDLEIDINGxix
Page 22
Wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften
xxGEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 23
Hoofdgedeelte
1
1Onderdelen van het apparaat
7
2
3
1Scanner5Tonercontainer
2Voorklep6Ontwikkelaar
3Cassette7Drum
4Handmatige invoerlade
5
4
6
11
12
8
9
10
8Vergrendeling tijdens verzending12 Glasplaat
9Aanduidingsplaat origineelformaat13 Opvangbak
10 Bedieningspaneel14 Papierstopper
11Afdekklep voor originelen
GEBRUIKERSHANDLEIDING1-1
13
14
Page 24
Onderdelen van het apparaat
15
16
15 USB-aansluiting18 Stroomschakelaar
16 Contact met 5V DC (voor afdrukserver IB-110) 19 Netsnoeraansluiting
17 Achterklep
Documenttoevoer
1
2
3
17
18
19
4
5
1Origineleninvoer4Uitvoerverlengstuk
2Geleiders voor origineleninvoer5Originelenuitvoer
3Linkerklep
1-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 25
Bedieningspaneel
Herkiezen/
Kwaliteit
Pauze
Helderheid
Telefoonboek
Inhaken
Onderdelen van het apparaat
FS-1116MFP
12345986710
1112 1315171819201614
FS-1016MFP
12345986710
1112 1315171819201614
1Toets en lampje Kopieermodus11Toets voor het aanpassen van de belichting
2Toets en lampje Sorteren12 Toets Zoom
3Toets en lampje Combineren13 Lampje bij papierstoringen
4Toets en lampje SCAN14 Tonerlampje
5Toets en lampje KOPIE15 Toets Scannen naar PC
6W-toets 16 Berichtenscherm
7X-toets17 Toe ts Men u
8Cijfertoetsen18 Toe ts Annu l e r en
9Toets en lampje EcoPrint19 Toe ts OK
10 Toets Stop/Wissen20 Toets Start
OPMERKING: Wanneer u in de EcoPrint modus kopieert, drukt u via het
bedieningspaneel op [EcoPrint]. Raadpleeg EcoPrint modus op pagina 4-7.
Wanneer u via de pc in de EcoPrint modus afdrukt, stelt u dit via de printerdriver in.
Raadpleeg Afdrukfuncties op pagina 6-1.
GEBRUIKERSHANDLEIDING1-3
Page 26
Onderdelen van het apparaat
Berichtenscherm
Op het berichtenscherm van het bedieningspaneel wordt het volgende
weergegeven:
•Statusinformatie: de onderstaande berichten worden tijdens normale activiteiten
weergegeven.
•Foutcodes: wanneer iemand naar de printer moet kijken. Raadpleeg
Onderhouds- en foutberichten op pagina 10-4 voor meer informatie.
Statusinformatie
BerichtBetekenis
OpwarmenHet apparaat is bezig met opwarmen en is nog niet klaar.
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld, blijft dit bericht enkele
minuten op het scherm staan.
100% A4
••••••• 01
In slaapstandHet apparaat staat in de automatische slaapstand. Het apparaat komt uit de
Laag vermogenHet apparaat staat in de Laag vermogen-modus.
Annuleren...Het apparaat slaat de data over.
KopiërenHet apparaat maakt de kopie.
AfdrukkenHet apparaat drukt de via uw computer ontvangen data af.
ScannenHet apparaat scant het origineel.
Het apparaat is klaar voor gebruik. Dit is het gereedscherm in de kopieermodus.
automatische slaapstand wanneer u een toets op het bedieningspaneel indrukt
of wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen. Het apparaat wordt dan weer
opgewarmd en gaat on-line. Raadpleeg Slaapmodus op pagina 8-1 voor meer
informatie over de automatische slaapstand.
- A4, B5 (JIS), A5, Letter, Legal, Folio
en Oficio II
Papierspecificaties
GewichtCassette: 60 tot 105 g/m²
Dikte0,086 tot 0,110 mm
Nauwkeurigheid afmetingen±0,7 mm
Vierkantheid hoeken90° ±0,2°
Vochtinhoud4 tot 6%
VezelrichtingLange vezel
Pulpinhoud80% of meer
In de volgende tabel worden de basispapierspecificaties samengevat:
ItemSpecificatie
Handmatige invoerlade: 60 tot 163 g/m²
OPMERKING: Voor meer informatie over het formaat en de soorten media die u
kunt gebruiken, raadpleegt u, raadpleeg Specificaties op pagina 11-1.
GEBRUIKERSHANDLEIDING2-1
Page 28
Papier plaatsen
Voordat u papier plaatst
Plaats het papier in de cassette met de zijde
die naar de bovenkant van de verpakking
was gericht, naar boven toe.
OPMERKING: Volg de instructies op de
verpakking van het papier als er een
andere papierrichting wordt aangegeven.
Wanneer u een nieuw pak papier opent,
waaiert u het papier eerst los om de vellen
uit elkaar te halen. Als het papier gekruld of
gevouwen is, maakt u dit recht voordat u het
papier plaatst. Gekruld of gevouwen papier
kan papierstoringen veroorzaken.
BELANGRIJK: Wanneer u papier gebruikt dat al eerder door een kopieerapparaat
is gehaald, controleert u dit papier om ervoor te zorgen dat alle nietjes en paperclips
zijn verwijderd. Wanneer u probeert papier te kopiëren waarop klemmen zijn
bevestigd, kan dit een slechte beeldkwaliteit of storingen tot gevolg hebben.
Trek eventuele kreukels en vouwen in het papier recht, voordat u het papier in de
cassette plaatst. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot verkeerd ingevoerd papier.
Papier in een cassette plaatsen
Trek de cassette helemaal uit de printer.
1
BELANGRIJK: Ondersteun de cassette,
wanneer u deze uit de printer trekt, zodat de
cassette niet plotseling uit de printer valt.
Druk op de ontgrendelingsknop en pas de
2
papierlengtegeleider op het gewenste
papierformaat aan.
2-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 29
Stel de breedtegeleiders aan de linker- en
3
rechterkant van de papiercassette in. Druk
op de ontgrendelingsknop van de
linkergeleider en schuif de geleiders naar
het gewenste papierformaat.
OPMERKING: De papierformaten staan
op de cassette vermeld.
Papier plaatsen
Als u Folio- of Oficio II-papier gebruikt, haalt
u de groene stopper bij
papierlengtegeleider af en plaatst u deze op
de papierlengtegeleider bij
papierlengtegeleider naar achteren, totdat
deze stopt.
Plaats het papier in de cassette.
4
BELANGRIJK: Stel de lengte- en
breedtegeleiders altijd in voordat u het
papier plaatst. Zo kunt u schuin ingevoerd
papier en papierstoringen voorkomen.
Zorg ervoor dat het papier niet boven het
driehoekje op de breedtegeleider uitkomt.
Zorg ervoor dat de te bedrukken zijde
omlaag wijst en dat het papier niet
gevouwen, gekruld of beschadigd is.
c van de
d. Trek de
1
2
Duw de cassette stevig terug in de printer
5
tot deze niet meer verder kan.
Op de rechtervoorkant van de cassette
bevindt zich een papiermeter om het
resterende aantal vellen papier aan te
geven.
GEBRUIKERSHANDLEIDING2-3
Page 30
Papier plaatsen
Handmatige invoerlade
Het papier dat in de Handmatige invoerlade is geplaatst, wordt automatisch in plaats
van het papier in de cassette gebruikt.
Trek de cassette naar buiten om bij de
1
Handmatige invoerlade te kunnen.
Trek de Handmatige invoerlade omhoog en
2
naar buiten.
Trek de voorkant van de Handmatige
3
invoerlade naar buiten.
Duw de cassette weer in de printer terug.
4
Stel de papierbreedtegeleiders in en schuif
5
het papier zo ver mogelijk in de lade. De te
bedrukken zijde moet met de beeldzijde
omhoog liggen.
Zorg ervoor, dat de papierbreedtegeleiders
zich strak tegen de zijkanten van het papier
aan bevinden.
2-4GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 31
Enveloppen moeten met de beeldzijde
omhoog en de rechterrand eerst worden
ingevoerd.
OPMERKING: Druk voordat u
enveloppen koopt, een voorbeeld af om de
kwaliteit ervan te controleren.
BELANGRIJK: Schuif het papier goed in de
lade totdat het stopt.
Plaats één vel of envelop per keer.
Papier plaatsen
Begin na het plaatsen van papier in de Handmatige invoerlade met afdrukken.
Schuif de breedtegeleiders na gebruik helemaal naar buiten en sluit de Handmatige
6
invoerlade.
OPMERKING: Voor meer informatie over het formaat en de soorten media die u
kunt gebruiken, raadpleegt u Specificaties op pagina 11-1.
Trek de papierstopper naar buiten.
7
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Gebruik Handmatig dubbelzijdig afdrukken als u aan beide zijden van het papier wilt
afdrukken. Plaats voor Handmatig dubbelzijdig afdrukken één vel tegelijk in de
Handmatige invoerlade.
GEBRUIKERSHANDLEIDING2-5
Page 32
Papier plaatsen
Plaats een vel papier met de beeldzijde
1
omhoog in de Handmatige invoerlade en
druk eerst de voorkant af.
Plaats het afgedrukte vel papier met de beeldzijde omlaag in de Handmatige
2
invoerlade en druk de achterkant af.
Afhankelijk van de papierrichting kunt u Langs de lange kant inbinden of Langs de korte kant inbinden kiezen.
InbindrichtingZo plaatst u het papier
Langs de lange kant
inbinden
Langs de korte kant
inbinden
2-6GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 33
Het papierformaat selecteren
Na het plaatsen van het papier, moet u het papierformaat opslaan.
De papierformaten die kunnen worden gebruikt, zijn: A4, Letter, Legal, A5, B5,
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om het mediatype te selecteren en druk op [OK]. Het scherm
keert terug naar het gereedscherm.
15.Media Type
[OK]
GEBRUIKERSHANDLEIDING2-7
Page 34
Papier plaatsen
2-8GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 35
3Voorbereidingen
De kabels aansluiten
Het apparaat kan op een computer worden aangesloten.
De USB-kabel aansluiten
Gebruik de USB-kabel om het apparaat rechtstreeks op uw computer aan te sluiten.
Schakel het apparaat uit, verwijder het
1
netsnoer uit de aansluiting en schakel de
computer uit.
Sluit de USB-kabel op de USB-aansluiting
2
aan de achterkant van het apparaat aan.
Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel op de USB-aansluiting van uw computer
3
aan.
Het netsnoer aansluiten
Sluit het netsnoer op de achterkant van het
apparaat aan. Sluit het andere uiteinde op
een geschikt stopcontact aan.
GEBRUIKERSHANDLEIDING3-1
Page 36
Voorbereidingen
Software laden
Het apparaat inschakelen
Zet de stroomschakelaar aan. Het apparaat
begint op te warmen, waarna het
gereedscherm wordt weergegeven.
De printerdriver en scannerdriver installeren.
Zorg voordat u de software via de cd-rom installeert, dat het apparaat aan staat en
op de USB-poort van de computer is aangesloten.
Voor het gebruik van de software heeft u een van de volgende besturingssystemen
(OS) nodig: Microsoft Windows 98SE/Me/2000/XP.
De in deze handleiding beschreven handelingen zijn voor Windows XP. Voor de
besturingssystemen Windows 98SE/Me/2000 zijn in wezen dezelfde handelingen
nodig.
Schakel de pc in en start Windows.
1
OPMERKING: Als het dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, selecteert u Annuleren.
Plaats de cd-rom (Product Library) in het
2
cd-rom-station. Als het
installatieprogramma begint, verschijnt de
licentie-overeenkomst.
OPMERKING: Als het installatieprogramma niet automatisch wordt gestart,
gebruikt u Windows Verkenner om de cd-rom te openen en dubbelklikt u op Setup.exe.
Klik op View License Agreement om de licentie-overeenkomst te lezen.
3
3-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 37
Klik op Accept (akkoord) om door te gaan.
4
Klik op Select Language (taal selecteren).
5
Klik de taal die u wilt gebruiken.
6
Voorbereidingen
Klik op Install Software (software
7
installeren). De Installation Wizard start.
Klik op Next (volgende).
8
Selecteer Express Mode voor de
9
eenvoudige standaardinstallatie en klik op
Next.
OPMERKING: Indien u Custom Mode
(aangepaste modus) heeft gekozen,
selecteert u Universal serial bus (USB)
om de aansluitingsmethode te kiezen. Volg
de instructies op het scherm. Raadpleeg
Aangepaste installatie op pagina 3-4 voor
meer informatie.
GEBRUIKERSHANDLEIDING3-3
Page 38
Voorbereidingen
Klik op Install (installeren). De software
10
wordt nu door het installatieprogramma
geïnstalleerd.
OPMERKING: Wanneer u software onder
Windows XP installeert, wordt er tijdens de
installatie van de software een
waarschuwing weergegeven, dat de
apparaatdriver niet aan de eisen van de
Windows Logo-test voldoet. Klik op Toc h doorgaan om de waarschuwing te negeren
en de driver de installeren. Alle
apparaatdrivers zijn volledig getest.
Wanneer de installatie is voltooid, wordt het venster Installation Completed
11
(installatie voltooid) weergegeven. Klik op Finish (voltooien) om het
installatieprogramma te verlaten en naar het hoofdmenu van de cd terug te keren.
Aangepaste installatie
De Custom Mode is de selectiemodus, waar de gebruiker de installatieopties kan
kiezen.
Volg stap 1 tot en met 8 van Software laden op pagina 3-2.
1
Selecteer Custom Mode (aangepaste modus) en klik op Next (volgende).
2
Selecteer Universal serial bus (USB) en klik op Next.
3
Selecteer de softwarepakketten die u wilt installeren en wis de pakketten die u niet
4
wilt installeren.
Klik op Next.
5
Klik op Install (installeren). De software wordt nu door het installatieprogramma
6
geïnstalleerd.
Wanneer de installatie is voltooid, wordt het venster Installation Completed
7
(installatie voltooid) weergegeven. Klik op Finish (voltooien) om het
installatieprogramma te verlaten en naar het hoofdmenu van de cd terug te keren.
3-4GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 39
Voorbereidingen
Software verwijderen
Als de installatie van de software is mislukt, maakt u de installatie eerst ongedaan.
Volg daarna stap 1 tot en met 6 van Software laden op pagina 3-2.
1
Klik op Remove Software (software verwijderen).
2
Selecteer de softwarepakketen die u wilt verwijderen en klik op Uninstall (installatie
3
ongedaan maken).
Klik op Next.
4
Klik op Finish (voltooien) om het installatieprogramma te verlaten en naar het
5
hoofdmenu van de cd terug te keren.
GEBRUIKERSHANDLEIDING3-5
Page 40
Voorbereidingen
3-6GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 41
4Kopieerfuncties
Basishandelingen voor kopiëren
Raadpleeg de Systeeminstellingen om de standaardinstellingen voor het apparaat
te wijzigen.
Schakel het apparaat in. Na afloop van de opwarmperiode wordt het gereedscherm
1
weergegeven.
Maak een keuze uit de verschillende
2
functies van het kopieerapparaat.
Druk op [Kopieermodus] om de gewenste
3
modus te selecteren.
ModusBeschrijving
(tekst en foto's)Selecteer deze modus voor originelen die uit een
combinatie van tekst en afbeeldingen bestaan.
(foto's)Selecteer deze modus voor originelen die
voornamelijk uit foto's bestaan.
(tekst)Selecteer deze modus voor originelen die
voornamelijk uit tekst bestaan.
Kopieerbelichting aanpassen.
4
De kopieerbelichting (densiteit) wordt
handmatig aangepast. Druk op
[Donkerder] om de kopie donkerder te
maken. Druk op [Lichter] om de kopie
lichter te maken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING4-1
Page 42
Kopieerfuncties
Voer het gewenste aantal kopieën in. Het
5
maximumaantal is 99.
Open de afdekklep voor originelen en plaats
6
het origineel met de beeldzijde naar
beneden in de achterste linkerhoek van de
glasplaat. Sluit de afdekklep.
Druk op [Start]. Het kopiëren begint
7
onmiddellijk.
Druk op [Stop/Wissen] om het kopiëren te
annuleren.
Voltooide kopieën worden in de opvangbak
afgeleverd.
Originelen in de Documenttoevoer plaatsen
De documenttoevoer voert de uit meerdere vellen bestaande originelen automatisch
één voor één in en scant ze.
BELANGRIJK: Zorg er bij het verplaatsen van het apparaat altijd voor dat de
documenttoevoer is gesloten.
4-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 43
Kopieerfuncties
Acceptabele originelen
•Alleen vellen papier gebruiken
•Papiergewicht: 60 tot 105 g/m²
•Papierformaten: Legal (maximum), Statement en A5R (minimum)
•Het maximale aantal dat tegelijk kan worden geplaatst: 50 vellen
Originelen die moeten worden vermeden
Zorg ervoor, dat de volgende papiersoorten niet als originelen in de
documenttoevoer worden gebruikt:
•Originelen met geperforeerde gaatjes
•Transparanten
•Zachte originelen, zoals carbon- of vinylpapier, of andere originelen die
gekruld, gekreukeld of gevouwen zijn
•Onregelmatig gevormde originelen, natte originelen of originelen waarop
plakband of lijm zit
•Originelen met paperclips of nietjes. Haal de papierclips of nietjes eraf en
maak eventuele krullen, kreukels of vouwen glad voordat u de originelen in de
documenttoevoer plaatst. Als u dit niet doet, kunnen de originelen vastlopen.
•Originelen met uitsnijdingen of met een glad oppervlak aan beide zijden
•Originelen waarop nog vochtige correctievloeistof aanwezig is.
•Gevouwen originelen - maak de vouwen glad voordat u de originelen in de
documenttoevoer plaatst. Als u dit niet doet, kunnen de originelen vastlopen.
Controleer of er geen andere originelen in de documenttoevoer liggen.
1
Waaier de originelen eerst een paar keer los voordat u ze in de documenttoevoer
2
plaatst.
Pas de geleiders voor de origineleninvoer
3
op de breedte van het te kopiëren origineel
aan.
Als u A4 gebruikt, trekt u het
4
uitvoerverlengstuk naar buiten.
GEBRUIKERSHANDLEIDING4-3
Page 44
Kopieerfuncties
Plaats de originelen op volgorde en met de
5
beeldzijde omhoog in de origineleninvoer.
Schuif de voorrand van de originelen zo ver
mogelijk in de documenttoevoer.
Een dik origineel op de glasplaat leggen
Wanneer u een origineel wilt kopiëren dat
niet in de documenttoevoer kan worden
geplaatst (boeken, tijdschriften e.d.), opent
u de documenttoevoer en plaatst u het
origineel rechtstreeks op de glasplaat.
Sluit de documenttoevoer na gebruik.
ABC
Zoomkopieën
Het is mogelijk de zoomverhouding te
wijzigen om grotere of kleinere kopieën te
maken. De volgende modi zijn beschikbaar
voor het selecteren van de gewenste
zoomverhouding.
ModusBeschrijving
Standaard zoomU kunt kopieën in een van de vaste zoomverhoudingen
maken. Op het apparaat zijn de volgende verhoudingen
opgeslagen:
Origineel (100%)
Passend
LTR naar STM 64%
A4 naar A5 70%
STM naar LTR 129%
A5 naar A4 141%
25 %
400 %
Variabele zoomDe zoomverhouding kan desgewenst in stappen van
1% worden ingesteld op alle waarden tussen 25% en
400% (zie hieronder).
Aangep.
4-4GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 45
Kopieerfuncties
OPMERKING: Passend wordt gebruikt wanneer er tekens en afbeeldingen op
het origineel staan, die volledig moeten worden gekopieerd. Het lege deel van de
afdruk wordt berekend en het origineel wordt verkleind en vervolgens gekopieerd.
Deze optie maakt geen automatische verkleiningen of vergrotingen op basis van
het papierformaat.
Standaard zoom
Druk op [Zoom].
1
Druk op W of X om de gewenste zoomverhouding te selecteren.
2
Druk op [OK]. Het berichtenscherm keert terug naar het gereedscherm. De nieuwe
3
zoomverhouding is opgeslagen.
Plaats om met kopiëren te beginnen het origineel op de glasplaat en druk op [Start].
Variabele zoom
Voer de volgende procedure uit om de instellingen voor de modus Variabele zoom
uit te voeren.
Druk op [Zoom].
1
Druk op W of X om Aangep. te selecteren en druk op [OK].
2
Vul de gewenste factor via de cijfertoetsen
3
in.
Druk op [OK]. Het berichtenscherm keert terug naar het gereedscherm. De nieuwe
4
zoomverhouding is opgeslagen.
Plaats om met kopiëren te beginnen het origineel op de glasplaat en druk op [Start].
GEBRUIKERSHANDLEIDING4-5
Page 46
Kopieerfuncties
Sorteermodus
Meerdere originelen kunnen worden
gesorteerd.
Originelen
1
Druk op [Sorteren] om of
te selecteren.
Voer het gewenste aantal kopieën in.
2
Plaats het origineel op de glasplaat en druk op [Start]. Het eerste origineel wordt nu
3
gescand.
Vervang het eerste origineel met de volgende en druk op [Start]. Het scannen
begint.
Als alle originelen zijn gescand, drukt u op
4
. Het kopiëren begint. De gescande
pagina's worden afgedrukt.
Kopieën
4-6GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 47
Modus Combineren
De beelden van 2 of 4 originelen kunnen worden verkleind en op één kopie worden
gecombineerd.
OPMERKING: De Sorteer- of Zoommodus wordt niet ondersteund in de modus
Combineren.
Wanneer u een origineel in de documenttoevoer plaatst, wordt in de modus
Combineren de hele pagina automatisch gescand.
Druk op [Combineren] om de gewenste
1
modus te selecteren.
Kopieerfuncties
ModusBeschrijving
Kopieert vier originelen op één pagina.
Kopieert twee originelen op één pagina.
Kopieert één origineel op één pagina.
2
3
4
EcoPrint modus
Voer het gewenste aantal kopieën in.
Plaats het origineel op de glasplaat en druk op [Start]. Het scannen begint.
Vervang het eerste origineel met de volgende en druk op [Start]. Het scannen
begint. De gescande pagina's worden om de twee of vier pagina's afgedrukt.
In de EcoPrint-modus gebruikt het apparaat minder toner voor een pagina, zodat u
op afdrukkosten bespaart. De afbeeldingen worden hierdoor lichter dan normaal
afgedrukt, zonder dat de afdruksnelheid wordt beïnvloed. Druk op [EcoPrint]. De
afdrukken worden lichter, maar blijven wel leesbaar.
GEBRUIKERSHANDLEIDING4-7
Page 48
Kopieerfuncties
4-8GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 49
5Scanfuncties
Met dit product kunt u de scanner vanuit een TWAIN- of plug-in-softwaretoepassing
bedienen. Aangezien de scannerdriver geen stand-alone software is, moet het
programma vanuit een met TWAIN compatibele softwaretoepassing worden gestart.
Daarna kan de scannerdriver de afbeelding scannen en op uw computer laden. De
opdracht voor het starten van de scannerdriver kan per softwaretoepassing
verschillen. Als u de correcte opdracht wilt weten, raadpleegt u de
gebruikershandleiding van uw softwaretoepassing.
Gebruikersinterface
Open uw TWAIN-scantoepassing.
1
Klap het menu File (Bestand) open en kies Select Source (Bron selecteren).
2
Indien de opdracht Select Source (Bron selecteren) niet in het menu File (Bestand)
beschikbaar is, raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw toepassing om vast
te stellen hoe de TWAIN-link wordt gebruikt.
Er verschijnt een dialoogvenster waarin een lijst met scanbronnen is opgenomen.
Selecteer of importeer uw scanner.
3
U hoeft de bron slechts één keer te selecteren, tenzij u een andere scanner wilt
kiezen.
Het volgende dialoogvenster met scantoepassingen verschijnt:
4
Selecteer de scanmethode die u wilt gebruiken in het vervolgkeuzemenu Scan
5
Method (Scanmethode).
Selecteer de modus die u voor scans wilt gebruiken in het vervolgkeuzemenu Image
6
Type (Beeldtype).
Selecteer een scanresolutie in het vervolgkeuzemenu Resolution (Resolutie).
7
GEBRUIKERSHANDLEIDING5-1
Page 50
Scanfuncties
Selecteer de instellingen voor de scantoepassingen (bijv. Sharpen (Verscherpen),
8
Descreen (Ontrasteren), e.d.) die u wilt gebruiken.
Klik op Preview (Voorbeeld) of Scan (Scannen) om uw document(en) te bekijken of
9
te scannen.
De scanmethode selecteren
Selecteer in het vervolgkeuzemenu Scan Method welke scanmethode u voor het
scannen wilt gebruiken.
FlatbedGebruik deze instelling als u de glasplaat gebruikt
Gebruik deze instelling als u de documenttoevoer
gebruikt om documenten per stuk te scannen.
om per pagina te scannen.
Het beeldtype selecteren
Selecteer het beeldtype naar wens via de modus op de gebruikersinterface van de
scanner.
ModusBeschrijving
Black and White
(Zwart-wit)
8-Bit Gray (8-bits grijs)De tinten van het origineel worden
24-Bit Color
(24-bits kleur)
Het origineel wordt in monochroom gescand. De
uiteindelijke bestandsgrootte van de gescande
gegevens is kleiner dan in de andere kleurenmodi.
gereproduceerd.
Het origineel wordt in full color gescand.
De resolutie selecteren
Hoe hoger de waarde voor de resolutie, des te fijner wordt het beeld. Een hogere
resolutie heeft een groter bestandsformaat en een langere scantijd tot gevolg.
Preview (Voorbeeld)
Klik op Preview (Voorbeeld) om een document te scannen, zodat u het gescande
beeld kunt bekijken. Zo kunt u aangeven welk gebied moet worden gescand, en
instellingen in de scantoepassing maken die voor verdere scans moeten worden
gebruikt. Wanneer een scantoepassing wordt gewijzigd en toegepast, wordt het
voorbeeld bijgewerkt, zodat u de wijziging gelijk kunt zien. U kunt het te scannen
gebied definiëren door de cursorlijnen met de muis te verslepen.
Zoom (In-/uitzoomen)
Klik op Zoom (In-/uitzoomen) om een geselecteerd gebied te bekijken.
5-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 51
Scanfuncties
Scan (Scannen)
Klik op Scan (Scannen) om het gebied met de aangegeven parameters te scannen.
U kunt het te scannen gebied definiëren door de cursorlijnen met de muis te
verslepen.
Exit (Afsluiten)
Klik op Exit (Afsluiten) om de huidige taak af te sluiten.
Uw beeld verbeteren
Brightness (Helderheid)
Maak een beeld lichter of donkerder. Hoe hoger de waarde, des te helderder wordt
het beeld.
Contrast
Pas het bereik aan tussen de donkerste en lichtste schaduwen in het beeld. Hoe
hoger het contrast, des te groter is het verschil tussen de grijswaarden.
Invert (Omkeren)
Met de omkeeropdracht worden de helderheid en kleur in het beeld omgekeerd. Bij
kleurenafbeeldingen wordt elke pixel na de omkeeropdracht in de complementaire
kleur gewijzigd.
Mirror (Spiegelen)
Met de spiegelopdracht wordt het beeld omgekeerd (er wordt een gespiegelde
afbeelding gemaakt).
Wanneer u op deze toets klikt, wordt het scangebied in het voorbeeld automatisch
in het voorbeelddocument afgesneden. Dit wordt dan het afgesneden gebied voor
alle gescande documenten.
Original Size (Origineelformaat)
Selecteer een formaat uit de lijst met veelgebruikte scanformaten, waaronder
business card (visitekaartjes), 5 x 3 inch, 6 x 4 inch, Letter, B5, A5, A4 of uw huidige
scangebied, om uw scanformaat gelijk te selecteren.
Units (Eenheden)
Deze toets geeft het gebruikte maatsysteem aan (inch, cm of pixel).
GEBRUIKERSHANDLEIDING5-3
Page 52
Scanfuncties
Descreen (Ontrasteren)
Klik op de toets Descreen om een vervolgkeuzemenu te openen, waarmee u kunt
aangeven welk type document u gaat scannen. Op deze manier wordt het moirépatroon dat vaak op afdrukken verschijnt, geëlimineerd. U kunt Newspaper (Krant),
Magazine (Tijdschrift) of Catalog (Catalogus) kiezen. Een moiré-patroon is een
ongewenst patroon dat het gevolg is van de onjuiste schermhoek bij de
overdrukhalftoon.
Sharpen (Verscherpen)
Klik op de toets Sharpen om een vervolgkeuzemenu te openen, waarmee u kunt
aangeven op welk niveau het gescande beeld moet worden verscherpt. U kunt
kiezen uit Light (Licht), More (Meer), Heavy (Zwaar) of Extra Heavy (Extra zwaar).
Color Adjustment (Kleuraanpassingen)
Klik op de toets Color Adjustment voor de functies Hue (Tint), Saturation
(Verzadiging) en Lightness (Lichtsterkte).
OPMERKING: Als u de tint-, verzadigings- of lichtsterktefuncties wilt gebruiken,
moet u op de toets Advanced Settings (Geavanceerde instellingen) drukken.
Auto Level (Automatische niveaus)
Klik op de toets Auto Level om schaduw toe te voegen, zodat er meer details in een
afbeelding verschijnen.
Advanced Settings (Geavanceerde instellingen)
Klik op de toets Advanced Settings om de toetsen Highlight/Shadow Levels
(belichtings-/schaduwniveaus), Curves (Curven), Color Balance (Kleurbalans), Hue/
Saturation/Lightness (Tint/Verzadiging/Lichtsterkte), Color Drop-out
(Achtergrondkleuren verwijderen) en Custom Settings (Custom instellingen) te
activeren (deze zes toetsen bevinden zich aan de rechterkant van het TWAINdialoogvenster).
Highlight/Shadow (Belichtings-/schaduwniveaus)
Deze functie is beschikbaar wanneer 8-Bit Gray (8-bits grijs), 8-Bit Color (8-bits
kleur) of 24-Bit Color (24-bits kleur) in het vervolgkeuzemenu Image Type
(Beeldtype) is geselecteerd. Belichting verwijst naar het lichtste punt in een gescand
beeld. Schaduw verwijst naar het donkerste punt.
Klik op de toets Highlight/Shadow (Belichtings-/schaduwniveaus) om het
dialoogvenster Highlight/Shadow Levels (Belichtings-/schaduwniveaus) te
openen. U kunt waarden in de tekstvakken typen of uw muis op de lijn zetten, op de
rechtermuisknop klikken en de lijn naar de gewenste waarden te slepen.
Combineer de belichtings- en schaduwinstellingen om het kleurbereik uit te breiden
en meer details in een kleurenafbeelding te krijgen.
5-4GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 53
Scanfuncties
Curves (Curven)
Wanneer u de toets Curves selecteert, verschijnt er een dialoogvenster waarmee u
de halftonen van het beeld kunt aanpassen, zonder dat u details in de lichtste en
donkerste gebieden verliest.
Selecteer Curve (Boog) of Line (Lijn), afhankelijk van of u een gebogen of hoekige
instelling wilt. Plaats de muis op de lijn, klik op de rechtermuisknop en versleep de
lijn om de gewenste curve in te stellen.
Color Balance (Kleurbalans)
Wanneer u de toets Color Balance selecteert, verschijnt er een dialoogvenster
waarmee u de kleur van het beeld aan kunt passen, zodat het beeld zo goed mogelijk
op het origineel lijkt.
De standaard parameters worden gebruikt om het beeld aan te passen. U kunt
waarden in de tekstvakken Color Levels (Kleurniveaus) typen of de schuifpijl onder
de kleur verslepen.
Klik op deze toets om de tint, verzadiging of lichtsterkte van een beeld aan te passen.
Deze toets wordt ingeschakeld, wanneer de toets voor kleuraanpassingen is
geselecteerd. U kunt waarden in de tekstvakken typen of de schuifpijl onder elk item
verslepen.
Tint - specificeer een waarde in het vak Hue (Tint) om de tint tot 360
door op de gewenste kleur in het kleurenwiel te klikken of een instelling in het
vervolgkeuzemenu te kiezen. Wanneer de tintaanpassing wordt gemaakt, verandert
de kleurintensiteit ook mee.
Verzadiging - specificeer een waarde in het vak Saturation (Verzadiging) om het
verzadigingsniveau van de kleur aan te passen. Het verzadigingsniveau geeft aan of
de kleur vaal of rijk is.
Lichtsterkte - specificeer een waarde in het vak Lightness (Lichtsterkte) om de
sterkte van de kleur aan te passen.
º aan te passen
OPMERKING: Deze opties zijn beschikbaar wanneer de toets Color Adjustment
(Kleuraanpassingen) is ingeschakeld.
Color Drop-out (Achtergrondkleuren verwijderen)
Deze functie is beschikbaar wanneer Black and White (Zwart-wit) of 8-Bit Gray
(8-bits grijs) in het vervolgkeuzemenu Image Type (Beeldtype) is geselecteerd. Klik
op de toets voor achtergrondkleuren verwijderen om een dialoogvenster te openen,
waarin u ervoor kunt kiezen het R-kanaal (rood), G-kanaal (groen) of B-kanaal
(blauw) tijdens het scannen te verwijderen. Wanneer u na het verwijderen van één
van de kleurkanalen de helderheid verhoogt, wordt uw beeld duidelijker.
GEBRUIKERSHANDLEIDING5-5
Page 54
Scanfuncties
Custom Settings (Custom instellingen)
Klik op de toets Custom Settings om een dialoogvenster te openen, waarin u uw
scaninstellingen en configuratie-instellingen kunt opslaan. Er zijn twee tabbladen:
Scan Settings (Scaninstellingen) en Configuration Settings (Configuratieinstellingen).
Scan Settings (Scaninstellingen)
Met het tabblad Scan Settings (Scaninstellingen) kunt u de scaninstellingen van uw
toepassing in een bestand opslaan, een bestaand bestand laden of een bestaand
bestand verwijderen.
Een bestand met
scaninstellingen
opslaan
Een bestand met
scaninstellingen
gebruiken
Een bestand met
scaninstellingen
verwijderen
Typ in het tekstvak File Name (Bestandsnaam) een
naam voor uw instellingen en klik op Save (Opslaan). Uw
instellingen worden opgeslagen en de bestandsnaam
verschijnt in de lijst.
U kunt een bestaand instellingenbestand gebruiken. Klik
met de rechtermuisknop op de instellingen die u wilt
gebruiken en klik op Load (Laden). De instellingen in het
bestand worden automatisch in het dialoogvenster met
scanfuncties gespecificeerd.
Klik met uw rechtermuisknop op een bestandsnaam en
druk via het toetsenbord van uw computer op [Delete]
(verwijderen) om het bestand te verwijderen. U kunt het
standaardbestand voor scaninstellingen default.av2 niet
verwijderen.
Met het tabblad Configuration Settings (Configuratie-instellingen) kunt u bepaalde
speciale instellingen aanpassen.
Hint Setting
(Hintinstelling)
Lock Scaling (Schaal vergrendelen)
Klik op deze toets om de breedte en hoogte van de aflevering vast te stellen, ook al
is het geselecteerde scanformaat anders. Wanneer u deze optie toepast, verandert
de schaalwaarde automatisch en wordt tegelijkertijd het formaat van het
geselecteerde gebied gewijzigd.
Info
Klik op deze toets om een venster te openen, waarin informatie over de scanner en
de driver staat.
Zet een vinkje in het vak Show Hints (Hints weergeven)
voor tekstvakjes waarin de naam van een item verschijnt
wanneer u de muis boven dat item in het dialoogvenster
houdt. Klik op Apply (Toepassen) om de wijzigingen op
te slaan.
GEBRUIKERSHANDLEIDING5-7
Page 56
Scanfuncties
5-8GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 57
Afdrukvoorkeuren
Tabblad Basis
6Afdrukfuncties
In dit hoofdstuk vindt u uitleg over het aanpassen van de geïnstalleerde
printerdriverinstellingen en het maken van afdrukken.
Afdrukrichting
Gebruik deze functie om de afdrukrichting te selecteren.
Kopieën
Gebruik deze functie om het aantal benodigde
exemplaren te selecteren. Indien u sets wilt, kiest u
Sorteren. Als u Volgorde omdraaien gebruikt, wordt
er in de omgekeerde volgorde afgedrukt.
Afbeelding
Gebruik deze functie om de benodigde afdrukkwaliteit
te selecteren.
Pas de Helderheid van de afdruk aan. De donkerste
instelling is 7 en de helderste instelling is 1. Kies 4 voor
een gemiddeld helderheidsniveau. Wanneer u
EcoPrint gebruikt, wordt er met een lichtere densiteit
afgedrukt om de levensduur van de tonercontainer te
verlengen.
Wanneer u Beeld omkeren gebruikt, wordt er een
omgekeerd negatiefeffect in zwart-wit afgedrukt.
Tabblad Papier
Oorspronkelijk formaat
Gebruik deze functie om het oorspronkelijke
formaat te selecteren.
Mediatype
Gebruik deze functie om het mediatype te selecteren.
GEBRUIKERSHANDLEIDING6-1
Page 58
Afdrukfuncties
Tabblad Lay-out
N-up
Gebruik deze functie om N-up te selecteren, zodat er 9
beelden op één vel worden afgedrukt.
Wanneer u Randen afdrukken kiest, verschijnen de
paginaranden op elke pagina.
Papierformaat uitvoer
Gebruik deze functie om het beeld tussen 25% en
400% te vergroten of te verkleinen.
Tabblad Effect
Watermerk
Gebruik deze functie om watermerken te selecteren en
te bewerken.
Met Nieuw/Toevoegen kunt u een nieuw watermerk
toevoegen. Met Bewerken kunt u het watermerk
wijzigen. Met Verwijderen kunt u een watermerk uit de
lijst halen.
Een document afdrukken
Zorg ervoor dat het benodigde papier in het apparaat is geplaatst.
1
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. Het dialoogvenster
2
Afdrukken wordt weergegeven.
Selecteer de keuzelijst met printernamen. Alle geïnstalleerde printers staan vermeld.
3
Selecteer uw printer.
Selecteer de gewenste opties, voer het aantal benodigde exemplaren in en kies
4
Sorteren als u meer dan één set wilt afdrukken.
Selecteer OK om met afdrukken te beginnen.
OPMERKING: Als er een papierstoring
optreedt of het papier op is, verschijnt
Statusbewaking. Hiermee kunt u de
printeractiviteiten bewaken en beheren. U kunt
Statusbewaking verlaten door op Verwijderen
te klikken, de papierstoring te verhelpen of het
papier aan te vullen.
6-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 59
7QLINK gebruiken
QLINK is een hulpprogramma waarmee u de meestgebruikte scantoepassingen
gemakkelijk, met enkele muisklikken, kunt openen. Door het gebruik van QLINK
hoeft u de betreffende toepassingen niet meer handmatig te openen, en kunt u een
document rechtstreeks naar een map op uw computer scannen. QLINK biedt drie
bedieningscategorieën:
1MFP button setting (Instelling MFP-toets) - Configureer [Scannen naar PC]
op het bedieningspaneel.
2Copy Function (Kopieerfunctie) - Verbeterde kopieerfuncties, zoals vier-op-
twee of een-op-een kopiëren.
3Scanfunction (Scanfunctie) - Rechtstreeks naar een bestand of e-mail
scannen. U kunt de toetsen zelf configureren om aan uw toepassingswensen
te voldoen.
1
2
3
Twee van de drie onderdelen in de bovenstaande QLINK-tabel bestaan uit een
aantal verschillende toetsen, die voor de meestgebruikte toepassingen vooraf zijn
gedefinieerd. Scan Function bevat een toets Send to file (Verzenden naar bestand),
een toets Send to email (Verzenden als e-mail) en drie door de gebruiker
gedefinieerde toetsen die u aan de door u gewenste toepassing kunt toewijzen Copy Function bestaat uit drie toetsen voor 4 tot 1 kopiëren. MFP button setting bestaat uit
een grote toets, Scan to (Scannen naar), waarmee u [Scannen naar PC] op het
bedieningspaneel kunt configureren.
QLINK starten
Dubbelklik op en klik dan op het kleine QLINK-pictogram in het statusgebied.
QLINK wordt nu geopend.
GEBRUIKERSHANDLEIDING7-1
Page 60
QLINK gebruiken
MFP Button Setting (Instelling MFP-toets)
De toets Scannen naar PC op het bedieningspaneel gebruiken om te
scannen
Door het gebruik van [Scannen naar PC] hoeft u de betreffende toepassingen niet
meer handmatig te openen, en kunt u een document rechtstreeks naar een map op
uw computer scannen.
Plaats het origineel met de beeldzijde omhoog in de documenttoevoer of met de
1
beeldzijde omlaag op de glasplaat.
Druk via het bedieningspaneel op [Scannen naar PC].
2
Druk op W of X om een toepassing in het berichtenscherm te selecteren.
3
Druk op [OK] om deze toepassing te bevestigen.
4
Druk op [Start] om het scanproces te starten.
5
De toets Scannen naar PC configureren
Wanneer QLINK wordt weergegeven, klikt u in QLINK op Scan to (Scannen naar).
Edit Application list (Toepassingenlijst bewerken) verschijnt nu (zie hieronder):
New Application (Nieuwe toepassing)
Met New Application (Nieuwe toepassing) kunt u desgewenst een aanvullende
toepassing toevoegen.
Edit (Bewerken)
Met Edit (Bewerken) kunt u de toepassing in de lijst of de eigenschappen ervan
bewerken.
7-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 61
QLINK gebruiken
Klik op een van de toepassingen in de lijst en vervolgens op Edit (Bewerken) om het
dialoogvenster Preferences (Voorkeuren) te openen (zie hieronder):
Program path
(Programmapad)
Program name
(Programmanaam)
Program name on
MFP LCD
(Programmanaam
op MFP-scherm)
Scan (Scannen)Pas alle andere scannerinstellingen naar voorkeur aan,
File Format
(Bestandsformaat)
File Path
(Bestandspad)
Delete (Verwijderen)
Selecteer het pad naar de map waar het exe-bestand
van uw toepassing op de computer staat door op
Browse (Bladeren) te klikken.
De oorspronkelijke naam van uw toepassing wordt hier
weergegeven.
Geef uw toepassing een naam, die op het
berichtenscherm verschijnt.
waaronder Original Image Type (Afbeeldingstype),
Original Size (Scangrootte), Resolution (Resolutie),
Brightness (Helderheid) en Contrast.
Als u de keuzelijst File Format (Bestandsformaat) kiest,
kunt u uw origineel opslaan als PDF, BMP, JPEG en TIFF.
Als u op Browse (Bladeren) klikt, kunt u een andere
map/directory kiezen, waar het gescande bestand
naartoe wordt gestuurd.
Met Delete (Verwijderen) kunt u een toepassing uit de lijst halen.
OK
Deze toets wordt gebruikt om uw bijgewerkte instellingen op te slaan.
GEBRUIKERSHANDLEIDING7-3
Page 62
QLINK gebruiken
Copy Function (Kopieerfunctie)
De drie kopieertoetsen in QLINK kunnen naar wens worden aangepast, zodat u kunt
profiteren van de in de printerdriver van het apparaat ingebouwde toepassingen om
de combineerfunctie uit te voeren wanneer u originelen in de documenttoevoer
plaatst.
Volg de aanwijzingen in de onderstaande tabel en klik op een van de drie
kopieertoetsen in QLINK om te kopiëren.
De kopieerfunctie configureren
Klik met de rechtermuisknop op een van de drie kopieertoetsen in QLINK en klik op
Configuration (Configuratie). Het dialoogvenster Copy (Kopiëren) verschijnt voor
deze toets (zie hieronder):
Drukt 1 origineel verkleind op één vel papier af.
Drukt 2 originelen verkleind op één vel papier af.
Drukt 4 originelen verkleind op één vel papier af.
7-4GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 63
Scanner Setting (Scannerinstelling)
Door op het pijltje naast de keuzelijst te klikken, kunt u uit
de volgende origineelbeeldtypen kiezen:
Indien de inhoud van het origineel alleen uit foto's bestaat,
of uit foto's met wat tekst erbij, kiest u Photo (Foto) om een
kopie te maken die zich op de foto concentreert. Met de
optie Tex t (Tekst) maakt u daarentegen een kopie die zich
op tekst concentreert. Als het te kopiëren beeld echter
ongeveer uit evenveel foto's als tekst bestaat, raden wij u
aan Mixed (Gemengd) te kiezen, zodat er een optimale
kopie van een combinatie van foto's en tekst wordt
gemaakt.
QLINK gebruiken
Advanced Setting
(Geavanceerde
instelling)
Met deze toets verschijnt het dialoogvenster met
scanvoorkeuren (zie hieronder):
U kunt dit dialoogvenster goed gebruiken om alle andere
voorkeursscaninstellingen te wijzigen, waaronder Original Size (Scangrootte), Resolution (Resolutie), Brightness
(Helderheid) en Contrast.
GEBRUIKERSHANDLEIDING7-5
Page 64
QLINK gebruiken
Copy Setting (Kopieerinstelling)
Copies (Kopieën)Hiermee selecteert u het aantal kopieën.
Scale(%) (Schaal)Vergroot of verklein de kopieerschaal.
PrinterAls u de standaardeigenschappen van de printer wilt
bijwerken, klikt u op Properties (Eigenschappen). Er
verschijnt nu een voorbeeld van het eigenschappenvenster
van uw printerdriver (zie hieronder):
Collate (Sorteren)Hiermee schakelt u de sorteerfunctie in.
OK
Deze toets wordt gebruikt om uw bijgewerkte instellingen op te slaan.
Scan Function (Scanfunctie)
Send to email (Verzenden als e-mail)
Met Send to email (Verzenden als e-mail) kunt u een pagina of document
rechtstreeks als bijlage naar de e-mailtoepassing Outlook Express scannen.
Klik in QLINK op Send to email (Verzenden als e-mail) om uw originelen naar de e-
mailtoepassing te scannen.
OPMERKING: Als Outlook Express niet werkt, opent u deze toepassing eerst
voordat u op Send to email (Verzenden als e-mail) klikt.
Send to file (Verzenden naar bestand)
Met Send to file (Verzenden naar bestand) kunt u een beeld scannen en in een
directory op uw harde schijf opslaan. Zo kunt u uw papieren documenten
gemakkelijk archiveren.
Klik in QLINK op Send to file (Verzenden naar bestand) om uw originelen naar een
bestand te scannen.
7-6GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 65
QLINK gebruiken
Toetsen User define (Door de gebruiker gedefinieerd)
U kunt maximaal drie toetsen in QLINK definiëren. U kunt uw eigen voorkeuren en
configuratie instellen, afhankelijk van de door uw gewenste toepassing.
Klik met de rechtermuisknop op een van de drie toetsen User define (Door gebruiker
gedefinieerd) en klik dan op Configuration (Configuratie) om een toets te definiëren.
Er verschijnt een dialoogvenster Application (Toepassing) als voorbeeld, afhankelijk
van de eerder geselecteerde of standaardtoepassing.
Select Scan To Send
(Selecteer Scannen om
te verzenden)
OKDeze toets wordt gebruikt om uw bijgewerkte
Klik in QLINK op een toets User define (Door gebruiker gedefinieerd) om uw
originelen te scannen naar de toepassing die onder deze toets is gedefinieerd.
Met deze vervolgkeuzelijst kunt u een toepassing
naar wens selecteren.
In de lijst staan de 8 standaardtoepassingen, die
veel worden gebruikt.
instellingen op te slaan.
GEBRUIKERSHANDLEIDING7-7
Page 66
QLINK gebruiken
7-8GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 67
8Systeeminstellingen
In dit hoofdstuk staan de procedures voor de verschillende instellingen die voor de
bediening van dit apparaat nodig zijn.
Berichtentaal
U kunt de taal van het berichtenscherm kiezen uit English, Français, Deutsch,
Italiano, Nederlands, Español, Dansk, Svenska, Norsk, Polski, Čeština,
Magyar, Suomi, РУССКИЙ, Lietuviųk, Ελληνικά, Türkçe, , Português,
Português(SA).
[Menu]
W of X
1.Normale setup
[OK]
W of X
11.Taal
[OK]
1Open 11.Taal.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om de taal te selecteren die in het scherm moet worden
gebruikt, en druk op [OK].
Het scherm verandert in de geselecteerde taal en keert terug naar het
gereedscherm.
Slaapmodus
Het apparaat is voorzien van een timer voor de automatische slaapstand, die wordt
gebruikt om stroom te besparen wanneer het apparaat niet in gebruik is. U kunt deze
tijd wijzigen, zodat het apparaat tussen 5 minuten en 2 uur op de slaapstand
overgaat. De standaard fabriekstijd is 15 minuten.
Wanneer u deze tijd wijzigt, verandert de overgangstijd van de Laag vermogenmodus ook.
Overgangstijd naar de slaapmodusOvergangstijd naar de Laag
vermogen-modus
UitUit
5 min.2,5 min.
15 min.7,5 min.
30 min.15 min.
1 uur0,5 uur
2 uur1 uur
GEBRUIKERSHANDLEIDING8-1
Page 68
Systeeminstellingen
[Menu]
W of X
1.Normale setup
[OK]
W of X
13. Slaapmodus
[OK]
[Menu]
W of X
1.Normale setup
[OK]
W of X
14. Toner toev.
[OK]
1Open 13. Slaapmodus.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om te selecteren na hoeveel tijd het apparaat op de slaapstand
overgaat en druk op [OK]. Het scherm keert terug naar het gereedscherm.
Toner installeren
Als u de tonercontainer vervangt, moet u de tonerteller volgens de uitleg hieronder
weer op nul zetten.
1Open 14. Toner toev.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om Aan te selecteren en druk op [OK]. Het scherm keert terug
naar het gereedscherm.
[Menu]
W of X
1.Normale setup
[OK]
W of X
16.Zoemer
[OK]
Zoemer
U kunt instellen dat er een zoemer afgaat, wanneer er een toets op het
bedieningspaneel wordt ingedrukt, als er een fout optreedt, etc.
1Open 16.Zoemer.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om Aan of Uit te selecteren. Druk op [OK]. Het scherm keert
terug naar het gereedscherm.
Drum resetten
Voer de drumresetprocedure uit wanneer de drum is vervangen.
VOORZICHTIG: Als deze procedure niet wordt uitgevoerd, kan het apparaat de
stroomregeling van de hoofdlader niet goed instellen en kunnen er problemen met
de afdrukkwaliteit optreden.
8-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 69
Systeeminstellingen
[Menu]
W of X
1.Normale setup
[OK]
W of X
17. Drum reset.
[OK]
[Menu]
W of X
1.Normale setup
[OK]
W of X
1Open 17.Drum reset.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om Aan te selecteren en druk op [OK]. Het scherm keert terug
naar het gereedscherm.
Drum reinigen
Met Drum reinigen wordt het oppervlak van de drum schoongemaakt. Als er
problemen met de afdrukkwaliteit optreden, kunt u Drum reinigen uitvoeren.
Raadpleeg Algemene richtlijnen op pagina 10-1.
1Open 18.Drum reinigen.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om Aan of Uit te selecteren. Druk op [OK]. Het scherm keert
terug naar het gereedscherm.
18.Drum reinigen
[OK]
[Menu]
W of X
1.Normale setup
[OK]
W of X
19.Drumbeheer
[OK]
Drumbeheer
Met drumbeheer wordt het drumoppervlak automatisch bij het inschakelen van het
apparaat gereinigd. U kunt de reinigingstijd aanpassen naar 0,90 of 155 seconden.
1Open 19.Drumbeheer.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om de reinigingstijd te selecteren. Druk op [OK]. Het scherm
keert terug naar het gereedscherm.
EcoFuser
Wanneer deze modus op Aan is gezet wordt de fuserverwarming tijdens de
slaapstand uitgeschakeld om stroom te besparen. De opwarmtijd duurt echter langer
dan bij Uit.
GEBRUIKERSHANDLEIDING8-3
Page 70
Systeeminstellingen
[Menu]
W of X
1.Normale setup
[OK]
W of X
110.EcoFuser
[OK]
1Open 110.EcoFuser.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om Aan of Uit te selecteren. Druk op [OK]. Het scherm keert
terug naar het gereedscherm.
Configuratie voor kopiëren
Standaardwaarden van functies wijzigen
Wanneer u bij functies die u vaak gebruikt de standaardwaarde van de instelling
wijzigt, kost het u minder tijd om die instelling te maken, telkens wanneer de
bijbehorende functie wordt gebruikt. In de volgende tabel staan de functies waarvan
de standaardwaarden en de beschikbare instellingen kunnen worden gewijzigd. De
in de fabriek geconfigureerde standaardinstellingen worden met een sterretje (*)
aangeduid.
FunctieBeschikbare
Verwijzing
instellingen
21. Def.Kopiemod*Tekst
Foto's
Tekst+Foto
22. Def. Belicht.1 tot en met 7
(standaardinstelling is 4)
23. Defin. Zoom*Origineel (100%)
Aangep.(25%-400%)
Aanp. aan papier
LTR naar STM
A4 naar A5
STM naar LTR
A5 naar A4
24. Defin. Sort
25. Def EcoPrint
Aan
*
Uit
Aan
*
Uit
pagina 4-1
pagina 4-1
pagina 4-4
pagina 4-6
pagina 4-7
8-4GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 71
Systeeminstellingen
[Menu]
W of X
2. Setup Kopie
[OK]
1Open 2. Setup Kopie.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om de te wijzigen standaardinstelling te selecteren en druk op
[OK]. Het scherm voor de geselecteerde standaardinstelling wordt nu
weergegeven.
3Druk op W of X om de nieuwe standaardinstelling te selecteren en druk op
[OK]. Het scherm keert terug naar het gereedscherm.
De rapportpagina's afdrukken
In de volgende tabel staan de rapporten die afgedrukt kunnen worden.
ItemBeschrijving
31.ConfiguratieGeeft informatie over de instellingen en
32. Menu mapGeeft een lijst van het menuselectiesysteem.
33. Gebr.rapportAantal kopieën, afdrukken, scans.
gebruiksomgevingen voor dit apparaat.
[Menu]
W of X
3.Rapport
[OK]
1Open 3.Rapport.
Als u niet zeker weet hoe u dit routeschema moet gebruiken, raadpleegt u
Menu-items openen op pagina xix.
2Druk op W of X om 31.Configuratie, 32.Menu map of 33.
Gebr.rapport te selecteren en druk op [OK]. Het rapport wordt nu
afgedrukt. Het scherm keert terug naar het gereedscherm.
GEBRUIKERSHANDLEIDING8-5
Page 72
Systeeminstellingen
8-6GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 73
9Onderhoud
Vervanging tonercontainer
Wanneer de tonercontainer leeg is, moet deze worden vervangen. Met een
starttonercontainer kunt u ongeveer 3000 afdrukken maken. Er zijn twee
verschillende typen volle tonercontainers: voor 2000 of 6000 pagina's (met een
dekking van 5%).
Het apparaat geeft op twee verschillende momenten tijdens het gebruik van toner
berichten weer.
•Wanneer de toner in het apparaat bijna op is, toont het apparaat het bericht
Toner bijna op als eerste waarschuwing. Merk op dat vervanging op dit
moment niet altijd nodig is.
•Als u het bovenstaande bericht negeert en doorgaat met afdrukken, toont het
apparaat vlak voordat de toner op is, het bericht Vervang door nieuwe toner. De tonercontainer dient onmiddellijk vervangen te worden.
Zie de onderstaande instructies voor het vervangen van de tonercontainer.
VOORZICHTIG: De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken
kunnen brandwonden veroorzaken. De tonercontainer mag niet open worden
gebroken of worden vernietigd.
Open de scanner.
1
Open de voorklep.
2
GEBRUIKERSHANDLEIDING9-1
Page 74
Onderhoud
Draai vergrendelingshendel A in de
3
ontgrendelingsstand, draai
vergrendelingshendel B naar rechts en trek
de tonercontainer naar buiten.
Plaats de gebruikte tonercontainer in de
meegeleverde plastic zak om weg te
gooien.
Haal de nieuwe tonercontainer. uit de
4
verpakking.
Schud de container heen en weer om de
toner gelijkmatig te verdelen.
Verwijder het etiket van de tonercontainer.
5
B
A
Plaats de nieuwe tonercontainer in de
6
printer. Druk stevig op de bovenkant van de
container op de posities waar PUSH HERE
(hier drukken) wordt aangeduid, totdat u een
klik hoort.
Draai vergrendelingshendel A in de
7
vergrendelingsstand.
A
9-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 75
Sluit de voorklep.
8
Sluit de scanner en druk op de hendel.
9
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw vingers
niet tussen de scanner en het
hoofdgedeelte zitten wanneer de scanner
wordt gesloten.
Onderhoud
De lader en registratierol reinigen
Telkens wanneer de tonercontainer wordt vervangen, moet de binnenkant van het
apparaat worden gereinigd.
Open de scanner.
1
GEBRUIKERSHANDLEIDING9-3
Page 76
Onderhoud
Open de voorklep.
2
Haal de ontwikkelaar en de tonercontainer
3
uit de printer.
Haal de drum met behulp van de groene
4
hendels uit het apparaat.
OPMERKING: De drum is gevoelig voor
licht. Stel de drum nooit langer dan vijf
minuten aan licht bloot.
Plaats de drum plat op een schone, vlakke
5
ondergrond.
BELANGRIJK: Plaats de drum niet op een
van de zijkanten.
Gebruik een schone, pluisvrije doek om stof
6
en vuil van de metalen registratierol
verwijderen.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u tijdens het
reinigen de transferrol (zwart)
aanraakt.
d niet
c te
d
c
9-4GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 77
Schuif de knop van de laderreiniger (groen)
7
2 of 3 keer heen en weer om de draad van
de lader te reinigen en zet de knop dan weer
in de uitgangspositie terug.
Wanneer u klaar bent, plaatst u de drum
8
terug en brengt u de geleiders aan beide
uiteinden in lijn met de sleuven van het
apparaat.
Plaats de ontwikkelaar samen met de
9
tonercontainer terug in het apparaat.
Onderhoud
Sluit de voorklep.
10
Sluit de scanner en druk op de hendel.
11
GEBRUIKERSHANDLEIDING9-5
Page 78
Onderhoud
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw vingers
niet tussen de scanner en het
hoofdgedeelte zitten wanneer de scanner
wordt gesloten.
Het apparaat reinigen
VOORZICHTIG: Verwijder om veiligheidsredenen het netsnoer bij het reinigen van
het apparaat altijd uit het stopcontact.
Gebruik altijd een zachte doek die is bevochtigd met alcohol of een niet-bijtend
schoonmaakmiddel om het apparaat te reinigen.
Open de documenttoevoer en veeg het
grijze gedeelte (zie afbeelding) schoon.
Als kopieën er vuil uitzien wanneer u de
documenttoevoer gebruikt, is het sleufglas
vuil.
De documenttoevoer reinigen
Het drukkussen en de invoerrollen van de documenttoevoer worden van tijd tot tijd
vervuild door inkt, tonerdeeltjes of papierstof. Documenten worden in dat geval niet
goed ingevoerd. Als dit gebeurt, volgt u de onderstaande reinigingsprocedure.
Open de linkerklep.
1
Veeg de invoerrol schoon door het
2
wattenstaafje heen en weer te bewegen.
Draai de rol met uw vinger vooruit en
herhaal de bovenstaande
reinigingsprocedure totdat de rollen schoon
zijn. Zorg er goed voor dat u het
vergaarveertje niet breekt of beschadigt.
Invoerrol
Vergaarveertje
9-6GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 79
Veeg het drukkussen van boven naar
3
onderen schoon. Zorg er goed voor dat u
het vergaarveertje niet breekt.
Drukkussen
Het drukkussen van de documenttoevoer vervangen
Wanneer u ongeveer 50.000 pagina's via de documenttoevoer heeft gescand, is het
drukkussen mogelijk versleten en kunnen er problemen met de invoer van
documenten optreden. In dat geval raden wij u aan het drukkussen te vervangen.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf om
een drukkussen voor de documenttoevoer te bestellen en volg de onderstaande
procedure om het kussen te vervangen.
Open de linkerklep.
1
Onderhoud
Druk de beide uiteinden van het drukkussen
2
van de documenttoevoer met uw vingers
naar elkaar toe en trek het kussen eruit.
Haal het drukkussen voor de documenttoevoer uit de doos.
3
Druk de beide uiteinden van het drukkussen van de documenttoevoer uw vingers
4
naar elkaar toe.
Plaats het kussen in de gaatjes totdat het
5
vastklikt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING9-7
Page 80
Onderhoud
Vergrendeling tijdens verzending
Schuif de vergrendeling tijdens verzending
altijd in de vergrendelde positie voordat u
het apparaat naar een andere lokatie
verplaatst. Schuif voordat u het apparaat
gaat gebruiken de vergrendeling in de
ontgrendelde positie.
9-8GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 81
10 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij het
apparaat kunnen optreden. Voordat u service belt, raden wij u aan eerst deze tabel
te raadplegen om problemen op te lossen.
SymptoomControlesCorrectieVerwijzing
Er gaat niets
branden op het
bedieningspanee
l wanneer het
apparaat wordt
ingeschakeld.
Er worden na het
indrukken van
[Start] geen
kopieën
afgeleverd.
Lege kopieën.Zijn de originelen correct
Lichte kopieën.Staat het kopieerapparaat in
Is de stekker aangesloten op
een stopcontact?
Staat er een melding over het
probleem op het
bedieningspaneel?
geplaatst?
de modus Foto, Tekst+Foto of
Tek st ?
Staat het kopieerapparaat in
de modus voor het besparen
van toner?
Sluit de stekker aan op een
stopcontact.
Controleer de melding en voer de
bijbehorende procedure uit.
De originelen moeten met de beeldzijde
omlaag op de glasplaat worden gelegd.
De originelen moeten met de beeldzijde
omhoog in de documenttoevoer
worden geplaatst.
Stel de belichting op het juiste niveau
in.
Selecteer een andere modus voor de
beeldkwaliteit dan de modus voor het
besparen van toner.
—
pagina 10-4
pagina 4-1
—
pagina 4-1
—
Brandt het lampje voor toner
toevoegen?
Is het kopieerpapier vochtig?Vervang het kopieerpapier.pagina 2-1
Donkere
kopieën.
Vuile kopieën.Is de glasplaat of
Alle pagina's zijn
zwart.
GEBRUIKERSHANDLEIDING10-1
Staat het kopieerapparaat in
de modus Foto, Tekst+Foto of
Tek st ?
documenttoevoer vuil?
—Neem contact op met uw
Vervang de tonercontainer.pagina 9-1
Stel de belichting op het juiste niveau
in.
Reinig de glasplaat en/of de
documenttoevoer.
Reinig de lader.pagina 9-3
servicetechnicus.
pagina 4-1
pagina 9-6
—
Page 82
Problemen oplossen
SymptoomControlesCorrectieVerwijzing
Verwijderde
achtergrondkleur
en, horizontale
strepen of
afgedwaalde
punten.
Zwarte of witte
strepen op
kopieën.
Scheefgetrokken
kopieën.
Is de draad van de lader vuil?Reinig de draad van de lader.pagina 9-3
Is het drumoppervlak vuil?Reinig het drumoppervlak.pagina 8-3
Is de draad van de lader vuil?Reinig de draad van de lader.pagina 9-3
Staat de laderreiniger in de
CLEANER HOME
POSITION?
Als u de documenttoevoer
gebruikt, is het sleufglas vuil?
Zijn de originelen correct
geplaatst?
Verwijder de verwerkingseenheid en
zet de laderreiniger terug in de
uitgangspositie.
Reinig het sleufglas.
Het is ook mogelijk de functie voor
scanruisonderdrukking te gebruiken om
zwarte lijnen op de kopieën minder
zichtbaar te maken.
Leg de originelen aan de
linkerbovenkant tegen de glasplaat.
Wanneer originelen in de
documenttoevoer worden geplaatst,
moeten de breedtegeleiders goed
worden ingesteld voordat u de
originelen plaatst.
pagina 9-3
pagina 9-6
pagina 4-1
—
Regelmatige
papierstoringen.
Het tonerlampje
gaat niet uit, ook
al is de
tonercontainer
vervangen.
Is het papier goed in de
cassette geplaatst?
Is het papier gekruld,
gevouwen of gekreukeld?
Zijn er vastgelopen of losse
stukken papier in het apparaat
achtergebleven?
Komt het opgeslagen
papierformaat overeen met het
formaat dat u daadwerkelijk
gebruikt?
Is het papier goed in de
handmatige invoer geplaatst?
Heeft u de nieuwe
tonercontainer goed geschud?
Plaats het papier goed.pagina 2-1
Vervang het papier.—
Voer de juiste procedure uit om het
papier te verwijderen.
Zorg ervoor dat het opgeslagen
papierformaat overeenkomt met het
formaat dat u daadwerkelijk gebruikt.
Plaats 1 vel papier goed.pagina 2-4
Schud de tonercontainer 5 of 6 keer
heen en weer.
pagina 10-5
—
pagina 9-1
10-2GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 83
Problemen oplossen
SymptoomControlesCorrectieVerwijzing
De
scannerfunctie
werkt niet
normaal.
De installatie van
de software kan
niet ongedaan
worden gemaakt.
Afdrukserver (IB-
110) is
aangesloten. Dit
apparaat kan niet
vanaf uw pc
worden bediend.
Heeft u de software via het
installatieprogramma van de
cd-rom geïnstalleerd?
Heeft u de software via de
Wizard Nieuwe hardware
gevonden geïnstalleerd?
Heeft u de software via de
optie Installatie ongedaan
maken in het menu Start
verwijderd?
Is de instelling van de
printerdriver correct?
De versie van de afdrukserver
(IB-110) komt niet overeen.
Installeer de software via de cd-rom.pagina 3-2
Installeer de software via de Wizard
Nieuwe hardware gevonden.
Verwijder de software via de cd-rom.pagina 3-5
Selecteer Enable bidirectional support
(bidirectionele ondersteuning
inschakelen) in het tabblad Ports
(poorten).
Neem contact op met uw
servicetechnicus.
pagina 3-4
pagina 11-4
—
GEBRUIKERSHANDLEIDING10-3
Page 84
Problemen oplossen
Onderhouds- en foutberichten
Wanneer een van de volgende berichten in het berichtenscherm verschijnt, voert u
de onderstaande procedure uit.
BerichtProcedureVerwijzing
SLUIT SCANNERDe scanner is open. Sluit de scanner.—
Voorklep open Sluit
de klep
Weinig geheugen 1
kopie gemaakt
Open de ADF-klep
Verwijder papier
Open voorklep
Verwijder papier
Papier is op Voeg
papier toe
Verkeerd papierEr is geen papier. Plaats papier met het correcte formaat.pagina 2-1
Vervang door nieuwe
toner
[PRINTERFOUT]
Onvoldoende geh.
De voorklep staat open. Sluit de kleppen goed.—
Het geheugen van het apparaat is vol. Plaats minder
originelen en probeer nogmaals te kopiëren.
Dit verschijnt wanneer het papier is vastgelopen toen het
vanuit de documenttoevoer werd ingevoerd, vanwege de
manier waarop het was geplaatst.
Verwijder alle documentpagina's uit de documenttoevoer
en plaats ze opnieuw, maar nu correct.
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. Verwijder
het vastgelopen papier.
Het papier is op. Voeg papier aan de papierbron toe.
De cassette is niet goed gesloten. Zorg ervoor dat de
cassette goed gesloten is.
De toner is op, dus doorgaan met kopiëren of afdrukken
is onmogelijk.
Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe
tonerset.
De data die naar het apparaat zijn overgebracht, zijn te
ingewikkeld om op een pagina af te drukken.
—
pagina 10-12
pagina 10-5
pagina 2-1
pagina 9-1
—
[PRINTERFOUT]
Engine Panic
0[PRINTERFOUT]
Service-oproep
[SCANNERFOUT]
Lampfout
[SCANNERFOUT]
AFE R/W fout
[SCANNERFOUT]
Startsensor
[SCANNERFOUT]
NVRAM R/W misl.
Toner bijna opDe toner is bijna op. Vervang de tonercontainer zo snel
Scanner ontgrnd. Aan
en uit
10-4GEBRUIKERSHANDLEIDING
Schakel het apparaat uit- en weer in. Als het bericht nog
steeds wordt weergegeven, schakelt u het apparaat uit
en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger
of erkend servicebedrijf.
Schakel het apparaat uit- en weer in. Als het bericht nog
steeds wordt weergegeven, schakelt u het apparaat uit
en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger
of erkend servicebedrijf.
mogelijk met behulp van een nieuwe tonerset.
Zet de stroomschakelaar uit en schuif de vergrendeling
tijdens verzending in de ontgrendelingsstand.
—
—
pagina 9-1
pagina 9-8
Page 85
Papierstoring
Problemen oplossen
Als er een papierstoring optreedt, wordt het kopiëren of afdrukken stopgezet.
Laat de stroomschakelaar aan en verwijder het vastgelopen papier.
WAARSCHUWING: Het ladergedeelte staat onder hoge spanning. Neem
voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gebied werkt, aangezien er
gevaar bestaat op elektrische schokken.
VOORZICHTIG: De fuser is zeer heet. Neem voorzorgsmaatregelen wanneer u in
dit gebied werkt.
Opvangbak en achterklep
Als het papier niet helemaal in de
1
opvangbak is uitgevoerd, opent u de
achterklep en verwijdert u het vastgelopen
papier door het eruit te trekken.
Open de scanner.
2
Open de voorklep.
3
GEBRUIKERSHANDLEIDING10-5
Page 86
Problemen oplossen
Sluit de voorklep.
4
Sluit de scanner en druk op de hendel.
5
De storing is verholpen.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw vingers
niet tussen de scanner en het
hoofdgedeelte zitten wanneer de scanner
wordt gesloten.
Papiercassette
Trek de cassette naar buiten.
1
Verwijder het papier dat niet helemaal
2
ingevoerd is.
Controleer of het papier goed is geplaatst.
Als dit niet het geval is, plaatst u het papier
opnieuw.
Duw de cassette weer stevig terug.
3
10-6GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 87
Open de scanner.
4
Open de voorklep.
5
Sluit de voorklep.
6
Problemen oplossen
Sluit de scanner en druk op de hendel.
7
De storing is verholpen.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw vingers
niet tussen de scanner en het
hoofdgedeelte zitten wanneer de scanner
wordt gesloten.
GEBRUIKERSHANDLEIDING10-7
Page 88
Problemen oplossen
Handmatige invoerlade
Haal het papier uit de Handmatige
1
invoerlade.
BELANGRIJK: Probeer geen papier te
verwijderen dat al gedeeltelijk is ingevoerd.
Ga in dat geval verder met stap 2.
Open de scanner.
2
Open de voorklep.
3
Haal de ontwikkelaar en de tonercontainer
4
uit de printer.
Haal de drum met behulp van de groene
5
hendels uit het apparaat.
OPMERKING: De drum is gevoelig voor
licht. Stel de drum nooit langer dan vijf
minuten aan licht bloot.
10-8GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 89
Als het papier tussen de rollen is
6
vastgelopen, trekt u het papier in de
normale papierrichting.
Als het papier nog niet in de metalen
registratierol is ingevoerd, verwijdert u het
papier vanaf de kant van de Handmatige invoerlade.
Plaats de drum terug en breng de geleiders
7
aan beide uiteinden in lijn met de sleuven
van de printer.
Problemen oplossen
Plaats de ontwikkelaar samen met de
8
tonercontainer terug in het apparaat.
Sluit de voorklep.
9
GEBRUIKERSHANDLEIDING10-9
Page 90
Problemen oplossen
Sluit de scanner en druk op de hendel.
10
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw vingers
niet tussen de scanner en het
hoofdgedeelte zitten wanneer de scanner
wordt gesloten.
Plaats het papier weer in Handmatige
11
invoerlade terug.
Binnenin het apparaat
Open de scanner.
1
Open de voorklep.
2
10-10GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 91
Haal de ontwikkelaar en de tonercontainer
3
uit de printer.
Haal de drum met behulp van de groene
4
hendels uit het apparaat.
OPMERKING: De drum is gevoelig voor
licht. Stel de drum nooit langer dan vijf
minuten aan licht bloot.
Haal het papier uit het apparaat.
5
Problemen oplossen
OPMERKING: Als het papier tussen de
rollen is vastgelopen, trekt u het papier in
de normale papierrichting.
Plaats de drum terug en breng de geleiders
6
aan beide uiteinden in lijn met de sleuven
van het apparaat.
Plaats de ontwikkelaar samen met de
7
tonercontainer terug in het apparaat.
GEBRUIKERSHANDLEIDING10-11
Page 92
Problemen oplossen
Sluit de voorklep.
8
Sluit de scanner en druk op de hendel.
9
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw vingers
niet tussen de scanner en het
hoofdgedeelte zitten wanneer de scanner
wordt gesloten.
Documenttoevoer
Haal alle originelen uit de origineleninvoer.
1
Open de linkerklep van de
2
documenttoevoer.
10-12GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 93
Verwijder het vastgelopen origineel.
3
Als het origineel in de rollen is vast komen
te zitten of moeilijk te verwijderen is, gaat u
door naar de volgende stap.
Verwijder het vastgelopen origineel.
4
Sluit de linkerklep.
5
Problemen oplossen
Plaats de originelen.
6
GEBRUIKERSHANDLEIDING10-13
Page 94
Problemen oplossen
10-14GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 95
Hoofdgedeelte
11Specificaties
OPMERKING: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
ItemSpecificatie
AfdruksysteemElektrofotografisch
OriginelenVellen papier, boeken en driedimensionale objecten
Kopieerformaten
CassetteA4, B5 (JIS), A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II
BestandsindelingPDF, TIFF, JPEG (8-bits bij grijsschaal, 24-bits bij
HostinterfaceUSB (TWAIN): 1 poort (Hi-speed USB)
Documenttoevoer
OrigineleninvoersysteemAutomatische invoer
OriginelenVellen papier
OrigineelformatenMaximum: Legal
Monochroom: 5 scans/min.
Full color of grijsschaal: 5 scans/min. (TWAIN), 4
scans/min. (QLINK)
Grijsschaal: 8 bit/dot
Monochroom: 1 bit/dot
kleuren), BMP
ItemSpecificatie
Minimum: Statement en A5R
Origineelgewicht60 tot 105 g/m²
Maximumaantal originelen50
Omgevingsspecificaties
Dubbelzijdig kopiërenHandmatig
PapierinvoerGerecycled papier gemaakt van 100% gerecyclede
ItemSpecificatie
pulp mag bij dit product worden gebruikt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING11-3
Page 98
Specificaties
Optionele apparatuur
Afdrukserver (IB-110)
De afdrukserver (IB-110) biedt een optimaal afdruknetwerk
voor Kyocera-printers en -kopieerapparaten, zodat alle
gebruikers op het netwerk ervan kunnen profiteren. Met het
meegeleverde hulpprogramma, Virtual Link, kunt u de
scanfunctie van het multifunctionele apparaat gebruiken.
De USB-interface van de afdrukserver biedt gemakkelijke
externe verbindingen. Ons hulpprogramma vereenvoudigt het
configureren van uw Ethernet-netwerk, zodat gebruikers
kunnen afdrukken.
Afdrukserver (IB-110) gebruiken
Wanneer de afdrukserver (IB-110) is aangesloten, kunt u de volgende procedure
uitvoeren. Sluit het apparaat aan en configureer de instellingen (raadpleeg de
installatiehandleiding van de afdrukserver).
Software laden
Volg stap 1 tot en met 8 van Software laden op pagina 3-2.
1
Selecteer Custom Mode (aangepaste modus)en klik op Next (volgende).
2
Selecteer Network connection (netwerkverbinding) en klik op Next.
3
Selecteer KMPrint Port (KMPrint-poort) en klik op Next.
4
Selecteer uw printer en klik op Next.
5
Klik op Select All (alles selecteren) en klik op Next.
6
Voer de naam van het afdruksysteem in en klik op Next.
7
Klik op Add Port (poort toevoegen). Het venster KMprint Add Port Wizard (wizard
8
KMPrint-poort toevoegen) wordt nu weergegeven.
Voer het IP-adres of de hostnaam in en klik op Next.
9
OPMERKING: Klik op Search (zoeken) om naar de beschikbare printers op het
netwerk te zoeken en selecteer de printer.
Voer de naam van de bestemmingsprinter in en klik op Next.
10
Klik op Finish (voltooien).
11
Selecteer de printerpoort en klik op Next.
12
Klik op Install (installeren). De software wordt nu door het installatieprogramma
13
geïnstalleerd.
Wanneer de installatie is voltooid, wordt het venster Installation Completed
14
(installatie voltooid) weergegeven. Klik op Finish (voltooien) om het
installatieprogramma te verlaten en naar het hoofdmenu van de cd terug te keren.